Ingezonden Mededeelingen,
Hoogwatergetij te Ter Neuzen.
ZONNETIJD.
D A G E N.
Yoorm.
Nam,
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
ZoDdag
dag
16
17
18
19
20
21
22
Juni.
10.41
11.39
0.05
0.51
1.32
2.11
2.45
11.12
12 28
1.13
1.51
2.28
3 03
de heer Koole met 6 stemmen; op de heeren
Rodenhuis en Stolk zijn respectievelijk 3 en
stem uitgebracht.
5. Benoeming lid .van de Plaatselijke
Schoolcommisies, wegens het niet aanne
men der benoeining door den heer W
Dees Pzn.
•'urgemeester en Wethouders bevelen aan:
1. Stolk Lzn. J., 2. Wisse C. H. H.
Met 4 stemmen wordt benoemd de heer C
H. H. Wisse. De heer Stolk verkrijgt 3 stem-
men en 3 briefjes zijn bianco.
6. Benoeming 3 leden van het Burgerlijk
Armbestuur wegens periodieke aftreding
der heeren C. A. Wisse, C. H. H. Wisse
en S. Scheele.
F.urgcmeester en Wethouders bevelen aan:
vacature C. A. Wisse: 1. Wisse C. A.; 2
van Hoeve S.;
vacature C. H. H. Wisse: 1. Wisse C. H. H.;
2. Kaijser J. C.;
vacature S. Scheele; 1. Scheele S.; 2. Dekker
Anth. Fzn.
Herbenoemd worden de heeren S. Scheele
met 10 stemmen, C. H. H. Wisse met 8 stem-
men en C. A. Wisse met 7 stemmen; op de
heeren S. van Hoeve en J. C. Kaijser zijn 2
stemmen uitgebracht.
7, Benoeming klokluider.
Soilicitanten in aphabetische volgorde zijn:
Gijsb. Geelhoedt; J. J. van Langevelde; H.
J. Moens; A. C. Rouw en L. A. Verberkmoes.
T- heer VAN HOEVE vraagt, hoeveel de
jaarw-ede bedraagt en wat de werkzaamheden
van len klokluider zijn.
De VOORZITTER deelt mede, dat hij f 25
's jaars krijgt en de klok moet luiden in ge-
val van brand, bij het sluiten van de wegen
en in andere omstandigheden als zulks voor
de gemeente noodig is.
De heer VAN HOEVE vraagt, of het niet
wenschelijk zou zijn die functie te vereenigen
met die van gemeentebode. Deze is toch ook
altijd dadelijk bij de hand en als er brand is
in de gemeente moet de klokluider vermoede-
lijk toch op een andere plaats in de gemeente
dienst doen, zoodat zijn functie dan toch prac-
tisch door een ander moet worden verricht.
Hij zou ge^n benoeming willen doen en den
gemeentebode dat werk opdragen.
Dt VOORZITTER: Dat zal moeilijk gaan,
wij hebben een opraeping gedaan en er heb-
ben personen gesolliciteerd. Dat komt nu te
laat.
De heer VAN HOEVE: Dat zie ik niet in;
waarom zou het te laat zijn? Het is nu voor
het eerst, dat het in den raad komt. De ont-
slag-aanvraag is tusschen deze en de vorige
zitting ingekomen, dus konden wij er niet
vroeger over spreken.
De VOORZITTER: Wij hebben, volgens de
bestaande regeien, een oproeping' gedaan. Als
de raad het anders wil, ja, dan zal het anders
moeten.
De heer SCHEELE: Ik zie geen noodzaak
om verandering te brengen. Er is een oproe
ping gedaan en als de bode dat baantje had
willen hebben, had hij, evenals de anderen,
kunnen solliciteeren. Er zijn liefhebbers opge-
roepen en daaruit zou ik nu wenschen te be-
noemen.
De VOORZITTER is het er mede eens, dat
de gemeentebode ook had kunnen solliciteeren,
die zal de oproeping van soilicitanten toch ook
we! gelezen hebben.
A s hij eens vooruit gezegd had, dat hij het
graag wilde wezen, hadden Burg' <ester en
Wethouders daar rekening mede kunnen hou-
den.
De heer KAIJSER is ook niet voor afwij-
king van de oproeping.
r' VOORZITTER vraagt den heer Van Hoe
ve of hij zijn voorstel handhaaft.
De heer VAN HOEVE geeft te kennen, geen
bepaald voorstel te hebben gedaan; hij heeft
aljeen een bij hem gerezen denkbeeld in het
midden der vergadering gebracht. Daar hij
echter weinig sympathie daarvoor bemerkt
zal hij er niet verder op ingaan.
OORZITTER heeft anders geen bezwaar
de zaak nog eens aan te houden.
De heer WISSE is daar niet voor; de tijd
van solliciteeren is voorbij, ieder is daarvoor
in de gelegenheid geweest.
