ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. man T^esH mssumb. Mo. 7171 Vrydag 1.5 Juli 1921. 69e Jaargang. Bekendmaking. Reactionnair. "~bT hhew la n"pT~ FETJILLETON. Als rnijn woordenboek (Verklarend Hand- woordenboek aer Nederlandsche taal, enz. door M. J. Koenen, Elfde druk, uitgave van Welters) gelijk heeft dan ben ik het niet, of althans: dan durf ik niet te zeggen, dat ik hei ben. Ik lees daar tocn, dat reaction nair beteekent: „tegenstrever"en in de staatkunde iemand, die de bestaande toe- standen tot vroegere wil terugbrengen"; en het wordt nog erger, als gij maar doorleest, v.-arit dan wordt ook nog het meervoud ge- noemd: heel eenvoudig, heei regelmatig: reactionnairen; maar dat schijnt nog iets vreeselijkers te beteekenen, want daar staat achter: tegenwerkend. Stel het u voor: gij zoudt tegenieerAre/z, niet alleen dus: tegen- streven, maar legenwerkenZoudt gij u dezen naam durven laten geven, zoudt gij u dezen smaad widen laten aanwrijven? Neen, wij widen alles desnoods nog wel heeten be- halve dat. Menig naam is mooi, en in elke dwaling of overdrijving kan tenslotte nog een waarheid en 'n compliment schuilen, maar dezen naam wenschen wij ons niet te laten geven: wij bedanken er stichtdijk voor om ook maar reac.tionnair te schijnen. Reactie moge iets heel natuurlijks zijn, en ieder van ons moge daaraan, ook ongewild en onbewust meedoen, het heele leven en de heele samenleving moge er eigenlijk op ge- baseerd zijn, en het moge zelfs juist en waar wezen, dat zonder reactie evenmin actie denicbaar is als zonder actie reactie zoo- dra men van dat vrij onschuldig er uitzien- de woordje „reactie" een bijvoeglijk naam- woord gaat maken, wordt dat onschuldige en heei natuurlijke verschijnsel blijkbaar iets heel achterlijks ef! bcosaardigs, ja, zoo mis- dadigs, dat ge er iedereen mee naar huis kunt jagen, een minister en een arbeider, een kantoorbediende en een legercomman- dant, als ge maar fluistert: dat hij of zij zou wezen of schijnen: reactionnair. Neen, dat dus nooit! Wij moeten alles doen, alies vermijden om geen oogenblik re actionnair te schijnen, want wie dat ook maar een moment van ons zeggen kan, die heeft ons er onder, en wij zijn „weg", zoo niet voor immer, dan toch voor Iangen tijd. En toch zouden wij, op gevaar af van voor vreeselijk reactionnair te worden ge- scholden, het voor sommige soorten reactie hier wel eens willen opnemen. Het gaat toch ook maar niet aan, om aan iedereen, zonder eenigen kans op, of gelegenheid tot tegenspraak, het recht te gunnen en te laten om op elk willekeurig tijdstip ons of anderen op een dergelijke wijze af te maken. Wij redeneeren natuurlijk over deze dingen nu niet met het oog op bepaalde toestanden of omstandigheden. Maar wij wenschen te verdedigen, dat reactie niet bepaald noch altijd in ongunstigen zin behoeft te worden genomen. Reactie kan ook wel eens nuttig en zelfs noodig zijn. Zeker, wanneer aan reactie doen zou beteekenen altijd weer tegenstrevend zijn en tegenstand biedend, dan kan van zoo'n reactie geen kwaad ge- noeg worden gezegd, en kan zij niet te erg worden gelaakt en niet hevig genoeg wor- 29) In het kozijn van hun venster waren twee oogen gedraaid, waarin de haken van de ladder juist pasten. Daar maakten zij deze aan vasr en het andere einde strekte tot aan het tegen- over gelegen venster, zoodat de brug in een oogwenk was gelegd. De geheele bende