Een Huis en Tuin, GEMENGDE 8ER1CHTEN, BIJDRAGEN TEN BEHOEVE VAN DEN BOUW VAN WONINGEN. De minister van Arbeid he'ett de na- volgende bijdragen toegekend ten behoe- ve van den bouw van vvoningen aan de gemeente Oostburg 1 1520 voor een wo- ning van A. van Male/ t 1425 voor een woning' van W. F. Suurlant, f 1880 voor een woning van A. G. Kievit; aan de gemeente Clinge 1 1360 voor een woning van H. J. Bogaert; aan de gemeeflfc Ossemsse 11000 voor een woning van P. Neve J.Tzn,; aan de gemeente Oos;- burg til00 voor een woning aan Iz. Leen- houts, 1 1390 vocr een woning van E. J. Fijnaat; aan de gemeente Homenisse t 1350 voor een woning van, P. Durinck'. ZEEUWSCHE POLDER- EN WATERSCHAPSBOND. Maandagmorgen vergaderde te Middel- burg de Zeeuwsche polder- en waterschaps- bond, or.der voorzitterschap van den heer Mr. P. Dieleman. Van den heer W. Kakebeeke was bericht ingekomen, dat hij onverwachts verhinderd was, de vergadering bij te wonen. De voorzitter heette de aanwezigen wel- kom, inzonderheid de ingenieurs van den Rijkswaterstaat en de vertegenwoordigers van den Zuid-Hollandschen waterschaps- bond. De notulen der vorige vergadering en het 110. reeds gepubliceerde jaarverslag werden goedgekeurd, evenals de rekening ^elke aanwijst een ontvang van 1740 en een uitgaaf van f 1567,70, alzoo een goed slot van f 172,30. Aan de beurt van aftreding als bestuurs- lid waren de heeren I. J. Risseeuw te Oost- burg en Pr. Kerckaert te Westdorpe, met wie resp. worden aanbevolen de heeren P. W. Maarleveld te Biervliet en H. J. "Van Waes te Westdorpe. Herkozen werden de beide aftredende heeren. Onder de mededeelingen van het bestuur was er een, dat besloten is het maandblad „Het Waterschap" te vervangen door „Wa- terschapsbelangen". dat beter wordt geacht en waarin een rubriek Zeeland onder re- dactie van den heer J. F. Magendans zal worden opgenomen. Vervolgens werden enkele mededeelingen gedaan over de afdeeling op de Provinciale landbouwtentoonstelling, waarvan de bond de verzorging op zich heeft genomen. Deze afdeeling zal de zeeweringen, de wegen enz. omvatten en tevens propaganda maken voor den Bond. Nadat Ged. Staten hunne goedkeuring hadden onthouden aan de begrooting van een waterschap, waarop de contributie voor den bond is uitgetrokken, heeft het bestuur in een uitvoerig schrijven er op gewezen welk een nut er aan de aansluiting verbon- den is en er op aangedrongen, dat Ged. Staten zulk een contributie wel zullen goed- keuren. Er werd echter kortweg geant- woord, dat Ged. Staten geen termen kunnen vinden op hun besluit terug te komen. Vervolgens hield de heer jhr. R. de Muralt, lid der Tweede Kamer, een rede over Oevervallen, oeverafschuivingen. Spreker zeide gaarne zijn theorien, die nog nimmer door ingenieurs zijn weerlegd, te willen uiteenzetten. De best denkbare toestand is, dat een bui- tendijk onder- en boven water geheel uit klei bestaat, maar zulke dijken komen in Zeeland zoo goed als niet voor. Vele pol- derbesturen denken goede dijken te hebben maar het zijn slechts dijken van zand mei een laagje klei. Zulk een goede dijk kan door een sneller stroom van bijv. 70 c.M. per sec., op der duur worden ontgrond, waarvan ondermij- ning van de bazaltglooiing met de daaraar verbonden groote kosten van herstel, het gevoig zal kunnen zijn. Dat bij bestortingen de scheepston als eenheid wordt genomen, is het gevoig daarvan, dat men het anders niet best kan aangeven. Heeft men bijv. een kleioever, dan zou een bestorting van 20 c.M. dikte votdoende zijn; omdat het een stroom van 70 op 50 c.M. per sec. vermin- derd, en dit wegspoelen voorkomt van de klei. Het gewicht wordt