T*r Feuzsascfce Cour&nt
Yrijdag i8 Maart 1921. No 7122.
TWBBDB BLAD.
BINNENLAND.
SLMEN8DE BEBICHTENe
DE ACHT-URENDAQ.
De Kamer van Koophandel te Gouda
heeft een adres gericht aan den Minister
van Arbeid, waarbij gewezen wordt op de
steeds grooter wordende moeilijkheden
welke de handhaving van den 8urigen ar-
beidsdag met zich brengt, zoodat met recht
van een stijgend verzet kan worden ge-
sproken.
Immers talrijke industrieen zien met
vrees h et oogenblik naderen, waarop zij
gedwongen zullen worden hunne bedrij-
ven geheel ot gedeeltelijk stop te zetten,
omdat het onmogelijk is aan de mededin-
ging van het buitenland meer het hoofd
te kunnen bieden.
Daardoor zou de ongunstige tocstand in
Handel en Industrie licht een algemeene
ramp kunnen worden, zoowel voor werk-
gevers als voor werknemers.
De Kamer dringt derhalve bij den mi
nister om tijdelijke buitenwerkingstelling
van den Surigen arbeidsdag aan.
DE CANDIDATUUR-
„H AD-JE-ME-MAAR".
Met eenige jeugdige vrije socialisten,
die zijne candidatenlijst zouden inleveren,
is Dinsdagmorgen C. de Gelder (Had-je-
me-maar), door den fotograat van een ge-
illustreerd blad per auto paar het raad-
huis te Amsterdam gebrach*.
Daar werd hij naar kamer 40 verwezen,
om zijne handteekening en die der beide
andere candidaten op die lijsten, te la-
ten verifieeren. Na voor den fotograat
te hebben geposeerd (het gigarenkistje
ontbrak niet), achtte de candidaat zich
geroepen, zij 'took in vogelvlucht, zijn
gemeenteprogram te ontwikkelen. Hij
sprak van de jajem (jenever), die op vijt
cents per borrel moest komen, want „wie
geen jajem drinkt is een snoeper". Het
brood op eit, het vet op 35 cent, en dan
„die inrichting voor algemeen nut op het
Rembrandtsplein weg, daar stoot elk fe-
soendelijk mensch zijn neus an."
Na met vrij vaste hand, 't was nog
vroeg, zijn naam te hebben gezet, nam
hij zijn ieeg sigarenkistje onder den arm
en strompelde weg, aan hen die hem pas-
seerden, luide toevoegende: „kijk me
maar is an, ik kom er vast".
DOODELIJK ONGELUK.
De heer H. Petten ,wethouder te Stap-
horst, reed gisteren met paard en wagen
langs het Lichtmiskanaal, toen de Dedems-
vaartsche stoomtram hem van achteren in-
haalde. Het paard schrikte, maakte spron-
gen en de wagen kwam in botsing met
den bagagewagen van de tram. De heer
Petten werd van den wagen geslingerd en
overleed bjjna onmiddellijk. hen koopman
die met hem reed kreeg verwondingen.
EEN WOESTELING.
Te Amersfooirt heeft zekere F. V., die
ondanks het tapverbod toch dronken was.
thuis eerst zijn vrouw mishandeld en daar"
na ernstig meeningsverschil gekregen met
een buurvrouw. Toen ging hi] de straat
op en bracht een onschuldige voorbijgang-
ster met zijn mes een levensgevaarlijke
wonde achter het oor toe. Een politie-
agent kon haar een noodverband aanbren-
gen, waarna de vrouw in het ziekenhuis
verbonden werd. De dader werd gearre-
steerd. Deze ongunstig bekend staande
man had nog eenige weken tegoed voor
«-.en vroegere vechtpartij. Hi] moest door
de politie beschermd worden tegen de
woede van het publiek.
BROEDERMOORD.
Maandagmiddag om 5 uur heeft de 24-
jarige Nicolaas Hendrik de H. zijn broer
Hendrik de H. met een revolver van het
leven beroofd.
N. H. De H. een tengere man, woont
op de Stroomarkt te Amsterdam, waar
hij beneden een timmerwinkel heeft, Bo-
ven hem wonen zijn moeder en zijn zuster.
De timmerman, die veel misbruik maakt
van sterken drank, was gistermiddag bo-
ven, in zijn moeders woning, in beschon-
ken toestand, toen zijn broer Hendrik, een
robuste kerel, en een goede bekende van
de politie, op bezoek kwam en geld wilde
hebben.
De timmerman zeide, dat er geen geld
was, wat een woordenwisseling tengevol-
ge had.
Op een oogenblik heeft Nicolaas Hen
drik een revolver uit een kast genomen
en zijn broer Hendrik doodgeschoten.
Zijn zuster, die het rumoer hoorde,
waarschuwde onmiddelijk de politie.
