ALGEMEEN NIEUWS- EN AOVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7169,
Maandag 11 Juli 1921.
69e Jaargang.
8UITEN LAN D.
Provinciale Staten van
Zeeland.
zaamslao.
NEUZENSCHE CO U RANT
DE KABINETSCRISIS.
Het Centrum verneemt, dat de oplossmg
van de kabinetscrisis nog wel eenigen
tijd in beslag kan nemen.
DE N1EUWE LEGERWE'l.
Naar de Limburger Koerier uit goede
bron verneemt, zijn de rechtsche partiien
het eens geworden om een vijtmaandsdien
tffensttijd in te voeren.
Dit zou dan beteekenen, dat de voor-
geoetenden er met een maand kazerne-
ot "kampdiensf zivillen afkomen.
DE SUIKERPRIJS.
Het ,,Ned. weekblad voor den handel
in Kruidenierswa,r:en" verneemt dat de
Centrale Suikermaatschappij thans reeds
suiker van de nieuwe campagne aanbiedt
op t 49.50 ot wel f 12 per baa! beneden
de tegenwoordige noteering. Dit aanbod
beteekent dat ingaande October suiker ver-
krijgbaar zal zijn ook voor den konsument
tot ongeveer den prijs van voor den1 oor-
log. Het blad herinnert er aan dat bij den
tegenwoordige campagne de suikerp,rijs
195 per baal van 100 K.G. bedroeg, zoo-
dat in een jaar tijd de prijs/ nagenoeg toe
de helft terugviel.
DE 'EX-KEIZER.
Protesten tegen zijn aanslagen
in belastingen.
Bij den raad der gemeente Doom is in-
gekomen een protest van den ex-keizer
tegen zijn aanslag in de gemeentebelasting
Hij protesteert met, wijl deze, aanslag te
hoog zou zijn, maar tegen het feit, dat hij
is aangeslagen. Volgens zijn bewering vet
toeft hij tegen zijn wiij in Nederland en
wordt hij als 'tware vastgehouden. Daar-
om is hij" niet als vrij burgef tot betahng
verphcht. De meerderheid van den Raad is
echter van meening, dat hij' wel degelijk
vrijwillig naar ons land is gekomen erj dat
hij gehee! vrijwillig Doom als verbljijt-
plaats gekozen heeft. Men is daarom met
geneger., het protest te aanvaarden. Maat-
regelen zullen genomen worden, om de
uitvoering van den aanslag te verzeke-
ren.
Tevens moet de ex-keizer protest heb-
ben aangeteekend tegen den zeer hoogen
aanslag in de personeele belasting,
NEDERLAND EN BELQIE.
De Vmgtieme Siecle bespreekt vanavond
het artikel over buitenlandsche politick
van Belgie door Minster van staat Poul-
Jet in het Vlaamsche tijdschrift Dietsche
Marande en Beltort gepubliceerd. Zooals
bekend hekelde de heer Poullet de Belgi-
sche annexiomsten op vrij heftige vvijze,
wat niet in den smaak blijkt te, vallen van
het Brusselsche blad. Wij nteenen
aidus de Vingtieme Siecle dat de heer
Poullet veei belang hecht aan de annexio-
nisten. Deze beschikken echter over niet
het minste gezag, en Belgie heett trou-
wens reeds herhaaldelijk op piechtige
wijze verklaard, dat het er ten opzichte
van Nederland geen annexiomstische bij-
bedoelingen op nahoudt. Er kan wet
kwestie geweest vijn van een grenswij-
ziging „redressement de frontiere" enver-
moedelijk komt deze nog wel eens te
berde, maar van een verwezenlijking de-
zer plannen zonder algeheele overeenstem -
ming was geen sprake. Zulks heeft trou-
wens niets te maken met annexionisme.
In de huidige omstandigheden is de toe-
stand zoo, dat Nederland te onzen op
zichte blijken geeft van annexionisme.
