ALGEMEEN NIEUWS- EN AOVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 7169, Maandag 11 Juli 1921. 69e Jaargang. 8UITEN LAN D. Provinciale Staten van Zeeland. zaamslao. NEUZENSCHE CO U RANT DE KABINETSCRISIS. Het Centrum verneemt, dat de oplossmg van de kabinetscrisis nog wel eenigen tijd in beslag kan nemen. DE N1EUWE LEGERWE'l. Naar de Limburger Koerier uit goede bron verneemt, zijn de rechtsche partiien het eens geworden om een vijtmaandsdien tffensttijd in te voeren. Dit zou dan beteekenen, dat de voor- geoetenden er met een maand kazerne- ot "kampdiensf zivillen afkomen. DE SUIKERPRIJS. Het ,,Ned. weekblad voor den handel in Kruidenierswa,r:en" verneemt dat de Centrale Suikermaatschappij thans reeds suiker van de nieuwe campagne aanbiedt op t 49.50 ot wel f 12 per baa! beneden de tegenwoordige noteering. Dit aanbod beteekent dat ingaande October suiker ver- krijgbaar zal zijn ook voor den konsument tot ongeveer den prijs van voor den1 oor- log. Het blad herinnert er aan dat bij den tegenwoordige campagne de suikerp,rijs 195 per baal van 100 K.G. bedroeg, zoo- dat in een jaar tijd de prijs/ nagenoeg toe de helft terugviel. DE 'EX-KEIZER. Protesten tegen zijn aanslagen in belastingen. Bij den raad der gemeente Doom is in- gekomen een protest van den ex-keizer tegen zijn aanslag in de gemeentebelasting Hij protesteert met, wijl deze, aanslag te hoog zou zijn, maar tegen het feit, dat hij is aangeslagen. Volgens zijn bewering vet toeft hij tegen zijn wiij in Nederland en wordt hij als 'tware vastgehouden. Daar- om is hij" niet als vrij burgef tot betahng verphcht. De meerderheid van den Raad is echter van meening, dat hij' wel degelijk vrijwillig naar ons land is gekomen erj dat hij gehee! vrijwillig Doom als verbljijt- plaats gekozen heeft. Men is daarom met geneger., het protest te aanvaarden. Maat- regelen zullen genomen worden, om de uitvoering van den aanslag te verzeke- ren. Tevens moet de ex-keizer protest heb- ben aangeteekend tegen den zeer hoogen aanslag in de personeele belasting, NEDERLAND EN BELQIE. De Vmgtieme Siecle bespreekt vanavond het artikel over buitenlandsche politick van Belgie door Minster van staat Poul- Jet in het Vlaamsche tijdschrift Dietsche Marande en Beltort gepubliceerd. Zooals bekend hekelde de heer Poullet de Belgi- sche annexiomsten op vrij heftige vvijze, wat niet in den smaak blijkt te, vallen van het Brusselsche blad. Wij nteenen aidus de Vingtieme Siecle dat de heer Poullet veei belang hecht aan de annexio- nisten. Deze beschikken echter over niet het minste gezag, en Belgie heett trou- wens reeds herhaaldelijk op piechtige wijze verklaard, dat het er ten opzichte van Nederland geen annexiomstische bij- bedoelingen op nahoudt. Er kan wet kwestie geweest vijn van een grenswij- ziging „redressement de frontiere" enver- moedelijk komt deze nog wel eens te berde, maar van een verwezenlijking de- zer plannen zonder algeheele overeenstem - ming was geen sprake. Zulks heeft trou- wens niets te maken met annexionisme. In de huidige omstandigheden is de toe- stand zoo, dat Nederland te onzen op zichte blijken geeft van annexionisme. Want is het Nederland niet, dat in de Wielingenkwestie, onder voorwendsei van historische rechten, ons een deel van ons grondgebied tracht te ontvreemden? In het Laatste Nieuws wijdt Julius Hos- te jr. een hoofdartikel aan hetzeltde stuk van Poullet en schrijft oveij de Fransch- Belgische militaire overeenkomst en de Belgisch-Nederlandsehe betrekkingen on der meer het volgende: Dei heer Poullet verklaart het verbond, zelts het verbond tot enkel verweer, van een kleinen staai met een grooten, is de onderworpenheid. Welnu, de Fransch-Belgische militaire