u
Ing-ezonden JMededeelingen,
(Vervolg).
U
s
I Gld.
<L
i
s1!
GEMEENTERAAD VAN AXEL.
Vergadering van Dinsdag 19 April 1921,
i des namiddags te 2,MO uur.
Voorzitter de heer L. J. den Hollander, Bur
gemeester.
Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, C. Th.
van de Bilt, A. E. C. Kruijsse, J. Waijns, .1.
Dekker, J. M. Baert, F. Dieleman, J. de Feij-
te-r en M. Koster, benevens de Secretaris.
Afwezig de heer Ph. J. van Dixhoorn.
Artikel 34.
De werlanan, die op grond der militaire
wetten onder de wapenen moet komen, geniet
verlof, met inachtneming der volgende be-
paiingen
a. indien hij kostwinner is, behoudt hij het
volie loon, eventueele loonsverhoogingen inbe-
grepen, verminderd met het bedrag der rijks-
ver'goeding wegens militairen dienst, of, indien
hij den graad van onder-officier bekleedt, of
eeD hoogere positie in het leger inneemt, ver-
minderd met hetgeen hij uit dien hoofde ont-
vangt, na aftrek van 10 procent van de door
■de gemeente betaalde bezoldiging;
b. indien hij geen kostwinner is, behoudt
h*j 40 proeent van het voile loon, eventueele
loonsverhoogingen inbegrepen, met dien ver-
standa, dat, indien hij den graad van onder-
officier bekleedt of eene hoogere positie in hei
leger inneemt, de uitkeering der gemeente tot
10 procent van het loon wordt teruggebracht.
Straffen en ordemaatregelen.
Artikel. 35.
1. De werkman, die zich schuldig maakt
aan een vergrijp, kan worden gestraft met:
a schriftelijke berisping;
b. opdracht van overwork, zender daarvoor
loan te ontvangen;
c. inhouding van een of meer vacantiedagen;
d. niet-eervol ontslag;
2 Het overwork, sub c bedoeld, wordt niet.
op Zondag opgedragen.
3. De straffen sub a en b bedoeld, worden
opee'egd door het hoofd van dienst, nadat de
betrokken werkman is gehoord en worden
nauwkeurig ;:angeteekend in een daarvoor be-
stemd register, onder vermelding van de om-
standigheden, welke tot het opleggen der straf
hefcben geleid en in het dienstboekje.
Eerstbedoelde aanteekening wordt den be-
trokkene getoond, die ze voor, gezien teekent.
4. Indien de gestrafte bij het scheidsge-
rednt beroep instelt, wordt van de desbetref t'en-
de uitspraak in het register, in het vorige liu
bedoeld, aanteekening gehcruden.
5. De straffen sub c en d bedoeld, worden
opge-legd door Burgemeester en Wethouders,
gefooord het hoofd van dienst, de commis&ie van
bijs/tand, zoo die bestaat, en den werkman.
Burgemeester en Wethouders geven van de
dooj hen opgelegde straf onmiddellijk bij aan-
ge*eekend schrijven kennis aan den gestrafte,
■set opgave van de gronden, waarop het op
leggen dor straf steunt.
6. D® ten uitvoerlegging van de straffen
sub b, c en d wordt opgeschort gedurende den
tijd) van het beroep, bedoeld in art. 37 en dien
va* 'oehandeling der zaak bij het scheids-
gerecht.
Artikel 36.
Ale vergrijp wordt o.a. aangemerkt:
a. oaeerlijkheid in en met betrekking tot
den dienst;
h. het in en met betrekking tot den dienst
do®-" grove schuld of opzet doen ontstaan van jj
g'evaar voor leven of goed, toebrengen van
lidbamelijk letsel of veroorzaken van schade;
c. ergerlijk gedrag in of buiten den dienst;
d. het medebrengen of doen brengen van
Stephen drank naar of op het werk;
e. overtreding of niet nakomen van dit re
glement of van bijzondere voorschriften.
Ds> heer OGGEL stelt voor, sub c te lezen:
ergerlijk gedrag in of buiten dienst en vloe-
ken (en of) uiten van zedelooze of opruiende
taal";
en sub d te lezen: „het medebrengen of doen
brengen van sterken drank naar of op het
werk of zedekwetsende afbeeldingen en lec-
tuur of opruiende geschriften".