De heer DE KOEIJER ziet ook geen reden
tot verandering.
Alsnu wordt overgegaan tot stemming en
benoemd met 7 stemmen de heer A. C. Rouw:
op de heeren H. J. Moens, J. J. van Langevelde
en L. A. Verberkmoes is 1 stem uitgebracht.
Bij de tweede vrije stemming verkrijgen de
heeren Van Langevelde 5 stemmen, Geelhoedt
3 stemmen en Rouw en Moens ieder 1 stem.
Bij herstemming wordt alsnu benoemd de
heer Van Langevelde met 7 stemmen; de heer
Geelhoedt verkrijgt 3 stemmen.
9. Wijziging begrooting dienst 1920.
Burgemeester en Wethouders stellen voor de
begrooting dienst 1920, als volgt te wijzigen:
onder de inkomsten de volgende posten te
vermeerderen:
schoolgelden voor lager onderwijs f 200, 50
opcenten op de hoofdsom der personeele be-
lasting f 710,74, voorschot van het rijk voor
aankoop grand en den bouw van 12 arbeiders-
woningen f 6000, bijdrage van het rijk krach-
tens art. 48 der wet tot regelipg van het lager-
onderwijs 931,46%, totale vermeerdering
f 7842,20%;
onder de uitgaven te vermeerderen de vol
gende posten:
licht en brandstoffen f 3,50, drukwerk, aan
koop van gedrukte stukken enz. f 95,69, brief -
porten, vrachten, zegels en andere kleine uit
gaven f 60,94, kiezerslijsten enz. 10,76, kos
ten van politiemaatregelen f 6,75, kosten der
straatverlichting f 1,90, reinigingsdienst 4,50,
onderhoud van wegen en voetpaden f 41,65,
onderhoud van riolen, sloten, putten enz. f 5,25,
verbetering veerwegen aankoop grond
f 6231,94, stichting electrische centrale f 54,
jaarwedden der onderwijzers f 931,46%, in-
standhouden van schoollocalen en onderwijzers-
woningen f 1,aanschaffen en onderhouden
van schoolmeubelen f 24,55, verlichting, ver-
warming en schoonhouden der localen f 7,32%,
verpleging, overbrenging en geleide krankzin-
nigen enz. 283,75, restitutie van onderstand
f 60,59%, kosten werkeloosheidsbesluit f 17,92,
totale vermeerdering f 7842,20%.
Het voorstel wordt aangenomen met alge-
meene stemmen.
a.
b.
c.
d.
e.
f.
S*
h.
8. Benoeming grafdelver.
Soilicitanten zijn dezelfde personen als die
ve> neld onder punt 7.
De heer VAN HOEVE vraagt of de instruc
ts al is vastgesteld.
De VOORZITTER* deelt mede, dat dit nog
met is geschied. Burgemeester en Wethou
ders zijn wel bezig een andere te maken. Daar-
m zal worden omschreven, dat de grafdelver
alle graven, die verkocht zijn, ook door den
nieuwen grafdelver zullen moeten worden on
derhouden.
De heer VAN HOEVE: De benoeming ge-
schiedt dus op een nader vast te stellen ln-
structie
De VOORZITTER: Ja.
De heer KOOPMAN vraagt wat de Voor-
zitter met het onderhoud bedoelt.
De VOORZITTER wijst er op, dat het voor-
komt, dat gekochte graven minder goed onder
houden worden; Burgemeester en Wethouders
overwegen maatregelen om daarvoor aandrang
op de belanghebbenden uit te oefenen of, als
oeze het niet doen, dat onderhoud voor de ge
meente over te remen tegen betaling van een
zeker bedrag- Wanneer ze dit door andere
personen of lichamen willen laten doen. b. v.
door een kerkelijk bestuur, mogen ze dat blij-
ven doen, doch anders neemt de gemeente dat
voor een vast te stellen bedrag over en moet
de grafdelver er voor zorgen.
De heer SCHEELE: Maar als er dan zoo'n
wrjzigmg komt in de werkzaamheden, tegen-
over die van den afgetreden grafdelver, zal er
zeker ook wel een verandering moeten komen
m het tractement?
vi Als daaraan behoefte
blijkt. zullen we er in voorzien. Van het on
derhoud komt het geld dan ook in de gemeen-
tekas. Voor het oogenblik zal het echter mis-
i men nog niet zoo druk loopen, aangezien de
toude FUaassen nog verschillende graven, waar-
van hem zulks door belanghebbenden is opge-
dragen, wenscht te blijven onderhouden. We
kunnen het overigens wel afwachten, als het
meer moet zijn, zal de te benoemen grafdelver
ook wel zijn tijd weten om het te vragen.
