Een Huis en Tuin,
GEMENGDE 8ER1CHTEN,
BIJDRAGEN TEN BEHOEVE VAN DEN
BOUW VAN WONINGEN.
De minister van Arbeid he'ett de na-
volgende bijdragen toegekend ten behoe-
ve van den bouw van vvoningen aan de
gemeente Oostburg 1 1520 voor een wo-
ning van A. van Male/ t 1425 voor een
woning' van W. F. Suurlant, f 1880 voor
een woning van A. G. Kievit; aan de
gemeente Clinge 1 1360 voor een woning
van H. J. Bogaert; aan de gemeeflfc
Ossemsse 11000 voor een woning van
P. Neve J.Tzn,; aan de gemeente Oos;-
burg til00 voor een woning aan Iz. Leen-
houts, 1 1390 vocr een woning van E.
J. Fijnaat; aan de gemeente Homenisse
t 1350 voor een woning van, P. Durinck'.
ZEEUWSCHE POLDER- EN
WATERSCHAPSBOND.
Maandagmorgen vergaderde te Middel-
burg de Zeeuwsche polder- en waterschaps-
bond, or.der voorzitterschap van den heer
Mr. P. Dieleman.
Van den heer W. Kakebeeke was bericht
ingekomen, dat hij onverwachts verhinderd
was, de vergadering bij te wonen.
De voorzitter heette de aanwezigen wel-
kom, inzonderheid de ingenieurs van den
Rijkswaterstaat en de vertegenwoordigers
van den Zuid-Hollandschen waterschaps-
bond.
De notulen der vorige vergadering en het
110.
reeds gepubliceerde jaarverslag werden
goedgekeurd, evenals de rekening ^elke
aanwijst een ontvang van 1740 en een
uitgaaf van f 1567,70, alzoo een goed slot
van f 172,30.
Aan de beurt van aftreding als bestuurs-
lid waren de heeren I. J. Risseeuw te Oost-
burg en Pr. Kerckaert te Westdorpe, met
wie resp. worden aanbevolen de heeren P.
W. Maarleveld te Biervliet en H. J. "Van
Waes te Westdorpe. Herkozen werden de
beide aftredende heeren.
Onder de mededeelingen van het bestuur
was er een, dat besloten is het maandblad
„Het Waterschap" te vervangen door „Wa-
terschapsbelangen". dat beter wordt geacht
en waarin een rubriek Zeeland onder re-
dactie van den heer J. F. Magendans zal
worden opgenomen.
Vervolgens werden enkele mededeelingen
gedaan over de afdeeling op de Provinciale
landbouwtentoonstelling, waarvan de bond
de verzorging op zich heeft genomen. Deze
afdeeling zal de zeeweringen, de wegen enz.
omvatten en tevens propaganda maken voor
den Bond.
Nadat Ged. Staten hunne goedkeuring
hadden onthouden aan de begrooting van
een waterschap, waarop de contributie voor
den bond is uitgetrokken, heeft het bestuur
in een uitvoerig schrijven er op gewezen
welk een nut er aan de aansluiting verbon-
den is en er op aangedrongen, dat Ged.
Staten zulk een contributie wel zullen goed-
keuren. Er werd echter kortweg geant-
woord, dat Ged. Staten geen termen kunnen
vinden op hun besluit terug te komen.
Vervolgens hield de heer jhr. R. de Muralt,
lid der Tweede Kamer, een rede over
Oevervallen, oeverafschuivingen.
Spreker zeide gaarne zijn theorien, die
nog nimmer door ingenieurs zijn weerlegd,
te willen uiteenzetten.
De best denkbare toestand is, dat een bui-
tendijk onder- en boven water geheel uit
klei bestaat, maar zulke dijken komen in
Zeeland zoo goed als niet voor. Vele pol-
derbesturen denken goede dijken te hebben
maar het zijn slechts dijken van zand mei
een laagje klei.
