INGEZONDEN MEDEDEELINGEN-
De VOORZITTER verzoekt de leden over te
gaan tot het benoemen van de leerkrachten bij
het vervolgonderwjj s. Hij noodigt de heeren
De Meijer en Colsen uit met hem het stem-
bureau te vormen.
De verschillende stemmingen hebben tot uit-
slag, dat benoemd worden:
tot hoofdvan den jongens- en den meisjes-
cursus aan school A de heer C. F. Kohler met
12 stemmen;
tot onderwijzers aan den jongenscursus de
heer F. van den Broeke met 12 en P. J. Eijke
met 10 stemmen;
tot onderwijzer en onderwijzeres aan den
meisjescursus resp. de heer Van den Broeke
en mej. A. E. van der Heijden ieder met 12
stemmen;
tot hoofd (tevens belast met het geven van
onderwijs) aan den cursus aan school D te
Sluiskil de heer J. Risseeuw;
tot onderwijzer en onderwijzeres resp. de
heer N. J. Imandt en mej. J. Nijssen, alien
met 12 stemmen.
4. Verzoek van P. F. en E. M. M. Stan-
daert om aansluiting op het gemeente-
riool.
Burgemeester en wethouders, gezien het
verzoek van P. F. en E. M. M. Standaert te
Ter Neuzen, d.d. 2 Juli 1921, om vergunning
tot het leggen van een riool in gemeentegrond;
stellen den raad voor te besluiten:
a. aan P. F. en E. M. M. Standaert voor-
noemd of hunne rechtverkrij genden tot weder-
opzegging vergunning te verleenen tot het
leggen van een riool in gemeentegrond en dit
riool aan te sluiten op het gemeenteriool, ge-
legen in de Van Bovenstraat, en zulks voor den
afvoer van het spoelwater der W.-C. en van
het hemel- en huishoudwater ten behoeve van
het perceel kadastaal bekend in sectie L no.
1228, gelegen aan de Grenulaan no. 35 en wel
onder de navolgende voorwaarden:
lo. voor het leggen van het riool moet door
adressanten worden kennis gegoven aan den
gemeente-bouwmeester van het tijdstip waarop
met de werkzaamheden zal worden begonnen
onder overlegging van een door den gemeente-
ontvanger af te geven quitantie waaruit blijkt.
dat de verzoekers voor het herstellen en onder-
houden der op te breken bestrating een bedrag
van f 2,50 hebben betaald;
2o. ter erkenning van het eigendomsrecht
der gemee-nte op den grond waarin het riool
zal worden gelegd en waarvoor deze vergun
ning geldt, betalen de verzoekers of hunne
rechtverkrij genden jaarlijks voor het eerst voor
31 December 1921 eene retributie van f 1,25
ten kantore van den gemeente-ontvanger;
3o. het onderhoud van het riool komt voor
rekening van de verzoekers of van hunne recht- I
verkr ij genden
4o. de zinkput voor het riool en het riool
zelve zullen moeten aangelegd en onderhou-
den overeenkomstig de daaromtrent reeds be-
staande of nader vast te stellen politievoor-
schriften in deze gemeente;
b. te bepalen dat door de verzoekers voor
met de uitvoering van bovenbedoelde werk
zaamheden wordt aangevangen eerst een bouw-
verzoek met de noodige teekeningen en be-
schrijvingen overeenkomstig de artikelen 2, 3,
en 17 der bouwverordening aan burgemeester
en wethouders van Ter Neuzen ter goedkeu-
ring moet worden ingezonden en dat voor de
dag.eekening der bouwvergunning niet met de
uitvoering van deze werkzaamheden mag wor
den begonnen;
c. te bepalen dat deze vergunning alleen
geldig zal zijn indien zij binnen een maand na
hare dagteekening door de verzoekers bij eene
op zegel geschreven verklaring wordt aan-
vaard.
De heer GEENSEN meent, dat voor het
maken eener aansluiting van de privaatputten
een vast bedrag moet betaald worden. Dit
staat niet in de voorwaarden.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit mo
betaald worden overeenkomstig de da a
geldende verordening. Thans wordt alleen v
gunning gegeven voor het maken der aan
sluiting.
Het voorstel wordt aangenomen met alge-
meene stemmen.
