ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN.
No. 7219
Vrijdag 4 November 1921.
69e Jaargang.
Schoolgeld.
Bekendmaking.
Kamer van Koophandel en Fabrieken
Bakkeisnachtarbeid
Vrij heid.
8 1 N H E N I aTd~
BUITENLAMD7
Openbare Vergadering
ZEIEIIE&STIE] IBIj-A-ID.
te Ter Neuzen.
op Maandag 7 November 1921, 'savonds
8 uur.
H. W. R. KRAMER, Voorzitter.
N. J. HARTE, Secretaris.
ingiet. Verstaat echter zoo'n leermeester
niet, dat zijn werk niet is: inpompen en naar
een bepaald model kneeden en bakken,
doch: opvoeden tot vrijheid, dan zal spoedig
of in ieder geval reeds na verloop van en-
kele jaren blijken, hoe deze „opvoeder"(?)
niet heeft opgevoed doch slechts „gedres-
seerd". Zijn leerling blijft in alles van hem
afhankelijk, hij heeft zijn pupil niet opge
voed tot vrijheid.
Uit deze weinige voorbeelden, die gemak-
kelijk met tientallen andere zouden kunnen
worden vermeerderd, blijkt nu wel at-
doende: welk een groot goed en hoou voor-
recht de vrijheid is. Gij kunt bedenken en
noemen alles wat u nu maar vbor den geest
komt, zonder vrijheid is uat alles niets waard
of bereikt het althans zeker niet zijn besie
ontplooiing. Vrijheid is het hoogste goed.
'U f!
De Burgemeester van Hoek maakt be
kend, dat ter gemeente- secretarie ter inzage
ligt een aanvraag van M. M. ROBIJN,
J. ROBIJN, H. J. OTTERLOO en C. BLOK
om vergunning tot het verrichten van
bakkersarbeid tusschen 8 uur des namiddags
en 6 uur des voormiddags, in het perceel
resp. Ano. 298, 44, 221 en 109.
Op Dinsdag 29 November a.s., des voor
middags tien uur, zal in het raadhuis ge-
legenheid bestaan om ten overstaan van
den Burgemeester bezwaren tegen de
aanvraag in te brengen.
Daarbij worden zoowel de aanvrager als
zij, die bezwaren inbrengen, in de gelegen-
heid gesteld zich naar aanleiding van de
bezwaren mondeling en schriftelijk te
verklaren.
Zoowel de aanvrager als zij, die bezwaren
inbrengen, kunnen gedurende acht dagen
voor het bovengemelde tijdstip, ter secretarie
rfier gemeente, van de ter zake ingekomen
schrifturen kennis nemen.
Hoek, 31 October 1921.
De Burgemeester voornoemd,
A. WOLFERT.
Wij zullen ons ook bij het behandelen van
dit onderwerp moeten wachten voor het ge-
vaar van het vervallen in uitersten en voor
overdrijven, maar toch gelooven wij wel,
dat zonder kans op standhoudenden tegen-
stand kan worden beweerd, dat vrijheid het
hoogste goed is. Noem maar of neem maar
gerust wat gij ook wilt, het mag nog zoo
kostelijk wezen en nog zoo begeerlijk; het
mag nog zoo zeldzaam wezen en nog zoo
den tijd verdurend, als het niet leidt tot
of gepaard gaat of gaan kan met vrijheid,
dan is het daarmee verklaard tot iets van
minder waardij, ja: veroordeeld. Dan is het
toch niet dat, wat het schijnt, en dan valt
het tegen op den duur. Wilt gij voorbeel
den? Neem dan bijvoorbeeld een huwelijk,
waarin de man de vrouw hartelijk liefheeft
en ook andersom; zoo voor het uitwendige
ontbreekt er niets aan den band tusschen
deze beide menschen, en ook de verdere
levensomstandigheden mogen zoo gunstig
zijn als men ze zich maar weet te denken
of te droomen. Toch wanneer deze beicle
echtgenooten elkander niet vrijlaten bij tij-
den, en elkander niet zooals het dan wel
eens heel teekenend genoemd wordt:) de
„noodige vrijheid" gunnen, zal op den duur
wel aan den dag treden, dat hun geluk tocn
niet zoo groot is als eerst wel het ge
val scheen te zijn, ja zelfs zullen zij later
elkander in den weg blijken te staan. Of
de een blijft overheerschen en dan is des
anderen of der andere vrijheid zoek; of tie
een onttrekt zich aan de overheersching, en
dan is de ander ontevreden.