Zulk een goede dijk kan door een sneller
stroom van bijv. 70 c.M. per sec., op der
duur worden ontgrond, waarvan ondermij-
ning van de bazaltglooiing met de daaraar
verbonden groote kosten van herstel, het
gevoig zal kunnen zijn. Dat bij bestortingen
de scheepston als eenheid wordt genomen,
is het gevoig daarvan, dat men het anders
niet best kan aangeven. Heeft men bijv. een
kleioever, dan zou een bestorting van 20
c.M. dikte votdoende zijn; omdat het een
stroom van 70 op 50 c.M. per sec. vermin-
derd, en dit wegspoelen voorkomt van de
klei. Het gewicht wordt aangegeven, omdat
dat tevens ongeveer de dikte aangeeft. De
steenen zakken steeds weg en een bestorting
van bijv. 1 meter, wordt door den tijd 50
c.M., wat weer te gering is, omdat het zand
er weer doordringt en den dijk ondermijnt.
Onder het water kunnen zeer stijle taluten
ontstaan, en dit is oorzaak van een gewone
oev. rafschuiving; men moet dit trachten te
voorkomen door het leggen van een rijs-
zinkstuk met steenbestorting. Gevaarlijker
wordt de toestand, als er sprake is van een
oeverval die spreker buiten Zeeland alleen
in Indie en Japan aantrof.
Er zijn in Zeeland oevers, waar de zee bij
elk tij in den polder dringt, zoo werd
Koudekerke (Schouwen) een ton water ge-
zet, die met eb en vloed 60 c.M. verschilde,
in hoogte van het water.
De hoofdingenieur heeft groote studie ge-
maakt van deze overvallen en noemde als
oorzaak den hydroatischen druk.
Bij elken vloed loopt het water in de
zandmassa en komt met eb weder uit. Het
water tegen den oever is dan ook dikwijls
troebel door dat het in den polder komt.
Vooral in de Bevelanden komt dit voor.
Het is een bewijs, dat elke waterverplaatsing
den toestand slechter maakt, al geeft dit
niet in enkele jaren. maar wel in enkele
tientallen jaren, temeer waar het in en uit-
loopen van het water steeds makkelijker
wordt. De snelheid per sec. vermeerdert
steeds. In de zandmassa ontstaat door de
beweging van het water een ievende kracht,
die ten slotte het zand in horizontale rich-
ting wegtrekt, er is een oeverval ontstaan.
Vooral bij lage ebbe moet nauwkeurig wor
den nagegaan of geen begin van oeverval
ontstaat op eenigen afstand van den voor-
oever; hij waarschuwde in 1908 in gelijken
geest te Alkmaar en in 1916 verzakten de
dijken op de door hem als gevaarlijk aan-
gewezen plaatsen.
Men kan dit verder voorkomen door flin-
ke, zware rijszinkstukken, de bewijzen daar
van heeft de praktijk geleverd.
Deze vooroevervallen zijn een der groote
calamiteiten, die een polder kunnen treffen.
De laatste vijftig jaar zijn nog nimmer dij
ken doorgebroken of zij waren te laag. Al
leen als een dijk flink te laag is en de gol-
ven er goed over kunnen slaan, zal hij het
beter houden dan een minder lage, niet hoog
genoegen dijk. Ook kan verzakking ont
staan door te veel verzwaring der dijken,
al kan grondverhooging ook wel goed zijn.
De bestudeering van dit alles was noodig
om te komen tot een verhooging van dijken
zonder gebruik van zand. Daarbij kwam o.a.
ter sprake de wensch, bestaande wegen over 1
en langs de dijken te behouden. Op weten- j
schappelijke gronden moest worden nage- j
gaan hoe de dijkdoorbraken ontstaan, en j
men kwam o.a. tot een strijd tusschen spre- I
ker en collega's van hem, of het water in
de dijken in Zeeland dringt van buite.naf of
door overslaan. Spreker meende steeds het
laatste en kreeg dan ook ten slotte gelijk,
van de best onderlegde ingenieurs. In den
breede toont spreker aan de hand van schet-
sen waarvan hij gedurende zijn geheel
betoog gebruik maakte aan, dat een dijk
breuk steeds in het midden van den dijk ont
staat, loopt er water in de ontstane scheur,
dan zal het in den dijk invreten, wat te er-
r wordt naar mate de diepte der scheur
en daardoor de kracht van het water. Theo-
retisch zijn de dijken in Zeeland te breed,
maar practisch moeten zij goed breed en
hoog zijn daar de dijken er niet zijn om het
water binnen te laten, maar om het er uit
te houden. Men moet zorgen, dat het water
niet in de ontstane scheuren kan komen en
dit kan door een muur op den dijk te zetten.
