ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VEAANDEREN.
No. 7178
Maandag 1 Augustus 1921.
69e Jaargang.
Gemeenterekening.
8INNENLANC.
FEUILLETON,
BUITENLAND.
PROF. DR. BAVINCK. t
Zaterdagmorgen vroeg is te Amsterdam
na langdurige ziekte overieden prof. Dr.
H. BaGnck, hoogleeraar aan de Vrije Uni-
versiteit te Amsterdam en lid van de
Eerste Kamer.
DE VLEESCHKEURINUSV/ET.
De Minister van Arbeid heeit aan de
colleges van Gedeputeerde Staten ver-
ziocht eenige wer.ken en opmerkingen be-
treftende de aanstaande uitvoering van
de Vleefechkeuringswe! ter kenms van de
gemeentebesturen te brengen, die opmer
kingen betreften o.a. het vormen van ge-
meenschappelijke diensten, ter besparing
van kosten. OoP zijn aan Gedeputeerden
gezonden ter voorlichting van de gemeen-
ten een ontwerp van een verordening en
ontwerpen van mstructies, die voor de
uitvoering bedoeling dat de wet tegen 1
Februari 1922 in werking zal treden. Er
zijn door de Rijkscursussen voor hulp-
keurmeester 109 gedipIomSerde hulpkeur-
meesters afgeleverd. In September vangen
de laatste cursussen aan. De gemeente
besturen zullen van voldoende personeel
om de keuringsdiensten voor vee en
vleesch in te richten verzekerd zijn.
1NTREKKING VAN ONDERW1JS-
ONTWERPEN.
De Minister van Onderwijs heett inge-
trokken de bij K. B. van 23 Jum 1913 bij
de Tweede Kamer ingediende en sedert
aanhangig gebleven wetsontwerpen be-
treftende de regeling van het voorberei-
dend Hooger Onderwijs, de wijziging en
aanvulifng van de Hooger Ondenvijswet;
de regeling van het Middelbaar Onder
wijs en de wijziging en aanvulling van
de wet op de regeling van het Lager
Onderwijs.
VERHOOGING VAN HE 1 JAAR-
LIJKSCH CONTINGENT?
Naar het "Utr. Dagblad" verneemt, is
de Kabinets-crisis opgelost op de voor-
waarde, dat het jaarlijksch contingent zal
worden gebracht op 19.500 man, een voor-
waarde, die zoowel door den nieuwen mi
nister van Oorlog als door de betrokken
Kamertracties, na deliberate, is aan-
vaard.
BEZU1NIGING VAN HET ONDERWIJS
De minister van Onderwijs heeft het
volgende onder de aandacht gebracht van
de besturen van door het rijk gesubsi-
dieerde inrichtingen van onderwijs:
De wettelijke regeling van het onderwijs
is deels herzien, deels meuw tot stand ge-
gebracht en door de daarbij gestelde voor-
waarden is de gelqgenheid tot ontwKke-
ling op uitgebreid terrein, alsmede een
behoorlijke bezoldiging van het personeel
kunnen tot stand komen.
Dit alles; heeft van het Rijk gedurende
de laatste jaren zeer zware offers ge-
vraagd en steltl de schatkist ook voor de
tOekomst voor zeer belangrijke uitga
ven.
36)
„Omdat ik je wantrouwde", viei Al-
hette hem in de rede,; „en je ziet, dat
ik er reden toe had."
,,Nu je zooveel gedaan hebt," hernam
Micaud, „spijt 't mij toch, dat je niet wat
beter gezocht hebt en je tevreden steldet
met het klad van den brief, want je hadt
gemakkelijk den volledigen brief kunnen
vinden, met de namen er bij, die ik aan
den procureur des konings bekend maak-
te."
„En die namen," vroeg Soutflard.
„Namen, die ik) gefingeerd heb om de
politie op een dwaalspoor te leiden."
Alliette lachte spottend en zer.
„WaarIijk."