was' er bij gekomen en volgde met inspanning deze werk- zaamheden, waarvan de uitslag voor alien een kwestie van leven of dood was. Juist toen zij hun brug hadden gelegd, bereikten de agenten het portaal van den zolder. Micaud, die op den uitkijk was blijVen staan, zag hen komen, door een reet in de deur en telde hetf bij het lich't van hun lantaarn. Galgenaas was bij hem gekomen en vroeg fluisterend: „Hoeveel zijn er?" v, „Twaalf, Milloc meegerekend." „Wat doen zij?" f »Zij beraadslagen of zij de deur zullen intrappen of het slot openbreken." „De deur is nogal stevig, zij zullen ijd noodig hebben om haar open te bre- ken. Blijf hier en waarschuw mij als er den bekampt. Maar reactie is toch ook niet zelden een heel normaal, ja zelfs: een heel natuurlijk en kern gezond verschijnsel. Er moet reactie komen na ernstige en felle actie; het zou gevaarlijk, levensgevaarlijk kunnen worden, indien reactie dan uitbleef. Zoo'n reactie moet dus niet worden tegen- gegaan of tegengewerkt, zij moet veeleer worden toegelaten en bevorderd. Zonder schokken of schommelingen komen wij in het oude evenwicht niet meer terug. Daar is 'n boot, waarin om een of andere reden (die overigens zeer goed te billijken kan zijn) de inzitcenden naar een zijde zijn ge- loopen. Zoo'n vaartuig loopt ernstig ge vaar om te slaan. Nu is er echter een pas- sagier, die dat gevaar ziet, beseft, en die aanstonds naar de overzijde zich begeeft. Die eene man kan door zijn eenzijdigheid een groot gevaar van de anderen afweren. En hij zal als het vaartuig werkelijk In gevaar verkeert en niet al te klein is ook nog wel zijn best doen om enkele anderen met. zich mee te troonen. Dit is dan van hem en die meegetroonden een daad van reactie maar een zeer vergefelijke en prijzenswaardige daad. Nog iets komt daar bij, wat wij vooral niet over het hoofd mogen en 'moeten zien, namelijk: de meste reacties worden niet ge maakt; ook zij treden vanzelf op. Wij be- hoeven ze dus niet te verwekken. Zij komen wel. Dan moet zoo'n reactie worden be- grepen en erkend in haar beteekenis en waarde, geleid worden in de goede banen, om op haar tijd, nadat zij haar taak heeft vervuld en haar plicht heeft gedaan, weer plaats te maken voor meer normale actie. Met andere woorden: In zeer abnormale omstandigheden, zullen abnormale voorzie- ningen moeten worden getroffen. Dan zai niet alleen heel veel geoorloofd zijn, wat anders beslist niet mag, maar zal ook aller- iei moeten worden toegestaan en gedaan, wat anders onnoodig, verkeerd, ja dwaas zou moeten heeten. Maar keert straks het normale leven terug, dan moeten deze tij- delijk en als noodmaatregel getroffen voor zieningen. zij het zoo geleidelijk mogelijk, weer worden afgeschaft en ingetrokken. Er zullen er altijd blijven, wien deze tijdelijke voorzieningen bizonder goed te stade kwa- men, en die daarvan meer profiteerden dan misschien behoorlijk was en bedoeld wera. Dezulken zullen zich dan uit welbegrepen, maar daarom nog niet goed te keuren eigen- belang, tegen de intrekking dezer tijdelijke voorzieningen kanten, en wellicht de intrek- kers van deze bepalingen of de voor zoo'n intrekking ijverenden uitmaken voor „reac- tionnairen". En zij zijn dan toch ook in zekere mate „tegenwerkers", zooals her woordenboek hen noemde. Wie echter ten voile overtuigd is van het goed recht en welgemotiveerde zijner ziens- wijze, zal zich niet laten weerhouden