De heer KRUIJSSE: Wie zal uitmaken wat
vloeken is of wat moet beschouwd worden als
opruiende lectuur?
De heer OGGEL meent, dat dit van zelf
blijkt. Als men iemand opzet tot ongehoor-
zaamheid aan het over hem gestelde bevoegde
gezag.
De heer KRUIJSSE: Maar wie zal uit
maken wat een vloek is.
De heer DIELEMAN meent, dat de heer
Kruijsse naar den bekenden weg vraagt,
De heer KRUIJSSE: Het scheidsgerecht zal
dat dan maar moeten uitmaken.
Het artikel, aangevuld met de door den
heer Oggel voorgestelde wijzigingen, wordt
aangenomen met algemeene stemmen.
Art. 37.
1. Voor zooveel betreft de straf, bedoeld
in art. 35 sub a en b, binnen 8 dagen, nadat hij
de aanteekening in 3de lid van dat artikel be
doeld, voor „gezien" heeft geteekend en voor
zooveel betreft de straffen in dat artikel sub
c en d bedoeld, binnen 4 dagen na de dagtee-
kening van verzending van de in het 5e lid
beuoelde kennisgeving kan de gestrafte, door
middel van een schriftelijke kennisgeving- aan
Burgemeester en Wethouders, in beroep komen
bij het scheidsgerecht.
2. Op dezelfde wijze kan een werkman in
beroep komen bij het scheidsgerecht, wanneer
hem ontslag wordt verleend, mits hij daarvan
aan Burgemeester en Wethouders kennis
geeft binnen 8 dagen na dagteekening van het
aangeteekend schrijven, waarbij in dit geval
het ontslag ter kennis van den belrokkenc
wordt gebracht.
3. Burgemeester en Wethouders zenden de
kenr.isgevingen onmiddellijk aan den voor-
zitter van het scheidsgerecht.
Art. -38.
1. Indien het belang- van den dienst, naar
het oordeel van het hoofd van den dienst, dit
vordert, is het hoofd bevoegd den werkman
voorloopig te sehorsen en hem van het werk te
doen verwijderen.
2. De hoofden van dienst geven hiervan
onmiddellijk kennis aan Burgemeester en Wet
houders, de beslissing of de schorsing zal wor-
den gehandhaafd en eventueel het tjjdperk der
schorsing vaststellen.
3. Schorsing heeft geen inhouding van
loon tengevolge.
9. Seheidsgerecht.
Artikel 39.
Bij een eventueel geschil over de toepas
sing van dit reglement of voor eene beslissing
m beroep van de straffen vermeld in art. 40,
wordt er een Commissie voor gesehillen of
scheidsgerecht gevormd, bestaande uit drie
leden en even zooveel plaatsvervangers.
Het instellen dezer Commissie geschiedt
door Burgemeester en Wethouders, wanneer
daartoe het verzoek bij lien wordt ingezonden
door den secretaris van de bedrijfscommissie
Art. 10.
De samenstelling van eene Commissie voor
gesehillen of scheidsgerecht geschiedt als volgt:
j een lid en diens plaatsvervanger wordt
aangewezen door de in geschil of gestraft
zijnde partij;
een lid en diens plaatsvervanger door Bur
gemeester en Wethouders, en deze twee leden
wijzen het derde lid en diens plaatsvervangei
aan, welke als voorzitter optreedt.
De aangewezen leden of plaatsvervangende
leden mogen tot de in geschil zijnde partij ni<
in betrekking staan van bloed- of aanverwant-
schap.
Ambtnearen of werklieden in gemeente-
dienst, benoemd tot leden dezer Commissie
mogen zich aan deze benoeming niet onttrek-
ken.
Artikel 41.
De secretaris der bedrijfscommissie is te-
vens secretaris van de commissie voor geschil
len of scheidsgerecht.
Art. 42.
De plaatsvervangende leden nemen zitting
wanneer degene, die hij moet vervangen, wet-
tig verhinderd is. Het plaatsvervangend lid
wordt minstens 24 uren voor de zitting bericht
dat hij als zoodanig moet optreden.
Artikel 43.
Bij beroep tegen de opgelegde straffen, doet
het scheidsgerecht geen uitspraak, dan na par-
tijen te hebben gehoord.
Van het verhandelde wordt een rapport ge-
maakt, hetwelk op verzoek ter inzage wordt
gegeven aan de partijen, die bij het geschil
zijn betrokken.