De heer SCHEELE: Dus de benoeming ge-
dfTver'- °P het tractement van den ouden graf-
De heer WISSE: Is die verandering aan de
soilicitanten medegedeeld
De VOORZITTER: Ja, voor zoover ze 1
mil om inlichtingen hebben gevraagd; er zijn
ook wel soilicitanten die geen inlichtingen heb-
n gevraagd, maar die moeten het dan maar
nemen zooals het komt. Het komt mij voor,
oat men a!tijd goed doet om eerst inlichtingen
te vragen.
Tot stemming wordt overgegaan, waarbii
4 stemmen vynrden uitgebracht op den heer
vaHi* ngr^ 2 op ieder c,er heeren Geel-
noedt en Moens en 1 op de heeren Rouw en
V erkberkmoes
10. Vaststelling verordening op de keuring
van waren in de gemeente Zaamslag.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
vast te stellen de navolgende
VERORDENING op de keuring van waren
in de gemeente Z a am slag.
Artikel 1.
Deze verordening verstaat onder waren"
hetzelfde wat artikel 1 van de Warenwet,
Staatsblad 1919, no. 531, daaronder verstaat.
Met „verkoopen" wordt in deze verordening
gelijkgesteld:
het ten verkoop in voorraad hebben;
het afleveren;
het uitstallen;
het vervoeren;
het te koop of in rail aanbieden;
het uitdeelen;
het aanwezig hebben op markten;
het aanwezig hebben in winkels, wonin-
gen, bergplaatsen, fabrieken, stallen, voer- of
vaartuigen of op erven bij fabrikanten, koop-
lieden, winkeliers, slijters of venters in gebraik.
Het aanwezig hebben van waren in woningen
of stallen wordt met verkoopen niet gelijkge
steld voor zoover de onder letter h genoemde
personen aannemelijk kunnen maken, dat de
aanwezige waren uitsluitend bestemd zijn voor
eigen gebruik.
Artikel 2.
Het is verboden waren te verkoopen, die on-
deugdelijk van samenstelling zijn of die in
deugdelijken toestand verkeeren.
Artikel 3.
Het is verboden waren te koopen, die bij
gebruik overeenkomstig de bestemming voor
het leven of de gezondheid schadelijk zijn of
kunnen zijn.
Artikel 4.
Het is verboden, waren te verkoopen, die niet
voldoen aan de eischen, gesteld krachtens de
Warenwet, Staatsblad 1919, no. 581, met uit-
zondering van artikel 16 dezer wet.
Artikel 5.
Hij, die waren verkoopt of die voor het be-
reiden van waren grondstoffen bewerkt of ver-
werkt, is verplicht aan de ambtenaren bedoeld
m art. op aanvrage onmiddellijk die waren
en die grondstoffen alsmede de zelfstandighe-
den, voorwerpen of gereedschappen, die bij den
verkoop, de bereiding, vervaardiging, samen
stelling, verpakking, bewaring, behandeling of
het vervoer van waren gebruikt worden te ver-
toonen en desverlangd ter hand te stellen.
Artikel 6.
Overtreding van eenige bepaling van deze
verordening wordt gestraft met hechtenis van
ten hoogste zes maanrien of geldboete van ten
hoogste twee duizend gulden. De waren, met
betrekking waartoe de overtreding is begaan,
kunnen worden verbeurd verklaard.
Artikel 7.
Met het opsporen van overtredingen, bij
deze verordening strafbaar gesteld, zijn belast
de ambtenaren, bedoeld in artikel 18 der Wa
renwet, St. no. 581, behoudens de wijziging,
welke in de aanwijzing dier ambtenaren krach
tens art. 34, tweede lid, dier wet bij Koninklijk
besluit zullen worden gebracht.
Artikel 8.
Deze verordening kan worden aangehaald als
keunngsverordening voor de gemeente Zaam
slag.
Artikel 9.
Deze verordening treedt in werking met den
dag waarop de art. 6 en 7 der Warenwet van
kraeht zullen zijn met ingang van welken dag
zullen zijn ingetrokken alle verordeningen be-
treffende waren andere dan vleesch en vleesch-
waien, bedoeld in art. 1, sub 1. der Warenwet.
PeSCHEELE: Is het nu omschreven
dat alle levensbehoeften onder de keuring val-
len, zooals visch, melk enz.?
De VOORZITTER: Alle levensbehoeften val-
len er nu onder.
Dp heer SCHEELE: Is de visch, waarmede
hier wel eens geleurd wordt, ook gekeurd?
De VOORZITTER: Zeker, de veldwachter
vraagt naar hun briefje en ik doe het ook wel
eens.
De heer SCHEELE: En hoe staat het met
de melk?
De OORZITTER: Ja. we weten hoe dat
gaat in sommige gemeerten. Om een melk-
onderzoek in te stellen voigens de regeien der
kunst, is een centrifuge noc lig en die kost
tegenwoordig veel geld, waarom aanschaffing
nog niet heeft plaats gehad. Een melkweger
is, zobals de heeren weten, geen voldoende in
strument.
