u Ing-ezonden JMededeelingen, (Vervolg). U s I Gld. <L i s1! GEMEENTERAAD VAN AXEL. Vergadering van Dinsdag 19 April 1921, i des namiddags te 2,MO uur. Voorzitter de heer L. J. den Hollander, Bur gemeester. Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, C. Th. van de Bilt, A. E. C. Kruijsse, J. Waijns, .1. Dekker, J. M. Baert, F. Dieleman, J. de Feij- te-r en M. Koster, benevens de Secretaris. Afwezig de heer Ph. J. van Dixhoorn. Artikel 34. De werlanan, die op grond der militaire wetten onder de wapenen moet komen, geniet verlof, met inachtneming der volgende be- paiingen a. indien hij kostwinner is, behoudt hij het volie loon, eventueele loonsverhoogingen inbe- grepen, verminderd met het bedrag der rijks- ver'goeding wegens militairen dienst, of, indien hij den graad van onder-officier bekleedt, of eeD hoogere positie in het leger inneemt, ver- minderd met hetgeen hij uit dien hoofde ont- vangt, na aftrek van 10 procent van de door ■de gemeente betaalde bezoldiging; b. indien hij geen kostwinner is, behoudt h*j 40 proeent van het voile loon, eventueele loonsverhoogingen inbegrepen, met dien ver- standa, dat, indien hij den graad van onder- officier bekleedt of eene hoogere positie in hei leger inneemt, de uitkeering der gemeente tot 10 procent van het loon wordt teruggebracht. Straffen en ordemaatregelen. Artikel. 35. 1. De werkman, die zich schuldig maakt aan een vergrijp, kan worden gestraft met: a schriftelijke berisping; b. opdracht van overwork, zender daarvoor loan te ontvangen; c. inhouding van een of meer vacantiedagen; d. niet-eervol ontslag; 2 Het overwork, sub c bedoeld, wordt niet. op Zondag opgedragen. 3. De straffen sub a en b bedoeld, worden opee'egd door het hoofd van dienst, nadat de betrokken werkman is gehoord en worden nauwkeurig ;:angeteekend in een daarvoor be- stemd register, onder vermelding van de om- standigheden, welke tot het opleggen der straf hefcben geleid en in het dienstboekje. Eerstbedoelde aanteekening wordt den be- trokkene getoond, die ze voor, gezien teekent. 4. Indien de gestrafte bij het scheidsge- rednt beroep instelt, wordt van de desbetref t'en- de uitspraak in het register, in het vorige liu bedoeld, aanteekening gehcruden. 5. De straffen sub c en d bedoeld, worden opge-legd door Burgemeester en Wethouders, gefooord het hoofd van dienst, de commis&ie van bijs/tand, zoo die bestaat, en den werkman. Burgemeester en Wethouders geven van de dooj hen opgelegde straf onmiddellijk bij aan- ge*eekend schrijven kennis aan den gestrafte, ■set opgave van de gronden, waarop het op leggen dor straf steunt. 6. D® ten uitvoerlegging van de straffen sub b, c en d wordt opgeschort gedurende den tijd) van het beroep, bedoeld in art. 37 en dien va* 'oehandeling der zaak bij het scheids- gerecht. Artikel 36. Ale vergrijp wordt o.a. aangemerkt: a. oaeerlijkheid in en met betrekking tot den dienst; h. het in en met betrekking tot den dienst do®-" grove schuld of opzet doen ontstaan van jj g'evaar voor leven of goed, toebrengen van lidbamelijk letsel of veroorzaken van schade; c. ergerlijk gedrag in of buiten den dienst; d. het medebrengen of doen brengen van Stephen drank naar of op het werk; e. overtreding of niet nakomen van dit re glement of van bijzondere voorschriften. Ds> heer OGGEL stelt voor, sub c te lezen: ergerlijk gedrag in of buiten dienst en vloe- ken (en of) uiten van zedelooze of opruiende taal"; en sub d te lezen: „het medebrengen of doen brengen van sterken drank naar of op