ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN. No. 7219 Vrijdag 4 November 1921. 69e Jaargang. Schoolgeld. Bekendmaking. Kamer van Koophandel en Fabrieken Bakkeisnachtarbeid Vrij heid. 8 1 N H E N I aTd~ BUITENLAMD7 Openbare Vergadering ZEIEIIE&STIE] IBIj-A-ID. te Ter Neuzen. op Maandag 7 November 1921, 'savonds 8 uur. H. W. R. KRAMER, Voorzitter. N. J. HARTE, Secretaris. ingiet. Verstaat echter zoo'n leermeester niet, dat zijn werk niet is: inpompen en naar een bepaald model kneeden en bakken, doch: opvoeden tot vrijheid, dan zal spoedig of in ieder geval reeds na verloop van en- kele jaren blijken, hoe deze „opvoeder"(?) niet heeft opgevoed doch slechts „gedres- seerd". Zijn leerling blijft in alles van hem afhankelijk, hij heeft zijn pupil niet opge voed tot vrijheid. Uit deze weinige voorbeelden, die gemak- kelijk met tientallen andere zouden kunnen worden vermeerderd, blijkt nu wel at- doende: welk een groot goed en hoou voor- recht de vrijheid is. Gij kunt bedenken en noemen alles wat u nu maar vbor den geest komt, zonder vrijheid is uat alles niets waard of bereikt het althans zeker niet zijn besie ontplooiing. Vrijheid is het hoogste goed. 'U f! De Burgemeester van Hoek maakt be kend, dat ter gemeente- secretarie ter inzage ligt een aanvraag van M. M. ROBIJN, J. ROBIJN, H. J. OTTERLOO en C. BLOK om vergunning tot het verrichten van bakkersarbeid tusschen 8 uur des namiddags en 6 uur des voormiddags, in het perceel resp. Ano. 298, 44, 221 en 109. Op Dinsdag 29 November a.s., des voor middags tien uur, zal in het raadhuis ge- legenheid bestaan om ten overstaan van den Burgemeester bezwaren tegen de aanvraag in te brengen. Daarbij worden zoowel de aanvrager als zij, die bezwaren inbrengen, in de gelegen- heid gesteld zich naar aanleiding van de bezwaren mondeling en schriftelijk te verklaren. Zoowel de aanvrager als zij, die bezwaren inbrengen, kunnen gedurende acht dagen voor het bovengemelde tijdstip, ter secretarie rfier gemeente, van de ter zake ingekomen schrifturen kennis nemen. Hoek, 31 October 1921. De Burgemeester voornoemd, A. WOLFERT. Wij zullen ons ook bij het behandelen van dit onderwerp moeten wachten voor het ge- vaar van het vervallen in uitersten en voor overdrijven, maar toch gelooven wij wel, dat zonder kans op standhoudenden tegen- stand kan worden beweerd, dat vrijheid het hoogste goed is. Noem maar of neem maar gerust wat gij ook wilt, het mag nog zoo kostelijk wezen en nog zoo begeerlijk; het mag nog zoo zeldzaam wezen en nog zoo den tijd verdurend, als het niet leidt tot of gepaard gaat of gaan kan met vrijheid, dan is het daarmee verklaard tot iets van minder waardij, ja: veroordeeld. Dan is het toch niet dat, wat het schijnt, en dan valt het tegen op den duur. Wilt gij voorbeel den? Neem dan bijvoorbeeld een huwelijk, waarin de man de vrouw hartelijk liefheeft en ook andersom; zoo voor het uitwendige ontbreekt er niets aan den band tusschen deze beide menschen, en ook de verdere levensomstandigheden mogen zoo gunstig zijn als men ze zich maar weet te denken of te droomen. Toch wanneer deze beicle echtgenooten elkander niet vrijlaten bij tij- den, en elkander niet zooals het dan wel eens heel teekenend genoemd wordt:) de „noodige vrijheid" gunnen, zal op den duur wel aan den dag treden, dat hun geluk tocn niet zoo groot is als eerst wel het ge val scheen te zijn, ja zelfs zullen zij later elkander in den weg blijken te staan. Of de een blijft overheerschen en dan is des anderen of der andere vrijheid zoek; of tie een onttrekt