Toen deze kwam, was de dader bezig
zijn slachtoffer te wasschen en te verbin-
den.
Nicolaas liet zich gewillig naar het po-
litiebureau leiden. Hij zeide uit zelfver-
dediging gehandeld te hebben, daar zijn
broer hem eerst met een steekbeitel
te lijf wilde.
Inderdaad lag in de kamer een beitel
maar er was geen aanwijzing, dat deze
in handen was geweest, tijdens den twist.
De vermoorde had een schotwond in de
linkerborst. De revolver was van klein
kaliber.
EEN NIEUWE AANWENDING DER
VLIEGMACHINES.
In het vliegtuigkamp te Villacoublay in
Frankrijk hebben belangrijke proefnemin-
gen plaats gevonden met een groote vlieg-
machine ten behoeve van medici, in te-
genwoordigheid van den Minister voor
kolonien en den staatssecretaris voor avi-
atiek.
De machine is een tweedekker van
jjet Bregquet-type en wijkt at van andere
machines door de gelegenheid die zij
biedt om gewonden te vervoeren en door
de aanwezigheid van een compleete in
richting van chirugische instrumenten. De
machine is zoo geconstrueerd, dat zij ook
Rontgenapparaten kan medenemen. Zij
heeft een volledige sanitaire en desinfec-
tie-inrichting, benevens operatietatels. Er
zijn voldoende verbandstoffen en medica-
menten aanwezig voor 30 belangrijke ope-
raties.
Drie van deze machines worden reeds
gebruikt in West-Atrika en Indo-China.
MOORDEN.
De moordenaar Friedrich Schumann, die,
naar we indertijd hebben geineld, in de
omgeving van het Falkerihagermeer bij
Spandau, een aantal moorden heeft ge-
pleegd en daarvoor op 13 Juli 1020 zes
maal ter dood en tot levenslange tucht-
huisstrat is veroordeeld, verzocht direct
na de uitspraak van het vonnis en se-
dert dien nog herhaalde malen, zoo spoe-
dig mogelijk ter dood gebracht te wor
den. Hij wacht echter nog steeds op de
voltrekking van het vonnis, daar het Prui-
sische ministerie dit nog niet heeft be-
krachtigd.
GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN.
VAN
Vergadering van Donderdag iO Maart 1921,
des voormiddags 10 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge-
meester.
Tegenwoordig de leden: L. J. Geeihoedt, L.
T. van Hasselt, J. .1. de Jager, D. Scbeele, H.
J. van den Ouden, P. van Cadsand, R. G. E.
Nolson, G. de Riddefr, F. B. G. de Meijer, H. J.
Colsen en N. A. Hameiink.
Afwezig de heer P. C. Geesen.
Vervolg.)
6. Vaststelling algemeene poliiieverorde-
ning.
In de raadsvergadering van 31 Juli 1920
werd, nadat de verschillende artikelen van de
concept-politieverordening waren aangenomen,
de verordening bij eindstemming verworpen
met 7 tegen 5 stemmen.
Waar ons uit de besprelcingen gebleken is,
dat de grootste bezwaren werden gemaakt
tegen de ontworpen artikelen 82 en 83, komt
het ons gewenscht voor, art. 82 te wijzigen en
in overeenstemming te brengen met den be-
staanden toestand, en art. 83 uit de verorde
ning te lichteri. Tevens wenschen wij nog
eenige andere wijzigmgen aan te brengen.
Burgemeester en wethouders stellen er prijs
op, dat de verordening thans door den raad
zal worden vastgesteld. Juist is het, dat ver
schillende artikelen uit oude verordeningen zijn
overgenomen, omdat bleek, dat die bepalingen
in de practijk goed werkten. Waar is het
evenwel ook, dat verschillende nieuwe artike
len zijn ingevoegd, welke ook zullen zijn in het
belang der gemeente. Bovendien en dit lijkft
ons mede een groot voordeel -zijn nu ver-
schiilende strafwetgevende bepalingen in eerie
verordening samengevocgd, wat een veel beter
overzicht geeft.
Dat in een strafverordening wel eens dingen
worden verboden, die practisch gesproken, niet
verboden moesten zijn, mag waar wezen, even
zeker is het, dat men soms iets moet verbieden
om in bepaalde gevallen te kunnen ingrijpen.
Dergelijke bepalingen komen in alle strafver-
ordeningen, ja, ook in de strafwet, voor. Men
moet evenwel aannemen, dat ook de agenten
van politie practische menschen genoeg zullen
zijn om in dergelijke gevallen alleen dan pro-
ces-verbaal op te maken, als ingrijpen noo-
dig is.
In verband met bovenstaande bieden wij
uwen raad hierbij een nieuwe concept-politie
verordening aan, waarbij rekening is gehouden
met de gemaakte wijzigingen tot in de verga-
dering van 22 Juli 1920.
