ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
man T^esH mssumb.
Mo. 7171
Vrydag 1.5 Juli 1921.
69e Jaargang.
Bekendmaking.
Reactionnair.
"~bT hhew la n"pT~
FETJILLETON.
Als rnijn woordenboek (Verklarend Hand-
woordenboek aer Nederlandsche taal, enz.
door M. J. Koenen, Elfde druk, uitgave van
Welters) gelijk heeft dan ben ik het niet,
of althans: dan durf ik niet te zeggen, dat
ik hei ben. Ik lees daar tocn, dat reaction
nair beteekent: „tegenstrever"en in de
staatkunde iemand, die de bestaande toe-
standen tot vroegere wil terugbrengen"; en
het wordt nog erger, als gij maar doorleest,
v.-arit dan wordt ook nog het meervoud ge-
noemd: heel eenvoudig, heei regelmatig:
reactionnairen; maar dat schijnt nog iets
vreeselijkers te beteekenen, want daar staat
achter: tegenwerkend. Stel het u voor: gij
zoudt tegenieerAre/z, niet alleen dus: tegen-
streven, maar legenwerkenZoudt gij u
dezen naam durven laten geven, zoudt gij u
dezen smaad widen laten aanwrijven? Neen,
wij widen alles desnoods nog wel heeten be-
halve dat. Menig naam is mooi, en in elke
dwaling of overdrijving kan tenslotte nog
een waarheid en 'n compliment schuilen,
maar dezen naam wenschen wij ons niet te
laten geven: wij bedanken er stichtdijk voor
om ook maar reac.tionnair te schijnen.
Reactie moge iets heel natuurlijks zijn, en
ieder van ons moge daaraan, ook ongewild
en onbewust meedoen, het heele leven en de
heele samenleving moge er eigenlijk op ge-
baseerd zijn, en het moge zelfs juist en waar
wezen, dat zonder reactie evenmin actie
denicbaar is als zonder actie reactie zoo-
dra men van dat vrij onschuldig er uitzien-
de woordje „reactie" een bijvoeglijk naam-
woord gaat maken, wordt dat onschuldige
en heei natuurlijke verschijnsel blijkbaar iets
heel achterlijks ef! bcosaardigs, ja, zoo mis-
dadigs, dat ge er iedereen mee naar huis
kunt jagen, een minister en een arbeider,
een kantoorbediende en een legercomman-
dant, als ge maar fluistert: dat hij of zij zou
wezen of schijnen: reactionnair.
Neen, dat dus nooit! Wij moeten alles
doen, alies vermijden om geen oogenblik re
actionnair te schijnen, want wie dat ook
maar een moment van ons zeggen kan, die
heeft ons er onder, en wij zijn „weg", zoo
niet voor immer, dan toch voor Iangen tijd.
En toch zouden wij, op gevaar af van
voor vreeselijk reactionnair te worden ge-
scholden, het voor sommige soorten reactie
hier wel eens willen opnemen. Het gaat
toch ook maar niet aan, om aan iedereen,
zonder eenigen kans op, of gelegenheid
tot tegenspraak, het recht te gunnen en te
laten om op elk willekeurig tijdstip ons of
anderen op een dergelijke wijze af te maken.
Wij redeneeren natuurlijk over deze dingen
nu niet met het oog op bepaalde toestanden
of omstandigheden. Maar wij wenschen te
verdedigen, dat reactie niet bepaald noch
altijd in ongunstigen zin behoeft te worden
genomen. Reactie kan ook wel eens nuttig
en zelfs noodig zijn. Zeker, wanneer aan
reactie doen zou beteekenen altijd weer
tegenstrevend zijn en tegenstand biedend,
dan kan van zoo'n reactie geen kwaad ge-
noeg worden gezegd, en kan zij niet te erg
worden gelaakt en niet hevig genoeg wor-
29)
In het kozijn van hun venster waren
twee oogen gedraaid, waarin de haken
van de ladder juist pasten.
Daar maakten zij deze aan vasr en het
andere einde strekte tot aan het tegen-
over gelegen venster, zoodat de brug in
een oogwenk was gelegd.
