Hrogwatergetij te Ter Neuzen, ZONNETIJD. DAGEN. Voorm. Nam Donderdag 12 Mei. 4.27 4.5B Vrjjdag IB H 5.19 5.48 Zaterdag 14 6.20 6.53T Zondag 15 7.30 8.09 Maandag 16 8.50 9.29 Dinsdag 17 10.05 1039 Woensdag 18 11.10 11 37 d. voor een g-unstige beschikking, op grand •der aigemeene politieverordening genomen, f 0,25 voor elke andere gunstige beschikking p« bladzijde 0,20; e. voor eene verklaring van gegoedheid, voer een bewijs van Nederlanderschap, een cer- tiiicaat van oorsprong, of voor eenige andere verklaring tot welke afgifte op aanvrage van particulieren het gemeentebestuur of Burge meester bevoeg'd is 0,25; f. voor het legaliseeren van een handtee- keaaing f 0,15; g. voor een niet onderteekend bewijs van inschrijving in de registers van den Burger- iijken Stand, behalve wanneer het wordt afge- geven bij de aangifte van geboorte en zonder gelijktijdige inschrijving in het zoogenaamd familieboekje f 0,10. h. voor het behulpzaam zijn bij nasporingen in :ie. dubbelen der leggers en plans van het kaoaster, voor elk perceel 0,10; voor het doen van nasporingen in en het verstrekken van inlichtingen uit de registers dsr bevolking en den Burgerlijken Stand, ten behoeve van particulieren, voor elke naam of ©Ike zaak, waaromtrent nasporing of inlichting wovdt verlangd f 0,10; j. het doen van nasporingen in de oude registers of stukken van het archief voor eene nasporing f 0,50; k, een arbeidskaart f 0,10. Artikel 2. Green secretarie-leges wordt geheven voor: i... Stukken of nasporingen, ten behoeve van onvermogenden in hun persoonlijk belang, in- dien dat onvermogen wordt bewezen door een veridaring, afgegeven door den Burgemeester hurmer woonplaats; ronder zijn niet begrepen de stukken be- doeld in art. 1 sub g en de nasporingen bedoeld in art. 1 sub i en j; b. Attestation de vita tot het ontvangen vai. lijfrenten, pensioenen, gagementen, wacht- geldnn, of riddersoldijen; c. Stukken, welke ambtshalve ter voldoe- ning aan wettelijke of administratieve voor- sckriften moeten worden afgegeven; dl. Beschikkingen op verzoekschriften om ontheffing of teruggaaf van plaatselijke be- lastingen; e. Stukken benoodigd voor vrijwillige mi litate dienstneming, tenzij die moeten dienen vooi de toelating tot eenige inriehting van on- derwijis, waar men wordt opgeleid tot officier bij de land- of de zeemacht; f. Nasporingen, bedoeld in art. 1 lett. j in- dien zij geschieden uitsluitend voor een weten- schappelijk doel en met vergunning van Bur gemeester en Wethouders en door den aan wager zelf. Artikel 3. Deze verordening treedt in werking met ln- g«ng van den dag, volgende op dien, waarop de Koninklijke goedkeuring zal zijn verkregen, op welke datum de vorige vergadering van den 24 -jahuari 1911, goedgekeurd bij Kon. Besluit vax 27 Maart 1911, no. 16 vervalt. De verordening wordt met aigemeene stem- me>» vaStgesteld evenals die op de invordering dier belasting. 11. Vaststelling verordening op de hefting van rechten wegens verrichtingen van den ambtenaar van den burgerlijken stand. wurgemeester en Wethouders stellen voor, vasi ue stellen de volgende v'ERORDENING op de heffing van recli- ten, wegens verrichtingen van den ambtenaar van den iJ urgerlyken Stand, ingevolge art. 5 der Wet van 23 April 1870 (Staatsbmd No. 72) in de gemeente Axel. Artikel 1. Zen behoeve van de gemeente Axel zullen voor de voftrekking van een huwelijk op een anderen dag en uur dan die daarvoor, inge- roige art. 5 der Wet van 23 April 1879 (Stbl. No. 72) door den ambtenaar van den Burger lijken Stand zijn aangewezen, de volgende rechten worden geheven: 1. voor huwelijksvoltrekking in het ge- meentehuis op anderen tijd dan de dag en uren, ingevolge art. 4 der Wet van 23 April 1879 (Staatsblad No. 72) voor de kostelooze voltrek- king, door den ambtenaar van den Burgerlijken Stand bepaald op Donderdag van 's morgens 810 uur en des iniddags van 24 uur een be- drag van 5. 2. Op Maandag en Zaterdag f 7,50. 3. Op Dinsdag, Woensdag en Vrijdag 10, en wel op de uren van 810 en van 24. 