let "M luzensele Ceur&nt
STRIJD flBII MISBMB,
Yrijdag 24 Juni 4921. No. 7162.
TWBSDB IBL-A^D.
GEMENGDE BERiCHTEN,
FETJILLETON.
HET SMOKENDE MEISJE.
Het kantongerecht te Heerenveen ver-
oordeelde een meisje wegens rooken in
een coupe-niet-rooken, tot 12 boete subs. I
week tuchtschool.
GEEN STR1JKSTERS, MAAR
STRIJKERS
Het schijnt, dat vrouwelijk personeel zoo
langzamerhand uit de mode zal gaan ge-
raken. Over het gebrek aan dienstmeisjes
behoeven we niet eens meer te spreken.
Men vraagt ons, wat tegenwoordig dan de
vrouwen, die vrouwelijk werk doen konden,
eigenljjk uitvoeren, maar we kunnen het
met zeggen. Alleen weten we, dat het er
naar begint. uit te zien, alsof ze al het
werk dat eens vrouwenwerk was, aan
mannen zulien gaan overJaten. Een voor-
beeldeen groote firma in damesconfectie
in Amsterdam heeft plaats voor dertig
strijksters en ze heeft die ook noodig, maar
ze heeft het niet verder kunnen brengen
dan aciittiener komen eenvoudig geen
gegadigden. Om in het gebrek te voorzien
heeft ze jongens of mannen, voorloopig
nog maar een viertal, in dienst genomen,
waaronder een werkeloozen diamantbewerker
en iemand uit den leerhandel. Waarom
zou een man ook niet kunnen strjjken
Waarom zou een Westerling Diet kunnen
wat een Oosterling kan Tn Amerika en
ook in onze oost wordt veelal het linnen-
goed gestreken door Chineesche mannen.
Nu nog manneijjke modistes, kinder-
heeren inpiaats van kinderjuffrouwen, hand-
werkonderwjjzeres in school, enz., dan de
breikous en dan kunnen we meteen de taal
gaan veranderen De beste breier laat wel
eens een steek vallen
RESTAURANTBOOT.
Op de Seine bij Parjjs vaart sedert eeni-
gen tjjd een luxe-jacht met een volledig
restaurant aan boord. Het is de onderne-
ming van een bekenden Parijschen restau
rant- exploitant en vindt bjj vreemdetingen,
die Parijs bezoeken, veel aftrek. Hetjacht
vertrekt tweemaal per dag van de brug
Alexander HI, 's avonds om 8 uur voor
degenen, die aan boord willen dineeren, te
middernacht voor de //soupeurs". Onder
het eten hebben de passagiers belangwek-
kende gezichten op Parjjs bij avond en bp
nacht.
DE VROUW MET DE ONDERKIN.
Voor den politierechter te Marylebone,
Londen, stond dezer dagen kapitein Garvey
Gadd terecht wegens het aanranden van
Charles H. Willi, een Zwitsersch genees-
heer, en diens vrouw. Willi verklaarde te
Londen 10 jaar de geneeskundige prabtijk
te hebben uitgeoefend. De vrouw van
kapitein Gadd had hem ontboden. Ze zeide,
dat ze een jongen echtgenoot had en er
zelf veel jonger witde uitzieD, waarom ze
hem vroeg haar gelaat te verfraaien door
haar onderkin weg te nemen. De dokter
voerde de operatie uit.
Drie dagen later stormde kapt. Gadd dien de
dokter nooit tevoren gezien had, diens stu-
deervertrek binnen eD gaf kem een harden
opstopper achter zjjn oor, viel hem met
een wandelstok aan smeet hem tegen den
grond, schopte hem in het gelaaat en gaf
hen een geducht pak ransel. Toen kwam
Willi's vrouw tuscchenbeiden en de kapitein
sloeg haar tegeD de kaak en gaf haar een
stomp tegen de borst.