zich aan de overheersching, en dan is de ander ontevreden. Of wil men een ander voorbeeld: Daar zijn ouders, die hun kinderen opvoeden en ze aan den toom willen blijven houden. Ook als die kinderen straks werkelijk groot zijn zij vinden het zichzelf tegenwoordig veel te gauw willen zij hen blijven overheer schen en besturen; er is niets in het huis- houden waar de moeder zich niet mede be- moeit of er gaat niets belangrijks om in zijn zaak of betrekking, waar zijn vader niet een woordje in tracht mee te spreken zulke ouders berokkenen zichzelf en hun kinderen haast oneindige last, zij hebben nog niet verstaan, hoe voor ieder schepsel vrijheid is het hoogste goed; zij willen echter wel voor zichzelf in te ruime mate bezitten, wat zij hun kroost niet gunnen. Of er is een leermeester op een of ander terrein, die een ijverig en volgzaam en leer- gierig leerling geheel vormt naar zijn ideeen en hem dus zijn denkbeelden en methoden Maar evenzeer staat vast, dat vrijheid het allergevaarlijkste bezit is wat zich den ken laat. Dit is trouwens niet alleen met vrijheid het geval, neen, wij kunnen gerust beweren: er is niets goeds en groots, waar- van niet op een of andere wijze niisbruik kan worden gemaakt (en als wij dit schrij- ven, bedoelen wij niet maar een te veelvuldig gebruik, doch evemseer en vooral: een ver- keerd gebruik). Misschien is er wel geen gevaarlijker bezit dan vrijheid. Vrijheid kan een zeer noodlottig wapen worden in de handen van jongere of oudere personen, die er niet mee weten om te gaan. Het bederf van het beste is stellig ook hier het slecht- ste. Ongetwijfeld zal het wel eeq weinig afhangen van onzen persoonlijken aanleg, doch wij kunnen ons voorstellen, dat, als het er op aan komt, de meeste menschen toch nog wanneer zij tenminste de mis- bruiken eens goed leerden kennen de voorkeur zouden geven aan gemis van vrij heid dan aan te groote mate daarvan. Wij beleven tegenwoordig een bandeloo- zen tijd, en tegelijk een tijd waarin vrijheid in zeer sterke mate wordt genoten. Alom wordt geklaagd over bandeloosheid, niet alleen bij de jeugd en bij de opgroeiende jongelingschap, doch ook bij zeer veel oude- ren van dagen. Velen weten geen maat en geen perken noch grenzen. Zij schijnen niet meer te bedenken, wat de oude Romeinen al wisten, die zeiden, dat er tenslotte ook nog grenzen zijn. Van eenige grens, welke niet zonder gevaar kan worden overschreden, willen zeer velen niet meer hooren. Zij schijnen losgebroken, zij gaan er vandoor. Zij leven een leven als jonge, pas aankomen- de studenten, die echter toch altijd door allerlei omstandigheden zich straks weer zagen tegengehouden, en wier percentage „in den goeden ouden tijd" niet zoo groot was. En nu mag tot recht verstand en als verzachtende omstandigheid wel worden ingebracht, dat zij ook zoolang zijn vast- gehouden en niet zeiden ten onrechte zich allerlei beperkingen hebben moeten ge- troosten. Het is waar, en mag dan ook nim- mer door ons worden ontkend: Er wordt nu door velen en op allerlei terrein schade ingehaald, die vroeger is geleden en het blijkt toch wel, dat allerlei sociale verbete- ringen, die vroeger maar nooit heetten te kunnen worden aangebracht, zonder merk- baren hinder nu toch wel kunnen worden in- gevoerd en dat nog wel in onzen abnormalen tijd; maar ook al erkennen wij dit alles gaarne en grit, dat neemt toch niet weg, dat een waarschuwend woord, om de vrij heid niet te misbruiken, toch wel op zijn plaats mag heeten. Er zijn nu eenmaal verhoudingen, die niet dan met groote schade