Of wil men een ander voorbeeld: Daar
zijn ouders, die hun kinderen opvoeden en
ze aan den toom willen blijven houden. Ook
als die kinderen straks werkelijk groot zijn
zij vinden het zichzelf tegenwoordig veel
te gauw willen zij hen blijven overheer
schen en besturen; er is niets in het huis-
houden waar de moeder zich niet mede be-
moeit of er gaat niets belangrijks om in zijn
zaak of betrekking, waar zijn vader niet een
woordje in tracht mee te spreken zulke
ouders berokkenen zichzelf en hun kinderen
haast oneindige last, zij hebben nog niet
verstaan, hoe voor ieder schepsel vrijheid is
het hoogste goed; zij willen echter wel voor
zichzelf in te ruime mate bezitten, wat zij
hun kroost niet gunnen.
Of er is een leermeester op een of ander
terrein, die een ijverig en volgzaam en leer-
gierig leerling geheel vormt naar zijn ideeen
en hem dus zijn denkbeelden en methoden
Maar evenzeer staat vast, dat vrijheid
het allergevaarlijkste bezit is wat zich den
ken laat. Dit is trouwens niet alleen met
vrijheid het geval, neen, wij kunnen gerust
beweren: er is niets goeds en groots, waar-
van niet op een of andere wijze niisbruik
kan worden gemaakt (en als wij dit schrij-
ven, bedoelen wij niet maar een te veelvuldig
gebruik, doch evemseer en vooral: een ver-
keerd gebruik). Misschien is er wel geen
gevaarlijker bezit dan vrijheid. Vrijheid kan
een zeer noodlottig wapen worden in de
handen van jongere of oudere personen, die
er niet mee weten om te gaan. Het bederf
van het beste is stellig ook hier het slecht-
ste. Ongetwijfeld zal het wel eeq weinig
afhangen van onzen persoonlijken aanleg,
doch wij kunnen ons voorstellen, dat, als
het er op aan komt, de meeste menschen
toch nog wanneer zij tenminste de mis-
bruiken eens goed leerden kennen de
voorkeur zouden geven aan gemis van vrij
heid dan aan te groote mate daarvan.
Wij beleven tegenwoordig een bandeloo-
zen tijd, en tegelijk een tijd waarin vrijheid
in zeer sterke mate wordt genoten. Alom
wordt geklaagd over bandeloosheid, niet
alleen bij de jeugd en bij de opgroeiende
jongelingschap, doch ook bij zeer veel oude-
ren van dagen. Velen weten geen maat en
geen perken noch grenzen. Zij schijnen niet
meer te bedenken, wat de oude Romeinen al
wisten, die zeiden, dat er tenslotte ook nog
grenzen zijn. Van eenige grens, welke niet
zonder gevaar kan worden overschreden,
willen zeer velen niet meer hooren. Zij
schijnen losgebroken, zij gaan er vandoor.
Zij leven een leven als jonge, pas aankomen-
de studenten, die echter toch altijd door
allerlei omstandigheden zich straks weer
zagen tegengehouden, en wier percentage
„in den goeden ouden tijd" niet zoo groot
was. En nu mag tot recht verstand en als
verzachtende omstandigheid wel worden
ingebracht, dat zij ook zoolang zijn vast-
gehouden en niet zeiden ten onrechte zich
allerlei beperkingen hebben moeten ge-
troosten. Het is waar, en mag dan ook nim-
mer door ons worden ontkend: Er wordt
nu door velen en op allerlei terrein schade
ingehaald, die vroeger is geleden en het
blijkt toch wel, dat allerlei sociale verbete-
ringen, die vroeger maar nooit heetten te
kunnen worden aangebracht, zonder merk-
baren hinder nu toch wel kunnen worden in-
gevoerd en dat nog wel in onzen abnormalen
tijd; maar ook al erkennen wij dit alles
gaarne en grit, dat neemt toch niet weg,
dat een waarschuwend woord, om de vrij
heid niet te misbruiken, toch wel op zijn
plaats mag heeten.