Tjjdens het kruisverhoor gaf Willi toe,
dat hjj niet ingeschreven was als prakti-
zeerend geneesheer. Hij had een graad
gekregen als dokter honoris causa van de
Oriental University te Washington en was
chirurg speciaal op het gebied van aesthe-
tische geneeskunde. Voor de operatie had
hjj 315 gulden als honorarium ontvangen.
Toen hij mevrouw Gadd na de operatie
ontmoete, was ze er bijzonder goed aan
toe en drukte ze hem verheugd de hand.
Gadd verklaarde, dat hjj zjjn vrouw in
een zeer sleehten toestand aangetroffen
had, ze had twee litteekens van ongeveer
5 c.M. lengte opzjj, in haar gezicht en
haar linkerwang vertoonde allerlei kleuren.
Toen hij later Willi was gaan opzoeken,
had geze zjjn wandelstok genomen, hem er
mee gestagen, hem verder tegen zjjn schenen
geschopt en geprobeerd hem van de trappen
af te gooien. Ook had Willi hem meteen
stoel bedreigd. Gadd voegde er nog aan
toe, dat zjjn vrouw nooit een onderkin
gehad had.
De rechter zeide niet precies te begrjjpen
wat er gebeurd was, maar meende, dat
beide partjjen te ver gegaan waren.
Hjj verklaarde de aanklacht voor ongel-
dig en schold beide partijen vrjj van de
betaling der kosten,
DE HEETSTE DAG TE LONDEN.
Donderdag was het te Londen in de zon
warmer dan in de laatste vjjf jaren het
geval is geweest. Om een uur 's middags
wees de themometer 131 graden aan, een
tcmperatuur, welke er sinds 27 Juli 1916
niet is voorgekomen. Een uur later stond
de thermometer op 135 graden in de zon
en 76 graden in de schaduw.
Verscheiden menschen werden op straat
door de warmte overmand en moesten per
braDcard naar het ziekenhuis worden ge-
bracht.
EEN STOUT STUKJE.
Roy Gardner, een postdief, is dezer dagen
in geslaagd aan twee bewakers, die hem
per trein van de gevangenis in Portland
(Oregon) overbrachten voor het ondergaan
van een gevangenisstraf van 25 jaar, waar-
toe hij juist was veroordeeld, cp opzienba-
rende wjjze te ODtsnappen. Hjj heeft het
bovendien weten klaar te spelen, zjjn be
wakers van een bedrag ter waarde van
600 gulden te berooven en ze met handboeien
aan elkaar geklonken achter te laten. De
drie mannen waren n.l. in den trein gezeteD,
toen de bandiet, tot groote verbjjstering der
bewakers, een revolver te voorschjjn haalde,
die in zjjn hemd was genaaid en hen dwong,
hun handeD op te steken. Hjj fouilleerde
daarop hunne zakken, boeide de beide
mannen aan elkaar vast en verliet. het
compartiment door het raam toen de trein-
vaart vermiuderde bij het binnenrjjden van
een station.
EEN ROOVERHOOFDMAN VERMOORD.
In zjjn geboortedorp, Simla, in Britsch-
Indie, is in een ruzie de rooverhoofdman
Zarshah Shinwari, vermoord, een bekende
aanvoerder van de Dacoits. Zjjn meest
beroembe onderneming is geweest het rooven
van de mail voor Calcutta, in de nabijheid
van Peshawar, in December 1913. Hjj
voerde toen een bende van 30 man aan.
Zjj vermoordden den conducteur van
den trein, den machinist en den stoker en
roofden de zakken met de mail. Zjj ver-
gaten evenwel om de kist met de waarde-
volle stukken mede te nemen. Zarshah
dorst daarop niet roeer naar zjjn geboorte-
streek terugkeeren en hield zich schuil in
in de bergen, Een troepenafdeeling werd
uitgezonden om hem te arresteeren. Zij
omsingelden zjjn verbljjfplaats, doch hjj
wist te ODtkomen eu met verbluffende bru-
taliteit ontvoerde hjj twee dagen later den
Hindoeschen stationschef van Khairabad.