zouden worden ge- kwetst of weggenomen. Gezag zal er moeten blijven; leiding zal er moeten worden ge- geven; gelijkheid van alien mag tot op ze- kere hoogte niet alleen worden geeischt maar ook toegestaan, maar dan toch alleen ten aanzien van sommige punten; gelijk zijn alien nu eenmaal niet en gelijkgemaakt kun nen zij ook niet worden. Het was een zeer verstandig woord, toen iemand zei, dat de hoogste vrijheid tevens is de sterkste gebondenheid, maar wij zou den het ook kunnen omkeeren en voorop kunnen plaatsen, dat men gebonden moet wezen om waarlijk vrij te kunnen heeten. Hoe verschillend men ook over Jezus' per- soon en werk moge denken, Hij heeft toch stellig de menschen vrij willen maken, ja hef onomwonden verklaard: „Indien de Zoon zal u vrijgemaakt hebben, zoo zult gij waarlijk vrij zijn", doch Hij heeft hen alien tevens in zeer bizondere mate aan Zijn per- soon gebonden en het aldus bevestigd en bewezen, wat wij hierboven beweerden: dat gebondenheid en vrijheid elkander niet uit- sluiten maar elkander integendeel onder- steunen, vereischen en dus insluiten. Vrijheid, die het zonder eenigen band, zonder eenige verplichting, zonder eischen en verordeningen doen wil, ontaardt stellig en steeds in losbandigheid, in rui'ne en chaos. En gebondenheid, die geen vrijheid heeft als doel en ideaal, is voor ons men schen vernederend, deprimeerend, en wordt dus terecht gevreesd en ontloopen. Maar vrijheid, die met gebondenheid durft begin- nen, gebondenheid niet aan willekeurige en door menschelijke gemakzuchtof heersch- zucht ingegeven regels en verordeningen, doch gebondenheid en onderworpenheid aan eischen, die ons geweten ons bevestigt ats te zijn goed en recht zulke vrijheid leidt tot rust en orde en welvaart en hooger levensplan, in 'tkort: tor verbetering van toestanden, van karakters en bedoelingen. En gebondenheid, die op gelijkmatige, wet overdachte en goedgeregelde wijze wil bren gen tot zelfstandigheid, zulke gebondenheid is tenslotte het allerbeste, meest veilige en meest zekere middel om te komen en te brengen tot vrijheid. Mogen wij het nog eens met andere woor- den zeggen, in de troop, dat wij zoodoende volkomen duidelijk zijn: Wie vrij wil wor den, moet niet beginnen met vrij te willen zijn. In een samengesteld leven als het leven onzer maatschappij, is een willen beginnen met vrij te zijn eenvoudig een misdadig ont- kennen van de rechten der anderen. Niemand onzer heeft het recht alleen voor zichzelf te leven. Wij zijn geen Robinson Crusoe's op een overigens onbewoon l eiland. Wij heb- ben ook met en voor anueren te leven. En een dergelijke samenleving stelt eischen en legt verplichtingen op, beperkt ook in niet geringe mate onze vrijheid, vraagt van ons j offers en zelfverloochening. Wie met vrij- heid wil beginnen, eindigt met gebonden- heid. Vrijheid is het hoogste goed. Wij doen j daar niets van at. Maar juist omdat vrijheid het hoogste goed is, denke niemand, haar met een vloek en zucht te kunnen verkrijgen. j Vrijheid eischt men niet en vrijheid maakt men maar niet in een of twee dagen. Vrijheid is een vrucht, die langzaam rijpt aan den i levensboom. Men late zich niet bedriegen: Wat als vrijheid aan den man wordt ge- bracht, is in werkelijkheid ge£n vrijheid. En de luidkeelsche reclame misleide toch vooral niemand onzer! Vrijheid is iets heel mools j en iets heel groots en iets heel kostbaars kenis daarvan niet onderschat worden." Op de vraag, of Belgie in verband met zijn inzichten over het defensief Westelijk bloc zich daarbij ook de toetreding