De geheele bende was' er bij gekomen
en volgde met inspanning deze werk-
zaamheden, waarvan de uitslag voor alien
een kwestie van leven of dood was.
Juist toen zij hun brug hadden gelegd,
bereikten de agenten het portaal van den
zolder.
Micaud, die op den uitkijk was blijVen
staan, zag hen komen, door een reet
in de deur en telde hetf bij het lich't van
hun lantaarn.
Galgenaas was bij hem gekomen
en vroeg fluisterend:
„Hoeveel zijn er?" v,
„Twaalf, Milloc meegerekend."
„Wat doen zij?" f
»Zij beraadslagen of zij de deur zullen
intrappen of het slot openbreken."
„De deur is nogal stevig, zij zullen
ijd noodig hebben om haar open te bre-
ken. Blijf hier en waarschuw mij als er
den bekampt. Maar reactie is toch ook
niet zelden een heel normaal, ja zelfs: een
heel natuurlijk en kern gezond verschijnsel.
Er moet reactie komen na ernstige en felle
actie; het zou gevaarlijk, levensgevaarlijk
kunnen worden, indien reactie dan uitbleef.
Zoo'n reactie moet dus niet worden tegen-
gegaan of tegengewerkt, zij moet veeleer
worden toegelaten en bevorderd. Zonder
schokken of schommelingen komen wij in
het oude evenwicht niet meer terug. Daar
is 'n boot, waarin om een of andere reden
(die overigens zeer goed te billijken kan
zijn) de inzitcenden naar een zijde zijn ge-
loopen. Zoo'n vaartuig loopt ernstig ge
vaar om te slaan. Nu is er echter een pas-
sagier, die dat gevaar ziet, beseft, en die
aanstonds naar de overzijde zich begeeft.
Die eene man kan door zijn eenzijdigheid
een groot gevaar van de anderen afweren.
En hij zal als het vaartuig werkelijk In
gevaar verkeert en niet al te klein is ook
nog wel zijn best doen om enkele anderen
met. zich mee te troonen. Dit is dan van
hem en die meegetroonden een daad van
reactie maar een zeer vergefelijke en
prijzenswaardige daad.
Nog iets komt daar bij, wat wij vooral
niet over het hoofd mogen en 'moeten zien,
namelijk: de meste reacties worden niet ge
maakt; ook zij treden vanzelf op. Wij be-
hoeven ze dus niet te verwekken. Zij komen
wel. Dan moet zoo'n reactie worden be-
grepen en erkend in haar beteekenis en
waarde, geleid worden in de goede banen,
om op haar tijd, nadat zij haar taak heeft
vervuld en haar plicht heeft gedaan, weer
plaats te maken voor meer normale actie.
Met andere woorden: In zeer abnormale
omstandigheden, zullen abnormale voorzie-
ningen moeten worden getroffen. Dan zai
niet alleen heel veel geoorloofd zijn, wat
anders beslist niet mag, maar zal ook aller-
iei moeten worden toegestaan en gedaan,
wat anders onnoodig, verkeerd, ja dwaas
zou moeten heeten. Maar keert straks het
normale leven terug, dan moeten deze tij-
delijk en als noodmaatregel getroffen voor
zieningen. zij het zoo geleidelijk mogelijk,
weer worden afgeschaft en ingetrokken. Er
zullen er altijd blijven, wien deze tijdelijke
voorzieningen bizonder goed te stade kwa-
men, en die daarvan meer profiteerden dan
misschien behoorlijk was en bedoeld wera.
Dezulken zullen zich dan uit welbegrepen,
maar daarom nog niet goed te keuren eigen-
belang, tegen de intrekking dezer tijdelijke
voorzieningen kanten, en wellicht de intrek-
kers van deze bepalingen of de voor zoo'n
intrekking ijverenden uitmaken voor „reac-
tionnairen". En zij zijn dan toch ook in
zekere mate „tegenwerkers", zooals her
woordenboek hen noemde.
Wie echter ten voile overtuigd is van het
goed recht en welgemotiveerde zijner ziens-
wijze, zal zich niet laten weerhouden door
een of meerderen, die hem voor reaction
nair" uitmaken. Hij zal zeker goed doen,
zichzelf nauw te onderzoeken, of zijn tegen
stand werkelijk voortkomt uit edele drijf-
veeren. Er is dat worde nooit en door
niemand vergeten een boosaardig reac
tionnair zijn, dat erger is dan conservatis-
me. De conservatief wil het oude vasthou-
den, de reactionnair wenscht het oude terug.