Ook Soufflard was met overtuigd, want
hij zeide:
„Dat houdt geen steek."
„Maar als ik jelui aanklaagdle, jou en
Lesage, dan zou ik toch ook mijzelt in
den muil van den wolf werpen."
„JaweI," hernam Alliette, ,,maar je hebt
zeir eens gezegd, doelende op mij en Sout
flard1: „lk zal mij op die 2 wreken, al
zou 't mijn eigen kop moeten kosten."
Micaud sidderde.
„Wie zegt dat?"
„Fifi, die het gehoord heett."
L)e jongen knikte bevestigend.
„Dat zijn allemaal woorden," riep Sout
flard. „Er moet) een emtl aan komen."
En terwijl hij Micaud als met zijn oogen
doorboorde, ging hij voort:
„Zooeven heb je van je vrouw een be-
wijs gevraagd, zij heeft het gegeven, hier
Het is u bekend, dat aan den anderen
kant de belastingen, vrijwel de grens van
de draagkracht der bevolking hebben be-
reikt en dreigen die te overschrijden.
Daarbij komt, dat de ingetreden malaise
het zoo goed als zeker maakt, dat de op-
brengst der belastingen volgens de thans
vigeerende wetten in stede van toe te
nemen, zich in dalende lijn zal bewegen.
Deze toestand maakt het bepaald nood-
zakelijk, dat de grootst denkbare zuinig-
heid worde betracht in het beheer van in
richtingen, die met :^>eun van net Rijk
worden in stand gehouden. Hijrnogeertoe
leiden, dat bij voortduring door u ernstig
worde nagegaan, m hoever door duei-
treftende maatregelen de uitgaven kun-
gaven kunnen worden verminderd, zonder
dat aan het onderwijs zelt schade worde
toegebracht. Onder deze omstandigheden
acht ik het geraden, u, zooals reeos in
mijn circulaires van 26 Februari, 2 Maart
en 13 juni jl. betreftende het. nijverheids-
en handelsonderwijs geschiedde, nogmaals
met klem en nadruk te verzoeken, thans
geen plannen in overweging te nemeh,
die tot uitbreiding van gebouwen, loka-
liteiten, cursussen, schoolpersoneel enz.
moeten leiden.
Ik zal alleen in de uiterste noodzake-
lijkheid bereid worden bevonden mijn toe-
stemming te verleenen tot maatregelen,
die een verhooging van het bestaande
kostencijfer der school tengevolge zullen
hebben.
Garantien tot het aangaan van leemn-
gen van bouwkapitalen voor meuw op te
richten of uit te breiden onderwijsinrich-
tingen zullen niet dan in strikt noodzake-
lijke gevallen kunnen worden toegestaan.
Ik vertrouw, dat uw bestuur, den ems'
van den toestand beseftende, niets zal
nalaten om de regeering te steunen in
haar pogen om de dreigende moeiiijk-
heden te voorkomen.
DE SALAR1SSEN DER RIJKSAMBTE-
NAREN.
Mr. Treub acht verhooging onmogelijk.
De centrale commissie voor georgani-
seerd overeg in ambtenarenzaken vergader-
de Donderdag j.l. onder presidium van
Prof. Mr. M. W. F. Treub. Naar aanleiding
van de behandeling van eenige salariskwes-
tie's waarschuwde de voorzitter de com
missie ernstig geen adviezen uit te brengen.