De heer SCHEELE: Ik zou voor de kosten
met teragdeinzen.
De VOORZITTER: Met een melkmeter is
geen goed resultaat te verkrijgen, omdat men
bii de koeien soms zeer uiteenloopende melk
vindt. Er kan een koe zijn, die dunne melk
welke daarom nog niet vervalscht is.
Wij zullen nog eens nauwkeurig onderzoeken
of we er wat op kunnen vinden.
De heer SCHEELE: Ik heb geen besehou-
wing gevraagd over de kwaliteiten van de melk
doch aangedrongen op een zekere mate van
toezicht. Als er toezicht wordt uitgeoefend
zullen de leveranciers allicht beter opnassen
wetendet dat ze ten alien tijde de leans beloo-
pen. dat er een monster zai worden genomen.
De kwaliteit van melk is nogal ruim eenomen,
doch we dienen te weten of de verkocht wor-
depde melk daaraan voldoet.
De VOORZITTER gelooft ook, dat, zoodra
■'-•3 en, dat aen onderzoek wordt ingesteld,
naar het leveren van goede melk zal gestreefd
worden. Hij gelooft ook, dat een onderzoek
behoort te geschieden. De melkleveranciers
gaan ook nog al eens over de tong. Als er
nu een onderzoek plaats heeft, kunnen we uit
het resultaat weten, hoe het met een en ander
staat.
De heer KOOPMAN vraagt, of er nu ook in
de verordening is opgenomen, dat het vleesch
van zieke beesten niet vervoerd mag worden,
b. v. van een paard, dat gestorven is na een
week of 5 medicijnen te hebben ingenomen.
v OORZITTER: Zeker, er mag geen stuk
vee, levend of dood, dat voor de consumptie
bestemd is, uit de gemeente, zonder dat het
gekeurd is.
De heer KOOPMAN: Maar als men dan zegt
dat het niet voor de consumptie bestemd is
De VOORZITTER: Als het niet gekeurd is
mag men het ook elders niet slachten.
De heer KOOPMAN: Het is dan toch weg
en men heeft er geen controle meer op. Laatst
had ik het er over met een paardenslachter er.
informeerde of deze nooit eens vroeg of de
dieren medicijnen hadden ingenomen. Hij ant
woordde daar nooit naar te vragen, wel naar
den prijs en de zwaarte.
De SECRETARIS licht den heer Koopman
in, dat het vleesch niet oncter deze verordening
is begrepen, omdat de Warenwet dat uitscha-
kelt. Er komt daarvoor een afzonderlijke
vleeschkeuringswet.
11. Verzoek van C. A. Wisse en H. M. de
Regt tot het aanleggen van c.n slraten-
plan.
Ingekomen zijn de navolgende verzoeken:
a. Ondergeteekenden Hermanus Marinus de
Regt en Cornelis Anthonie Wisse, beiden wo-
nende te Zaamslag nemen door dezen de vrijheid
het hierbijgaand bouwplan voor de daarop te
stichten woningen ter goedkeuring aan Uw col
lege aan te bieden.
Het terrein is gelegen, gemeente Zaamslag,
Axelsche straat, sectie F, deel en nommer 69
Het ligt in de bedoeiing, om voor de in het
midden van het terrein eventueel aan te leg-
gen weg voorloopig een uitweg van een en een
tweede Meter breed aan te brengen achter de
perceelen, zooals bij de tegenoverliggende wo
ningen van de Woningbouwvereeniging is aan-
gebracht.
b. Ondergeteekende Hermanus Marinus de
Regt en Cornelis Anthonie Wisse, beiden wo-
nende te Zaamslag, verzoeken door dezen be-
leefd het d.d. 21 Mei aan Uw college ter goed
keuring toegezonden bouwplan terug te zenden
en het hierbijgaand gewijzigd bouwplan op het
zelfde nummer, zijnde sectie F no. 697 aan
Uwe goedkeuring voor te leggen.
Zooals bij inzage van het hierbijgaand ge
wijzigd bouwplan Uw college blijken zal, is dit
meer in overeenstemming met de rooilijn enz.,
der woningen, gelegen aan de overzijde van
den weg n.l. de woningen van de Woningbouw
vereeniging.
Burgemeester en Wethouders:
gelet op artikel 1 der Bouwverordening;
overwegende, dat dit terrein niet aan den
openbaren weg is gelegen, maar dit is geschei-
den daarvan door sloot trambaan sloot,
en dus in tegenstelling met het terrein van de
Woningbouwvereeniging niet direct van den
openbaren weg toegankelijk is;
stellen voor de gevraagde vergunning te
t> verleenen onder de volgende voorwaarden:
1. dat alvorens met eenigen bouw mag
worden begonnen de aan te leggen weg ge-
merkt A worde verhard over zijne geheele
breedte t.w. in het midden ter breedte van 3
Meter met steenslag en macadam ter dikte van
15 c.M., met verharding van de zijkantwegen
met een laag van 5 c.M. fijne macadam.
