T#r N euzunscHfl Ceurant
Maandag 7 November 1921. No. 7220.
BUITENLAND.
6EMEN6DE BERICHTEN.
FEUILLETON.
TWEE1D11 BTi A-ID.
B1NNENLAND.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag.
De heer Hugenhoitz krijgt verlof tot het
houden van zijn interpellatie over de vei-
ligheid van het personeel van het loods-
en reddingswezen op een nader te bepalen
dag.
De behandeling van de Grondwetsher-
ziening wordt voortgezet.
Minister Ruys van Beerenbrouck zet zijn
rede voort en is het niet eens met den heer
Troelstra dat een president evengoed als
een koning drager kan zijn van de natio-
nale eenheid. De heer Troelstra is zelf
zoozeer overtuigd, dat de monarchic in
ons iand onuitvoerbaar is ingeworteld, dat
hij zelfs geen poging doet om daarin ver-
andering te brengen.
Spr. bestrijdt de amendementen inzake
het referendum over den staatsvorin bij
het ontbreken van een troonopvolger. De
Qrondwet gaat uit van een monarchalen
staatsvorm. Wil men verandering, dan
moet men dat trachten te verkrijgen door
een Grondewtherziening langs royaleh
weg.
Tegen het amendement-van Schaik (niet
aanwijzen van een wettelijken troonopvol
ger bij het leven des Konings) verzet zich
het staatsbelang, dat meebrengt dat bij
het overlijden des konings diens opvolger
bekend is.
HET TEKORT OP DE SPOOR WEG-
EXPLOIT ATIE.
Naar gemeld wordt zal het hoofdbestuur
van de Ned. Vereenigi.ig van Spoor- en
Tramwegpersoneel een beslist afwijzende
houding aannemen inzake de loonsverla-
ging en de verlenging van arbeidsduur in
het spoorwegbedrijf.
BEZUINIGING.
De Raad der gemeente Hoogwoud be-
sloot met algemeene stemmen de jaarwed-
de van den burgemeester van 2500 gld. te
brengen op 2000 gld.; die van den ontvan-
vanger van 1400 gld. op 1000 gld; het
presentiegeld der raadsleden van 4 gld.
op 2.50.
De voorziitter deeiae«,Tneae.sesen,tiez'
besluiten bij Ged. Staten bezwaren te
zullen indienen.
EEN KONINKLIJK GESCHENK.
Een oude bepaling staat alleen den ko
ning toe zwanen te mogen houdeh op de
Theems. De koning van Engeland heeft
twee paar van die zwanen geschonken aah
Belgie. Zij bevinden zich thans op een
meti in het park van Chateau des Trois
Tours te Brielen, bij Ieperen, waar gedu-
rende den oorlog menigmaal het Britsche
hoofdkwartier was gevestigd.
EEN ,,GASBATALJON".
Op de begrooting van Philadelphia komt
een post voor tot instelling en uitrusting van
een „gasbataljon" bij de politie, dat dienst
zal moeten doen tot het afweren van oproe-
rige menigten en in gevallen, dat misdadi-
gers zich barricadeeren in gebouwen. Proef-
nemingen, dezer dagen door de politie te
Philadelphia genomen met traangas, schij-
nen den autoriteiten de overtuiging te heb
ben geschonken, dat een „gasbataljon" van
vijftig geoefende mannen een belangrijke
aanwinst zal zijn voor de gemeentelijke
politie.
STOOMKRAAN OMGEVALLEN.
Te Vlissingen is een rijdende stoom-
kraan van de Maatschappij ,,De Schelde"
welke bezig was van op de Dokkade ijze-
ren platen uit het stoomschip „Valk IV"
te lossen, met zijn last op genoemd schip
gevallen. Er zijn geen persoonlijke onge-
lukken. De materieele schade is groot.
75)
De andere ook waarschijnlijk?
Ja. de andere had bloed aan zijn vest,
aan zijn das, en aan zijn kin.
Deze verklaring stemt geheel overeen
met die van den jongen Louis Evrard.
Ofschoon nog vol vertrouwen in zijn ge-
ducht argument, dat, als een sterke ver-
schansing, hem tegen alle aanvallen moest
beveiligen, voelde Lesage zich toch niet
op zijn gemak.