overeenkomst heeft aan haar warmste ver- dedigers de gelegenheid geboden de za- ken voor te stellen alsot het een verbond gold. Zij vonden daartoe gelegenheid in de wederkeerige verplichtmgen, welke de overeenkomst voor Frankrijk en Belgie insluit. Geen wonder, dat ook Engel- sche staatslieden aan die overeenkomst aanstoot namen en dat zelts thans mi nister Jaspar zich genoopt voelt te ver- klaren: het is geen verbond, waar hij van Engeland voor ons land gunsten be- komen wil. En dat, terwijl er geene mo- gendheid is, die bij de algeheele onar- hankelijkheid van Belgie meer belang heett den Engeland. De Engelschen weten, dat de lage landen aan de zee, Belgie en Nederland, voor den vrede in West-Euro- pa en hun eigen veiligheid beteekenen. Daartoe is de volkomen zeltstandigheid tusschen Nederland en Belgie een ver- eischte. Wie in dien zin nier werkt, be- wijst een veer slechten dienst aan ^de onafhankelijkheid van het land. LEVE DE VRIJHEID Een lid der burgerwacht, zoo meldt de Zutt. Crt., was tevens lid van den Alg. Ned. Bond van Handels- en Kantoorbe- dienden. Hij heeft nu moeten ervaren, dat deze beide lidmaatschappen onver- eenigbaar zijn. Het kan en het mag een- voudig niet. Want hij heeft een aanschrij- ving gekregen van het bestuur van den Alg. Ned. Bond van Handels- en Kantoor- bedienden, dat hij' geroyeerd is. Hij was toch al zoo eigenzinnig geweest om lid j van de burgerwacht te blijven, otschoon het afdeelingsbestuur hem gewezen had op „het onvereenigbare, van burgerwacht en moderne vakorgamsatie" en nu heett het bondsbestuuur in hoogste instantie hem geschrapt als lid. Want het bonds- bestuur acht „het lidmaatschap van beide orgamsaties onvereenigbaar, omdat de mo derne vakbeweging is bestrijder van het kapitalisme, de burgerwacht handlangtS van het kapitalisme." Den weerspannige was nog 'n kleine week tijd gelaten om voor de burgerwacht te bedanken. Hij heeft zich echter met laten dwGgwi en is nu geroytcd. IN GROOTEN NOOD. In een spoedeischende raadszitting deei- de de burgemeester van Wormer (N.-H.) mede, dat de gemeente aan het efnd van haar crediet was. De aannemer van een nieuwe school wil zijn geld hebben, nu de school klaar is en reeds in gebruik genomen. D* ambtenaren en onderwijzers moeten hun salaris ontvangen; er is nog t 10.000 ex tra te storten, doch de gemeente heel* geen geld. Ged. Staten beschikten atwij- zend op een aanvrage om f 35.000 te ino- gen ontvangen. Met algemeene stemmen nam de raad een motie aan, waarin de regeering op het onhoudbare van den toestand werd gewezen. DE S POOR WEGR AMP IN BELGlfi. Yier personen onder verdenking. De minister van spoorwegen Nenjean, heeit in de Kamer verklaard, dat uit de wijze, waarop de wissel bp Hennuyeres onklaar is gemaakt, gebleken is, dat de aanslag niet aan een Belgisch spoorweg- arbeider of beambte kan worden toege- Bchreven, Inmiddels heeft het parkec een belaDg- rjjke verklarirg ontvangen van een conduc- teur van een goederentrein, die Dinsdag- avond, enkele uren voor het ongeluk pleats had, terwijl zjjn trein te Hennuyeres stopte, een individu op de spoorbaan zag loopen in de nabjjheid van den wissel. De con- ducteur wilde den man vragen, wat hij daar deed, dcch toen deze den conducteur bemerkte, verdween hjj in een haag naast de spoorlijn De conducteur kon een vrjj nauwkeurig signalement van den verdachte opgeven en ook daaruit zou bljjken, dat de dader niet onder het Belgische spoorweg- personeel moet worden gezocht. De verdenking van de justitie is thans gevallen op vier indi iduen, die op den morgen na het ongeluk op de markt van van het naburige Braine-le-Cocte met groote belangstelling naar den ornvang van de ramp informeerden. Dit