Artikel 44.
Allen, die in dienst der gemeente werk-
zaam zijn, zijn verplicht gehoor te geven aan
eene oproeping van of namens de Commissie
voor gesehillen of scheidsgerecht, hetzij onj als
deskundige of als getuige te worden gehoord.
Indien de zitting tijdens de werkuren wordt
gehoflden, zal den werklieden permissie worden
gegeven zonder inhouding van loon.
Artikel 45.
D» voorzitter zorgt, dat de zaken op doel-
matige wijze tot eene beslissing worden ge
bracht.
Het scheidsgerecht moet als goede mannen
naar recht en billijkheid oordeelen. Het kan
geen beslissing nemen tenzi-j alle leden of hun-
ne plaatsvervangers aanwezig zijn.
Alle beslissingen geschieden bij meederheid
van stemmen.
Over alle zaken wordt mondeling gestemd.
Het eerst stemt het lid, dat door de werklieden
is benoemd, daartia het door Burgemeester en
Wethouders benoemde lid, en ten laatste de
voorzitter.
Indien plaatsvervangers zitting hebben,
geldt deze regeling ook voor hen.
Geen lid of plaatsvervangend lid, dat aan
de behandeling der zaak deelneemt, evenmin
als de voorzitter of diens plaatsvervanger, mag
zich van medestemmen onthouden.
Het scheidsgerecht beslist in het heogste
ressort. Ook is het bevoegd de uitgesproken
straffen, zoowel te verzwaren als te verlich-
ten, zoowel te bevestigen als op te heffen.
De uitspraak wordt met redenen omkleed en
onmiddellijk schriftelijk medegedeeld aan het
betrokken hoofd van den dienst en den werk
man, zoomede aan Burgemeester en Wethou
ders.
Artikel 46.
Na beslechting van het geschil of het beroep
der straffen, wordt de Commissie of het
scheidsgerecht door Burgemeester en Wethou
ders ontbonden.
De leden ontvangen hiervan schriftelijk be
richt.
De schrifturen welke op het onderwerp be
trekking hebben en de vastgestelde rapporten
worden geborgen in het archief der gemeente.
10. Beeindiging van den dienst.
Artikel 47.
Ontslag kan worden verleend:
Eervol.
op verzoek;
zonder verzoek;
wegens verminderde behoefte aan ar-
beidskrachten of opheffing eener betrekking;
b. wegens g-emis van de noodige geschikt-
heid voor de werkzaamheden, welke den werk
man zijn opgedragen;
c. wegens gebrekkigen of slechten gezond-
heidstoestand;
d. wegens het bereiken van den 65-jarigen
leeftijd;
II. niet eervol in de gevallen, bedoeld in
art. 35.
2. Ontslag wegens gebrekkigen of slechten
gezondheidstoestand kan niet worden gegeven
tijdens het genieten van ziekteverlof.
3. Ontslag wegens het bereiken van den 65-
jarigen leeftijd wordt gegeven met het einde
van het jaar waarin deze leeftijd is bereikt.
4. Burgemeester en Wethouders kunnen
besluiten den werkman na het bereiken van
den 65-jarigen leeftijd in functie te laten, doch
telkens slechts voor ten hoogste een jaar en
niet langer dan tot het einde van het jaar
waarin hij zijn 70ste levensjaar heeft bereikt'
Artikel 48.
1. De vaste werklieden die den dienst met
eervol ontslag wenschen te verlaten, zullen
het daartoe strekkend verzoek moeten indienen
ten minste vier weken voor den dag, waarop
zij het ontslag wenschen te doen ing-aan.
2. V aste werklieden kunnen in de gevallen
bedoeld in art. 47, le lid. I, 2e sub a, b en c
door Burgemeester en Wethouders, na inge-
wonnen advies van het hoofd van dienst en de
commissie van bijstand, zoo die bestaat. wor-
den ontslagen, met inachtneming van een ter-
mijn van vier weken, nadat hun daarvan schrif-
tijk mededeeling is gedaan.
3. De werklieden op proef kunnen in de
gevallen in het 2de lid bedoeld, op gelijke wijze
worden ontslagen met inachtneming van een
termijn van veertien dagen.
Artikei 49.