De betonmuur moet echter niet te duur wor
den, anders kan men beter grondverhooging
toepassen, doch dan komen er dikwijls ook
weder kosten bij van verbreeding der dijken
of verlegging van wegen. In de eerste plaats
moet door grondboringen worden nagegaan
of er geen veenlagen in den dijk zijn, die een
te zware draoht niet kunnen torsen, want
dan is zeker een verhooging van licht ma-
teriaal gewenscht.
Van de gelegenheid tot vragen te stellen.
werd o.a. gebruik gemaakt door den voor
zitter van den polder Walcheren, den heer
Mr. H. F. Lantsheer, die mededeelde, dat
men bij de heerschende droogte in Walche
ren kiaagt over zout water in den grond
en de vraag stelde of dit soms ook kan ko
men door het inloopen van zeewater onder
door de dijken.
De heer De Muralt acht dit zeer wel mo-
gelijk. Is er veel zoet water in het land
dan houdt dit het zwaardere zouten water
onder, maar als er weinig zoet water is, dan
komt het zouten water boven.
De voorzitter bracht onder applaus der
vergadering den heer De Muralt dank voor
z'jn belangrijke lezing.
Vervolgens kwam aan de orde het vraag-
stuk van het nieervoudig stemrecht in de
polders en waterschappen, wat werd inge-
ieid door den heer Mr. H. van der Beke
Callenfels, die de geschiedenis van het ar-
tikel in het polderreglement, dat meervou-
dig kiesrecht toelaat, naging, en wees op de
verschillende bezwaren die er tegen worden
gemaakt. De polders en waterschappe^i zijn
publiekrchtelijke lic'namen en kunnen dus
met gemeente, provincie en rijk op een lijn
vvorden gesteld. De polders behartigen ech
ter zeer direct de belangen van de land-
eigenaars, dit is wel geen principieel, maar
wel een gradueel verschil; het betreft hier
geen politiek maar een zakelijk recht. Bi
enkelvoudig stemrecht heeft bijv. de N. V.
Wilhelrninapolder slechts een stem voor
1400 H.A. grond en dit is onbillijk, ai zou
spreker daarom nog niet alom het meer-
voudig stemrecht willen invoeren en geeft
hij toe, dat de groote grondbezitters reeds
als zoodanig grontpn imdnpd nn^p Heinere
met A.anbehooren en Erf aan de
Gentsche straat, kadaster sectie C
nummer 233, groot 2,99 aren (20
roeden), alsmede Stal en Erf,
kadaster sectie C nummers 1284 en
1285, groot 67 c.a.
van het land, maar ook de bewerkers van
het land en deze zullen dan ook even goed
recht moeten hebben mede te spreken over
die belangen, dit zal in ernstige overwes^g
moeten worden genomen. Kaoitaal en ar
beid moeten gelijke rechten hebben, mede
ter voorkoming van de treurige socidle bot-
singen.
De heer Lantsheer voelt daarvoor wel iets.
mits, naast rechten ook plichten staan.
De heer Van Niftrik voelt dit ook zoo, dit
alles zal moeten worden voorbereid.
De voorzitter deelde mede, dat het be
stuur de zaak van gezamenlijken aankoop
van grind en steenslag nader onder de
oogen ziet, hij zou deze zaak commissio-
riaal willen maken.
De heer Van der Beke Callenfels deed
nog enkele mededeelingen betreffende de
rapporten uitgebracht op het wegencongres
in 1920, waarvoor de voorzitter hem dank
bracht.
Bij de rondvraag bracht een der afge-
vaardigden van den Zuid-Hollandschen
Bond dank voor de uitnoodiging en de
woorden van welkom, met groote vreugde
heeft men de tot standkoming van den
Zeeuwschen Bond begroet en met bdang-
srelling deze vergadering bijgewoond. Spre
ker uit de beste wenschen voor den groei
en bloei van den Zeeuwschen Bond.
De voorzitter sloot hierop de vergadering
waarvan het laatste gedeelte o.a. was bij
gewoond door den waarnemenden burge-
meester van Middelburg, den heer Mr. A. A.
de Veer en den gemeente-secretaris.
In de benedenzaal der societeit werd
hierop de gemeenschappelijke lunch ge-
bruikt, welke zich door de goede bereiding
uitstekend liet smaken.
Aan tafel bracht de heer Schonfeld, inge-
nieur van den Rijks Waterstaat te Vlissin-
gen, namens de gasten dank voor de ont-
vangst, de vergadering heeft men met be-
langstelling gevolgd en met groot genoegen
de lunch medegemaakt.