Verder, zeide de rechter van instructie.
Een van de beide mannen bemerkte dat
wij naar hen keken, ging de getuige voort,
hij zeide een paar woorden tegen zijn ka-
meraad en zij gingen heen. Toen zijn
wij dadelijk naar de tafel in de gelagka-
mer gegaan, waar zij hadden gezeten.
En wat zag u daar.
Zij hadden 2 glaasjes cognac en een ka-
raf water besteld. De cognac hadden zij
onaangeroerd gelatep, maar de karaf was
ledig: zij hadden het water gebruikt om
het bloed van hun handen, gelaat en klee-
deren te wasschen. Er lag een plas water
op den grond en ook op de tafel.
Goed. Zie nu dien man eens oplettend
aan en zeg mij of u hem herkent.
Juffrouw Rollin keek Lesage recht in
het gelaat en zeide: i
Het is wel zijn blik, maar dat is ook al-
les.
Dus u herkent hem niet?
i Hij heeft er wel iets van weg, maar wat
mij bij die 2 mannen vooral getroffen heeft.
behalve de uitdrukking van hun gelaat is
GEVOLGEN VAN DEN STORM.
Door de laatste storm en is, naar men
aan de „N. R. Crt." meldt, de Noord-Oost-
kust van Texel belangrijk afgenomen. De
polder „Volharding", welke nu slechts 25
M. van de zee is verwijderd, loopt nu groot
gevaar. De laatste storm heeft weer een
bres van 1 M. hoogte in den dijk van dien
polder geslagen. Als er van hoogerhand
niet spoedig maatregelen worden genomen.
zal een stuk kostbare grond van dit eiland
verloren gaan. Ook zal de dijk van den
Everlandschen polder dan weer gevaar
loopen.
GEDOOD.
De 51-jager J. Ligthart, te Sneek, is
Woensdag in een gevecht met T. de L.,
bij Goenga, door een schot uit zijn geweer
gedood.
NOG DROOGE SLOOTEN.
Op de Friesche zandgronden liggen, on-
danks den regen, de meeste slooten nog
droog. De indroge wei- en bonwlanden
slorpen al het water op en zijn nog lang
niet verzadigd. Dezer dagen zag men nog
een boer zijn koeien rnelken in eeh droge
sloot. En 't is November!
DE VALSCHE LIREBILJETTEN.
De valsche honderd lirebiljetten die in
Rotterdam in omloop waren blijken te zijn
uitgegeven door iemand die als blinde pas-
sagier met het Italiaansche st.oomschip
,,Ariesto" was aangekomen. Hij handelde
in vereeniging met zijn broer„ een koks-
maat van hetzelfde schip. Deze geeft voor
de biljetten in Triest te hebben ontvangeh
van kooplui in tabak.
BRUTALE 1NBREKERS.
Een tweetal inbrekers hebben onlangs
een bezoek gebracht aan de griffie van de
rechtbank te Amsterdam. Zij meenden, dat
onder de stukken van overtuiging, die daar
bewaard worden, allicht iets van hun gading
zou zijn. Inderdaad vonden zij o.a. een
valsch bankbiljet van 1000, dat zij goeden
prijs verklaarden.
De diefstal werd bemerkt, doordat het
biljet ter griffie terug kwam gedeponeerd
omdat het valsch was.' Daar werd het her-
kend als een reeds ontvangen bewijsstuk.
Zoo kwam men de inbraak op het spoor.
De brutale heeren, die de griffie als ter
rein van hun werkzaamheden hadden uit-
verkoren, zijn reeds opgespoord en in be
waring gesteld.
EEN ORKAAN.
Naar Havas aan de Parijsche bladen ont-
leent, is Corsica geteisterd door een orkaan
van buitengewoon geweld, welke verschei-
aene dorpen en den kanstahjeoogst ver-
woest heeft. De schade is zeer aanzien-
lijk.
RECHTZAKEN.
Arr. Rechtbank te Middelburg.
De rechtbank heeft in hare zitting van 4
November de volgende vonnissen uitge-
sproken:
C. v. P., oud 44 j., veldarbeider te Clinge,
is wegens mishandeling zwaar lichamelijk
letsel tengevolge hebbende veroordeeld tot
6 maanden gevangenisstraf.
