Ingezonden Mededeelingen,
de voorzitter, ik wil geen stemming uitlokken,
doch als er niet wordt gestemd wil ik geacht
•worden te hebben tegen gestemd.
De heer COLSEN merkt op, dat het voor-
nemeTL bestaat, ook aan de R. K. school zoo'n
kiasse in te richten, kan dat niet van invloed
zijn op het aantal leerlingen waar burgemees-
wr en wethouders op rekenen en zou dat geen
verandering kunnen brengen in het opge-
inaakte plan.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat bur-
gemeester en wethouders daarmede nog geen
rekening konden houden; pas met Mei a.s. zai
e'migszins blijken hoe het aantal leerlingen
zich verhouden zal. Evenwel gelooft hij, dat
de inrichting van de R. K. school geen aanlei
ding zal geven tot verandering in het bouw-
plan.
De heer VAN DEN OUDEN vraagt, of er
ook wel rekening is gehouden met de moge
lijkheid, dat hier een Hervormde school tot
stand komt.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat daar-
mede geen rekening is gehouden, doch, indien
die er kwam, zou wellicht een der scholen kun
nen vervallen.
Een stem: Die nemen dan misschien wel
eene school over.
Het voorstel wordt aangenomen met 8 tegen
2 stemmen. Voor stemmen de heeren Van den
Orden, Nolson, De Ridder, De Meijer, Colsen,
Eamelink, Geensen, Van Driel, Geelhoedt en
Van Hasselt; tegen stemmen de heeren De
jager en Scheele.
De heer Van Cadsand was tijdens de stem
ming niet ter vergadering aanwezig.
21. Aangaan eener geldleening van f 2100
voor het bouwen van 4 noodwoningen.
Burgemeester en wethouders, overwegende,
■dat de gemeenteraad op 4 November 1920 be
sioot tot den bouw van 4 noodwoningen nabij
de Dekberstraat
dat de uitvoering van dat werk is go arm d
aan den laagsten inschrijver, C. C. Nobeis
voor de som van f 10.958, van welk bedrag ten
l&ste der gemeente komt 1/10 gedeelte, alzoo
f 1095,80;
lat bii raadsbesluit van 4 November 1920
w«rd besloten tot aankoop van grond, waarop
gemelde woningen zullen gebouwd worden voor
een betlrag van f 1026;
dat alzoo het totaal ten la.ste der gemeente
bhivende bedrag is 2121,30;
dat in verband daamiede zal moeten worden
aangegaan eene geldleening groot (2100;
stellen voor te besluiten:
aan te gaan ten behoeve van het in de over -
wegingen van dit besluit aangeduide doel, te
gen den koers van minstens 95 en t cm
eene rente van hoogstens 7 per jaar ecu
geldleening groot f 2100;
de leening af te lossen in hoogstens 5 jaar;
n.1. de eerste 4 jaar telkens 400 en het laat
ste jaar f 500, tenzij de raad besiuite jaarlijks
tot een hooger bedrag dan het bovenomsehre-
vene af te leggen of de geheele leening in eens
af te lossc-n;
de gelden benoodigd voor rente en aflossing
dezer leening te vinden uit de gewone midde-
len dei- gemeente, zoo noodig door verhooging
der plaatselijke belastingen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
12. Wijziging van den ligger van wegen en
voetpaden.
Ingekomen is een schrijven van het bestuur
van den Oud-Vogelschorpolder, dat daarin be-
rieht, dat in de laatstleden gehouden vergade-
<-%g van ingelanden werd besloten tot het aan-
leggen van een tweetal wegen. n.nr. door den
Bonte- en den Visartpolder, teneinde bewonera
van den Oud-Vogelscnorpolder eene betere
v -binding met Ter Neuzen te doen verkrijgen.
Daarvoor werd overleg gepleegd met de pol-
-besturen van genoemde polders, welke hier-
tegen geen bezwaar hebben indien de Oud-
Vogelschorpolder de onderhoudsplicht dezer
-wegen op zich neemt.
Tevens verzocht het bestuur het bestuur van
den Visartpolder medewerking, om het gedeelte
weg, genaamd dijk van den Visartpokle; (No.
15 van den ligger der wegen en voetpaden in
de gemeente Ter Neuzen) van af de grens met
Westdorpe tot aan het ontmoetingspunt met
d n nieuwen weg te doen vci-vallen, daar dit
na. den aanleg van den nieuwen weg voor het
verfeeer geen beteekenis meer heeft.
Bij een aan gedeputeerde staten gericht ver-
z'-ek om goedkeuring voor den aanleg en den
onderhoudsplicht dezer wegen en het doen ver
vallen van het hovengenoemd gedeelte weg,
werd bij besluit van dit college, dd. 4/10 Fe-
bruari 1921, no. 143 goedgunstig beschikt.
Beleefd verzoekt het bestuur den gemeente
raad, under overlegging van eene toeiichtende
skuatieteekening, ingevolge art. 29, par. 1 van
het reglement op de weg-en en voetpaden, de
ontworpen wegen op den ligger te willen plaat-
sen en het bovengenoemd gedeelte van den dijk
van den Visartpolder van den ligger te willen
afvoeren.