Hjj trok zich met zjjn gevangene in de
dergen terug. Om de kroon op zjjn mees-
terstuk te zetten, trok hij daarna, op een
ezel gezeten, langs dee spoorweg naar Pes
hawar, vlak langs 3000 man troepen, naar
de Afridi Hills.
Zarshah werd naderhand nooit moede,
op deze onderneming te blutfen. Later
ondernam hjj nog verschillende minder ris-
kante expedites in de buurt van Peshawa,
doch nooit hebben de autoriteiten hem te
pakken kunnen krjjgen.
Ofschoon deze strekeD een vruchtbaren
bodam vormen voor rooverhistories, zjjn
de daden van denrooverhoofdman Zarshah
toch wel ongeevenaard in brutaliteit. Ge-
dureDde de laatste tien jaar stond hij dan
ook bekend als de koning der roovers.
DE AVONTUREN VAN
EEN BISTORISCH HALSSNOER.
Ongeveer 25 jaar geleden werd uit het
Louvre-museum te Parjjs een paarlen hals-
snoer gestolen, dat Napoleon indertjjd aan
zjjn gemalin, Josephine ten geschenke had
gegeven. Er werd door de geheele wereld
naar gespeurd, de Fransche Earner loofde
een beiooning van 750.000 francs uit voor
de ontdekkicg, maar er werd geen spoor
van het gestolene ontdekt. De tgd verliep
en men vergat gaandeweg het halssnoer.
Zes maanden geleden bood een Fransche
matroos in een curiociteitenhandel in de
Chineezenwijk van San Francisco een hals
snoer te koop aan. De man was zich
blijkbaar niet bewust van de waarde en
liei het den koopman voor een kleinigheid.
En ook de koopman schijnt geen verstand
van paarlen te hebben gehad, hjj prjjsde
het snoer althans met 25 dollar in zjjn
uitstalling, waar het temidden van een
grooten voorraad juweelen niet opviel.
Een paar weken geleden werd het ge-
kocht door een echtpaar uit New-York,
dat een plezierreisje maakte. Toen de
reizigers thuiskwamen gingen zjj naar een
juwelier, om te laten nagaan, of het snoer
den prjjs, dien zjj er voor betaald hadden,
waard was. Groot was hun aangename
vevrassing, toen de jitwelier 50.000 dollar
voor het sierraad bood. Zjj gingen op
het bod niet in, maar onderzochten het
snoer nauwkeurig onder een vergrootglas
en ontdekten, dat er met zeer kleine letters
op gegraveerd stond ^Napoleon aan
Josephine",
Er volgde weldra een nieuw bod van
85000 dollar en dit werd aangenomen. De
firma, die het halssnoer kocht, heeft het
tenslotte overgedaan aan de Fransche re-
geering. Zoo is het historische sieraad te
Parjjs teruggekomen.
GEEFT DE LINDE HONING?
Indertjjd heeft het tijdschrift Deutsche
Imker aus Bohmen" een enquete ingesteld
over deze vraag, welke voor bjjenhouders
van veel gewicht is, en voor welker beant-
woordiDg zich in ons land o.m. het Bijen-
waarnemingsstation te Warnsveld heeft ver-
dienstelijk gemaakt.