Verder stellen wij nog eenige wijzigingen
voor en wel:
Art. 23. Burgemeester wijzigen in burge
meester en wethouders.
Art. 42. Burgemeester wijzigen fn burge
meester en wethouders.
Art. 51. Het woord „paarden" laten ver-
vallen.
Art. 71. 14 K. M. veranderen in 15 K. M.
Ar-t. 82 lezen als thans in het concept is op-
genomen, en art. 83 te laten vervallen.
Wij doen ook het laatste voorstel, omdat
ons tijdens de besprekingen algemeen is ge
bleken, dat men dit tapverbod liever niet op-
genomen zag in de politieverordening.
Spreekt de raad zich nog in meerderheid
uit voor een tapverbod, dan zullen we voor die
materie een afzonderlijke verordening ont-
werpen.
De VOORZITTER geeft gelegenheid tot het
houden van algemeene beschouwingen.
De heer DE JAGER wenscht daarvan ge-
bruik te maken, door zijn leeflwezen te be-
tuigen, dat deze verordening thans nog in be-
handeling moet komen, als gevolg van de om-
standigheid, dat de verordening die in de ver-
gadering van 22 Juli 1920 was behandeld.
Nadat omtrent verschillende principieele arti
kelen bij de behandeling eene beslissing was
genomen, heeft zich ten slotte eene meerder
heid gevormd, die meenende, dat enkele artike
len nadeelige gevolgen zouden hebben, de
geheele verordening verwierp. De thans inge-
diende verordening is van een geheel andere
strekking dan de vorige. Als mannen van
rechts meende de fractie van sprekier aan de
vorige sympathie te kunnen betuigen, omdat
die verschillende bepalingen bevatte tot bevor-
dering van de eerbaarheid en zedelijkheid. Het
thans ingediende ontwerp wijkt daarvan ten
eenenmale af.
Spreker vraagt zich af, hoe het mogelijk is,
dat de meerderheid van het coRege van burge
meester en wethouders, die het vorige ontwerp
indiende en het rtoodig oordeelde bepalingen
voor te stellen ter bescherming van eerbaar
heid en zedelijkheid daarvan thans afwijkt. Hij
kan niet begrijpen, dat het college dat het
oude artikel 22 en 83 voorstelde en te kennen
gaf dit met voile vrijmoedigheid te kunnen doen,
daarvan thans is afgeweken. Wat artikel 83
betreft (een tapverbod op verschillende dagen)
is toch ook de meening- van den wethouder
Van Hasselt voldoende bekend, waar deze bii
de behandeling te kennen gaf de overtuiging
te zijn toegedaan, dat het bedrijf van vergun-
ninghouder nadeelig is voor de maatschappij
en dat het geoorloofd was, daartegen maat-
regelen te nemen, in welk verband hij wees
op de bookmakerskantoren te Vlissingen en te
Middelburg die ook moesten worden opge-
heven, al bracht dit aan velen voordeel.
En waar voorts het pnncipe van den voor
zitter in dit opzicht ook bekend is, daar moet
spreker vragen, ho^ het toch mogelijk is, dat
het voorstel van thans zoo afwijkt van het
vorige. Hij vraagt daarom, of het college van
burgemeester en wethouders het omtrent' dit
voorstel eens zijn, daar ook van het vorige werd
meaegedeeld, dat ze omtrent hun voorstel ho-
mogeen waren. Indien dit thans zoo is, zou
hij dit nog te meer betreuren. Hij kan hieraan
ook nog toevoegen, dat, indien de raad in zijn
meerderheid de verordening zou aannemen,
zooals die thans is mgediend, hij zich daar di.
voorbaat tegen wenscht te verklaren.
De heer SCHEELE veronderstelt, dat dege-
nen die het standpunt van hem en zijne frac
tie kennen, wel zullen verwachten, dat hij zich
niet bij deze voorstellen kunnen neerleggen,
en kondigt daarom aan, dat zij hunne krachten
en gaven zullen inspannen, om de verordening
op verschillende punten naar hun wensch ver-
beterd te krijgen.
Het heeft hem ook grooteiijks verwonderd,
dat burgemeester en wethouders, did in het
vorige ontwerp een flink stuk> hebben geieverd,
dat ook strekte tot geestelijke en zedelijke ver-
heffing van het volk, thans blijkbaar voor alle
kleinigheden uit den weg zijn gegaan. Bij de
behandeling- der artikelen werd voor verschil
lende bepalingen in den raad een meerderheid
verforegen, doch omdat men bezwaar had
teg'en enkele bepalingen, werd de verordening
ten siot tfc bij eTffHstemmjihg verwptpen. De heer
Har»tfmk achtte noOdig- meet vryheid op den
Zibndag, de heer De Meijei-rtneende, dat meer
vrijheid voor muziek moest worden gegeven.