De heer De Veer sprak namens de ge
meente Middelburg, die het op hoogen prijs
stelt de Bond te Middelburg vergadert, te
meer waar het zelf ligt midden in een be-
langrijken polder, doch zonder de finan
cieele lasten te gevoelen. Spreker brengt
een dronk uit op den Polder- en Water-
schapsbond.
De heer Streefkerk, die ongevraagd het
woord verkreeg, zeide onvoorbereid te zijn
maar vond toch gelegenheid te wijzen op
het belang van de electrificatie der provin
cie ook voor de bemaling dfer polders.
De heer Dieleman wees er op, dat
Ope
zonder exr
5de kl. G
daarmee gi
Het
Rotterdam,
Zeeuwsch-Vlaanderen alleen door den heer
Dees is vertegenwoordigd, het wil zoo gaar
ne bij Nederland hooren, maar wellicht wa
ren het om hen te gerieven beter te Gent te
vergaderen.
Hulde brengt spreker aan het krachtige
gemeentebestuur van Middelburg, dank aan
het bestuur van den polder Walcheren voor
de toegezegde ontvangst te Westkapelle.
Het bestuur moet zorgen, dat Walcheren
spoedig „droog" ligt, niet op het gebied van
alcoholgebruik, maar door het maken van
een flink gemaal, daarbij het voorbeeld van
Schouwen volgende.
De heer Mr. Van der Veer bracht een
dronk uit op Mr. Van der Beke Callenfels,
die als tweede secretaris zooveel voor den
Bond doet.
Na de lunch werden een zevental auto's
en de drie autobussen van den dienst Wal
cheren bestegen voor een
Excursie naar den Westkapelschen zeedijk.
Er werd gereden over den Noordweg naar
Domburg en direct door naar Westkapelle.
Even voordat de zeedijk werd bereikt, wer
den de auto's verlaten en de duinen over-
gestoken, om te komen bij de eerste zee
weringen, die tot den oververdediging van
den Westkapelschen dijk berekend worden.
Daar ter plaatse werd een stuk betonnen
zeeweringsysteem-De Muralt in oogen-
schouw genomen, ter plaatse waar men dit
jaar nog voor f 11.000 steen heeft moeten
storten voor verdediging van den onder-
zeeschen oever.
Sinds dien heeft de Aanhoudende Noor-
denwind veel zand hieraeen gevoerd en nu
zou men denken, dat die steenstorting niet
noodig was geweest, maar in deze is het de
schijn die bedriegt.
Vervolgens werd gewandeld in de richting
van den ijzeren lichttoren op den dijk en on-
derweg werd de sterke-zeewering van palen
rijen, bazaltglooiing en rijswerk in oogen-
schouw genomen, het water stond op dat
oogenblik te hoog om ook de onderzeesche
werken goed te kunnen zien. Maar toch kon-
den de deskundige excursisten zich ovrtui-
gen welk een reuzenwerk op waterbouw-
kundig gebied, deze dijk steeds blijft.
Bij genoemden lichttoren werden de auto's
weer bestegen en werd nu gereden naar het
Polderhuis, waar vriendelijke jonge meisjes
drank en spijs aanboden en waar de heer
Mr. Lantsheer, alien namens het polderbe-
stuur welkom heette. Waar hij het in de j
vergadering had over een boer die sprak
van zout water in den polder, zegt hij, dat
de stedelingen niet veel beter zijn, als zij de
legende verspreiden, dat bij doorbraak van
den dijk het water op Walcheren tot aan het
haantje van den Middelburgschen Langen
Jan zou komen. Maar al is dit niet het ge-
val, een doorbraak van den dijk zou zeker
als een nationale ramp worden beschouwd,
daarom zal het polderbestuur van Walche
ren steeds gereed staan om het mooie Wal
cheren, het geliefde Zeeland te beschermen.
Spreker wenscht de heeren ook verder een
prettigen dag toe.
De heer Dieleman bracht dank voor de
guile ontvangst en uitte zijn beste wenschen
voor Walcheren, dat hij spoedig een deug-
delijke bemaling toewenscht.
Na het gebruik der versnaperingen werd
de terugreis naar Middelburg, weder over
Domburg aanvaardt.