vlertal wordt jjverig ge zocht. In de vergadering van de afdeeling Brabant van den Belgischen bond van spoorweg- personeel sprak de voorzitier de hoop uit, dat door het onderzoek zal blijken, dat den Belgischen spoorwegarbeiders geen blaam treft. Volgens berichten zou het ongeluk met den nachttrein Amsterdam-Parjjs zjjn toe te schrjjven aan Fransche cheminots, die ter gelegenheid van de jongste stakingen op de Fransche spoorwegen werden ont- slagen en thaDS op hun niet ontslagea makkers hebben gemunt. De nachttrein wordt inderdaad haast uitsluitend door Fransch personeel bediend. Sederteenigen t jjd,zoo wordtgemeld hebben in de Noorderdspartementen verschillende- aanslagen opdespoorwegenplaatsgehad,doch zonder ongelukken, dank zjj het verscherpte toezicht. Bij die aanslagen werden meer- nialen de moeren losgeschroefd als thans te Hennuyeres is geschied. Nu de aanslagen der extremisten in Frankrjjk mislukten, zouden zjj hun booze plannen in Belgie hebben uitgevoerd, waar het toezicht uiter- aard niet zoo scherp is, daar het personeel van geen ontevredenheid bljjk geeft. In die richting wordt thans het onder zoek geleid. Agenten van de Fransche Shrete zijn ter plaatse aangekomen. DE VROUW ALS BURGEMEESTER. De Belgische regeering heett een wets- ontwerp ingediend om de vrouwf tot het ambt van burgemeester, schepen, gemeen- te-secretaris en gemeenteontvangeb toe te laten. De gehuwde vrouw kan slechts het ambt van burgemeester, schepen, gemeen- te-secretaris en gemeente-ontvanger waar- nemen met uitdrukkelijke machtiging van haren man, Wanneer het ambt van burgemeester aan eene vrouw is opgedragen, worden de ge- rechtelijke politie, het ambt van hulppoh- tieoffiecier van den procureur des Konings en de bediening van ambtenaar van het openbaar ministerie bij de politierechtbank waargenomen door een schepen van het mannelijk geslacht, aangeduid bij kotfink- lijk besluit op voorstel van den burgemees ter. Bij afwezigheid yan den schepen ai dus aangeduid voor het waarnemen van de bediernng van ambtenaar van het open baar ministerie, kiest de procureur-g'ene- raal in het katon een ajideren burgemees ter ot schepen van het mannelijk geslacht. EEN PROCES WEGENS „ACTIV1SME". Maandag is voor het Assisenhot van Brabant het proces begonnen tegen den vlashandelaar Callens te Kortrijk en den burgemeester van St. Joiris-Winghe, de Ruyter, die beschuldigd worden van acti- visme^ Callens werd bij verstek tot 10 jaar gevangemsstrat veroordeeld: hij vertoefde in Nederhnd, doch meldde zich na zijn veroordeeling aan. Hij erkende deel te hebben uitgemaakt van den Raad van Vlaanderen. De Ruyter, die bij verstek^ tot 20 jaar veroordeeld was, had sedert den wapenstil- stand eveneens n .ederland vertoefd en was ook temgger.*rd toen hij van zijn venoordeeling kennis kreeg. Hij verklaar- de alleen Vlaaamsche propaganda te heb ben willen voeren. De president van het Assisenhot erken de bij het verhoor, dat de beklaagden wat men in het particuliere leven eerlij- ke menschen noemt, waren, maar, voegde hij eraan toe^ er is politick oneerlijkheicf. Er zijn een zestigtal getuigen gedag- vaard, onder wie pastoor Verriest en Stijn Streuvels. WEIN1G EERBIED1GE DOODENHULDE Volgens de „Stanoaardi werd in de le- gerorder voor het Brusselsche garnizoen op 26 Juni het volg< nde gezegd: „De lijken van ge-neuvelde soldaten, op het front ontgraven zullen 28 Juni aan- komen: 14 lijken in Let station Brussel- Zuid, 7 lijken) in het station van Schaer- beek; 4 lijken in het station van Etter- beek; 2 lijken in het station Etterbeek- Jubelpark. Atgevaardigden, bestaande uit een kor- poraal en een soldaat, zullen het leger vertegenwoordigen bij het aankomen der lijken. Deze