ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VEAANDEREN. No. 7178 Maandag 1 Augustus 1921. 69e Jaargang. Gemeenterekening. 8INNENLANC. FEUILLETON, BUITENLAND. PROF. DR. BAVINCK. t Zaterdagmorgen vroeg is te Amsterdam na langdurige ziekte overieden prof. Dr. H. BaGnck, hoogleeraar aan de Vrije Uni- versiteit te Amsterdam en lid van de Eerste Kamer. DE VLEESCHKEURINUSV/ET. De Minister van Arbeid heeit aan de colleges van Gedeputeerde Staten ver- ziocht eenige wer.ken en opmerkingen be- treftende de aanstaande uitvoering van de Vleefechkeuringswe! ter kenms van de gemeentebesturen te brengen, die opmer kingen betreften o.a. het vormen van ge- meenschappelijke diensten, ter besparing van kosten. OoP zijn aan Gedeputeerden gezonden ter voorlichting van de gemeen- ten een ontwerp van een verordening en ontwerpen van mstructies, die voor de uitvoering bedoeling dat de wet tegen 1 Februari 1922 in werking zal treden. Er zijn door de Rijkscursussen voor hulp- keurmeester 109 gedipIomSerde hulpkeur- meesters afgeleverd. In September vangen de laatste cursussen aan. De gemeente besturen zullen van voldoende personeel om de keuringsdiensten voor vee en vleesch in te richten verzekerd zijn. 1NTREKKING VAN ONDERW1JS- ONTWERPEN. De Minister van Onderwijs heett inge- trokken de bij K. B. van 23 Jum 1913 bij de Tweede Kamer ingediende en sedert aanhangig gebleven wetsontwerpen be- treftende de regeling van het voorberei- dend Hooger Onderwijs, de wijziging en aanvulifng van de Hooger Ondenvijswet; de regeling van het Middelbaar Onder wijs en de wijziging en aanvulling van de wet op de regeling van het Lager Onderwijs. VERHOOGING VAN HE 1 JAAR- LIJKSCH CONTINGENT? Naar het "Utr. Dagblad" verneemt, is de Kabinets-crisis opgelost op de voor- waarde, dat het jaarlijksch contingent zal worden gebracht op 19.500 man, een voor- waarde, die zoowel door den nieuwen mi nister van Oorlog als door de betrokken Kamertracties, na deliberate, is aan- vaard. BEZU1NIGING VAN HET ONDERWIJS De minister van Onderwijs heeft het volgende onder de aandacht gebracht van de besturen van door het rijk gesubsi- dieerde inrichtingen van onderwijs: De wettelijke regeling van het onderwijs is deels herzien, deels meuw tot stand ge- gebracht en door de daarbij gestelde voor- waarden is de gelqgenheid tot ontwKke- ling op uitgebreid terrein, alsmede een behoorlijke bezoldiging van het personeel kunnen tot stand komen. Dit alles; heeft van het Rijk gedurende de laatste jaren zeer zware offers ge- vraagd en steltl de schatkist ook voor de tOekomst voor zeer belangrijke uitga ven. 36) „Omdat ik je wantrouwde", viei Al- hette hem in de rede,; „en je ziet, dat ik er reden toe had." ,,Nu je zooveel gedaan hebt," hernam Micaud, „spijt 't mij toch, dat je niet wat beter gezocht hebt en je tevreden steldet met het klad van den brief, want je hadt gemakkelijk den volledigen brief kunnen vinden, met de namen er bij, die ik aan den procureur des konings bekend maak- te." „En die namen," vroeg Soutflard. „Namen, die ik) gefingeerd heb om de politie op een dwaalspoor te leiden." Alliette lachte spottend en zer. „WaarIijk." Ook Soufflard was met overtuigd, want hij zeide: „Dat houdt geen steek." „Maar als ik jelui aanklaagdle, jou en Lesage, dan zou ik toch ook mijzelt in den muil van den wolf werpen." „JaweI," hernam Alliette, ,,maar je hebt zeir eens gezegd, doelende op mij en Sout flard1: „lk zal mij op die 2 wreken, al zou 't mijn eigen kop moeten kosten." Micaud sidderde. „Wie zegt dat?" „Fifi, die het gehoord heett." L)e jongen knikte bevestigend. „Dat zijn allemaal woorden," riep Sout flard. „Er moet) een emtl aan komen." En terwijl hij Micaud als met zijn oogen doorboorde, ging hij voort: „Zooeven heb je van je vrouw een