In het orgaan der Yereeniging tot Be-
vordering der Bijenteelt in Nederland
(Juni-aflevering) komt thans het bericht
van het resultaat der ingekomen antwoorden
voor, aan hetwelk wjj't volgende ontleenen:
Botanisch staat vast, dat de bloemen der
linde hoDingklieren bezitten; de afgeschei-
den nectar wordt als heldere droppels tns-
schen de kelkharen vastgehouden. Yerder
blijkt, dat in veel streken genoemde boom
aan bjjen nectar geeft, zulks zoowel op
zand-als kleigrond, bij een hoogte van 6
600 M. Yoorts, dat in enkele streken de
linde slechts bij uitzondering soms zelfs
nimmer nectar aan bijen geeft. Deze
waarneming steunt op veiklaringen van
bekwame en betrouwbare imkers. Ten slot-
te is de nectar-afscheiding het overvloedigst
bjj zoel en warm weer, ook is zij sterker
op vochtige dan op droge gronden. Voor
Nederland is het practiseh resultaat van
dit onderzi ek, dat in ons land de linde
tot de gewassen behoort, die aan de bjjen
nectar leveren, terwjjl theoretisch nog moet
worden uitgemaakt, welke oorzaken aan-
leiding geven, dat de linde soms nectar-
loos is. Hieromtent wordt het onderzoek
nog voortgezet.
21)
De bende bleet een paar uren lang zit-
ten drinken, kaartspelen en lachen.
Om halt acht stond Fifi op.
„Nu wordt het tijd, dat ik onzen Ger-
maan ga halen."
„Goed," zei Galgenaas.
„Het beste zal zijn, dat je hem in de
Kiekeboe afwacht.
„Begrepen. In den tijd dat je weg bent,
zulien we alles tot zijn ontvangst in ge-
reedheid brengen.'
Fifi verliet de kroeg en het sloeg juist 8
uur toen hij de place du Chatelet opkwam.
De Duitscher liep daar reeds te wach-
ten en in een oogwenk had Fifi zich bij
hem gevoegd, terwijl hij zeide:
„Ha, mijnheer, is u daar? Ga maar mee.
Mijn familie en mijn vrienden zitten al
op u te wachten en zij zulien verrukt zijn
met u kennis te maken. Als wij dan gezel-
lig met elkaar zitten te babbelen, zal ik
u een biertje laten drinken, zooals u het
in Munchen zelf niet beter hebben kan."
Fifi en zijn slachtoffer liepen naast el
kaar voort, de Cite in, wier nauwe en som-
bere straten den argeloozen vreemdeling
in het minst niet bleken af te schrikken,
everfmin als de vieze kroeg, waarvan de
jongen de deur voor hem opende.
Langzaam schreed hij tusschen de be-
zoekers door, mannen en vrouwen van
zeer verdacht uiterlijk en die begeerige
blikken wierpen op zijn schitterende ringen
en zijn gouden ketting.
Zijn gezicht teekende nieuwsgierigheid,
toen hij hier rondkeek, maar geen zweem
van vrees of wantrouwen.
„Mijn vrienden zitten in den bierkelder,"
hernam Fifi, „een lokaal dat er geheel op
ingericht is om het bier koel te houden.
En hij opende de deur van de Kiekeboe.
Dat de jongen1 in het voorbijgaan met
de bezoekers van de gelagkamer teeke-
nen van verstandhouding had gewisseld,
was den goedgelooven Duitscher ook ont-
gaan.
XVII.
In de Kiekeboe.
De Kiekeboe was verlicht door 4 kaar-
sen, die op de tafel stonden waar de bende
van Galgenaas omheen zat.
Deze ongehoorde weelde van 4 kaarsen
was een ingeving van Soufflard, die zijn
metgezellen had doen begrijpen, dat, bij
net sjotele uiterlijk van het gezelschap en
de eenigszins zonderlinge omgeving, men
den Duitscher daarmee zand in de oogen
moest strooien.
Anders stond Jean Camuse, de waard,
nooit meer toe dan een kaars per tatel,
onverschillig het aantalj van de bezoekers.
Ffij had ook: ditmaal zich vereet tegen
zooveel overdaad en verkwisting van licht,
maar Soufflard had hem een flink aandeel
in den buit beloofd en tevens gezegd,
dat deze zaak nu eens kalm en met zacht-
heid behandeld zou worden.
De Duitscher toonde niet den minsten
weerzin toen Fifi de deur van de Kiekeboe
opende en ook het gezelschap, dat hij
DE HOTELRATTEN WEER IN ACTIE.