Hadden wij heen de gastvrijheid genoten
in de auto van den voorzitter van den polder
Walcheren, daar deze niet naar Middelburg
terugkeerde, namen wij terug plaats in de
grootste der autobussen en konden ons
daarbij overtuigen, dat op een snikheeten
dag als gisteren ook in die bus voldoende
ventilatie is en dat de bus ook op den min
der goed liggenden Westkapelschen weg,
niet hinderlijk schokte.
BOSCHKAPELLE.
De verleden week nabij de kom der ge
meente gedolven waterput, blijkt een ware
redding te zijn uit het zeer groote water-
gebrek.
Hij geeft zoet water, dat 's morgens
helder is, doch 's avonds troebel' wordt,
omdat er den ganschen dag door ieder
wordt gehaald voor mensch en vee.
En hoeveel er overdag ook1 wordt ge-
schept, 's morgens is hij steeds gevuld.
Een velaarbeider zou zijn mak|kers
eens op een eigenaardige wijze toonen,
hoe droog het wel was.
Hij nam een suikerbeetenblad, deed het
in kleine stukjes, stopte zijn pijp en. rookte
deze leeg.
SCHOONDIJKE.
Begunstigd door het zeer fraaie zomer-
weer had ji. Zondag de feestelijke herden-
king plaats van het 30-jarig! bestaan der
muziekvereeniging „Oetening kweekt
kunst".
Aan dit festival namen, napr aan de
Midd. Crt. wordt £emeld, alto bestaande
gezelschappen 14 van Westelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen deel, benevena de
drie zangvereenigingen, de Vereerugde
Vrienden van :Sas Van Gent en de Posttan-
tare van Vlissingen;.
De Schoondijkenaars hadden; gewedij-
vert in het plaaisen van traaie eerepoorten,
een zestal, die alien gezien mogen worden,
en alls een; verschillehd motiet tot grond-
slag hadden.
Na den omgang door de gemeente werd
ten raadhuize de eerewijn aangetjoden.
Burgemeester I. Scheltus heette de aan
wezigen welkom en in een gloedvoile rede
dankte hij eerstens voor de grooite belang-
stelling bij het jaarleest der jubileerende
vereeniging en weidde verder uit over
het nut en het aangename van eem muziek
vereeniging. vooral voor het dorjpsleven.
De voorzitter, de heer J. A. Gansberg,
dankte den eere-voorzitter zeer voor diens
rede en vertolkte verder de moeilijkheden
voor een muziekvereeniging, vooral in ver-
band met steeds wisselende krachten, zoo-
dat een jubile als dit wel gemomoreerd
mag worden. Hij had tevens gelegenheid
den directeur Iz. Dubois te huldigen, die
vanat de oprichting de dirigeerstok voert.
Een woord van Hulde werd den burge
meester gebracht voor de door dezen ge-
schonken lauwerkrans welke in den stoet
werd meegedragen door twee jonge da
mes..
Bij de verloting der premies waren de
gelukkigen: Sint Kruis f 40Oostburg f 30
Groede 125; Aardenburg t"20; Waterlands-
kerkje en IJzendijke ieder f 15Zuidzande
tlO.
Van de zangvereenigingen kreeg Zuid
zande t 10, Groede t 7,50.
Aan de jubileerende vereeniging werd
een medaille geschonken door een Schoon-
dijksch muziekliefhebber en door jhr. R.
de Muralt, donateur der Vereeniging.
's Avonds werd een vuurwerk aIgesto
ken, geleverd door de tirma Ruvsch te
Utrecht' waarmee de firma veel eer inlegt.
Natuurlijk was den ganschen dag een
talrijke menigte op de been.
Ds. J. E. Goris, predikant bij de Geref.
kerk alhier is beroepen bij die gemeente te
Giessen, Oud en Nieuwkerk.
KOEWACHT.
Dinsdag slaagde in Breda voor de hoofd-
akte den heer G. Boddaert, onderwijzer
aan de School „Oude Molen" alhier.
OVERSLAG.
Zaterdag n.m. ontstond omstfeeks drie
uur door onbekende oorzaak brand in een
der bijgebouwen op het hot van den
landbouwer L. van Holle, wonende in
het midden van het dorp. De vlammen
sloegen over van het eene gebouw op
het andere en weldra stond de kapitale
schuur in lichtelaaie. Ook de gebouwen
van E. van Assel en F. dc Meij, staan,de
aan den overkant der straat, werden door
hetf vuur aangetast, alsmede een stal van
den klompenmaker Van Acker.