3. Voor het voltrekken, van een huwelijk builen het gemeentehuis wdrdt een bedrag van 26 in rekening gebracht, tenzij het onver mogen van partijen mocht blijken uit een ver klaring van den Burgemeester hunner woon plaats. Artikel 2. Deze verordening treedt in werking met in- gang van den dag, volgende op dien, waarop ue Koninklijke goedkeuring zal zijn verkre gen, op welken datum de vorige verordening van den 17 Juli 1900 vervalt. Deze verordening wordt aangenomen met aigemeene stemmen. 12. Vaststelling verordening op de invorde- ring der rechten voor de verrichtingen van den ambtenaar van den Burger, lijken Stand. Burgemeester en Wethouders stellen voor, vast te stellen eene verordening op de invorde- l'ing der rechten wegens verrichtingen van den ambtenaar van den Burgerlijken Stand, geiijktijdig in werking tredende met de hederi vastgestelde verordening tot heffing dier rechten. Deze verordening wordt aangenomen met aigemeene stemmen. 13. Vaststelling verordening op de heffing van rechten voor het plaatsen van kra- nien etc. op gemeentegrond. Burgemeester en Wethouders stellen voor, vast te stellen de volgende VERORDENING op de heffing van gel- den van banken of staanplaatsen in hallen, op markten en dergelijke open- bare plaatsen in de gemeente Axel. Artikel 1. Ten behoeve der gemeente zullen voor het plaatsen van banken of staanplaatsen in hal- ien, op markten en dergelijke openbare plaat sen, gedurende de kermis of andere festivitei- ten, de navolgende rechten worden geheven: a. voor elke gelegenheid, waar waren, on- verschillig van welken aard, ten verkoop wor den aangeboden per M2. f 0,50, gedeelte van een M2. worden voor een geheel gerekend. b. voor elke vermakelijkheid per M2. f 1 met een minimum bedrag van minder dar f 5 voor een inriehting met een opper- viakte van 5 M2. en 10 voor een inriehting met een oppervlakte van 5 M2. en meer. Artikel 2. Deze verordening treedt in werking met in- gang van den dag, volgende op dien, waarop de Koninklijke goedkeuring zal zijn verkre op welken datum de vorige verordening van den 11 Juli 1900, Ivoninklijk goedgekeurd bi besluit van 31 October 1900, No. 57. De heer KOSTER zou menschen uit de ge meente willen vrijstellen. De VOORZITTER: Dat zal, naar ik geloof met goedgekeurd worden door Gedeputeerde Staten. De heer KOSTER deelt mede. dat het bij de cbmmissie van de gemeenterekening die deze heffing ter sprake* bracht, de bedoeling was, door het iieffen van staangeld, van de men schen uit den vreemd. wat terug te krijgen van het geld dat ze hier weghalen, maar niet om menschen uit de gemeente, die met een snoeptafeltje ter markt komen, te belasten. De heer DE KRAKER: Dan gaan ze bij Koole op de stoep staan en dan behoeven ze ook niets te betalen. De VOORZITTER: Deze heffing moet Ko- ninklijk goedgekeurd worden en als er bepa- lingen in voorkomen die niet in overeenstem- ming zijn met de wet wordt deze niet goed gekeurd. De heer OGGEL vreest, dat, als zoo'n be paling werd opgenomen, deze aanleiding zou geven tot veel ontduiking. De heer WEIJNS wijst er op, dat men ook met wagens en karren naar de markt komt die ook heel wat plaats in beslag nemen, daar zou ook voor moeten betaald worden. De VOORZITTER: Die vallen ook onder de bepalingen der verordening. De heer WEIJNS is ook van meening, dat de groote wagens van de kermisinrichtingen niet op de Markt thuishooren; die nemen heel wat plaats in en zouden voor het aanzicht der markt beter elders geborgen kunnen worden. De VOORZITTER: Die worden ook alleen maar toegelaten voor zoover er plaats op de Markt overblijft. De heer BAERT: Voor een schiettent moot nu toch ook staangeld betaald worden? De VOORZITTER: Zeker! De verordening wordt vastgesteld met aige meene stemmen. 