het werk of zedekwetsende afbeeldingen en lec- tuur of opruiende geschriften". De heer KRUIJSSE: Wie zal uitmaken wat vloeken is of wat moet beschouwd worden als opruiende lectuur? De heer OGGEL meent, dat dit van zelf blijkt. Als men iemand opzet tot ongehoor- zaamheid aan het over hem gestelde bevoegde gezag. De heer KRUIJSSE: Maar wie zal uit maken wat een vloek is. De heer DIELEMAN meent, dat de heer Kruijsse naar den bekenden weg vraagt, De heer KRUIJSSE: Het scheidsgerecht zal dat dan maar moeten uitmaken. Het artikel, aangevuld met de door den heer Oggel voorgestelde wijzigingen, wordt aangenomen met algemeene stemmen. Art. 37. 1. Voor zooveel betreft de straf, bedoeld in art. 35 sub a en b, binnen 8 dagen, nadat hij de aanteekening in 3de lid van dat artikel be doeld, voor „gezien" heeft geteekend en voor zooveel betreft de straffen in dat artikel sub c en d bedoeld, binnen 4 dagen na de dagtee- kening van verzending van de in het 5e lid beuoelde kennisgeving kan de gestrafte, door middel van een schriftelijke kennisgeving- aan Burgemeester en Wethouders, in beroep komen bij het scheidsgerecht. 2. Op dezelfde wijze kan een werkman in beroep komen bij het scheidsgerecht, wanneer hem ontslag wordt verleend, mits hij daarvan aan Burgemeester en Wethouders kennis geeft binnen 8 dagen na dagteekening van het aangeteekend schrijven, waarbij in dit geval het ontslag ter kennis van den belrokkenc wordt gebracht. 3. Burgemeester en Wethouders zenden de kenr.isgevingen onmiddellijk aan den voor- zitter van het scheidsgerecht. Art. -38. 1. Indien het belang- van den dienst, naar het oordeel van het hoofd van den dienst, dit vordert, is het hoofd bevoegd den werkman voorloopig te sehorsen en hem van het werk te doen verwijderen. 2. De hoofden van dienst geven hiervan onmiddellijk kennis aan Burgemeester en Wet houders, de beslissing of de schorsing zal wor- den gehandhaafd en eventueel het tjjdperk der schorsing vaststellen. 3. Schorsing heeft geen inhouding van loon tengevolge. 9. Seheidsgerecht. Artikel 39. Bij een eventueel geschil over de toepas sing van dit reglement of voor eene beslissing m beroep van de straffen vermeld in art. 40, wordt er een Commissie voor gesehillen of scheidsgerecht gevormd, bestaande uit drie leden en even zooveel plaatsvervangers. Het instellen dezer Commissie geschiedt door Burgemeester en Wethouders, wanneer daartoe het verzoek bij lien wordt ingezonden door den secretaris van de bedrijfscommissie Art. 10. De samenstelling van eene Commissie voor gesehillen of scheidsgerecht geschiedt als volgt: j een lid en diens plaatsvervanger wordt aangewezen door de in geschil of gestraft zijnde partij; een lid en diens plaatsvervanger door Bur gemeester en Wethouders, en deze twee leden wijzen het derde lid en diens plaatsvervangei aan, welke als voorzitter optreedt. De aangewezen leden of plaatsvervangende leden mogen tot de in geschil zijnde partij ni< in betrekking staan van bloed- of aanverwant- schap. Ambtnearen of werklieden in gemeente- dienst, benoemd tot leden dezer Commissie mogen zich aan deze benoeming niet onttrek- ken. Artikel 41. De secretaris der bedrijfscommissie is te- vens secretaris van de commissie voor geschil len of scheidsgerecht. Art. 42. De plaatsvervangende leden nemen zitting wanneer degene, die hij moet vervangen, wet- tig verhinderd is. Het plaatsvervangend lid wordt minstens 24 uren voor de zitting bericht dat hij als zoodanig moet optreden. Artikel 43. Bij beroep tegen