AI RFMEEN NIEUWS- EN ABVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Abonnementsprijs.
No. 7160 Maandag 20 Juni 1921.
69e Jaargaar.
STBIJD Tl&IM MISDMD.
8 i n N I X I A N 0.
BUITENLAND.
F EUILLE T 0 N.
Voor Ter Neuzen (kom per3maanden 1,40.
Buiten Ter Neuzen enoverigNederland f 1,80.
Voor Amerika en Ned.-Indig(bij voor-
uitbetaling)12>70-
Voor't overig buitenland (idem) f 3,35.
Door de hooge inningskosten 'worden
onze abonne's in het Buitenland beleefd
verzocht het verschuldigde abonnementsgeld
per postwissel of cheque te zenden v66r
1 Jul I a.s.
DE UITGEEFSTER.
fraude met zilverbons.
De minister van Financien brengt ter
kennis, dat in den Taatsten tijd fraude
met zilverbons is gepleegd, door -de
bons door de eene ol andere bewerkmg
in een voorzijde en een achterzijde te
splitsen en daarna de beide helften te
hechten ojd een stuk papier, waardoor
de indruk werd gevestigd, dat het door
het gebruik beschadigde zilverbons zijn,
die door beplakking1 behoed werden voor
verdere beschadiging.
Aangezien de bovenbedoelde halve bons
die dus slechts uit een voorzijde ot een
achterzijde bestaan, niet het karakter van
wettig betaalmiddel bezitten (zie de orn-
schrijving van de thans in omloop zijnde
zilverbons in de Kon. besluiten van 14
Juni 1918, Stbl. no. 357 en van 19 Februari
1920, Stbl. no. 82) en derhalve door den
Staat niet worden vergoed, zal het pu-
bliek, ter voorkoming van geldelijke schade
goed doen nauwkeurig op de hem aange-
boden zilverbons toq te zien en deze, in-
dien zij zoodanigl op een stuk papier zijh
geplakt, dat van de eene zijde niets meer
te zien is, te weigeren ot wel, zooveel mo-
gelijk met inlichtingen omtrent de her-
komst, bij den agent van het ministerie
van Financien te Amsterdam (Korte Spin-
huissteeg no. 3) ot bij een der betaalmees-
ters aan te bieden.
GRHEFFING DER; PAS-ViSA.
Het Hbl. verneemt thans nader, dat,
gelijkvijdig met de opheffing der Belgische
pas-visa, die der Engelsche, moge
lijk ook nog van andere landen, is te ver-
wachten. Eenige rapporten^ die nog moe-
ten binnenkomen, vertragen de beslissing.
Mej. J. WESTERMAN LID DEk
TWEEDE KAMER.
Het Centraaf Stembureau heeft in zijn
Vrijdagmiddag te 4 uur gehouden ver-
gadering in de plaats van den heer W. H.
Buisonje, die bedankt heeft, tot lid van de
Tweede Kamer verkozen verklaard mej.
J. Westerman te 's Gravenhage.
WETHOUDERSVERKIEZINGEN TE
AMSTERDAM.,
In de Vrijdag gehouden gemeenteraads-
zitting te Amsterdam werden tot wethou-
ders verkozen de heeren Wibaut (bij toting
met den heer Wierdels), Ter Haar, De Mi
randa, Wierdels, dr. Vos en Vliegen.
De heeren Wibaut en De Miranda (bei- i
den S. D. A. P.) namen hun benoeming aali
onder voorbehoud van goedkeuring hunner
raadsfractie, de heer Vliegen (S. D. A. P.)
aanvaardde zijn benoeming dadelijk, de
heeren Ter Haar (christ.-hist.), Vos (V. B.)
en Wierdels (R. K.) hielden hun benoe
ming 24 uur in beraad.
Aan de stemmenverhouding te oordeelen
hebben de afgevaardigden van den Vrij-
heidsbond, die door de verschillende irac-
ties, met uitzondering van de christelijk-his-
torischen buiten de onderhandelingen voor
de verdeeling der zetels werden gehouden,
door het uitbrengem hunner stem ot door
onthouding, bij de verschillende stemmin-
gen den uitslag1 beheerscht en is met be-
hulp der S. D. A. P. ook een der hunnen
gekozen.