Toen werd de verordening door de meerderheid
verworpen. Maar bij het nieuwe ontwerp zijn
burgemeester en wethouders nog veel verder
gegaan. Ze hebben het oude artikel 82 geheel
geschrapt, niettegenstaande dit op 22 Juli met
7 tegen 5 stemmen was aangenomen, en ook
artikel 82 laten ze varen, het tapverbod, niet
tegenstaande een daartoe strekkend voorstel
van den heer De Ridder om dit te doen verval
len met 4 tegen 8 stemmen werd verworpen.
Het getuigt daarom niet van moed bij bur
gemeester en wethouders, dat ze maar aan-
stonds voor den volkswensch hebben gebogen
en zich naar verschillende wenschen schikken.
Het spreekt van zelf, dat spreker zich daarom
met dit ontwerp niet kan vereenigen. Het
program der anti-revolutionaire partij spreekt
van Zondagsrust en Zondagsheiliging en alles
wat dit op dien weg kan tevorderen, dient te
worden in de hand gewerkt. Het heeft ten
doel bevordering der publieke eerbaarheid en
verheffing des volks, door afschaffing der
kiermis.
Men spreekt van vrijheid en de heer Nolson
heeft zich uitgesproken, dat de rechterzijde
aan de overige bevolking een stuk dwang wilde
opleggen, doch daar tegen moet spreker op
komen. Men heeft een verkeerd hegrip van het
woord vrijheid.
Men spreekt in dezen tegenwoordigen tijd
van vrijheid van den Godsdienst, men kan den
dag des Heeren gebruikien gelijk men dat
wenscht, alleen maar, memand worde ontevre-
den, zoo men zijn vrijheid op dit gebied steeds
in Kort. Men wil ook voile vrijheid voor den
Godloochenaar of voor dengene die zich niet
ontziet Gods naam met de ullerschrikkelijkste
vloeken te ontheiligen. Vrijheid wil men voor
den schrijver, die in geschnft en plaat het ze-
delijk ieven van ons volk ondermijnd. Vrijheid
voor den dronkaard, die zichzelf en zijn gezm
opol'fert aan den drank en 'zijn sehrikkelijke
gevolgen. Ja, in een woord vrijheid voor veier-
lei boosheid, al wordt men ook verlegen met
hare gevolgen, maar deze vrjheid loopt uit op
vreeselijke tyrannie en daaraan wordt het wel-
zijn van ons volk opgeofferd,
Spreker hoopt, dat hij er in zal mogen sla-
gen, in de verordening versehiliende verbete-
lingen tc krijgen, cpuat zijne fractie daaraan
ook hare stem zal kunnen geven.
De heer VAN DEN OUDEN geeft te kennen,
dat hij, bij kennisnennng van het vroegere ont
werp clacht, nu, als we dat er zoo doorkrijgen,
is dit een verordening, die, raar ik meen, zoo
wat ledereen kan bevredigen. Hij is in zijn ver-
wachting echter deerlijk teieurgesteid, de ge
heele verordening, die op soipmige punten in
zijn oog al niet beter geworuen was, werd ten
siotte geheel verworpen. De thans ingediende
moet hij ten opzichte van de vorige slechs be-
schouwen als een carricatuur, een geraamte.
Hij wil echter meewerken, om te trachten ook
van dat geraamte hog t-1 -goads te
en hoopt dat de andere neeren ook aan dezer-
zijds geopperde bzw^ren zullen willen tegemoet
komen.
De heer HAMELiNK verklaart, waar hij het
vorig jaar op verschillende punten zijn stand
punt heeft uiteengezet, niet voomemens te zijn
geweest, thans bij de algemeene beschouwin
gen het woord te voeren, maar in verband met
hetgeen door de heeren die reeds het woord
nee Den gevot-rd is, wil hij toch nog m het hchu
stelltfti, dat hij zich een geheel andere voor-
stelling maakt van de wijze waarop het volk
tot een hooger peil moet worden gebracht.
Men kan dit doen op tweeerlei wjjzen, n.l.
door hen werkelijk op te voeren tot een hooger
ievenspeil, door hen van het minderwaardige
te doordringen en hen dit daardoor van zelf
te doen nalaten en in de tweede piaats door
dwangmaatregeien. Hij geeft aan het eerste
middel de voorkeur en meent, dat, indien men
het volk verheft door hen betere arbeidsvoor-
waarden te geven en goede huisvesting, dit
opvoedend werken zai. Maai- maatregeien in
die richting, hebben dikwijls juist tegenstand
ondervonden van de richting der heeren die
daarover thans zoo klagen en het volk willen
opvoeden met dwangmaatregeien. Men spreekt
van verhelfing van het zedelijk pen, maa:
denkt men aan, dat het zedelijk peil verhoogd
wordt door het samenwonen en samen sJapen
van gezinnen van zeven en meer personen van
verschiliend geslacht, als men ais siaapplaats
maar over 1 vertrek beschikt, waarin dan aan
alle menschelijke behoeften, die toch op hun
tijd ook moeten voldaan worden? Hij meent
(lat juist zulke slechte womngtoestanden aan-
leiding geven tot een zedelijke verwildering.