aangegeven, omdat dat tevens ongeveer de dikte aangeeft. De steenen zakken steeds weg en een bestorting van bijv. 1 meter, wordt door den tijd 50 c.M., wat weer te gering is, omdat het zand er weer doordringt en den dijk ondermijnt. Onder het water kunnen zeer stijle taluten ontstaan, en dit is oorzaak van een gewone oev. rafschuiving; men moet dit trachten te voorkomen door het leggen van een rijs- zinkstuk met steenbestorting. Gevaarlijker wordt de toestand, als er sprake is van een oeverval die spreker buiten Zeeland alleen in Indie en Japan aantrof. Er zijn in Zeeland oevers, waar de zee bij elk tij in den polder dringt, zoo werd Koudekerke (Schouwen) een ton water ge- zet, die met eb en vloed 60 c.M. verschilde, in hoogte van het water. De hoofdingenieur heeft groote studie ge- maakt van deze overvallen en noemde als oorzaak den hydroatischen druk. Bij elken vloed loopt het water in de zandmassa en komt met eb weder uit. Het water tegen den oever is dan ook dikwijls troebel door dat het in den polder komt. Vooral in de Bevelanden komt dit voor. Het is een bewijs, dat elke waterverplaatsing den toestand slechter maakt, al geeft dit niet in enkele jaren. maar wel in enkele tientallen jaren, temeer waar het in en uit- loopen van het water steeds makkelijker wordt. De snelheid per sec. vermeerdert steeds. In de zandmassa ontstaat door de beweging van het water een ievende kracht, die ten slotte het zand in horizontale rich- ting wegtrekt, er is een oeverval ontstaan. Vooral bij lage ebbe moet nauwkeurig wor den nagegaan of geen begin van oeverval ontstaat op eenigen afstand van den voor- oever; hij waarschuwde in 1908 in gelijken geest te Alkmaar en in 1916 verzakten de dijken op de door hem als gevaarlijk aan- gewezen plaatsen. Men kan dit verder voorkomen door flin- ke, zware rijszinkstukken, de bewijzen daar van heeft de praktijk geleverd. Deze vooroevervallen zijn een der groote calamiteiten, die een polder kunnen treffen. De laatste vijftig jaar zijn nog nimmer dij ken doorgebroken of zij waren te laag. Al leen als een dijk flink te laag is en de gol- ven er goed over kunnen slaan, zal hij het beter houden dan een minder lage, niet hoog genoegen dijk. Ook kan verzakking ont staan door te veel verzwaring der dijken, al kan grondverhooging ook wel goed zijn. De bestudeering van dit alles was noodig om te komen tot een verhooging van dijken zonder gebruik van zand. Daarbij kwam o.a. ter sprake de wensch, bestaande wegen over 1 en langs de dijken te behouden. Op weten- j schappelijke gronden moest worden nage- j gaan hoe de dijkdoorbraken ontstaan, en j men kwam o.a. tot een strijd tusschen spre- I ker en collega's van hem, of het water in de dijken in Zeeland dringt van buite.naf of door overslaan. Spreker meende steeds het laatste en kreeg dan ook ten slotte gelijk, van de best onderlegde ingenieurs. In den breede toont spreker aan de hand van schet- sen waarvan hij gedurende zijn geheel betoog gebruik maakte aan, dat een dijk breuk steeds in het midden van den dijk ont staat, loopt er water in de ontstane scheur, dan zal het in den dijk invreten, wat te er- r wordt naar mate de diepte der scheur en daardoor de kracht van het water. Theo- retisch zijn de dijken in Zeeland te breed, maar practisch moeten zij goed breed en hoog zijn daar de dijken er niet zijn om het water binnen te laten, maar om het er uit te houden. Men moet zorgen, dat het water niet in de ontstane scheuren kan komen en dit kan door een muur op den dijk te zetten. De betonmuur moet echter niet te duur wor den, anders kan men beter grondverhooging toepassen, doch dan komen er dikwijls ook weder kosten