NEDERLAND EN BELGIE.
De Independance haalt een artikel aan
van Louis Pierad in de „Revue de Ge
neve", onlangs verschenen in ahtwoord op
een artikel van Herman Robbers, en sluit
de aanhaling volgenderwijze
Men verzekert, dat Jaspar de onderhan-
deling met Nederland zal herwitten en, hij
zelf heeft het verklaard, het is waarschijn-
lijk, dat hij alles in het werk zal steilen
om te slagen.
Het gansche land drukt den wensch uit,
dat onze minister van Buiteniandsche za-
ken deze onderhandelingen tot een goed
einde zal brengen.
,,Moeten wij onze geouren toestemming
vragen om ons land te verlaten?" betitelt
de Nation Beige een artikel, waarin wordt
betoogd, dat na 1830 en wel van 1842 tot
1844, de gewapende Belgische schoener-
brik Louise Marie" regelmatige reizen
deed tu.sschen Antwerpen en de haven
Santa Thomas, lridien, besluit het blad,
de Schelde in 1843 vrij was voor de „Loui-
se Marie", moet zij dit nu nog wezen voor
onze onderzeeers en andere gewapende
boot en.
HET MINISTERIE VRAAGT ONTSLAG.
Biijkens de berichten heeft het ininis-
terie-Ruys de Beerenbrouck aan H. M.
de Roningin ontslag gevraagd en heeff
H. M. de Ministers verzocht tijdens de
crisis de loopende zaken af te aoen.
lets anders was, na het Kamervotum
over de legerwet wel met te wachten. De
toestand is, zooals wij reeds in ons vo-
rig numraer aanstipten, niet gemakkelijk.
Men zit nog ongeveer voor dezelfde moei-
iijkheden als in 1918, toen het na de ver-
kiezingen ook moeite gekost heeft om
een ministerie samen te steilen, ot liever
om een programma saam te steilen, waarop
door verschillende tracties kon worden
saamgewerkt en in de Kamer een meer-
derheid verkregen.
Bijzonder hecht is de meerderheid van
het ministerie niet geweest, getuige de
verschillende minister die reeds zijn heen-
gegaan, omdat zij voor hun voorstellen
geen voldoenden steun in de Staten-Gebe-
raai vonden, terwql met name de minister
van Financien is aangebieven, ondatiks de
nederlagen die hij in de Kamer Ieea en
die wellicht onder andere politieke ver-
houdingen toch minstens, een minister-cri
sis zouden hebben tengevolge gehad.
Ce staatsmachine is thans politiek vas.-
geloopen en het zal moeite kosten den
wagen weer aan het rollen te krijgen. Ver-
moedelijk is de eenige oplossing een za-
kenministerie, iets dat de politieke hoofd-
mannen uit den booze achten, al is het
ook, dat een zeer groote middens'tot in
ons volk, dat slechts noodgedrongen, in
de stembusdagen, aan politiek meedoet
zich meermalen atvraagt ot het niet ge-
wenschter ware dat de Staten-Generaal en
tenslotte ook al de mindere bestuurscol-
leges wat minder aan politiek deed en
meer zakelijk bleet. Een ministerie, zij
het dan ook een zakenministerie, dat een
goede regeling wist tot stand te brengen
in de financieele verhouding tusschen ge-
meente en rijk, zou, al was het dan ook
maar een „zaken"-kabinet, het land ten
goede kunnen komen.
Er wordt in het buitenland ook al aan-
dacht aan de crisis geschonken, althans
in Brussel schijnt men, in verbana met
de verhoudingen tusschen Nederland en
Belgie meuwsgierig te zijn, wie als mi
nister van Buiteniandsche Zaken den heer
Van Karnebeek zaf opvolgen.
Ondertusschen, zoover is het nog niet.