De ,/hote!ratten'\ die door den oorlog
uit Frankrjjk verjaagd waren, geven thans
weer bljjken, dat zij teruggekomen zijn.
De politic had voor den oorlog de han-
den vol met deze slimme dieven, die geheel
Europa eD de hooldsteden van de Nieuwe
Wereld tot hun operatie veld hadden uitge-
kozen en was na Augustus 1914 de plaag
niet vanzelf verdwenen, dan waren de po-
litieautoriteiten in de hoofdsteden van de
verscheidene landen zelfs overgegaan tot
de vorming van een internationaal speur-
derscorp*, dat met de opdracht belast zou
zjjn geweest, om de heeren op de hielen
te volgen en hun het verblijf in eenig hotel
onmogelijk te maken.
Dezer dagen is een der gasten van een groot
hotel op bet Champs Elysees, een Engel-
sche dame van haar kostbaarheden en
kleinoodien door een of meer gewikste
dieven oDtlast. De waarde van het gestolene
bedraagt meer dan 250.000 francs. De
portier verklaart, een heer van groot postuur
en gladgeschoren gelaat het hotel te hebben
zien verlaten, die een toilet neressaire van
geel koper (waarin de kostbaarheden door
de eigenares geborgen waren) in de hand
aad. De man bad een taxi aangeroepen, was
kalm ingestapt en weggereden. Dit zijn
alle gegevens, die de politie op het oogen-
blik in harden heeft.
EEN AUTO- ONGELUK.
Te Caxton in Engeland werd Zaterdag
een oorlogsgedenkteeken in een tehuis voor
herstellenden ingewijd. Yele personen uit
den omtrek begaven zich per motor-vracht-
wagen naar de plechtigheid. Op den Titsey-
heuvel bij Oxted, had een ongeluk plaats,
waarbij 15 personen gekwetst werden.
Twee vracht-auto's reden achter elkaar den
heuvel af. De bestuurder van den achter-
sten bemerkte dat zijn rem niet werkte. Om
niet op Jen eersten auto te rijden, trachtte
bij uit de file te komen, maar geraakte in
een hoop zand en viel om. De gewonden
werden naar Limpsfidd gebracht. waar hun
eerste hulp werd geboden.
DE DOOD VAN DEN KLOKKEN
LUIDER.
Uit Berlijn wordt gemeld, dat het waar-
schijnlijk wel een geheel eenig geval zal
zijn in de annalen van de geschiedenis
van het platelandt, dat een klokkenluider
zijn eigen doodsklok luidde. Dit geschied-
de dezer dagen in de kerk van Nasenbeu-
ren, in Beieren, door den klokkenluider
Rupert Muller.
Toen de dorpelingen op een ongewoon
uur de doodsklok hoorden luiden, snel-
ze ze naar de kerk. Toen ze er dicht bij
kwam en, werden ze met revolverschoteri
ontvangen, welke uit de richting van den
klokketoren kwamen. Nadat een der dor
pelingen gedood was, vormden een aantal
jonge orpsbewoners een soort storm-
groep, die den toren bestormden en naar
boven klauterden. Daar aangekomen von-
den zij den klokkenluider, die er in het
wilde op los schoot. Klaarblijkelijk was
de man plotseling krankzinnig geworden.
Ze joegen hem in de klokkenkamer en er
ontspon zich tusschen de klokken in een
verwoed handgemeen. Tijdens den strijd
viel opeens een der klokken naar beneden
en kwam op het hoofd van den klokkenist
terecht, die een schedelbreuk kreeg en
op slag gedood was. Hi] had zjjn eigen
doodsklok geluid.
EEN GEHEIMZINNIGE GOUDBEDDING.
Uit Edmonton, in Alberta, wordt gemelo
dat een aantal goudzoekers zich dit jaar
zullen opmaken naar het Noorderland, om
een geheimzinnige goudbedding te vinden
die zich ergens in de buurt van de Peace
River moet bevinden op een plaats waar de
rivier vroeger doorheen heeft geloopen. De
bedding schijnt nu opgedroogd te zijn.