2. dat hetzij voor de te bouwen perceelen,
hetzij achter de perceelen ter hoogte waar aan-
vragers aangeven „een gemeenschappelijke
doorgang met rioleering naar sloot" wortle
aangelegd perceelsgewijze telkens als zal wor
den gebouwd op de wijze als onder 1 vermeld
een weg worde aangelegd van 7 Meter en bo-
vendien worde behouden, hetzij voor of achter
naar gelang- van het leggen van dien weg een
doorgang zooals op het plan is aangegeven;
3. dat ten genoege van Burgemeester en
Wethouders achter de te bouwen huizen alvorens
met eenigen bouw worde aangevangen worde
aangebracht eene rioleering van 30 c.M. dia
meter met goot en om de 25 M. een zinkput
telkens als die breedte is bebouwd.
4. dat de weg gemerkt B worde aangelegd
op dezelfde wijze als onder 1 bepaald zoodra
de helft van het perceel is bebouwd.
De heer SCHEELE vraagt, of de toelichting,
die Burgemeester en Wethouders gegeven heb
ben, nu berust op de bepalingen der bouwver
ordening.
OORZITTER antwoordt bevestigend.
J louden kunnen eischen, dat de weg eerst
geheel werd aangelegd en verhard, doch meen-
den de verzoekers in zooverre tegemoet te kun
nen komen, door slechts te vorderen, dat de
sti aat, telkens als er een woning bijgebouwd
wordt, over die lengte zal worden verhard. Het
kan nog geraimen tijd duren eer die ontwor-
pen straat geheel zal bebouwd zijn en nu ach-
ten Burgemeester en Wethouders het nogal
bezwarend om daar in een stuk bouwland een
verharde straat aan te leggen, die er nog niet
noodig is, daar die grond zoolang nuttiger kan
worden aangewend. Worden er woningen ge
bouwd, dan moet de weg verhard worden zoo
ver als de woningen komen te staan.
Burgemeester en Wethouders achten in elk
geval een weg noodig, zooals in hun voorstel
aangegeven, ter breedte van 7 M., hetzij de
verzoekers die voor, hetzij ze die achter de
woningen willen aanleggen. Daar gaan ze niet
van af.
De heer KOOPMAN vraagt, of het bij d<
woningbouwvereeniging ook zoo is?
De VOORZITTER antwoordt ontkennerc-
daar is geen weg gemaakt. maar dat was oo"'
met noodig, omdat men daar van den public,
ken weg direct op het erf loopt. Daar tegen-
over legt evenwel eerst een sloot, dan de tram
baan en nog eens een sloot, zoodat daar be-
slist een weg moet gemaakt worden. Was er
voor ieder blokje van 6 woningen b. v. een
overweg over de trambaan, dan was het nog
te doen, maar nu zouden de woningen slechts
een uitweg krijgen, langs den heer Dees.
De heer KOOPMAN zou ook goede stekken
willen steken, maar wil toch ook bevorderen
dat er concurrence in bouwgrond komt; hij
vraagt of ze niet om de drie of vier woningen
een uitweg zouden kunnen geven en dan een
pad voor de woningen. Dat zou dan misschier
voordeeliger uitkomen, daar een weg den prils
van den grond nogal zal bezwaren.
De VOORZITTER: Dan moeten ze die over-
we^en aan de tram vragen!
Ze hebben er wel over gesproken, dat ze om
de 6 woningen voor een overweg zouden trach-
ten te zorgen, maar Burgemeester en Wethou
ders mogen hierin niet op bloote beloften af-
gaan.
De heer KOOPMAN: Neen, neen, we hebben
al leergeld genoeg betaald.
De heer DE KOEIJER: Als de huizen daar
gebouwd worden, worden dan de straten door
de gemeente overgenomen
De VOORZITTER: Ja, als de eigenaren d"'
verzoeken en de straten in orde zijn; we moe-
ten er voor zorgen, niet uit te varen zooaV
oil Nieuw Zaamslag.
De heer DE KOEIJER: Maar als wij die
straten moeten overnemen, zouden het wei kei-
wegen moeten zijn, want aan steenslagwegen is
veel onderhoud
De VOORZITTER: Die eisch vind ik nogal
sterk.
De heer DE KOEIJER: Ik zou geen wegen
willen overnemen, die niet bekeid zijn.