Er zijn nu eenmaal verhoudingen, die niet
dan met groote schade zouden worden ge-
kwetst of weggenomen. Gezag zal er moeten
blijven; leiding zal er moeten worden ge-
geven; gelijkheid van alien mag tot op ze-
kere hoogte niet alleen worden geeischt
maar ook toegestaan, maar dan toch alleen
ten aanzien van sommige punten; gelijk zijn
alien nu eenmaal niet en gelijkgemaakt kun
nen zij ook niet worden.
Het was een zeer verstandig woord, toen
iemand zei, dat de hoogste vrijheid tevens
is de sterkste gebondenheid, maar wij zou
den het ook kunnen omkeeren en voorop
kunnen plaatsen, dat men gebonden moet
wezen om waarlijk vrij te kunnen heeten.
Hoe verschillend men ook over Jezus' per-
soon en werk moge denken, Hij heeft toch
stellig de menschen vrij willen maken, ja
hef onomwonden verklaard: „Indien de
Zoon zal u vrijgemaakt hebben, zoo zult gij
waarlijk vrij zijn", doch Hij heeft hen alien
tevens in zeer bizondere mate aan Zijn per-
soon gebonden en het aldus bevestigd en
bewezen, wat wij hierboven beweerden: dat
gebondenheid en vrijheid elkander niet uit-
sluiten maar elkander integendeel onder-
steunen, vereischen en dus insluiten.
Vrijheid, die het zonder eenigen band,
zonder eenige verplichting, zonder eischen
en verordeningen doen wil, ontaardt stellig
en steeds in losbandigheid, in rui'ne en
chaos. En gebondenheid, die geen vrijheid
heeft als doel en ideaal, is voor ons men
schen vernederend, deprimeerend, en wordt
dus terecht gevreesd en ontloopen. Maar
vrijheid, die met gebondenheid durft begin-
nen, gebondenheid niet aan willekeurige
en door menschelijke gemakzuchtof heersch-
zucht ingegeven regels en verordeningen,
doch gebondenheid en onderworpenheid aan
eischen, die ons geweten ons bevestigt ats
te zijn goed en recht zulke vrijheid leidt
tot rust en orde en welvaart en hooger
levensplan, in 'tkort: tor verbetering van
toestanden, van karakters en bedoelingen.
En gebondenheid, die op gelijkmatige, wet
overdachte en goedgeregelde wijze wil bren
gen tot zelfstandigheid, zulke gebondenheid
is tenslotte het allerbeste, meest veilige en
meest zekere middel om te komen en te
brengen tot vrijheid.
Mogen wij het nog eens met andere woor-
den zeggen, in de troop, dat wij zoodoende
volkomen duidelijk zijn: Wie vrij wil wor
den, moet niet beginnen met vrij te willen
zijn. In een samengesteld leven als het leven
onzer maatschappij, is een willen beginnen
met vrij te zijn eenvoudig een misdadig ont-
kennen van de rechten der anderen. Niemand
onzer heeft het recht alleen voor zichzelf te
leven. Wij zijn geen Robinson Crusoe's op
een overigens onbewoon l eiland. Wij heb-
ben ook met en voor anueren te leven. En
een dergelijke samenleving stelt eischen en
legt verplichtingen op, beperkt ook in niet
geringe mate onze vrijheid, vraagt van ons j
offers en zelfverloochening. Wie met vrij-
heid wil beginnen, eindigt met gebonden-
heid.
Vrijheid is het hoogste goed. Wij doen j
daar niets van at. Maar juist omdat vrijheid
het hoogste goed is, denke niemand, haar
met een vloek en zucht te kunnen verkrijgen. j
Vrijheid eischt men niet en vrijheid maakt
men maar niet in een of twee dagen. Vrijheid
is een vrucht, die langzaam rijpt aan den i
levensboom. Men late zich niet bedriegen:
Wat als vrijheid aan den man wordt ge-
bracht, is in werkelijkheid ge£n vrijheid. En
de luidkeelsche reclame misleide toch vooral
niemand onzer! Vrijheid is iets heel mools j
en iets heel groots en iets heel kostbaars
kenis daarvan niet onderschat worden."