Op dat oogenblik liet het zich aanzien
alsot het heele Belgische dorp in de
asch zou worden gelegd. Gelukkig keerde
de wind, maar nu dreigde weer van een
anderen kant gevaar. Door den vrij he-
vigen zuidenwind werden de vuurglin-
sters ver meegevoerd. Een glinster kwam
terecht op het strooien dak van de schuur
van den landbouwer C. de Letter, in een
oogenblik stond deze schuur, benevens
die van G. Bruggeman, alsook de stal
van E. Himschoot in brand. Ook aan het
huis van laatstgenoemde kwam een be
gin van brand. Nu was het Hollandsche
deel van het dorp in gevaar. De inwoners
brachten voor zooveel zij konden hun
bezittingen in veiligheid. Angst was op
aller gezichten te lezen. Gelukkig werd
de brand met vereende krachten gestuit,
waarbij de brandweer van Zuiddorpe uit-
stekende diensten bewees.
Persoonlijke ongelukken zijn niet te be-
treuren, ook zijn geen dieren in den brand
gebleven, maar de schade is aanzienlijk.
RECHTZAKEN.
Arr. Rechtbank te Middelburg.
De rechtbank heeft in hare zitting van
19 Juli de volgende vonnissen uitgespro-
ken;
C. B., oud 33 j., landbouwer te Oost
burg, gedetineerd, is wegens verduistering
veroordeeld' tot 6 maanden gevang., met
aftrek prev. hecht.
J.; W. v. d. H.. ond1 28 j., visscher te
Breskens, is wegens beleediging van een
ambtenaar veroordeeld tot 15 gld. boete
ot 15 dagen hecht.
A. J. D., oud 33 j., werkman te Axel,
is wegens dietstal veroordeeld tot een
maand gevang.
A. v. O., oud 44 j., koopman te Koe-
wacht, is wegens eenvoudige beleediging
veroordeeld tot 20 gld. boete ot 20 da
gen hecht.
L. T., oud 31 j., landbouwer te Sel-
zaete, is wegens wederspannigheid, ver
oordeeld tot 14 dagen gevang.
J. A. Th. V., oud 21 j'., slagersknecht
te Ter Neuzen, beklaagd van mishandeling,
is vrijgesproken.
Door A. D., herbergier te Axel,,
is cassatie aangeteekend tegen het vonnis
der rechtbank te Middelburg, waarbij is
bevestigd het vonnis van den kanton-
rechter te Ter Neuzen, bij welk vonnis
hij terzake van vefkoop van sterken drank
zonder vergunning was veroordeeld tot
2 maal 12.50 gld. boete ot 2 maal 10 da
gen hecht.
Provinciale Staten van
Zeeland
VERGIFTIG VOEDSEL.
Twee kinderen overleden.
Vier kinderen van winkelier Pasveer
te Heerenveen werden Zondagavond plot-
seling ernstig ongesteld. Geneeskundigen
constateerden vergiftiging door gebruik van
verkeerd voedsel. Twee kinderen overleden
spoedig; de andere zijn beterende.
Koop 2.
3<in dp 7l1tHcfrO-itr\~
Vergadering van Dinsdag 19 Juli 1921.
De vergadering wordt te 10 uur door den
Voorzitter heropend.
Aanwezig zijn 40 leden; afwezig is de heer
Van Oeveren en ook de heer Gunst, welke laat
ste in den namiddag ter vergadering kwam.
Nog zijn ingekomen;
een verzoek van de Nederl. vereeniging van
Gemeentebelangen om f 1000 subsidie;
een verzoek van de commissie voor het stich-
ten van een lagere landbouwschool te Oostburg
om steun bij den bouw der school en het aan-
koopen van den grond.
Deze 2 stukken worden verzonden naar Ged.
Staten om advies.
Eveneens geschiedt zulks met een adres van
de Afd. Schouwen en Duiveland der Land-
bouwmaatschappij waarin bezwaren worden ge-
opperd tegen het uitschakelen van een der voor
den dienst op Schouwen bestemde booten, wel
ke vervangen is door de kleinere van den dienst
W alsoordenHansweert.
De heer De Meij opperde bezwaar tegen het
?-3 lahge baan schuiven van deze zaak en
meende, dat er grond is voor de geopperde be
zwaren.