Baat men zich tot taak stellen zulke toestan-
den op te hefien, daardoor zal men meer re-
sultaat bereiken, dan door het uitvaardigen
van dwangmaatregeien. De verbetering moet
komen uit de menschen zelf. Indien hunne ie-
vensvoorwaarden verbeteren, zullen ze van
zelf uit de cafe's blijven. Ove'rigens is hij vai
meemng, dat ej- mets is tegen een gepaste
ontspanning, jok ai woi-dt die genoten in een
caie en clat tiaarom ook niet door dwangmaas-
regelen moet worden belet net aantrekkelyl
maken (tier mrichtingen. De taak der geheel-
onthouders is, om door woord en voorbeen,
anderen tot navolging te nopen. Voor de drank-
bestrijding Oeteekent dat mets, dat op bepaal
de dagen geen stei'Ken drank mag worden ge-
tapt. Voor en na die oagen wordt, er weer ruet
minder gebruikt. Hij meent de verdediging
van burgemeester en wethouders gerust aan
dat college te kunnen overlaten maar veron
derstelt, dat dit zijn voorstel heeft gedaan
met in aanmerkingneming' van de beraadsla-
gingen in den gemeenteraad.
De heer DE JAGER merkt op, dat, waar de
heer Hameiink verbetering verwacht van be
tere huisvesting en betere arbeidsvoorwaarden
de praktijk hem in dat opzicht toch niet steeds
in het gelijk stelt, althans omtrent de opvoe-
dende kracht van den 8uren dag wordt wel
eens een anderen toon gehoord Toch kan spre
ker cp dat gebied met den heer Hameiink in
sommige op-'Fhten wel meegaan. Dat is echter
voor spreker niet de eenige weg voor bevor
dering van openbare eerbaarheid en zedelijk
heid. Indien bij de verbetering der door cien
heer Hameiink genoemde middelen ons gan-
sche volk ook terugkeerde tot den God zyner
vaderen en inaag- dat alles leeft onder de hoede
van een Almaehtig God, en zijn leven daar-
naar wilde richten, dan eerst zou men tot be-
tere toestanden kunnen geraken#
De heer DE MEIJER meent, dat, indien we
uen plaatselijken toestand en het zedelijk peil
der bevolking overzien, we hier werkelijk nog
met zoo'n slecht tiguur maken. Hij zal ae
eerste zijn, om mede te werken tot beteugeling
van de onzedelijkheid, maar de bevolking van
Ter Neuzen verdient een piuimpje, dat bier
alles zoo ordelijk en rustig gaat, en ook over
drankmisbruik is geen reden tot klagen. Als
men dan eens nagaat wat er vroeger gebeurde,
bij het lossen vna schepen aan bet spoor en
de verschillende min of meer verdachte huizen
die men hier aantrof, dan bestaat er zeKer
groote reden tot tevredenheid en cbe verbete
ring in den toestand is niet een gevolg van
dwangmaaregeien, doch moet beschouwd wor
den als een stijging van het moreel peil van
de bevolking zelf. Op menschen die blijk geven
aidus het goede te willen, moet men geen
dwangmaatregeien toepassen,, nu gaat alles ge-
leidelijk. Men heeft het ook gezien bij de
vonge Kermis, toen de' berbergiers Ook zonae*
tapverbod hebben medegewerkt om misbruik
van sterken drank tegen te gaan. Hij meent,
dat de cafehouders een bedrijf hebben dat
evengoed is als dat van vele anderen en dat
men ben volstrekt met als mmderwaardigen
behoeft te beschouwen, wanneer ze bun zaaK
met oryven op een wijze dat die aameidmg
beeft tot oneei-Daarheid of wanorde. indien dit
laatste bet geval was, zou hij met nalaten onl
mede te werken aan maatregeien daartegen
te nemen en die menschen op hun plicht te
wijzen.
Wat het maken van muziek betreft, kan
spreker niet aannemen, dat er wanorde
heerscht en onzedelijke dingen gebeuren in de
lokalen waar een orgel staat. Dat er in de
omgeving van die gelegenheden zekere perso
nen post vatten, kunnen de cafehouders met
helpen, maar hij acht dit ook bovendien nog
een voordeel, omdat de politie nu weet waar
ze te vincien zijn en er gemakkelijker een oog
op kan houden, dan wanneer ze overal ver-
spreid rondloopen.