Wij voor ons vermoedcn, dat de dagen van
een ministerie-Ruys de Beerenbrouck nog
niet geteld zijn en dat dit zich, zij het
dan ook gereconstrueerd, door vervan-
ging van enkele der meest aangevochten
titularissen en met een ander programma,
wel opnieuw weer met het bestuur van
het s chip van staat zal belasten. Het vol-
gend jaar staan de verkiezingen voor de
deur en om voor een jaar in deze periode
nog een geheel stel meuwe ministers bij-
een te krijgen, vooral daar een programma
om op saam te werken en in de Kamer
een meerderheid te krijgen, zeer aan be-
denking onderhevig zal wei met ge-
lukken.
KOLENLEVERANTIES DOOR
NEDERLAND.
Naar uit Weenen wordt gemeld, zijn ge-
durende de laatste dagen groote contrac-
ten afgesloten voor de levering van steen-
kolen door Nederland aan de Oostenrijk-
sche regeering.
DE VERZEKERINGSBANK „KOSMOS"
TE ZEIST.
Surseance van betaling.
Naar de Tei. verneemt zal de Verzeke-
ringsbank „Kosmos" een aanvraag indie-
nen om onder beheer van een rechter-com-
missaris te worden gesteld ingevolge de
noodwet op het levensverzekeringsbedrijf
van 29 April 1921.
De wet van 29 April 1921 heeft de strek-
king van een soort surseance van betaling
voor de verzekering-maatschappijen. Er
wordt een rechter-commissaris benoemd,
die in vereeniging met een curatorium van
crediteuren nagaat, wat al ot niet oogen -
blikkelijk kan worden uitgekeerd. Het ge-
volg van toepassing der wet is, een voor-
loopige opschorting van de verplichting tot
betalen der vervallen uitkeeringen.
De rechter-commissaris gaat voorts na,
wat in het belang van de verzekerden, thans
het beste is.
De wet heeft haar oorsprong gevonden
in het streven om maatschappijen, die door
achteruitgang harer beleggingen zwak zijn
komen te staan, in het algemeen belang de
behulpzame hand te reiken.
Zij, gekleed in een roode rok met zwart
afgezet, die niet hooger dan haar knieen
reikte, een rood keurslijfje, laafe uitgesne-
den met een zwarten bolero, het hoofd
bedekt met een' kanten mautille, die met
een enormen kam was vastgestoken op de
zwarte krullende haren, trad op als Spaan-
sche danseres en begeleidde haar dans-
passen met het klapperen vah castagnetten.
De jongens zagen er sjofel uit; de een
droeg een guitaar, waarop hij tokkelde
als het meisjej danste, de andere had een
paar vieze poppen bij zich, die hij praten
liet en waarmee hij heele gesprekken voer-
de, want hij trad als buikspreker op.
Dat drietal zijn oude bekenden van ons,
die wij hier in een nieuwe gedaante aan-
treffen: de buikspreker is Fiti Vollard, het
meisje Catherine Pinchard en de guitaar-
speler haar broeder Sidore.
Het was van Fifi Vollard een brjutaal
stukje, zich weer in de femple-wijk te
vertoonen, den dag( na den moord, waar
in hij ook zijn rol gespeeld had, maar de
jongen rekende op zijn goed gestemte
en zijn weergalooze slimheid, doch, om
niet te veel aan het toeval over te la,ten,
had hij zich weer anders gekleed: hij
droeg een katoenen broek en buts met
groen en blauwe ruiten.
Trouwens, onder die kermisgangers
dacht niemand meer aan de ongelukkige
juffrouw Renault, die den vorigen dag
onder moordenaarshanden was gevallen.
Fifi had juist zijn kunst verricht, zijn
poppen laten praten, waarbij hij verschil
lende stemmen nabootste en het geluid
liet komen van welken kant hij maar wil-
de, uit de Iucht, van onder den grond,
tusschen het publiek vandaan, dat hij
daarbij telkens met zijn kwinkslagen aan
het lachen maakte.