P. M. d. R., oud 22 j., werkman te Ter
Neuzen, thans gedetineerd, is wegens ver-
duistering veroordeeld tot 9 maanden ge-
vang.
L. P., oud 31 j., klompenmaker te Clinge
(Zeel.) en L. G., oud 31 j., en A. G., oud 36
j., klompenmakers, beiden te Clinge (B.)^
zijn wegens vischstrooperij veroordeeld
ieder tot 14 dagen gevang.
J. C. B., oud 23 j., en M. C. d. V., oud
19 j., beiden landbouwer te Zaamslag, be-
klaagd van ontucht, zijn vrijgesproken.
Veroordeeld wegens overtredingen van
's Rijksbelastingen:
F. d. R., pud 44 j., en Th. d. R., oud 39
j., werklieden te Stekene, ieder tot f 25
boete of 25 dagen hechtenis.
Ph. J. d. B., oud 39 j., varensgezel te
Koewacht, tot f 25 boete of 25 dagen hecht.
L. P., oud 18 j., klompenmaker te Clinge,
tot 10 boete of 10 dagen hecht.
E. v. d. W., oud 24 j., werkman te Es-
schen (B.)tot 25 boete of 25 dagen hecht.
F. M., oud 20 j., werkman te Kemseke (B.)
tot f 25 boete of 25 dagen hecht.
J. d. Z., oud 23 j., werkman te Antwerpen,
tot f 25 boete of 2j* dagen hecht.
C. d. B., oud 36 j., vlasser te Stekene, tot
f 25 boete of 25 dagen hecht.
dat de een een zwaren, zwarten knevel
had en de andere bakkebaarden, terwijl
deze een geheel gladgeschoren gelaat
heeft.
De rechter van instructie onderbrak haar
met te zeggen:
Ik dank u wel, juffrouw!, u kan wel gaan.'
Lesage kon een zegevierende glimlach
niet onderdrukken.
Ha,, ha, mompelde hij, dat valt je niet
mee, mijnheer de rechter van instructie.
Je zoudt zoo graag het hoofd van Lesage
hebben, maar dat zal je niet gelukken, mijn
waarde. Je moet maar zien dat je een
paar andere hoofden krijgt, neen, dit mooie
hoofd zal niet in de mand van Chariot
duikelen.
Deze alleenspraak werd door de rech
ter van instructie onderbroken, die tegen
Milloc zeide:
l.aat den laatste getuige binnen komen.
Lesage haalde zijn schouders op.
Zij vermaken mij ten slotte met hun ge-
tuigen, dacht hij. Wat verspillen die men-
schen toch hun tifd.
De laatste getuige was de kleine, oude
man.
Hij haalde uit zijn zak een pakje^ dat
hij op de schrijfbureau neerlegde, terwijl
hij zeide:
Mijnheer de rechter van instructie, ik
zal u aanstonds zeggen wat hier in is.
Milloc keek op dit oogenblik Lesage aan,
die hem scheen te trotseeren, met een blik
alsof hij zeggen wjlde:
En nu,, beste vriend, heeft de aardigheid
lang genoeg geduurd en zullen wij eens
kijken, hoe je je hier uit zult redden.
VII.
De bakkebaarden van Lesage.
Lesage had zeer goed begrepen wat de
R. E. A., oud 32 j., veldarbeider te Kiel-
drecht (B.tot f 25 boete of 25 dagen hecht.
S. B. B., oud 39 j., venter te Hulst, tot j
boete of 25 dagen hecht.
R. A. d. P., oud 43 j., slager te Selzaete,
(B.), tot f 25 boete of 25 dagen hecht.
J. C., oud 25 j., veldarbeider te Stoppei-
dijk, tot J 10 boete of 10 dagen hecht.
F. D., oud 51 j., vlasser te Stekene, tot
f 25 boete of 25 dagen hecht.
R. v. D., oud 25 j., slager te Hontenisse,
tot f 25 boete of 25 dagen necht.
A. S., oud 27 j., metselaarsknecht, te
Hulst, tot f 25 boete of 25 dagen hecht.
B. H., oud 17 j., zonder beroep te Clinge,
tot /20 boete of 1 maand tuchtschool.
J. V., oud 19 j., veldarbeider te Clinge
(B.), tot f 20 boete of 20 dagen hechtj.