Een conservatief laat zich misschien over-
tuigen, en geeft dan zijn verzet op, een re
actionnair (zoo'n altijd en bij alles reagee-
rend persoon) laat zich nooit overtuigen en
blijft mokken en morren en morrelen. Maar
niet ieder, die reageert is daarom reaction
nair. Reactie kan zeer gezond en natuurlijk
en dus zelfs noodzakelijk wezen. Reageeren
is heel vaak geoorloofd en te billijken, re
actionnair zijn leidt slechts tot verbittering.
De reactionnairen mijn woordenboek
krijgt gelijk werken tegen.
Daarom blijve het onze levensleus en
levenspraktijk: Nooit reactionnair zijn, maar
evenmin voor 'n gezonde reactie bevreesd!
DE NOORSCHE REIS DER KONINGIN.
Het Haagsche Correspondentie-bureau is
gemachtigd mede te deelen, dat alle dezer
dagen gepubliceerde berichten betreffende
gevaar is."
/Hij keerde naar het' venster terug.
De geheele bende standi daar nog.
„Wat nu?" riep Soufflard verbaasd uit,;
staan jelui daar nu nog te delibereeren?
Ik dacht je al aan de overkant waart.''
De weduwe Vollard wierp een veelbe-
teekenenden blik op de ladder en daar-
na opt de straat,, die als' een gapende af-
grond, donker en onpeilbaar er onder lag
en antwoordde
„Wij moeten er niets van hebben: die
ladder isi te dun en te smal en wij heb
ben geen lust om den nek te breken.
Vooral voor ons vrouwen, met onze rok-
ken, is het niet om te doen. Als wij ge-
knipt worden, komen wij er met een jaar
of wat brommen at en dat is niet zoo
erg dan wanneer men te pletteren valt.
Soufflard sloeg zijn armen over elkaar
en zeide:
„Zoo, jelui wilt dus( hier blijven en je
laten inrekenen door die smerissen?"
„Dat hebben wij besloten."
Korttaf en op vastberaden toon zei Gal
genaas
„Maar ik heb wat anders besloten."
„Mij dunkt toch," hernam vrouw Vol
lard, „dat wij vrij zijn...."
„Om hier te blijven?"
„Ja."
„Niets daarvan."
„Wanneer ik liever de doos in draai,
dan is dat toch zeker mijn zaak?"
„Mis, dat is in de eerste plaats de zaak
de mogelijkheid der Noorsche reis van de
Koningin voorbarig zijn en van de plannen
daaromtrent nog niets vast staat.
DE VLEESCHKEURINGSWET.
Bij Ron. besluit van 20 Juni, opgenomen
in Staatsblad 806, is de'termijn bedoeld bij
art. 48 der Vleeschkeuringswet binnen
welken de raden van de gemeenten, waar
een keuringsdienst nog niet bestaat de noo-
dige verordeningen en instructies en de
raden van de gemeente, waar een
keuringsdienst bestaat, de noodige aan-
vullingen en wijzigingen van verordeningen
en instructies aan de goedkeuring van Ged.
Staten onderworp^a gesteld op drle
maanden, aanvangende op 1 Augustus a.s.
NEDERLAND EN BELGIE.
De Brusselsche berichtgever van het Hbl.
rfieldt:
De twee Amerikaansche oorlogsbodems
..Pittsburg" en Deans" hebben, zegt de
..Nation Beige", aan de Nederlandsche re
vering toelating moeten vragen om de
Schelde op te varen. De Fransche pantser-
kruiser ..Jeanne d'Arc" bezoekt op 16 Juli
Antwerpen en in verband hiermede vraagt
ons een lezer aldus de Nation" of
het geallieerde Frankrijk eveneens onrecht-
streeks de pretenties van Nederland op de
souvereiniteit der Schelde zal erkennen door
toestemming tot opvaren te vragen. Het
blad merkt nog op, dat drie officieren van
het Belgische leger ich waarschijnlijk aan
boord van de „Jeanne d'Arc" zullen be-
vinden.