atgevaardigden zullen de lijk- stoet begeleiden tot aan de kerkhoven." Een korporaal en een soldaat. Nog min dan de tradioneele ploeg van een korporaal en vier man om| de soep te halen en een ledig stootkarretje door de stad te sjouvven. Niet eens een officier, niet eens een klaroen om den laatsten vvel- komstgroet te brengen. Vooral dezer dagen is er een overdaad geweest van eerbetuigmgen aan Congo, van defilees van hulde aan den Japanschen prins. Veel soldaten. veei vaandels, offi- cieren met sporen, regimenten met muziek. Nu komen zij terug, de schamele doo- den. die hun leven hebben gelaten. De lauwerkronen zijn verdord. Een korporaal en een soldaat voor de corvee. RIJKSBELASTINGv In Pruisen is de harde maatregel om den arbeiders een tiende van hun loon in te houd;n voor de rijksbelasting eenigs- zins verzachj. De, 10 pet. zal niet van het geheele loon worden gekort, doch eerst na aftrek voor gehuwden van 8 mairk per dag voor den arbeider en zijn vrouw en 6 mark per dag voqt: elk kind bene den 21 jaar. ONWETTIGE KINDEREN. Het Berliner Tageblatt verteft heden dat er te Berlijn en voorsteden niet'minder dan 40.000 onwettige kinderen zijn die geen fa- milieleven kennen en bescherming noodig hebben. Het blad voegt eraan toe dat ter wijl in 1913 alleen in de gemeente Berlijn gemiddeld per maand 762 en in 1914 ge- middeld per maand 674 kinderen buiten echt werden geboren, hun aantal voor de eers'.e drie maajiden van het Ioopende jaar nog slechts 520 bedraagt. Vermoede- lijk is dit niet te danken aan de toeneming van het verantwoordelijkheidsgevoel, maar wel aan de oorzaken die de algemeene ver- mindering van geboorten ten gevolge heb ben. DE NOOD IN PETROGRAD. De „lzwestia" te Petrograd bevat den tekst van een oproep van den president van het uitvoerena comite, Kalenin, aan de arbeiders en boeren in Sowjet-Rusland. Na de diensten van Petrograd aan' de Sow- jets beschreven te hebben, wijst Kalenin op den jammerlijken toestand in deze stad, waar nauwelijks een zesde van het totaal aantal technische ondernemingen werkt. Er zijn geen levensmiddelen en brandstot- ten meer. Als de Sovjets Petrograd niet spoedig te hulp komen, is deze stad! voor Rusland verloren. DE GODSDIENST IN AMERIKA. Onlangs verklaarde een schrijver, dat van de 106.000.000 inwoners van Amerika slechts 44 pet. aan de een ot, andere kerk behooren, Roomsch Katholiek, Pro- testantsch ot Joodsch. Van de .tegenwoor dige jeugd heeft 22 pet. absoluut geener- lei godsdienstige opvoeding genoten, en slechts 21 pet. van all© kinderen bezoekt een Zondagsschool. Ongeveer 56 pet. van al de huidige bewoners van Amerika hoo- ren aan geen enkete kerki en geven to taal niet om religie. In New-York ontvan gen 500.000 van de 1 millioen kinderen totaal geen godsdienstonderwijs. Gelooft die 56 pet. der bevolking alleen aan de „Almighty dollar" vraagt de a.-r. „Rotterdammer", waaraan dit bericht is ontleend. Wij laten hieronder volgen de rede waar- mede de Commissaris der Koningin, de heer Jhr. Mr Quarles van Ufford, de zomervergade- ring heeft geopend. Door plaatsgebrek waren wij daarin tot nu toe verhinderd. Mijne Heeren. Alvorens onze werkzaamheden aan te van- gen, reken ik het mij tot een plicht om, nu ik voor de eerste maal het voorrecht heb uit kracht van mijn ambt den Voorzitterszetel in uw midden in te nemen, aan H. M. de Konin gin en aan Hoogstdezelver raadslieden mijn dank te betuigen voor het groote vertrouwen dat zij in mij stelden. Hulde zou ik voorts wenschen te brengen aan mijn ambtsvoorganger Mr. H. J. Dijck- meester voor alles wat hij in het 15jarig tijd- perk hetwelk op 1 Mei j.l. achter ons lag en waarin zulke moeilijke jaren voorkwamen, voor deze