H. J J., oud 21 j., leurder te St. Jansteen,
tot f 20 boete of 20 dagen hecht.
J. J. R., oud 16 j., zonder beroep te
Clinge, tot f 20 boete of 1 maand tuchtsch.
S. C. d. M., oud 38 j., huisvrouw van P.
d. G., te Bochaute, tot f 20 boete of 20 dagen
hecht.
S- M. v. d. H., oud 27 j., zonder vaste
woonplaats, tot f 20 boete of 20 dagen hecht.
A. F. d. B., oud 17 j., zonder beroep te
Antwerpen tot f 20 boejle of 1 maand tucht
school.
C. S. S., oud 17 j., zonder beroep te Bou-
chaute, tot f20 boete of 1 maand tucht
school.
B. E. F. v. d. H., oi d 27 j., zonder beroep
te Clinge, tot f 20 boete of 20 dagen hecht.
GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN.
blik van Milloc wilde zeggen,, maar zijn
zelfvertrouwen was er niet door geschokt.
Het resultaat der 4 proeven, welke hij
had doorstaan, maakte hem zoo gerust,
dat hij de vijfde afwachtte, niet alleen in
volkomen kalmtq, maar zelfs met ware
vreugd, bij de gedachte, dat hij ook dit-
maal Milloc een langen neus zou laten ha
len.
De rechter van instructie begon op de
gewone wijze den man te ondervragen:
Uw naam?
De barbier toonde zich in het kabinet
van den rechter van instructie niet minder
spraakzaam dan in zijn Msalon", want *iet
dezelfde rapheid van tong antwoordde hij:
Rolland, mijnheer de rechter van instruc
tie, Aristide Rolland, om u te dienen.
Uw beroep?
Barbier, haarsnijder en kapper, mijnheer
de rechter van instructie^ zoowel voor
heeren als voor dames, lid van de Acade-
mie de Coiffure. Als mijnheer de rechter
van instructie misschien eens een bezoek
zou willen brengen aan mijn etablisse-
ment
De rechter van instructie bedwong met
eenige moeite zijn ongeduld, maar hij wil
de zich toegeeflijk toonen tegenover een
getuige, van wien men hem gezegd had,
dat hij een zeer belangrijke verklaring zou
afleggen.
Daarom bepaalde hij zich er toe hem
glimlachend in de rede te vallen:
Later misschien.
Daarmee zal mijnheer de rechter van
instructie mij ten hoogste vereeren.
En waar is dat etablissement 'gevestigd?
Rue Bourg-Tibourg no. 23.
Lesage had den getuige;, ondanks zijn
kleine gestalte, niet herkend.
Men zal zich herinneren, dat hij in zeer
bewogen gemoedstoestand verkeerde, toen
hij na den moord zijn bakkebaarden liet af-
scheren, zoodat hij niet op zijn omgeving
had gelet.
Toen de getuige echter zijn beroep
noemde, beefde de verdachte en bij het
hooren van dit adres overtoog een doode-
lijke bleekheid zijn gelaat.
Een stem fluisterde hem in 't oor:
Scheelt er wat aan?
Het was Milloc, die hem glimlachend
aankeek.
Lesage wilde iets zeggen om zijn verle-
genheid te verbergen,, maar hij kon geen
woorden vinden.
Bovendien was zijn keel zoo droog. dat
hij geen geluid kon voortbrengen.
De meedoogenlooze Milloc ging op den-
zelfde gemaakte vriendelijken toon voort:
Schrik je daarvan? Dat kleine oude man-
netje ziet er toch niet zoo geweldig uic?
En gedienstig voegde hij er bij:
Wil je misschien een glaasje water heb
ben?
Lesage snakte:
Ja... ja...
Maar hij slaagde er in zijn ontsteltenis
meester te worden en hernam dadelijk:
Neen, ik heb niets noodig, ik ben in het
geheel niet geschrokken.
De rechter van instructie had zijn ver-
hoor even gestaakt om op het gelaat van
den verdachte, de uitwerking waar te ne-
men, welke de voor elk ander zoo eenvou-
dige antwoorden van den barbier uit de
rue Bourg-Tibourg te weeg brachten.
