let "M luzensele Ceur&nt STRIJD flBII MISBMB, Yrijdag 24 Juni 4921. No. 7162. TWBSDB IBL-A^D. GEMENGDE BERiCHTEN, FETJILLETON. HET SMOKENDE MEISJE. Het kantongerecht te Heerenveen ver- oordeelde een meisje wegens rooken in een coupe-niet-rooken, tot 12 boete subs. I week tuchtschool. GEEN STR1JKSTERS, MAAR STRIJKERS Het schijnt, dat vrouwelijk personeel zoo langzamerhand uit de mode zal gaan ge- raken. Over het gebrek aan dienstmeisjes behoeven we niet eens meer te spreken. Men vraagt ons, wat tegenwoordig dan de vrouwen, die vrouwelijk werk doen konden, eigenljjk uitvoeren, maar we kunnen het met zeggen. Alleen weten we, dat het er naar begint. uit te zien, alsof ze al het werk dat eens vrouwenwerk was, aan mannen zulien gaan overJaten. Een voor- beeldeen groote firma in damesconfectie in Amsterdam heeft plaats voor dertig strijksters en ze heeft die ook noodig, maar ze heeft het niet verder kunnen brengen dan aciittiener komen eenvoudig geen gegadigden. Om in het gebrek te voorzien heeft ze jongens of mannen, voorloopig nog maar een viertal, in dienst genomen, waaronder een werkeloozen diamantbewerker en iemand uit den leerhandel. Waarom zou een man ook niet kunnen strjjken Waarom zou een Westerling Diet kunnen wat een Oosterling kan Tn Amerika en ook in onze oost wordt veelal het linnen- goed gestreken door Chineesche mannen. Nu nog manneijjke modistes, kinder- heeren inpiaats van kinderjuffrouwen, hand- werkonderwjjzeres in school, enz., dan de breikous en dan kunnen we meteen de taal gaan veranderen De beste breier laat wel eens een steek vallen RESTAURANTBOOT. Op de Seine bij Parjjs vaart sedert eeni- gen tjjd een luxe-jacht met een volledig restaurant aan boord. Het is de onderne- ming van een bekenden Parijschen restau rant- exploitant en vindt bjj vreemdetingen, die Parijs bezoeken, veel aftrek. Hetjacht vertrekt tweemaal per dag van de brug Alexander HI, 's avonds om 8 uur voor degenen, die aan boord willen dineeren, te middernacht voor de //soupeurs". Onder het eten hebben de passagiers belangwek- kende gezichten op Parjjs bij avond en bp nacht. DE VROUW MET DE ONDERKIN. Voor den politierechter te Marylebone, Londen, stond dezer dagen kapitein Garvey Gadd terecht wegens het aanranden van Charles H. Willi, een Zwitsersch genees- heer, en diens vrouw. Willi verklaarde te Londen 10 jaar de geneeskundige prabtijk te hebben uitgeoefend. De vrouw van kapitein Gadd had hem ontboden. Ze zeide, dat ze een jongen echtgenoot had en er zelf veel jonger witde uitzieD, waarom ze hem vroeg haar gelaat te verfraaien door haar onderkin weg te nemen. De dokter voerde de operatie uit. Drie dagen later stormde kapt. Gadd dien de dokter nooit tevoren gezien had, diens stu- deervertrek binnen eD gaf kem een harden opstopper achter zjjn oor, viel hem met een wandelstok aan smeet hem tegen den grond, schopte hem in het gelaaat en gaf hen een geducht pak ransel. Toen kwam Willi's vrouw tuscchenbeiden en de kapitein sloeg haar tegeD de kaak en gaf haar een stomp tegen de borst. Tjjdens het kruisverhoor gaf Willi toe, dat hjj niet ingeschreven was als prakti- zeerend geneesheer. Hij had een graad gekregen als dokter honoris causa van de Oriental University te Washington en was chirurg speciaal op het gebied van aesthe- tische geneeskunde. Voor de operatie had hjj 315 gulden als honorarium ontvangen. Toen hij mevrouw Gadd na de operatie ontmoete, was ze er bijzonder goed aan toe en drukte ze hem verheugd de hand. Gadd verklaarde, dat hjj zjjn vrouw in een zeer sleehten toestand aangetroffen had, ze had twee litteekens van ongeveer 5 c.M. lengte opzjj, in haar gezicht en haar linkerwang vertoonde allerlei