5. Verzoeken om verlenging van den ter-
mijn voor het bouwen op aangekochten
gemeentegrond.
a. Burgemeester en wethouders, gezien een
verzoek van L. de Bruijne te Ter Neuzen, om
ontheffing van de hem onder no. 6 bij raads-
besluit van 31 Juli 1919, goedgekeurd door
gedeputeerde staten van Zeeland, 15 Augustus
1919, no. 33, tot verkoop van gemeentegrond,
opgelegde voorwaarde, dat „de bouw der bij
dat besluit bedoelde woning zal moeten zijn
voltooid binnen twee jaren, te rekenen van de
dagteekening van het besluit", overwegende,
dat adressant de termijn voor het bouwen der
woning gaarne met twee jaren zag verlengd
en alzoo bepaald op 31 Juli 1923;
dat de grond niet voor een speculatief doel
wordt gebruikt en verwacht mag worden, dat
dit in de naaste toekomst ook niet zal ge-
schieden;
stellen den raad voor te besluiten:
tot wijziging van het bovenvermelde raads-
besluit in dier voege, dat onder 6o. in den
tweeden regel in plaats van ,,twee" wordt ge-
lezen ,,vier".
b. Burgemeester en wethouders, gezien een
verzoek van Abr. de Koeijer te Annet (Frank-
rijk), om ontheffing van de hem onder 4o. bij
raadsbesluit van 31 Juli 1919, goedgekeurd
door gedeputeerde staten van Zeeland, 15 Au
gustus 1919, no 35, tot verkoop van gemeente
grond, opgelegde voorwaarde, dat ,,het terrein
slechts gebezigd zal mogen worden tot het
stichten daarop van eene woning, waarvan de
bouw binnen twee jaren, te rekenen van de dag
teekening van het besluit, moet zijn voltooid";
overwegende, dat adressant de termijn voor
het bouwen der woning gaarne met twee jaren
zag verlengd en alzoo bepaald op 31 Juli 1923,
dat de grond niet voor een speculatief doel
wordt gebruikt en verwacht mag worden, dat
dit in de naaste toekomst ook niet zal ge-
schieden;
stellen den raad voor te besluiten:
tot wijziging van het bovenvermelde raads
besluit in dier voege, dat onder 4o. in den
tweeden regel in plaats van „twee" wordt ge-
lezen ,,vier".
De heer VAN HASSELT verklaart geacht
te worden hier tegen te hebben gestemd.
De heer COLSEN zal er ook tegen stemmen,
hij meent, dat de belanghebbenden den grond,
als ze dien zelf niet kunnen bebouwen, dan
maar moeten verkoopen.
De heer HAMELINK vraagt of er ook een
reden kan opgegeven worden waarom adres
santen niet bouwen.
De VOORZITTER deelt mede, dat adressan
ten den grond hebben gekocht voor een niet
al te duren prijs. Vroeger werd er geen tijd
voor bebouwen bepaald, doch dit is nader ge-
schied op verlangen van gedeputeerde staten,
die wilden voorkomen, dat de grond zou ge
kocht worden voor speculatieve doeleinden. Het
is evenwel naar het hem voorkomt niet in het
belang der gemeente, om aan dien termijn van
2 jaren vast te houden. Door de duurte is het
adressanten niet mogelijk geweest tot bouwen
over te gaan.
De heer COLSEN vraagt, wat er gebeurt
als de gemeenteraad hun verzoek niet inwil-
ligt en er niet gebouwd is?
De VOORZITTER: Volgens de voorwaarden
van den koop vervalt de grond dan weer aan
de gemeente en is de koopsom verbeurd.
De heer DE RIDDER: Eerst had de raad
den termijn op 5 jaar bepaald, maar op ver
langen van gedeputeerde staten is dat terug-
gebracht tot 2 jaar. Hii zou het nogal kras
vinden, om onder de tegenwoordige omstan-
digheden vast te houden aan die twee jaar.
De heer VAN HASSELT merkt op, dat er
wel een duurderen tijd voor bouwen is geweest
j dan tegenwoordig; als men den termijn ver-
lengt is het uitsluitend een vriendelijkheid
tegen de heeren.
Het voorstel wordt aangenomen met 10
tegen 2 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van Driel, Geel-
hoedt, De Jager, Van den Ouden, Van Cad-
sand, Nolson, De Ridder, De Meijer, Hame-
link en Geensen; tegen stemmen de heeren
Van Hasselt en Colsen.
6. Aanvulling reglement Burgerlijk Arm-
bestuur.
Burgemeester en wethouders van Ter
Neuzen:
overwegende, dat de Minister van Binnen-
landsche Zaken bij schrijven van 1 Februari
1921, no. 9466, aan gedeputeerde staten de
wenschelijkheid te kennen heeft gegeven net
lere voorschriften vast te stellen in de regle-
menten van de Burgerlijke Armbesturen, be-
treffende uitbestede personen (Provinciaal
blad, no. 16 van 1921), stellen den raad voor
te besluiten:
aan art. 23 van het reglement voor het Bur
gerlijk Armbestuur toe te voegen een tweede,
een derde, een vierde en een vijfde lid, luidende
als volgt:
Ten aanzien van de lichamelijke verzorging
moet worden geeischt allereerst een behoor-
lijke slaapplaats in een afzonderlijk bed, voorts
dat algemeene reinheid in het gezin heerscht
en dat in de plaats waar de persoon uitbesteed
wordt de gelegenheid bestaat geneeskundige
verpleging te verkrijgen wanneer deze nood-
zakelijk mocht wezen.