Die uitwerking was inderdaad opmerke-
lijk.
t'oor den rechter van instructie had de
barbier aiieen reeds door bet noemen van
zijn beroep en adres een verpletterende ge-
tuigenis teeen den verdachte afgeleg.d.
Hij vroeg verder:
Wat is er in den namiddag van den 5en
dezer maand, na 3 uur, in uw etablisse
ment gebeurd?
Mijnheer de rechter van instructie, mijn
koekoekklok die in den salon hangt, had
half vier geslagen, het kan er 5 minuten
PXer ?.'in geweest, toen eensklaps een man
bij mij kwam binnenvallen. Hij scheen het
erg warm te hebben, want hij hield zijn
jas over den arm. Nu, het was dien dag
ook erg warm, net als nu. Zijn jas wierp
hij op een stoel en ging erzelf op zitten.
Behalve zijn jas, droeg hij nog een doos,
die hij met neerzette, maar in zijn handen
hield. Dat vond ik wel vreemd, maar ik
zei er niets van want mijn klanten zijh vrij
om te doen wat ze willen. Hij zeide mijv
dat ik zijn bakkebaarden geheel moest af-
scheren en hij had heel zware bakkebaar
den.
Hoe zag die man er uit?
Hij was erg zenuwachtig, mijnheer de
rechter van instructie, o! zoo zenuwach
tig, dat hij zelf niet wist, wat hij deed. Daar
zal ik u eens een aardig staaltje van ver-
tellen,, als u 't permiteert.
Lesage had op dat oogenblik zelfs Mil
loc vergeten.
Hij keek den barbier aan met van angst
uitpuilende oogen.
De detectieve fluisterde hem weer in
het oor:
Die geschiedenis schijnt je wel te in-
tresseeren.
Lesage, die met uitgestoken hals Sfpnd,
richtte eensklaps het hoofd op, trachtte
een onverschillig gezichtte zetten en zelfs
te glimlachen, maar dat gelukte hem slecht.
Doe maar geen moeite, hernam Milloc,
wij weten allang waar we ons aan te hou
den hebben.
En hij wees met zijn oogen naar de
rechter van instructie, die, van achter zijn
schrijfbureau,, den verdachte ook nauw-
keurig waarnam.
(Wordt vervolgd).
UITGAVEN:
Hoofdstuk 2. Afdeeling 1. Artikel 5- Door en-
kele leden van beide afdeelingen wordt de
vraag gedaan, of deze post nog noodig wordt
geoordeelt nu de gemeentelijke inkomstenbe-
lasting door het rijk wordt ingevorderd.
Hoofdstuk 2. Bij dit hoofdstuk vraagt een
lid der tweede afdeeling, of het met het oog
op de bezuiniging niet gewenscht zoude zijn
alle jaarwedden boven f 3000,met 1 te
verminderen. Andere leden merken op. dat dit
niet billijk zou zijn zoolang het rijk niet tot
vermindering overgaat.
Hoofdstuk 2. Afdeeling 1. Artikel 12. In beide
afdeelingen wordt door een lid gevraagd of
deze post nog noodig wordt geacht in verband
met de mindere werkzaamheden.
Hoofdstuk 2. Afdeeling 2. Artikel 1. Een lid
der tweede afdeeling vraagt, waarom deze
post met f 50.— is verlaagd.
Hoofdstuk 2. Afdeeling 2. Artikel 2. In beide
afdeelingen wordt gevraagd, of de post kan
worden verminderd.
Hoofdstuk 2. Afdeeling 2. Artikel 8. Een lid
van de tweede afdeeling vraagt, of deze post
kan verlaagd worden.
Hoofdstuk 2, Afdeeling 3. Artikel 1. Bij dit
punt wordt besproken, de circulaire van gede-
puteerde staten inzake herziening der jaar
wedden van de ambtenaren van den burger-
lijken stand. Opgemerkt wordt, dat, wanneer
deze regeling wordt aangenomen het salaris
van den heer De Vos, als secretarie-ambtenaar
met ongeveer 1000.zal worden verminderd.
Gevraagd wordt in beide afdeelingen of dit
voor bedoelden ambtenaar financieele nadeelen
meebrengt, speciaal wat betreft eventueele
pensioneering.