14. Vaststelling van de verordening op dc Lnvordering van staangelden. Burgemeester en Wethouders stellen voor, vast te stellen eene verordening op de invor- dering van gelden van banken, of staanplaat sen in hallen, op markten en dergelijke open- bare plaatsen in de gemeente Axel, in werking tredende geiijktijdig met de heden vastgestelde verordening op de heffing dier rechten. Met* aigemeene stemmen wordt het voor- gestelde concept aangenomen. 15. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders om geen marktgelden te heffen van tijdens de jaarmarkt aangevoerd vee. De VOORZITTER geeft ta kennen, dat Bur gemeester en Wethouders van meening zijn, dat het heffen van een recht van het op de veemarkt aangevoerde vee, niet bevorderlijk zal zijn aan het bezoek der markt en stellen daarom voor, daarvan geen rechten te heffen. De markt gaat toch al niet te best. De heer KRUIJSSE dacht, dat we hier een nogal bloeiende veemarkt hadden en meent, dat men toch voor dat beetje staangeld niet zai laten om met een beest naar de markt te komen. De heer OGGEL noemt dit iets anders dan bij de kermissen. Dan treft men met het hef fen van een recht vreemden, maar naar de markt komen een groot aantal ingezetenen. De heer KRUIJSSE wijst er op, dat toch de bedoeling heeft voorgezeten om hieruit ook een bate te krijgen voor de gemeentekas. De VOORZITTER noemt dat standpunt onjuist; volgens de Gemeentewet mag de ge meente daarop geen winst maken. De heer DIELEMANMaar de gemeente behoeft er ook geen nadeel van te hebben. De onkosten dienen te worden betaald door de- genen die het gebruiken en er profijt van heb ben. Men komt met zijn vee naar de markt om propaganda te maken voor z'n stal paarden ol koeien of wel om de dieren duurder te kunnen verkoopen dan op den stal het gevai is en ais er nu een billijke prijs voor het aangevoerde vee wordt betaald komt de gemeente uit de kosten. Spreker zou evenwel aileen voor koeien en paarden laten betalen, niet voor de categorie klein vee, zooals de geiten, die zou hij willen vrij laten. De heer BAERT sluit zich aan bij de woor- den van den heer Kruijsse en die van den heer Dieleman. De gemeente maakt er kosten voor, het is billijk, dat die worden vergoed. De heer DE FEIJTER meent, dat men hier de paarden achter den wagen spant. Verschil- lende gemeenten verleenen aan de veemarkt subsidie, om die tot meerderen bloei te bren- gen en hier gaat men er geld van vragen. Dat is wel een schrille tegenstelling Het gaat hier niet om de hoegrootheid van het bedrag maar ter wille van het beginsel en hij zou het heffen van rechten betreuren, te meer waar het hier een categorie ingezetenen betreft, de buiten- menschen, die in alles de uitgaven der ge meente flink helpen steunen, doch in verschil- lend opzicht niet van de voordeelen en gemak- ken kunnen genieten die het wonen in de kom der gemeente biedt. De heer DIELEMAN acht het hier in geen enkel opzicht paarden achter den wagen span- nen. Hij meent, dat er volstrekt geen bezwaar of onrecht in schuilt als lemand die voor zijn voordeel met een paard of koe naar de markt komt, ter vergoeding- van de onkosten der ge meente een kleinigheid betaald. Wat kan het uitmaken, of er voor een paard f 1 betaald wordt en voor een koe 0,50 Het overige zou hij maar vrij willen laten. De heer KOSTER wijst er op, dat dan de driejarigen, tweejarigen en mindere runders vrij zouden zijn. Melkkoeien komen er niet zooveel. Dan zou het marktgeld maar door en- kele categorien worden gedrag'en. De heer DIELEMANDat zou ik juist doen, omdat we geen te groote opbreogst zoS den krijgen. De heer OGGEL wijst op de reclame die de landbouwers maken, ook in het belang der ge meente en der omgeving. Hij zou er nu maar overheen willen stappen en van gemeentewege het offer aan den landbouw willen brengen, om geen rechten te heffen. Hij zegt dit ook met inachtneming van het betoog van den heer De Feijter. De heer WEIJNS zou het ook vreemd ach- ten, dat men, eenerzijds premies uitlovende zou trachten op een andere manier die kosten weer zou trachten te verhalen op de menschen die men met die premies of medailles wil lokken. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders om g-aen rechten te heffen wordt aange nomen met 8 tegen 2 ste. ion. Voor stemmen de heeren Oggel, Van de Bilt, Kruijsse, De Feijter, Koster, Weijns, De Kraker en Dekker: tegen stemmen de heeren Dieleman en Baerl.. De heer KRUIJSSE bemerkt, dat het meer deren bevreemdt, dat hy voor het voorstel heeft gestemd. Hij deelt mede, dat de discussie hem van inzicht heeft doen veranderen. Hij vindt het inderdaad een vreemd stanpunt, dat men eenerzijds steunt door subsidie en langs een anderen weg weer zou trachten van de mnrkt inkomsten te krijgen. Wegens die tegen- strijdigheid stemde hij voor. 16. Wijziging van het Reglement voor het Burgerlijk Armbestuur. De heer DE FEIJTER deelt mede, dat he Burgerlijk Armbestuur artikel 1 van het reg lement vim orde gaame veranderd zou wen schen te zien. Er is thans bepaald, dat bij eene vacature eene aanbeveling wordt opgemaakt door Burgemeester en Wethouders, het arm bestuur gehoord. Zoo'n bepaling beteekent niets, lietgeen ook al eens gebleken is, toen Burgemeester en Wethouders personen aan- bevalen geheel buiten de candidaten van het Burgerlijk Armbestuur. Het Armbestuur wenscht dus een van tweeen, of de bepaling wordt zoodanig veranderd, dat het Armbestuur zelf de aanbeveling inzendt of wel die woorden betreffende het hooren van het Armbestuur gaan er uit, en dan heeft het er niets meer mee te maken. Zooals het nu is, beteekent het niets en het kan aanleiding geven tot onaange- name verhoudingen, hetgeen vanzelf volgt, als een candidaat, die men gaame in het college zou hebben, geheel wordt gepasseerd. De heer KRUIJSSE noemt het een verkeerd beginsel, dat een college zelf de candidaten noemt en op die wijze zichzelf aanvult. De heer OGGEL acht beter de bepaling te houden zooals die nu staat, dan moet het Arm bestuur in elk geval over een candidaatstelling gehoord wordem. Het zal toch niet altijd voor komen, dat buiten zijn voordracht gegaan wordt De VOORZITTER merkt op dat, indien he': Armbestuur nu zou kunnen aantoonen, dat een door Burgemeester en Wethouders aanbevolen candidaat inderdaad niet geschikt is, het daar op toch zou kunnen wijzen. Dan zullen Burge meester en Wethouders daarmede toch wel rekening houden. De heer DE FEIJTER: De practijk heeft het anders geleerd. De heer KRUIJSSE: Dan kunnen ze niet beter doen dan collectief hun ontsiag nemen. Het is niet behoorlijk. dat ze hun college zelf aanvullen. De heer DE FEIJTER: Daar is wel wat voor te zeggen, maar dan moet de raadpleging van het burgerlijk armbestuur er ook uit, dan hebben ze geen aanleiding meer am zich ge- griefd te gevoelen als hun advies niet wordt gevolgd. De heer VAN DE BILT: De raad kan toch buitenom de aanbeveling henoemen. De heer DE FEUTER^, In theorie is dat juist. Het lidmaatschap van het Burgerlijk Armbestuur is echter het ondankbaarste werk dat men zich denken kan en nu kan het zeer goed voorkomen, dat bij een vacature dc over- blijvende leden gaarne een bepaald persoon in hun college wenschen opgenomen te zien, om dat ze dien in het belang van hun werk ach- ten en als die dan niet genomen wordt, kan het niet anders of ze zijn onaangenaam getroffen. En nu is het wel waar, wat de heer Kruijsse zegt, dat ze dan collectief ontslag kunnen ne men, maar, naar ik meen is daarmede de zaai- van het Burgerlijk Armbestuur toch niet ge- dekt. i De heer KRUIJSSE meent, dat, als het bur gerlijk armbestuur zichzelf gaat aanvullen, als niet buiten hare voordracht mag worden be- noemd, de band met den raad geheel los zal worden, en aLs Burgemeester en Wethouders geen aanbeveling meer kunnen doen, zullen ze dat vergen. De VOORZITTER is van meening', dat het doen eener aanbeveling door Burgemeester en Wethouders niet kan worden gemist. De heer DE FEIJTER geeft als zijn mee ning te kennen, dat dan het laatste, de raad pleging van het Burgerlijk Armbestuur moet vervallen. De heer KRUIJSSE: Dan worden de rech ten van het Burgerlijk Armbestuur verkort. De heer DE FEIJTER: Het zijn geen rech ten, want de leden