Het gezin der pleegouders moet waarborgen,
tlat in het belang van de maatschappelijke op-
voeding van het kind een hem passend school-
onderwijs zal worden gegeven en dat voor
oudere kinderen vakonderricht en vervolgon-
denvijs kunnen worden genoten.
Het gezin moet zooveel mogelijk zijn van
dezelfde godsdienstige gezindte als waartoe
het kind of zijn ouders behooren, opdat voor de
zedelijke opvoeding een passende omgeving
wordt gevonden en de gelegenheid voor gods-
dienstonderricht verzekerd zij.
De uitbestede persoon mag wel is waar be-
zigheden verrichten, maar niet gebruikt wor
den als werkkracht die gelijk zou zijn te stel
len met een werkkracht in loondienst.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
7. Voorstel tot opheffing van den cursus
voor handels herhalingsonderwijs.
Burgemeester en wethouders, overwegen
de, dat volgens de oude wet op het lager onder
wijs (1878), de wedden der leerkrachten bij
het handelsherhalingsonderwijs in deze ge
meente, geheel door het rijk aan de gemeente
werden vergoed;
dat het handelsherhalingsonderwijs volgens
de Lager-Onderwijswet 1920, niet meer valt
onder het vervolgonderwijs en dus door het rijk
niet meer worden betaald de wedden der on-
derwijzers(essen)
dat, te beginnen in 1923, door het rijk aan
de gemeente 50 der netto-kosten kan wor
den vergoed;
dat om de bijdrage van 50 van het rijk
te kunnen ontvangen het onderwijs aan hoo-
gere eischen zal moeten voldoen;
dat het aantal leerlingen thans gering is
(voor den cursus 19201921 bedroeg het aan
tal 15) en door het stellen van hoogere eischen
nog zal verminderen;
dat dus het bedrag, dat de gemeente zal heb
ben te dragen, in verband met het aantal leer
lingen, te hoog zal worden om het onderwijs
te doen voortbestaan;
gelet op een schrijven van het hoofd van den
cursus;
stellerr voor te besluiten:
tot intrekking van het raadsbesluit van 18
Augustus 1919, gewijzigd bij dat van 9 Octo
ber 1919, regelende het herhalingsonderwijs
met in de richting van elementair handelson-
derwijs aangevuld leerplan en een daartoe
voorbereidenden cursus in de gemeente Ter
Neuzen.
De VOORZITTER dit voorstel nader toe-
lichtende geeft te kennen, dat burgemeester
en wethouders met leedwezen dit voorstel doen;
zij hadden gaarne dit onderwijs gehandhaafd,
doch de uitvoering blijkt niet mogelijk.
De heer DE RIDDER herinnert, dat was af-
gesproken, dat de klassen van jaar tot jaar
zouden worden ingericht; er waren nu zeker
al 2 klassen. Door hoeveel leerlingen werd
daarvan gebruik gemaakt?
De VOORZITTER: Door 15 in de 2 klassen.
De heer DE RIDDER moet dan erkennen,
dat het bezoek niet druk is.
De heer HAMELINK vraagt of daarvoor
van rijkswege geen vergoeding meer wordt
gegeven.
De VOORZITTER: De betaling der leer
krachten houdt op.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
8. Verzoek van de Vereeniging voor de
Christelijke bewaarsehool ora een ver-
hoogd subsidie voor 1921.
Ingekomen is een adres van het bestuur der
vereeniging voor de christelijke bewaarsehool
te Ter Neuzen, dat daarin te kennen geeft:
dat de vereeniging, teneinde te voldoen aan
het verlangen van vele ouders, nogmaals eene
poging wil doen, om hare school te heropenen;
dat zij daartoe de belanghebbenden en an-
dere vrienden der bewaarsehool wil verzoeken,
de jaarlijksche contributie te vermeerderen;
dat zij voor de mecr-gegoeden het schoolgeld
zal verhoogen;
dat zij den gemeenteraad eerbiedig verzoekt,
haar een subsidie te willen verleenen van dui-
zend g-ulden per jaar op de voorwaarden op
welke tot hiertoe vijf honderd gulden werd
genoten;
dat bij inwilliging van haar verzoek er ge*
gronde hortp bestaat, dat mej. Hageman naar
Ter Neuzen zal willen i^rugkeeren;
dat blijkens bijgaande begrooting de>rekening
nog wel met een tekort sluit, doch dat de ver
eeniging, gezien het groote belang der zaak,
het risico van dit tekort wil aanvaarden.