De gemeentebouwmeester adviseert gunstig
op dit verzoek te beschikken,
Burgemeester en wethouders stellen voor, ln-
volge artikel 29, paragraaf 1 van het regle
ment op de wegen er. voetpaden in Zeeland,
vastgesteld 19 November 1909, te besluiten, dar
-e overeenkomstig de ingezonden teekening in
den Bonte- en den Visartpolder ontworpen
wegen op den ligger van de wegen en voetpaden
in de gemeente Ter Neuzen zullen woi-den ge-
p.aatst en het gedeelte van den bestaanden
weg op den dijk van den Visartpolder, van af
de grens der gemeente Westdorpe tot aan het
ntmoetingspunt met den nieuwen weg in den
Visartpolder van dien ligger af te voeren.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
13. Stemmen over art. 77 van de politie-
verordening, over welk artikel in de
vorige vergadering de stemmen staak-
ten en eindsteinming over de verorde
ning.
De VOORZITTER noodigt uit over te gaan
tot stemming over het amendement van den
heer De Jager op art. 77 der politieverordening,
strekkende om te bepalen, dat de herbergen!
in afwijking met de andere dagen, waarop dit
om 11 uur geschieden moet, des Zondags zul
len moeten gesloten worden des avonds te
10 uur.
Dit amendement wordt verworpen met 8
tegen 4 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van den Ouden,
Colsen, De Jager en Scheele; tegen stemmen
de heeren Nolson, De Ridder, De Meijer, Ha
melink, Geensen, Van Driel, Geelhoedt en Van
Hasselt.
Na de stemming zegt de heer Van Hasselt
zjch te hebben vergist.
De heer NOLSON wenscht, alvorens tot de
eindstemming wordt overgegaan, nog een po
king te doen, om art. 23a, het z.g. vloekver-
bod, weer uit de verordening te lichten. Dit
is er bij de eerste behandeling ingekomen,
rnaar hij is overtuigd, dat de raad daarmede
verkeerd heeft gehandeld, en het heeft bij een
rroot deel der bevolking een onaangenamen in-
druk gemaakt. Hij acht bovendien de bepaling
practisch niet uitvoerbaar. Wie zal uitmaken
wat een vloek is. Bekend is het, dat de Katho-
:?eken daarover ook anders denken dan de Pro-
testanten en de eerste sommige woorden niet
als v'oeken beschouwen, die laatstgenoemden
1'render wel rekenen. Hij voorziet, dat het
verhod in de practijk toch op niets uitloopt en
zoy he. daarom liever teruggenomen zien.
D ht r VAN DEN OUDEN zou in art. 21
no.v wenrchen opgenomen te zien, dat het in.de
k'om i.r gemeente vcrboden is te voetballen.
De VOORZITTER zai nader gelegenheid ge
ven daarover te spreken, maar wenscht thans
eerst te zien beslist over den wensch van den
heer Nolson.
De heer NOLSON geeft nader als zijn over-
tuiging te kennen, dat de bepaling, hoewel op
niets uitloopende, toch voor sommige menschen
in het bijzonder voor de arbeiders, overlast zal
kunnen veroorzaken, Het zijn juist de werk-
lieden, die, door de omstandigheden waaronder
zij arbeiden, allicht onbedaclit eens een vloek-
woord zullen uitspreken. Natuurlijk staan zij,
die kalmpjes thuis hun werk kunnen verrichten
en de renteniers aan dat gevaar niet zoo licht
bloot. Het zijn dus in de le plaats de arbeiders
die er aan bloot staan om daarvoor proces-
verbaal te krijgen. Nu voorziet spreker voor
hen geen veroordeeling- of strafoplegging, maar
als ze proces-verbaal krijgen hebben ze toch
al de onaangenaamheden en veriet verbonden
aan het vei-schijnen voor den kantonrechter.
Het heeft bepaald ook wel eenige verwonde-
ring bij spreker gewekt, dat de heer Van Has
selt voor dat voorstel gestemd heeft, aangezien
deze bij de behandeling van het werklieden-
reglement, toen hetzelfde onderwerp ter sprake
kwam over het vloeken en de mogelijkheid om
dat te verbieden een geheel andere meening
bleek te zijn toegedaan, dan thans uit zijn stem
in de vorige vergadering bleek.
Niet de omstandigheid, dat het a.rtikel aan-
leicling zou kunnen zijn, dat veel menschen
straf opioopen, doch omdat hij de bepaling zoo
scabreus vindt, stelt hij voor, die alsnog in te
trekken.
De heer DE JAGER verwondert zich, dat de
heer Nolson nu nog met een voorstel komt om
die bepaling terug te nemen, die toch tenge-
volge eene stemming van den raad, door de
leden met voile bewustzijn genomen, in de ver
ordening is opgenomen. Het doel is geweest
het tegengaan niet alleen van het vloeken,
maar ook van het uiten van onzedelijke taal en
als men soms hoort de taal die op straat worrit
uitgebraakt, zal toch ieder weldenkende moeten
erkennen, dat het gewenscht is, daartegen op
te treden, zoowei als tegen hen, die soms de
vloeken maar staan uit te zingen.