De VOORZITTER: Als we dat zouden vra
gen, snijden we de zaak af, want dat zou van
zeer beduidenden invloed zijn op de kosten van
den bouwgrond en hij meent, dat het niet bil-
lijk zou zijn, hier zwaardere eischen te stellen
dan in Nieuw Zaamsiag want het wordt een
weg als in een achterbuurt. Hij acht keien en
klinkers wel beter, maar het wordt veel te duur.
De heer DE KOEIJER: Maar aan macadam
heeft men altijd veel onderhoud en men meet
toch als gemeenteraad rekening houden met
het belang van de gemeente. Als het aanleg
gen der straat wat duurder komt, kan dit m-
op den grond verhaald worden.
De VOORZITTER: Burgemeester en Wet
houders zijn van meening, dat, ofschoon zi"
keien of klinkers ook veel beter vinden, zij den
eisch niet zoo hoog mogen stellen. Weliswaar
kunnen die kosten op den grond verhaald wor
den, doch die zal dan zoo duur worden, dat ze
onverkoopbaar wordt.
De heer DE KOEIJER: Daar hebben wij
als gemeenteraad, niet in de eerste plaats op
te letten. Het belang van de verkoopers brengt
mede, dat zij een zoo groot inogelijke winst
op den grond behalen, maar het belang der
gemeente is, dat de straat zoo wordt gemaakt
dat de gemeente er na de overname zoo wei
nig mogelijk onderhoudskosten aan besteden
moet.
De VOORZITTER: Als we dat eischen, ze
er daar niet meer gebouwd worden en het kan
toch de bedoeiing van den raad niet zijn, dat
onmogelijk te maken. Onze bedoeiing is toch:
de gemeente uit te breiden.
De heer SCHEELEIk gevoel veel voor het-
geen de heer De Koeijer opmerkt. Ik betwijfel
echter, of het wel mogelijk zal zijn thans
dat land een kei- of klnkerweg aan te leggen:
ik denk, dat die verzinken zou. Als een maca-
damweg goed wordt aangelegd, is die toch ook
wel voldoende.
De heer VAN HOEVE vraagt, of het de be
doeling is de bewoners een gemeenschappelij
ken overweg te geven over de trambaan. dan
weg langs de perceelen.
De OORZITTER: De uitweg zou voor alle
komen langs den weg aangeduid met letter A
en de rioleering zou komen aan de achterzijde
m het verlengde van de perceelen, ter plaatse
waar de door ons geeischte weg moet komen
De heer DE FEIJTER: Wij achten een weg*
van 7 M. breed noodig, omdat de toekomstisre
bewoners anders geen voldoenden uitweg heb
ben naar den weg.
De heer WISSE merkt op, dat hij wel be-
langhebbende is, maar hij zit hier toch als 1
van den gemeenteraad, en wil daarom op en-
kele punten wijzen. De eigenaars hebben niet
vermoed, dat Burgemeester en Wethouders zul-
ke zware eischen zouden stellen. Zij willen ook
wel een weg leggen, doch later als de straat
volgebouwd is. Zij meenen, dat voorloopig we'
met een pad van 21/, M. voor uitweg der be
woners kan worden volstaan. Als de gemeen
teraad den grond te duur maakt, kan die niet
meer worden verkocht, doch anders is er veel
kans, dat er zal gebouwd worden, omdat de
prijzen der materialen, die der steenen, enz.
dalende zijn. Stelt de gemeente de eischen voor
het aanleggen van de straat te hoog, dan zien
de eigenaars daarvan af.
De heer De FEIJTERMaar de bouwveror-
lening legt ons den plicht op, dien eisch
stellen, daar er niet aan een onverharden weg
mag gebouwd worden.
De heer WISSE: ziet niet de noodzakelijk-
heid in, dat die weg nu reeds wordt aangeR
als de bewoner een pad krijgen
De heer DE FEIJTER: Dat kan alleen die
nen voor de bewoners van de eerste huizen,
maar als er geen weg komt langs waar de wo-
nmgen ook met een voertuig bereikbaar zijn.
moeten de bewoners wat daarmede voor hen
wordt aangebracht, te ver dragen.
wPe WISSE merkt op, dat de timmerman
lsLse °P Nieuw Zaamslag 4 huizen gebouwd
heeft aan den weg naar P. de Vos en daar Is
met over verharden gesproken.
De heer KAIJSER: Toen waren de menschen
nog zoo conservatief.
De heer WISSE: Maar ze zi.jn op de enkele
jaren toch niet zooveel vooraitstrevender ge
worden.
De VOORZITTER: Toen bestond er nog geen
bouwverordening.