In de bijgevoegde begrooting wordt als ont-
vangsten geraamd:
schoolgeld per jaar, dagschool f 1600; idem
avondschool 500; subsidie f 1000; huur f 180;
contributie f 400; samen f 3080
uitgaven: salaris onderwijzeres dagschool
f 1100; idem avondschool 200; idem le help-
ster f 600; id. 2e en 3e helpster a f 200 is 400;
idem 2 meisjes a f 100 is f200; rente 204;
belasting en assurantie f 50; licht f60; brand-
stoffen 100; onderhoud /200; leermiddelen
/50; schoonhouden f 200; aflossing f 200; on-
voorziene uitgaven 100; samen f 3964.
Geraamd tekort alzoo 284.
Burgemeester en wethouders, gezien het ver
zoek der vereeniging voor de christelijke be
waarsehool te Ter Neuzen. om een verhoogde
subsidie uit de gemeentekas voor het jaar
1921;
dat thans aan de vereeniging uit de gemeen
tekas is toegekend een subsidie van f 500 per
jaar en de vereeniging verzoekt dit te verhoo
gen tot f1000;
(iat bij verhoojnig der subsidie de bewaar
sehool wederom zal kunnen worden heropend;
dat weddeverhooging van het onderwijzend
personeel door vemeerdering van het subsidie
zal kunnen geschieden;
aat door heropening der bev. aarschool het
algemeen belang zal worden gediend;
stellen voor te besluiten:
het aan de vereeniging voor de christelijke
bewaarsehool te Ter Neuzen voor 1921 toege-
kende subsidie te verhoogen tot 1000, onder
voorwaarde, dat de meerdere subsidie zal wor
den besteed voor verhooging der wedden van
het onderwijzend personeel der bewaarsehool
en zulks met ingang- van den dag, waarop dat
personeel zal in functie treden.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
9. Wijziging gemeentebegrooting, dienst
1921.
INKOMSTEN:
Bijdrage van het rijk ingevolge art. 48 Oc-
ties der wet tot regeling van het lager onder
wijs 1878 en zulks ingevolge art. 201 der wet
tot regeling van het lager onderwijs 1920
23.750,terugbetaling door de woningbouw-
vereeniging „Werkmansbelang" te Ter Neuzen
van de annulteit van de te haren behoeve ver-
leend voorschot uit's rijks kas van ten hoogste
fl99.000,voor den bouw van 42 arbeiders-
woningen 19.318,72%terugbetaimg door de
woningbouwvereeniging ,,Werkmansbelang" te
Ter Neuzen van de rente der annulteit van het
voorschot van ten hoogste f 199.000,over het
tijdvak 10 September 192010 Juli 1921
f 342,10; terugbetaling door de woningbouw
vereeniging ,,Werkmansbelang" te Ter Neuzen
van 0,1 van de bouwkosten der 42 arbeiders-
woningen voor toezicht f 198,92; bijdrage van
het rijk in de annuiteit van het voorschot van
ten hoogste f 199.000,voor den bouw van
42 arbeiderswoningen 5.228,08%; aandeel van
de gemeente in de bruto-opbrengst der elec-
trische centrale f 1200,bijdrage van het
rijk in de kosten van het doortrekken van de
Scheldekade ter bestrijding van de werkloos-
heid f 28.000,verkoop van grond aan het
R. K. kerkbestuur voor den aanleg eener be-
graafplaats 3.483,80; geldleening tot dekking
der kosten van den aanleg eener algemeene
begraafpaats van f 16.500,geldleening tot
dekking der kosten voor het doortrekken van de
Scheldekade f 60.000,geldleening tot dek
king der kosten voor het bouwen eener kop-
school met gymnastieklokalen en centrale 7de
klasse f 70.000,totaal f 228.021,63.
UITGAVEN:
Vermeerdering: Dienstreizen 300,bij
drage aan den oud-keurmeester P. J. Klaaijs-
sen f 158,kosten doortrekken Scheldekade
f 88.000,kosten van aanleg nieuwe begraaf-
plaats 16.500,—; kosten voor den bouw van
een kopschool met gymnastieklokalen en cen
trale 7e klasse f 93.750,subsidie aan de
vereeniging ,,de Ambachtsschool" te Ter Neu
zen f 1.512,45; subsidie aan de avondteeken-
school f 378,11; renten tegen 7 per jaar van
een kapitaal groot f 16.500,aangegaan voor
den aanleg eener begraafplaats 599,96; ren
ten tegen 7 per jaar van een kapitaal groot
f 24.000,aangegaan voor den bouw van mid-
denstandswoningen f 872,67; renten van de an
nuiteit van 9.659,36, welke op 10 September
1920 betaald had moeten worden f 342,10;
renten tegen 7 per jaar van een kapitaal
groot f 70.000,gedurende 5 maanden
f 2.041,67%; annuiteit van het voorsqhot van
ten hoogste f 199.000,ten behoeve van den
bouw van 42 arbeiderswoningen, toegekend bij
koninklijk besluit van 4 December 1918, no. 83
19.318,72%; kosten vallende op het aangaan
van geldleeningen f 2000,bijdrage der ge
meente aan de woninbouwvereeniging „Werk-
mansbelang" te Ter Neuzen in de betaling der
annuiteit van f 9659,36 f 6.970,78; terugbeta
ling aan. het rijk van 0,1 van de bouwkosten
voor toezicht bij den bouw van 42 arbeiders
woningen, bouwkosten bedragen 198.916,01
f 198,92; kosten van de drinkwatervoorziening
f 900,totale vermeerdering f 233.843,39.