Wil de heer Nolson dan door het intrekken
van de bepaling aan de gemeentenaren te ken
nen geven dat ze hier maar zeggen kunnen
wat ze willen? Het bevreemdt hem zeer, dat
de heer Nolson, die toch zeker ook behoort tot
het Protestantsche deel onzer gemeente, dat
alles maar ongestraft zou willen toelaten. Wat
de meening betreft, dat de rechter de verorde
ning op dat punt niet zou kunnen toepassen,
dat behooren we af te wachten, en de raad be
hoort naar sprekers meening wel degelijk al
datgene aan te wenden, wat het peil der be
volking kan verhoogen.
De heer SCHEELE noemt het voorstel van
den heer Nolson een ellendig idee. Hij meent,
lat het niet aangaat, om, als eenmaal zoo'n
bepaling is aangenomen, een punt van ingrij-
penden aard, om te trachten daarop weer terug
te komen. Zijn hoofdbezwaar schijnt te zijn,
dat hij bang is, dat de kantonrechter de bepa
ling niet zou kunnen uitvoeren, omdat niet vast
staat wat een vloek is. Hij behoeft zich daar
over niet ongerust te maken. Er is in de wet
volstrekt niet omschreven wat een beleediging
is, maar als er teg-en iemand proces-verbaal
opgemaakt wordt wegens beleediging van de
Koningin maakt de rechter straks wel uit, of
de woorden beleedigend zijn ja dan neen, Zoo
zal het ook in dit geval gaan.
En wat de meening van den heer Nolson
betreft, dat de vloekers voornamelijk zouden
zitten onder de werklieden, daartegen moet hij
er op wijzen, dat er ook onder de hoogore krin
gen en middenstanders wel vloekers zijn. Al
hebben die meer ontwikkeling, zoo komen in
die kringen nog wel de ineeste godslasteringen
voor. Maar vooral komt, naar sprekers over-
tuiging- in kringen van menschen die beslist
hooger zouden moeten staan, het gebruiken van
onzedelijke taal veelvuldig vcor. Als de bepa
ling thans werd ingetrokken, zou de bevolking
van Ter Neuzen gaan denken, dat ze in dit op-
zicht een vrijbrief gekregen had. De raad moet
z. i. in geen geval op het voorstel van den heer
Nolson ingaan.
De heer DE RIDDER meent, dat het vloeken
zoowei onder arbeiders, gegoeden, als midden
standers voorkomt, maar dat, onverschillig wie
het doet, dit in het algemeen afkeuring zal
verdienen. Evenwel acht hij de bepaling niet
uitvoerbaar, omdat niet met zekerheid is uit
te maken wat vloeken is. De kantonrechter za:
niet bij machte zijn de bepaling toe te passen
en daarom zou hij het ook maar willen laten
vervallen.
De heer NOLSON geeft naar aanleiding van
het betoog van den heer Scheele te kennen, dat
het hier volstrekt niet bet geval is, dat hij er
bang voor is, dat de kantonrechter het verboa
niet zal kunnen toepassen, maar als het in de
practijk toch tot niets kan leiden, meent hij,
dat het beter is zoo'n bepaling maar niet op
te nemen. Hij heeft ook in geenen deele
beweerd, dat arbeiders meer zouden vloeken
dan andere kringen onzer maatschappij, maar
er alleen op gewezen, dat een arbeider er door
de omstandigheden van zijn werk eerder toe
komt als een rentenier die niets uitvoert.
Een intellectueele gaf den spreker als zijn
oordeel te kennen, dat de gemeenteraad van
Ter Neuzen naar het scheen de gemeentenaren
door politieverordening tot vromen wenschte
te maken. Spreker meent, dat het niet op den
weg van den gemeenteraad ligt, om aan inge-
zetenen eene godsdienstige overtuiging op te
dringen. Wat het beteugelen van het vloeken
en hot uiten van onzedelijke taal betreft, meent
hij, dat er wel andere wegen zijn om dat tegen
te g-aan. De ouders en de onderwijzers op school
behooren de jeugd op het verkeerde te wijzen.
De heer HAMELINK meent, dat zijn stand-
punt tegenover het vloekverbod wel bekend is;
hij keurt het vloeken af, maar was een tegen-
stander van het voorstel om de bepaling op te
nemen. Nu deze evenwel eenmaal is aange
nomen, kan hij geen steun verleenen aan een
voorstel om dit weer in te trekken. Hij meent,
dat het niet aangaat om op die wijze op be
sluiten in te trekken, want dan komt men nooit
aan een eind, dan kan daarvan wel iedere ver
gadering gebruik gemaakt worden. Hij zal dus
geen voorstel steunen, om op het genomen be
sluit terug te komen. lets anders zou het zi.in,
indien de voorstellers zelf met een voorstel tot
intrekking kwamen, omdat hun bij nader in-
zicht was gebleken, dat ze zich vergist hadden
of toch te ver waren gegaan.
Hij moet echter nog een wensch uitspreken.