be- wijs gevraagd, zij heeft het gegeven, hier Het is u bekend, dat aan den anderen kant de belastingen, vrijwel de grens van de draagkracht der bevolking hebben be- reikt en dreigen die te overschrijden. Daarbij komt, dat de ingetreden malaise het zoo goed als zeker maakt, dat de op- brengst der belastingen volgens de thans vigeerende wetten in stede van toe te nemen, zich in dalende lijn zal bewegen. Deze toestand maakt het bepaald nood- zakelijk, dat de grootst denkbare zuinig- heid worde betracht in het beheer van in richtingen, die met :^>eun van net Rijk worden in stand gehouden. Hijrnogeertoe leiden, dat bij voortduring door u ernstig worde nagegaan, m hoever door duei- treftende maatregelen de uitgaven kun- gaven kunnen worden verminderd, zonder dat aan het onderwijs zelt schade worde toegebracht. Onder deze omstandigheden acht ik het geraden, u, zooals reeos in mijn circulaires van 26 Februari, 2 Maart en 13 juni jl. betreftende het. nijverheids- en handelsonderwijs geschiedde, nogmaals met klem en nadruk te verzoeken, thans geen plannen in overweging te nemeh, die tot uitbreiding van gebouwen, loka- liteiten, cursussen, schoolpersoneel enz. moeten leiden. Ik zal alleen in de uiterste noodzake- lijkheid bereid worden bevonden mijn toe- stemming te verleenen tot maatregelen, die een verhooging van het bestaande kostencijfer der school tengevolge zullen hebben. Garantien tot het aangaan van leemn- gen van bouwkapitalen voor meuw op te richten of uit te breiden onderwijsinrich- tingen zullen niet dan in strikt noodzake- lijke gevallen kunnen worden toegestaan. Ik vertrouw, dat uw bestuur, den ems' van den toestand beseftende, niets zal nalaten om de regeering te steunen in haar pogen om de dreigende moeiiijk- heden te voorkomen. DE SALAR1SSEN DER RIJKSAMBTE- NAREN. Mr. Treub acht verhooging onmogelijk. De centrale commissie voor georgani- seerd overeg in ambtenarenzaken vergader- de Donderdag j.l. onder presidium van Prof. Mr. M. W. F. Treub. Naar aanleiding van de behandeling van eenige salariskwes- tie's waarschuwde de voorzitter de com missie ernstig geen adviezen uit te brengen. die in verband met den toestand van 's Lands Financien, voor de Regeering on- aannemelijk zouderi zijn. Naar's Voorzitters persoonijke overtuiging laten 's Lands Fi nancien geen algemeene verhooging van salarissen der ambtenaren toe; wil er iets terecht komen van het georganiseerd over- leg, dan dient ook de centrale commissie rekening te houden met den benarden toe stand der financien; ieder dringt op bezui- niging aan; wanneer de ambtenaren bij de Regeering zouden komen met salarisvoor- stellen, die aanzienlijk meer zouden kosten zou de ontstemming tegen hen, die thans reeds, zij het voor een groot deel ten on- rechte, bestaat, zeer zekerlijk toenemen; wenscht de commissie in de tegenwoordlge omstandigheden voor sommige ambtenaars- groepen verhooging van salaris dan moet de consequentie zijn, dat de salarissen van andere ambtenaren worden verlaagd; hij is van meening, dat men bij het beschikbare geld meer zal kunnen doen, indien men door invoering van betere werkwijzen met minder personeel zal kunnen volstaan; spreker wekte de organisaties tot actieve medewer- king. Deze beschouwingen gaven aanleiding tot een breedvoerige gedachtenwisseling. Vervolgens werden de adviezen vastge- steld inzake de salarisregeling o.a. van het personeel bij de Rijksopvoedingsgestichten en het gevangeniswezen, van de ambtenaren van administratie bij de Midd. Iandbouw- scholen. is het. Waar is nu jou bewijs?" „Thuis." „Wat is het?" „De brief, dien ik van dit blad heb rover geschreven en waar de gefingeerde namen in staan, die ik den procureur des konings v/ilde opgeven." „Gemakkelijk gezegd!" „,lk zal vanavond jou