EEN ONTWERP 1NZAKE ERNSTIGE
D1ENSTWEIGERAARS.
Het Haagsche correspondentiebureau
mede:
Van hevoegde zijde wordt ons medege-
deeld, dat reeds bij het ontwerpen van de
dienstplichtwet de mogelijkheid van een
regeling voor de ernstige dienstweigeraars
door den Minister van Oorlog onder de
oogen is gezien.
Gebleken is toen, dat een atzonderlijke
wettelijke regeling noodig was, gelijk ook
betoogd door den Minister in de vergade-
ring van de Tweede Kamer van 14 Juni jl,
in verband waarmede dan ook van de zijde
der regeering geen bezwaar is gemaakt te
gen de motie Drion.
Thans ligt aan het Departement een ont-
wcrp van atzonderlijke wettelijke regeling
gereed.
DE NOORDZEE V'felJ VAN MIJNEN.
Na een mededeeling uit Berlijn (In och-
tenblad van 2 dezer) bevestigd thans de
Filiaal-Inrichting van het Ron. Meteoro-
logisch Instituut t; Amsterdam, dac volgens
bericht aan zeevarenden No. 139 dd. 12
Juli 1921 de Noordzee vrij van mijnenvel-
den is.
HULD1G1NG ME J. WESTERMAN.
Na afloop der Tweede Kamervergadering
van Dinsdag werd het nieuwe vrouwelijke
Kamerlid, mej. Westerman, die dien dag
heeft zittfng genomen in een bijeenkomst
van de Kamerfractie van den Vrijheidsbond,
hartelijk toegesproken en gelukgewenscht
door den voorzitter der fractie, Mr. P.
Rink, die haar ook, namens de Kamerleden
van den Vrijheidsbond, fraaie bloemen aan-
bood.
BEZ1TTERS VAN OOSTENRIJKSCHE
FONDSEN.
Het navolgende adres is heden door de
Middenstands-unie aan den Minister van
Buitenlandsche Zaken verzonden:
De Middenstands-unie deelt mede, dat
het u niet onbekend zal zijn, dat een zeer
groot deel van ons nationaal verntogen be-
legd is in Oostenrijksche Staatsschuld;
dat deze waarden zich in hoofdzaak be-
vinden in handen van kleine beleggers, met
name van kleine renteniers, weduwen en
gepensionneerden, doch ook het eigendom
zijn van philantropische instellingen;
dat de Oostenrijksche regeering de cou-
ponbetaling ten behoeve van Hollanders
weigert, tenzij de spaarpenningen dier be-
zitters in Oostenrijk bij bepaalde bankin-
stellingen worden gedeponeerd;
dat toch deze handelwijze jegens een be-
vriende mogendheid niet verdedigbaar is,
temeer, waar Nederland meermalen ge-
van Lesage en van mij, want ons hoofd
staat daarbij op het spel."
Wanneer jelui lust hebben om hierover
te gaan, dan heb ik er niets tegen, maar
wij passen er voor."
„Wij zullen hier zeker overheen gaan,
maar jelui gaan vooruit, want ik wil nie
mand achter laten. Da* is te gevaarlijk."
„Denk je dan dat ik kletsen zal?"
Vrijwillig niet, maar die soepjurken
van de rechtbank zijn gladder dan jij,
moeder Vollard. Afgeloopen, wij gaan al-
lemaal naar den overkant, maar "de da
mes gaan voor, daarbij blijft het."
De weduwe Vollard maakte een Ttrach-
tig atwerend gebaar naar het venster en
zeide
„Nooit."
Ook vrouw Hardel schudde ontkennend
het hoofd.
Slechts Alliette bleet onbeweeglijk staan.
Op een toon, waaruit een onwrikbaar
besluit klonk, hernam Soufflard:
,Jioor eens, ik zeg je nogmaals, dat
het omi mijn hoofd gaat en dan deins ik
voor niets terug, voor niets, versta je,
om mij te verdedigen."
Hij haalde zijn mes te voorschijn en
ging kalm voort:
„Ik stel alleen vertrouwen i n de dooden,
die kletsen niet."