die in verband met den toestand van
's Lands Financien, voor de Regeering on-
aannemelijk zouderi zijn. Naar's Voorzitters
persoonijke overtuiging laten 's Lands Fi
nancien geen algemeene verhooging van
salarissen der ambtenaren toe; wil er iets
terecht komen van het georganiseerd over-
leg, dan dient ook de centrale commissie
rekening te houden met den benarden toe
stand der financien; ieder dringt op bezui-
niging aan; wanneer de ambtenaren bij de
Regeering zouden komen met salarisvoor-
stellen, die aanzienlijk meer zouden kosten
zou de ontstemming tegen hen, die thans
reeds, zij het voor een groot deel ten on-
rechte, bestaat, zeer zekerlijk toenemen;
wenscht de commissie in de tegenwoordlge
omstandigheden voor sommige ambtenaars-
groepen verhooging van salaris dan moet
de consequentie zijn, dat de salarissen van
andere ambtenaren worden verlaagd; hij is
van meening, dat men bij het beschikbare
geld meer zal kunnen doen, indien men door
invoering van betere werkwijzen met minder
personeel zal kunnen volstaan; spreker
wekte de organisaties tot actieve medewer-
king. Deze beschouwingen gaven aanleiding
tot een breedvoerige gedachtenwisseling.
Vervolgens werden de adviezen vastge-
steld inzake de salarisregeling o.a. van het
personeel bij de Rijksopvoedingsgestichten
en het gevangeniswezen, van de ambtenaren
van administratie bij de Midd. Iandbouw-
scholen.
is het. Waar is nu jou bewijs?"
„Thuis."
„Wat is het?"
„De brief, dien ik van dit blad heb rover
geschreven en waar de gefingeerde namen
in staan, die ik den procureur des konings
v/ilde opgeven."
„Gemakkelijk gezegd!"
„,lk zal vanavond jou en Lesage bij mij
thuis brengen ep wanneer ik je dan den
brief niet toon, dan kan je met mij doen
wat je wilt.'
Op een toon van vaste overtuiging riep
Alliette uit:
„Hij liegt! Hij wil alleen tijd winnen,
dat is alles. De brief is al verzonden,
jou naam, en die van Lesage staan er in,
met die van ons alien als medepljichtigen
en hij rekent erop, dat wij voor de iavond
valt al zijn mgerekend."
Micaud bleet ongevoelig onder deze be-
schuldiging.
„Wanneer dat zijn' plan is." riep Sout
flard uit, „dan is het zeer gemeen."
Weer wendde hij zich tot Micaud en
vroeg:
„Heb je den sleutel van je kamer bijje?"
„Geet hier."
Micaud haalde een sleutel uit zijn zak en
gat dien aan Galgenaas, waarop deze
voortging:
„Lesage zal1 naar je kamer gaan en er
den brief zoeken, die je zegt dat je er
hebt achtergelaten, jij blijft bij mij, totdat
hij terug komt en als hij terugkomt zonder
den briefgenoegdan weet je wat
je te wachten staat."
Micaud bleet kalm.
,,'t Is goed," zeide hij, ,,wij zullen op
de terugkeer van Lesage wachten."
Soufflard gat de sleutel aan Lesage en
Ten aanzien van het georganiseerd over-
leg bij het dienstvak der directe belastin
gen, invoerrechten en accijnzen, besloot de
commissie te adviseeren tot het instellen
van eene commissie voor dit geheele dienst
vak.
De voorzitter bleelc voornemens de com
missie niet voor eind Augustus of begin
September wederom samen te roepen.
(Corr. Bur.)
DE TABAKSWET.
Wij hebben reeds gemeld, dat 4 Augus
tus a.s. art. 81 der Tabakswet in werking
tr-'ed Dit >s het e ^ste artikel der over-
gangs- en slotbepaiirgen en verplicht ieder,
die een bedrijf uitoefent, waarvoor een be-
drijfsvergunning wordt vereischt en die dit
bedrijf na het in werking treden der wet
wenscht voort te zetten, binnen een maand
dus voor 4 September, de aanvraag voor
een bedrijfsvergunning in te dienen.
Deze schriftelijk onderteekende aanvraag
wordt gericht aan den ontvanger der ac-
cijnsen, onder wiens kantoor het bedrijf zal
worden uitgeoefend.