Hij zou wensehen, dat, met het oog op dit ver-
bod, dat tot de zeldzaamheden in ons land be
hoort, evenals zulks voor beperking van de
snelheid van het motor-rijverkeer geschiedt,
bo- len werden geplaatst met het opschrift
da. men ook wel in verschillende herbergen
vindt ,,Hier vloekt men niet!" Dat zal zeker
noodig zijn, om te voorkomen, dat vreemdelin-
gen de politieverordening overtreden zonder
dat ze zich daarvan bewust zijn.
De heer COLSEN is het eens met de stelling
van den heer Hamelink; het voorstel is een
maal aangenomen en behoort nu naar zijne
meening ook te worden gehandhaafd.
De heer HAMELINK vestigt er nog de aan-
dacht op, dat zijn stem die hij nu tegen he
voorstel van den heer Nolson zal uitbrengen,
niet beteekent, dat hij voor een vloek-verbod
in de algemeene politieverordening is.
Het voorstel van den heer Nolson om art.
28a te schrappen, wordt verworpen met 9 tegen
4 stemmen.
Voor stemmen de heeren Nolson, De Ridder,
Van Driel en Geelhoedt; tegen stemmen de
heeren Van den Ouden, Van Cadsand, De
Meijer, Colsen, Hamelink, Geensen, Van Has
selt, De Jager en Scheele.
De heer VAN DEN OUDEN wijst er op, dat
het naar zijne meening niet opgaat, dat de
jeugd maar overal voetbalt; hij heeft niets te
gen dat spel, maar indien zulks geschiedt op
de Markt, in de Kersstraat, de Brouwerij-
straat e.d., levert dat hinder op voor de pas
sage en gevaar voor de ruiten.
De VOORZITTER meent, dat hij zijn doel
bereikt, wanneer aan de verboden opgenomen
in artikel 21 wordt opgenomen: ,,te voetbal
len".
Dan is verboden zonder vergunning van den
burgemeester op of langs den openbaren weg
te voetballen.
De heer HAMELINK maakt daartegen be
zwaar. Als het ,,op of langs" den openbaren weg
wordt verboden te voetballen, is het uitgeslo-
ten, dat jongens die geen lid zijn van de hier
bestaande voetbalclub „T. S. C." nog zouden
kunnen voetballen, want al de terreinen die
daarvoor thans ook door hen gebruikt worden
liggen langs den openbaren weg en hij meent,
dat zulks te ver gaat.
Hij acht het voldoende, indien wordt bepaald,
dat dit op den openbaren weg niet mag ge
schieden.
Hij wijst b.v. op het onbebouwde terrein
langs de Axelsche straat. dat nu ''on- de jon
gens nog al eens gebruikt wordt, er is toch
niets tegen, dat daar gevoetbald wordt, maar
dat is ook gelegen „langs" den openbaren weg.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat het
natuurlijk niet in de bedoeling zou liggen, daar
het voetballen niet toe te staan. Het is ook
niet de bedoeling van den voorsteller het voet
ballen in de kom geheel te verbieden, doch al
leen met toestemming van den burgemeester.
Daardoor wordt het mogelijk het voetballen op
de Markt en in de openbare straat tegen te
gaan. Dit is toch minder gewenscht.
De heer NOLSON acht het wel wat ver
gaand, als de jongens, als ze ergens willen
voetballen, daarvoor eerst vergunning moeten
gaan vragen aan den burgemeester.
De VOORZITTER wijst er op, dat het niet
de bedoeling is, de bepaling zoo uit te leggen;
de bedoeling is alleen het voetballen op den
openbaren weg tegen to g-aan,
De heer DE RIDDER is ook van meening,
dat, indien bepaald wordt, dat het voetballen
op terrein „langs" de openbare straat verboden
werd, er te veel terrein zou vervallen, de
meeste terreinen zijn langs de openbare straat
gelegen
De heer COLSEN kan zich ook niet met het
voorstel vereenigen; hij deelt mede, dat er
clubs zijn, die zich ten koste van groote finan-
cieele offers een terrein veroverd hebben. ech
ter langs den openoaren weg gelegen. Dat
zou dan weer waardeloos worden.
De VOORZITTER: Daar zullen we ze kalm
laten voetballen.
De heer NOLSON: Maar als ze geen ver
gunning hebben van den burgemeester krijgen
ze proces-verbaal.
De heer VAN DEN OUDEN gelooft nic
dat het zoo erg zal loopen, maar wijst op den
overlast, dien men er op straat vari kan heb
ben. Onlangs waren in de Bvouwerijstraat een
aantal groote lummels aan het voetballen en
hij acht dat daar er de plaats niet voor. Ze
kunnen dat beter doen op het terrein langs dc
slooperij by Van Eerdenburg.
De heer DE JAGER ziet in het voetballen
op zichzelf geen kwaad en gelooft ook, dat het
werkelijk kan leiden tot ontwikkeling van het
lichaam, maar meent, dat men er toch ook
voorzichtig- mede moet zijn en dat, indien het
een hartstocht wordt voor de jongens, het in-
tegendeel tot verwildering leidt.