Spreker is het in het geheel niet eens met
de heeren die beweren, Oat het peil van ons
volk moreel zoo laag staat.
De heer SCHEELE had volstrekt niet de
bedoeling, te beweren, dat het hier boven an
dere plaatsen ©en beestenboel is, maar meent,
dat het peil van ons volk toch nog hooger zou
kunnen worden opgevoerd. Hij protesteert er
tegen, dat men aan zijn woorden een uitleg-
ging zou geven, alsof hij de herbergiers ais
burger onzer gemeente minderwaardig zou
achten, daaronder kunnen zeker respectabeie
menschen zijn, maar het gaat niet over de per
sonen, wel over hun bedrijf en de kwade ge
volgen die dit kan hebben. Het gaat toch me*
aan, om ter wilie van het voordeei van be
paalde personen ons volk op verkeerde paden te
brengen. Door den drank van het goede pau
gebracht verwaarioozen velen hunne eigen be-
langen en die van bun gezin. Is het niet vree-
selijk, ais men denkt aan de arme vrouwen e
schreiende kinderen, die ook bet slachtoffer
zijn van het drankmisbruik van den man en
vader Door middel der politieverordening kan
de gemeenteraad mede werken tot het tegen-
gaan van verkeerdheden en verhooging van
bet zedelijk peil.
De heer DE RIDDER wijst er op, Oat bij de
vorige behandeling der politieverordening is
gebleken, oat naar de meening van den ge
meenteraad verschillende bepalingen te ver
gingen. De thans ingediende politieverordening
bouclt meer rekening met de wenschen van a<
meerderheid van den gemeenteraad. Verbete-
rmgen zijn naar zijn oordeel met te knjge.
door beperking van de vnjbeden der burgerij,
maar juist door een gepaste vrijheid te laten.
Hij zal zooveel mogelijk medewerken om de
voorgestelde verordening te doen aannemen.
De heer COLSEN, die verwacht had, dat
de behandeling der verordening vlug zou kun
nen afloopen, voorziet wel, dat het weer uren
zal duren. Hij zou den heeren in overweging
willen geven eikaar wat toe te geven, dan
wordt misschien een goede besiissing ver-
kregen.
De heer DE' 'AGEREen vriendenraatl
De VOORZITTER geeft te kennen, dat bur
gemeester en wethouders zich van harte kun
nen aansluiten bij verschillende beschouwingen
die ten beste gegeven zijn, al kunnen zij die
niet aile ten voile onderschrijven. Den heeren
•lie sympatliie met het ontwerp beuigden, ze
hij daarvoor dank. Hij is evenwel van meening,
dat de heeren die er zich tegen hebben ver-
klaard, onbillijk zijn geweest in bun oordeel
over burgemeester en wethouders. De repri-
mande van den heer De Jager met betrekkung
tot de openbare orde en zedelijkheid was niet
vercliend, aangezien het ontwerp in dit opziciu
niet van het vorige afwijkt. Die openbare orde
en zedelijkheid is vervat in. het zevende gebod,
cn die zonde wordt evengoed tegen gegaan
door het thans aan de orde zijnde ontwerp als
door de vorige.
Spreker kan zich wel mdenken, clat de hee
ren De Jager en Scheele teieurgesteid zijn,
maar dat is niet de schuid van burgemeester
en wethouders. Het verbod vervat in bet oude
artikel 22 is niet opnieuw voorgesteld, doch
dit was door den raad na principieel debat ver
worpen. En omtrent het verbod vervat in 1:
oude artikel 18 hebben burgemeester en wet
houders in hun toeiichting op hun voorstel
kennen gegeven, (lat het hun gewenscht voor-
kcmt, die materie in een afzonderlijke veror
dening te regelen.
Burgemeester en wethouders hebben met het
vorige ontwerp eens willen beproeven, hoever
ze met dezen raad koncien gaan en toen is hun
na een driedaagseh debat gebleken, dat de raad
niet verder wenschte te gaan aan oen oestaan-
den toestand. net nieuwe ontwerp heeft da.
mede rekening gehouden. Kan daarover aa*
burgemeester en wethouders verwyt gemaakt
worden, dat zij rekening houden met de wen
schen door den gemeenteraad uitgesproken,
waar die raad is gekozen door de kiezers over-
eenkomstig het siedsel van evenredige vertegen-
woordiging waardoor iedere meening in de ge
meente mag geacht worden tot uiting te ko
men? Indien de uitspraak van den gemeente
raad in zekere richting gaat, hebben burge
meester en wethouders zich daarbij neer te
ieggen, de kiezers hebben er dien raad ge
bracht en niet burgemeester en wethouders.