Vermindering: Bedrag waarover alleen met
goedkeuring van gedeputeerde staten kan
worden beschikt 2.822,bedrag dat zonder
nadere machtiging van gedeputeerde staten
kan worden gebruikt tot overschrijving op enz.
f 2.999,76; totale vermindering 5.821,76.
De heer HAMELINK moet, naar aanleiding
van de in dit voorstel opgenomen posten be-
treffende het bouwen van een kopschool, er
aan herinneren, dat indertijd is toegezegd,
dat, alvorens tot het bouwen van de school
over te gaan, burgemeester en wethouders met
het plan nog bij den raad zouden komen en
deze er zich dus nog nader over zou kunnen
uitspreken. Het heeft hem nu bij zonder ver-
wonderd, dat burgemeester en wethouders tot
het aanbesteden en uitvoeren van het plan zijn
overgegaan, zonder den raad daarover nog te
hooren. Hij vraagt of burgemeester en wet
houders daarvoor wel het recht hadden.
De VOORZITTER wijst er op, dat de ge
meenteraad de geldleening voor de school
heeft goedgekeurd en dat het werk bij de aan-
besteding beneden het geleende bedrag is ge-
bleven. Waren de kosten hooger geloopen, dan
hadden burgemeester en wethouders eerst bij
den raad moeten komen. In de vergadering der
commissie van bij stand is echter toch voldoende
aangetoond, dat het werk lager is gegaan, dan
de raming aanvankeljjk was. Daarom achtte
spreker het niet noodig, hiervoor nog den raad
te raadplegen.
De heer DE MEIJER wijst er op, dat het
zevende leerjaar weer zal vervallen.
De VOORZITTER stemt toe, dat er bladen
zijn, die dit gemeld hebben, maar officieel is
daarvan niets bekend. Hij meent, dat dit maat-
regel hoogstens eenigszins zal worden uitge-
steld, maar dat die in de toekomst toch tot
uitvoering komen zal. Dat bericht is echter
gekomen na de aanbesteding en gunning. Als
het een b paalde regeeringsverklaring was,
zouden we er wellicht nog rekening mede heb
ben kunnen houden. In ieder geval konden we
niet veronderstellen, dat de gemeenteraad, na
zijn de.sbetreffend besluit
De her HAMELINK: Neen, neen, het was
toegezegd, dat de raad er nog nader over zou
kunnen oordeelen.
De VOORZITTER: Ja dan hebt u gelijk.
De heer VAN CADSAND bevestigt, dat dit
ook zoo is; hij herinnert het zich goed, temeer
daar hij tegen het voorstel heeft gestemd, om-
dat de zevende klasse pas met 1925 moet wor
den ingevoerd.
De VOORZITTER wijst er op, dat raadple
gen van den gemeenteraad ook weer aanlei
ding zou hebben gegeven tot oponthoud en de
leden moeten niet uit het oog verliezen, dat
spoedig bouwen gewenscht is, daar we moei-
lijk zitten met het onderwijs aan de m. u. 1. o.
klassen. Nu is van den directeur der H. B. S.
reeds een schrijven gekomen, dat 1 der 2
klassen die daar zijn ondergebracht er met
September a.s niet meer kan geplaatst worden.
Het is dus noodig, dat de gemeente zoo vlug
mogelijk over lokaalruimte kan beschikken.
Wat de bemerking van den heer Van Cad-
sand treft kan hij wel aannemen, dat iemand
die eenmaal tegen de school stemde, er nu
ook nog tegen is en er ook tegen blijft.
En wat betreft de vraag, of burgemeester
en wethouders het recht hadden over te gaan
tot uitvoering van het plan, het rechtmen
zal het toch met hem "ens z'jn, dat het noodig
is zoodra mogelijk te zorgen, dat die kinderen
van school B onder dak kunnen.
De heer HAMELINK merkt op, dat, toen
het bouwen der school door burgemeester en
wethouders is doorgezet, en de aanbesteding
is gehouden, zij er nog niets van wisten, dat
een der klassen van school B niet meer in de
R. H. B. S. kon blijven, dat is dus geen motief
geweest voor hun besluit. Er was in elk geval
beloofd, dat het voorstel nog nader in den raad
zou komen. En als er haast bij v/as kon de
raad toch ook wel spoedeischend worden bij-
j eengeroepen Dat geschiedde wel toen er wa-
tertanks moesten worden aangekocht, een
j kwestie van f 1200, orndat een gewoon lid op
dat voornemen aanmerking gemaakt had, maar
nu het een zaak van een ton betreft gaan bur
gemeester en wethouders hun gang, zonder
in strijd met hun toezegging den gemeen
teraad te hooren. Op die wijze kan men den
raad wel op zij zetten.