Deze aanvraag houdt in een opgaaf van:
a. plaats en dagteekening der aanvraag;
b. naam en woonpiaats van.den aanvra-
ger of naam en zetel van de vennootschap
of vereeniging;
c. den aard van het, bedrijf;
d. de ligging der Idkalitert of lokalitei-
fen, zooals kantoren. fabrieken, verkoop-
plaatsen, opslagplaatsen, die voor de uit-
oefening van het bedrijf zullen worden ge-
bezigd. met vermelding van gemeente, straat
wijk enz. en nummer en van de kadastrale
omschrijving;
e. voor zooveel fabrieken betreft, de lig
ging en de bestemmjng der verschillende
werkplaatsen en anoere vertrekken. Van
als entrepot in gebruik zijnde lokalen be-
hoeft geen opgaaf te worden gedaan. Fabri-
kanten leggen bij de aanvraag over een
gewaarmerkte schetsteekening in tweevoud,
op een schaal van ten minste een op hon-
derd, aanduidende de uit- en iftwendige in-
richting der fabriek.
Op de aanvraag wordt binnen veertien
dagen door den ontvanger beschikt.
is bij het in werking treden der wet nog
geen beschikking genomen, of ingeval van
beroep nog niet op her beroep beschikt, dan
mag met de uitoefening van bedrijf zonder
bedrijfsvergunning worden voortgegaan,
totdat-de beslissir.g c4> de aanvraag onher-
roepelijk is geworden.
ONTWARENING.
Het is alleen bij ons, dat men in bree-
den kring durft spreken over een ijveren
voor plotselinge algemeene ontwapening,
schrijft de Standaard.
In geen land durft zelfs de sociaal-de-
mofcraat het aan; ook niet in andere kleine
landen.
Het anti-rev. hoofdorgaan schrijtt dan
verder het volgende:
In Belgie sleept het enthousiasme voor
een goede verdedigmg ook de sociaal-de-
mocraten mee. Zelfs in die mate, dat men
den man, die van ontwapening durft kik-
ken, we! te lijt zou willen gaan. En een
sociaal democratisch leider als minister
Vandervelde wijst met ernst op het stand-
punt, steeds naar zijn meening door de
sociaal-democraten ingenomen, dat het va-
deriand moet worden verdedigd en dat
men voor een weermacht heeft te ijveren.
Al wat men ons in den laatsten tijd
omtrent de Belgische sociaal-democraten
heeft willen wijsmaken^ mist dan ook al
ien grond. De soc.-democraten komen er
daar hoogstens, omj tegenover den al te
grooten ijver van anderen te wijzen op
het oordeel van de militaire autoriteften
in ons land.
Wie in deze dagen een klein land als
Zwitserland bereist, bemerkt overal een
zei:
„Hier. Ga er heen en kom zou gauw
mogelijk terug."
Lesage wilde heengaan, toen Fill hem
met een gebaar terughiefd en zeide:
„Doe maar geen moeite, oem."
„Wat bedoel je."
„Dat de moeite vruchteloos zou zijn."
„Hoe dat?"
„De brief is met bij hem thuis."
„Hoe weet je dat?"
,.Ik heb hem gezien."
„Waar?"
,,Bij hem."
Toen Fifi dit zeide, sidderde Micaud
en Alliette riep op zegevierenden toon
„Ik had 't wel geraden."
Souftard zeide tegen Micaud:
„Hoor je dat?"
Deze zeide onverschillig:
„Jawel."
„Nu?"
„Fouilleer mij maar."
„Dat zal niet eens noodig zijn, Micaud",
zeide Fifi. „Laat je hand maar eens zien."
Spottend vroeg Micaud:
„Welke?"
De rechter."
Micaud stak zijn hand uit met de vin-
gers gestrekt:
Er was niets in.
Fifi keek vreemd op.
„En toch heb ik niet gedroomd," riep
hij uit. „Ik heb duidelijk gezien, dat hij
een briet uit zijn jaszak haalde en zijn
hand langs zijn been liet afglijden."
>,Hij zal hem, in zijn anderen zak ge-
stoken hebben," meende Lesagg.