voor- stelde van Nederland, antwoordde de heer Carton de Wiart. Dat is nog geen drin- gende kwestie, alhoewel er toch aan ge- dacht moet wordenk dat naar ik meen, beide landen duidelijk solidair zijn; want als de onafhankelijkheid van een der beide landen werkelijk niocht aangetast zijn, dan zou het andere land een dergelijken slag niet overleven. Trouwens uit de verkiaring, weike Lich- nowsky bij het uitbreken van den oorlog te Londen heeft gedaan,, blijkt, dat zelfs de Duitschers die solidaire eventualiteit duidelijk hadden begrepen. Verder mogen wij niet uit het oog ver- liezen de onthullingen over het invalsplan- Schlieffen. En gesteld nog, dat deze ont hullingen onjuist zijn,, het blijft er niet minder vaststaand om dat de aanval uit het Oosten zich meer en meer naar het Noorden verplaatst. Als nu het ongeluk wil, dat het Duitsche imperialisme zich ooit opnieuw in agres- sieven vorm mocht uiten, dan zijn er ern- stige redenen om te gelooven,,dat de Duit sche aanval zich niet meer over Luik, doch over Maastricht of Venlo zal voor- doen. Vervolgens vroeg de redacteur den pre mier, wat hij met de eerste zinsnede be- doelde van zijn verkiaring: „Ik wensch, INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN- ren weg en zeker niet en nooit zonder vee inspanning. De vrije mensch is de ware mensch. Maar vrijheid heeft alleen hij, die zich vrijwillig bond en binden liet, niet aan minwaardige machten of gezagvoerders, doch aan die macht, die ons leven mag, ja moet beheerschen. Wie zoo vrij is,, die alleen is: waarlijk vrij. TWEEDE KAMER. Vergadering van Woensdag. Na de beeediging van het nieuwe lid, den heer Suring, vraagt de heer Van Za- delhoff (s.-d.) verloj tot het houden van een interpellate over de behandeling van dienstweigeraars. Morgen zal op dit verzoek worden beslist. De heer Van den Tempel krijgt verlof tot zijn interpellate over de werkloosheid. Deze zal op een nader te bepalen dag plaats hebben. De behandeling van de Grondwetsher- ziening wordt voortgezet: .Meiuffrouw Groeneweg (s.-d.) ;bestrijdt het amendement van den Vrijheidsbond inzake volledige gelijkstelling van man en vrouw. Het is een programmapunt en geen praktisch voorstel. Het is. meent spr., overbodig, omdat de Grondwet zich niet in dezen zin uitspreeki;, dat man eh i vrouw geen gelijke rechten hebben. Vergadering van Donderdag. De heer Hugenholtz (s.-d.) vraagt verlof i tot het houden van een interpellate over de veiligheid van het personeel van het loods- en reddingswezen en het lot van hun nagelaten betrekkingen. Op het ver- zoek zal morgen worden beslist. De interpellate van den heer Zadelhoff j over de behandeling van de dienstweige- raars wordt toegestaan en zal worden ge- i houden op een nader te bepalen dag. Een aantal kleine wetsontwerpen wordt aangenomen zonder discussie of stemming. De heer Troelstra (s.-d.) licht een amen dement toe om bij ontsfentinis van den bevoegden troonopvolger het volk door een referendum te laten beslissen over de vraag: nieuwe dynastie of republiek. DE ARBEIDSWET. Men meldt aan de „'Msb.", dat de Mi nister van Arbeid een commissie naar Duitschland wenscht te zenden, teneinde aldaar het werken in de industrie na te gaan, betreffende de arbeidswet. Den vakcentralen is verzocht een vertegenwoor- diger aan te wijzen. NEDERLAND—BELGIE. Interview met den Belgischen premier. De Brusselsche redacteur van de „Maas- bode" heeft met den Beigischen Minister President, den heer Carton de Wiart, een onderhoud gehad naar aanleding van de verkiaring, welke hij in