en Lesage bij mij thuis brengen ep wanneer ik je dan den brief niet toon, dan kan je met mij doen wat je wilt.' Op een toon van vaste overtuiging riep Alliette uit: „Hij liegt! Hij wil alleen tijd winnen, dat is alles. De brief is al verzonden, jou naam, en die van Lesage staan er in, met die van ons alien als medepljichtigen en hij rekent erop, dat wij voor de iavond valt al zijn mgerekend." Micaud bleet ongevoelig onder deze be- schuldiging. „Wanneer dat zijn' plan is." riep Sout flard uit, „dan is het zeer gemeen." Weer wendde hij zich tot Micaud en vroeg: „Heb je den sleutel van je kamer bijje?" „Geet hier." Micaud haalde een sleutel uit zijn zak en gat dien aan Galgenaas, waarop deze voortging: „Lesage zal1 naar je kamer gaan en er den brief zoeken, die je zegt dat je er hebt achtergelaten, jij blijft bij mij, totdat hij terug komt en als hij terugkomt zonder den briefgenoegdan weet je wat je te wachten staat." Micaud bleet kalm. ,,'t Is goed," zeide hij, ,,wij zullen op de terugkeer van Lesage wachten." Soufflard gat de sleutel aan Lesage en Ten aanzien van het georganiseerd over- leg bij het dienstvak der directe belastin gen, invoerrechten en accijnzen, besloot de commissie te adviseeren tot het instellen van eene commissie voor dit geheele dienst vak. De voorzitter bleelc voornemens de com missie niet voor eind Augustus of begin September wederom samen te roepen. (Corr. Bur.) DE TABAKSWET. Wij hebben reeds gemeld, dat 4 Augus tus a.s. art. 81 der Tabakswet in werking tr-'ed Dit >s het e ^ste artikel der over- gangs- en slotbepaiirgen en verplicht ieder, die een bedrijf uitoefent, waarvoor een be- drijfsvergunning wordt vereischt en die dit bedrijf na het in werking treden der wet wenscht voort te zetten, binnen een maand dus voor 4 September, de aanvraag voor een bedrijfsvergunning in te dienen. Deze schriftelijk onderteekende aanvraag wordt gericht aan den ontvanger der ac- cijnsen, onder wiens kantoor het bedrijf zal worden uitgeoefend. Deze aanvraag houdt in een opgaaf van: a. plaats en dagteekening der aanvraag; b. naam en woonpiaats van.den aanvra- ger of naam en zetel van de vennootschap of vereeniging; c. den aard van het, bedrijf; d. de ligging der Idkalitert of lokalitei- fen, zooals kantoren. fabrieken, verkoop- plaatsen, opslagplaatsen, die voor de uit- oefening van het bedrijf zullen worden ge- bezigd. met vermelding van gemeente, straat wijk enz. en nummer en van de kadastrale omschrijving; e. voor zooveel fabrieken betreft, de lig ging en de bestemmjng der verschillende werkplaatsen en anoere vertrekken. Van als entrepot in gebruik zijnde lokalen be- hoeft geen opgaaf te worden gedaan. Fabri- kanten leggen bij de aanvraag over een gewaarmerkte schetsteekening in tweevoud, op een schaal van ten minste een op hon- derd, aanduidende de uit- en iftwendige in- richting der fabriek. Op de aanvraag wordt binnen veertien dagen door den ontvanger beschikt. is bij het in werking treden der wet nog geen beschikking genomen, of ingeval van beroep nog niet op her beroep beschikt, dan mag met de uitoefening van bedrijf zonder bedrijfsvergunning worden voortgegaan, totdat-de beslissir.g c4> de aanvraag onher- roepelijk is geworden. ONTWARENING. Het is alleen bij ons, dat men in bree- den kring durft spreken over een ijveren voor plotselinge algemeene ontwapening, schrijft de Standaard. In geen land durft zelfs de sociaal-de- mofcraat het aan; ook niet in andere kleine landen. Het anti-rev. hoofdorgaan schrijtt dan verder het volgende: In Belgie sleept het enthousiasme voor een goede verdedigmg ook de sociaal-de- mocraten mee. Zelfs in die mate, dat men den man, die van ontwapening durft kik- ken, we! te lijt zou willen gaan. En een sociaal democratisch leider als minister Vandervelde wijst met ernst op het stand- punt, steeds naar zijn meening door de sociaal-democraten ingenomen, dat het va- deriand moet worden verdedigd en dat men voor een weermacht heeft te ijveren. Al wat men ons in den laatsten tijd omtrent de Belgische sociaal-democraten heeft willen wijsmaken^ mist dan ook al ien grond. De soc.