„Dat moet weL, otschoon ik mij met
begrijpen kan hoe hij 'm dat gelapt moet
hebben, want ik heb van dat oogenblik
at goed naar hem gekeken en hij heeft
militaire beweging, die zou doen denken
aan de dagen der mobilisatie. Ook in so-
ciaal-democratischen kring erkent men daar
de waarde der verdediging en een goede
voorbereiding daartoe.
In Zweden, zoo werd ons gem eld, stel-
len de socialisten zich op dit standpunt,
dat men zich wel tot het uj^trste heett
te beperken,j maar van een atzien van
alle weerbaarheia wordt daar met ge-
waagd.
Het is alleen in ons land, dat de so
ciaal-democraten, belust op politieke winst,
de misleiding van de ontwapening aan-
durven, zoo besluit het blad.
Het pleit met voor ons volk, dat men
er succes mee denkt te behalen.
DE TOESTAND.
De draaalooze dienst der Engelschen heeft
een overzicht gegeven van de Britsche nota
aan de Fransche regeering. Er blijkt daaruit,
dat Engeland vast op zijn stuk blijft staan,
en niet alleen het zenden van Fransche
troepen naar Opper-Silezie, zonder uitdruk-
keljjke goedkeuring van denOppersten Raad,
ongeoorloofd noemt, maar er ook bij
blijft, dat deze troepen voikomen over-
bodig zijn, mits de beslissicg niet langer
wordt uitgesteld. In zijn soberheid ver-
raadt zelfs het korte overzicht een zeker
ongeduld in de nota.
Verder echter bevatte het ochtendblad
een Reuter-telegram over dit onderwerp,
dat aan de nota een zeer bits karakter geeft.
Volgens dit telegram wijst de nota, naar
aanleiding van het aanaringen der Franschen
op het nenden der troepen erop, //dat dat
geen grondslag is, waarop het mogelijk is,
eenige toekomstige politiek samen te voeren,
en dat nadere besprekingen niets goeds zullen
uitrichten, totdat Engeland een helder inzicht
heeft in de bedoelingen van Frankrijk".
Al volgt daarop ook de verzekering, dat
de Engelscbe regeering uiterst verlangend
is, alle middelen te overwegen, waardoor
zij Frankrijk kan tegemoetkomen, deze wjjze
van zeggen, zou, als Reuter den geest der
woorden juist weergeeft, een zoo krasse
uiting van wantrouwen zjjn, dat men de
nota als een zeer ernstig staatsstuk moet
besehouwen. Het wordt op die manier
Briand, die voor zijn, tegenover Engeland
verzoenende politiek te Parjjs hevig moet
vechten tegen lieden, aan wier zjjde men
zelfs den president mag vermoeden, niet
gemakkeljjk gemaakf, den weg tot eeD
schikking te betreden.
Men krijgt steeds meer den indruk, dat
de tegenstelling tusschen Londen en Parjjs
op den duur zoo groot is geworden. dat de
Opper-Silezische kwestie niet meer de oor-
zaak van het geharrewar is, maar veeleer
een aanleiding, waarin dit zich kan niten.
Ook ziet het er uit, dat Engeland forscher
wordt, naarmate twee groote zorgen, de
bedreiging van Konstantinopel door de
Kemalisten, en de Iersche kwestie, op den
achtergrond worden gedrongen.
De felle vijandschap tusschen Lloyd George
en Lord Northeliffe heeft thans geleid tot
een dramatische gebenrtenis in het Engel
scbe parlement, waar de koning, bij monde
van zijn eersten Minister, verklaringen, die
Lord Northeliffe tegenover een journalist
zou hebben gedaan, als onwaarheid heeft
bestempeld. Lloyd George heeft zeker met
groote vrengde zoo grof gescbut tegen zjjn
bitteren tegenstander opgestela. Northeliffe
zijn hand niet meer bewogen."