zijn te Brussel uitgesproken verkiezingsrede over de Ne- deriandsch-Belgische betrekkingen aflegde. „lk heb", zoo zeide de Belgische pre mier, steeds verklaard en ik herhaal het nog, dat ik een groot voorstander ben van een nauwere relatie voor economische be- langen tusschen Nederland en Belgie. Die twee landen vullen elkaar door hun handel en hun industrie op bijzondere wijze aan. Ik ben gelukkig, in dit verband te mogen constateeren, dat onze wederzijdsche han- delsrelaties vooral in den laatsten tijd op Maar dit rnooie, groote en kostbare en zeld- wanneer de besprekingen over onze ri- zame verkrijgen wij niet dan langs een zwa- j vieren en kakalei^ welke twee jaar ge- -v -.j. |e(jen wer(jen begonnen, zullen hervat zijn. men er aan toe zal kunnen komen, tezamen in voile oprechtheid en loyauteit de even- tualiteiten te onderzoeken, waarin beider lot duidelijk solidair is", of de premier zich deze hervatting der besprekingen voor- stelt te moeten beginnen aan het punt, waar zij door het incident der Wieungen werden afgebroken, n.l. bij het onderteeke- nen van het gezamenlijk tusschen de Bel- gesche en de Nederlandsche onderhande- laars te Parijs geredigeerde economische accoord, of wel, dat hij van meening was, dat de onderhandelingen moeten hervat worden over den reeds overeengkomen tekst van bedoeld traktaat, m.a.w. of hij het te Parijs tot stand gebrachte werk als aangenomen of als ongedaan beschouwt. De heer Carton de Wiart antwoordde hier op: „lk zou liefst niet meer toevoegen aan de verkiaring, welke ik betreffende dit punt in mijn rede heb gedaan, omdat ik ervan overtuigd ben, dat zij niet aan dui- delijkheid te wenschen overlaat. Een zaak is zeker: wij mogen de kwestie niet hangende laten en de besprekingen betreffende de waterwegen en de kanalen moeten hervat worden". Duitsche spionnage in Limburg Het is wel teekenend, dat, waar een invloedrijk man als de heer Carton de Wiart zijn beste krachten inspant„ om de betrekkingen tusschen Nederland en Bel gie zoo uitnemend mogelijk te doen wor den, er kleine politieke geesten aan het werk zijn, wier eenige lust en leven is, te stoken, en de onderlinge verstandhouding daardoor op roekelooze wijze te vertroebe- len. Zoo laat het beruchte annexionistische Brusselsche blad „Politique" zich thans weder uit Maastricht melden„ dat, vooral den laatsten tijd, leden, van een echten Duitschen generalen staf" —die zijn cen trum te Arnhem gevestigd heeft, doch dik- wijls te Valkenburg vergadeirt, i bijzonder druk aan het inspecteeren zijn op de wegen, die in „afgestaan Limburg" be- langrijke verbindingspunten kunnen wor den voor het Belgische bezettingsleger. Deze generale staf bevat o.m. luitenant von Ravei>, uit Bemershaven, dragende den valschen naam van Georg Hiller, vrij- heer von der Reche von der Horn (alias Emile Schubert) en Franz Rideman, die eigenlijk vrijheer von Oppenheim is. De verbinding tusschen deze officieren en Patt (een der chefs van den Heimatdiensb in Duitschland) wordt verzekerd door een zekeren Falkhoff, die reeds sedert Mei 1919 in de streek woont. De Nederlandsche Regeering, vervolgt het blaadje, wacht er zich wel voor, deze personen in hun werk te storen. Evenmin wil zij 'n onderzoek instellen naar 't doel van het vliegkamp, dat de Duitschers te Vaals hebben ingericht in den hoek, die gevormd wordt door de Belgische en Duit sche grenzen en op de verienging van den kam van Ronheide. Dat vliegveld belioort gedeeltelijk aan de erven van den divisie- generaal vrijheer von Massenbach, die en- kele weken