hebben daarin toch niets te vertellen. De VOORZITTER: Het is maar een keer voorgekomen dat anders werd gehandeld. De heer KRUIJSSE: Met de bouwveror dening is het meermalen voorgekomen, dat tegen het advies der Gezondheidscommissie werd gehandeld, maar die is daardoor niet gegriefd. De heer DE FEIJTER stelt voor, waar vast- gehouden wordt aan het doen eener aanbeve ling, door Burgemeester en Wethouders, te schrappen de woorden die betrekking hebben op de raadpleging van het Burgerlijk Arm bestuur. Dit voorstel wordt aangenomen met 6 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de heeren Van de Bilt, De Feijter, Koster, Weijns, De Ivraker en Dekker; tegen stemmen de heeren Dieleman, Oggel, Kruijsse en Baert. De heer OGGEL: Nu gaat het heelemaal buiten het Armbestuur. Nog wordt met aigemeene stemmen goed gekeurd eene wijziging in het artikel betref fende gezinsverpieging, dat wordt aangevuld. 17. Verzoek om verhooging der jaarwedde van het gemeentelijk politiepersoneel. Ingekomen is een adres van den Algemeenen Bond van Politiepersoneel in Nederland, te Amsterdam, dat daarin te kennen geeft, dat het salaris, zooals het thans is vastgesteld voor het politiepersoneel in de gemeente Axel niet alleen niet meer kan geacht worden te zijn voldoende aan de door hen te stellen eischen, doch zelfs niet eens voldoende be- staan oplevert voor een gezin van vader, moe- der en een aantal kinderen; dat de politiearbeid beter door de gemeen- schap zal moeten worden gewaardeerd, welke waardeering terug zal moeten worden gevon- den in het vastgestelde salaris; dat zij zeer gaarne de daarstelling der cij- t'ers aan den gemeenteraad zullen overlaten, doch op grond van de in de bij het adres ge- voegde memorie van toelichting aangevoerde argumenten, er op te moeten aandringen, het salaris aanmerkelijk te verhoogen. Nevens het adres is ingezonden een zeer uitvoerige memorie van toelichting waarin worden naar voren gebracht de factoren die bij het bepalen van loon naar het inzien van de requestranten in aamerking dienen te worden genomen, het standpunt, dat de politiedienaren behooren te kunnen innemen, financieel onaf- hankelijk tegenover iedereen, opdat zij vrij blijven in hun optreden, en de waardeering die zij dienen te ondervinden. Burgemeester en Wethouders stellen voor, in verband met het in de vorige vergadering genomen besluit bij de vaststelling der begroo- ting voor 1922 wijziging in de jaarwedden te overwegen. De heer OGGEL merkt op, dat in het re quest wordt gewezen op de groote gezinnen, doch dat de gemeente-veldwachters maar 1 kind hebben; ware het anders, dan zou hij mts- schien te vinden zijn voor het verleenen van een kindertoeslag. Het voorstel wordt aangenomen met aige meene stemmen. 18. V erstrekken van kasgeid aan de gas- fabriek uit de gemeentekas. Burgemeester en Wethouders vragen mach- tiging, om, bij voorkomende gelegenheden, uit de gemeentekas kasgeid te mogen leenen aan de gasfabriek. De heer KOSTER vraagt, of de gemeente kas zoo goed voorzien is; hij meende dat die altijd zelf geld moest leenen. De VOORZITTER: De toestand is ook wel eens anders en het is natuurlijk de bedoeling dit alleen te doen als het mogelijk is. Het voorstel wordt aangenomen met aige meene stemmen. 19. Verlaging van den gasprijs. Burgemeester en Wethouders stellen voor den gasprys voor kook-, lieht- en muntgas met ingang van 1 April 1921 te verlagen tot 20 cent en voor industriegas tot 14 cent per M3. en dan met 1 Juil nader na te gaan, aan de hand van het accountantsrapport, of de prijs nog verder Jean verlaagd worden. Met aigemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 29. Af- en overschrijving. in de begrooting van het Burgerlijk Armbestuur, dienst 1920. Burgemeester en Wethouders stellen voor t8 voldoen aan het verzoek van het Burgerlijk Armbestuur, tot het goedkeuren van verschil- lende af- en overschrijvingen in de begrooting voor dat college, dienst 1920. Met aigemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 