bij van verbreeding der dijken of verlegging van wegen. In de eerste plaats moet door grondboringen worden nagegaan of er geen veenlagen in den dijk zijn, die een te zware draoht niet kunnen torsen, want dan is zeker een verhooging van licht ma- teriaal gewenscht. Van de gelegenheid tot vragen te stellen. werd o.a. gebruik gemaakt door den voor zitter van den polder Walcheren, den heer Mr. H. F. Lantsheer, die mededeelde, dat men bij de heerschende droogte in Walche ren kiaagt over zout water in den grond en de vraag stelde of dit soms ook kan ko men door het inloopen van zeewater onder door de dijken. De heer De Muralt acht dit zeer wel mo- gelijk. Is er veel zoet water in het land dan houdt dit het zwaardere zouten water onder, maar als er weinig zoet water is, dan komt het zouten water boven. De voorzitter bracht onder applaus der vergadering den heer De Muralt dank voor z'jn belangrijke lezing. Vervolgens kwam aan de orde het vraag- stuk van het nieervoudig stemrecht in de polders en waterschappen, wat werd inge- ieid door den heer Mr. H. van der Beke Callenfels, die de geschiedenis van het ar- tikel in het polderreglement, dat meervou- dig kiesrecht toelaat, naging, en wees op de verschillende bezwaren die er tegen worden gemaakt. De polders en waterschappe^i zijn publiekrchtelijke lic'namen en kunnen dus met gemeente, provincie en rijk op een lijn vvorden gesteld. De polders behartigen ech ter zeer direct de belangen van de land- eigenaars, dit is wel geen principieel, maar wel een gradueel verschil; het betreft hier geen politiek maar een zakelijk recht. Bi enkelvoudig stemrecht heeft bijv. de N. V. Wilhelrninapolder slechts een stem voor 1400 H.A. grond en dit is onbillijk, ai zou spreker daarom nog niet alom het meer- voudig stemrecht willen invoeren en geeft hij toe, dat de groote grondbezitters reeds als zoodanig grontpn imdnpd nn^p Heinere met A.anbehooren en Erf aan de Gentsche straat, kadaster sectie C nummer 233, groot 2,99 aren (20 roeden), alsmede Stal en Erf, kadaster sectie C nummers 1284 en 1285, groot 67 c.a. van het land, maar ook de bewerkers van het land en deze zullen dan ook even goed recht moeten hebben mede te spreken over die belangen, dit zal in ernstige overwes^g moeten worden genomen. Kaoitaal en ar beid moeten gelijke rechten hebben, mede ter voorkoming van de treurige socidle bot- singen. De heer Lantsheer voelt daarvoor wel iets. mits, naast rechten ook plichten staan. De heer Van Niftrik voelt dit ook zoo, dit alles zal moeten worden voorbereid. De voorzitter deelde mede, dat het be stuur de zaak van gezamenlijken aankoop van grind en steenslag nader onder de oogen ziet, hij zou deze zaak commissio- riaal willen maken. De heer Van der Beke Callenfels deed nog enkele mededeelingen betreffende de rapporten uitgebracht op het wegencongres in 1920, waarvoor de voorzitter hem dank bracht. Bij de rondvraag bracht een der afge- vaardigden van den Zuid-Hollandschen Bond dank voor de uitnoodiging en de woorden van welkom, met groote vreugde heeft men de tot standkoming van den Zeeuwschen Bond begroet en met bdang- srelling deze vergadering bijgewoond. Spre ker uit de beste wenschen voor den groei en bloei van den Zeeuwschen Bond. De voorzitter sloot hierop de vergadering waarvan het laatste gedeelte o.a. was bij gewoond door den waarnemenden burge- meester van Middelburg, den heer Mr. A. A. de Veer en den gemeente-secretaris. In de benedenzaal der societeit werd hierop de gemeenschappelijke lunch ge- bruikt, welke zich door de goede bereiding uitstekend liet smaken. Aan tafel bracht de heer Schonfeld, inge- nieur van den Rijks Waterstaat