De heer Van Rompu weerlegt die bezwaren;
de boot van Walsoorden heeft ook bij slecht
weer en zware belasting goed voldaan. Er is
nimmer een ongOval mede voorgekomen.
De heer Moelker vraagt, of de boot ook ge-
schikt zou zijn voor de lijn BreskensVlis
singen.
De heer Van Rompu zegt volmondig: ja, in-
dien de boot groot genoeg ware.
Daarop wordt het adres gesteld in handen
van Ged. Staten om advies.
Benoeming Hoofd-ingenieur.
Ged. Staten vinden in bijzondere omstandig-
heden ,te hunner kennis gekomen na het op-
maken der voordracht, aanleiding deze terug
te nemen.
De heer Van Niftrik wil in geheime verga
dering hierover wat zeggen.
Er wordt overgegaan tot het houden eener
geheime vergadering, die drie kwartier duurt.
waarna de mededeeling van Ged. Staten voor
kennisgeving wordt aangenomen.
Rechtspositie ambtenaren.
Inzake de mededeeling van Ged. Staten om-
trent de regeling van de rechtspositie van de
Provinciale ambtenaren en werklieden werd het
woord gevoerd door den heer De Meij, die be-
pleitte de toekenning van een vacantie-toeslag
van een vijftigste der jaarwedde, met een mi
nimum van f 30 en onder voorwaarde, dat min-
stens 6 achtereenvolgende dagen vacantie
wordt genomen.
De Voorzitter meent, dat regeling der va-
cantietoeslagen niet bij de rechtspositie be-
hoort, terwijl het als afzonderlijk voorstel niet
kan worden behandeld. Indien het ondersteund
wordt, kan het wel later behandeld worden.
De steun wordt verleend en besloten, dat de
heer De Meij bij den aanvang der vergadering
op Woensdag in de gelegenheid zal worden ge
steld, zijn voorstel nader toe te lichten. Hij
zal dan trachten een vorm te kiezen, dat het
een wijziging der salarisverordening wordt.
Electrificatie.
De mededeelingen van Ged. Staten over de
electrificatie der provincie hebben in de afdee-
lingen aanleiding gegeven tot uitgebreide be-
sprekingen, die voornamelijk hun grond vonden
in bezorgdheid omtrent de financieele resulta-
tcn, YYaar het thans gevraagde bedrag reeds
zoo aanmerkelijk hooger is, dan indertijd is
genoemd.
Op voorstel van den Voorzitter wordt gelijk
met dit punt behandeld het voorstel in zake het
aangaan van eene geldleening van ten hoog-
ste f 6.600.000 en tot machtiging voor het op-
nemen van kasgeld tot een bedrag van
f 2.000.000.
De heer Vei-horst meent, dat het enthousias-
me voor de electrificatie van voor eenige jaren
zeer is verflauwd. Begrepen 's wel. dat de
provincie er met f 2 millioen niet van af zou
zijn, maar niet dat het zoo hoog zou worden.
Thans zijn duizelingwekkende cijfers voorge-
legd. Spreker ziet hier niet de noodzakelijk-
heid, dat, omdat eenmaal A is gezegd, nu ook
maar ondanks alles B zou gezegd moeten
worden.
Zeeuwsch-Vlaanderen staat om te worden
geelectrificeerd en spreker wil de resultaten
daarvan afwachten, vooral waar men in die
streek smacht naar electriciteit, maar dat is
nog niet overal het geval. Hij wil daarom voor-
loopig alleen Zeeuwsch-Vlaanderen helpen en
toestaan, in plaats van f 6.600.000 een bedrag
van f 2.300.000.
De heer Lindeijer zegt, dat de zaak in twee
deelen te splitsen is, het technische en het
financieele deel.
De mededeelingen zijn een verrassing voor de
Staten geweest, vooral daar afgeweken wordt
van het aanvankelijk idee om den stroom voor
de middengroep te betrekken uit Noord-Bra-
bant; hij vraagt daarover nog nadere inlich-
tingen.
Wat de financieele kwestie hetreft, spreker
acht die niet zoo emstig. als de heer Verhorst
het voorstelde; hij voelt daarom niet voor het
zich beperken tot Zeeuwsch-Vlaanderen. Hij
vraagt naar den kostprijs van den stroom, die
z.i. niet hooger mag zijn dan te Vlissingen en
te Middelburg.