Het voorstel van den heer Van den Ouden,
betreffende een voetbalverbod op de openbare
straat, gewijzigd door den voorzitter, om dit
op te nemen onder de verboden genoemd in
artikel 21, wordt verworpen met 8 tegen 5
stemmen.
Voor stemmen de heeren Van den Ouden,
Van Cadsand, Van Hasselt, De Jager en Schee
le; tegen stemmen de heeren Nolson, De Rid
der, De Meijer, Colsen, Hamelink, Geensen,
Van Driel en Geelhoedt.
Thans komt aan de orde de eindstemming
over de politieverordening.
De heer VAN DRIEL geeft te kennen, zoo-
als hij reeds tijdens de behandeling mededeel-
de, dat de verordening, wegens het opgenomen
artikel 23a voor hem onaannemelijk is. Tot
zijn spijt moet hij tegen stemmen.
De verordening wordt aangenomen met 8
tegen 5 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van den Ouden
Van Cadsand, De Meijer, Colsen, Geelhoedt!
Van Hasselt, De Jager en Scheele; tegen stem-
men de heeren Nolson, De Ridder, Hamelink,
Geensen en Van Driel.
14. Omvraag.
a. De heer DE MEIJER heeft vernomen,
dat bij den rijks waterstaat het voornemen be
staat, een kaaimuur te maken langs den Ooste-
lijken boon) van den middenkanaalarm. Hij
vraagt, of het niet gewenscht zou zijn, "de be-
trokken autoriteit te verzoeken den kademuur
zoo stevig te maken, dat het mogelijk is even-
tueel tramrails dichter bij den kademuur te
maken dan zulks thans aan den Oostelijken
kanaalarm is geschied, waardoor het lossen en
laden uit en in schepen veel gemakkelijker zou
zijn dan op genoemde plaats.
De VOORZITTER deeR mede, dat hij omtront
dien kademuur straks eenige mededeelingen
wenscht te doen in besloten vergadering.
b. De heer DE MEIJER heeft bemerkt, dat
f1,.1.? laatste dagen in hutsgezinnen besmet-
telyke ziekten voorkwamen,' zonder dat daar
van aangifte gedaan was, zoodat er ook geen
opschrift bij den ingang was aangebracht.^Hij
hoorde van een meisje, dat met roodvonk tec
school ging tot haar handen begonnen te ver-
vellen, juist de gevaarlijkste periode voor bc-
smetting. Welke maatregelen kunnen daar
tegen genomen worden.
De VOORZITTER deelt mede, dat het ver-
zwijgen van besmettelijke ziekten strafbaar is
volgens de wet. Indien geen geneeskundige
hulp wordt ingeroepen, is het moeilijk zulke
gevallen te weten te komen. Het eenige zou
zijn, de hulp van de hoofden der scholen en de
onderwijzers in te roepen, om van te hunner
kennis komende gevallen mededeeling te doen
c. De heer VAN DRIEL wijst op het ge
nus van privaten op de losplaats bij de tram;
dit is een gemis dat zeer gevoeld wordt. Be
staat er geen mogelijkheid te zorgen dat daarin
wordt voorzien.
De VOORZITTER zegt toe, dat hierover aan
de Zeeuwsch-Vlaamsche Tramwegmaatschap-
pij zal geschreven worden.
d. De heer COLSEN zou gaame wensehen
te weten, hoe het toch met de plannen voor
een waterieiding in Zeeuwsch-Viaanderen
staat. Als het nog- lang zou duren eer daar
van iets komt, zou hij willen voorstelien ten
behoeve der bewoners van Sluiskil een put te
graven in den Pierssenspolder; daar is het
mogelijk te beschikken over goed, drinkbaar
water.
De VOORZITTER deelt mede, dat het plan
voor het maken van een zinker door de Schelde
thans is ingekomen; men is thans bezig met
het berekenen der kosten en daama zullen
voorstelien worden gedaan tot het vormen
eener naamlooze vennootschap door de gemeen-
ten van Zeeuwsch-Viaanderen om de exploita-
tie ter hand te nemen.
De heer COLSEN voorziet, dat het nog wel
10 jaar kan duren.
De VOORZITTER hoopt niet, dat het zoo
lang duren zal.
e. De heer NOLSON wenscht ook de water-
voorziening te bespreken; er is nu bij het
heerschende watergebrek water aangevoerri.
doch op een gebrekkige en onvoldoende wijze.
Hij zou wensehen, dat burgemeester en wet
houders eens een onderzoek instelden naar de
mogelijkheid van het aanschaffen eener water-
schuit om daarmede in tijden van gebrek
water van de Zuid-Bevelandsche leiding aan te
voeren en dit bij de menschen die er hun
regenbakken mede wensehen te laten vullen te
laten bezorgen. Dat zou beter zijn dan zooals
het nu gaat, want niet ieder is in de gelegen
heid het water zelf te komen halen of te laten
halen. Natuurlijk bedoelt hij, dat dit zou moe
ten geschieden tegen vergoeding der kosten.