kleuren. Toen hij later Willi was gaan opzoeken, had geze zjjn wandelstok genomen, hem er mee gestagen, hem verder tegen zjjn schenen geschopt en geprobeerd hem van de trappen af te gooien. Ook had Willi hem meteen stoel bedreigd. Gadd voegde er nog aan toe, dat zjjn vrouw nooit een onderkin gehad had. De rechter zeide niet precies te begrjjpen wat er gebeurd was, maar meende, dat beide partjjen te ver gegaan waren. Hjj verklaarde de aanklacht voor ongel- dig en schold beide partijen vrjj van de betaling der kosten, DE HEETSTE DAG TE LONDEN. Donderdag was het te Londen in de zon warmer dan in de laatste vjjf jaren het geval is geweest. Om een uur 's middags wees de themometer 131 graden aan, een tcmperatuur, welke er sinds 27 Juli 1916 niet is voorgekomen. Een uur later stond de thermometer op 135 graden in de zon en 76 graden in de schaduw. Verscheiden menschen werden op straat door de warmte overmand en moesten per braDcard naar het ziekenhuis worden ge- bracht. EEN STOUT STUKJE. Roy Gardner, een postdief, is dezer dagen in geslaagd aan twee bewakers, die hem per trein van de gevangenis in Portland (Oregon) overbrachten voor het ondergaan van een gevangenisstraf van 25 jaar, waar- toe hij juist was veroordeeld, cp opzienba- rende wjjze te ODtsnappen. Hjj heeft het bovendien weten klaar te spelen, zjjn be wakers van een bedrag ter waarde van 600 gulden te berooven en ze met handboeien aan elkaar geklonken achter te laten. De drie mannen waren n.l. in den trein gezeteD, toen de bandiet, tot groote verbjjstering der bewakers, een revolver te voorschjjn haalde, die in zjjn hemd was genaaid en hen dwong, hun handeD op te steken. Hjj fouilleerde daarop hunne zakken, boeide de beide mannen aan elkaar vast en verliet. het compartiment door het raam toen de trein- vaart vermiuderde bij het binnenrjjden van een station. EEN ROOVERHOOFDMAN VERMOORD. In zjjn geboortedorp, Simla, in Britsch- Indie, is in een ruzie de rooverhoofdman Zarshah Shinwari, vermoord, een bekende aanvoerder van de Dacoits. Zjjn meest beroembe onderneming is geweest het rooven van de mail voor Calcutta, in de nabijheid van Peshawar, in December 1913. Hjj voerde toen een bende van 30 man aan. Zjj vermoordden den conducteur van den trein, den machinist en den stoker en roofden de zakken met de mail. Zjj ver- gaten evenwel om de kist met de waarde- volle stukken mede te nemen. Zarshah dorst daarop niet roeer naar zjjn geboorte- streek terugkeeren en hield zich schuil in in de bergen, Een troepenafdeeling werd uitgezonden om hem te arresteeren. Zij omsingelden zjjn verbljjfplaats, doch hjj wist te ODtkomen eu met verbluffende bru- taliteit ontvoerde hjj twee dagen later den Hindoeschen stationschef van Khairabad. Hjj trok zich met zjjn gevangene in de dergen terug. Om de kroon op zjjn mees- terstuk te zetten, trok hij daarna, op een ezel gezeten, langs dee spoorweg naar Pes hawar, vlak langs 3000 man troepen, naar de Afridi Hills. Zarshah werd naderhand nooit moede, op deze onderneming te blutfen. Later ondernam hjj nog verschillende minder ris- kante expedites in de buurt van Peshawa, doch nooit hebben de autoriteiten hem te pakken kunnen krjjgen. Ofschoon deze strekeD een vruchtbaren bodam vormen voor rooverhistories, zjjn de daden van denrooverhoofdman Zarshah toch wel ongeevenaard in brutaliteit. Ge- dureDde de laatste tien jaar stond hij dan ook bekend als de koning der roovers. DE AVONTUREN VAN EEN BISTORISCH HALSSNOER. Ongeveer 25 jaar geleden werd uit het Louvre-museum te Parjjs een paarlen hals- snoer gestolen, dat Napoleon indertjjd aan zjjn gemalin, Josephine ten geschenke had gegeven. Er werd door de geheele wereld naar