21. Af- en overschrijving in de begrooting voor de gemeentegasfabriek, dienst 1920. Door Burgemeester en Wethouders wordt, in overleg met de gascommissie, voorgesteia de begrooting der gasfabriek voor 1920 te wjj- zigen als volgt: onder de ontvangsten te vermeerderen de volgende posten: gasverkoop aan particulie ren f 4376,58, straatverlichting van de ge meente 57,50, krachtgas f 1930.24, meter- huren f 124,40, cokes en gruis aan particulie ren f 16.521,60, koolteer f 1042,56, at'gewerkte ijzeraarde f 526,57, verkoop van fittings-, ver- lichtings- en verwarmingsartikelen 726,48, geldleening ter voorziening in kasgeid j 10.000, uitkeering aandeel restitutiefonds 1719,61, totaal 37.025,69; onder de ontvangsten te vermeerderen de volgende posten: aankoop gaskolen f 28.675,10, aankoop fit tings enz. 121,95, aankoop en herstel van meters 828,17, aankoop en onderhoud gereed- schappen j 454,97, straatverlichting 330,04, terrein 0,52%, zuiverings- en eontroletoe- stellen f 41,20, gashouder f 24,05, kantoorbe- hoaften en drukwerk f 95,671/2, controle en ad- ministratie f 295,71, stokers f 545,92, voerloo- nen en diverse werkzaamheden 494,52%, advsrteeren 61,20, verzekering tegen brand- schade f 56,48, pensioensbijdragen f 100,32, aflossing van opgenomen kasgeid f 10.006, uit- breiding der straatverlichting 185,24, kinder toeslag f 350; totaal 42.661,07V2; an te verminderen de volgende posten: aankoop bruinkolen ,f 3000, hoofdleidingen J 291,75, dienstleidingen f 480,25, machinerien f 549,45%, retorten, ovens enz. f 198,64, munt- meters, aankoop en herstel, f 500, fitters f 297,50, rente van opgenomen kasgeid 335,79; totaal f 5635,38%; blijft eene vermeerdering der uitgaven van f 37.025,69. Het voorstel wordt aangenomen met aige meene stemmen. 22. Wijziging gemeentebegreoting dienst 1920. Burg-emeester en Wethouders stellen voor, de begrooting voor 1920 te wijzigen als volgt: onder inkomsten te vermeerderen de volgen de posten: gedeelte van het batig slot der rekening over 1920 f 2500, keurloonen 100, begrafenisrech- ten f 240, schoolgelden wegens openbaar lager onderwijs 200, idem wegens uitgebreid lager onderwijs 50, terugontvangst van bijdragen voor pensioen voor de ambtenaren der gasfa briek f 100, bijdrage van het rijk krachtens art. 48 der wet op het lager onderwijs f 4000, idem ingevolge art. 49 dier wet 10, ontvang sten ingevolge het vuurwapenreglement f 55, verkoop van roerende goederen f 200, inkom sten van verschillende aard f 900, totaal f 8415; onder de uitgaven te vermeerderen de vol gende posten: teruggaaf van belasting f 10, jaarwedde der onderwijzers, pensioensbijdragen f 4000, herhalingsonderwijs 10, rente voor opgeno men kasgeid voor de gasfabriek f 365, uitga ven voortvloeiende uit de Distributiewet f 4500; totaal f 8885; onder de uitgaven te verminderen de vol gende posten: kosten der straatverlichting f 200, kosten voor het nemen van noodzakelijke politie- maatregelen 250, ontsmetting, verpleglng van lijders aan besmettelijke ziekten, verdere kosten voortvloeiende uit de Ziektewet f 20; totaal f 470; blijft een totale vermeerdering der uitgaven met f 8415. Het voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. 23. Benoeining commissie voor het opmaken van het kohier van den hoofdelijken omslag. Burgemeester en Wethouders stellen voor over te gaan tot het benoemen eener commis sie van 3 raadsleden, voor het opmaken van het kohier van den hoofdelijken omslag voor de eerste vier maanden van het jaar 1921. De heer WEIJNS vraagt, of het de bedoe ling is, dat Burgemeester en Wethouders het opmaken, de commissie het naziet en de ge meenteraad het moet vaststellen. De VOORZITTER geeft te kennen, dat de gemsentewet aan Burgemeester en Wethouders de verplichting oplegt, maar zij wenschen zich door de commissie te doen bijstaan. De heer KRLHJSSE vraagt, of het de moeite nog wel is, nu voor de laatste maal een kohier wordt opgemaakt, daarvoor een commissie aan te wijzen. De