1Is de oorzaak van het ontslag* geleg'en
in mindere behoefte aan arbeidskracht of het
opheffen eener betrekking, dan wordt aan den
ontslagen vasten werkman, indien hij geen
recht op pensioen kan doen gelden, een wacht-
geld toegekend, gelijk aan het bedrag van den
pensioensgrondslag op het tijdstip van ontslag.
2. Dit wachtgeld wordt, behoudens het be-
paalde in artikel 51, ten voile uitgekeerd ge-
dtm ride ten hoogste drie jai-en, daarna tot een
bediag van drie vierde gedeelten gedurende ten
hoogste de daarop volgende drie jaren en ver-
voigens tot een bedrag van twee derde ge
deelten van den pensioensgrondslag.
Artikel 50.
1. Wanneer de op wachtgeld gestelde werk
man opmeuw in dienst van de gemeente wordt
aangesteld ter vervulling van een betrekking
in aard overeenstemmende met zijne vroegere
betrekking is hij gehouden. de nieuwe betrek
king aan te nemen.
2. Burgemeester en Wethouders beoordee-
len of de overeenstemming, in het lste lid be
doeld bestaat.
1.
I.
1°
2°
a.
Artikel 51.
De op wachtgeld gestelde werkman verliest
zijn recht op het hem toegekende wachtgeld:
a. zoodra hij aanspraak op pensioen kan
doen gelden;
b. wanneer hij weigert een aanstelling, als
in art. 50, le lid, bedoeld, aan te nemen;
c. zoodra hij een bezoldigde betrekking,
niet in dienst van de gemeente, aanvaardt, of
een winstgevend beroep uitoefent, behoudens
het bepaalde in art. 52.
Artikel 52.
1. Als de bezoldiging, welke verbonden is
aan de nieuwe betrekking, bedoeld in art. 50,
lste lid, of in art. 51 sub c of de inkomsten
bedoeid in artikel 51 sub c geringer zijn dan
de bezoldiging, genoten in de betrekking waar-
uit de werkman ontslagen is, vervalt een zoo
danig gedeelte van het wachtgeld, dat het over-
biijvend gedeelte met de bezoldiging van de
nieuwe betrekking of de inkomsten uit het be
roep, te zamen gelijk is aan de genoemde vroe
gere inkomsten.
2. Wordt de op wachtgeld gestelde werk
man in een tijdelijke betrekking geplaatst, dan
wordt de uitbetaling van het wachtgeld ge
durende het vervullen dezer betrekking ge-
schorst, indien de daaraan verbonden beloo-
ning met de in het lste lid genoemde vroegere
inkomsten gelijk staat, of die overt reft. Is dit
niet het geval, dan wordt gedurende het ver
vullen der nieuwe betrekking gehandeld als in
het lste lid is bepaald.
3. Burgemeester en Wethouders bcoordee-
ten het bedrag der bezoldiging aan d® vroeger
verVulde of de in art. 51, sub c, bedoelde be-
trekkingen verbonden en de verdiensten, uit
een vroeger uitgeoefend of in artikel 51, sub
c bedoeld beroep.
Artikel 63.
Bij overlijden van den op wachtgeld gestel-
den werkman is artikel 17 toepasselijk. met
dien verstande. dat hetgeen daar teuopzichte
van het loon is bepaald, geldt ten aanzien van
het wachtgeld.
Artikel 54.
De uitbetaling van het wachtgeld vindt
plants op dezelfde wijze als waarop het loon
wordt uitbetaald.
Artikel 55.
1. Den werkman, die na zijn ontslag recht
op pensioen kan doen gelden, kan uit de ge-
meentekas esn voorschot op het bedrag van
het hem toe te kennen pensioen worden ter-
leend.
2. Het bepaalde bij het eerste lid ig evan-
eens van toepassing wat betreft to® te kennen
weduwe- of weezenpensioen.
11. "V an de iasse arkeiders.
Artikel 56,
Do losse arbeiders worden aangenomen en
ontslagen door het hoofd van dienst.
Artikel 57.
De losse arbeiders ontvangen een uur-
of weekloon.
Artikel 58.
1.
In geval van 4iekt® ontvangt een les
arbeidei 70 van zijn uurioon wanneer hij in
het tijdvak, dat onmiddellijk aan de ziekte
voorafging, onafgebroken in dienst der ge
meente is geweest gedurende:
ffl ifl '5 t- X
N ID - h •-
i
a
V* 130 !?a x r-« -w
2. Als grondslag voor de berekening van
het ziekte-geld wordt aangenomen het loon,
genoten in de week, voorafgaande aan die
waarin de arbeider ziek werd.