Op de vraag, of Belgie in verband met
zijn inzichten over het defensief Westelijk
bloc zich daarbij ook de toetreding voor-
stelde van Nederland, antwoordde de heer
Carton de Wiart. Dat is nog geen drin-
gende kwestie, alhoewel er toch aan ge-
dacht moet wordenk dat naar ik meen,
beide landen duidelijk solidair zijn; want
als de onafhankelijkheid van een der beide
landen werkelijk niocht aangetast zijn, dan
zou het andere land een dergelijken slag
niet overleven.
Trouwens uit de verkiaring, weike Lich-
nowsky bij het uitbreken van den oorlog
te Londen heeft gedaan,, blijkt, dat zelfs
de Duitschers die solidaire eventualiteit
duidelijk hadden begrepen.
Verder mogen wij niet uit het oog ver-
liezen de onthullingen over het invalsplan-
Schlieffen. En gesteld nog, dat deze ont
hullingen onjuist zijn,, het blijft er niet
minder vaststaand om dat de aanval uit
het Oosten zich meer en meer naar het
Noorden verplaatst.
Als nu het ongeluk wil, dat het Duitsche
imperialisme zich ooit opnieuw in agres-
sieven vorm mocht uiten, dan zijn er ern-
stige redenen om te gelooven,,dat de Duit
sche aanval zich niet meer over Luik,
doch over Maastricht of Venlo zal voor-
doen.
Vervolgens vroeg de redacteur den pre
mier, wat hij met de eerste zinsnede be-
doelde van zijn verkiaring: „Ik wensch,
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN-
ren weg en zeker niet en nooit zonder vee
inspanning. De vrije mensch is de ware
mensch. Maar vrijheid heeft alleen hij, die
zich vrijwillig bond en binden liet, niet aan
minwaardige machten of gezagvoerders,
doch aan die macht, die ons leven mag, ja
moet beheerschen. Wie zoo vrij is,, die alleen
is: waarlijk vrij.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Na de beeediging van het nieuwe lid,
den heer Suring, vraagt de heer Van Za-
delhoff (s.-d.) verloj tot het houden van
een interpellate over de behandeling van
dienstweigeraars. Morgen zal op dit
verzoek worden beslist.
De heer Van den Tempel krijgt verlof
tot zijn interpellate over de werkloosheid.
Deze zal op een nader te bepalen dag
plaats hebben.
De behandeling van de Grondwetsher-
ziening wordt voortgezet:
.Meiuffrouw Groeneweg (s.-d.) ;bestrijdt
het amendement van den Vrijheidsbond
inzake volledige gelijkstelling van man en
vrouw. Het is een programmapunt en
geen praktisch voorstel. Het is. meent
spr., overbodig, omdat de Grondwet zich
niet in dezen zin uitspreeki;, dat man eh i
vrouw geen gelijke rechten hebben.
Vergadering van Donderdag.
De heer Hugenholtz (s.-d.) vraagt verlof i
tot het houden van een interpellate over
de veiligheid van het personeel van het
loods- en reddingswezen en het lot van
hun nagelaten betrekkingen. Op het ver-
zoek zal morgen worden beslist.
De interpellate van den heer Zadelhoff j
over de behandeling van de dienstweige-
raars wordt toegestaan en zal worden ge- i
houden op een nader te bepalen dag.
Een aantal kleine wetsontwerpen wordt
aangenomen zonder discussie of stemming.
De heer Troelstra (s.-d.) licht een amen
dement toe om bij ontsfentinis van den
bevoegden troonopvolger het volk door
een referendum te laten beslissen over
de vraag: nieuwe dynastie of republiek.
DE ARBEIDSWET.
Men meldt aan de „'Msb.", dat de Mi
nister van Arbeid een commissie naar
Duitschland wenscht te zenden, teneinde
aldaar het werken in de industrie na te
gaan, betreffende de arbeidswet. Den
vakcentralen is verzocht een vertegenwoor-
diger aan te wijzen.
NEDERLAND—BELGIE.
Interview met den Belgischen premier.