Want is het Nederland niet, dat in de
Wielingenkwestie, onder voorwendsei van
historische rechten, ons een deel van ons
grondgebied tracht te ontvreemden?
In het Laatste Nieuws wijdt Julius Hos-
te jr. een hoofdartikel aan hetzeltde stuk
van Poullet en schrijft oveij de Fransch-
Belgische militaire overeenkomst en de
Belgisch-Nederlandsehe betrekkingen on
der meer het volgende: Dei heer Poullet
verklaart het verbond, zelts het verbond
tot enkel verweer, van een kleinen staai
met een grooten, is de onderworpenheid.
Welnu, de Fransch-Belgische militaire
overeenkomst heeft aan haar warmste ver-
dedigers de gelegenheid geboden de za-
ken voor te stellen alsot het een verbond
gold. Zij vonden daartoe gelegenheid in
de wederkeerige verplichtmgen, welke de
overeenkomst voor Frankrijk en Belgie
insluit. Geen wonder, dat ook Engel-
sche staatslieden aan die overeenkomst
aanstoot namen en dat zelts thans mi
nister Jaspar zich genoopt voelt te ver-
klaren: het is geen verbond, waar hij
van Engeland voor ons land gunsten be-
komen wil. En dat, terwijl er geene mo-
gendheid is, die bij de algeheele onar-
hankelijkheid van Belgie meer belang heett
den Engeland. De Engelschen weten, dat
de lage landen aan de zee, Belgie en
Nederland, voor den vrede in West-Euro-
pa en hun eigen veiligheid beteekenen.
Daartoe is de volkomen zeltstandigheid
tusschen Nederland en Belgie een ver-
eischte. Wie in dien zin nier werkt, be-
wijst een veer slechten dienst aan ^de
onafhankelijkheid van het land.
LEVE DE VRIJHEID
Een lid der burgerwacht, zoo meldt de
Zutt. Crt., was tevens lid van den Alg.
Ned. Bond van Handels- en Kantoorbe-
dienden. Hij heeft nu moeten ervaren,
dat deze beide lidmaatschappen onver-
eenigbaar zijn. Het kan en het mag een-
voudig niet. Want hij heeft een aanschrij-
ving gekregen van het bestuur van den
Alg. Ned. Bond van Handels- en Kantoor-
bedienden, dat hij' geroyeerd is. Hij was
toch al zoo eigenzinnig geweest om lid j
van de burgerwacht te blijven, otschoon
het afdeelingsbestuur hem gewezen had
op „het onvereenigbare, van burgerwacht
en moderne vakorgamsatie" en nu heett
het bondsbestuuur in hoogste instantie
hem geschrapt als lid. Want het bonds-
bestuur acht „het lidmaatschap van beide
orgamsaties onvereenigbaar, omdat de mo
derne vakbeweging is bestrijder van het
kapitalisme, de burgerwacht handlangtS
van het kapitalisme."
Den weerspannige was nog 'n kleine
week tijd gelaten om voor de burgerwacht
te bedanken. Hij heeft zich echter met
laten dwGgwi en is nu geroytcd.
IN GROOTEN NOOD.
In een spoedeischende raadszitting deei-
de de burgemeester van Wormer (N.-H.)
mede, dat de gemeente aan het efnd van
haar crediet was.
De aannemer van een nieuwe school
wil zijn geld hebben, nu de school klaar
is en reeds in gebruik genomen. D*
ambtenaren en onderwijzers moeten hun
salaris ontvangen; er is nog t 10.000 ex
tra te storten, doch de gemeente heel*
geen geld. Ged. Staten beschikten atwij-
zend op een aanvrage om f 35.000 te ino-
gen ontvangen. Met algemeene stemmen
nam de raad een motie aan, waarin de
regeering op het onhoudbare van den
toestand werd gewezen.
DE S POOR WEGR AMP IN BELGlfi.
Yier personen onder
verdenking.