-democraten komen er daar hoogstens, omj tegenover den al te grooten ijver van anderen te wijzen op het oordeel van de militaire autoriteften in ons land. Wie in deze dagen een klein land als Zwitserland bereist, bemerkt overal een zei: „Hier. Ga er heen en kom zou gauw mogelijk terug." Lesage wilde heengaan, toen Fill hem met een gebaar terughiefd en zeide: „Doe maar geen moeite, oem." „Wat bedoel je." „Dat de moeite vruchteloos zou zijn." „Hoe dat?" „De brief is met bij hem thuis." „Hoe weet je dat?" ,.Ik heb hem gezien." „Waar?" ,,Bij hem." Toen Fifi dit zeide, sidderde Micaud en Alliette riep op zegevierenden toon „Ik had 't wel geraden." Souftard zeide tegen Micaud: „Hoor je dat?" Deze zeide onverschillig: „Jawel." „Nu?" „Fouilleer mij maar." „Dat zal niet eens noodig zijn, Micaud", zeide Fifi. „Laat je hand maar eens zien." Spottend vroeg Micaud: „Welke?" De rechter." Micaud stak zijn hand uit met de vin- gers gestrekt: Er was niets in. Fifi keek vreemd op. „En toch heb ik niet gedroomd," riep hij uit. „Ik heb duidelijk gezien, dat hij een briet uit zijn jaszak haalde en zijn hand langs zijn been liet afglijden." >,Hij zal hem, in zijn anderen zak ge- stoken hebben," meende Lesagg. „Dat moet weL, otschoon ik mij met begrijpen kan hoe hij 'm dat gelapt moet hebben, want ik heb van dat oogenblik at goed naar hem gekeken en hij heeft militaire beweging, die zou doen denken aan de dagen der mobilisatie. Ook in so- ciaal-democratischen kring erkent men daar de waarde der verdediging en een goede voorbereiding daartoe. In Zweden, zoo werd ons gem eld, stel- len de socialisten zich op dit standpunt, dat men zich wel tot het uj^trste heett te beperken,j maar van een atzien van alle weerbaarheia wordt daar met ge- waagd. Het is alleen in ons land, dat de so ciaal-democraten, belust op politieke winst, de misleiding van de ontwapening aan- durven, zoo besluit het blad. Het pleit met voor ons volk, dat men er succes mee denkt te behalen. DE TOESTAND. De draaalooze dienst der Engelschen heeft een overzicht gegeven van de Britsche nota aan de Fransche regeering. Er blijkt daaruit, dat Engeland vast op zijn stuk blijft staan, en niet alleen het zenden van Fransche troepen naar Opper-Silezie, zonder uitdruk- keljjke goedkeuring van denOppersten Raad, ongeoorloofd noemt, maar er ook bij blijft, dat deze troepen voikomen over- bodig zijn, mits de beslissicg niet langer wordt uitgesteld. In zijn soberheid ver- raadt zelfs het korte overzicht een zeker ongeduld in de nota. Verder echter bevatte het ochtendblad een Reuter-telegram over dit onderwerp, dat aan de nota een zeer bits karakter geeft. Volgens dit telegram wijst de nota, naar aanleiding van het aanaringen der Franschen op het nenden der troepen erop, //dat dat geen grondslag is, waarop het mogelijk is, eenige toekomstige politiek samen te voeren, en dat nadere besprekingen niets goeds zullen uitrichten, totdat Engeland een helder inzicht heeft in de bedoelingen van Frankrijk". Al volgt daarop ook de verzekering, dat de Engelscbe regeering uiterst verlangend is, alle middelen te overwegen, waardoor zij Frankrijk kan tegemoetkomen, deze wjjze van zeggen, zou, als Reuter den geest der woorden juist weergeeft, een zoo krasse uiting van wantrouwen zjjn, dat men de nota als een zeer ernstig staatsstuk moet besehouwen. Het wordt op die manier Briand, die voor zijn, tegenover Engeland verzoenende politiek te