De VOORZITTER: Maar het geld was toch
toegestaan
De heer HAMELINK: Neen, de leening was
wel goedgekeurd, maar, in strijd met de belofte
is het plan niet aan de vergadering overgelegd.
De heer VAN CADSAND betoogt, dat de
uitdrukking van den voorzitter nopens hem
niet op zijn plaats was. Het gaat niet aan te
beweren, dat hij steeds tegen schoolbouw zal
blijven. Hij is wel tegen het bouwen van deze
school in dezen tijd, daar hij er nu de nood-
zakelijkheid niet van in ziet. Er is wel degelijk
gezegd. dat het plan nog in den raad zou
komen.
De heer DE JAGER wijst op de verhooging
van den post dienstreizen met f300; dat is
een verhooging, dus het werkelijk bedrag is
grooter. Hij neemt aan, dat de reizen die ge
maakt worden in het belang der vereeniging
zijn, doch verzoekt, die toch te beperken tot de
strikt noodige keeren en personen, als het met
1 kan, dat er geen 2 of 3 gaan. Hij wil hierop
thans alleen de aandacht vestigen.
Vervolgens wijst hij op de 1512,45 subsidie
voor de ambachtsschool. Als hy het goed be-
grijpt, komt dit ook boven de reeds toege-
stane f 7500. Uit welke noodzaak moet die
subsidie worden verhoogd?
De VOORZITTER: Dat is een gevolg van
de door den minister vastgestelde hoogere
jaarwedden der leeraren.
De heer DE JAGER kan niet nalaten er op
te wijzen, dat deze uitgaaf aanzienlijk hooger
loopt, dan aanvankelijk is gezegd. Want in de
toekomst zal dat er niet op verminderen. Hij
gelooft, dat het een dure liefhebberij zal wor
den. Er was gezegd, dat het f 1600 's jaars
zou worden, maar het is er nu al f 10.000.
De heer HAMELINK: Wordt dat er zoo
maar op gebracht, zonder verzoek?
De VOORZITTER deelt mede, dat deze om-
standigheid aan burgemeester en wethouders
bekend werd, toen. zij juist bezig waren, met
het opmaken eener wijziging der begrooting.
Toen is het er ook maar op gezet, doch indien
de raad het wenscht, zal er wel officieel een
verzoek gedaan worden.
De heer DE JAGER heeft er slechts op wil
len wijzen, dat dit eene verhooging is en dit
in de naaste toekomst misschien nog meer
woi'den zal.
De heer HAMELINK merkt op, dat de mi
nister verschillende uitgaven voteert, doch de
vereeniging 30 dier uitgaven zelf moet zien
gedekt te krijgen.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
(Wordt vervolgd).
GEMEENTERAAD VAN HOEK.
Vergadering van Maandag 1 Augustus 1921.
des namiddegs half drie ure.
Voorzitter: de heer A. Wolfert, Burge
meester.
Afwezig: de heer G. Dieleman. Voorts een
vacature.
De VOORZITTER opent de vergadering,
waama de Secretaris de notulen leest, die on-
veranderd worden vastgesteld.
1. Ingekomen stukken.
a. Schrijven van Ged. Staten, d.d. 22 Juli
1921, houdende goedkeuring van de wijziging
van het Reglement van het Burgerlijk Arm- j
bestuur.
b. Schrijven van de afdeeling Zeeland van
den Nederlandschen Bond van Gemeenteamb-
tenaren, verzoekende een goede salarisregeling
van het secretariepersoneel.
Deze stukken worden voor kennisgeving
aangenomen.
c. Schrijven van Ged. Staten d.d. 1 Juli
1921 houdende bericht dat de archiefverorde-
ning gewijzigd en de instructie voor archivaris
ingetrokken moet worden omdat er geen archi
varis benoemd is doch dit werk geschiedt door
den Secretaris.
Besloten wordt aan het verlangen van Ged.
Staten te voldoen.
2. Voorstel tot voorloopige vaststeiling der
gemeenterekening over 1920.
De heer KOSTER doet namens de commissie
belast met het nazien dezer rekening verslag
en adviseert tot goedkeuring, waartoe besloten
wordt. De ontvangsten zijn 74.423,39 en de
uitgaven f 81.664,78; nadeelig slot dus
f 7.241,39.