provincie heeft gedaan. Waar ik den heer Dijckmeester slechts enkele malen persoonlijk heb mogen ontmoeten, wil ik geen poging doen, zij het ook maar een kort overzicht te geven van zijn vele en groote verdiensten, welke hem in zoo rijke mate den Iof en den dank van heel de provincie moeten doen oogsten. Met diep leedwezen zal ongetwijfeld niet alleen een ieder uwer, maar ook elk ingezetene van dit gewest hebben kennis genomen van het aan mijn ambtsvoorganger op de meest eervolle wijze toegekende ontslag. Met het oog op zijn afscheid vormde zich destijds een commissi©, welke hem ik kan wel zeggen namens het heeie Zeeuwsche volk een huideblijk aanbood. Bij de hartelijke woorden toenmaals door den heer Blum als voorzitter dier commissie ge- sproken, zal ieder zich gaame aansluiten. De zoo hoogstaande kundige en minzame magistraat, die voor deze provincie in tijden van voor- en tegenspoed tot grooten zegen is geweest, zal voor zeker in Uw aller hart een eerepiaats hebben gekregen. Moge hij nog lange jaren met mevrouw Dijckmeester die steeds zoo trouw aan zijn zijde stond, van zijn otium cum dignitate genieten, dit is mijn oprechte wensch waarmede zeer ze ker ieder Uwer van harte zal instemmen. (Applaus). Mijn ambtsaanvaarding heeft plaats ge- had onder deels nog ongunstige, deeis meer hoopvolle tijdsomstandigheden. De vreeselijke wereldkrijg, aan deelneming waarvan wij Gode zij dank zijn gespaard gebleven, heeft niet nagelaten zijn diepe spo ren ook op ons vaderland te drukken. Zwarte wolken hebben zich door, tijdens en na den oorlog over ons land samengetrokken en heb ben hun bliksemsehichten alom doen neder- storten. Maar, Mijne Heeren, ik wil thans, nu ik voor de eerste maal in Uw midden ben, niet trach- ten U een somber beeld te schilderen van de jaren, welke achter ons liggen, noch van de emstigen crisistijd, welke wij hebben doorge- maakt, noch van den kwijnenden toestand welke helaas ook thans nog op menig gebied heerscht. Tusschen die zwarte onweerswolken zijn er ook lichtpunten geweest. Laat ik er enkele noe- men. Ik denk hierbij onder meer aan de stem ming van geestdrift die zich van het over- groote deel van ons volk meerdere malen in de laatste jaren meester maakte en waarbij het uiting gaf aan zijn hechte trouw en groote iiefde voor ons dierbaar vorstenhuis. Hoe goed, hoe heerlijk, hoe weldadig doet het aan te voe- len, dat de ijzeren band tusschen Oranje en volk onwrikbaar vast is saamgesmeed. Met welk een trots heeft voorts heel ons vaderland den blik naar deze provincie gesla- gen, toen er in het buitenland snoode stemmen opgingen tot wederrechtelijke aantasting van ons grondgebied en tot schending onzer rech ten, ten spijt van Neerland's goeden wil ook nu nog steeds aanwezig om met zijn buren in nauwe vriendschap te leven. De fiere, edele houding, welke daartegen alom in dit gewest alom is aangenomen, en die ook weerklank vond in een voor eenige jaren door U zonder stemming aanvaarde motie, deed ieder rechtgeaard Nederlander dankbaar, luide of in stilte, maar in ieder geval uit den grond van zijn hart, een jubeltoon aanheffen. Ook lichtpunten zie ik in het heden. Is het niet, alsof wij langzamerhand meer en meer een keerpunt naderen? Het wil mij althans voorkomen, alsof er teekenen zijn, die op een terugkeer van meer gunstige toestanden, al zijn het die ook niet van voor den oorlog, wijzen. Het wil mij voorkomen, alsof bij ons volk sluimerende levenskrachten tot ontwaking ko men. Het wil mij voorkomen, alsof de schoone zinspreuk van het Zeeuwsche wapen ons met nieuwen lust tot den arbeid aanspoort. Arbeid, dat is het toch. wat men van ons alien vraagt. Moge een ieder daarbij zoeken bij de bron, waar hij die