VOORZITTER geeft toe, dat, als de ge meenteraad na het samenstellen van het kohier door de commissie en Burgemeester en Wet houders dit nog eens op de gewone wijze moet behandelen het vergeefsch werk is er een com missie voor te benoemen. De heer KRUIJSSE: En als de gemeente raad thans nitmaakt, dat hij dat niet zou doen, geeft hij zjjn werk eigenlyk over aan de com missie. De VOORZITTER: Vroeger is het nooit ge- daan. De heer KRUIJSSE: Daarom zie ik er ook geen nut in, dat ter elfder ure nog wel te doen. De heer VAN DE BILT verwacht juist over dit kohier voor vier maanden veel reclames en als een commissie met Burgemeester en Wet houders samenwerkt kunnen alien zich beter op de hoogte stellen. De heer KRUIJSSE zou er wel voor gevoe len om den hoofdelijken omslag op die wijze te behandelen, ware het niet, dat het thans de laatste maal is dat de raad het kohier moet vaststellen en dus niet meer de moeite waard. Zoo'n commissie is anders we] gemakkelijk voor de andere raadsleden. Als de menschen nu over hun aanslag reclameeren en mopperen moeten ze er den geheelen gemeenteraad op aanzien. maar is er een commissie dan krijgen natuurlijk alleen de leden dier commissie met Burgemeester en Wethouders de schuld. De heer KOSTER gelooft, dat het maar 't beste is, dat Burgemeester en Wethouders als naar gewoonte het kohier opmaken en dat aan den raad overleggen. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot het benoemen eener commissie wordt verworpen met 8 tegen 2 stemmen. Voor stemmen de heeren Oggel en Van de Bilt; tegen stemmen de heeren Dieleman, Kruijsse, De Feijter, Koster, Baert, Weijns. De Kraker en Dekker. 24. Omvraag. a. De heer WEIJNS vraagt, of er nog niets bekend is, betreffende de schadevergoe- ding destijds ontstaan door het werpen van bommen. De VOORZITTER is voornemens daarover straks in besloten vergadering mededeelingen te doen. lb. De heer KOSTER herinnert, dat bij de behandeling der begrooting hier de wensche- Bjkheid is uitgesproiken om bij den brandpu' aan den heer Bogaert beplantingen aan te brengen, teneinde het onooglyk zicht, dat die put biedt weg te nemen. Tot zijn leedwezen neeft hij gezien, dat nog geen pianten zijn aangebracht. Wat is daarvan de oorzaak. De VOORZITTER moet ronduit verkiaren, flat daaraan eigenlijk niet meer is gedacht. Het is blijkbaar bij nadere beschouwing ook niet gemakkelijk uit te voeren, want het is daar zoo'n chaos van verwildering, dat er niet gemakkeLijk een goeden kant aan zal te krijgen. zijn. Beter zou het zijn den put heelemaal v. verbeteren of ze weg te doen. Dit laatste was missehien het best van al. De heer KOSTER: Die brandput bederft heel de straat. De VOORZITTER: We zullen het eens laten opknappen. De heer KRUIJSSE: Ik zou die put maar opruimen, het is een broeiplaats van muggen en als men er beplantingen gaat zetten, krijg men er nog meer. De VOORZITTER: Opruimen zou zeker niet kwaad zijn. Kan de raad Burgemeester en Wet houders machtigen eens met den eigenaar ta onderhandelen over opruiming van den put? De heer WEIJNS: Kan dat water gemist worden bij brand? De VOORZITTER: Het is toch niet bruik- baar. De heer KRUIJSSE: Het zou wel gewenscht zijn, tot het tegengaan van de muggen een laag petroleum over het water is den put te laten vloeien. De VOORZITTER: We zullen trachten dea put over te nemen en dan nagaan wat de kos ten zullen zijn van het opruimen. De raad stemt daarmede in. c. De heer KOSTER heeft opgemerkt, dar er des Zondags tijdens de godsdienstoefeningen op de schietbaan geschoten wordt. Is daar niets tegen te doen? De VOORZITTER: Wij of lievet de schiet- vereeniging „Prins Maurits" - moet de schiet baan ter beschikking stellen van vereenigln- gen der Burgerwacht van elders, die willen, schieten. De heer KOSTER vindt het ergerlijk, dat als men in de kerk zit, men steeds wordt op- geschi'ikt door het knallen van geweervuur. De VOORZITTER wil wel trachten, met het bestuur der Burgerwacht te overleggen, qf hierin verandering is te