3. Voorstel tot vaststeiling van de rekenin-
gen van het voormalig Levensmiddelen-
bedrijf, het gemeentelijk electrisch be-
drijf en het Burgerlijk Armbestuur.
a. Rekening voormalig levensmiddelenbe-
drijf. De heer KOSTER adviseert tot goed
keuring van deze rekening. De uitgaven hebben
bedragen /828,49 en de inkomsten /28,95.
Het nadeelig slot is dus 799,54%.
b. Rekening gemeentelijk electrisch bedrijf.
De heer KOSTER merkt op, dat het de aan
dacht getrokken heeft, dat slechts 11813 K.
W U. verrbuikt waren. Hoeveel kan de straat-
veriiehting gebruiken?
De VOORZITTER antwoordt hem, dat de
straatverlichting daar geheel buiten valt.
De heer KOSTER: We hebben een verbruik
van 15.000 K.W.U. geraamd, Dan zijn de
machines nu toch niet te zwaar belast.
De VOORZITTER merkt echter op, dat de
machine het is er een van 55 paardekrach-
ten soms werkt voor 58 en 59 par.rf. racht.
Die is dus wel overbelast.
De heer J. A. MEERTENS wijst er nog op,
dat die overbelasting vooral komt van het vele
verbruik tegelijk.
De heer KOSTER: Maar dan kun je hee-
lemaal geen raming meer maken. Misschien,
dat de straatverlichting meer verbruikt dan wij
denken.
De VOORZITTER wilt dat wel eens onder-
zoelcen.
De heer KOSTER merkt verder op, dat er
verschillende quitanties waren, waarop zegels
voorkwamen, wat toch niet noodig is. Er waren
er anders zoo wel een twintig.
De VOORZITTER deelt hem mee, dat het
niet meer zal voorkomen, en dat de boekhou-
ders die zegels nu zelf betaald heeft.
De heer A. MEERTENS vraagt hierop nog,
of het verbruik ran het licht het vorige jaar
13.000 K.W.U. was.
De VOORZITTER antwoordt hem, dat het
'tvorige jaar nog minder was dan nu. Voorts
kan hij de heeren nog meedeelen, dat men ver-
moedelijk het volgend jaar wel licht van de
provincie zal hebben. Dezer dagen zal er n.l.
een vergadering over zijn.
De heer VAN DOESELAAR moet zulks eerst
nog zien.
ACHTERUITGANG VAN DE NIEREN.
Een huisdokter verklaart, dat de ergste ge-
vallen van nierziekte gevonden worden bij
personen, die te veel hebben gedronken, te
zwaar hebben gegeten en een inspannend levers
van haast en tirukte geleid hebben. Hij ver-
geieek bij een onderzoek de nseren van een
jongen man van 40 jaren met die van een ouden
man van 70 jaren. Beiden droegen de stamped
van ouderdom. Waarom? Omdat het leven,
dat de jongeman leidde, hem in den bloei van
zijn ieven nieren als van een ouden man be-
zorgde.
Hoe verduidelijken deze woorden niet ai te
dikwijls de oorzaak van rugpijn, urinestoor-
nissen, waterzuchtige zwellingen, niergruis,
rheumatische aandoeningen, voortdurende ver-
moeidheid enz.
Nierziekte wordt als te voorkomen beschouwd
vergeet dit niet. Vermijd tocht en kou, wees
matig met uw eten en drinken, zorg voor de
noodige rust, lichaamsbeweging ontspanning
en slaap, en voor geregelde ontlasting.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn een on-
schatbare hulp aan de natuur tot onderhoud
en herstel van de werkzaamheid der nieren.
Door deze organen bij te staan in hun taak om
het bloed te zuiveren, draagt dit erkende nier-
geneesmiddel veel bij om de kwade gevolgen
van onbedachtzaamheid tegen te gaan.
Als de nieren verzwakt zijn, versterk ze dan
met Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Zijn zij
gezond, wees dan zoo verstandig om haar
gezond te houden.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn te Ter
Neuzen verkrijgbaar bij Wed. A. v. Overbeekse-
Leunis a 1.75 per doos. 38
De rekening wordt hierop goedgekeurd. De
inkomsten zijn .fll.216,19 en de uitgaven
f 10.413,10%; batig saldo dus 803,08%.
c. Rekening Burgerlijk Armbestuur. De heer
KOSTER adviseert tot goedkeuring, hetgeen
gebeurt. Inkomsten /2056,53 en uitgaven
f 2119,07%; kwaad slot dus 53,54%.
4. Voorstel tot vaststeiling eener verorde
ning op de heffing en invordering van
schoolgelden wegens vervolgonderwijs.
Voorgesteld wordt door Burgemeester en
Wethouders om beneden de f 1000 geen school
geld te heffen, daama van 1000-f 1200 2 cent
en vervolgens per f 200 meer 2 cent, tot een
maximum van 16 cent per week. (Meer dan
f 2400). Voor het 2e, 3e, 4e en 5e kind wordt
het schoolgeld resp. met 20 4 0%, 60 en
80 verminderd. De volgende kinderen be
talen geen schoolgeld meer. Deze regeling zal
in werking treden 1 November 1921.