geleden te Aken overleden is. De inhuldiging van het vliegkamp zal eerstdaags plaats hebben en zal bijge; woond worden door den „Hollandsch- Duitschen" uitvinder Fokker. Enkelen tijd geleden werd ook een vlieg kamp ingericht aan de monding van de Schelde. De „Politique" zal haar jonthullingen" voorloopig hieroij laten, evenwel niet zon- der aan de Belgische regeering gevraagd bijzonder gunstige wqze zijn toegenomen. hehben, of zij deze feiten kent en er Sprekende over de pasage in zijn rede, waarin de delicate kwestie der defensieve verbonden werd aangeraakf, zeide de pre mier: „Wij hebben steeds gewenscht, met Engeland te komen tot een defensief ver- bond in den geest van het Fransch-Beigisch militair accoord. Engeland heeft ons de verzekering gegeven, dat, wanneer Blgie ooit opnieuw mocht worden aangevailen. zijn houding te onzen opzichte dezelfde zal zijn als in 1914. Al heeft een dergelijke toezegging nu geen rechtstreeksche ma*e- rieeie waarde, toch mag de moreele betee- Holland op gewezen heeft, dat door zich te leenen aan een schending van het trac- taat van Versailles, en door, na den eco- nomischen ook den militairen i'nvloed van Duitschland in Limburg te laten doordrin- geq, dit land een nieuwe onvriendelijke daad bedrijft ten opzichte van Belgie. DE TOESTAND. De mark stond Woensdag op om en bij de anderhalve cent Hollandsch. Het is be- grijpelijk, schrijft de N. R. Crt., dat, door moordende concurrence bedreigde, in- dustrieen in wanhoop om sluiting van tie grens of prohibitieve invoerrechten tegen Duitsche fabrikaten roepen, maar het is zeer twijfelachtig, of de algemeene econo mische toestand daardoor zou verbeteren. De ervaring in economische aangelegen- heden, gedurende den oorlog en daarna op- gedaan, heeft totnogtoe geleerd. dat een al te geweldadige inmenging van den staat in het ingewikkelde mechanisme van ruilver- keer, productie en distributie het beoogde effect mist en, in plaats van bestaande, nieuwe wantoestanden schept. Het is er- mee als met een elastieken bal, die zijn veerkracht kwijt is, en waaruit men den deuk wel op een plaats kan wegmaken, maar met de zekerheid, dat hij zich daarna op een andere vertoont. Zij die den invoer uit lan den met goedkoope werkkracht willen be- perken, beroepen zich op het voorbeeld van Zwitserland, dat tot een drastische beper- king van den invoer is overgegaan, zonder echter de uitkomsten van dat stelsel te noe men en die zijn juist, volgens een overzicht dat de Geneefsche correspondent vah den Westminster Gazette geeft, jammerlijk. Re- geeringen tot die dergelijke maatregelen mochten willen overgaan, mogen er zich aan spiegelen. Een Duitsche schoenmaker is goed betaald met 70 mark daags, maar die 70 mark staan in Zwitserland gelijk met 2 frs. Een Zwitsersche schoenmaker verdient 15 frs. daags of meer. In vergelijking met Oostenrijk, een anderen buurman van Zwit serland, is de verhouding nog ongunstiger. De Zwitsersche regeering nam nu den maatregel om veel hoogere invoerrechten te lfeg^en op vreemde goederen van zeer vele categorieen en den invoer van andere tot een bepaalde hoeveelheid te beperken. Het ge- volg is geweest, dat een toestand, die reeds moeielijk was, er nog moeielijker door is geworden. De hooge levensstandaard werd er met geweld door gehandhaafd en inplaats, dat de werkloosheid afnam, is zij toegenomen, want de uitvoernijverheid kon, bij dien hoo- gen levensstandaard en de dalende valuta in andere industrieele landen, op de wereld- markt steeds moeielijker concurreeren. Dien- tengevolge