De Brusselsche redacteur van de „Maas-
bode" heeft met den Beigischen Minister
President, den heer Carton de Wiart, een
onderhoud gehad naar aanleding van de
verkiaring, welke hij in zijn te Brussel
uitgesproken verkiezingsrede over de Ne-
deriandsch-Belgische betrekkingen aflegde.
„lk heb", zoo zeide de Belgische pre
mier, steeds verklaard en ik herhaal het
nog, dat ik een groot voorstander ben van
een nauwere relatie voor economische be-
langen tusschen Nederland en Belgie. Die
twee landen vullen elkaar door hun handel
en hun industrie op bijzondere wijze aan.
Ik ben gelukkig, in dit verband te mogen
constateeren, dat onze wederzijdsche han-
delsrelaties vooral in den laatsten tijd op
Maar dit rnooie, groote en kostbare en zeld- wanneer de besprekingen over onze ri-
zame verkrijgen wij niet dan langs een zwa- j vieren en kakalei^ welke twee jaar ge-
-v -.j. |e(jen wer(jen begonnen, zullen hervat zijn.
men er aan toe zal kunnen komen, tezamen
in voile oprechtheid en loyauteit de even-
tualiteiten te onderzoeken, waarin beider
lot duidelijk solidair is", of de premier
zich deze hervatting der besprekingen voor-
stelt te moeten beginnen aan het punt,
waar zij door het incident der Wieungen
werden afgebroken, n.l. bij het onderteeke-
nen van het gezamenlijk tusschen de Bel-
gesche en de Nederlandsche onderhande-
laars te Parijs geredigeerde economische
accoord, of wel, dat hij van meening was,
dat de onderhandelingen moeten hervat
worden over den reeds overeengkomen
tekst van bedoeld traktaat, m.a.w. of hij
het te Parijs tot stand gebrachte werk als
aangenomen of als ongedaan beschouwt.
De heer Carton de Wiart antwoordde hier
op: „lk zou liefst niet meer toevoegen aan
de verkiaring, welke ik betreffende dit
punt in mijn rede heb gedaan, omdat ik
ervan overtuigd ben, dat zij niet aan dui-
delijkheid te wenschen overlaat.
Een zaak is zeker: wij mogen de kwestie
niet hangende laten en de besprekingen
betreffende de waterwegen en de kanalen
moeten hervat worden".
Duitsche spionnage in Limburg
Het is wel teekenend, dat, waar een
invloedrijk man als de heer Carton de
Wiart zijn beste krachten inspant„ om de
betrekkingen tusschen Nederland en Bel
gie zoo uitnemend mogelijk te doen wor
den, er kleine politieke geesten aan het
werk zijn, wier eenige lust en leven is, te
stoken, en de onderlinge verstandhouding
daardoor op roekelooze wijze te vertroebe-
len.
Zoo laat het beruchte annexionistische
Brusselsche blad „Politique" zich thans
weder uit Maastricht melden„ dat, vooral
den laatsten tijd, leden, van een echten
Duitschen generalen staf" —die zijn cen
trum te Arnhem gevestigd heeft, doch dik-
wijls te Valkenburg vergadeirt, i bijzonder
druk aan het inspecteeren zijn op de
wegen, die in „afgestaan Limburg" be-
langrijke verbindingspunten kunnen wor
den voor het Belgische bezettingsleger.
Deze generale staf bevat o.m. luitenant
von Ravei>, uit Bemershaven, dragende
den valschen naam van Georg Hiller, vrij-
heer von der Reche von der Horn (alias
Emile Schubert) en Franz Rideman, die
eigenlijk vrijheer von Oppenheim is. De
verbinding tusschen deze officieren en
Patt (een der chefs van den Heimatdiensb
in Duitschland) wordt verzekerd door een
zekeren Falkhoff, die reeds sedert Mei
1919 in de streek woont.
De Nederlandsche Regeering, vervolgt
het blaadje, wacht er zich wel voor, deze
personen in hun werk te storen. Evenmin
wil zij 'n onderzoek instellen naar 't doel
van het vliegkamp, dat de Duitschers te
Vaals hebben ingericht in den hoek, die
gevormd wordt door de Belgische en Duit
sche grenzen en op de verienging van den
kam van Ronheide. Dat vliegveld belioort
gedeeltelijk aan de erven van den divisie-
generaal vrijheer von Massenbach, die en-
kele weken geleden te Aken overleden is.