Nu voerde Catherine haar Spaansche
dans uit, bij de guitaar-muziek van Sidore,
en Fifi ging met den hoed rond onder
de toeschouwers, die een wijden kring
om het drietal hadden gevormd.
Vooraan stond een torsch gebouwde
man, in groen laken pak, met een platte
pet op de kortgeknipte lichtblonde haren,
terwijl een voile, baard het ondergedeelte
van zijn gelaat bedekte.
Die man wekte de belangstelling op
van Fifi, want niet alleen vermoedde de
knaap onmiddellijk een vreemdeling in
hem, maar vooral- werd zijn aandacht ge-
trokken door den zwaren gouden horlo-
geketting, die op zijn vest hing, en de
ringen met diamanten, welke aan zijn vin-
gers schitterden.
Het scheen ook, dat de man ruim van
geld was voorzien, want hij liet in den
hoed van Fifi een 10-francsstuk vallen.
De buikspreker maakte een diepe bul
ging en zei:
„Mijn nederigen dank, milord."
De man begon te lachen.
„Ik ben geen Engelschman", zeide hi]
in zeer gebroken Fransch.
„Maar mijnheer is toch ook geen
Franschman," hernam Fifi, wiens oogen
onafgewend op den zwaren gouden hor-
logeketting en op de schitterende dia
manten waren gericht en die daarbij dacht:
„Wat 'n vette gans om te plukken, ik
DE TOESTAND.
Het is met de stemming onder de Engel
sche mijnwerkers gegaan, zooals reeds
Donderdag te voorzien was, schrijft de N.
R. Crt. Met een meerderheid die nog be-
langrijk grooter was daa de vereischte van
tweederden, is het vooistel van Ce mflu-
eigenaars verworpen. De verhouiing was,
geljjk gemeld is, 432,500 voor eD 183,800
tegen, oij 341,300 unthoadingen. Naar de
beteekenis van dit groote aamal onthoudin-
gen gist men ook in de Engelsche pers.
De Westminster Gazette merkte op, toen
de einduitslag nog met bekend, maar toch
reeds te voorspelien was: „OnveiuchilIig
of dit te wijten "is aan apathie of oeuheid,
het wpst op het bestaan van een ernstig
gebrek in de inwendige politiek van de
vakvereenigiug." Wij hebben reels laten
uiikomen, dac en waarom wjj de onder-
stellirg van het Engelsche draad ooze be-
richt. dat de onthouders eigtnlijk mannen
zpu, die aan het werk terug willtn keeren.
moeiljjk kunnen aanvsarden.
Het feit, dat op bjjna een millioen leden
een aantal, dat op bedenkelijke wijze
de helft nadert, van de voorstellen der
eigcnaars niet weten wil, wijst al op een
ernstige verdeeldheid van meeningen in het
mijnwerkersverbond. Wij hebben in den
loop van de ciicis reeds beleefd, dat er een
scheur in het Drievoudig Verbond van
mjjnwerkers, spoorwegarbeiders en traDS-
portarbeiders gekomen is, eD nu wordt ook
de eensgezindheid van de mjjnwerkersver-
eeniging zelve bedreigd.
Theoretisch gesprokeu, is de regeering
na dezen uitslag van de stemming gerech-
tigd haar aanbod van 10 millioen p.st. als
subsidie voor de slechtste loonen in te
trekken, omdat de termijn voor haar ulti
matum om is, maar een wijs beleid zou
dit niet zijn. De kosten waarop de strijd
in de kolennjjverhtid, ontketend door al
te plotselinge afschaffing van het regeerings-
toezicht, de schatkist totnogtoe is komen
te staan, zijn bekend en zg hebben aange-
toond, dat zij vele malen de 10 millioen
p.st. overtreflen. Eindelooze verlenging van
den str^d, door het wegtrekken van een
van de stutten van een regeling, zal veel
duurder komen. Misschien zou de regeering,
al krijgt haar gezag er een deuk door, dus
nog wel met zich laten praten.