Parjjs hevig moet vechten tegen lieden, aan wier zjjde men zelfs den president mag vermoeden, niet gemakkeljjk gemaakf, den weg tot eeD schikking te betreden. Men krijgt steeds meer den indruk, dat de tegenstelling tusschen Londen en Parjjs op den duur zoo groot is geworden. dat de Opper-Silezische kwestie niet meer de oor- zaak van het geharrewar is, maar veeleer een aanleiding, waarin dit zich kan niten. Ook ziet het er uit, dat Engeland forscher wordt, naarmate twee groote zorgen, de bedreiging van Konstantinopel door de Kemalisten, en de Iersche kwestie, op den achtergrond worden gedrongen. De felle vijandschap tusschen Lloyd George en Lord Northeliffe heeft thans geleid tot een dramatische gebenrtenis in het Engel scbe parlement, waar de koning, bij monde van zijn eersten Minister, verklaringen, die Lord Northeliffe tegenover een journalist zou hebben gedaan, als onwaarheid heeft bestempeld. Lloyd George heeft zeker met groote vrengde zoo grof gescbut tegen zjjn bitteren tegenstander opgestela. Northeliffe zijn hand niet meer bewogen." „Dan moet hij. den brief in zijn broek- zak hebben gestoken," veronderstelde Soufflard. Als antwoord keerde Micaud de beide zakken van zijn broek om; er was niets in. „,Ot misschien in een van zijn schoe- nen," zei Lesage weer. Micaud trok zijn beide schoenen uit en zette ze op de tatei voor Galgenaals neer, die ze onderzocht. „Niets/' Hij naderde Micaud en bevoelde zijn kousen, maar ook daaronder was niets verborgen. „Komaan, trek! je jas en je vest uit en doe j'a das at," beval Soufflard. Micaud gat zonder bedenking alle klee- dingstukken af, die men hem vroeg. Allen ondcrzochten en bevoelden ze, maar zonder eenig resultaat- „Hij heeft hem ook niet in zijn zak kunnen steken," riep Fifi kwaad. „Ik heo geen oog van hem atgehouden, dus als hij het gedaan had, zou ik het gezien hebben." Daarna, terwijl hij zich voor het hoofd sloeg, riep hij: „Hij zal den briet in zijn mouw ge- stopt hebben." Micaud stroopte zijn beide hemdsmou- wen tot boveni de elleboogen op, om te laten zien dat ook daar niets was. Fifi stond er beduusd van. Met een zeker soort van bewondermg zei hij: „Waarachtig, jongens, hij is een goo- chelaar zooals er geen tweede bestaafy want ik heb toch met mijn eigen oogen gezien, dat hij den briet in zijn hand had." Micaud haalde zijn schouders op. ontkent echter, iets dergeljjks te hebben gezegd. Volgens een mededeeling van de New-York Times zouden bedoelde woorden inderdaad niet door koning Northeliffe zelf, doch door diens minister Wickham Steed, den bekenden leider van de buitenlandsche afdeeling der Times, zjjn uitgesproken. In ieder geval zullen wij met zekere sportieve belangstelling toezier, hoe deze f politiek-journatistieke koksmatch tusschen j de beide zwaargewicht-kampioenen, waarbjj zelfs de koniDg van Engeland binnen den riDg is gehaald, verder afloopt. DE TAALKWESTIE IN BELGIE. De Kamer heeft het wetsontwerp be- treffende de regeliDg van het taalgebrnik in beBtuursaacgelegenheden in zijn geheel aaDgenomen met 74 tegen 57 steinmeo en 14 onthoudingen. De ministers Destree, Neujean en Deveze stemden tegen. In Augustus 1920 werd het ontwerp reeds met groote meerderheid door de Kamer aangenomen. De senaat heeft het daarop geameDdeerd, tegen den zin der Flaminganten in. die ten slotte evenwel genoegen namen met het gewjjzigde ontwe p. Het ontwerp werd daarna opnieuw in de Kamer behandeld, doch inmiddels waren vele Katholieke Waalsche Kamerleden van houding veranderd. zoodat de wet thanB slechts met een betrekkelijk kleine meerder heid werd aangenomeD. DREIGENDE STAKING VAN 20.000 WERKLIEDEN TE GENT. Het conflict tusschen werkgevers en werk- lieden in de centrale spin- en weefnjjver- heid, dat nu reeds meer dan een maand