3. De artikelen 18, 28. 29, 30, 31 en 32
zijn op de losse arbeiders van toepassing.
12. Van de jeugdige werklieden.
Artikel 59.
De jeugdige werklieden worden aangeno
men en ontslagen door het betrokken hoofd
van dienst, in overleg met de commissie van
bijstand, zoo die bestaat.
Artikel 60.
Om ais jeugdig werkman te worden aange
nomen moet men:
a. den leeftijd van t jaren hebben bereikt
en dien van 19 jaren niet hebben overschreden
b. voldoende lager onderwijs hebben ge
noten;
c. door een daartoe door Burgemeester en
Wethouders aangewezen geneesheer onderzocht
en voor de op te dragen werkzaamheden
liehaamlijk geschikt bevonden zijn.
Artikel 61.
Het loon der jeugdige werklieden wordt, op
voorstel van het hoofd van dienst, door Burge
meester en Wethouders bepaald, gehoord de
commissie van bijstand, ^oo die bestaat.
13. Slotbepalingen.
Artikel 62.
1. Wijziging van dit reglement zal niet
plaats hebben dan na verhoor van de hoofden
van dienst en de betrokken commissies van
bijstand, en nadat de werklieden in de ge-
jegenheid zijn gesteld hunne wenschen ken-
baar te maken, waarbij zij zich kunnen doen
bijstaan door een of meer bestuurders hunner
vakvereeniging.
2. Dit reglement zal binnen vijf jaren na
het inwerking treden worden herzien. Daarbij
geldt het bepaalde in het eerste lid.
Artikel 63,
Deze verordening kan worden aangehaald
onder den naam van „Warkliedenreglement."
Artikel 64.
Deze verordening treedt in werldng op
De heer DIELEMAN merkt op, dat straks
groepen zullen worden gevormd, voor de trac-
tamentsvaststelling. Hij meent, dat het dan
gewenscht is rekening te houden met de waar-
de van de betrokken werklieden, dat h.v. een
werkman die een vak verstaat meer waard Is
dan iemand die geen vak kent. Hij spreekt de
hoop uit, dat Burgemeester en Wethouders
daarop zullen letten.
De VOORZITTER deelt nog mede, dat de
stokers van de gasfabriek hebben gevraagd
om een stokers costuum en de werklieden der
straatreiniging om een oliejas en een pet, en
zulks om de 3 jaar. Hij vraagt, wat de raad
daarvan denkt.
De heer DIELEMAN: Is het ook bekend wat
dat moet kosten?
De VOORZITTER: Neen, maar dat kan toch
zooveel niet zijn.
De heer WEIJNS: Als we daaraan begin
nen kunnen de menschen van de secretarie ook
wel komen om een uniform.
De heer DIELEMANIk acht er wel iets
voor te zeggen; als de menschen van den
reinigingsdienst er met kar en paard op uit
moeten en ze hebben geen oliegoed aan, zijn zij
op korten tijd door en door nat. Met een ander
is dat ook wel het geval, maar die kan binnen
vluchten, terwijl zij op straat moeten blijven.
De heer OGGEL: Maar de menschen die in
het veld werken moeten toch ook zelf zorgen.
dat ze van regenwerende kleeding zijn voor-
aien Als we hieraan beginnen komen we op
een gevaai'lijk terrein.
De heer DE KRAKER: Is het voorstel van
Burgemeester en Wethouders om er aan toe
te geven en ook klompen en schoeisel te ver-
sGrekken
De VOORZITTER: Neen, het is alleen een
verzoek dat ze gedaan hebben en dat ik hier
taededeel, om te vememen of den gemeenteraad
er iets voor voelt.
De heer KOSTER: Ik acht het een gevaar-
L\jk terrein en beter, dat we er niet op ingaan.
Hij heft ook al bij ondervinding opgemerkt,
hoe het gaat met kleeding door publieke
liehamen verstrekt. Die wordt soros gebruikt
om te gaan visschen. Dat zou hier ook kun-
roorkomen als we een oliejas en laarzen
gave*.