De minister van spoorwegen Nenjean,
heeit in de Kamer verklaard, dat uit de
wijze, waarop de wissel bp Hennuyeres
onklaar is gemaakt, gebleken is, dat de
aanslag niet aan een Belgisch spoorweg-
arbeider of beambte kan worden toege-
Bchreven,
Inmiddels heeft het parkec een belaDg-
rjjke verklarirg ontvangen van een conduc-
teur van een goederentrein, die Dinsdag-
avond, enkele uren voor het ongeluk pleats
had, terwijl zjjn trein te Hennuyeres stopte,
een individu op de spoorbaan zag loopen
in de nabjjheid van den wissel. De con-
ducteur wilde den man vragen, wat hij
daar deed, dcch toen deze den conducteur
bemerkte, verdween hjj in een haag naast
de spoorlijn De conducteur kon een vrjj
nauwkeurig signalement van den verdachte
opgeven en ook daaruit zou bljjken, dat de
dader niet onder het Belgische spoorweg-
personeel moet worden gezocht.
De verdenking van de justitie is thans
gevallen op vier indi iduen, die op den
morgen na het ongeluk op de markt van
van het naburige Braine-le-Cocte met groote
belangstelling naar den ornvang van de ramp
informeerden. Dit vlertal wordt jjverig ge
zocht.
In de vergadering van de afdeeling Brabant
van den Belgischen bond van spoorweg-
personeel sprak de voorzitier de hoop uit,
dat door het onderzoek zal blijken, dat den
Belgischen spoorwegarbeiders geen blaam
treft.
Volgens berichten zou het ongeluk met
den nachttrein Amsterdam-Parjjs zjjn toe
te schrjjven aan Fransche cheminots, die
ter gelegenheid van de jongste stakingen
op de Fransche spoorwegen werden ont-
slagen en thaDS op hun niet ontslagea
makkers hebben gemunt. De nachttrein
wordt inderdaad haast uitsluitend door
Fransch personeel bediend.
Sederteenigen t jjd,zoo wordtgemeld hebben
in de Noorderdspartementen verschillende-
aanslagen opdespoorwegenplaatsgehad,doch
zonder ongelukken, dank zjj het verscherpte
toezicht. Bij die aanslagen werden meer-
nialen de moeren losgeschroefd als thans
te Hennuyeres is geschied. Nu de aanslagen
der extremisten in Frankrjjk mislukten,
zouden zjj hun booze plannen in Belgie
hebben uitgevoerd, waar het toezicht uiter-
aard niet zoo scherp is, daar het personeel
van geen ontevredenheid bljjk geeft.
In die richting wordt thans het onder
zoek geleid. Agenten van de Fransche Shrete
zijn ter plaatse aangekomen.
DE VROUW ALS BURGEMEESTER.
De Belgische regeering heett een wets-
ontwerp ingediend om de vrouwf tot het
ambt van burgemeester, schepen, gemeen-
te-secretaris en gemeenteontvangeb toe te
laten.
De gehuwde vrouw kan slechts het
ambt van burgemeester, schepen, gemeen-
te-secretaris en gemeente-ontvanger waar-
nemen met uitdrukkelijke machtiging van
haren man,
Wanneer het ambt van burgemeester aan
eene vrouw is opgedragen, worden de ge-
rechtelijke politie, het ambt van hulppoh-
tieoffiecier van den procureur des Konings
en de bediening van ambtenaar van het
openbaar ministerie bij de politierechtbank
waargenomen door een schepen van het
mannelijk geslacht, aangeduid bij kotfink-
lijk besluit op voorstel van den burgemees
ter. Bij afwezigheid yan den schepen ai
dus aangeduid voor het waarnemen van de
bediernng van ambtenaar van het open
baar ministerie, kiest de procureur-g'ene-
raal in het katon een ajideren burgemees
ter ot schepen van het mannelijk geslacht.
EEN PROCES WEGENS „ACTIV1SME".