te Vlissin- gen, namens de gasten dank voor de ont- vangst, de vergadering heeft men met be- langstelling gevolgd en met groot genoegen de lunch medegemaakt. De heer De Veer sprak namens de ge meente Middelburg, die het op hoogen prijs stelt de Bond te Middelburg vergadert, te meer waar het zelf ligt midden in een be- langrijken polder, doch zonder de finan cieele lasten te gevoelen. Spreker brengt een dronk uit op den Polder- en Water- schapsbond. De heer Streefkerk, die ongevraagd het woord verkreeg, zeide onvoorbereid te zijn maar vond toch gelegenheid te wijzen op het belang van de electrificatie der provin cie ook voor de bemaling dfer polders. De heer Dieleman wees er op, dat Ope zonder exr 5de kl. G daarmee gi Het Rotterdam, Zeeuwsch-Vlaanderen alleen door den heer Dees is vertegenwoordigd, het wil zoo gaar ne bij Nederland hooren, maar wellicht wa ren het om hen te gerieven beter te Gent te vergaderen. Hulde brengt spreker aan het krachtige gemeentebestuur van Middelburg, dank aan het bestuur van den polder Walcheren voor de toegezegde ontvangst te Westkapelle. Het bestuur moet zorgen, dat Walcheren spoedig „droog" ligt, niet op het gebied van alcoholgebruik, maar door het maken van een flink gemaal, daarbij het voorbeeld van Schouwen volgende. De heer Mr. Van der Veer bracht een dronk uit op Mr. Van der Beke Callenfels, die als tweede secretaris zooveel voor den Bond doet. Na de lunch werden een zevental auto's en de drie autobussen van den dienst Wal cheren bestegen voor een Excursie naar den Westkapelschen zeedijk. Er werd gereden over den Noordweg naar Domburg en direct door naar Westkapelle. Even voordat de zeedijk werd bereikt, wer den de auto's verlaten en de duinen over- gestoken, om te komen bij de eerste zee weringen, die tot den oververdediging van den Westkapelschen dijk berekend worden. Daar ter plaatse werd een stuk betonnen zeeweringsysteem-De Muralt in oogen- schouw genomen, ter plaatse waar men dit jaar nog voor f 11.000 steen heeft moeten storten voor verdediging van den onder- zeeschen oever. Sinds dien heeft de Aanhoudende Noor- denwind veel zand hieraeen gevoerd en nu zou men denken, dat die steenstorting niet noodig was geweest, maar in deze is het de schijn die bedriegt. Vervolgens werd gewandeld in de richting van den ijzeren lichttoren op den dijk en on- derweg werd de sterke-zeewering van palen rijen, bazaltglooiing en rijswerk in oogen- schouw genomen, het water stond op dat oogenblik te hoog om ook de onderzeesche werken goed te kunnen zien. Maar toch kon- den de deskundige excursisten zich ovrtui- gen welk een reuzenwerk op waterbouw- kundig gebied, deze dijk steeds blijft. Bij genoemden lichttoren werden de auto's weer bestegen en werd nu gereden naar het Polderhuis, waar vriendelijke jonge meisjes drank en spijs aanboden en waar de heer Mr. Lantsheer, alien namens het polderbe- stuur welkom heette. Waar hij het in de j vergadering had over een boer die sprak van zout water in den polder, zegt hij, dat de stedelingen niet veel beter zijn, als zij de legende verspreiden, dat bij doorbraak van den dijk het water op Walcheren tot aan het haantje van den Middelburgschen Langen Jan zou komen. Maar al is dit niet het ge- val, een doorbraak van den dijk zou zeker als een nationale ramp worden beschouwd, daarom zal het polderbestuur van Walche ren steeds gereed staan om het mooie Wal cheren, het geliefde Zeeland te beschermen. Spreker wenscht de heeren ook verder een prettigen dag toe. De heer Dieleman bracht dank voor de guile ontvangst en uitte zijn beste wenschen voor Walcheren, dat hij spoedig een deug- delijke bemaling toewenscht. Na