De heer DIELEMAN: Er kan natuurlijk
van alles misbruik gemaakt worden; er zou
een bepaling kunben gemaakt worden, dat d<-
rorstrelctc kleeding voor een zeker aantal jaren
moet d ion en. Hij zou er wel wat voor voelen
om het toe te staan.
Hij stelt voor aan de stokers toe te staan
een linnen broek en jasje en aan de werklieden
een oliejas, broek en pet en een paar schoenen.
Daar dit voorstel niet wordt ondersteund kan
het niet behandeld worden.
Het reglement wordt alsnu in zijn geheel
met algemeene stemmen vast.gesteld. terwijl -
voorstel van den heer Kruijsse Burgemeester
Wethouders worden gemachtigd de door
aaswoming van versehillende amendemeoten
noodig gewordeu wijzigingen en eventueel noo
dige redactiewijzigingen aan te brengen.
6. Onbewonnbaarverklaring van de w®ningen
A No. 1»5 en 106.
Burgemeester en Wethouders stellen, inge-
volge advies der Gezondheidscommissie, ge-
zete4d te Ter Neuzen voor, onbewoenbaar te
verklaren de woningen A No. 105 en 106, aan
de X anaalkn.de en den termijn voor ontrui-
ming te bepalen op 6 maanden.
De buiten- en binnenmuren zijn verslete^
gascheurd, verzakt en door en door vochtig;
het dak is slecht en regent door, de dak
zijn totaal versleten;
de kozijnen, de ramen, de deuren, de luiken,
de -lorpels zijn alle versleten;
hsrt regenwater is onhruikbaai'.
D« heer KRUIJSSE wijst op de groote be-
dragen die worden besteed tot verbetering der
votkshuisvesting' door het bouwen van nieuwe
woningen, maar het spijt hem, dat er ook geen
fondsen zijn om eigenaars van zulke wonin
gen tijdig te helpen, opdat door voldoend on-
derhoud die woningen voor algeheelen onder-
gang zouden worden gered.
De heer WEIJNS: Kunnen die woningen
niet meer bewoond worden?
D® VOORZITTER: Ze zijn door en door
slecht en het is zelfs niet meer mogelijk ze
te herstellen.
De heer OGGEL: Ze hebben toch nog zes
maanden den tijd voor ontruiming.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
7. Voorstel tot vaststelling eener verorde
ning op de heffing van een inkomsteu-
belasting.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
vast te stellen de volgende
1 ERORDENTNG op de heffing van een
plaatselijke inkomstenbelasting in de
gemeente Axel.
Artikel 1.
Ten behoeve der gemeente zal jaarliiks wor
den geheven en plaatselijke inkomstenbelas-
Wag.
Artikel 2.
De grondslag der belasting is het jaarlijks
zuivar inkomen der belastingplichtigen.
Het zuiver inkomen wordt berekend volgens
de bepalingen van hoofdstuk 2 der wet op de
inkomstenbelasting 1914.
De bronnen van inkomen der gehuwde
vrouw, alsmede haar onder artikel 19 der wet
op de Riiksinkomstenbelasting 1914 vallende
schublen worden beschouwd als bronnen van
inkomen en schulden van haar man.
Het bepaalde in het vorige lid is niet van
toepassing:
lo. bij scheiding van tafel en bed;
2o. bij scheiding van goederen, zonder
scheiding van tafel en bed;
So. indien de vrouw voor zich het beheer
barer roerende en onreerende goederen en het
Tr"s "Tenot harer inkomsten heeft bedongen.
Nochtans wordt in de onder 2o: en 3o: be-
doeide gevallen. wanneer de beide echtge-
nooten binnen de gemeente wonen, de belas
ting naar hun gezamenlijk belastbaar inkomen
berekend en over hen omgeslagen in verhou-
ding van ieders belastbaar inkomen.
Artikel 3.
Met inachtneming van art. 244a, 244b, 244c,
245b en 245c der Gemeentewet worden in de
beia.sting aangeslagen alien, die zoodanig be
lastbaar inkomen hebben, dat zij daartoe in de
termen vallen; onverschillig of zij op zich zelf
wonen, dan wel bij anderen inwonen.
Artikel 4.
V an het zuiver inkomen van iederen belas-
tingplichtige wordt als onbelastbaar een som
van f 800,voor noodzakelijk levensonderhoud
afgetrokken.