Maandag is voor het Assisenhot van
Brabant het proces begonnen tegen den
vlashandelaar Callens te Kortrijk en den
burgemeester van St. Joiris-Winghe, de
Ruyter, die beschuldigd worden van acti-
visme^ Callens werd bij verstek tot
10 jaar gevangemsstrat veroordeeld: hij
vertoefde in Nederhnd, doch meldde zich
na zijn veroordeeling aan. Hij erkende
deel te hebben uitgemaakt van den Raad
van Vlaanderen.
De Ruyter, die bij verstek^ tot 20 jaar
veroordeeld was, had sedert den wapenstil-
stand eveneens n .ederland vertoefd en
was ook temgger.*rd toen hij van zijn
venoordeeling kennis kreeg. Hij verklaar-
de alleen Vlaaamsche propaganda te heb
ben willen voeren.
De president van het Assisenhot erken
de bij het verhoor, dat de beklaagden
wat men in het particuliere leven eerlij-
ke menschen noemt, waren, maar, voegde
hij eraan toe^ er is politick oneerlijkheicf.
Er zijn een zestigtal getuigen gedag-
vaard, onder wie pastoor Verriest en Stijn
Streuvels.
WEIN1G EERBIED1GE DOODENHULDE
Volgens de „Stanoaardi werd in de le-
gerorder voor het Brusselsche garnizoen
op 26 Juni het volg< nde gezegd:
„De lijken van ge-neuvelde soldaten, op
het front ontgraven zullen 28 Juni aan-
komen: 14 lijken in Let station Brussel-
Zuid, 7 lijken) in het station van Schaer-
beek; 4 lijken in het station van Etter-
beek; 2 lijken in het station Etterbeek-
Jubelpark.
Atgevaardigden, bestaande uit een kor-
poraal en een soldaat, zullen het leger
vertegenwoordigen bij het aankomen der
lijken. Deze atgevaardigden zullen de lijk-
stoet begeleiden tot aan de kerkhoven."
Een korporaal en een soldaat.
Nog min dan de tradioneele ploeg van
een korporaal en vier man om| de soep te
halen en een ledig stootkarretje door de
stad te sjouvven. Niet eens een officier, niet
eens een klaroen om den laatsten vvel-
komstgroet te brengen.
Vooral dezer dagen is er een overdaad
geweest van eerbetuigmgen aan Congo,
van defilees van hulde aan den Japanschen
prins. Veel soldaten. veei vaandels, offi-
cieren met sporen, regimenten met muziek.
Nu komen zij terug, de schamele doo-
den. die hun leven hebben gelaten.
De lauwerkronen zijn verdord.
Een korporaal en een soldaat voor de
corvee.
RIJKSBELASTINGv
In Pruisen is de harde maatregel om
den arbeiders een tiende van hun loon
in te houd;n voor de rijksbelasting eenigs-
zins verzachj. De, 10 pet. zal niet van het
geheele loon worden gekort, doch eerst
na aftrek voor gehuwden van 8 mairk
per dag voor den arbeider en zijn vrouw
en 6 mark per dag voqt: elk kind bene
den 21 jaar.
ONWETTIGE KINDEREN.
Het Berliner Tageblatt verteft heden dat
er te Berlijn en voorsteden niet'minder dan
40.000 onwettige kinderen zijn die geen fa-
milieleven kennen en bescherming noodig
hebben. Het blad voegt eraan toe dat ter
wijl in 1913 alleen in de gemeente Berlijn
gemiddeld per maand 762 en in 1914 ge-
middeld per maand 674 kinderen buiten
echt werden geboren, hun aantal voor de
eers'.e drie maajiden van het Ioopende
jaar nog slechts 520 bedraagt. Vermoede-
lijk is dit niet te danken aan de toeneming
van het verantwoordelijkheidsgevoel, maar
wel aan de oorzaken die de algemeene ver-
mindering van geboorten ten gevolge heb
ben.
DE NOOD IN PETROGRAD.
De „lzwestia" te Petrograd bevat den
tekst van een oproep van den president
van het uitvoerena comite, Kalenin, aan
de arbeiders en boeren in Sowjet-Rusland.