de opgelegde straffen, doet het scheidsgerecht geen uitspraak, dan na par- tijen te hebben gehoord. Van het verhandelde wordt een rapport ge- maakt, hetwelk op verzoek ter inzage wordt gegeven aan de partijen, die bij het geschil zijn betrokken. Artikel 44. Allen, die in dienst der gemeente werk- zaam zijn, zijn verplicht gehoor te geven aan eene oproeping van of namens de Commissie voor gesehillen of scheidsgerecht, hetzij onj als deskundige of als getuige te worden gehoord. Indien de zitting tijdens de werkuren wordt gehoflden, zal den werklieden permissie worden gegeven zonder inhouding van loon. Artikel 45. D» voorzitter zorgt, dat de zaken op doel- matige wijze tot eene beslissing worden ge bracht. Het scheidsgerecht moet als goede mannen naar recht en billijkheid oordeelen. Het kan geen beslissing nemen tenzi-j alle leden of hun- ne plaatsvervangers aanwezig zijn. Alle beslissingen geschieden bij meederheid van stemmen. Over alle zaken wordt mondeling gestemd. Het eerst stemt het lid, dat door de werklieden is benoemd, daartia het door Burgemeester en Wethouders benoemde lid, en ten laatste de voorzitter. Indien plaatsvervangers zitting hebben, geldt deze regeling ook voor hen. Geen lid of plaatsvervangend lid, dat aan de behandeling der zaak deelneemt, evenmin als de voorzitter of diens plaatsvervanger, mag zich van medestemmen onthouden. Het scheidsgerecht beslist in het heogste ressort. Ook is het bevoegd de uitgesproken straffen, zoowel te verzwaren als te verlich- ten, zoowel te bevestigen als op te heffen. De uitspraak wordt met redenen omkleed en onmiddellijk schriftelijk medegedeeld aan het betrokken hoofd van den dienst en den werk man, zoomede aan Burgemeester en Wethou ders. Artikel 46. Na beslechting van het geschil of het beroep der straffen, wordt de Commissie of het scheidsgerecht door Burgemeester en Wethou ders ontbonden. De leden ontvangen hiervan schriftelijk be richt. De schrifturen welke op het onderwerp be trekking hebben en de vastgestelde rapporten worden geborgen in het archief der gemeente. 10. Beeindiging van den dienst. Artikel 47. Ontslag kan worden verleend: Eervol. op verzoek; zonder verzoek; wegens verminderde behoefte aan ar- beidskrachten of opheffing eener betrekking; b. wegens g-emis van de noodige geschikt- heid voor de werkzaamheden, welke den werk man zijn opgedragen; c. wegens gebrekkigen of slechten gezond- heidstoestand; d. wegens het bereiken van den 65-jarigen leeftijd; II. niet eervol in de gevallen, bedoeld in art. 35. 2. Ontslag wegens gebrekkigen of slechten gezondheidstoestand kan niet worden gegeven tijdens het genieten van ziekteverlof. 3. Ontslag wegens het bereiken van den 65- jarigen leeftijd wordt gegeven met het einde van het jaar waarin deze leeftijd is bereikt. 4. Burgemeester en Wethouders kunnen besluiten den werkman na het bereiken van den 65-jarigen leeftijd in functie te laten, doch telkens slechts voor ten hoogste een jaar en niet langer dan tot het einde van het jaar waarin hij zijn 70ste levensjaar heeft bereikt' Artikel 48. 1. De vaste werklieden die den dienst met eervol ontslag wenschen te verlaten, zullen het daartoe strekkend verzoek moeten indienen ten minste vier weken voor den dag, waarop zij het ontslag wenschen te doen ing-aan. 2. V aste werklieden kunnen in de gevallen bedoeld in art. 47, le lid. I, 2e sub a, b en c door Burgemeester en Wethouders, na inge- wonnen advies van het hoofd van dienst en de commissie van bijstand, zoo die bestaat. wor- den ontslagen, met inachtneming van een ter- mijn van vier weken, nadat hun daarvan schrif- tijk mededeeling is gedaan. 