De heer WISSE meent, dat die toen wel de-
gelijk bestond. Evenwel, de raad moet weten
wat hij doen wil. Doch wil hij in de gelegen
heid stellen om te bouwen, dan zal hij d°
eischen voor het in orde maken van den bouw
grond, moeten matigen. Er zijn over Nieuw
Zaamslag -ook al heel wat woorden vuil ge
maakt. Maar hij herinnert er aan, dat, toen
hij en anderen er aan begonnen zijn om daar
bouwgrond te exploiteeren, zij werden uit°e-
iachen en gezegd werd, dat er niets van ko
men zou. Er zijn evenwel woningen gebouwd
De timmerl leden en metselaars hebben daar!
aan een stuk brood verdiend en de menschen
die er wonen, dragen toch ook hunne belas-
tingen bij.
De OORZITTER mei'kt op, dat de gemeen
teraad toch geen lagere eischen kan stellen
omdat de heer Wisse en zijn mede-eigenaar
van den grand meer winst zouden kunnen ma-
ken.
Tegen aambeien, 5
droge of bloedende, vende men Foster's Zalf
aan. deze doet de jeuk en pijn onmiddellijk
bedaren, en heeft een bijzonder heelende wer
king. Prijs 1.75 per doos, alom verkrijgbaar.
of verharding te zorgen. We mogen het heft
niet uit handen geven en als er geen bestra-
ting is, geven we geen bouwvergunning. Als
we het toestonden, zouden er nog erger toe-
standen ontstaan als het op Nieuw Zaamslag
geweest is.
De heer DE JONGE acht macadamwegen
niet zoo verwerpelijk. Nieuw Zaamslag ligt
prachtig.
De VOORZITTER: Daarom hebben wij een
weg gevraagd, ter breedte van 3 M. verhard
met macadam en met verharding der zijkan-
ten. Zij kunnen dien weg dan aan den voor-
of aan den achterkant maken naar believen.
De heer VAN HOEVE vraagt, of de eischen
door Burgemeester en Wethouders gesteld,
overeenkomen met die door de bouwverorde
ning voorgeschreven.
De heer DE FEIJTER: Ongeveer.
De SECRETARIS: Volgens de bouwverorde
ning moet elken weg 7 M. breed zijn.
De heer VAN HOEVE: Dus minder mag niet?
De VOORZITTER: We hebben gevraagd een
verharden weg van 3 M. breed, met zijpaden
en de verharding aan te brengen telkens als
er verder gebouwd wordt. Minder kunnen we
niet gaan. We zouden kunnen eischen, dat de
weg terstond over de voile 100 M. lengte werd
verhard, maar vinden dien eisch te hoog.
De heer VAJN HOEVE: De afstand van over
weg tot overweg is dus 100 M. Ik ben echter
van meening, dat de weg zou moeten liggen
voor de woningen en niet er achter. We krij
gen dan later voor een tweede complex wo
ningen weer een straat van 7 M. breed.
De VOORZITTER betoogt, dat er voor de
bewoners een voordeel in gelegen is, dat de
weg aan de achterzijde komt, aangezien ze de
voorraden van aardappelen, kolen e. d. toch
liefst langs achter binnen brengen, waar de
bergplaatsen gemaakt worden.
De heer VAN HOEVE wij dat niet heelemaal
ontkennen, maar wijst er op, dat de practijk
toch leert, dat men een woning met den voor-
gevel aan den weg bouwt en niet met den ach-
tergevel. Het zou misschien ook mooier zijn.
als ze overweg konden krijgen over de tram
baan, als de trambaan bij den weg getrokken
werd en daar straatspoor werd aangelegd, dan
zou men, als de sloten gedempt worden een
mooie, breede Axelsche straat krijgen. De
vraag is echter: zal de tram dat doen?
De VOORZITTER geeft te kennen, dat Bur
gemeester en Wethouders daarover ook wel
gedacht hebben en daarom de aanvragers heb
ben vrijgelaten, of ze de straat voor of achter
de woningen willen aanleggen.
De heer DE JONGE acht het een voordeel.
dat de straat achter de woningen komt, om
dat die dan misschien ook zou kunnen dienen
voor een volgende rei woningen.
De VOORZITTER is het daarmede eens. Hij
herhaalt voorts, dat Burgemeester en Wethou
ders zoo tegemoetkomend jegens de verzoekers
willen zijn als mogelijk is, daar er uit voort-
vloeit, dat feitelijk slechts met het verharden
van den weg moet worden begonnen als er
bouwgrond verkocht is en dat deze eisch dui
niet te zwaar kan genoemd worden.
De heer VAN HOEVE: Maar dan is de grond
al van eigenaar veranderd en zou het kunnen
voorkomen, dat men eigenlijk den kooper van
den grond daarvoor moet aanspreken. Hoe dan
als men den weg niet verhard
De VOORZITTER: Dan geven wij geen ver
gunning tot bouwen, omdat alleen aan een ver
harden weg mag gebouwd worden.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt aangenomen met 7 tegen 2 stem-
men.
Voor stemmen de heeren De Visser, De Feij-
ter, Scheele, Kaijser, De Jonge, Faas en Koop
man; tegen stemmen de heeren Van Hoeve en
De Koeijer.