De inhuldiging van het vliegkamp zal
eerstdaags plaats hebben en zal bijge;
woond worden door den „Hollandsch-
Duitschen" uitvinder Fokker.
Enkelen tijd geleden werd ook een vlieg
kamp ingericht aan de monding van de
Schelde.
De „Politique" zal haar jonthullingen"
voorloopig hieroij laten, evenwel niet zon-
der aan de Belgische regeering gevraagd
bijzonder gunstige wqze zijn toegenomen. hehben, of zij deze feiten kent en er
Sprekende over de pasage in zijn rede,
waarin de delicate kwestie der defensieve
verbonden werd aangeraakf, zeide de pre
mier: „Wij hebben steeds gewenscht, met
Engeland te komen tot een defensief ver-
bond in den geest van het Fransch-Beigisch
militair accoord. Engeland heeft ons de
verzekering gegeven, dat, wanneer Blgie
ooit opnieuw mocht worden aangevailen.
zijn houding te onzen opzichte dezelfde zal
zijn als in 1914. Al heeft een dergelijke
toezegging nu geen rechtstreeksche ma*e-
rieeie waarde, toch mag de moreele betee-
Holland op gewezen heeft, dat door zich
te leenen aan een schending van het trac-
taat van Versailles, en door, na den eco-
nomischen ook den militairen i'nvloed van
Duitschland in Limburg te laten doordrin-
geq, dit land een nieuwe onvriendelijke
daad bedrijft ten opzichte van Belgie.
DE TOESTAND.
De mark stond Woensdag op om en bij
de anderhalve cent Hollandsch. Het is be-
grijpelijk, schrijft de N. R. Crt., dat, door
moordende concurrence bedreigde, in-
dustrieen in wanhoop om sluiting van tie
grens of prohibitieve invoerrechten tegen
Duitsche fabrikaten roepen, maar het is
zeer twijfelachtig, of de algemeene econo
mische toestand daardoor zou verbeteren.
De ervaring in economische aangelegen-
heden, gedurende den oorlog en daarna op-
gedaan, heeft totnogtoe geleerd. dat een al
te geweldadige inmenging van den staat in
het ingewikkelde mechanisme van ruilver-
keer, productie en distributie het beoogde
effect mist en, in plaats van bestaande,
nieuwe wantoestanden schept. Het is er-
mee als met een elastieken bal, die zijn
veerkracht kwijt is, en waaruit men den deuk
wel op een plaats kan wegmaken, maar met
de zekerheid, dat hij zich daarna op een
andere vertoont. Zij die den invoer uit lan
den met goedkoope werkkracht willen be-
perken, beroepen zich op het voorbeeld van
Zwitserland, dat tot een drastische beper-
king van den invoer is overgegaan, zonder
echter de uitkomsten van dat stelsel te noe
men en die zijn juist, volgens een overzicht
dat de Geneefsche correspondent vah den
Westminster Gazette geeft, jammerlijk. Re-
geeringen tot die dergelijke maatregelen
mochten willen overgaan, mogen er zich
aan spiegelen. Een Duitsche schoenmaker
is goed betaald met 70 mark daags, maar die
70 mark staan in Zwitserland gelijk met 2
frs. Een Zwitsersche schoenmaker verdient
15 frs. daags of meer. In vergelijking met
Oostenrijk, een anderen buurman van Zwit
serland, is de verhouding nog ongunstiger.
De Zwitsersche regeering nam nu den
maatregel om veel hoogere invoerrechten
te lfeg^en op vreemde goederen van zeer vele
categorieen en den invoer van andere tot een
bepaalde hoeveelheid te beperken. Het ge-
volg is geweest, dat een toestand, die reeds
moeielijk was, er nog moeielijker door is
geworden.