gespeurd, de Fransche Earner loofde een beiooning van 750.000 francs uit voor de ontdekkicg, maar er werd geen spoor van het gestolene ontdekt. De tgd verliep en men vergat gaandeweg het halssnoer. Zes maanden geleden bood een Fransche matroos in een curiociteitenhandel in de Chineezenwijk van San Francisco een hals snoer te koop aan. De man was zich blijkbaar niet bewust van de waarde en liei het den koopman voor een kleinigheid. En ook de koopman schijnt geen verstand van paarlen te hebben gehad, hjj prjjsde het snoer althans met 25 dollar in zjjn uitstalling, waar het temidden van een grooten voorraad juweelen niet opviel. Een paar weken geleden werd het ge- kocht door een echtpaar uit New-York, dat een plezierreisje maakte. Toen de reizigers thuiskwamen gingen zjj naar een juwelier, om te laten nagaan, of het snoer den prjjs, dien zjj er voor betaald hadden, waard was. Groot was hun aangename vevrassing, toen de jitwelier 50.000 dollar voor het sierraad bood. Zjj gingen op het bod niet in, maar onderzochten het snoer nauwkeurig onder een vergrootglas en ontdekten, dat er met zeer kleine letters op gegraveerd stond ^Napoleon aan Josephine", Er volgde weldra een nieuw bod van 85000 dollar en dit werd aangenomen. De firma, die het halssnoer kocht, heeft het tenslotte overgedaan aan de Fransche re- geering. Zoo is het historische sieraad te Parjjs teruggekomen. GEEFT DE LINDE HONING? Indertjjd heeft het tijdschrift Deutsche Imker aus Bohmen" een enquete ingesteld over deze vraag, welke voor bjjenhouders van veel gewicht is, en voor welker beant- woordiDg zich in ons land o.m. het Bijen- waarnemingsstation te Warnsveld heeft ver- dienstelijk gemaakt. In het orgaan der Yereeniging tot Be- vordering der Bijenteelt in Nederland (Juni-aflevering) komt thans het bericht van het resultaat der ingekomen antwoorden voor, aan hetwelk wjj't volgende ontleenen: Botanisch staat vast, dat de bloemen der linde hoDingklieren bezitten; de afgeschei- den nectar wordt als heldere droppels tns- schen de kelkharen vastgehouden. Yerder blijkt, dat in veel streken genoemde boom aan bjjen nectar geeft, zulks zoowel op zand-als kleigrond, bij een hoogte van 6 600 M. Yoorts, dat in enkele streken de linde slechts bij uitzondering soms zelfs nimmer nectar aan bijen geeft. Deze waarneming steunt op veiklaringen van bekwame en betrouwbare imkers. Ten slot- te is de nectar-afscheiding het overvloedigst bjj zoel en warm weer, ook is zij sterker op vochtige dan op droge gronden. Voor Nederland is het practiseh resultaat van dit onderzi ek, dat in ons land de linde tot de gewassen behoort, die aan de bjjen nectar leveren, terwjjl theoretisch nog moet worden uitgemaakt, welke oorzaken aan- leiding geven, dat de linde soms nectar- loos is. Hieromtent wordt het onderzoek nog voortgezet. 21) De bende bleet een paar uren lang zit- ten drinken, kaartspelen en lachen. Om halt acht stond Fifi op. „Nu wordt het tijd, dat ik onzen Ger- maan ga halen." „Goed," zei Galgenaas. „Het beste zal zijn, dat je hem in de Kiekeboe afwacht. „Begrepen. In den tijd dat je weg bent, zulien we alles tot zijn ontvangst in ge- reedheid brengen.' Fifi verliet de kroeg en het sloeg juist 8 uur toen hij de place du Chatelet opkwam. De Duitscher liep daar reeds te wach- ten en in een oogwenk had Fifi zich bij hem gevoegd, terwijl hij zeide: „Ha, mijnheer, is u daar? Ga maar mee. Mijn familie en mijn vrienden zitten al op u te wachten en zij zulien verrukt zijn met u kennis te maken. Als wij dan gezel- lig met elkaar zitten te babbelen, zal ik u een biertje laten drinken, zooals u het in Munchen zelf niet beter hebben kan." Fifi en zijn slachtoffer liepen naast