Jaren geleden bracht een oude Indiaan
een goudklompje naar Fort St. John, dat
hij zeide gevonden te hebben in de streek
ten N.O. van den post. Spoedig kwam ook
een oude blanke pelsjager op het fort met
een hoeveelheid gedegen goud, dat hij in
dezelfde buurt als de Indiaan gewasschen
had. Na dien tijd bezocht hij nooit meer
zijn vailenlijn, maar leidde hij, zonder een
slag te werken, een behagelijk leven op den
post. Was zijn goud bijna op, dan begaf
hij zich weer op pad, om na eenige dagen
met een nieuwen voorraad goud terug te
keeren.
Zoo leefde de oude pelsjager een aantal
jaren. Hij bezweek, zooals vele pelsjagers
en mannen van het Noorderland, op het pac
en men vond zijn bevroren lijk. Hii had het
geheim, dat hij nooit aan iemand geopen-
baard had, met zich mee genomen. In de
boeken van de Hudson Baai Compagnie
staat nog altijd een flink tegoed op zijn
naam. Het gerucht wil, dat het goud altijd
pas te krijgen was, nadat er veel sneeuw
gevallen was en dat de oude man ook m:
sneeuw zijn goud waschte.
De goudzoekers, die er dit jaar op uit
gaan, hebben aan hun onderneming veel
geld ten koste gelegd en hopen het goud
in de oude rivierbedding ten Noorden van
Clear Hills te zulien ontdekken.
daar aantrof, werkte in geen enkei op-
zicht terugstuitend op hem.
Nauwelijks was hij de Kiekeboe binnen-
getreden, ot in de gelagkamer achter hem
ontstond een groot rumoer, verscheidene
mannen en vrouwen, die daar zaten, be-
gonnen luidkeels te zingen, anderen
schreeuwden en sloegen met flesschen of
kruiken op de tafels, maar ook dit scheen
de aandacht van den vreemdeling te
ontgaan.
Het rumoer was een gevolg van de blik
ken van verstandhouding tusschen Fifi
Vollard en de herbergbezoekers gewis
seld en het moest dienen om mogelijk ge-
raas dat. bij de berooving in de Kiekeboe
ontstaan kon, te overschreeuwen.
Eenigszins links groette de Duitscher
het gezelschap, dat hij hier aan tafel zag
zitten en dat zijn groet vriendelijk beant-
woordde.
„Is dit uw familie?" vroeg hij aan Fifi.
„Ja, mijnheer," antwoordde deze, ,,mijn
familie, brave menschen, heel eenvoudig,
die zich, na den geheelen dag hard ge-
werkt te hebben, hier 's avonds wat ko
men verpoozen. Kijk, ga hier zitten, tus
schen mijn moeder en mijn zuster."
Daarbij wees hij naar vrouw Vollard en
Allette, die wat omschikten am plaats voor
den gast te maken.
„Fifi, haal eens gauw een lekker potje
bier voor mijnheer", zeide Lesage.
„Ik ga, oom", zeide de jongen en hij
snelde weg.
„Misschien wil mijnheer wel een kaartje
met ons leggen." sprak Soufflard.
„Ik houd heel veel van kaartspelen."
„Piket?"
„Ja, dat is goed."
REIGER EN GOUDVISCH.
Een oude Engelsche legende zegt, dat de
pooten van een reiger een soort olie af-
scheiden, welke een zeker aantrekkende
kracht bezit voor visschen, welke er naar
toe zwemmen en zoo binnen het bereik ko
men van den snavel dezer vogels.
Sir Herbert Maxwell vertelt in het Engel
sche natuurwetenschappelijke tijdschrift
„Nature" van een vijver, waarin een aantal
goudvisschen leefden, doch die door een
reiger tot de laatste toe werden uiltgeroeid.