3. De werklieden op proef kunnen in de gevallen in het 2de lid bedoeld, op gelijke wijze worden ontslagen met inachtneming van een termijn van veertien dagen. Artikei 49. 1Is de oorzaak van het ontslag* geleg'en in mindere behoefte aan arbeidskracht of het opheffen eener betrekking, dan wordt aan den ontslagen vasten werkman, indien hij geen recht op pensioen kan doen gelden, een wacht- geld toegekend, gelijk aan het bedrag van den pensioensgrondslag op het tijdstip van ontslag. 2. Dit wachtgeld wordt, behoudens het be- paalde in artikel 51, ten voile uitgekeerd ge- dtm ride ten hoogste drie jai-en, daarna tot een bediag van drie vierde gedeelten gedurende ten hoogste de daarop volgende drie jaren en ver- voigens tot een bedrag van twee derde ge deelten van den pensioensgrondslag. Artikel 50. 1. Wanneer de op wachtgeld gestelde werk man opmeuw in dienst van de gemeente wordt aangesteld ter vervulling van een betrekking in aard overeenstemmende met zijne vroegere betrekking is hij gehouden. de nieuwe betrek king aan te nemen. 2. Burgemeester en Wethouders beoordee- len of de overeenstemming, in het lste lid be doeld bestaat. 1. I. 1° 2° a. Artikel 51. De op wachtgeld gestelde werkman verliest zijn recht op het hem toegekende wachtgeld: a. zoodra hij aanspraak op pensioen kan doen gelden; b. wanneer hij weigert een aanstelling, als in art. 50, le lid, bedoeld, aan te nemen; c. zoodra hij een bezoldigde betrekking, niet in dienst van de gemeente, aanvaardt, of een winstgevend beroep uitoefent, behoudens het bepaalde in art. 52. Artikel 52. 1. Als de bezoldiging, welke verbonden is aan de nieuwe betrekking, bedoeld in art. 50, lste lid, of in art. 51 sub c of de inkomsten bedoeid in artikel 51 sub c geringer zijn dan de bezoldiging, genoten in de betrekking waar- uit de werkman ontslagen is, vervalt een zoo danig gedeelte van het wachtgeld, dat het over- biijvend gedeelte met de bezoldiging van de nieuwe betrekking of de inkomsten uit het be roep, te zamen gelijk is aan de genoemde vroe gere inkomsten. 2. Wordt de op wachtgeld gestelde werk man in een tijdelijke betrekking geplaatst, dan wordt de uitbetaling van het wachtgeld ge durende het vervullen dezer betrekking ge- schorst, indien de daaraan verbonden beloo- ning met de in het lste lid genoemde vroegere inkomsten gelijk staat, of die overt reft. Is dit niet het geval, dan wordt gedurende het ver vullen der nieuwe betrekking gehandeld als in het lste lid is bepaald. 3. Burgemeester en Wethouders bcoordee- ten het bedrag der bezoldiging aan d® vroeger verVulde of de in art. 51, sub c, bedoelde be- trekkingen verbonden en de verdiensten, uit een vroeger uitgeoefend of in artikel 51, sub c bedoeld beroep. Artikel 63. Bij overlijden van den op wachtgeld gestel- den werkman is artikel 17 toepasselijk. met dien verstande. dat hetgeen daar teuopzichte van het loon is bepaald, geldt ten aanzien van het wachtgeld. Artikel 54. De uitbetaling van het wachtgeld vindt plants op dezelfde wijze als waarop het loon wordt uitbetaald. Artikel 55. 1. Den werkman, die na zijn ontslag recht op pensioen kan doen gelden, kan uit de ge- meentekas esn voorschot op het bedrag van het hem toe te kennen pensioen worden ter- leend. 2. Het bepaalde bij het eerste lid ig evan- eens van toepassing wat betreft to® te kennen weduwe- of weezenpensioen. 