het gebruik der versnaperingen werd de terugreis naar Middelburg, weder over Domburg aanvaardt. Hadden wij heen de gastvrijheid genoten in de auto van den voorzitter van den polder Walcheren, daar deze niet naar Middelburg terugkeerde, namen wij terug plaats in de grootste der autobussen en konden ons daarbij overtuigen, dat op een snikheeten dag als gisteren ook in die bus voldoende ventilatie is en dat de bus ook op den min der goed liggenden Westkapelschen weg, niet hinderlijk schokte. BOSCHKAPELLE. De verleden week nabij de kom der ge meente gedolven waterput, blijkt een ware redding te zijn uit het zeer groote water- gebrek. Hij geeft zoet water, dat 's morgens helder is, doch 's avonds troebel' wordt, omdat er den ganschen dag door ieder wordt gehaald voor mensch en vee. En hoeveel er overdag ook1 wordt ge- schept, 's morgens is hij steeds gevuld. Een velaarbeider zou zijn mak|kers eens op een eigenaardige wijze toonen, hoe droog het wel was. Hij nam een suikerbeetenblad, deed het in kleine stukjes, stopte zijn pijp en. rookte deze leeg. SCHOONDIJKE. Begunstigd door het zeer fraaie zomer- weer had ji. Zondag de feestelijke herden- king plaats van het 30-jarig! bestaan der muziekvereeniging „Oetening kweekt kunst". Aan dit festival namen, napr aan de Midd. Crt. wordt £emeld, alto bestaande gezelschappen 14 van Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen deel, benevena de drie zangvereenigingen, de Vereerugde Vrienden van :Sas Van Gent en de Posttan- tare van Vlissingen;. De Schoondijkenaars hadden; gewedij- vert in het plaaisen van traaie eerepoorten, een zestal, die alien gezien mogen worden, en alls een; verschillehd motiet tot grond- slag hadden. Na den omgang door de gemeente werd ten raadhuize de eerewijn aangetjoden. Burgemeester I. Scheltus heette de aan wezigen welkom en in een gloedvoile rede dankte hij eerstens voor de grooite belang- stelling bij het jaarleest der jubileerende vereeniging en weidde verder uit over het nut en het aangename van eem muziek vereeniging. vooral voor het dorjpsleven. De voorzitter, de heer J. A. Gansberg, dankte den eere-voorzitter zeer voor diens rede en vertolkte verder de moeilijkheden voor een muziekvereeniging, vooral in ver- band met steeds wisselende krachten, zoo- dat een jubile als dit wel gemomoreerd mag worden. Hij had tevens gelegenheid den directeur Iz. Dubois te huldigen, die vanat de oprichting de dirigeerstok voert. Een woord van Hulde werd den burge meester gebracht voor de door dezen ge- schonken lauwerkrans welke in den stoet werd meegedragen door twee jonge da mes.. Bij de verloting der premies waren de gelukkigen: Sint Kruis f 40Oostburg f 30 Groede 125; Aardenburg t"20; Waterlands- kerkje en IJzendijke ieder f 15Zuidzande tlO. Van de zangvereenigingen kreeg Zuid zande t 10, Groede t 7,50. Aan de jubileerende vereeniging werd een medaille geschonken door een Schoon- dijksch muziekliefhebber en door jhr. R. de Muralt, donateur der Vereeniging. 's Avonds werd een vuurwerk aIgesto ken, geleverd door de tirma Ruvsch te Utrecht' waarmee de firma veel eer inlegt. Natuurlijk was den ganschen dag een talrijke menigte op de been. Ds. J. E. Goris, predikant bij de Geref. kerk alhier is beroepen bij die gemeente te Giessen, Oud en Nieuwkerk. KOEWACHT. Dinsdag slaagde in Breda voor de hoofd- akte den heer G. Boddaert, onderwijzer aan de School „Oude Molen" alhier. OVERSLAG. Zaterdag n.m. ontstond omstfeeks drie uur door onbekende oorzaak brand in een der bijgebouwen op het hot van den landbouwer L. van Holle, wonende in het midden van het dorp. De vlammen sloegen over van het eene gebouw op het