el kaar voort, de Cite in, wier nauwe en som- bere straten den argeloozen vreemdeling in het minst niet bleken af te schrikken, everfmin als de vieze kroeg, waarvan de jongen de deur voor hem opende. Langzaam schreed hij tusschen de be- zoekers door, mannen en vrouwen van zeer verdacht uiterlijk en die begeerige blikken wierpen op zijn schitterende ringen en zijn gouden ketting. Zijn gezicht teekende nieuwsgierigheid, toen hij hier rondkeek, maar geen zweem van vrees of wantrouwen. „Mijn vrienden zitten in den bierkelder," hernam Fifi, „een lokaal dat er geheel op ingericht is om het bier koel te houden. En hij opende de deur van de Kiekeboe. Dat de jongen1 in het voorbijgaan met de bezoekers van de gelagkamer teeke- nen van verstandhouding had gewisseld, was den goedgelooven Duitscher ook ont- gaan. XVII. In de Kiekeboe. De Kiekeboe was verlicht door 4 kaar- sen, die op de tafel stonden waar de bende van Galgenaas omheen zat. Deze ongehoorde weelde van 4 kaarsen was een ingeving van Soufflard, die zijn metgezellen had doen begrijpen, dat, bij net sjotele uiterlijk van het gezelschap en de eenigszins zonderlinge omgeving, men den Duitscher daarmee zand in de oogen moest strooien. Anders stond Jean Camuse, de waard, nooit meer toe dan een kaars per tatel, onverschillig het aantalj van de bezoekers. Ffij had ook: ditmaal zich vereet tegen zooveel overdaad en verkwisting van licht, maar Soufflard had hem een flink aandeel in den buit beloofd en tevens gezegd, dat deze zaak nu eens kalm en met zacht- heid behandeld zou worden. De Duitscher toonde niet den minsten weerzin toen Fifi de deur van de Kiekeboe opende en ook het gezelschap, dat hij DE HOTELRATTEN WEER IN ACTIE. De ,/hote!ratten'\ die door den oorlog uit Frankrjjk verjaagd waren, geven thans weer bljjken, dat zij teruggekomen zijn. De politic had voor den oorlog de han- den vol met deze slimme dieven, die geheel Europa eD de hooldsteden van de Nieuwe Wereld tot hun operatie veld hadden uitge- kozen en was na Augustus 1914 de plaag niet vanzelf verdwenen, dan waren de po- litieautoriteiten in de hoofdsteden van de verscheidene landen zelfs overgegaan tot de vorming van een internationaal speur- derscorp*, dat met de opdracht belast zou zjjn geweest, om de heeren op de hielen te volgen en hun het verblijf in eenig hotel onmogelijk te maken. Dezer dagen is een der gasten van een groot hotel op bet Champs Elysees, een Engel- sche dame van haar kostbaarheden en kleinoodien door een of meer gewikste dieven oDtlast. De waarde van het gestolene bedraagt meer dan 250.000 francs. De portier verklaart, een heer van groot postuur en gladgeschoren gelaat het hotel te hebben zien verlaten, die een toilet neressaire van geel koper (waarin de kostbaarheden door de eigenares geborgen waren) in de hand aad. De man bad een taxi aangeroepen, was kalm ingestapt en weggereden. Dit zijn alle gegevens, die de politie op het oogen- blik in harden heeft. EEN AUTO- ONGELUK. Te Caxton in Engeland werd Zaterdag een oorlogsgedenkteeken in een tehuis voor herstellenden ingewijd. Yele personen uit den omtrek begaven zich per motor-vracht- wagen naar de plechtigheid. Op den Titsey- heuvel bij Oxted, had een ongeluk plaats, waarbij 15 personen gekwetst werden. Twee vracht-auto's reden achter elkaar den heuvel af. De bestuurder van den achter- sten bemerkte dat zijn rem niet werkte. Om niet op Jen eersten auto te rijden, trachtte bij uit de file te komen, maar geraakte in een hoop zand en viel om. De gewonden werden naar Limpsfidd gebracht. waar hun eerste hulp werd geboden. DE DOOD VAN DEN KLOKKEN LUIDER. Uit Berlijn wordt gemeld, dat het waar- schijnlijk wel een geheel