De VOORZITTER voelt wel voor het eerste,
maar meent, dat het tweede punt, het thuis be
zorgen minder aanbeveling verdient. Echter,
dat is van ondergeschikt belang, hij zal de zaak
bij burgemeester en wethouders ter sprake
brengen. Ook dat college is overtuigd, dat er
iets gedaan zal moeten worden, het aanschaf
fen van een watertank of iets dergelijks zal
niet kunnen achterwege blijven.
De heer HAMELINK vraagt, of burgemees
ter en wethouders overtuigd zijn, dat het aan-
gevoerde en aan de ingezetenen verstrekte
water goed drinkwater is en niet schadelijk
voor de gezondheid. Dan meent hij, dat de ver-
strekking toch op een andere wijze zou be
hooren te geschieden en degene die er mede be-
iast is, zooveel verantwoordelijkheidsgevoel
zou moeten bezitten, dat hij die verstrekking
goed verzorgd. Nu liet dit te wensehen over,
want hoe lang men ook pompte, de hak waar-
mede het water aangevoerd was bleef evenvol,
zoodat ten slotte. toen men toch maar bleef
pompen, aan de menschen gewoon kanaalwater
werd geleverd. Dat gaat toch niet op. Hij zou
het ook gewenscht achten, dat niet steeds tot
het laatste moment werd gewacht met het ver-
schaffen van drinkwater; er wordt eerst iets
gedaan als ongeveer alle menschen zonder
zitten.
De VOORZITTER deelt mede, dat het water
uit dc putten der staalfabriek is onderzocht en
dat dit goedgekeurd is voor het gebruik. Hij
vertoont een monster. Nu is echter gebleken,
dat de bak, waarmede het water werd aange
voerd, niet voldoende dicht was en er daar
door kanaalwater binnenstroomde. Daarop zal
natuurlijk worden g-elet. Burgemeester en wet
houders zijn overtuigd, dat er iets gedaan moet
worden, dat afdoende lijkt. Naar zijne mee
ning zou, indien destijds do plannen voor het
aanleggen eener waterieiding voor Zeeuwsch-
Viaanderen niet gerezen waren, de voorziening
voor Ter Neuzen wel al gereed zijn geweest
daar toen een zeer goed uitvoerbaar plan waa
gevormd, om dat plaatseiijk afdoende te rege-
len. Het beste zal zijn dat getracht wordt,
een dichte waterschuit aan te schaffen.
f. De heer HAMELINK herinnert, dat lu-t
nu 9 maanden geleden is, dat het de nieuwe
overeenkomst betreffende de electrische cen-
i rale is behandeld. Toen werd meegedeeld, dat
de centrale in Januari 1921 gereed zou zijn en
aan de ingezetenen onbelemmerd stroom zou
kunnen worden geleverd. Nu staat op het
oogenblik te zaak nog niet voor elkaar en er
zijn reeds stemmen die beweren, dat het werk
in den aanstaanden winter nog niet gereed
zal zijn.
Indien voor dit laatste werkelijk gevaar be
staat, zou hij willen vragen of burgemeester
en wethouders niet kunnen ingrijpen, opdat
tijdig zoodanige maatregelen getroffen wor
den, dat zij, die dit wensehen, zullen kunnen
aansluiten, en de centrale eindelijk zal kunnen
voldoen aan de verplichtingen die zij bij het
aanvaarden der concessievooi-waarden op zich
genomen heeft.
Ook zou hij wensehen te worden ingelicht,
of de laatstgebouwde 32 arbeiderswoningen der
woningbouwvereeniging zullen worden aange-
sloten. Niettegenstaande het aansluiten dier
woningen allereerst was opgedragen en die
woningen voor een deel vroeger waren be-
woond dan de middenstandswoningen, zijn de
laatste alle aangesloten en van de arbeiders
woningen nog geen enkele. Die aansluiting
wordt aan de huurders van laatstgenoemdc
woningen niet misgund, maar het spreekt toch
van zelf, dat de huurders der arbeiderswonin
gen het uitblijven van aansluiting hunner wo
ningen gevoelen als een besliste grief.
Voorts wil hij vragen waar nu die lichtpaal
biijft, die volgens een door den gemeenteraad
genomen besluit bij sprekers woning zou moe
ten komen.
Spreker herinnert, deze vragen reeds eenigen
tijd geleden schriftelijk aan den voorzitter te
hebben medegecteeld, gaame zou hij nu daar
over wat vememen.
De VOORZITTER deelt mede, dat op de cen
trale druk gearbeid wordt met het verbouwen.
Burgemeester en wethouders hebben zich cok
naar aanleiding van de verschillende door den
beer Hamelink genoemde punten tot de diree-
tie te Amsterdam gewend en het resnltaal
daarvan is geweest, dat deze de toezegging
heeft gegeven, dat de 32 woningen zouden
worden aangesloten, ook de door den heer Ha
melink bewoonde woning, terwijl de bedoeiae
lichtpaal zal worden geplaatst zoodra die klaar
is. Spreker zou hieromtrent een lang verhaal
kunnen miw meent, dat dit minder cer
zake u. in elk geval hebben burgemeester
en wethouders niet stil gezeten en hebben de
verschillende omstandigheden die zich voor-
deden met de directie der maatschappij te Am
sterdam besproken. Deze heeft toegezegd, de
verschillende moeilykbeden te zullen oplossen.