11. "V an de iasse arkeiders. Artikel 56, Do losse arbeiders worden aangenomen en ontslagen door het hoofd van dienst. Artikel 57. De losse arbeiders ontvangen een uur- of weekloon. Artikel 58. 1. In geval van 4iekt® ontvangt een les arbeidei 70 van zijn uurioon wanneer hij in het tijdvak, dat onmiddellijk aan de ziekte voorafging, onafgebroken in dienst der ge meente is geweest gedurende: ffl ifl '5 t- X N ID - h •- i a V* 130 !?a x r-« -w 2. Als grondslag voor de berekening van het ziekte-geld wordt aangenomen het loon, genoten in de week, voorafgaande aan die waarin de arbeider ziek werd. 3. De artikelen 18, 28. 29, 30, 31 en 32 zijn op de losse arbeiders van toepassing. 12. Van de jeugdige werklieden. Artikel 59. De jeugdige werklieden worden aangeno men en ontslagen door het betrokken hoofd van dienst, in overleg met de commissie van bijstand, zoo die bestaat. Artikel 60. Om ais jeugdig werkman te worden aange nomen moet men: a. den leeftijd van t jaren hebben bereikt en dien van 19 jaren niet hebben overschreden b. voldoende lager onderwijs hebben ge noten; c. door een daartoe door Burgemeester en Wethouders aangewezen geneesheer onderzocht en voor de op te dragen werkzaamheden liehaamlijk geschikt bevonden zijn. Artikel 61. Het loon der jeugdige werklieden wordt, op voorstel van het hoofd van dienst, door Burge meester en Wethouders bepaald, gehoord de commissie van bijstand, ^oo die bestaat. 13. Slotbepalingen. Artikel 62. 1. Wijziging van dit reglement zal niet plaats hebben dan na verhoor van de hoofden van dienst en de betrokken commissies van bijstand, en nadat de werklieden in de ge- jegenheid zijn gesteld hunne wenschen ken- baar te maken, waarbij zij zich kunnen doen bijstaan door een of meer bestuurders hunner vakvereeniging. 2. Dit reglement zal binnen vijf jaren na het inwerking treden worden herzien. Daarbij geldt het bepaalde in het eerste lid. Artikel 63, Deze verordening kan worden aangehaald onder den naam van „Warkliedenreglement." Artikel 64. Deze verordening treedt in werldng op De heer DIELEMAN merkt op, dat straks groepen zullen worden gevormd, voor de trac- tamentsvaststelling. Hij meent, dat het dan gewenscht is rekening te houden met de waar- de van de betrokken werklieden, dat h.v. een werkman die een vak verstaat meer waard Is dan iemand die geen vak kent. Hij spreekt de hoop uit, dat Burgemeester en Wethouders daarop zullen letten. De VOORZITTER deelt nog mede, dat de stokers van de gasfabriek hebben gevraagd om een stokers costuum en de werklieden der straatreiniging om een oliejas en een pet, en zulks om de 3 jaar. Hij vraagt, wat de raad daarvan denkt. De heer DIELEMAN: Is het ook bekend wat dat moet kosten? De VOORZITTER: Neen, maar dat kan toch zooveel niet zijn. De heer WEIJNS: Als we daaraan begin nen kunnen de menschen van de secretarie ook wel komen om een uniform. De heer DIELEMANIk acht er wel iets voor te zeggen; als de menschen van den reinigingsdienst er met kar en paard op uit moeten en ze hebben geen oliegoed aan, zijn zij op korten tijd door en door nat. Met een ander is dat ook wel het geval, maar die kan binnen vluchten, terwijl zij op straat moeten blijven. De heer OGGEL: Maar de menschen die in het veld werken moeten toch ook zelf zorgen. dat ze van regenwerende kleeding zijn voor- aien Als we hieraan beginnen komen we op een gevaai'lijk terrein. De heer DE KRAKER: Is het voorstel van Burgemeester en Wethouders om er aan toe te geven en ook klompen en schoeisel te ver- sGrekken De VOORZITTER: Neen, het is alleen een verzoek dat ze gedaan hebben en dat ik hier taededeel, om te vememen of den gemeenteraad er iets voor voelt. De heer KOSTER: Ik acht het een gevaar- L\jk terrein en beter, dat we er niet op ingaan. Hij heft ook al bij ondervinding opgemerkt, hoe het gaat met kleeding door publieke liehamen verstrekt. Die wordt soros gebruikt om te gaan visschen. Dat zou hier ook kun- roorkomen als we een oliejas en laarzen gave*. De heer DIELEMAN: Er kan natuurlijk van alles misbruik gemaakt worden; er zou een bepaling kunben gemaakt worden, dat d<- rorstrelctc kleeding voor een zeker aantal jaren moet d ion en. Hij zou er wel wat voor voelen om het toe te staan. Hij stelt voor aan de stokers toe te staan een linnen broek en jasje en aan de werklieden een oliejas, broek en pet en een paar schoenen. Daar dit voorstel niet wordt ondersteund kan het niet behandeld worden. Het reglement wordt alsnu in zijn geheel met algemeene stemmen vast.gesteld. terwijl - voorstel van den heer Kruijsse Burgemeester Wethouders worden gemachtigd de door aaswoming van versehillende amendemeoten noodig gewordeu wijzigingen en eventueel noo dige redactiewijzigingen aan te brengen. 6. Onbewonnbaarverklaring van de w®ningen A No. 1»5 en 106. Burgemeester en Wethouders stellen, inge- volge advies der Gezondheidscommissie, ge- zete4d te Ter Neuzen voor, onbewoenbaar te verklaren de woningen A No. 105 en 106, aan de X anaalkn.de en den termijn voor ontrui- ming te bepalen op 6 maanden. De buiten- en binnenmuren zijn verslete^ gascheurd, verzakt en door en door vochtig; het dak is slecht en regent door, de dak zijn totaal versleten; de kozijnen, de ramen, de deuren, de luiken, de -lorpels zijn alle versleten; hsrt regenwater is onhruikbaai'. D« heer KRUIJSSE wijst op de groote be- dragen die worden besteed tot verbetering der votkshuisvesting' door het bouwen van nieuwe woningen, maar het spijt hem, dat er ook geen fondsen zijn om eigenaars van zulke wonin gen tijdig te helpen, opdat door voldoend on- derhoud die woningen voor algeheelen onder- gang zouden worden gered. De heer WEIJNS: Kunnen die woningen niet meer bewoond worden? D® VOORZITTER: Ze zijn door en door slecht en het is zelfs niet meer mogelijk ze te herstellen. De heer OGGEL: Ze hebben toch nog zes maanden den tijd voor ontruiming. Het voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. 7. Voorstel tot vaststelling eener verorde ning op de heffing van een inkomsteu- belasting. Burgemeester en Wethouders stellen voor, vast te stellen de volgende 1 ERORDENTNG op de heffing van een plaatselijke inkomstenbelasting in de gemeente Axel. Artikel 1. Ten behoeve der gemeente zal jaarliiks wor den geheven en plaatselijke inkomstenbelas- Wag. Artikel 2. De grondslag der belasting is het jaarlijks zuivar inkomen der belastingplichtigen. Het zuiver inkomen wordt berekend volgens de bepalingen van hoofdstuk 2 der wet op de inkomstenbelasting 1914. De bronnen van inkomen der gehuwde vrouw, alsmede haar onder artikel 19 der wet op de Riiksinkomstenbelasting 1914 vallende schublen worden beschouwd als bronnen van inkomen en schulden van haar man. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing: lo. bij scheiding van tafel en bed; 2o. bij scheiding van goederen, zonder scheiding van tafel en bed; So. indien de vrouw voor zich het beheer barer roerende en onreerende goederen en het Tr"s "Tenot harer inkomsten heeft bedongen. Nochtans wordt in de onder 2o: en 3o: be- doeide gevallen. wanneer de beide echtge- nooten binnen de gemeente wonen, de belas ting naar hun gezamenlijk belastbaar inkomen berekend en over hen omgeslagen in verhou- ding van ieders belastbaar inkomen. Artikel 3. Met inachtneming van art. 244a, 244b, 244c, 245b en 245c der Gemeentewet worden in de beia.sting aangeslagen alien, die zoodanig be lastbaar inkomen hebben, dat zij daartoe in de termen vallen; onverschillig of zij op zich zelf wonen, dan wel bij anderen inwonen. Artikel 4. V an het zuiver inkomen van iederen belas- tingplichtige wordt als onbelastbaar een som van f 800,voor noodzakelijk levensonderhoud afgetrokken. Voor ieder kind of pleegkind van den be- lastmgplichtige beneden den leeftijd van veer tien jaar, dat niet zelf in de belasting is aan- geslagen, wordt dit onbelastbaar bedrag ver- meerderd met f 50, Voor ieder persoon van 14 jaar en ouder, die door ziels- of lichaamsgebreken niet in staat is in zijn eigen onderhoud te voorzien en die ten laste van den belastingplichtige is. wordt drt- obeiastbaar bedrag nog vermeerderd met j liHJ. Als pleegkind van den belastingplichtige wordt slechts aangemerkt, wie door hem als een eigen kind wordt onderhouden en opgevoed. Dengene, wiens zuiver inkomen het in dit artikel bedoelde bedrag met minder dan f 5C> overtreft, wordt niet in de belasting aan<^e- slagen. WERK, ONTSPANNING, SLAAP. Werk, ontspaning en slaap, van elk acht uren per dag', doen wonderen voor de gezond- heid. Duizenden genieten echter veel te weinig slaap en besteden te weinig tijd aan onspan- ning- zij verstoren het evenwicht der lichame- lijke gezondheid door overmatig werk. Overwerking overlaadt het bloed met afge- werkte stoffen en urinezuur. De nieren worden overspannen en verzwakt door hun eindeloozen strijd om een dusdanige hoeveelheid uit hes bloed te filtreeren. Dientengevolge doen zich verschijneelen voor als rugpijn, urinekwalen, rheumatische pijnen, watei-zuchtige zwellin- gen, duizeligheid, hoofdpijn, een vermoeid ge- voel enz. Foster's Rugpijn Nieren Pillen geven de noo dige hulp, als de nieren verzwakt zijn. Gepaard gaande met een verstandige leefwijze ver- mijding van overwerking, laat naar bed gaan, zwaar verteerbare spijzen en alcohol; en door te zorgen voor de noodige ontspanning en slaap versterken boater's Pillen de nieren en regelen zij de' blaas. Zij doen de pijnlijke waarschuwingen van nierzwakte verdwijnen en voorkomen de ontwikkeling van rheurna- tiek, steen in de nieren en blaas, waterzucht, ischias, nier- en blaasontsteking enz. Onthoud echter, dat als gij weder gezond zijt, gij moet trachten gezond te blijven zonder geneesmiddekn. 36 ledere echtc doos Foster's Rugpijn Nieren Pillen draagt de handteekening van James Foster. Te Ter Neuzen verkrijigbaar bij Wed. A. v. OverbeekeLeunis, a f 1.75 per doos. Artikel 5. Naar het overeenkomstig de vorige artikelen berekend belastbaar inkomen wordt ieder be lastingplichtige gerangschikt in een der klas- sen van het bij deze verordening behoorende tarief. Artikel 6. V an elk belastbaar inkomen wordt ieder jaar belasting geheven in de verhouding, als voor elke klasse aangewezen wordt door de be- dragen, vermeld in de laatste kolom van het bij deze verordening behoorende tarief. Jaarlijks bepaalt de gemeenteraad het per centage, waarmede de in het vorig lid bedoelde bedragen zullen vermenigvuldigd worden, ten einde den aanslag in de belasting te verkrij'gen. Dit getal zal ook gelden voor de suppletoire aanslagen over het betrokken belastingjaar. Artikel 