„Dan moet hij. den brief in zijn broek-
zak hebben gestoken," veronderstelde
Soufflard.
Als antwoord keerde Micaud de beide
zakken van zijn broek om; er was niets in.
„,Ot misschien in een van zijn schoe-
nen," zei Lesage weer.
Micaud trok zijn beide schoenen uit
en zette ze op de tatei voor Galgenaals
neer, die ze onderzocht.
„Niets/'
Hij naderde Micaud en bevoelde zijn
kousen, maar ook daaronder was niets
verborgen.
„Komaan, trek! je jas en je vest uit en
doe j'a das at," beval Soufflard.
Micaud gat zonder bedenking alle klee-
dingstukken af, die men hem vroeg.
Allen ondcrzochten en bevoelden ze,
maar zonder eenig resultaat-
„Hij heeft hem ook niet in zijn zak
kunnen steken," riep Fifi kwaad. „Ik heo
geen oog van hem atgehouden, dus als
hij het gedaan had, zou ik het gezien
hebben."
Daarna, terwijl hij zich voor het hoofd
sloeg, riep hij:
„Hij zal den briet in zijn mouw ge-
stopt hebben."
Micaud stroopte zijn beide hemdsmou-
wen tot boveni de elleboogen op, om te
laten zien dat ook daar niets was.
Fifi stond er beduusd van.
Met een zeker soort van bewondermg
zei hij:
„Waarachtig, jongens, hij is een goo-
chelaar zooals er geen tweede bestaafy
want ik heb toch met mijn eigen oogen
gezien, dat hij den briet in zijn hand
had."
Micaud haalde zijn schouders op.
ontkent echter, iets dergeljjks te hebben
gezegd. Volgens een mededeeling van de
New-York Times zouden bedoelde woorden
inderdaad niet door koning Northeliffe zelf,
doch door diens minister Wickham Steed,
den bekenden leider van de buitenlandsche
afdeeling der Times, zjjn uitgesproken.
In ieder geval zullen wij met zekere
sportieve belangstelling toezier, hoe deze
f politiek-journatistieke koksmatch tusschen
j de beide zwaargewicht-kampioenen, waarbjj
zelfs de koniDg van Engeland binnen den
riDg is gehaald, verder afloopt.
DE TAALKWESTIE IN BELGIE.
De Kamer heeft het wetsontwerp be-
treffende de regeliDg van het taalgebrnik
in beBtuursaacgelegenheden in zijn geheel
aaDgenomen met 74 tegen 57 steinmeo en
14 onthoudingen. De ministers Destree,
Neujean en Deveze stemden tegen.
In Augustus 1920 werd het ontwerp
reeds met groote meerderheid door de
Kamer aangenomen. De senaat heeft het
daarop geameDdeerd, tegen den zin der
Flaminganten in. die ten slotte evenwel
genoegen namen met het gewjjzigde ontwe p.
Het ontwerp werd daarna opnieuw in de
Kamer behandeld, doch inmiddels waren
vele Katholieke Waalsche Kamerleden van
houding veranderd. zoodat de wet thanB
slechts met een betrekkelijk kleine meerder
heid werd aangenomeD.
DREIGENDE STAKING VAN 20.000
WERKLIEDEN TE GENT.
Het conflict tusschen werkgevers en werk-
lieden in de centrale spin- en weefnjjver-
heid, dat nu reeds meer dan een maand
duurt, dreigt zeer noodlottige gevolgen te
hebben.
Er is geschil over de volgende punten
de vakvereenigingen waren met de patroons
overeengekomen over een loonsverminde-
ring van 0.10 fr. per uur. De patroons
kwamen naderhand met een vermindering
van 0.20 fr. voor den dag, die natuurijjk
door de werklieden werd afgewezen. De
werkgevers hebben thans als laatste voor-
stel 0.15 fr. vermindering aangeboden. Ook
dit voorstel werd door de werklieden van
de hand gewezen. Niettegenstaande de af-
spraak met de vakvereenigingen da Iconen
met 0.10 fr. te verminderen, bljjven de
patroons hardnekkig vasthouden aan 0.15
fr. Het verschil zou voor elke fabriek
enkel 20.000 fr. per week zjjn.