eenig geval zal zijn in de annalen van de geschiedenis van het platelandt, dat een klokkenluider zijn eigen doodsklok luidde. Dit geschied- de dezer dagen in de kerk van Nasenbeu- ren, in Beieren, door den klokkenluider Rupert Muller. Toen de dorpelingen op een ongewoon uur de doodsklok hoorden luiden, snel- ze ze naar de kerk. Toen ze er dicht bij kwam en, werden ze met revolverschoteri ontvangen, welke uit de richting van den klokketoren kwamen. Nadat een der dor pelingen gedood was, vormden een aantal jonge orpsbewoners een soort storm- groep, die den toren bestormden en naar boven klauterden. Daar aangekomen von- den zij den klokkenluider, die er in het wilde op los schoot. Klaarblijkelijk was de man plotseling krankzinnig geworden. Ze joegen hem in de klokkenkamer en er ontspon zich tusschen de klokken in een verwoed handgemeen. Tijdens den strijd viel opeens een der klokken naar beneden en kwam op het hoofd van den klokkenist terecht, die een schedelbreuk kreeg en op slag gedood was. Hi] had zjjn eigen doodsklok geluid. EEN GEHEIMZINNIGE GOUDBEDDING. Uit Edmonton, in Alberta, wordt gemelo dat een aantal goudzoekers zich dit jaar zullen opmaken naar het Noorderland, om een geheimzinnige goudbedding te vinden die zich ergens in de buurt van de Peace River moet bevinden op een plaats waar de rivier vroeger doorheen heeft geloopen. De bedding schijnt nu opgedroogd te zijn. Jaren geleden bracht een oude Indiaan een goudklompje naar Fort St. John, dat hij zeide gevonden te hebben in de streek ten N.O. van den post. Spoedig kwam ook een oude blanke pelsjager op het fort met een hoeveelheid gedegen goud, dat hij in dezelfde buurt als de Indiaan gewasschen had. Na dien tijd bezocht hij nooit meer zijn vailenlijn, maar leidde hij, zonder een slag te werken, een behagelijk leven op den post. Was zijn goud bijna op, dan begaf hij zich weer op pad, om na eenige dagen met een nieuwen voorraad goud terug te keeren. Zoo leefde de oude pelsjager een aantal jaren. Hij bezweek, zooals vele pelsjagers en mannen van het Noorderland, op het pac en men vond zijn bevroren lijk. Hii had het geheim, dat hij nooit aan iemand geopen- baard had, met zich mee genomen. In de boeken van de Hudson Baai Compagnie staat nog altijd een flink tegoed op zijn naam. Het gerucht wil, dat het goud altijd pas te krijgen was, nadat er veel sneeuw gevallen was en dat de oude man ook m: sneeuw zijn goud waschte. De goudzoekers, die er dit jaar op uit gaan, hebben aan hun onderneming veel geld ten koste gelegd en hopen het goud in de oude rivierbedding ten Noorden van Clear Hills te zulien ontdekken. daar aantrof, werkte in geen enkei op- zicht terugstuitend op hem. Nauwelijks was hij de Kiekeboe binnen- getreden, ot in de gelagkamer achter hem ontstond een groot rumoer, verscheidene mannen en vrouwen, die daar zaten, be- gonnen luidkeels te zingen, anderen schreeuwden en sloegen met flesschen of kruiken op de tafels, maar ook dit scheen de aandacht van den vreemdeling te ontgaan. Het rumoer was een gevolg van de blik ken van verstandhouding tusschen Fifi Vollard en de herbergbezoekers gewis seld en het moest dienen om mogelijk ge- raas dat. bij de berooving in de Kiekeboe ontstaan kon, te overschreeuwen. Eenigszins links groette de Duitscher het gezelschap, dat hij hier aan tafel zag zitten en dat zijn groet vriendelijk beant- woordde. „Is dit uw familie?" vroeg hij aan Fifi. „Ja, mijnheer," antwoordde deze, ,,mijn familie, brave menschen, heel eenvoudig, die zich, na den geheelen dag hard ge- werkt te hebben, hier 's avonds wat ko men verpoozen. Kijk, ga hier zitten, tus schen mijn moeder en mijn zuster." Daarbij wees hij naar