Hoofdstuk 2. Afdeeling 3. Artikel 3. Een lid
der eerste afdeeling vraagt, of bij het inrich-
ten van de stemhokjes rekening zal worden
gehouden met de aanstaande wijziging van de
Kieswet.
Hooidstuk 4. Afdeeling 1. Artikel 1. Een lid
der eerste afdeeling geeft in overweging om
ook het politiepersoneel 14 dagen verlof per
jaar te verleenen. In beide afdeelingen kan
men zich met dit denkbeeld vereenigen. Een
lid der tweede afdeeling vraagt, of het mogelijk
is het politiepersoneel langzamerhand te ver
minderen, aangezien er in de gemeente toch
veel rijkspolitie is.
Hoofdstuk 4. Afdeeling 2. Bij deze posten
vragen leden der tweede afdeeling waarom
deze zooveel hooger zijn dan het vorige jaar.
Enkele leden der eerste afdeeling dringen aan,
nu de gemeente zich uitbreidt langs de Axel-
sche straat, dat door burgemeester en wet-
houders maatregelen genomen worden, om bij
eventueele brand in die omgeving over vol-
doend water te beschikken.
Hoofdstuk 4- Afdeeling 3. Artikel 1. In beide
afdeelingen wordt aangedrongen de straat-
verlichting goed in orde te maken, doch tevens
zooveel mogelijk rekening te houden met be
zuiniging. Enkele leden maken speciaal de op-
merking, dat lampen van 32 kaarsen-sterkte
voldoende zijn. Een lid der tweede afdeeling
verzoekt een lamp te willen aanbrengen bij het
postkantoor te Sluiskil.
Hoofdstuk 4. Afdeeling 4. Artikel 1. Een lid
der eerste afdeeling stelt voor dezen post te
schrappen, aangezien hij dien absoluut on-
noodig acht.
Hoofdstuk 4. Afdeeling 5. Artikel 2. Een lid
der tweede afdeeling dringt aan op verlaging
der keurloonen.
Hoofdstuk 4. Afdeeling 5. Artikel 7. Hierbij
wordt besproken het adres van den Neder-
landschen Christelijken Bond van Personeel
in Publieken Dienst om weddeverhooging van
arbeiders in dienst der gemeente. In beide af
deelingen wordt gevraaagd of terzake georga-
niseerd overleg is gepleegd. Enkele leden der
eerste afdeeling vinden het georganiseerd over-
leg niet noodig, als er alleen een verzoek is
ingekomen. Over het algemeen is men er in
beide afdeelingen niet voor om tot salarisver-
hooging over-te gaan. In beide afdeelingen
wordt gevraagd of de post karhuur nog ge-
raamd most blijven nu een nieuwe vuilniskar
wordt aangeschaft. Enkele leden verzoeken
aanbesteding voor de levering van paarden en
voerlieden. De meeste leden van beide afdee
lingen zijn evenwel van oordeel, dat, waar de
tegenwoordige aannemer de prijzen voor een
paard met voerman heeft teruggebracht tot
f 8.per dag en f 4,50 per halve dag, de te
genwoordige toestand het best kan bestendigd
blijven.
Hoofdstuk 5. Afdeeling 2. Artikel 1. In de
eerste afdeeling dringt men aan op verbetering j
der woningen in den Catspolder.
Hoofdstuk 5. Afdeeling 2. Artikel 2. Aan
gedrongen wordt in de eerste afdeeling op ver
betering der bestaande urinoirs, en opruiming
van dien in den gang nabij apotheker Klaassen.
Een lid der eerste afdeeling vraagt nog be-
strating van het Molenzichtpad.
Hoofdstuk 5. Afdeeling 2. Artikel 6. Een lid
van de eerste afdeeling vraagt, of het mogelijk
is het terrein bewesten de rolbrug open te laten
stellen voor het publiek.
Hoofdstuk 5. Afdeeling 2. Artikel 9. In beide
afdeelingen wordt gevraagd of deze post hoog
genoeg is in verband met de wijzigingen van
de Ongevallenwet.
Hoofdstuk 7. Afdeeling 3. Artikel 8. In de
eerste afdeeling wordt gevraagd of deze post
kan verminderd worden, terwijl in de tweede
afdeeling algemeen geklaagd wordt over het
slechte schoonhouden der schoollokalen.