meent te kunnen vinden. Wat mij betreft, ik weet, uit welke bron ik die krachten vrij en rijkelijk kan putten. Mijne Heeren, mij wacht een schoone, maar ook een zware taak. Voor mij, die voor eenige maanden vrijwel als vreemdeling de grenzen dezer schoone provincie ben overschreden, is de tijd nog te kort geweest, om met de noo- dige kennis van personen, zaken en plaatselijke toestanden, thans reeds eenige lijnen aan te geven, welke ik op het uitgebreide veld van werkzaamheden hetwelk voor mij ligt, zal voigen. Mijn emstig streven zal het intusschen zijn om door stoeren arbeid en met inspanning van alie krachten mij zoo spoedig mogelijk de noo- dige kennis van dit gewest eigen te maken en om steeds met het grootste plichtsbesef mijn ambt zoo goed mogelijk waar te nemen. Trouw aan den eed, afgelegd in handen van H. M. de Koningin, nauwgezette plchtbetrach- ting, warme belangstelling voor den bloei en de welvaart dezer provincie, voile toewijding aan het welzijn barer ingezetenen, ziedaar, mijne heeren, eenige eigenschappen, waarin ik voor niemand, naar ik hoop, zal onderdoen. Zooals vanzelf spreekt, zal ik mijn voile aan- dacht wijden aan de maatregelen, welke kun nen strekken, hetzij rechtstreeks, hetzij mid- deilijk ten bate van den zedelijken en stoffe- lijken toestand der inwoners van dit gewest. Gij zult het, mijne heeren, niet in mij mis- prijzen, dat, waar ik op nog vrij jeugdigen ieef- tijd het aanbod voor het eervolle ambt van Commissaris in deze provincie ontving, ik mij niet zonder eenigen schroom en zorg heb af- gevraagd, of ik wel in alie opzichten opge- wassen zou zijn tegen de talrijke verplichtm gen, welke uit het ambt voortvioeien. Heb ik het aanbod dankbaar aanvaard, dan was dat, omdat ik de stellige hoop koesterde, dat ik naast Gods hulp, steeds op Uw voile medewerking en steun zal mogen rekenen. Voor het inroepen van dien steun en medewer king heb ik thans het woord genomen. Uit de vriendelijke wijze, waarop het Dage- lijksch Bestuur mij heeft ontvangen en mij tot dusverre het pad heeft willen effenen, en uit het hartelijk welkom, dat mij, schoon onbe- kend, door tal Uwer leden en door vele ande- ren uit alie hoeken dezer provincie werd toe- geroepen, voor welke blijken van sympathie ik thans in het openbaar mijn opreehten dank breng, meen ik te mogen afleiden, dat gij mij den noodigen bij stand niet zult onthouden. Uw steun roep ik hierbij ook in bij mijne leiding Uwer bijeenkomsten, opdat wij door eendrach- tige samenwerking de provinciale belangen zoo goed mogelijk zullen dienen. Met stipte hand- having van wetten en voorschriften hoop ik steeds op onpartijdige wijze een ieders mee- ning tot haar recht te doen komen. Mijnerzijds zal ik daarbij niet aarzelen om zoo dikwijls mij zulks wenschelijk voorkomt, van mijn ziens- wijze te doen blijken. Ook cp de voile medewerking van het corps provinciale hoofdambtenaren en ambtenaren van wien ik in den korten tijd, dat ik in deze provincie ben, zulk een goeden indruk mocht ontvangen, meen ik te mogen rekenen. Mogen zij alien een voorbeeld nemen aan onzen grif- fier der Staten die juisit dezer dagen 40 jaren ter proviniciale griffie werkzaam was en die steeds zoo vol ijver, met groote werklust, toe wijding en kennis zijn beste krachten voor deze provincie beschikbaar stelt. (Applaus). Mijne Heeren, wanneer ik U thans voorstel met onze werkzaamheden aan te vangen, dan doe ik dat met den innigen wensch, dat daarop steeds zoowel in deze zitting als later Gods zegen in rijke mate zal mogen rusten. (Ap plaus). Antwoord-rede De Veer. De heer De Veer antwoordde als volgt: Mijnheer de Voorzitter Het zij mij vergund U namens de Staten welkom te heeten. Zeeland is