door een of meerderen, die hem voor reaction nair" uitmaken. Hij zal zeker goed doen, zichzelf nauw te onderzoeken, of zijn tegen stand werkelijk voortkomt uit edele drijf- veeren. Er is dat worde nooit en door niemand vergeten een boosaardig reac tionnair zijn, dat erger is dan conservatis- me. De conservatief wil het oude vasthou- den, de reactionnair wenscht het oude terug. Een conservatief laat zich misschien over- tuigen, en geeft dan zijn verzet op, een re actionnair (zoo'n altijd en bij alles reagee- rend persoon) laat zich nooit overtuigen en blijft mokken en morren en morrelen. Maar niet ieder, die reageert is daarom reaction nair. Reactie kan zeer gezond en natuurlijk en dus zelfs noodzakelijk wezen. Reageeren is heel vaak geoorloofd en te billijken, re actionnair zijn leidt slechts tot verbittering. De reactionnairen mijn woordenboek krijgt gelijk werken tegen. Daarom blijve het onze levensleus en levenspraktijk: Nooit reactionnair zijn, maar evenmin voor 'n gezonde reactie bevreesd! DE NOORSCHE REIS DER KONINGIN. Het Haagsche Correspondentie-bureau is gemachtigd mede te deelen, dat alle dezer dagen gepubliceerde berichten betreffende gevaar is." /Hij keerde naar het' venster terug. De geheele bende standi daar nog. „Wat nu?" riep Soufflard verbaasd uit,; staan jelui daar nu nog te delibereeren? Ik dacht je al aan de overkant waart.'' De weduwe Vollard wierp een veelbe- teekenenden blik op de ladder en daar- na opt de straat,, die als' een gapende af- grond, donker en onpeilbaar er onder lag en antwoordde „Wij moeten er niets van hebben: die ladder isi te dun en te smal en wij heb ben geen lust om den nek te breken. Vooral voor ons vrouwen, met onze rok- ken, is het niet om te doen. Als wij ge- knipt worden, komen wij er met een jaar of wat brommen at en dat is niet zoo erg dan wanneer men te pletteren valt. Soufflard sloeg zijn armen over elkaar en zeide: „Zoo, jelui wilt dus( hier blijven en je laten inrekenen door die smerissen?" „Dat hebben wij besloten." Korttaf en op vastberaden toon zei Gal genaas „Maar ik heb wat anders besloten." „Mij dunkt toch," hernam vrouw Vol lard, „dat wij vrij zijn...." „Om hier te blijven?" „Ja." „Niets daarvan." „Wanneer ik liever de doos in draai, dan is dat toch zeker mijn zaak?" „Mis, dat is in de eerste plaats de zaak de mogelijkheid der Noorsche reis van de Koningin voorbarig zijn en van de plannen daaromtrent nog niets vast staat. DE VLEESCHKEURINGSWET. Bij Ron. besluit van 20 Juni, opgenomen in Staatsblad 806, is de'termijn bedoeld bij art. 48 der Vleeschkeuringswet binnen welken de raden van de gemeenten, waar een keuringsdienst nog niet bestaat de noo- dige verordeningen en instructies en de raden van de gemeente, waar een keuringsdienst bestaat, de noodige aan- vullingen en wijzigingen van verordeningen en instructies aan de goedkeuring van Ged. Staten onderworp^a gesteld op drle maanden, aanvangende op 1 Augustus a.s. NEDERLAND EN BELGIE. De Brusselsche berichtgever van het Hbl. rfieldt: De twee Amerikaansche oorlogsbodems ..Pittsburg" en Deans" hebben, zegt de ..Nation Beige", aan de Nederlandsche re vering toelating moeten vragen om de Schelde op te varen. De Fransche pantser- kruiser ..Jeanne d'Arc" bezoekt op 16 Juli Antwerpen en in verband hiermede vraagt ons een lezer aldus de Nation" of het geallieerde Frankrijk eveneens onrecht- streeks de pretenties van Nederland