Voor ieder kind of pleegkind van den be-
lastmgplichtige beneden den leeftijd van veer
tien jaar, dat niet zelf in de belasting is aan-
geslagen, wordt dit onbelastbaar bedrag ver-
meerderd met f 50,
Voor ieder persoon van 14 jaar en ouder, die
door ziels- of lichaamsgebreken niet in staat
is in zijn eigen onderhoud te voorzien en die
ten laste van den belastingplichtige is. wordt
drt- obeiastbaar bedrag nog vermeerderd met
j liHJ.
Als pleegkind van den belastingplichtige
wordt slechts aangemerkt, wie door hem als
een eigen kind wordt onderhouden en opgevoed.
Dengene, wiens zuiver inkomen het in dit
artikel bedoelde bedrag met minder dan f 5C>
overtreft, wordt niet in de belasting aan<^e-
slagen.
WERK, ONTSPANNING, SLAAP.
Werk, ontspaning en slaap, van elk acht
uren per dag', doen wonderen voor de gezond-
heid. Duizenden genieten echter veel te weinig
slaap en besteden te weinig tijd aan onspan-
ning- zij verstoren het evenwicht der lichame-
lijke gezondheid door overmatig werk.
Overwerking overlaadt het bloed met afge-
werkte stoffen en urinezuur. De nieren worden
overspannen en verzwakt door hun eindeloozen
strijd om een dusdanige hoeveelheid uit hes
bloed te filtreeren. Dientengevolge doen zich
verschijneelen voor als rugpijn, urinekwalen,
rheumatische pijnen, watei-zuchtige zwellin-
gen, duizeligheid, hoofdpijn, een vermoeid ge-
voel enz.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen geven de noo
dige hulp, als de nieren verzwakt zijn. Gepaard
gaande met een verstandige leefwijze ver-
mijding van overwerking, laat naar bed gaan,
zwaar verteerbare spijzen en alcohol; en door
te zorgen voor de noodige ontspanning en
slaap versterken boater's Pillen de nieren
en regelen zij de' blaas. Zij doen de pijnlijke
waarschuwingen van nierzwakte verdwijnen
en voorkomen de ontwikkeling van rheurna-
tiek, steen in de nieren en blaas, waterzucht,
ischias, nier- en blaasontsteking enz.
Onthoud echter, dat als gij weder gezond
zijt, gij moet trachten gezond te blijven zonder
geneesmiddekn. 36
ledere echtc doos Foster's Rugpijn Nieren
Pillen draagt de handteekening van James
Foster. Te Ter Neuzen verkrijigbaar bij Wed.
A. v. OverbeekeLeunis, a f 1.75 per doos.
Artikel 5.
Naar het overeenkomstig de vorige artikelen
berekend belastbaar inkomen wordt ieder be
lastingplichtige gerangschikt in een der klas-
sen van het bij deze verordening behoorende
tarief.
Artikel 6.
V an elk belastbaar inkomen wordt ieder
jaar belasting geheven in de verhouding, als
voor elke klasse aangewezen wordt door de be-
dragen, vermeld in de laatste kolom van het
bij deze verordening behoorende tarief.
Jaarlijks bepaalt de gemeenteraad het per
centage, waarmede de in het vorig lid bedoelde
bedragen zullen vermenigvuldigd worden, ten
einde den aanslag in de belasting te verkrij'gen.
Dit getal zal ook gelden voor de suppletoire
aanslagen over het betrokken belastingjaar.
Artikel 7.
Het belastingjaar begint met 1 Mei en ein-
digt met 30 April.
Artikel 8.
Deze verordening wordt voor de eerste maal
teegepast over het belastingjaar 19211922.
Voor het tijdvak van 1 Januari 1921 tot en
met 30 April 1921 wordt een afzonderlijk ko-
hier epgemaakt, op den grondslag der veror
dening van 10 December 1901, goedgekeurd
Xon. besluit d.d. 15 Januari 1902, No. 17, ge-
wijzigd bij Raadsbesluit d.d. 24 October 1917,
Koninkiijk goedgekeurd den 30 December 1917
No. 82,
TARIEF voor de heffing van een plaatselijke
inkomstenbelasting in de gemeente Axel.
Belastbaar
iak»inen.
tot en
dan met
50,—
100,—
150.-
200,—
250,-
300,-
350,—
■MXI,
450.