U vreemd en wij kennen U niet. Slechts de toekomst zal kunnen leeren, wat wij aan elkaar hebben. Maar bij aanvaarding van Uw ambt en ook thans in het zooeven gesproken woord, hebt gij gewaagd van Uw warme belangstelling voor Zeeland en de verzekering gegeven naar Uw beste krachten den bloei en de welvaart onzer provincie te zullen bevorderen. Mijnheer de Voorzitter, dat geeft vertrou wen Vertrouwen, dat de leiding in onze pro vincie aan goede handen is toevertrouwd. En Uw beroep op onzen steun en medewerking zal dan ook niet te vergeefs zijn. Wij zeggen U die bij voorbaat toe. U wacht, gij hebt dat zooeven zelf gezegd, een schoone, maar geen gemakkelijke taak, te meer in dit geval, waar gij de opvolger zijt van een man, die deze taak op voortreffelijke wijze heeft vervuld. Bij de hulde door U aan Uw ambtsvoorganger gebracht, sluiten de Staten zich volkomen aan. De Staten zijn niet in de gelegenheid ge weest in een openbare vergadering officieel afscheid te nemen van Mr. Dijckmeester, an- ders zoude ongetwijfeld op ondubbelzinnige wijze gebleken zijn, ook in deze vergadering hoezeer hij door ons werd gewaardeerd en hoe hij bij zijn komst als vreemdeling, in de jaren van zijn verblijf in Zeeland zich niet aller ach- ting en sympathie, niet alleen als ambtenaar, maar ook als mensch in hooge mate heeft ver- worven. Maar dan zoudt gij, Mijnheer de Voorzitter, daaruit ook hebben ervaren, dat de Zeeuwen ook voor wie van verre komt, hun hart open hebben, wanneer hij den weg daartoe weet te vinden. Moge dat U gegeven zijn en gij daardoor met de Uwen een reeks van gelukkige jaren in ons midden door brengen, werkzaam onder Gods zegen tot Uw eigen voldoening, tot heil der Zeeuwen en tot bloei van onze schoone pro vincie. (Blijken van instemming). De Voorzitter dankt den heer De Veer voor diens waardeerende woorden. Hiema wordt de vergadering gesloten. TER NEUZEN,, 11 JULI 1921. BEVORDERD. i Aan het Mamix-gymnasium te Rotter- I dam is a.m. bevorderd van de vijfde naar de zesde klasse, de heer P. vaij Strien, alhier. Kort verslag van de rede uitgesproken tegen de vaccinedwang, door den WelEerw. Heer Ds. H. Jar.sen, Legerpredikant. Na het zingen van Ps. 67 1 en gebed, leest zijn Eerw. een ged-elte uit Rom. 13. Hp begint met de vraag te stellen zijn we wel in den rechten weg, als we den apostel Paulus goed begiijpen, mogen we dan wel protesteeren, kaa God dt ze poging wel zegenen Hiertegenover moet een aoders vraag gesteld, en wel deze zoa Paulus op net standpunt hebben gestaan, dat er geen hooger gebod is dan dat van de o«erh>-id Neen, Hooger staat Gods gebod. Het wij zullen Gode meer gehoorzameri dan de menschen. Dan laten we de overheid los om bij God te kunten bijjven. Spreker wjj-t op tweeerlei wjjze van protest. Dat wat opkomt uit den revo- lutionairen wortel. Wjj staan niet op aien bodem. De christen protesteert op geheel andere wjjze. Hjj komt tot zjjn overbeio, erken- nende, dat zij Gods dienaresse is, en vraagt Doen wij recht. En dan gaat hjj als die overheid niet komt in de bicnerkamer, legt zjjn bezwaar neer voor God en smeekt Doe gjj mjj recht. Wjj waren van den dwarg reeds lang verlost als we maar geroepen hadden tot God. Dat we Eog altjjd onze kinderen moeten laten vaccineeren is eenge^olgvan onze laksheid, een schuliig verzuim. Dat wjjst spreker met klem van redenen aan. B.v. toen de overheid het zegeltjes plakken beval hoordet ge uit bjjna aller mond protest. Toen waren we wakktr. Maar als de overheid aaD ons vleesch en "bloed komt zwijgen we. Is dan 't geld meer waard dan de kinderen Voorts komt spreker tot de beantwoor- ding der vraag: Wat is vaccinatie Hij

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 1