De heer KOSTER vraagt of dit schoolgeld
lager gesteld moet worden dan het gewone.
De VOORZITTER wijst hem er op, dat dit
onderwijs slechts 9 uur per week gegeven
wordt.
De verordening op de heffing, zoowel als
die op de invordering. worden hierop zonder
hofdelijke stemming goedgekeurd.
5. Reclame's tegen den aanslag in den
hoofdelijken omslag voor 1920.
Deze worden in besloten vergadering be~
handeld.
6. Bond vraag.
a. De heer KOSTER wil nog eens terug-
komen op het brandgevaar.
De VOORZITTER kan hem dan meedeelen,
dat hij deze zaak besproken heeft met den
machinist. We hebben 400 M. slangen, en daar-
mee kunnen we komen tot het midden van
Hoek. Schaffen we meer slangen aan, dan heeft
het water geen opstuwende kracht meer. Het
beste is daarom, mocht er eventueel brand uit-
breken, met onze spuit naar de Hoeksche put
te gaan, en dan de spuit van Ter Neuzen ter
assistentie te vragen, om die put vol te spuiten.
Dan kunnen we alles bereiken.
De heer KOSTER is anders van gedachten
om nog een paar honderd meter slangen er bij
aan te schaffen, en om dan de spuit van Ter
Neuzen te vragen, als't noodig mocht zijn. Die
is toch van hooger prestatie?
De VOORZITTER antwoordt hem, dat dat
gelijk is. Maar we moeten een spuit hebben,
die het water van de kreek aanvoert naar de
Hoeksche put.
De heer VAN DOESELAAR: Als er een
maal goed brand is, brandt het toch door.
De VOORZITTER: Maar men moet toch ook
zorgen voor de belendende perceelen.
b. De heer A. MEERTENS vraagt hierna,
hoe het staat met het water aan den Loven-
polder-dijk.
De VOORZITTER deelt hem mee, dat er
verschillende monsters opgezonden zijn, doch
die waren ongeschikt. Wel i9 hot water goed
om te spoelen en te schuren, maar het is slecht
om te drinken.
De heer A. MEERTENS: Maar bij Bedet
is toch een goede wel.
De VOORZITTER: Maar ook niet om er uit
te drinken. We kunnen echter nog wel eens
weer een onderzoek instellen.
c. De heer A. MEERTENS heeft verder het
plakkaat gezien, dat het water eerst goed ge-
kookt moet worden. Dat staat ook bij het water
van de pomp bij de openbare school. En dat
water is zoo goed.
De VOORZITTER merkt hem op, dat dit
een voorzorgsmaatregel is, opdat ieder het wa
ter goed koke, waardoor de bacterien dood
gaan.
De heer A. MEERTENS komt nog eens tot
die pomp bij de openbare school terug, en vindt
dat die toch weinig waarde heeft. Als we een
viertal pompen hadden geplaatst, waren we
beter af geweest.
De VOORZITTER: Maar je kunt toch overal
maar geen pompen gaan zetten. Men moet niet
vergeten, dat het nu ook een buitengewoon
jaar is.
De heer A. MEERTENS: Maar de menschen
willen het water van die pomp niet gebruiken.
De VOORZITTER: Het water is drie keer
onderzocht, en alle drie keer is het goedge
keurd.
De heer A. MEERTENS: Dat kan wel, maar
ik zeg, dat het niet goed is.
De VOORZITTER: Dan weet U het beter
dan de deskundigen.
c>. De heer A. MEERTENS heeft nog iets.
Laatst, tijdens een oefening van de burger-
wacht, is een kogeltje bij Jas. Dees in bed ge-
vallen.
De VOORZITTER belooft hem, daamaar
een onderzoek te zullen instellen.
e. De heer VAN DOESELAAR vraagt of
het waar is, dat Keizer bericht gekregen
heeft, dat hij voor het spoelen van flesschen
geen water van de pomp meer gebruiken mag.
De VOORZITTER: Er is gezegd, dat hij niet
meer gebruiken mag, dan hij gewoon noodig
heeft, want hij haalde maar overal water voor.
f. De heer VAN DOESELAAR deelt ver
der nog mee, dat de put van De Feijter schoon-
gemaakt is, en dat die, zonder gekeurd te zijn,
toch goed water geeft. Spfeker moet evenals
de heer A. Meertens, ook niet veel van die keu-
ringen hebben.
De VOORZITTER zal het echter niet graag
op zijn verantvvoording nemen de menschen uit
ongekeurde pompen of putten water te geven.
Niemand meer het woord verlangende sluit
de VOORZITTER hierna de openbare raads-
zitting.