De hooge levensstandaard werd er met
geweld door gehandhaafd en inplaats, dat
de werkloosheid afnam, is zij toegenomen,
want de uitvoernijverheid kon, bij dien hoo-
gen levensstandaard en de dalende valuta
in andere industrieele landen, op de wereld-
markt steeds moeielijker concurreeren. Dien-
tengevolge is de Zwitsersche uitvoer in het
eerste half jaar van 1921 voor de elf voor-
naamste industrieen met bijkans 50 pCt.
verminderd, namelijk van 1.237.500.000 frs.
in JanuariJuli 1920 tot 632.400.000 frs. in
JanuariJuli 1921. De nieuwe hooge invoer
rechten troffen 126 artikelen, meerendeels
dagelijksche verbruiksartikelen. Het invoer-
recht op wollen mannekieeren steeg b.v. van
40 tot 400 frs. per 50 K. G., voor katoenen
goederen in sommige gevallen tot 300 frs.
Zelfs levensmiddelen, die Zwitserland niet
genoeg heeft, werden getroffen, vruchten en
andere dingen die het niet kan produceeren,
moesten het ontgelden. Toch is de uitkomst
voor de schatkist niet veelbelovend geweest,
ook omdat een groot aantal Zwitsersche
zaken naar de overzijde van de grens wer
den overgebracht waar de werkkracht goed-
kooper en de belasting minder drukkend is.
De Zwitsersche regeering heeft nu pas 86
millioen frs. beschikbaar moeten stellen
voor subsidieering van industrieeen, wegens
werkloosheid, gebrek aan uitvoer enz. Zelfs
in de uurwerknijverheid, die men tegen bui-
tenlandsche medewerking bestand achtte,
zijn 35.000 werkloozen, en het geheele getal
van hen bedraagt op een bevolking van
3.880.000 zielen 140.000.
Het gevolg is, dat op het oogenblik de
voornaamste Zwitsersche bladen uit-den-
weg-ruiming van den tariefslagboom vra-
gen en de klachten over het dure leven niet
van de lucht at zijn. Een groot Zwitserscn
fabrikant, die het van uitvoer moet hebben,
verklaarde tot den correspondent van de
Westminster Gazette: „Verwijder de slag-
boomen aan de grens en laat er tusschen
volken van alle nationaliteit vrije handel zijn.
Indien gij die siagboomen wegneemt, komt
er misschien in enkele bedrijven een paar
maanden een schijnbare crisis, maar nader-
hand zal men zien, dat de toestand zicii
vanzelf herstelt. Alleintemationaleconferen-
ties die gehouden worden om den wissei-
koers te regelen enz. zijn onzin. Alles wat de
j regeeringen nu doen is, dat zij siagboomen
tusschen de naties maken, en zelfs tusschen
individuen, die leden van dezelfde gemeen-
schap zijn."
Men zal misschien de tegenwerping ma
ken, dat deze fabrikant zoo sprak, omdat
j hij als export-fabrikant bij een daling van
den levensstandaard belang had. Maar
j wanneer de elf groote Zwitsersche exporr-
industrieen kwijnen, wordt's lands welvaart
aangetast en vermindert even goed de alge
meene koopkracht voor de artikelen van de
nijverheid, die voor het binnenland gerrodu-
ceerd worden. Vermoedelijk heeft de boven-
aangehaalde Zwitsersche fabrikant ook ge
lijk met er den nadruk op te D-gen, e
Burgemeester en Wethouders brengen ter kennis
dat het kohier No. 2 van het schoolgeld voor het
lager onderwijs in deze gemeente over het tijdvak
1 Mei tot en met 31 Augustus 1921, in afschrift
gedurende vijf maanden op de secretarie dezer
gemeente, voor een ieder ter lezing is nedergelegd_
Ter Neuzen, den 2 November 1921.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA. Burgemeester.
B. I. ZONNEVMLLE, Secretaris
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend,
dat de Landweerverlofgangers der lichting 1921,
buane zakboekjes kunnen afhalen op de bodekamer
•p elken werkdag van 912 uur.
Ter Neuzen, den 3 November 1921,
De Burgmeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
*4
i
niet in den schouwburg en
andere openbare lokalen,
waardoor U het genoegen
I van U zelf en anderen ver-
stoort. Verhelpt dit door een Lakerol-
Pastille in den mond te stoppen. Overal
verkrijgbaar a Fl. 0.50 per doos. 22.