op de souvereiniteit der Schelde zal erkennen door toestemming tot opvaren te vragen. Het blad merkt nog op, dat drie officieren van het Belgische leger ich waarschijnlijk aan boord van de „Jeanne d'Arc" zullen be- vinden. EEN ONTWERP 1NZAKE ERNSTIGE D1ENSTWEIGERAARS. Het Haagsche correspondentiebureau mede: Van hevoegde zijde wordt ons medege- deeld, dat reeds bij het ontwerpen van de dienstplichtwet de mogelijkheid van een regeling voor de ernstige dienstweigeraars door den Minister van Oorlog onder de oogen is gezien. Gebleken is toen, dat een atzonderlijke wettelijke regeling noodig was, gelijk ook betoogd door den Minister in de vergade- ring van de Tweede Kamer van 14 Juni jl, in verband waarmede dan ook van de zijde der regeering geen bezwaar is gemaakt te gen de motie Drion. Thans ligt aan het Departement een ont- wcrp van atzonderlijke wettelijke regeling gereed. DE NOORDZEE V'felJ VAN MIJNEN. Na een mededeeling uit Berlijn (In och- tenblad van 2 dezer) bevestigd thans de Filiaal-Inrichting van het Ron. Meteoro- logisch Instituut t; Amsterdam, dac volgens bericht aan zeevarenden No. 139 dd. 12 Juli 1921 de Noordzee vrij van mijnenvel- den is. HULD1G1NG ME J. WESTERMAN. Na afloop der Tweede Kamervergadering van Dinsdag werd het nieuwe vrouwelijke Kamerlid, mej. Westerman, die dien dag heeft zittfng genomen in een bijeenkomst van de Kamerfractie van den Vrijheidsbond, hartelijk toegesproken en gelukgewenscht door den voorzitter der fractie, Mr. P. Rink, die haar ook, namens de Kamerleden van den Vrijheidsbond, fraaie bloemen aan- bood. BEZ1TTERS VAN OOSTENRIJKSCHE FONDSEN. Het navolgende adres is heden door de Middenstands-unie aan den Minister van Buitenlandsche Zaken verzonden: De Middenstands-unie deelt mede, dat het u niet onbekend zal zijn, dat een zeer groot deel van ons nationaal verntogen be- legd is in Oostenrijksche Staatsschuld; dat deze waarden zich in hoofdzaak be- vinden in handen van kleine beleggers, met name van kleine renteniers, weduwen en gepensionneerden, doch ook het eigendom zijn van philantropische instellingen; dat de Oostenrijksche regeering de cou- ponbetaling ten behoeve van Hollanders weigert, tenzij de spaarpenningen dier be- zitters in Oostenrijk bij bepaalde bankin- stellingen worden gedeponeerd; dat toch deze handelwijze jegens een be- vriende mogendheid niet verdedigbaar is, temeer, waar Nederland meermalen ge- van Lesage en van mij, want ons hoofd staat daarbij op het spel." Wanneer jelui lust hebben om hierover te gaan, dan heb ik er niets tegen, maar wij passen er voor." „Wij zullen hier zeker overheen gaan, maar jelui gaan vooruit, want ik wil nie mand achter laten. Da* is te gevaarlijk." „Denk je dan dat ik kletsen zal?" Vrijwillig niet, maar die soepjurken van de rechtbank zijn gladder dan jij, moeder Vollard. Afgeloopen, wij gaan al- lemaal naar den overkant, maar "de da mes gaan voor, daarbij blijft het." De weduwe Vollard maakte een Ttrach- tig atwerend gebaar naar het venster en zeide „Nooit." Ook vrouw Hardel schudde ontkennend het hoofd. Slechts Alliette bleet onbeweeglijk staan. Op een toon, waaruit een onwrikbaar besluit klonk, hernam Soufflard: ,Jioor eens, ik zeg je nogmaals, dat het omi mijn hoofd gaat en dan deins ik voor niets terug, voor niets, versta je, om mij te verdedigen." Hij haalde zijn mes te voorschijn en ging kalm voort: „Ik stel alleen vertrouwen i n