andere en weldra stond de kapitale schuur in lichtelaaie. Ook de gebouwen van E. van Assel en F. dc Meij, staan,de aan den overkant der straat, werden door hetf vuur aangetast, alsmede een stal van den klompenmaker Van Acker. Op dat oogenblik liet het zich aanzien alsot het heele Belgische dorp in de asch zou worden gelegd. Gelukkig keerde de wind, maar nu dreigde weer van een anderen kant gevaar. Door den vrij he- vigen zuidenwind werden de vuurglin- sters ver meegevoerd. Een glinster kwam terecht op het strooien dak van de schuur van den landbouwer C. de Letter, in een oogenblik stond deze schuur, benevens die van G. Bruggeman, alsook de stal van E. Himschoot in brand. Ook aan het huis van laatstgenoemde kwam een be gin van brand. Nu was het Hollandsche deel van het dorp in gevaar. De inwoners brachten voor zooveel zij konden hun bezittingen in veiligheid. Angst was op aller gezichten te lezen. Gelukkig werd de brand met vereende krachten gestuit, waarbij de brandweer van Zuiddorpe uit- stekende diensten bewees. Persoonlijke ongelukken zijn niet te be- treuren, ook zijn geen dieren in den brand gebleven, maar de schade is aanzienlijk. RECHTZAKEN. Arr. Rechtbank te Middelburg. De rechtbank heeft in hare zitting van 19 Juli de volgende vonnissen uitgespro- ken; C. B., oud 33 j., landbouwer te Oost burg, gedetineerd, is wegens verduistering veroordeeld' tot 6 maanden gevang., met aftrek prev. hecht. J.; W. v. d. H.. ond1 28 j., visscher te Breskens, is wegens beleediging van een ambtenaar veroordeeld tot 15 gld. boete ot 15 dagen hecht. A. J. D., oud 33 j., werkman te Axel, is wegens dietstal veroordeeld tot een maand gevang. A. v. O., oud 44 j., koopman te Koe- wacht, is wegens eenvoudige beleediging veroordeeld tot 20 gld. boete ot 20 da gen hecht. L. T., oud 31 j., landbouwer te Sel- zaete, is wegens wederspannigheid, ver oordeeld tot 14 dagen gevang. J. A. Th. V., oud 21 j'., slagersknecht te Ter Neuzen, beklaagd van mishandeling, is vrijgesproken. Door A. D., herbergier te Axel,, is cassatie aangeteekend tegen het vonnis der rechtbank te Middelburg, waarbij is bevestigd het vonnis van den kanton- rechter te Ter Neuzen, bij welk vonnis hij terzake van vefkoop van sterken drank zonder vergunning was veroordeeld tot 2 maal 12.50 gld. boete ot 2 maal 10 da gen hecht. Provinciale Staten van Zeeland VERGIFTIG VOEDSEL. Twee kinderen overleden. Vier kinderen van winkelier Pasveer te Heerenveen werden Zondagavond plot- seling ernstig ongesteld. Geneeskundigen constateerden vergiftiging door gebruik van verkeerd voedsel. Twee kinderen overleden spoedig; de andere zijn beterende. Koop 2. 3<in dp 7l1tHcfrO-itr\~ Vergadering van Dinsdag 19 Juli 1921. De vergadering wordt te 10 uur door den Voorzitter heropend. Aanwezig zijn 40 leden; afwezig is de heer Van Oeveren en ook de heer Gunst, welke laat ste in den namiddag ter vergadering kwam. Nog zijn ingekomen; een verzoek van de Nederl. vereeniging van Gemeentebelangen om f 1000 subsidie; een verzoek van de commissie voor het stich- ten van een lagere landbouwschool te Oostburg om steun bij den bouw der school en het aan- koopen van den grond. Deze 2 stukken worden verzonden naar Ged. Staten om advies. Eveneens geschiedt zulks met een adres van de Afd. Schouwen en Duiveland der Land- bouwmaatschappij waarin bezwaren worden ge- opperd tegen het uitschakelen van een der voor den dienst op Schouwen bestemde booten, wel ke vervangen is door de kleinere van den dienst W alsoordenHansweert. De heer De Meij opperde bezwaar tegen het ?