Hoofdstuk 7. Afdeeling 3. Artikel 17. In de
eerste afdeeling wordt voorgesteld om voor
schoolkleeding f 1000 uit te trekken.
Hoofdstuk 7. Afdeeling 4. Artikel 3. Over
het algemeen kan men zich met het verleenen
der subsidie vereenigen. Nog een lid der tweede
afdeeling is er tegen om de subsidie voor drie
jaar tegelijk te verleenen.
Hoofdstuk 8. Afdeeling 1. Artikel 5. In beide
afdeelingen gaan stemmen op tegen het ver
leenen der subsidie omdat gebroken is met den
ouden toestand, dat de behandelende doktoren
hunne patienten niet meer in het ziekenhuis
kunnen behandelen. Een lid der tweede afdeeling
vraagt hoeveel zieken er verpleegd zijn in het
ziekenhuis voor het besluit, dat er zou zijn een
vaste chirurg en een vaste internist, en hoeveel
na het besluit, met opgave van het aant&I ver-
pleegdagen. Een lid van de eerste afdeeling
vraagt, of de oude voorwaarden voor het ver
leenen der subsidie zullen blijven gehandhaafd,
opdat eventueel nieuwe voorwaarden zullen
worden opgelegd. In beide afdeelingen worden
de nieuwe regeling van het ziekenhuis verde-
digd, met opmerking, dat het ziekenhuis finan-
cieel door die regeling zal zijn gebaat.
Hoofdstuk 8. Afdeeling 1. Artikel 8. In beide
afdeelingen heeft men in het algemeen geen
bezwaar tegen het verleenen eener subsidie
aan het Groene Kruis, mits dan door het
Groene Kruis de taak van het Roode Kruis
wordt overgenomen en aan de wijkverpleegster
een behoorlijk salaris wordt toegekend. E._n lid
der tweede afdeeling verklaart zich tegen de
subsidie. Een ander lid dier afdeeling vraagt
of nu ook het Witgele Kruis voor subsidie in
aanmerking kan komen.
Hoofdstuk 8. Afdeeling 2. Artikel 4. In de
eerste afdeeling wordt gevraagd hoe de ge-
troffen regeling werkt, terwijl in de tweede
afdeeling een der leden de opmerking maakt,
dat voor het halen van recepten des nachts
een hooger bestelloon is toegezegd, wat den
besteller niet bekend is.
Hoofdstuk 14. Artikel 7. In de 2e afdeeling
vraagt een lid of het wel noodig is, dat er een
klerk bij de arbeidsbeurs is.
ONTVANGSTEN:
Hoofdstuk 3. Afdeeling 1. Artikel 7. Een
lid der eerste en tweede afdeeling zeggen toe,
te zullen komen met een voorstel tot afschaf-
fing van de belasting op het ruimen van pri-
vaatputten en tonnen. Andere leden verklaren
zich tegen dit voorstel, aangezien de lcosten
voor de gemeente daardoor te hoog zullen
worden. Bovendien lijkt het billijk, dat belang-
hebbenden iets in de kosten bijdragen. Een lid
der eerste afdeeling vraagt nog hoeveel rui-
mingen er per jaar geschieden, hoeveel percee-
len er in de gemeente zijn en hoeveel er ge-
bruik maken van tonnen en closets. Men zou
verder willen weten, wat elke ruiming aan de
gemeente kost.
Hoofdstuk 3. Afdeeling 3. Een lid der eerste
en tweede afdeeling zeggen toe te zullen komen
met een voorstel tot heffing van opcenten op
de vermogensbelasting. Andere leden der eer
ste afdeeling verklaren zich hiertegen, omdat
het vermogen op het oogenblik reeds zwaar ge
noeg gedrukt wordt.
Hoofdstuk 4. Afdeeling 1. Art. 7. In beide
afdeelingen wordt de opmerking gemaakt, dat
de rijksbijdrage in de kosten der krankzinni-
genverpleging te laag is.
Het verslag der afdeelingen heeft burge
meester en wethouders geleid, tot het uitbren-
gen van het volgende
RAPPORT van burgemeester en wet
houders naar aanleiding van het verslag
der afdeelingen tot onderzoek der begroo-
ting 1922.