De groote moeilijkheid is echter. hoe het
mogelijk zal zijn het aanbod van de eige-
naars zoodanig te verbeteren, dat het aan-
nemeljjk wordt voor het gros van de mijn
werkers of althans voor een minderheid
sterker dan een derde. De leiders van de
mijnwerkers zouden vandaag nog te Londen
bijeen bljjven voor nadere beraadslagingen.
Zy bleken echter bjj de stemming reeds
geen leiding te geven, doch zich te onthou-
den van elk advies op het stembiljet. Zal
hun leiding nu sterker zijn bij het ontwarren
van den knoop of moet men aannemen dat
eenzelfde scheur, als door het verbond van
de leden ook door zjjn hoofdbes:uur loopt
Te verwachten is, dat de mannen die
van den stilstand werkeljjk genoeg hebben,
langzamerhand weer in de mijnen zullen
afdalen. Wg vreezen echter dat hun
aantal voor de productie nauwelijks van
beteekenis zal zijn. Frankrijk produceerde
voor den oorlog 20 millioen ton kolen.
Dank z(j de energie en bekwaamheid van
zjjn ingenieurs is het dat land gelukt, van
de verwoesting zooveel te herstellen dat
zij weer een zesde bedraagt van de hoe-
veelheid van 1913. In Engeland is de
toestand nu zoo, dat binuenlandsche strjjd
tjjdelijk een niet geringere verwoesting in
de kolennjjverheid heeft aangericht dan de
buiteniandsche vjjand het in Frankrijk heeft
gedaan. Waarbjj te bedenken is, dat
Duitschland het Franscbe tekort aanvult,
terwijl in Engeland een groot gedeelte van
de industrie reeds door gebrek aan kolen
ontwricht is.
Bovendien is het conflict met de mijn
werkers nog maar een begin. Men zal
af moeten wachten, of de afschaffing van
het regeeriDgstoezicht op de spoorwegeu
zonder ongelukken afloopt, en hoe de strjjd
op het platteland met de veldarbeiders,
wier miuimum-loon door de aangekondigde
intrekking van de landbouwwet bedreigd
wordt, beslecht zal worden. Alles wat
extremistisch is, viseht in het vertroebelde
water eD onversehillig of men achter de
vele conflicten al of niet bolsjewistische
invloeden moet vermoeden, het effect blijft
hetzelfde. In een tjjd van financieele
moeilijkheden, die ieders inepanning voor
herstei zouden vergen, is de Engelsche
njjverheid zwaar getroffen en groeit hec
aantal werkloozen.
EEN NEGERKERK IN BRAND
GESTOKEN.
moet hem in handen van Galgenaas en
de bende spelen.1"
De vreemdeling antwoordde:
„Ik ben een Duitscher."
„Maar mijnheer ia zeker al laiig in Pa-
rijs, want u spreekt onze taal vloeiend,
met nog een klein vreemd accent, waaraan
ik hooren kon, dat u geen Franschman
was.
Het scheen dat de vreemdeling ook
smaak vond in het gezelschap van Fifi
Vollard, zonder te vermoeden, toe g^vaar-
lijk dit was, want hij zette het gesprek
voort.
„lk ben mtegendeel pas een paar dagen
in Parijs en vroeger nooit in Frankrijk
geweest.
De oogen van Fifi glinsterden.
Een vreemdeling, pas een paar dagen in
Parijs, dus geheel onjbekend in de stad en
die er waarschijnlijk! ook niemand kende,
dat was een zeer gemakkelijke prooi voor
de bende, van Galgenaas.
„Hoe is't mogelijk, dat u dan zoo goed
Fransch spreekt?" riep hij uit.
„Dat heb ik op de school al geleerd. Bij
ons in Duitschland leert men vreemde ta-
len."
„En bevalt het u goed in Parijs?"
„Een heel mooie stad, maar ik heb er
nog niet veel van gezien, ik weet den weg
niet."
„0wanneer ui de stad eens goed wil
zien, dan kan ik u den wegi wel wijzen,
want ik ben1 hier gewonnen en geho'nnen
en ken Parijs dus als mijn zakken,"
„Maar heb je daar dan den tijd voor? Je
moet toch buikspreken om den kost te ver-
dienen?"