is de Zwitsersche uitvoer in het eerste half jaar van 1921 voor de elf voor- naamste industrieen met bijkans 50 pCt. verminderd, namelijk van 1.237.500.000 frs. in JanuariJuli 1920 tot 632.400.000 frs. in JanuariJuli 1921. De nieuwe hooge invoer rechten troffen 126 artikelen, meerendeels dagelijksche verbruiksartikelen. Het invoer- recht op wollen mannekieeren steeg b.v. van 40 tot 400 frs. per 50 K. G., voor katoenen goederen in sommige gevallen tot 300 frs. Zelfs levensmiddelen, die Zwitserland niet genoeg heeft, werden getroffen, vruchten en andere dingen die het niet kan produceeren, moesten het ontgelden. Toch is de uitkomst voor de schatkist niet veelbelovend geweest, ook omdat een groot aantal Zwitsersche zaken naar de overzijde van de grens wer den overgebracht waar de werkkracht goed- kooper en de belasting minder drukkend is. De Zwitsersche regeering heeft nu pas 86 millioen frs. beschikbaar moeten stellen voor subsidieering van industrieeen, wegens werkloosheid, gebrek aan uitvoer enz. Zelfs in de uurwerknijverheid, die men tegen bui- tenlandsche medewerking bestand achtte, zijn 35.000 werkloozen, en het geheele getal van hen bedraagt op een bevolking van 3.880.000 zielen 140.000. Het gevolg is, dat op het oogenblik de voornaamste Zwitsersche bladen uit-den- weg-ruiming van den tariefslagboom vra- gen en de klachten over het dure leven niet van de lucht at zijn. Een groot Zwitserscn fabrikant, die het van uitvoer moet hebben, verklaarde tot den correspondent van de Westminster Gazette: „Verwijder de slag- boomen aan de grens en laat er tusschen volken van alle nationaliteit vrije handel zijn. Indien gij die siagboomen wegneemt, komt er misschien in enkele bedrijven een paar maanden een schijnbare crisis, maar nader- hand zal men zien, dat de toestand zicii vanzelf herstelt. Alleintemationaleconferen- ties die gehouden worden om den wissei- koers te regelen enz. zijn onzin. Alles wat de j regeeringen nu doen is, dat zij siagboomen tusschen de naties maken, en zelfs tusschen individuen, die leden van dezelfde gemeen- schap zijn." Men zal misschien de tegenwerping ma ken, dat deze fabrikant zoo sprak, omdat j hij als export-fabrikant bij een daling van den levensstandaard belang had. Maar j wanneer de elf groote Zwitsersche exporr- industrieen kwijnen, wordt's lands welvaart aangetast en vermindert even goed de alge meene koopkracht voor de artikelen van de nijverheid, die voor het binnenland gerrodu- ceerd worden. Vermoedelijk heeft de boven- aangehaalde Zwitsersche fabrikant ook ge lijk met er den nadruk op te D-gen, e Burgemeester en Wethouders brengen ter kennis dat het kohier No. 2 van het schoolgeld voor het lager onderwijs in deze gemeente over het tijdvak 1 Mei tot en met 31 Augustus 1921, in afschrift gedurende vijf maanden op de secretarie dezer gemeente, voor een ieder ter lezing is nedergelegd_ Ter Neuzen, den 2 November 1921. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA. Burgemeester. B. I. ZONNEVMLLE, Secretaris De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat de Landweerverlofgangers der lichting 1921, buane zakboekjes kunnen afhalen op de bodekamer •p elken werkdag van 912 uur. Ter Neuzen, den 3 November 1921, De Burgmeester voornoemd, J. HUIZINGA. *4 i niet in den schouwburg en andere openbare lokalen, waardoor U het genoegen I van U zelf en anderen ver- stoort. Verhelpt dit door een Lakerol- Pastille in den mond te stoppen. Overal verkrijgbaar a Fl. 0.50 per doos. 22.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 1