En terwijl hij met de eene hand het
mes liet zien en met de andere naar
de ladder wees:
„Nu hierover, of anders hiermee, kies."
toond heeff, de Oostenrijksche onderdanen,
meer speciaal de kinderen, op verschillende
wijze de hulpzame hand te willen bieden;
dat Oostenrijk niet verkeert in een toe-
stand, dat het rijk aan zijn verplichtingen
niet meer zou kunnen voldoen.
Redenen, waarom requestrante zich tot
u wendt, met het verzoek, pogingen in het
werk te stellen, teneinde de Oostenrijksche
regeering te bewegen, de rentebetaling ook
voor Nederlandsche houders mogelijk te
maken, onder voor hen niet bezwarende
voorwaarden.
DE EX-KEIZER.
Zijn belastingplichtigheid te Doorn.
Volgens de ,,'Tel." is gister door den ge-
meenteraad van Doorn aan den ex-keizer
het antftoord gconden op diens pretest te
gen den aanslag in de gemeentebelasting.
In het antwoord wordt gewezei op het feit,
dat de gemeente Doorn den ex-keizer
geenszins heeft uitgenoodigd, zich daar te
vestigen; dat hij volkomen vrijheid heeft
weer uit de gemeente te vertrekken; dat hij
zich zelfs vrij mag bewegen in een groot
gedeelte der provincie Utrecht. Hierom
kan het protest niet aanvaard worden.
Daarom wordt hem verzocht, zoo spoedig
mogelijk aan zijn verplichtingen te voldoen
omdat hij reeds voor 1 Juli had moeten beta-
len ep dus reeds in gebreke is gebleven.
Zooals meiv zich zal herinnereu gaat het
hier om! ejn b:drag van f 5900 voor de
laatste acht maanden van 1920.
EEN STAATSVOLKSVERZEKERING?
Vragen van het Eerste Kamerlid Wittert
van Hoogland.
Het Eerste Kamerlid Wittert van Hoog
land heeft aan den Minister van Arbeid be
treffende uitbreiding der wet van 4 Novem
ber 1919, Staatsblad no. 628, in de richting
eener volledige volksverzekering, het vol
gende geschreven:
„Naar aanleiding van hetgeen bekend is
geworden omtrent de gestie van eenige
levensverzekeringsmaatschappijen dringt
zich de vraag op of het niet op den weg van
den Staat ligt aan het Nederlandsche volk
gelegenheid te geven zich uitkeeringen te
verzekeren bij leven en overlijden, zonder
gevaar, dat de daarvoor gespaarde gelden
verloren gaan.
In verband hiermede worden de volgende
vragen gesteld:
lo. Is de Minister van oordeel, dat het
gewenscht kan zijn tot dit doel de wet van
4 November 1919, Staatsblad no. 628, be
treffende de vrijwillige Ouderdomsverzeke-
ring zoodanig uit te breiden, dat deze een
volledige volksverzekering omvat?
2o. Is de Minister bereid met eenigen
spoed dienaangaande voorstellen aan de
Staten-Generaal te doen?"
PLAKKEN VAN RENTEZEGELS NA HET
65ste JAAR.
Vrij algemeen blijkt men van oordeel, dat
een verplicht verzekerde ingevolge de Inva-
liditeitswet, die den 65jarigen leeftijd heeft
bereikt en dus in het genot van ouderdoms-
rente werd gesteld, zijn rentekaart niet lan-
ger noodig heeft.
Toch is deze opvatting onjuist.
Zeer zeker is de 65jarige arbeider, vol
gens art. 220 der Iuvaliditeitswet, van
rechtswege ontheven van de verplichting
om premie te betalen, terwijl ook zijn werk-
gever, op grond van art. 217 der Invalidi-
teitswet. niet langer verplicht is tot pre-
miebetaling.
De bevoegdheid echter tot premie-beta-
llng blijft voor den 65jarigen arbeider be-
staan.
En het kan voor den arbeider zijn nut
hebben van deze bevoegdheid gebruik te
maken en zelfs met het plakken van zegels
voort te gaan. Zooals voldoende bekend is,
bestaat er een Invaliditeitswachttijd van 3
jaren.