vrouw Vollard en Allette, die wat omschikten am plaats voor den gast te maken. „Fifi, haal eens gauw een lekker potje bier voor mijnheer", zeide Lesage. „Ik ga, oom", zeide de jongen en hij snelde weg. „Misschien wil mijnheer wel een kaartje met ons leggen." sprak Soufflard. „Ik houd heel veel van kaartspelen." „Piket?" „Ja, dat is goed." REIGER EN GOUDVISCH. Een oude Engelsche legende zegt, dat de pooten van een reiger een soort olie af- scheiden, welke een zeker aantrekkende kracht bezit voor visschen, welke er naar toe zwemmen en zoo binnen het bereik ko men van den snavel dezer vogels. Sir Herbert Maxwell vertelt in het Engel sche natuurwetenschappelijke tijdschrift „Nature" van een vijver, waarin een aantal goudvisschen leefden, doch die door een reiger tot de laatste toe werden uiltgeroeid. Wanneer de vogel nl. neerstreek en in het water kwam te staan, schoten de goudvis schen van alle zijden toe en bleven rand den poot van den reiger zwemmen, zoo- dat de reiger ze zonder moeite met zijn langen snavel kon pakken. DE REGENMAKER. Hatfield, de regenmaker in den Staat Alberta, werkt nog steeds met succes. In het geheele gebied, waarvoor hij met de plaatselijke vereeniging van landbouwers een contract heeft afgesloten, valt nog steeds ruim voldoende regen. Onlangs ontving hi] liOO dollar voor zijn „prestaties" gedurende een dag. EEN AMERIKAAN, DIE EEN ERFENIS WEIGERT. Een Amerikaan, James Garland gehee- ten, heeft een erfenis van zijn vader, groot 200.000 dollar, afgewezen, omdat hi] uit- gaat van het standpunt, dat de onafhanke- lijkheid van een man wordt aangetast, wanneer hij geld aanneemt, dat hij met verdiend heeft. Hi] werkt nu op een boer- derij te New Bedford (Massachusetts), welke aan zijn moeder toebehoort. Aan een journalist heeft hi] verklaard, dat hij geheel wel bij het hoofd is en geenszins spijt heeft van zijn besluit, „om een productiet man te worden en niet slechts een verbruiker." Ook zeide hij, dat hij aan> de wereld heeft willen laten zien, dat er tenminste nog een Amerikaan is, die den dollar veracht. EEN ECHTELIJKE IDYLLE. Een jeugdig landbouwer te Kerka (graaf- schap Rest) Joseph Horvath geheeten, werd in 1915 in den oorlog ernstig gewond en door de Russen gevangen gemaakt. Aangezien zijn kameraden verklaarden, hem te hebbe* zien sneuvelen, werd hij officieel als dood geregistreerd. Twee ja ren later hertrouwde zijn weduwe met een Russischen krijgsgevangene, Ravel Ivanics geheeten, die haar van overheids- wege was toegevoegd om haar behulpzaam te zijn bij het bebouwen harer akkers. Zij kreeg twee kinderen bij den Rus. Horvath die intusschen van zijn \\onden was genezen, hoorde van dit huwelijk doof middel van een later krijgsgevangen ge- maakten dorpsgenoot. Hi] wilde echter niet ten achter blijven bij zijn vrouw en trouwde daarom op zijn beurt met een Russin. Na zes jaren krijgsgevangensc'nap keerde Horvath tenslotte te Kerka, terug, verge- zeld van zijn Russische vrouw en hun beider kind, De inwoners van Kerka, die van zijn komst hoorden, vreesden een tra- gedie, doch welke bleek, dat men te doen had met een idylle.... De Rus Ivanics herkende in de Russische echtgenoote van Horvath zijn eigen vrouw die hij bij het uitbreken van den oorlog in Rusland had achtergelaten. De twee mannen hadden dus elkaars vrouw ge- trouwd zonder het te weten.. De echte- lieden vielen elkaar na den langen tijd van scheiding in de armen en de mannen ruilden maar weer. Sedert dien leeft het viertal gelukkig op het land, dat door den arbeid van Ivanicks tot grootere vrucht- baarheid is gebracht. EEN GELUKKIGE STAD. Medicine Hat, in Canada, mag in deze tijden van gasduurte, wel een van de