Wanneer de vogel nl. neerstreek en in het
water kwam te staan, schoten de goudvis
schen van alle zijden toe en bleven rand
den poot van den reiger zwemmen, zoo-
dat de reiger ze zonder moeite met zijn
langen snavel kon pakken.
DE REGENMAKER.
Hatfield, de regenmaker in den Staat
Alberta, werkt nog steeds met succes. In
het geheele gebied, waarvoor hij met de
plaatselijke vereeniging van landbouwers
een contract heeft afgesloten, valt nog
steeds ruim voldoende regen.
Onlangs ontving hi] liOO dollar voor
zijn „prestaties" gedurende een dag.
EEN AMERIKAAN, DIE EEN ERFENIS
WEIGERT.
Een Amerikaan, James Garland gehee-
ten, heeft een erfenis van zijn vader, groot
200.000 dollar, afgewezen, omdat hi] uit-
gaat van het standpunt, dat de onafhanke-
lijkheid van een man wordt aangetast,
wanneer hij geld aanneemt, dat hij met
verdiend heeft. Hi] werkt nu op een boer-
derij te New Bedford (Massachusetts),
welke aan zijn moeder toebehoort.
Aan een journalist heeft hi] verklaard,
dat hij geheel wel bij het hoofd is en
geenszins spijt heeft van zijn besluit, „om
een productiet man te worden en niet
slechts een verbruiker." Ook zeide hij,
dat hij aan> de wereld heeft willen laten
zien, dat er tenminste nog een Amerikaan
is, die den dollar veracht.
EEN ECHTELIJKE IDYLLE.
Een jeugdig landbouwer te Kerka (graaf-
schap Rest) Joseph Horvath geheeten,
werd in 1915 in den oorlog ernstig gewond
en door de Russen gevangen gemaakt.
Aangezien zijn kameraden verklaarden,
hem te hebbe* zien sneuvelen, werd hij
officieel als dood geregistreerd. Twee ja
ren later hertrouwde zijn weduwe met
een Russischen krijgsgevangene, Ravel
Ivanics geheeten, die haar van overheids-
wege was toegevoegd om haar behulpzaam
te zijn bij het bebouwen harer akkers. Zij
kreeg twee kinderen bij den Rus.
Horvath die intusschen van zijn \\onden
was genezen, hoorde van dit huwelijk doof
middel van een later krijgsgevangen ge-
maakten dorpsgenoot. Hi] wilde echter
niet ten achter blijven bij zijn vrouw en
trouwde daarom op zijn beurt met een
Russin.
Na zes jaren krijgsgevangensc'nap keerde
Horvath tenslotte te Kerka, terug, verge-
zeld van zijn Russische vrouw en hun
beider kind, De inwoners van Kerka, die
van zijn komst hoorden, vreesden een tra-
gedie, doch welke bleek, dat men te doen
had met een idylle....
De Rus Ivanics herkende in de Russische
echtgenoote van Horvath zijn eigen vrouw
die hij bij het uitbreken van den oorlog
in Rusland had achtergelaten. De twee
mannen hadden dus elkaars vrouw ge-
trouwd zonder het te weten.. De echte-
lieden vielen elkaar na den langen tijd
van scheiding in de armen en de mannen
ruilden maar weer. Sedert dien leeft het
viertal gelukkig op het land, dat door den
arbeid van Ivanicks tot grootere vrucht-
baarheid is gebracht.
EEN GELUKKIGE STAD.
Medicine Hat, in Canada, mag in deze
tijden van gasduurte, wel een van de ge-
lukkigste plaatsen op aarde genoemd wor
den. Want in den bodem onder Medici
ne Hat bevindt zich een onmetelijke en
schijnbaar onuitputtelijk reservoir met na-
tuurlijk gas, hetwelk behalve als verlich-
tingsmiddel ook gebezigd wordt als driit-
kracht voor de tabrieken, die daar sedert
de ontdekking van het gas zijn opgericht.