UITGAVEN:
Hoofdstuk 2. De opmerking, gemaakt in de
tweede afdeeling om van de salarissen boven
3000, 1 af te trekken, vindt bjj ons col
lege geen sympathie. In de eerste plaats vindt
het bij ons alleen geen sympathie, maar is ook
niet uitvoerbaar, daaronder zouden alleen
vallen twee hoofdambtenaren der gemeente,
benevens de schoolhoofden en over die jaar
wedden heeft de raad geen zeggenschap.
Mocht in het algemeen de raad ter zake zeg
genschap hebben dan nog zou voor een derge-
lijk voorstel van ons geen medewerking te
wachten zijn, omdat we er niet van overtuigd
zijn, dat de levensvoorwaarden veel gunstiger
geworden zijn. Zoolang dan ook bij het rijk
geen vermindering der salarissen wordt voor
gesteld, zal ook dienaangaande van ons geen
voorstel worden gedaan.
Hoofdstuk 2. Afdeeling 1. Artikel 5. Den
geraamden post van f 500 wenschen wij gaarne
te behouden, omdat wij er van overtuigd zijn,
dat ook met de nieuwe schoolgeldheffing de
ontvanger niet alle werk alleen af kan.
Hoofdstuk 2. Afdeeling 1. Artikel 12. De
post schrijfloonen wordt nog noodig geacht in
verband met voorkomende buitengewone werk
zaamheden. Wij wijzen b.v. op het werk van
de aanstaande kiezerslijsten, wat moet gebsu-
VAN
Vergadering van Donderdag 3 November 1921,
des voormiddags 10 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge
meester.
Tegenwoordig de leden: L. J. Geelhoedt, L.
T. van Hasselt, J. J. de Jager, D. Scheele, H.
J. van den Ouden, P. van Cadsand, R. G. E.
Nolson,, G. de Ridder, F. B. G. de Meijer, H. J.
Colsen, N. A. Hamelink, P. C. Geensen en L.
J. van Driel.
Na opening der vergadering komt aan de
orde:
1. Notulen.
De notulen der vergadering van 29 Septem
ber 1.1. worden met algemeene stemmen on-
veranderd vastgesteld.
2- Ingekomen stukken.
a. Raadsbesluit van 29 September 1921,
tot onderhands verhuren der woning van
school B, voorzien van het bewijs der goedkeu-
ring door gedeputeerde staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Een schrijven van gedeputeerde staten
d.d. 21 October 1921, waarbij, van het bewijs
hunner goedkeuring voorzien, wordt terugge-
zonden ,het navorderingskohier van den hoof-
delijken omslag, dienst 1920/21.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Een schrijven van gedeputeerde staten
van Zeeland, d.d. 21 October 1921, waarbij
voorzien van het bewijs hunner goedkeuring
wordt teruggezonden, het suppletoir kohier
van de hondenbelasting, dienst 1921.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Het raadsbesluit van 29 September 1921,
tot wijziging der gemeentebegrooting dienst
1921, voorzien van het bewijs der goedkeuring
door gedeputeerde state...
Aangenomen voor kennisgeving.
e- Het verslag van den toestand der ge
meente over het jaar 1920.
Dit wordt gedeponeerd ter secretarie, ter
inzage voor de leden.
3. Verzoek van Gebr. van Doeselaar te
Sluiskil, om vergunning voor het aan
brengen van doorzichtige glazen in hun
magazijn.
Naar aanleiding van het in hunne handen
om bericht en raad gestelde verzoek van Gebr.
Van Doeselaar, om hun vergunning te verlee
nen voor het aanbrengen van doorzichtige
glazen in hun magazijn, uitkomende op het
terrein van de gemeentebergplaats aldaar,
stellen burgemeester en wethouders voor, de
gevraagde vergunning tot wederopzeggens te
verleenen, onder voorwaarde evenwel, dat deze
vergunning niet zal gelden, voor het bouwplan
van dat magazijn door burgemeester en wet
houders zal zijn goedgekeurd.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
4. Behandeling der gemeentebegrooting
voor 1922.
Omtrent het verhandelde in de afdeelingen
bij het onderzoek der voormelde begrooting,
is uitgebracht het volgende:
VERSLAG van het verhandelde in de
afdeelingen ter onderzoek van de begroo
ting 1922.