550.—
650.—
750,—
850.—
950,—
1050, -
17 I! 1150.—
18 1250
1350,—
1450.-
1550,—
1650,—
1750.-
1850,
1950.
2050,
2150,—
2250,—
2350.—
2450,—
2550,—
2650.—
2750.—
•2850,—
2950,—
3050,-
3150
3250.
3350,—
3450.—
3550, -
3650
3750
3850,—
3950,—
Gld.
50
100,—
150.—
200,—
250.—
300!-
350.-
400,—
450,—
550,—
650,
750,—
850,—
I 9"0,
1050,
1150,—
1250,—
1350,—
1450,—
1550,—
1650
1750,—
1850,-
1950,—
2050,—
2150.-
2250,—
2350,—
2450,—
2550
2610,-
2750, -
2850,—
2950,—
3< '50,
3150,
3250,
3350
3450,—
3550,—
3650,—
3750
3850,—
3950,—
4050,—
>- Ci
S -O Jij
41 ?n-S S
Gld.
25,-
75,-
125.-
175.-
225.-
27,5-
325.-
375,-
425,-
500!-
600.-
700.-
800,-
900.-
1000.-
1100,-
1200.-
1300.-
1400.-
1500,-
1600.-
1700.-
1800.-
1900.-
2000.-
2100,-
2200,-
2300.-
2400,-
2500.-
2600.-
2700,-
2800.-
2900.-
30CO.-
3100,-
3200,-
3300.-
3400.-
3500,-
3600.-
3700,-
3800. -
3900.-
4000.-
c
G
S o
C _ss
a
a cr w
tf-e
S
p
Gld.
10,-
75,-
100.-
Voor elke volgende klasse
100,meer.
0,80
1.20
1.60
1,80
2.20
2,40
2.60
2,80
3-
3,04
3,08
3,12
3,16
3.20
3.24
3,-.8
3,32
3 36
3 i"
3.45
3 50
3.55
3.60
3,65
3.70
3,75
3,80
385
390
3,95
4,—
4,10
4.2"
430
4,40
4,50
4.60
4.70
4.80
4.90
5
5,10
5.25
5,40
5.61
-2
C
SO
a> p:
iC c
SD
"3
CP
Gld.
0,20
0,60
0.80
0,90
1,10
1,20
1,30
1.40
1,50
2,28
3.08
3,12
3,16
3.20
3.24
3.28
3,32
3.36
3.40
3,45
3.50
3,55
3.60
3,65
3,70
3.75
3,80
3.85
3.90
3.9
4,
4.10
4.20
4.30
4,40
4.50
4.60
4.70
480
4 90
5,—
5jl0
5.25
5,40
5.61
.2
n
Blijft voor alle
volgende klassen
100.— 5,61
pet.
5,61
Gld.
0.20
0.80
1,00
2,50
3,60
4 80
6,10
7,50
9.—
11.28
14,36
17,48
20,64
23.84
27,08
30,36
33.68
37 04
40,44
43,89
47.39
50.94
54,54
58.19
61,89
65 64
69.44
73.29
77,19
81.14
85,14
89 24
93.44
97,74
102.14
106 64
111.24
115,94
120.74
125,64
130.64
135,74
140,99
146,39
152,-
Voor
elke
volg.
klasse
5,61
meer.
De heer DE FEIJTER wordt nu onze oude
regeling geheel ovcrboord gegooid?
De VOORZITTER: We konden, na aanne-
ming der wijziging van de gemeentewet
drie stelsels kiezen. We hebben gemeend de
tegenwoordige te moeten vasthouden. De af
trek voor f 50 per kind blijft behouden en de
aftrek wegens levensonderhoud wordt bepaald
op f 800. Burgemeester en Wethouders zijn van
meening, dat het weinig kan opleveren om oo!
inkomens beneden dat bedrag aan te slaan
De heer DIELEMAN meent, dat het percen
tage wel zal moeten worden verhoogd, maar
enfin, dat zal dan later wel uitkomen.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
9. Vaststelling verordening op de invorde-
ring eener inkomstenbelasting.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
vast te stellen de verordening op de invorde-
ring van de plaatselijke inkomstenbelasting in
de gemeente Axel, in werking tredende tege
met die op de in de vergadering van heden
vastgestelde verordening op de heffing dier
belasting.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
(Wordt vervolgd).