-3 lahge baan schuiven van deze zaak en meende, dat er grond is voor de geopperde be zwaren. De heer Van Rompu weerlegt die bezwaren; de boot van Walsoorden heeft ook bij slecht weer en zware belasting goed voldaan. Er is nimmer een ongOval mede voorgekomen. De heer Moelker vraagt, of de boot ook ge- schikt zou zijn voor de lijn BreskensVlis singen. De heer Van Rompu zegt volmondig: ja, in- dien de boot groot genoeg ware. Daarop wordt het adres gesteld in handen van Ged. Staten om advies. Benoeming Hoofd-ingenieur. Ged. Staten vinden in bijzondere omstandig- heden ,te hunner kennis gekomen na het op- maken der voordracht, aanleiding deze terug te nemen. De heer Van Niftrik wil in geheime verga dering hierover wat zeggen. Er wordt overgegaan tot het houden eener geheime vergadering, die drie kwartier duurt. waarna de mededeeling van Ged. Staten voor kennisgeving wordt aangenomen. Rechtspositie ambtenaren. Inzake de mededeeling van Ged. Staten om- trent de regeling van de rechtspositie van de Provinciale ambtenaren en werklieden werd het woord gevoerd door den heer De Meij, die be- pleitte de toekenning van een vacantie-toeslag van een vijftigste der jaarwedde, met een mi nimum van f 30 en onder voorwaarde, dat min- stens 6 achtereenvolgende dagen vacantie wordt genomen. De Voorzitter meent, dat regeling der va- cantietoeslagen niet bij de rechtspositie be- hoort, terwijl het als afzonderlijk voorstel niet kan worden behandeld. Indien het ondersteund wordt, kan het wel later behandeld worden. De steun wordt verleend en besloten, dat de heer De Meij bij den aanvang der vergadering op Woensdag in de gelegenheid zal worden ge steld, zijn voorstel nader toe te lichten. Hij zal dan trachten een vorm te kiezen, dat het een wijziging der salarisverordening wordt. Electrificatie. De mededeelingen van Ged. Staten over de electrificatie der provincie hebben in de afdee- lingen aanleiding gegeven tot uitgebreide be- sprekingen, die voornamelijk hun grond vonden in bezorgdheid omtrent de financieele resulta- tcn, YYaar het thans gevraagde bedrag reeds zoo aanmerkelijk hooger is, dan indertijd is genoemd. Op voorstel van den Voorzitter wordt gelijk met dit punt behandeld het voorstel in zake het aangaan van eene geldleening van ten hoog- ste f 6.600.000 en tot machtiging voor het op- nemen van kasgeld tot een bedrag van f 2.000.000. De heer Vei-horst meent, dat het enthousias- me voor de electrificatie van voor eenige jaren zeer is verflauwd. Begrepen 's wel. dat de provincie er met f 2 millioen niet van af zou zijn, maar niet dat het zoo hoog zou worden. Thans zijn duizelingwekkende cijfers voorge- legd. Spreker ziet hier niet de noodzakelijk- heid, dat, omdat eenmaal A is gezegd, nu ook maar ondanks alles B zou gezegd moeten worden. Zeeuwsch-Vlaanderen staat om te worden geelectrificeerd en spreker wil de resultaten daarvan afwachten, vooral waar men in die streek smacht naar electriciteit, maar dat is nog niet overal het geval. Hij wil daarom voor- loopig alleen Zeeuwsch-Vlaanderen helpen en toestaan, in plaats van f 6.600.000 een bedrag van f 2.300.000. De heer Lindeijer zegt, dat de zaak in twee deelen te splitsen is, het technische en het financieele deel. De mededeelingen zijn een verrassing voor de Staten geweest, vooral daar afgeweken wordt van het aanvankelijk idee om den stroom voor de middengroep te betrekken uit Noord-Bra- bant; hij vraagt daarover nog nadere inlich- tingen. Wat de financieele kwestie hetreft, spreker acht die niet zoo emstig. als de heer Verhorst het voorstelde; hij voelt daarom niet voor het zich beperken tot Zeeuwsch-Vlaanderen. Hij vraagt naar den kostprijs van den stroom, die z.i. niet hooger mag zijn dan te Vlissingen en te Middelburg. De oppositie