Wanneer namelijk gedurende 3 jaren re
gelmatig zegels zijn geplakt, dus 150 rente-
zegels op de kaart werden aangebracht en
de arbeider alsdan invalide is, zal hij recht
verkriigen op invaliditeitsrente, welke rente
hij verkiezen mag inplaats van zijn ouder-
domsrente.
Welnu, indien hij 150 zegels van 60 cent
De vrouwen, die wisten wat voor man
zij voor hadden, sidderden onder >zijn
somberen blik, zonder datl zij een woord
durfden spreken, maar hij riep ongedul-
dig:
„Kom, haast je watK wij hebben geen
tijd."
Op hetzelfde oogenblik kwam Micaud
bij hem.
„Vlug viug," riep hij, ,,A4illoc breekt
de planken uit de deur met zijn ijzeren
handen. Binnen vijf minuten zullen zij
allemaal op den zolder zijn.
Met zijn dreigend opgeheven hand
sprong Soufflard op de weduwe Vol
lard toe en riep:
„Voor de laatste maal,. ga je?"
De vrouw week schuw terug en sta-
melde:
„Jfa."
Zij en vrouw Hardel begaven zich naar
het venster, waarop Galgenaas de derde
naderde en vroeg:
„En jij, La Biche?"
Vastberaden antwoordde de schoone
blondine
Jlk zal het eerst gaan."
„Goed, jij bent een vrouw met een
hart in 't lijf."
„HeIp mij maar op het kozijn te klim-
men."
Soufflard kantelde een kist om, die bij
het venster stand en tilde Alliette daar
op:
Zij stand nu bij de ladder, die ook haar
in rekening kan doen brengen, zal de inva
liditeitsrente bedragen J 187,20 per jaar of
J 3,60 per week, terwijl zijn ouderdomsrente
slechts f 3 per week bedraagt.
Het kan dus van groot nut zijn ook na
het bereiken van 65jarigen leeftijd met het
plakken van zegels, liefst in de hoogste
loonklasse door te gaan. Om deze reden
wordt ook aan de verplicht verzekerden,
die reeds in het genot van ouderdomsrente
werden gesteld, de rentekaart weder toege-
zonden. Zij zijn dan in de gelegenheid de
nog vereischte zegels bij te plakken.
Het spreekt vanzelf, dat ook deze rente-
kaarten weder voor of op den vervaldatum
aan den Raad van Arbeid op de gebruike-
lijke wijze behooren te worden ingezonden.
Deze rentekaarten mogen in geen geval aan
den werkgever tot het plakken van zegels
worden aangeboden. (Stand.).
HET STRAATJE VAN VERMEER AAN
HET RIJK TEN GESCHENKE GEBODEN.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft het Ned. Corr.-bureau
gemeld, dat hij Donderdag de mededeeling
heeft ontvangen, dat de heer H. W. A. De-
terding het beroemde Straatje van Vermeer
van prof. Six gekocht en aan het Rijk ten
geschenke aangeboden heeft. Met grooten
dank aan den gever, is dit schitterend aan-
bod aanvaard. Deze nationale daad
schrijft de Minister waardoor dit beroem
de schilderstuk voor ons land bewaard
blijft, met de bestemming, in het RJksmu-
seum te Amsterdam te worden geplaatst
zal ongetwijfeld door ons geheele volk op
hoogen prijs worden gesteld. Den heer De-
terding komt allereerst van de zijde der re
geering een warm woord van hulde en er-
kentelijkheid toe. Ook uit den daad bleek,
dat de schenker, ondanks jarenlang verblijf
in het buitenland, Hollander is gebleven in
merg en been.
Het Straatje van Vermeer, dit juweel van
schilderkunst uit onzen bloeitijd, voor ons
land behouden, en behouden als geschenk
aan het Nederlandsche volk wie had het
durven hopen
Van het jubileum van den heer Deter-
ding is het een waarlijk vorstelijke opluiste-
ring, de Koninklijke" en hem waardig, een
daad, waarmede tevens het Nederlandsch
sentiment is gezocht en gevonden. Gehul-
digd ook. Hoezeer is deze fijne gratie te
waardeeren
In het Rijksmuseum zal het Straatje nu
hangen met de andere stille en schoone
Vermeers. Schier roerlooze, blanke kunst
als een gift van de groote, dadenrijke, harts-
tochtelijke bedrijvigheid van den schepper
eener commercieele wereldorganisatie.