de dooden, die kletsen niet." En terwijl hij met de eene hand het mes liet zien en met de andere naar de ladder wees: „Nu hierover, of anders hiermee, kies." toond heeff, de Oostenrijksche onderdanen, meer speciaal de kinderen, op verschillende wijze de hulpzame hand te willen bieden; dat Oostenrijk niet verkeert in een toe- stand, dat het rijk aan zijn verplichtingen niet meer zou kunnen voldoen. Redenen, waarom requestrante zich tot u wendt, met het verzoek, pogingen in het werk te stellen, teneinde de Oostenrijksche regeering te bewegen, de rentebetaling ook voor Nederlandsche houders mogelijk te maken, onder voor hen niet bezwarende voorwaarden. DE EX-KEIZER. Zijn belastingplichtigheid te Doorn. Volgens de ,,'Tel." is gister door den ge- meenteraad van Doorn aan den ex-keizer het antftoord gconden op diens pretest te gen den aanslag in de gemeentebelasting. In het antwoord wordt gewezei op het feit, dat de gemeente Doorn den ex-keizer geenszins heeft uitgenoodigd, zich daar te vestigen; dat hij volkomen vrijheid heeft weer uit de gemeente te vertrekken; dat hij zich zelfs vrij mag bewegen in een groot gedeelte der provincie Utrecht. Hierom kan het protest niet aanvaard worden. Daarom wordt hem verzocht, zoo spoedig mogelijk aan zijn verplichtingen te voldoen omdat hij reeds voor 1 Juli had moeten beta- len ep dus reeds in gebreke is gebleven. Zooals meiv zich zal herinnereu gaat het hier om! ejn b:drag van f 5900 voor de laatste acht maanden van 1920. EEN STAATSVOLKSVERZEKERING? Vragen van het Eerste Kamerlid Wittert van Hoogland. Het Eerste Kamerlid Wittert van Hoog land heeft aan den Minister van Arbeid be treffende uitbreiding der wet van 4 Novem ber 1919, Staatsblad no. 628, in de richting eener volledige volksverzekering, het vol gende geschreven: „Naar aanleiding van hetgeen bekend is geworden omtrent de gestie van eenige levensverzekeringsmaatschappijen dringt zich de vraag op of het niet op den weg van den Staat ligt aan het Nederlandsche volk gelegenheid te geven zich uitkeeringen te verzekeren bij leven en overlijden, zonder gevaar, dat de daarvoor gespaarde gelden verloren gaan. In verband hiermede worden de volgende vragen gesteld: lo. Is de Minister van oordeel, dat het gewenscht kan zijn tot dit doel de wet van 4 November 1919, Staatsblad no. 628, be treffende de vrijwillige Ouderdomsverzeke- ring zoodanig uit te breiden, dat deze een volledige volksverzekering omvat? 2o. Is de Minister bereid met eenigen spoed dienaangaande voorstellen aan de Staten-Generaal te doen?" PLAKKEN VAN RENTEZEGELS NA HET 65ste JAAR. Vrij algemeen blijkt men van oordeel, dat een verplicht verzekerde ingevolge de Inva- liditeitswet, die den 65jarigen leeftijd heeft bereikt en dus in het genot van ouderdoms- rente werd gesteld, zijn rentekaart niet lan- ger noodig heeft. Toch is deze opvatting onjuist. Zeer zeker is de 65jarige arbeider, vol gens art. 220 der Iuvaliditeitswet, van rechtswege ontheven van de verplichting om premie te betalen, terwijl ook zijn werk- gever, op grond van art. 217 der Invalidi- teitswet. niet langer verplicht is tot pre- miebetaling. De bevoegdheid echter tot premie-beta- llng blijft voor den 65jarigen arbeider be- staan. En het kan voor den arbeider zijn nut hebben van deze bevoegdheid gebruik te maken en zelfs met het plakken van zegels voort te gaan. Zooals voldoende bekend is, bestaat er een