duurt, dreigt zeer noodlottige gevolgen te hebben. Er is geschil over de volgende punten de vakvereenigingen waren met de patroons overeengekomen over een loonsverminde- ring van 0.10 fr. per uur. De patroons kwamen naderhand met een vermindering van 0.20 fr. voor den dag, die natuurijjk door de werklieden werd afgewezen. De werkgevers hebben thans als laatste voor- stel 0.15 fr. vermindering aangeboden. Ook dit voorstel werd door de werklieden van de hand gewezen. Niettegenstaande de af- spraak met de vakvereenigingen da Iconen met 0.10 fr. te verminderen, bljjven de patroons hardnekkig vasthouden aan 0.15 fr. Het verschil zou voor elke fabriek enkel 20.000 fr. per week zjjn. De werklieden zjjn van hun kant ook niet gei eigd tot toege^en. Kan er deze week geen overeenkomst getroffen worden, dan zal dat ten gevolge hebben, dat de geheele centrale textiel-nijverheid stil komt te staan, waardoor meer dan 20,000 werk lieden zonder broodwiDDing komen. TWEE M1LLIOENEN VROUW EN OVER, MAAR NIET TE VEEL. ,/Wat moet er gebeuren met de twee millioen vrouwen, die er thans //over" zjjn in Engeland Lady Asquith heeft hierover een en ander gezegd tegenover een verslaggever van de //Daily Mail". Wij moeten, zeide zij, het feit onder de oogen zien, dat ten gevolge van den oorlog voor vele meisjes, die de hoop hadden gekoesterd, nog eers vrouw en moeder te worden, die kans verkeken is. Naar mijn oordeel behoef't echter geen enkele vrouw zichzelt overbodig te acbteaofbang te zijn, dat ze niet even goed een nuttig en gelukkig leven zal kunnen leideD. Het is merkwaardig, dat U juist nu bij mij „Nu heb je al mijn zakken nagezocht, mijn schoenen heb ik uitgetrokken, je hebt mijn kousen bevoeld en ik heb mijn Temds- mouwen opgeslagen, zonder dat de briet gevonden is. Fifi heeft aldoor naar mijn hand gekeken, waarin; hij meende dat ik een briet hield en hij zegt zelt, dat ik mijn hand niet bewogen heb. Is het nu nog niet duidelijk, dat Fifi zich vergisv?" ,,1'k begrijp er niets van," zeide Al liette, en toch zou ik durven wedden, dat Fifi zich niet vergist heeft." „Weet ,'je 't Wei zeker, Fifi?" vroeg Soufflard aan den jongen. „Zoo zeker als ik weet dat mijn naam Fifi Vollarct is en dat papier kan niet an- ders geweest zijn) dan de beruchte briet, dat weet ik ook zeker." Micaud riep Iachend' uit: „Hoe langer hoe fraaier." Maar Fifi riajj driftig: ^Lach met, toen Alliettte zeide dat je misschien den briet! nog bij je had, zag ik dat je bleek werd en toen heb je aen briet uit je zak gehaald, heel langzaam en voorzicbtig, met; de angst op je ge- Iaat. Eensklaps werd je gezicht weer kalm, dat was toen je den oriet in veilig- heid hadt gebracht' Micaud bewaarde een mmachtend stil- zwijgen en bepaalde er zich slechts toe, zijn schouders op te halen. „Luister eens, Micaud," zei Galgenaas tegen hem, „ik sta er beslist op, dat dit geheim wordt opgehelderd en daar- om zeg ik je, dat wij den dag en de:. nacht te zamen zullen doorbrengen, jij, Lesage en ik, en da. je geen step van mij vandaan moogt gaan, voordat ik weet waar ik mij aan te houden heb." Micaud zei bedaard: „MiJ goed." (Wordt vervolgd.) Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN Gelet op artikel 219 van de gemeentewet brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen, dat de rekening van de inkomsten en de uitgaven dezer gemeente over bet jaar 1920 aan den Raad is overgelegd en die rekening van den lsten Augustus tot den 15den Augustus a.s. op de secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage zal liggen en tegen betaling der kosten in afschrift verkrijgbaar is. Ter Neuzen, 29 Juli 1921. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIILLE, Secretaris. „ja."

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 1