„Och elk middel om den kost te verdie-
nen en als mijnheer mij een kleine vergoe-
Te Antreville (Staat Carolina) is door
ding geeft dan wil ik hem gaarne den weg
wijzen."
„Dat is goed," zei de Duitscher, ,,ga
mee naar die herberg daar, dan zullen we
er eens op ons gemak over praten."
„Tot uw dienst mijnheer, maar wil u dan
een oogenblik wachten, ik moet even mijn
kameraads waarschuwen dat ik morgen niet
met hen meega."
„Goed."
Fifi ging verder langs de toeschouwers
om geld op te halen en toen hij daarmee
gereed was, hield Catherine op met dan-
sen.
Hi] ging terug' naar Sidore, deelde de
ontvangst met hen en fluisterde hem ver-
volgens toe:
„Loop als de drommel naar den Gros
Caillon en zegj daar, dat ik hen wacht in
„De Grijnzende Aap". Ik heb een mooi
zaakje voor hen, dat vanavond opgeknapt
moet worden.
„Begrepen."
„Neem tegelijk de poppen mee, die ge
bruik ik vandaag niet meer."
Sidore rolde de poppen van Fifi 'in een
oude lap, nam ze onder zijn arm en ver-
wijderde zich snel, door Catherine gevolgd.
Fifi keerde terug naar den Duitscher, 1
die geduldig stond te wachten.
„Ziezoo, mijnheer", zeide hij, ,,nu ben
ik geheel tot uw dienst."
„Dan zullen we eerst een glaasje gaan
drinken", zeide de vreemdeling, „want je
keel zal wel droog zijn van al dat buik
spreken." 1
„Een glaasje komt nooit ongelegen."
De Duitscher trad met zijn nieuwen
vriend een cafe op den hoek van een zij-
straat, die op den boulevard du Temple
qitkwam, binnen en bestelde een flesch
een groote menigte personen een negerkerk
in brand ge3token. Men vermoedt, dat
het dezelfde menigte is, die gisterenavond
een aantal huizen van negers in vlammen
heeft doen opgaan. Een en ander is het
gevolg van den moord van een neger op
een 12-jarigen blanke.
TER NEUZEN, 20 JUNI 1921.
VOLKSCONCERT.
Ofschoon het weer niet uitlokkend was,
besloot het muziekgezelschap „De vereenig-
de werklieden" gisteravond het aangekon
digde concert in „De Buitensocieteit" te
laten doorgaan eh het had daarmede succes.
Het bleef droog en de avond werd ook zach-
ter, terwijl aan het concert een druk bezoek
ten deel viel. Hoewel aan het programma
nog een extra-nummer werd toegevoegd
was het einde naar veler zin te vroeg ge
komen.
HOTELHOUDERSBEDR1JF.
Door de afdeeling Zeeland van den Bond
van werkgevers in hotel, restaurant, cafe en
aanverwante bedrijven „Herecaf" is in de
17 dezer te Vlissingen gehouden vergad; -
ring het bestuur der afdeeling samengesteld
als volgt: voorzitter de heer Bindels, dir.-
gerant van het „Grand Hotel des Bains" te
Vlissingen, secretaris de heer H. Spinhof,
dir. van het Hotel des Pays-Bas" te Ter
Neuzen, penningmeester de heer P. Mulder.,
hotel- en cafe-restauranthouder te Middel-
burg.
SPOORWEGEN OP ZU1D-BEVELAND.
Aangezien de noodige bijdragen voor den
aanleg van de spoorwegen op Zuid-Beve-
land ten slotte zijn bijeengebracht, is aan
Gedep. Staten van Zeeland daarvan bericht
gezonden en is voldaan aan alle voorwaar-
den door dit college gesteld.
Woensdag 29 dezer zal in de vergadering
van aandeelhouders van de S. S. worden be-
handeld een voorstel tot het aangaan met
den Staat en de spoorwegmaatschappii
Zuid-Beveland, van een overeenkomst tot
exploitatie van de te bouwen spoorwegen.