7. Het belastingjaar begint met 1 Mei en ein- digt met 30 April. Artikel 8. Deze verordening wordt voor de eerste maal teegepast over het belastingjaar 19211922. Voor het tijdvak van 1 Januari 1921 tot en met 30 April 1921 wordt een afzonderlijk ko- hier epgemaakt, op den grondslag der veror dening van 10 December 1901, goedgekeurd Xon. besluit d.d. 15 Januari 1902, No. 17, ge- wijzigd bij Raadsbesluit d.d. 24 October 1917, Koninkiijk goedgekeurd den 30 December 1917 No. 82, TARIEF voor de heffing van een plaatselijke inkomstenbelasting in de gemeente Axel. Belastbaar iak»inen. tot en dan met 50,— 100,— 150.- 200,— 250,- 300,- 350,— ■MXI, 450. 550.— 650.— 750,— 850.— 950,— 1050, - 17 I! 1150.— 18 1250 1350,— 1450.- 1550,— 1650,— 1750.- 1850, 1950. 2050, 2150,— 2250,— 2350.— 2450,— 2550,— 2650.— 2750.— •2850,— 2950,— 3050,- 3150 3250. 3350,— 3450.— 3550, - 3650 3750 3850,— 3950,— Gld. 50 100,— 150.— 200,— 250.— 300!- 350.- 400,— 450,— 550,— 650, 750,— 850,— I 9"0, 1050, 1150,— 1250,— 1350,— 1450,— 1550,— 1650 1750,— 1850,- 1950,— 2050,— 2150.- 2250,— 2350,— 2450,— 2550 2610,- 2750, - 2850,— 2950,— 3< '50, 3150, 3250, 3350 3450,— 3550,— 3650,— 3750 3850,— 3950,— 4050,— >- Ci S -O Jij 41 ?n-S S Gld. 25,- 75,- 125.- 175.- 225.- 27,5- 325.- 375,- 425,- 500!- 600.- 700.- 800,- 900.- 1000.- 1100,- 1200.- 1300.- 1400.- 1500,- 1600.- 1700.- 1800.- 1900.- 2000.- 2100,- 2200,- 2300.- 2400,- 2500.- 2600.- 2700,- 2800.- 2900.- 30CO.- 3100,- 3200,- 3300.- 3400.- 3500,- 3600.- 3700,- 3800. - 3900.- 4000.- c G S o C _ss a a cr w tf-e S p Gld. 10,- 75,- 100.- Voor elke volgende klasse 100,meer. 0,80 1.20 1.60 1,80 2.20 2,40 2.60 2,80 3- 3,04 3,08 3,12 3,16 3.20 3.24 3,-.8 3,32 3 36 3 i" 3.45 3 50 3.55 3.60 3,65 3.70 3,75 3,80 385 390 3,95 4,— 4,10 4.2" 430 4,40 4,50 4.60 4.70 4.80 4.90 5 5,10 5.25 5,40 5.61 -2 C SO a> p: iC c SD "3 CP Gld. 0,20 0,60 0.80 0,90 1,10 1,20 1,30 1.40 1,50 2,28 3.08 3,12 3,16 3.20 3.24 3.28 3,32 3.36 3.40 3,45 3.50 3,55 3.60 3,65 3,70 3.75 3,80 3.85 3.90 3.9 4, 4.10 4.20 4.30 4,40 4.50 4.60 4.70 480 4 90 5,— 5jl0 5.25 5,40 5.61 .2 n Blijft voor alle volgende klassen 100.— 5,61 pet. 5,61 Gld. 0.20 0.80 1,00 2,50 3,60 4 80 6,10 7,50 9.— 11.28 14,36 17,48 20,64 23.84 27,08 30,36 33.68 37 04 40,44 43,89 47.39 50.94 54,54 58.19 61,89 65 64 69.44 73.29 77,19 81.14 85,14 89 24 93.44 97,74 102.14 106 64 111.24 115,94 120.74 125,64 130.64 135,74 140,99 146,39 152,- Voor elke volg. klasse 5,61 meer. De heer DE FEIJTER wordt nu onze oude regeling geheel ovcrboord gegooid? De VOORZITTER: We konden, na aanne- ming der wijziging van de gemeentewet drie stelsels kiezen. We hebben gemeend de tegenwoordige te moeten vasthouden. De af trek voor f 50 per kind blijft behouden en de aftrek wegens levensonderhoud wordt bepaald op f 800. Burgemeester en Wethouders zijn van meening, dat het weinig kan opleveren om oo! inkomens beneden dat bedrag aan te slaan De heer DIELEMAN meent, dat het percen tage wel zal moeten worden verhoogd, maar enfin, dat zal dan later wel uitkomen. Het voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. 9. Vaststelling verordening op de invorde- ring eener inkomstenbelasting. Burgemeester en Wethouders stellen voor, vast te stellen de verordening op de invorde- ring van de plaatselijke inkomstenbelasting in de gemeente Axel, in werking tredende tege met die op de in de vergadering van heden vastgestelde verordening op de heffing dier belasting. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 3