De oppositie tegen het voorstel komt door
de hooge cijfers en spreker geeft toe, dat die
hooger zijn, maar hij komt er tegen op, dat 3
ingenieurs samen f 6000 zullen ontvangen, een
bedrag juist voldoende voor 1; dit alles geeft
een verkeerde voorstelling.
Spreker meent, dat Ged. Staten te ver zjjn
gegaan en toen de cijfers tegenvielen een bui-
tengewone vergadering der Staten hadden
moeten belgggen. Hij wenscht nu eene com-
misie, die met Ged. Staten over deze kwestie
overleg zullen plegen.
De heer Van Nieuwkuijk brengt hulde en
dank-aan Ged. Staten voor hun werk te dezer
zake, waardoor zij er zich geheel hebben in-
gewerkt. De P. Z. E. M. is zeer mededeelzaam
in zake de kolossale uitvoering, maar gesloten
in zake de financieele zijde der zaak. Dit bleek
uit het rapport in de najaarszitting van 1920.
In den breede betoogt spreker, dat men op
den duur vast zal loopen en men het crediet
der provincie gaat verspelen. Spreker is nooit
enthousiast geweest voor de electrificatie der
provincie en meent nu gesterkt te zijn in zijne
pogingen om de belastingbetalers te bescher
men en tevens het provinciaal crediet.
Spreker meent, dat men meer naar water-
leiding, dan naar electrificatie verlangt. Het
liefst zou hij hebben, dat de geheele electrifi
catie van de baan zou kunnen worden gezet.
Waar dit niet kan, dient spreker eene motie
in, waarin de houding der P. Z. E. M. wordt
betreurd.
De heer Van Niftrik wijst er op, dat, als
men van Zeeland een industrie-land wil maken
men daarvoor de gelegenheid moet scheppen.
Ged. Staten hebben niet alleen te rekenen, maar
ook de vraag te stellen of de werken noodig
zijn.
Gaat men daarmede accoord, dan moet men
met voorstel aannemen.
De heer De Veer meent, dat de financieele
gevolgen niet precies zijn na te gaan, omdat
geen rentabiliteitstabel is aan te geven. Mocht
de electrificatie tot een debacle lijden, dan
komt dat voor de verantwoording van het be
stuur der P. Z. E. M. en Ged. Staten, die het
beter kunnen overzien. Spreker zou gaarne
definitieve toezegging hebben, dat geen wer
ken zullen worden uitgevoerd, zonder zekerheid
van voldoende aansluitingen en stroomafname
te hebben. Nu terugkeeren van de plannen,
zooals de heer Van Nieuwkuijk wil, keurt spre
ker ten sterkste af.
Spreker heeft er bezwaar tegen, dat Ged.
Staten, hebben toegestemd in het storten van
30 op de aandeelen der P. E. Z. M., alvorens
de Prov. Staten er over te hooren.
Hij dient eene motie in, waarin de meening
wordt uitgesproken, dat geen verdere storting
op de aandeelen moet plaats hebben, zonder
dat de Staten er in gekend zijn.
De heer Van Nieuwkuijk heeft vergeten te
overwegen, dat toch ook langs andere wegen
finantieele voordeelen het gevoig der electri
ficatie zullen kunnen zijn. De electrificatie is
zeer gewenscht, maar hij zou liever het voor
stel in zake de geldleening zoo willen stellen.
dat voor iedere nieuwe uitgifte van een deel
der leening een besluit der staten noodig is.
(Wordt vervolgd).
Na uitvoerige discussie, die in de zitting van
hed; n werd voortgezet, is in plaats van het
crediet van 6.600.000 gulden, welk bedrag eerst
door Ged. Staten is aangevraagd, een crediet
van 1.600.000 gulden toegestaan voor de wer
ken voor electrificatie. Het bedrag zal wor
den geleend.
WEERBERICHT VAN 20 JULI 1921.
Het weerbeticht van het meteorologisch in-
stituut te De Bildt luidt als volgt:
Hoogste barometerstand 769,9 St. Mathieu.
Laagste barometerstand 747.0 Seydisfjord.
Verwachting tot den avond van 21 Juli:
Zwakke tot matige Noordelijke tot Weste-
lijke wind, half tot zwaar bewolkt, weinig of
geen regen, iets koeler.