Na de diensten van Petrograd aan' de Sow-
jets beschreven te hebben, wijst Kalenin
op den jammerlijken toestand in deze stad,
waar nauwelijks een zesde van het totaal
aantal technische ondernemingen werkt.
Er zijn geen levensmiddelen en brandstot-
ten meer. Als de Sovjets Petrograd niet
spoedig te hulp komen, is deze stad! voor
Rusland verloren.
DE GODSDIENST IN AMERIKA.
Onlangs verklaarde een schrijver, dat
van de 106.000.000 inwoners van Amerika
slechts 44 pet. aan de een ot, andere kerk
behooren, Roomsch Katholiek, Pro-
testantsch ot Joodsch. Van de .tegenwoor
dige jeugd heeft 22 pet. absoluut geener-
lei godsdienstige opvoeding genoten, en
slechts 21 pet. van all© kinderen bezoekt
een Zondagsschool. Ongeveer 56 pet. van
al de huidige bewoners van Amerika hoo-
ren aan geen enkete kerki en geven to
taal niet om religie. In New-York ontvan
gen 500.000 van de 1 millioen kinderen
totaal geen godsdienstonderwijs.
Gelooft die 56 pet. der bevolking alleen
aan de „Almighty dollar" vraagt de a.-r.
„Rotterdammer", waaraan dit bericht is
ontleend.
Wij laten hieronder volgen de rede waar-
mede de Commissaris der Koningin, de heer
Jhr. Mr Quarles van Ufford, de zomervergade-
ring heeft geopend. Door plaatsgebrek waren
wij daarin tot nu toe verhinderd.
Mijne Heeren.
Alvorens onze werkzaamheden aan te van-
gen, reken ik het mij tot een plicht om, nu ik
voor de eerste maal het voorrecht heb uit
kracht van mijn ambt den Voorzitterszetel in
uw midden in te nemen, aan H. M. de Konin
gin en aan Hoogstdezelver raadslieden mijn
dank te betuigen voor het groote vertrouwen
dat zij in mij stelden.
Hulde zou ik voorts wenschen te brengen
aan mijn ambtsvoorganger Mr. H. J. Dijck-
meester voor alles wat hij in het 15jarig tijd-
perk hetwelk op 1 Mei j.l. achter ons lag en
waarin zulke moeilijke jaren voorkwamen, voor
deze provincie heeft gedaan. Waar ik den heer
Dijckmeester slechts enkele malen persoonlijk
heb mogen ontmoeten, wil ik geen poging doen,
zij het ook maar een kort overzicht te geven
van zijn vele en groote verdiensten, welke hem
in zoo rijke mate den Iof en den dank van heel
de provincie moeten doen oogsten. Met diep
leedwezen zal ongetwijfeld niet alleen een
ieder uwer, maar ook elk ingezetene van dit
gewest hebben kennis genomen van het aan
mijn ambtsvoorganger op de meest eervolle
wijze toegekende ontslag.
Met het oog op zijn afscheid vormde zich
destijds een commissi©, welke hem ik kan
wel zeggen namens het heeie Zeeuwsche volk
een huideblijk aanbood.
Bij de hartelijke woorden toenmaals door den
heer Blum als voorzitter dier commissie ge-
sproken, zal ieder zich gaame aansluiten.
De zoo hoogstaande kundige en minzame
magistraat, die voor deze provincie in tijden
van voor- en tegenspoed tot grooten zegen is
geweest, zal voor zeker in Uw aller hart een
eerepiaats hebben gekregen.
Moge hij nog lange jaren met mevrouw
Dijckmeester die steeds zoo trouw aan zijn zijde
stond, van zijn otium cum dignitate genieten,
dit is mijn oprechte wensch waarmede zeer ze
ker ieder Uwer van harte zal instemmen.
(Applaus).
Mijn ambtsaanvaarding heeft plaats ge-
had onder deels nog ongunstige, deeis meer
hoopvolle tijdsomstandigheden.