Het college heeft in volkcmen overeenstem<-
ming de vorige verordening ingediend, over-
tuigd, dait de raad zich daaromtrent in zijn
meerderheid behoorde uit te spreken. Le raa i
heeft dit gedaan en gaf daarbij te kennen op
verschiliend gebied niet verder te willen gaan
('an de bestaande toesitanden. Wat is meer na-
tiuirlijk, dan dat men zich daamaar regelt
De heer DE JAGER hoopt, dat men thans
tot een andere uitspraak zal komen.
De OORZ1TTER vervolgt, dat burgemees
ter en wethouders na de uitspraak van den
raad verschiliend konden handeien. Zij hadden
in de uitspraak kunnen berusten en alles bij
het oude laten, doch zij konden ook nog een
poging wagen om datgene in eene verordening
te belichamen waar geen veto tegen was uit-
gebracht, en dat toch nog wel de moeite waard
was om het te bereiken. o.m. de nieuwe maat
regeien op het verkeerswezen.
Zij besloten tot het laatste en komen nu met
een verordening, waar de principieele bepalin
gen uitgelicht zijn, en die, naast materieeie
zaken ook nog opvoedkundige waarde bezit.
Indien we die laatste kunnen mvoeren, heeft
dat toch ook zijn nut en komen we vooruit.
Spreker meent de heeren, zoowel van rechts
als van links te moeten waarschuwen, dat
wanneer ze het onderste uit de kan willen
hebben, ze het deksel op den neus zouden kun
nen krijgen, de verschillende stroomingen be-
hooren naar zijn meening te trachten eikaar
de hand te reiken. Hij hoopt dan ook, dat de
beraadslagingen tot resultaat zullen hebben,
dat men tracht eikaar te naderen. anders be-
loopt men de kans, alleen de materieeie zijde
der zaak over te houden.
Aan den heer De Jager zegt spreker: matig
uwe eischen, en stelt u niet op het standpunt
dat ge hieraan niet kunt medewerken indien
niet al uwe eischen worden opgenomen. We
zitten hier niet in een politiek college, doch
moeten hier samen werken in het belang der
gemeente.
Door den heer Scheele is het antirevolutio-
naire program naar voren gebracht; het blijft
natuurlijk diens recht, om zich als een ideaal
voor oogen te houden de verwezenlijking van
dat program, maar hij moet er bij bedenken,
dat het niet wel mogelijk is in een bestuurs-
lichaam gelijk de gemeenteraad van Ter Neu
zen is samengeteld,zulks te bereiken. De heer
Hameiink heeft de socialistische ethiek naar
voren gebracht, die ons niet onbekend is. De
heer De Jager deed dit met de christeiijke,
maar spreker meent, dat de heeren daarover
hier den strijd niet moeten aanbinden, dat
moeten ze doen onder de bevolking. Hier moet
getracht worden tot stand te brengen wat re-
delijk en mogelijk is, tot welzijn der gemeente,
en dat bereikt men niet door het voeren van
een politiek dispuut.
Aan den heer Van den Ouden merkt spre
ker op, dat hij moet trachten te nemen wat
mogelijk blijkt. Zijn oordeel over het ontwerp
was niet gunstig en hij sprak van een carri
catuur en van een geraamte, Dat moet de heer
Van den Ouden niet doen, we houden ons hier
met geen geraamte bezig, beter ware het dan
te spreken van een niet al te vleesehrijk
lichaam. Laten we dan nu probeeren er een
vette baas van te maken. En al is het mis
schien ook, dat ze wat magerder blijft, dan
komt de verordening misschien toch nog in
veie opzichten ten goede.
Door den heer De Meijer werd aan de in-
gezetenen van Ter Neuzen een pluimje ge
geven. Ook spreker meent, dat een woord van
waardeering daaromtrent wel op zijn plaats
is, maar al is hij dankbaar, hij is daarom nog
niet voldaan. We zullen trachten er nog wat
meer in te brengen. Daarvoor hebben we
zegt spreker aller hulp, ook die der socia
listische ethiek noodig. Door den heer De Rid
der werd over het voorstel met waardeering
gesproken. Zij die hunne medewerking hebben
toegezegd, brengt spreker daarvoor den dank
van het college. Burgemeester en wethouders
hebben lang geaarzeld, wat ze in deze zouden
doenj maar zij zijn, met bit voorstel tot ben
raad gekomen, in de overtuiging, dat ze er
toch wel wat mede zouden bereiken. Zij waren
daaromtrent volkomen in overeenstemming, al
behoudt voorts iedere wethouder persoonlijk
de vrijheid, om zich omtrent onderdeelen naar
eigen overtuiging uit te spreken.