Er zou daarvoor ook nog- een der direeteuren
naar hier komen; op diens komst wordt nog
gewacht. De overtuiging werd verkregen, da'
de directie van goeden wil is.
De heer HAMELINK deelt mede, dat hij, in
gevolge den wenk van den voorzitter, heeft ge
tracht aansluiting aan het net te vragen. Hij
deed dit, om secuur te zijn, per aangeteekend
schrijven aan het adres van den administra-
teur deT electrische centrale alhier. Die brief
is echter door hem geweigerd terug ontvangen,
waarmede hij burgemeester en wethouders
heeft in kennis gesteld. Hij vraagt, of, indien
de woningen worden aang-esloten, dan ook zijn
aanvraag zal worden behandeld.
De VOORZITTER deelt mede, dat de direc
tie heelt toegezegd, dat ook zijn woning zal
worden aangesloten.
De heer HAMELINK wenscht nog te vragen,
hoe het nu g-aat met de bepaling van den
stroomprijs. Volgens de mededeeling van den
wethouder Van nasselt, bij de bespreking der
nieuwe voorwaarden, zou de prijs elke drie
maanden worden vastgesteld in verband met
den marktprijs der kolen. De marktprijs der
kolen is thans sterk gedaaid, doch de stroom
prijs niet. Vindt dit misschien zijn oorzaak in
de omstandigheid, dat de maatschappij nog
ruimschoots is voorzien van dure kolen en dat
we met dien hoogen prijs moeten blijven zitten
tot die kolen verbruikt zijn? Maar dat is dan
toch niet volgens den regel, dien als geldend
door den heer Van Hasselt aan den gemeen
teraad is toegezegd.
De VOORZITTER zal op deze vraag het
antwoord moeten schuldig blijven. Hij mist de
gegevens, om daarop thans antwoord te geven.
Hij meent echter, dat de heer Van der Lubbe
de kolenrekening heeft ingezonden en dat in
v -band daarmede de prijs fcerekend v. >rdt.
DRIE BELANGRIJKE VRAGEN.
Worden nier-waarschuwingen begiepen
Beseft men het gevaar Zou het niet verstan-
dig zijn om een bewezen weerstandsmethode
aan te nemen?
Rugpijn, duizeligheid, prikkelbaarheid, slape-
loosheid, urinekwalen, zenuwovei spanning,
loome dagen en slapelooze nachten, stijve en
gezwollen gewrichten en pijnlijke spieren
dat zijn de waarschuwingen. En gevaar volgt
spoedig, want verwaarloozing- doet emstiger
verschijnselen ontstaan als rheumatiek, vor-
ming van steen, spit, isehias, graveel, nier- en
blaasontsteking, waterzucht en urinezuur-ver-
giftiging.
De weerstand hangt af van de volkomen
filtratie van het bloed door de werkzaamheid
der nieren. Alles zou goed gaan, indien de
regels van de natuur: gezond verstand, eenr
voudig voedsel en geregelde gewoonten, werden
toegepast. Maar ronduit gezegd, krijgt de na
tuur geen voldoende kans. De nieren worden
vaak tot de grens van uitputting overspannen,
en dan pas denkt men na.
Draal niet in twijfel. Vermijcl de gevolgen
van verwaarloozing. Behoed de nieren met
Foster's Rugpijn. Nieren Pillen. Zij versterkien
de nieren, lenigen de blaas, en hun werking
doet de verschijnselen, door verzwakking van
deze organen veroorzaakt, verdwijnen.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen (let er op.
dat de handteekening van James Foster op de
doos voorkomt), zijn te Ter Neuzen verkrijg-
baar bij Wed. A. van OverbeekeLeunis, a
f 1,75 per doos. 36
De heer HAMELINK vestigt er de aandacht
op, dat het gemeentebestuur met de rekening
niets te maken heeft, als de marktprijs den
prijs van het licht moet beslissen. En dat was
de stelling van den heer Van Hasselt.
De heer VAN HASSELT zegt overtuigd te
zijn, dat de prijs van den dag- ook niet zooveel
zal verschillen met den prijs genoteerd op de
factuur der kolen.
De VOORZITTER kan, indien de heer Ha
melink dat wenscht, in een volgendc vergade
ring nadere mededeelingen doen, maar meent,
dat men nu de zaak niet al te ver moet door-
drijven. Burgemeester en wethouders krijgen
de opgaven van den kolenprijs en in verband
daarmede en de kolenelausule in de eoncessie-
voorwaarden is de prijs vastgesteld.
g. De heer COLSEN wijst er op. dat tnans
uit de opbrengst van het keurloon blijkt, dat
dit veel te hoog gesteld is en dat de gemeente
daarop winst zal maken, hetgeen niet geoor-
loofd is. Men moet maar eens zien, hoeveel
keuringen tot 20 Maart jl. reeds waren ver-
richt. Naar zijn raming zou er wel 120©
overichieten. Wijziging is dus noodig.
De heer HAMELINK: Dat wordt dan een
nieuwen vetpot!