De vreeselijke wereldkrijg, aan deelneming
waarvan wij Gode zij dank zijn gespaard
gebleven, heeft niet nagelaten zijn diepe spo
ren ook op ons vaderland te drukken. Zwarte
wolken hebben zich door, tijdens en na den
oorlog over ons land samengetrokken en heb
ben hun bliksemsehichten alom doen neder-
storten.
Maar, Mijne Heeren, ik wil thans, nu ik voor
de eerste maal in Uw midden ben, niet trach-
ten U een somber beeld te schilderen van de
jaren, welke achter ons liggen, noch van de
emstigen crisistijd, welke wij hebben doorge-
maakt, noch van den kwijnenden toestand
welke helaas ook thans nog op menig gebied
heerscht.
Tusschen die zwarte onweerswolken zijn er
ook lichtpunten geweest. Laat ik er enkele noe-
men. Ik denk hierbij onder meer aan de stem
ming van geestdrift die zich van het over-
groote deel van ons volk meerdere malen in
de laatste jaren meester maakte en waarbij het
uiting gaf aan zijn hechte trouw en groote
iiefde voor ons dierbaar vorstenhuis. Hoe goed,
hoe heerlijk, hoe weldadig doet het aan te voe-
len, dat de ijzeren band tusschen Oranje en
volk onwrikbaar vast is saamgesmeed.
Met welk een trots heeft voorts heel ons
vaderland den blik naar deze provincie gesla-
gen, toen er in het buitenland snoode stemmen
opgingen tot wederrechtelijke aantasting van
ons grondgebied en tot schending onzer rech
ten, ten spijt van Neerland's goeden wil ook
nu nog steeds aanwezig om met zijn buren
in nauwe vriendschap te leven.
De fiere, edele houding, welke daartegen
alom in dit gewest alom is aangenomen, en die
ook weerklank vond in een voor eenige jaren
door U zonder stemming aanvaarde motie,
deed ieder rechtgeaard Nederlander dankbaar,
luide of in stilte, maar in ieder geval uit den
grond van zijn hart, een jubeltoon aanheffen.
Ook lichtpunten zie ik in het heden. Is het
niet, alsof wij langzamerhand meer en meer
een keerpunt naderen? Het wil mij althans
voorkomen, alsof er teekenen zijn, die op een
terugkeer van meer gunstige toestanden, al
zijn het die ook niet van voor den oorlog,
wijzen.
Het wil mij voorkomen, alsof bij ons volk
sluimerende levenskrachten tot ontwaking ko
men. Het wil mij voorkomen, alsof de schoone
zinspreuk van het Zeeuwsche wapen ons met
nieuwen lust tot den arbeid aanspoort. Arbeid,
dat is het toch. wat men van ons alien vraagt.
Moge een ieder daarbij zoeken bij de bron,
waar hij die meent te kunnen vinden. Wat mij
betreft, ik weet, uit welke bron ik die krachten
vrij en rijkelijk kan putten.
Mijne Heeren, mij wacht een schoone, maar
ook een zware taak. Voor mij, die voor eenige
maanden vrijwel als vreemdeling de grenzen
dezer schoone provincie ben overschreden, is
de tijd nog te kort geweest, om met de noo-
dige kennis van personen, zaken en plaatselijke
toestanden, thans reeds eenige lijnen aan te
geven, welke ik op het uitgebreide veld van
werkzaamheden hetwelk voor mij ligt, zal
voigen.
Mijn emstig streven zal het intusschen zijn
om door stoeren arbeid en met inspanning van
alie krachten mij zoo spoedig mogelijk de noo-
dige kennis van dit gewest eigen te maken en
om steeds met het grootste plichtsbesef mijn
ambt zoo goed mogelijk waar te nemen.
Trouw aan den eed, afgelegd in handen van
H. M. de Koningin, nauwgezette plchtbetrach-
ting, warme belangstelling voor den bloei en
de welvaart dezer provincie, voile toewijding
aan het welzijn barer ingezetenen, ziedaar,
mijne heeren, eenige eigenschappen, waarin ik
voor niemand, naar ik hoop, zal onderdoen.