De werklieden zjjn van hun kant ook
niet gei eigd tot toege^en. Kan er deze
week geen overeenkomst getroffen worden,
dan zal dat ten gevolge hebben, dat de
geheele centrale textiel-nijverheid stil komt
te staan, waardoor meer dan 20,000 werk
lieden zonder broodwiDDing komen.
TWEE M1LLIOENEN VROUW EN
OVER, MAAR NIET TE VEEL.
,/Wat moet er gebeuren met de twee
millioen vrouwen, die er thans //over" zjjn
in Engeland
Lady Asquith heeft hierover een en ander
gezegd tegenover een verslaggever van de
//Daily Mail". Wij moeten, zeide zij, het
feit onder de oogen zien, dat ten gevolge
van den oorlog voor vele meisjes, die de
hoop hadden gekoesterd, nog eers vrouw
en moeder te worden, die kans verkeken is.
Naar mijn oordeel behoef't echter geen enkele
vrouw zichzelt overbodig te acbteaofbang
te zijn, dat ze niet even goed een nuttig
en gelukkig leven zal kunnen leideD. Het
is merkwaardig, dat U juist nu bij mij
„Nu heb je al mijn zakken nagezocht,
mijn schoenen heb ik uitgetrokken, je hebt
mijn kousen bevoeld en ik heb mijn Temds-
mouwen opgeslagen, zonder dat de briet
gevonden is. Fifi heeft aldoor naar mijn
hand gekeken, waarin; hij meende dat ik
een briet hield en hij zegt zelt, dat ik
mijn hand niet bewogen heb. Is het nu
nog niet duidelijk, dat Fifi zich vergisv?"
,,1'k begrijp er niets van," zeide Al
liette, en toch zou ik durven wedden,
dat Fifi zich niet vergist heeft."
„Weet ,'je 't Wei zeker, Fifi?" vroeg
Soufflard aan den jongen.
„Zoo zeker als ik weet dat mijn naam
Fifi Vollarct is en dat papier kan niet an-
ders geweest zijn) dan de beruchte briet,
dat weet ik ook zeker."
Micaud riep Iachend' uit:
„Hoe langer hoe fraaier."
Maar Fifi riajj driftig:
^Lach met, toen Alliettte zeide dat je
misschien den briet! nog bij je had, zag
ik dat je bleek werd en toen heb je aen
briet uit je zak gehaald, heel langzaam
en voorzicbtig, met; de angst op je ge-
Iaat. Eensklaps werd je gezicht weer
kalm, dat was toen je den oriet in veilig-
heid hadt gebracht'
Micaud bewaarde een mmachtend stil-
zwijgen en bepaalde er zich slechts toe,
zijn schouders op te halen.
„Luister eens, Micaud," zei Galgenaas
tegen hem, „ik sta er beslist op, dat
dit geheim wordt opgehelderd en daar-
om zeg ik je, dat wij den dag en de:.
nacht te zamen zullen doorbrengen, jij,
Lesage en ik, en da. je geen step van
mij vandaan moogt gaan, voordat ik weet
waar ik mij aan te houden heb."
Micaud zei bedaard:
„MiJ goed." (Wordt vervolgd.)
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
Gelet op artikel 219 van de gemeentewet
brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen,
dat de rekening van de inkomsten en de uitgaven
dezer gemeente over bet jaar 1920 aan den Raad is
overgelegd en die rekening van den lsten Augustus
tot den 15den Augustus a.s. op de secretarie der
gemeente voor een ieder ter inzage zal liggen en
tegen betaling der kosten in afschrift verkrijgbaar is.
Ter Neuzen, 29 Juli 1921.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIILLE, Secretaris.
„ja."