brengen. Hij vreest, dat het niet geheel te voorkomen zal zijn, maar missehien kan het wel zoo geregeld wor den, dat het buiten de kerkuren valt. De heer KOSTER zag het des Zondags lie- ver geheel nagelaten, De VOORZITTER acht dat niet mogelijkr De heer KOSTER meent, dat men des Zater- dags toch tijd genoeg heeft. De VOORZITTER: Dat gaat niet, er zijn vereenigingen van Burgerwachten uit de om geving die speciaal des Zondags wenschen te schieten en ook niet anders kunnen. De heer VAN DE BILT gielooft ook niet. dat men het kan tegenhouden. De heer KRUIJSSE vindt het, nu hier zoo over gesproken wordt, dan treurig, dat ook het voetballeri op Zondag niet toegelaten wordt. Daar heeft toch niemand hinder van. De heer OGGEL: Ze mogen wel voetballen, maai geen wedstrijden houden die voor het publiek tegen entree toegankelijk zijn. De heer KRUIJSSE: Dat z« geen entree mogen heffen is juist de dood voor de vereeni- ging. Waar de menschen last hebben van het schieten en dit niet is tegen te gaan zou hij het houden van voetbalwestrijden, waar de menschen geen last van hebben ook maar willen toestaan. De VOORZITTER noemt het met de schiet baan wel een ander geval; de Minister heeft bij het verleenen der subsidie bepaald, dat de schietbaan rlisponibel gesteld moet worden. De heer WEIJNS: Als men het eene kwaad niet kan keeren, is dat nog' geen reden om een ander kwaad ook maar toe te staan. De heer KRUIJSSE: Het hangt er maar van af wat men kwaad noemt; ik geloof. dat de jongens minder kwaad zullen doen als ze voetballen of daarnaar gaan kijken, dan dat ze hier in de straat loopen te lanterfanten, want naar de kerk drijven doet men ze met het verbod toch ook niet. De heer DIELEMAN is van meening, dat zou moeten worden tegengegaan het schieten onder kerktijd. De VOORZITTER: Als kan uitgemaakt worden, dat het storend is voor de godsdienst oefeningen is het missehien tegen te gaan. We zullen dat onderzoeken. d, De heer DIELEMAN wijst op de groote werkeloosheid, die tot armoede in de gezinnen leidt en vraagt, of door Burgem.ester en Wet houders geen stappen meer gedaan worden om de werkeloosheid te keeren. De VOORZITTER deelt mede. dat hij per soonlijk een onderhoud heeft gehad met den aannemer van het dijkwerk en dat deze hem heeft toegezegd, voor de werkzaamheden waar- voor hij die gebruiken kan menschen uit deze gemeente te zullen nemen, maar voor alle werk kan hij die niet gebruiken. Hij heeft ook nog gesproken met den corres pondent van de arbeidsbemiddeling en deze heeft hem gezegd, dat hij in deze dagen juist zoo weinig bezoek krijgt, en er alzoo weinig aangiften van werkzoekenden zijn. Het is dus voor Burgemeester en Wethouders niet ge makkelijk op grond daarvan maatregelen te nemen. De heer DE KRAKER deelt mede, indertijd de klacht te hebben ontvangen, dat de ge- meente-opzichter los personeel in dienst nam. zonder de Arbeidsbeurs daarin te kennen. Het zou wenschelijk zijn, dat dit niet meer gebeur- de, en dat Van den Broeke zich voor het aan- nemen van volk tot de Arbeidsbeurs wendt. want nu was het gevolg, dat iemand die pas werkeloos was werd aangenomen en anderen. die reeds lang ingeschreven stonden gepas seerd werd en. De VOORZITTER erkent de gegrondheid dozer klacht, doch kan mededeelen, dat dit niet meer zal voorkomen. Aan den gemeente-op- zichter is gezegd, dat hij zich in zulke geval- len moet wenden tot de Arbeidsbeurs. Hij kan natuurlijk niet alle menschen gebruiken, maar zal toch in het vervolg eerst bij de Arbeids beurs onderzoeken of er voor hem bruikbare werkkrachten staan ingeschreven. De heer KRUJTSSE stemt toe, dat het na tuurlijk geschikte werkkrachten moeten zijn, maar meent. dat er alle reden voor is, dat de gemeente zeker het voorbeeUl geeft om, als zij werkkrachten noodig heeft, die aan te nemen door bemiddeling van de Arbeidsbeurs. Di1 vergariering woivlt hiema door den VOOR ZITTER, door het uitspreken van het dank- gebed gesloten.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 3