De VOORZITTER raadt aan, maar eens te
wachten tot bij de volgende begrooting, dan
kan men eens zien hoe de zaak staat en blijkt
dan dat er te veel wordt ontvangen, dan kun
nen maatregelen worden genomen. Het zai
echter nog sterk de vraag zijn, of er overschot
zal zijn, aangezien er nog verschillende konink-
lijke besluiten in zake slagerijcn enz. in de
lucht hangen, die ook zeer goed tot het doen
van uitgaven aanleiding kunnen geven.
De vergadering wordt te 5.30 uur geschorst
tot 7 uur.
Voortgezette vergadering te 7,30 uur na-
middags.
V oorzitter de heer J. Huizinga, burgemeester.
Tegenwoordig alle leden, uitgezonderd de
heer Colsen.
Na opening der vergadering wordt de open
bare sitting door den voorzitter geschorst,
die. overgaat in eene sitting met gesloten
deuren.
Na het weder openbaar worden der vergade
ring komt aan de orde:
15. Behandeling reclames tegen plaatselijke
belastingen.
De VOORZITTER deelt mede, dat in oe
vergadering- met gesloten deuren ter zake van
ingekomen reclames de volgende beslissingen
zijn genomen:
a. in zake het navorderingskohier over
1919/20:
gehandhaafd zijn de aanslagen van: L. J.
van der Moer, H. Overdulve, F. J. van der
Plassche, M. Dees, C. de Kubber, M. Brandes,
P. Hamelink. A. Bootsgezel, J. J. de Jager, K.
Dees, Mi Kielen, Jac. van Dron len, C. J de
Clerck, F. H. van der Peijl, A. J, van der Sloot,
P Vaal, A. Moggre Sr., Ch. Lauret;
teruggebracht is R. Visser van de 40e naar
de 36e kiasse:
van het kohier afgevoerd zijn: Kanteis
en wed. Jac. Oppeneer.
b. betreffende het suppletoii kohier van
den hoofdelijken omslag:
gehandhaafd zijn de aanslagen van F. Pen-
neman, P. Loof en J. de Lee;
teruggebracht zijnR. Vermeulen van de 20e
naar de 16e kiasse, J .B. van den Broeck van
de 17e naar de 16e kiasse;
van het kohier afgevoerd is Jan Mobach.
16. Ontheffing wegens plaatselijke belas
tingen.
Overeenkomstig het voorstel van burge
meester en wethouders wordt, ter zake van in
gekomen verzoeken afschrijving verleend:
a. wegens hoofdelijken omslag aan: erven
H. W. Allaart f208,82, A. F. L. de Bakker
f 22.04 UM .de Bart t 2.04, .J. van Beveren
f 7,35, B. Boere f 2,33, L. van Borren 6,04V2.
von Brucken Fock 8,69, Ph. Coppieters
23,91, P. J. van Damme f5,61%, G. Drabbe
5,02%, P. van Es 55,67, M. J. van der Est
f 3,41, P. C. A. A. Fenijn f 42,80, A. den Exter
2,40, C. A. Geure 11,80, H. L. F Hageman
L. G. A. van Ileek (20,52, j Hommes
1,70%, wed. S. van der Hooft f 1 60, P Hoo-
gerheide f 6,65%, A. Jansen f 8 42% P E M
Kuijpers (9,99, J. Kamp di,30%, A. Leunis
f 6,54%, A. Loekemeijer f 1,11, A. C. Manikus-
Van Nes f8,05%, C. Michielsen /8,42%, J
Notebaart 12,08%, W. Philipse f 3 72% Ph'
Pieters j 10,07%, C. ue Pooter f 13,28%,' M.
Romeijnsen f 6,28, D. de Ruijter 5,58 L. W
Rijnberg f 16,11, J. B. Smet f5,54%, A Spe-
ieman 20,15, A. Standaert /7,02, E. A Sijs
5,02%, A. J. Toebes f 11,95%, C. Verhelst
10;,90%, C. de Visser f 14,70, M. van der
Wiel f 4,34%, P. van den Woestijne /23 91
Jan van Wijck /3,24;
afgewezen is het verzoek van H. Frederik-
senDieleman
b. wegens schoolgeld:
over het 2e tijdvak 1919 aan M. Leunis fb 04;
over het derde tijdvak 1919 aan M. Leunis
5,76;
over het eerste tijdvak 1920: G. Kroon f 1,54
M. Leunis f 2,24, R. Leunis f 4,80, Th van de
Wmckel f 3,20, J. A. Riemens /2;
afgewezen zijn de verzoeken van D van
Langevelde en S. J. Nijssen;
over het tweede tijdvak 1920 aan L J van
Dnel 0,61, J. F. Minnik f 1,40, G. Veriinde,
T 1,60, A. J. Dieleman 1,22%, C. R. Leunis
2,97, P, Geelhoedt f0,78%, R. Leunis f0,63;
over het derde tijdvak 1920: aan G. Verlirde
r 3,20 en F. J. van der Plassche 2,56;
c. wegens hondenbelasting: aan J. P
Scheele f 6 en M. de Kraker 3