Zooals vanzelf spreekt, zal ik mijn voile aan-
dacht wijden aan de maatregelen, welke kun
nen strekken, hetzij rechtstreeks, hetzij mid-
deilijk ten bate van den zedelijken en stoffe-
lijken toestand der inwoners van dit gewest.
Gij zult het, mijne heeren, niet in mij mis-
prijzen, dat, waar ik op nog vrij jeugdigen ieef-
tijd het aanbod voor het eervolle ambt van
Commissaris in deze provincie ontving, ik mij
niet zonder eenigen schroom en zorg heb af-
gevraagd, of ik wel in alie opzichten opge-
wassen zou zijn tegen de talrijke verplichtm
gen, welke uit het ambt voortvioeien.
Heb ik het aanbod dankbaar aanvaard, dan
was dat, omdat ik de stellige hoop koesterde,
dat ik naast Gods hulp, steeds op Uw voile
medewerking en steun zal mogen rekenen.
Voor het inroepen van dien steun en medewer
king heb ik thans het woord genomen.
Uit de vriendelijke wijze, waarop het Dage-
lijksch Bestuur mij heeft ontvangen en mij tot
dusverre het pad heeft willen effenen, en uit
het hartelijk welkom, dat mij, schoon onbe-
kend, door tal Uwer leden en door vele ande-
ren uit alie hoeken dezer provincie werd toe-
geroepen, voor welke blijken van sympathie ik
thans in het openbaar mijn opreehten dank
breng, meen ik te mogen afleiden, dat gij mij
den noodigen bij stand niet zult onthouden. Uw
steun roep ik hierbij ook in bij mijne leiding
Uwer bijeenkomsten, opdat wij door eendrach-
tige samenwerking de provinciale belangen zoo
goed mogelijk zullen dienen. Met stipte hand-
having van wetten en voorschriften hoop ik
steeds op onpartijdige wijze een ieders mee-
ning tot haar recht te doen komen. Mijnerzijds
zal ik daarbij niet aarzelen om zoo dikwijls mij
zulks wenschelijk voorkomt, van mijn ziens-
wijze te doen blijken.
Ook cp de voile medewerking van het corps
provinciale hoofdambtenaren en ambtenaren
van wien ik in den korten tijd, dat ik in deze
provincie ben, zulk een goeden indruk mocht
ontvangen, meen ik te mogen rekenen. Mogen
zij alien een voorbeeld nemen aan onzen grif-
fier der Staten die juisit dezer dagen 40 jaren
ter proviniciale griffie werkzaam was en die
steeds zoo vol ijver, met groote werklust, toe
wijding en kennis zijn beste krachten voor
deze provincie beschikbaar stelt. (Applaus).
Mijne Heeren, wanneer ik U thans voorstel
met onze werkzaamheden aan te vangen, dan
doe ik dat met den innigen wensch, dat daarop
steeds zoowel in deze zitting als later Gods
zegen in rijke mate zal mogen rusten. (Ap
plaus).
Antwoord-rede De Veer.
De heer De Veer antwoordde als volgt:
Mijnheer de Voorzitter Het zij mij vergund
U namens de Staten welkom te heeten.
Zeeland is U vreemd en wij kennen U niet.
Slechts de toekomst zal kunnen leeren, wat wij
aan elkaar hebben.
Maar bij aanvaarding van Uw ambt en ook
thans in het zooeven gesproken woord, hebt
gij gewaagd van Uw warme belangstelling
voor Zeeland en de verzekering gegeven naar
Uw beste krachten den bloei en de welvaart
onzer provincie te zullen bevorderen.
Mijnheer de Voorzitter, dat geeft vertrou
wen Vertrouwen, dat de leiding in onze pro
vincie aan goede handen is toevertrouwd. En
Uw beroep op onzen steun en medewerking zal
dan ook niet te vergeefs zijn. Wij zeggen U die
bij voorbaat toe.