In Medicine Hat worden de straatlantaarns,
nooit uitgedraaid, want de gemeenteraad
is van oordeel, dat het dwaasheid zou
zijn om personeel te betalen voor het aan-
steken en uitdraaien der lantaarns, waar
van de brandstot niets kost. Niemand
stookt daar ooit kolen; algemeen gebruikt
men gas voor de verwarming der huizen
en gaskachels voor het koken. De gas-
bronnen in de stad leveren negen mil-
lioen kubieken voet gas per etmaal.
„U bevalt mij, mijnheer, het schijnt dat
u van alles houdt waar wij veel van
houden.
De Duitscher haaide zijn beurs uit zijn
zak en liet daaruit een aantal goudstuk-
ken op de tafel vallen, terwijl hi] met een
dom lachje zeide:
„Hier is mijn heele fortuin."
Fifi, die juist met een groot glas bier te
rug keerde en deze laatste woorden ge-
hoord had, riep:
„0, mijnheer maakt gekheid met ons,
Ik heb vanmiddag wel gezien, dat zijn
portefeuille goed gevuld was.
„De bankjes zulien later op tafel komen,
als ik mijn goud mocht verliezen."
En weer Iachte hij.
Soufflard, die tegtnover hem zat, schoot
hem de kaarten toe en zeide:
„U mag geven."
De Duitscher nam het spel aan en wilde
het doorschudden, maar daartoe was een
bijzondere handigheid noodig, die alleen
de stamgasten van „De Grijnzende Aap"
bezaten, zoodat het hem niet gelukte.
„Wat zijn die kaarten vettig," zeide hij.
„Dat is volgens de laatste mode van Pa
rijs," merkte Fifi op.
„Zoo?" s
„Een hygienische maatregel, die heel
duur is en in elk cafe, waar men zijn tijd
meegaat, wordt met vettige kaarten ge-
speeld. Maar proet me dat biertje eens
en zeg mij of dat geen echt Munchener is.''
i De Duitscher nam een teug van het bier
dat hij afschuwelijk vond, maar warschijn-
lijk uit beleefdheid verklaarde hij, dat men
het in Beieren zelf zoo niet krijgen kon.
Zij begonnen te spelen en toen de Duit
scher in zijn spel verdiept was, stond Fifi
op en ging naar een kleine deur, den twee-
den uitgang van de Kiekeboe, die uitkwam
op een slop.
„Wanneer die zuurkoolvreter zoo dom
blijft als op 't oogenblik," mompeide hij
voor zich, „dan zal alles goed gaan en de
zaak worden afgesloten zooals dat tusschen
welopgevoede lui gebruikelijk is, maar het
zou wel eens kunnen gebeuren, dat hij ten
slotte toch lont ging ruiken en dan zou
Soufflard uit zijn rol vallen en weer de Gal
genaas worden zooals wij hem kennen.
Dan zal het mes er aan te pas moeten ko
men en in zoo'n geval is het altijd go.., dat
iemand op den uitkijk staat om te kunnen
waarschuwen, wanneer er nieuwsgierigen
mochten komen."
Onder deze alleenspraak ging hij de lan-
ge, donkere gang in en postecrde zich op
den hoek daarvan en het slop.
Na verfoop van een kvvartjei] had de
Duitscher al zijn goudstukken, 10 louis,
verloren.
Hij scheen goed tegen zijn verlies te
kunnen, want hij haalde nu een batikbillet
voor den dag, waarbij hij echter, steeds
met dezelfde gemoedelijkheid en met het
domme lachje om' zijn mond, verklaarde,
dat hij niet meer dan 10 francs tegeli k wil
de wagen..
Soufflard had daar' niets op tegen; hij
schepte behagen in het spel en vermaakte
zich met de onnoozelheid van den vreem
deling, die er niets van bemerkte dat zijn
tegenpartij valsch speelde.
Het spel ging alleen tusschen den Duit
scher en Soufflard.
Lesage zat in somber gepeins voor zich
uit te kijken.
(Wordt vervolgcl).
VAN