(N. R. Crt.).
VERLENGING VAN ARBEIDSDUUR.
Minister Aalberse heeft een ingrijpende wij-
ziging in zijn Arbeidswet ontworpen. Hij
heeft daartoe bij den Hoogen Raad van
Arbeid een wetsontwerp van wet aanhan-
gig gemaakt, waarvan de hoofdzaak deze
is:
dat het gelegenheid geeft van een 45-
urige werkweek over te gaan tot een 48-
urige, indien werknemers en vverkgevers
hieromtrent lot overeenstemming ziin ?e-
komen.
Het motiet is: erkenning van een uit
het bedrijt zelt opgekomen regeling en
het in acht nemen van de concurrentie met
het buitenland.
Voorts wordt in dit voorontwerp een
verlenging voorgesteld van de overgangs-
termijnen voor de bakkerijen.
Ook wordt in 't algemeen het verkrijgen
van vergunning tot verlenging ot verschui-
ving van den normalen arbeidstiid reroe-
makkelijkt.
De overige wijzigingen bedoelen een
technische verbetering der wet.
TER NEUZEN, 15 JULI 1921.
EINDEXAMEN.
Geslaagd voor het eindexamen Middel-
bare Handelsdagschool te Middelburg de
leerlingen: M. E. van Melle te Breskens, D.
J. Marijs en C. J. Schieman beiden te Axel.
vrij dun leek boven dien donkeren af-
grond van drie verdiepingen.
Toch aarzelde zij niet.
„Het is mogelijk dat de ladder breekt
als ik er midden op ben," zeide zij,
en dat ik dan mijn hoofd1 verpletter op de
straatsteenen. In dat geval, vaartwel al
lemaal."
Soufflard, die iets van ontroering o -l-
de, voor zoover hij daartoe in staat was
drukte haar de hand.
Toen stak zij af.
Vastberaden keek zij naar de diepte aan
haar voeten en ging toen, spor: voor
sjaort, vermetel en zonder aarzehn'g voort
met zoo vasten, zekeren trek, als was
de ladder niet meer dan 2 voet boven
den grond geweest.
Op het midden gekomen, zonder nog
van eenige vrees blijfc te geven, liep zij
nog wat Iangzamer en voorzichttoer.
Dat was het critieke punt
Soufflard keek met bonzend hart toe,
om even later een vreugdekreet te sta-
ken.
Zij had de overzijde bereikt; en sprong
het dakvenster binnen.
„Wel, zijn jelui nu nog bang?" vroeo-
Galgenaas aan de weduwe Vollard en
vrouw Hardel.
,yDat bewijst niets," antwoordde eerst-
genoemde. „Alliette is veel lichter dan
wij."
(Wordt vervolgd.)
TER
rxs:s,Tuiiggirt.-?Tg^.-n>.
NSCHE COURA
De Bnrgemeester van TER NEUZEN inaakt de j
volgende beschikking bekend
De Ministers van Landbouvv, Nijverheid en Handel
en vaa Kinancien.
Gelet op de Koninklijke besluiteri van 8 December
1870 (Staatsblad No. 194; en 25 Juni 1906 (Staats-
blad No. 135).
Brengen ter algemeene kennis, dat, ingaande 15
Juni 1921, ingetrokken wordt de gemeenschappelijke
beschikking van 7/10 November 1910 (Nederlandscbe
Staatscourant van 11 November d. a. v. No. 264),
voor zooveel daarbij afwijking van de verbods-
bepalingen, vervat in eerstgenoemd Koninklyk Besluit,
werd toegestaan ten aanzien van Rundvee, betvvelk
over den op Belgisoh gebied gelegen ..Vrijen Dijk"
vervoerd wordt uit het voormalige vierde naar het
voorrnalige vijfde district van Zeeuvvsch-Vlaanderen
en omgekeerd.
Ter Neuzen, den 13 Juli 1921.
De Bnrgemeester voornoemd,
J. HUIZ1NGA.
M II il n fli Hi