ge- lukkigste plaatsen op aarde genoemd wor den. Want in den bodem onder Medici ne Hat bevindt zich een onmetelijke en schijnbaar onuitputtelijk reservoir met na- tuurlijk gas, hetwelk behalve als verlich- tingsmiddel ook gebezigd wordt als driit- kracht voor de tabrieken, die daar sedert de ontdekking van het gas zijn opgericht. In Medicine Hat worden de straatlantaarns, nooit uitgedraaid, want de gemeenteraad is van oordeel, dat het dwaasheid zou zijn om personeel te betalen voor het aan- steken en uitdraaien der lantaarns, waar van de brandstot niets kost. Niemand stookt daar ooit kolen; algemeen gebruikt men gas voor de verwarming der huizen en gaskachels voor het koken. De gas- bronnen in de stad leveren negen mil- lioen kubieken voet gas per etmaal. „U bevalt mij, mijnheer, het schijnt dat u van alles houdt waar wij veel van houden. De Duitscher haaide zijn beurs uit zijn zak en liet daaruit een aantal goudstuk- ken op de tafel vallen, terwijl hi] met een dom lachje zeide: „Hier is mijn heele fortuin." Fifi, die juist met een groot glas bier te rug keerde en deze laatste woorden ge- hoord had, riep: „0, mijnheer maakt gekheid met ons, Ik heb vanmiddag wel gezien, dat zijn portefeuille goed gevuld was. „De bankjes zulien later op tafel komen, als ik mijn goud mocht verliezen." En weer Iachte hij. Soufflard, die tegtnover hem zat, schoot hem de kaarten toe en zeide: „U mag geven." De Duitscher nam het spel aan en wilde het doorschudden, maar daartoe was een bijzondere handigheid noodig, die alleen de stamgasten van „De Grijnzende Aap" bezaten, zoodat het hem niet gelukte. „Wat zijn die kaarten vettig," zeide hij. „Dat is volgens de laatste mode van Pa rijs," merkte Fifi op. „Zoo?" s „Een hygienische maatregel, die heel duur is en in elk cafe, waar men zijn tijd meegaat, wordt met vettige kaarten ge- speeld. Maar proet me dat biertje eens en zeg mij of dat geen echt Munchener is.'' i De Duitscher nam een teug van het bier dat hij afschuwelijk vond, maar warschijn- lijk uit beleefdheid verklaarde hij, dat men het in Beieren zelf zoo niet krijgen kon. Zij begonnen te spelen en toen de Duit scher in zijn spel verdiept was, stond Fifi op en ging naar een kleine deur, den twee- den uitgang van de Kiekeboe, die uitkwam op een slop. „Wanneer die zuurkoolvreter zoo dom blijft als op 't oogenblik," mompeide hij voor zich, „dan zal alles goed gaan en de zaak worden afgesloten zooals dat tusschen welopgevoede lui gebruikelijk is, maar het zou wel eens kunnen gebeuren, dat hij ten slotte toch lont ging ruiken en dan zou Soufflard uit zijn rol vallen en weer de Gal genaas worden zooals wij hem kennen. Dan zal het mes er aan te pas moeten ko men en in zoo'n geval is het altijd go.., dat iemand op den uitkijk staat om te kunnen waarschuwen, wanneer er nieuwsgierigen mochten komen." Onder deze alleenspraak ging hij de lan- ge, donkere gang in en postecrde zich op den hoek daarvan en het slop. Na verfoop van een kvvartjei] had de Duitscher al zijn goudstukken, 10 louis, verloren. Hij scheen goed tegen zijn verlies te kunnen, want hij haalde nu een batikbillet voor den dag, waarbij hij echter, steeds met dezelfde gemoedelijkheid en met het domme lachje om' zijn mond, verklaarde, dat hij niet meer dan 10 francs tegeli k wil de wagen.. Soufflard had daar' niets op tegen; hij schepte behagen in het spel en vermaakte zich met de onnoozelheid van den vreem deling, die er niets van bemerkte dat zijn tegenpartij valsch speelde. Het spel ging alleen tusschen den Duit scher en Soufflard. Lesage zat in somber gepeins voor zich uit te kijken. (Wordt vervolgcl). VAN

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 5