U wacht, gij hebt dat zooeven zelf gezegd,
een schoone, maar geen gemakkelijke taak, te
meer in dit geval, waar gij de opvolger zijt van
een man, die deze taak op voortreffelijke wijze
heeft vervuld. Bij de hulde door U aan Uw
ambtsvoorganger gebracht, sluiten de Staten
zich volkomen aan.
De Staten zijn niet in de gelegenheid ge
weest in een openbare vergadering officieel
afscheid te nemen van Mr. Dijckmeester, an-
ders zoude ongetwijfeld op ondubbelzinnige
wijze gebleken zijn, ook in deze vergadering
hoezeer hij door ons werd gewaardeerd en hoe
hij bij zijn komst als vreemdeling, in de jaren
van zijn verblijf in Zeeland zich niet aller ach-
ting en sympathie, niet alleen als ambtenaar,
maar ook als mensch in hooge mate heeft ver-
worven.
Maar dan zoudt gij, Mijnheer de Voorzitter,
daaruit ook hebben ervaren, dat de Zeeuwen
ook voor wie van verre komt, hun hart open
hebben, wanneer hij den weg daartoe weet te
vinden.
Moge dat U gegeven zijn en gij daardoor
met de Uwen een reeks van gelukkige jaren in
ons midden door brengen, werkzaam onder
Gods zegen tot Uw eigen voldoening, tot heil
der Zeeuwen en tot bloei van onze schoone pro
vincie. (Blijken van instemming).
De Voorzitter dankt den heer De Veer voor
diens waardeerende woorden.
Hiema wordt de vergadering gesloten.
TER NEUZEN,, 11 JULI 1921.
BEVORDERD.
i Aan het Mamix-gymnasium te Rotter-
I dam is a.m. bevorderd van de vijfde naar
de zesde klasse, de heer P. vaij Strien,
alhier.
Kort verslag van de rede uitgesproken
tegen de vaccinedwang, door den
WelEerw. Heer Ds. H. Jar.sen,
Legerpredikant.
Na het zingen van Ps. 67 1 en gebed,
leest zijn Eerw. een ged-elte uit Rom. 13.
Hp begint met de vraag te stellen zijn
we wel in den rechten weg, als we den
apostel Paulus goed begiijpen, mogen we
dan wel protesteeren, kaa God dt ze poging
wel zegenen
Hiertegenover moet een aoders vraag
gesteld, en wel deze zoa Paulus op net
standpunt hebben gestaan, dat er geen
hooger gebod is dan dat van de o«erh>-id
Neen, Hooger staat Gods gebod. Het
wij zullen Gode meer gehoorzameri dan
de menschen. Dan laten we de overheid
los om bij God te kunten bijjven.
Spreker wjj-t op tweeerlei wjjze van
protest. Dat wat opkomt uit den revo-
lutionairen wortel. Wjj staan niet op aien
bodem.
De christen protesteert op geheel andere
wjjze. Hjj komt tot zjjn overbeio, erken-
nende, dat zij Gods dienaresse is, en vraagt
Doen wij recht. En dan gaat hjj als die
overheid niet komt in de bicnerkamer,
legt zjjn bezwaar neer voor God en smeekt
Doe gjj mjj recht.
Wjj waren van den dwarg reeds lang
verlost als we maar geroepen hadden tot
God. Dat we Eog altjjd onze kinderen
moeten laten vaccineeren is eenge^olgvan
onze laksheid, een schuliig verzuim. Dat
wjjst spreker met klem van redenen aan.
B.v. toen de overheid het zegeltjes plakken
beval hoordet ge uit bjjna aller mond
protest. Toen waren we wakktr. Maar
als de overheid aaD ons vleesch en "bloed
komt zwijgen we. Is dan 't geld meer
waard dan de kinderen
Voorts komt spreker tot de beantwoor-
ding der vraag: Wat is vaccinatie Hij