De heer Wisse onthield zich, als belangheb-
bende, van stemming.
12.
Rekening
1920.
levensmiddelenbedrijf over
^_De heer WISSE: Dat is ook de bedoeiing
De VOO IZITTER: Als de onkosten grooter
worden, moet de grond iets duurder verkocht
wo) den en worden ook de gebouwen iets duur
der Burgemeester en Wethouders hebben ech
ter tot taak, dat er een behoorlijk gewaarborg-
den toestand ontstaat, opdat later niet de tus-
schenkomst der gemeente kan worden ingeroe-
pen, om lets op te ruimen, dat eigenlijk on-
houdbaar is. f
,.Dp 'if1' merkt OP- dat de weduwe
De Putter, H. Wisse en De Vries ook maar
een uitweg van 1M. hebben. Waarom wordt
net nu hier breeder gevraagd
De OORZITTER: Die komen terstond uit
aan de Ter Neuzensche straat
De heer WISSE: Het trottoir, dat wij wil-
len maken is voor uitweg ook voldoende.
De heer KAIJSER: De bouwverordenin"- v°r
biedt om dat toe te staan.
P.f ^pOR^ITTER: Het is ook een groot vw-
schil of het voor veel woningen is, of maar
voor enkele.
De heer WISSE: Ik heb er over gezegd, wat
ik meende in het licht te moeten stellen en za!
er nu verder over zwijgen.
De heer DE JONGE meent, dat het toch de
bedoeiing is aan den voorkant een gezamenlijk
pad te geven en dan aan de achterzijde no
een weg ter breedte van 7 M.
De heer WISSE: Ja, als de straat genoeg-
zaam bebouwd is.
De heer DE FEIJTER: We zijn zeker billijk
geweest met onzen eisch, want andere gemeen-
ten eischen, dat de straat eerst geheel wordt
aangelegd eer er mag gebouwd worden We
hebben reeds getracht de verzoekers ter' wille
te zijn.
h,eer. SCHEELE: Je kunt de menschen
toch ook met tegen de trambaan laten bouwen
De heer WISSE: We hebben bezwaar om
1 aterS doen tS leggen; we wi,1en dat
De VOORZITTER: Dat kan niet worden toe-
V, aanier foet fen sti,aat S'eiegd worden al- Maandag
,ft gebouwd wordt, want anders hebben Dinsdat?
we latei geen zeggmgsschap meer en komen I w f
rja m-mschen aanvragen rc e»A i-Woensdi
Aangeboden wordt de rekening van het le
vensmiddelenbedrijf over 1920, welke wordt
gesteld in handen der commissie voor het na-
zien der gemeente- en andere rekeningen. voor
het uitbrengen van rapport.
Deze commissie bestaat uit de heeren Van
Hoeve, Koopman en Scheele. Eerstgenoemde
moet, volgens rooster, aftreden en vervangen
worden door een ander lid.
De VOORZITTER verzoekt over te gaan tot
stemming.
Uitgebracht worden op de heeren De Jonge
5 stemmen, De Koeijer 2 stemmen, Faas 2
stemmen en Kaijser 1 stem.
Bij de tweede vrije stemming zijn uitgebracht
op de heeren De Jonge 5, De Koeijer 3 en Kai?-
ser 2 stemmen.
Bij de nu volgende herstemming wordt de
heer De Koeijer benoemd met 5 stemmen en
verkrijgt de heer De Jonge 3 stemmen.
13. Suppletoir kohier van het schoolgeld
voor 1921.
Het suppletoir kohier der schoolgelden voor
het jaar 1921 wordt, overeenkomstig het voor
stel van Burgemeester en Wethouders. vastge
steld op een bedrag van f 16,80.
14. Omvraag.
De heer SCHEELE klaagt, dat het zoolang
duurt eer de raadsleden de notulen thuis ge-
zonden krijgen, daardoor is men het in de
vergadering voorgevallene wel eenigszins ver-
geten en is de inhoud niet zoo gemakkelijk
meer te controleeren.
De VOORZITTER verwacht, dat de drukker
met deze opmerking wel rekening zal houden
Vermoedelijk is drukte van het uitstel wel
oorzaak, want men kan het in de courant zien.
dat tegenwoordig groote verslagen verwerkt
moeten worden.
15. Vaststellen suppletoir kohier van den
hoofdelijken omslag voor 1921.
De OORZITTER schorst de openbare ver
gadering, die overgaat in eene met gesloten
deuren, tot het bespreken van het suppletoir
kohier van den hoofdelijken omslag voor 1921.
Na het weder openbaar worden der verga
dering wordt het kohier met algemeene stem-
men vastgesteld.
De vergadering wordt door den Voorzitter
met het uitspreken van het dankgebed geslo
ten.