Invaliditeitswachttijd van 3 jaren. Wanneer namelijk gedurende 3 jaren re gelmatig zegels zijn geplakt, dus 150 rente- zegels op de kaart werden aangebracht en de arbeider alsdan invalide is, zal hij recht verkriigen op invaliditeitsrente, welke rente hij verkiezen mag inplaats van zijn ouder- domsrente. Welnu, indien hij 150 zegels van 60 cent De vrouwen, die wisten wat voor man zij voor hadden, sidderden onder >zijn somberen blik, zonder datl zij een woord durfden spreken, maar hij riep ongedul- dig: „Kom, haast je watK wij hebben geen tijd." Op hetzelfde oogenblik kwam Micaud bij hem. „Vlug viug," riep hij, ,,A4illoc breekt de planken uit de deur met zijn ijzeren handen. Binnen vijf minuten zullen zij allemaal op den zolder zijn. Met zijn dreigend opgeheven hand sprong Soufflard op de weduwe Vol lard toe en riep: „Voor de laatste maal,. ga je?" De vrouw week schuw terug en sta- melde: „Jfa." Zij en vrouw Hardel begaven zich naar het venster, waarop Galgenaas de derde naderde en vroeg: „En jij, La Biche?" Vastberaden antwoordde de schoone blondine Jlk zal het eerst gaan." „Goed, jij bent een vrouw met een hart in 't lijf." „HeIp mij maar op het kozijn te klim- men." Soufflard kantelde een kist om, die bij het venster stand en tilde Alliette daar op: Zij stand nu bij de ladder, die ook haar in rekening kan doen brengen, zal de inva liditeitsrente bedragen J 187,20 per jaar of J 3,60 per week, terwijl zijn ouderdomsrente slechts f 3 per week bedraagt. Het kan dus van groot nut zijn ook na het bereiken van 65jarigen leeftijd met het plakken van zegels, liefst in de hoogste loonklasse door te gaan. Om deze reden wordt ook aan de verplicht verzekerden, die reeds in het genot van ouderdomsrente werden gesteld, de rentekaart weder toege- zonden. Zij zijn dan in de gelegenheid de nog vereischte zegels bij te plakken. Het spreekt vanzelf, dat ook deze rente- kaarten weder voor of op den vervaldatum aan den Raad van Arbeid op de gebruike- lijke wijze behooren te worden ingezonden. Deze rentekaarten mogen in geen geval aan den werkgever tot het plakken van zegels worden aangeboden. (Stand.). HET STRAATJE VAN VERMEER AAN HET RIJK TEN GESCHENKE GEBODEN. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft het Ned. Corr.-bureau gemeld, dat hij Donderdag de mededeeling heeft ontvangen, dat de heer H. W. A. De- terding het beroemde Straatje van Vermeer van prof. Six gekocht en aan het Rijk ten geschenke aangeboden heeft. Met grooten dank aan den gever, is dit schitterend aan- bod aanvaard. Deze nationale daad schrijft de Minister waardoor dit beroem de schilderstuk voor ons land bewaard blijft, met de bestemming, in het RJksmu- seum te Amsterdam te worden geplaatst zal ongetwijfeld door ons geheele volk op hoogen prijs worden gesteld. Den heer De- terding komt allereerst van de zijde der re geering een warm woord van hulde en er- kentelijkheid toe. Ook uit den daad bleek, dat de schenker, ondanks jarenlang verblijf in het buitenland, Hollander is gebleven in merg en been. Het Straatje van Vermeer, dit juweel van schilderkunst uit onzen bloeitijd, voor ons land behouden, en behouden als geschenk aan het Nederlandsche volk wie had het durven hopen Van het jubileum van den heer Deter- ding is het een waarlijk vorstelijke opluiste- ring, de Koninklijke" en hem waardig, een daad, waarmede tevens het Nederlandsch sentiment is gezocht en gevonden. Gehul- digd