TWEEDEN ZEEUWSCH-VLAAMSCHEN
LANDDAG TER BEHARTIGING VAN
DE GEESTELIJKE BELANGEN
ONZER M1L1TAIREN.
Zaterdag werd op de weide der hofstec'.e
van den heer H. de Regt, aan het Zwaantje
den aangekondigde tweeden Zeeuwsch-
Vlaamschen Landdag ter behartiging van
de geestelijke belangen onzer militairen ge
houden. Zij werd door vele honderaen be-
langstellenden van hier en uit de omgeving
bezocht. Jammer was het, dat de zon veel-
tijds schuil bleef achter de grijfce wolken,
die gestuwd door een kouden Noordenwind
kwamen overdrijven, waardoor het verblijf in
de weide minder aangenaam was.
Nadat des namiddags het muziekgezel
schap „De vereenigde werklieden" dat spe-
lhnde van de stad derwaarts was gewandelo
op het terrein was aangekomen, werd de
bijeenkomst geopend door het zingen v
Psalm 68 10, waarna Ds. Groeneveld het
gebed uitsprak en de aanwezigen v
komde, een kort woord wijdende aan he:
doel van dezen landdag en aantoonde da:
waar nog de noodzakelijkheid blijkt vn het
onderhouden van een leger. het noodzakelilk
is alle aandacht te wijden aan de geestelijke
belangen van den soldaat.
Dit werd vervolgens meer in het breede
aangetoond door Ds. H. jansen, legerpre-
dikant in algemeenen dienst. Op zeer popu
late wijze besprak deze het ,,voorheen en
thans" ten opzichte van de behandeling van
j en de meeningen over de soldaten. Hoe
deze e.en 75 jaar geleden werden beschouwd
als minderwaardigen, door velen werden
geschuwd, en hoe mili'air zijn en gods-
van den besten wijn.
Hi] betaaide dadelijk, met een biijet
van 1000 francs, dat hij uit zijn porte-
teuille haalde en Fiif zag, dat die porte-
feuille nog dik van bankpapier was, oat
hem deed trillen van vreugde bij de ge-
dachte aan den rijken buit die van den
onnoozelen vreemdeling te Behalen v:el.
„Een lekker wijntje", zeide Fifi, na
dat hij het glas, dat de Duitscher v?oor
hem had ingeschonken, met een teug le-
digde.
De vreemdeling nam slechts een klein
teugje van zijn glas en zeide:
,,'t Is tamelijk goed, maar het schijnt,
dat men te Parijs altijd wijn moet drin
ken en ik houd meer van bier."
„0, bier is hier ook wel te krijgen."
De Duitscher haalde minachtend de
schouders op.
,,'tMocht wat," zeide hij. ,,lk heb hier
een paar malen bier besteld, maar wat men
u hier als bier voorzet is eenvoudig bocht,
niet te drinken."
„Omdat u den, weg niet weet. Er zijn
te Parijs wel gelegenheden waar men goed
bier schenkt, docli slechts enkele en men
moet ze weten te vinden."
„Kan men hier bier krijgen, echt bier,
zooals bij ons in Duitschland?" riep de
vreemdeling verrukt uit.
„Echt Beiersch bier, direct uit Mun-
chen aangevoerd, zeker. Dat is echter
maar in een cafe in heel Parijs te krijgen."
„Daar moet je mij heen brengen."
„Vanavond, dan zal ik u kennis laten
maken met mijn moeder, mijn oom en nog
een paar vrienden, die komen daar iederen
avond en.... houdt u van kaartspelen?"
„Daar ben ik dol op."
(Wordt vervolgd).
ft ..■Mf---a, BMWrnlh'''YiTOiW1Wto>WaiM
CO U RANT.
ff—"fifi'iy" 1 i i> 'thr-rr-n-ifn-111 ■■nifTiliiiirwrMtil" .immj.ii
mi ii iiiiim^niiiii iii »i i<i ill II11 urn irn>> ii iwimi
,,r„c