tegen het voorstel komt door de hooge cijfers en spreker geeft toe, dat die hooger zijn, maar hij komt er tegen op, dat 3 ingenieurs samen f 6000 zullen ontvangen, een bedrag juist voldoende voor 1; dit alles geeft een verkeerde voorstelling. Spreker meent, dat Ged. Staten te ver zjjn gegaan en toen de cijfers tegenvielen een bui- tengewone vergadering der Staten hadden moeten belgggen. Hij wenscht nu eene com- misie, die met Ged. Staten over deze kwestie overleg zullen plegen. De heer Van Nieuwkuijk brengt hulde en dank-aan Ged. Staten voor hun werk te dezer zake, waardoor zij er zich geheel hebben in- gewerkt. De P. Z. E. M. is zeer mededeelzaam in zake de kolossale uitvoering, maar gesloten in zake de financieele zijde der zaak. Dit bleek uit het rapport in de najaarszitting van 1920. In den breede betoogt spreker, dat men op den duur vast zal loopen en men het crediet der provincie gaat verspelen. Spreker is nooit enthousiast geweest voor de electrificatie der provincie en meent nu gesterkt te zijn in zijne pogingen om de belastingbetalers te bescher men en tevens het provinciaal crediet. Spreker meent, dat men meer naar water- leiding, dan naar electrificatie verlangt. Het liefst zou hij hebben, dat de geheele electrifi catie van de baan zou kunnen worden gezet. Waar dit niet kan, dient spreker eene motie in, waarin de houding der P. Z. E. M. wordt betreurd. De heer Van Niftrik wijst er op, dat, als men van Zeeland een industrie-land wil maken men daarvoor de gelegenheid moet scheppen. Ged. Staten hebben niet alleen te rekenen, maar ook de vraag te stellen of de werken noodig zijn. Gaat men daarmede accoord, dan moet men met voorstel aannemen. De heer De Veer meent, dat de financieele gevolgen niet precies zijn na te gaan, omdat geen rentabiliteitstabel is aan te geven. Mocht de electrificatie tot een debacle lijden, dan komt dat voor de verantwoording van het be stuur der P. Z. E. M. en Ged. Staten, die het beter kunnen overzien. Spreker zou gaarne definitieve toezegging hebben, dat geen wer ken zullen worden uitgevoerd, zonder zekerheid van voldoende aansluitingen en stroomafname te hebben. Nu terugkeeren van de plannen, zooals de heer Van Nieuwkuijk wil, keurt spre ker ten sterkste af. Spreker heeft er bezwaar tegen, dat Ged. Staten, hebben toegestemd in het storten van 30 op de aandeelen der P. E. Z. M., alvorens de Prov. Staten er over te hooren. Hij dient eene motie in, waarin de meening wordt uitgesproken, dat geen verdere storting op de aandeelen moet plaats hebben, zonder dat de Staten er in gekend zijn. De heer Van Nieuwkuijk heeft vergeten te overwegen, dat toch ook langs andere wegen finantieele voordeelen het gevoig der electri ficatie zullen kunnen zijn. De electrificatie is zeer gewenscht, maar hij zou liever het voor stel in zake de geldleening zoo willen stellen. dat voor iedere nieuwe uitgifte van een deel der leening een besluit der staten noodig is. (Wordt vervolgd). Na uitvoerige discussie, die in de zitting van hed; n werd voortgezet, is in plaats van het crediet van 6.600.000 gulden, welk bedrag eerst door Ged. Staten is aangevraagd, een crediet van 1.600.000 gulden toegestaan voor de wer ken voor electrificatie. Het bedrag zal wor den geleend. WEERBERICHT VAN 20 JULI 1921. Het weerbeticht van het meteorologisch in- stituut te De Bildt luidt als volgt: Hoogste barometerstand 769,9 St. Mathieu. Laagste barometerstand 747.0 Seydisfjord. Verwachting tot den avond van 21 Juli: Zwakke tot matige Noordelijke tot Weste- lijke wind, half tot zwaar bewolkt, weinig of geen regen, iets koeler.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 2