ook. Hoezeer is deze fijne gratie te waardeeren In het Rijksmuseum zal het Straatje nu hangen met de andere stille en schoone Vermeers. Schier roerlooze, blanke kunst als een gift van de groote, dadenrijke, harts- tochtelijke bedrijvigheid van den schepper eener commercieele wereldorganisatie. (N. R. Crt.). VERLENGING VAN ARBEIDSDUUR. Minister Aalberse heeft een ingrijpende wij- ziging in zijn Arbeidswet ontworpen. Hij heeft daartoe bij den Hoogen Raad van Arbeid een wetsontwerp van wet aanhan- gig gemaakt, waarvan de hoofdzaak deze is: dat het gelegenheid geeft van een 45- urige werkweek over te gaan tot een 48- urige, indien werknemers en vverkgevers hieromtrent lot overeenstemming ziin ?e- komen. Het motiet is: erkenning van een uit het bedrijt zelt opgekomen regeling en het in acht nemen van de concurrentie met het buitenland. Voorts wordt in dit voorontwerp een verlenging voorgesteld van de overgangs- termijnen voor de bakkerijen. Ook wordt in 't algemeen het verkrijgen van vergunning tot verlenging ot verschui- ving van den normalen arbeidstiid reroe- makkelijkt. De overige wijzigingen bedoelen een technische verbetering der wet. TER NEUZEN, 15 JULI 1921. EINDEXAMEN. Geslaagd voor het eindexamen Middel- bare Handelsdagschool te Middelburg de leerlingen: M. E. van Melle te Breskens, D. J. Marijs en C. J. Schieman beiden te Axel. vrij dun leek boven dien donkeren af- grond van drie verdiepingen. Toch aarzelde zij niet. „Het is mogelijk dat de ladder breekt als ik er midden op ben," zeide zij, en dat ik dan mijn hoofd1 verpletter op de straatsteenen. In dat geval, vaartwel al lemaal." Soufflard, die iets van ontroering o -l- de, voor zoover hij daartoe in staat was drukte haar de hand. Toen stak zij af. Vastberaden keek zij naar de diepte aan haar voeten en ging toen, spor: voor sjaort, vermetel en zonder aarzehn'g voort met zoo vasten, zekeren trek, als was de ladder niet meer dan 2 voet boven den grond geweest. Op het midden gekomen, zonder nog van eenige vrees blijfc te geven, liep zij nog wat Iangzamer en voorzichttoer. Dat was het critieke punt Soufflard keek met bonzend hart toe, om even later een vreugdekreet te sta- ken. Zij had de overzijde bereikt; en sprong het dakvenster binnen. „Wel, zijn jelui nu nog bang?" vroeo- Galgenaas aan de weduwe Vollard en vrouw Hardel. ,yDat bewijst niets," antwoordde eerst- genoemde. „Alliette is veel lichter dan wij." (Wordt vervolgd.) TER rxs:s,Tuiiggirt.-?Tg^.-n>. NSCHE COURA De Bnrgemeester van TER NEUZEN inaakt de j volgende beschikking bekend De Ministers van Landbouvv, Nijverheid en Handel en vaa Kinancien. Gelet op de Koninklijke besluiteri van 8 December 1870 (Staatsblad No. 194; en 25 Juni 1906 (Staats- blad No. 135). Brengen ter algemeene kennis, dat, ingaande 15 Juni 1921, ingetrokken wordt de gemeenschappelijke beschikking van 7/10 November 1910 (Nederlandscbe Staatscourant van 11 November d. a. v. No. 264), voor zooveel daarbij afwijking van de verbods- bepalingen, vervat in eerstgenoemd Koninklyk Besluit, werd toegestaan ten aanzien van Rundvee, betvvelk over den op Belgisoh gebied gelegen ..Vrijen Dijk" vervoerd wordt uit het voormalige vierde naar het voorrnalige vijfde district van Zeeuvvsch-Vlaanderen en omgekeerd. Ter Neuzen, den 13 Juli 1921. De Bnrgemeester voornoemd, J. HUIZ1NGA. M II il n fli Hi

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 1