De heer DE JAGER moet beginnen met te
zeggen, dat hij zich tot op zekere hoogte moet
verwonderen, over het Irenisch standpunt,
door den .voorzitter ingenomen. Het is in ze-
keren zin wel verblijdend, dat deze wil trach
ten uit den aard der iiefde, de partijen tot
elkander te brengen, maar het spijt spreker,
dat deze een slag heeft gegeven in het aange-
zicht van het pnncipe, dat hij belijdt, dat by
zich al tevreden stelt met het opvoedkundige
en het principieele heeft laten vervallen. Hoe is
het mogelijk een goede opvoedkundige opiei-
ding te geven, wanneer men het principe laat
vervallen. i
De voorzitter gaf te kennen, dat de openbare
eerbaarheid en zedelijkheid zag op het zevende
gebod. Spreker heeft daaromtrent een andere
opvatting en meent, dat ook ander kwaad nog
daaronder valt. Het moge nu al een goede
bedoeling zijn, om de partijen tot eikaar te
willen brengen, maar het geschiedt toch van
de zijde van den voorzitter met terzijde stei-
ling van de door hem beleden principes.
De heer SCHEELE heeft zich ook verwon
derd. dat de principes er buiten zijn geiaten,
en dat bargeuieestcr eu Vvethoucters nu, volg; ns
het zeggen van den voorzitter aii een komen
met opvoedkundige bepalingen, terwijl het
concept ook van een veel ruimer opvatting dan
het vorige voorstel blijk geeft, want, waarom
staan zij dan meer dagen muziek toe met de
Paschen en Kerstdagen? Zijn dat ook opvoed
kundige bepalingen? Er is gezegcl, dat we ei
kaar iets moeten kunnen toegeven, dat is
mogelijk, maar hij wil er de Roomsch-Katho-
lieke fractie op wijzen, dat hun partijgenooten
in Den Haag en Amsterdam een heel andere
opvatting van Zondagsrust en Zondagsheili
ging hebben, dan hier reeds door den heer De
Meijer is uiteengezet.
Door flezen werd eene motie aangenomen
om met alle ten dienste staande middelen de
Zondagsrust te bevorderen en storing van be
Zondagsrust te bestrijden.
De andere heeren wil spreker wijzen op de
fusie der vrijzinnige partijen die in artiks! 4
van haar program vraagt waarborger. tegen
iedere aanranding van de volledige geestelijke
en godsdienstige vrijheid, erkenrung van de
waarde van het geestelijk en godsdienstig le
ven voor maatschappij en staat.
Als de heeren dat programma niet tot een
carricatuur willen maken, zullen we wel tot
een goed besluit komen.
De heer DE MEIJER merkt op, dat het
zeer wel mogelijk is, dat zijn partijgenooten
in Den Haag en andere groote steden anders
denken over Zondagsrust en Zondagsheiliging
dan hij, en dat ze daar anders optreden, maar
wijst er op, dat de begrippen omtrent Zon
dagsheiliging van de andere rechtsche groepen
en die der Katholieken zeer uiteenloopen. Een
gepaste ontspanning doet daaraan bij de Ka
tholieken geen afbreuk, wat men daarvan m
Amsterdam en Den Haag ook moge zeggen.
Ook het maken van muziek doet daaraan geen
afbreuk, als de goede orde maar niet wordt
verstooid. Daarom wil spreker de beslissing
daarover gaame leg-gen in handen van den
burgemeester, die daarvoor wel zorgen zal, en
als er iets gebeurd dat in strijd is met de
goede orde of de eerbaarheid, het verbieden
zal. Overig-ens beschouwt hij het maken van
muziek geenszms als eon principieele kwestie.
De EOORZITTER verklaart, bijna neiging
te hebben met te antwoorden op de aanvallen
van de heeren De Jager en Scheele aan zijn
adres, omdat ze uitdrukkingen hebben gebezigd
die niet verdiend zijn. Hij is daaraan echter
van die zijde gewoon en zal er maar niet die-
p- r op mgaan. Spreker zit hier als voorzitter
der verg-adermg en hij zou zich daarvoor op
politiek terrein moeten begeven, hetgeen naar
aanleiding zou geven tot heftiger debat. We
zitten hier, zegt hij, om zaken te doen, in het
belang der gemeente en het gaat niet aan om
den voorzitter persoonlijk aan te vallen, nu de
raad in zijn meerderheid geeft te kennen ge
geven niet van de oorspronkelijke voorstellen
gediend te zyn. Als spreker anders had ge
handeld, zou dit inconstitutioneel geweest zijn.
Men behoort hier thans los te laten den indi-
vidueelen strijd tegen personen. Als de heeren
De lager en Scheele inderdaad iets anders
iiadde'n willen bereiken, hadden ze een anderen
weg moeten inslaan. Ze hebben bijna een hai
jaar het concept der verordening in handen
gehad, en naar aanleiding daarvan voorstellen
kunnen indienen. Dat ze dit niet hebben ge
daan, pleit niet voor hun zakelijk willen, doen
heeft aanleiding tot de veronderstelling, dat
het hun hier er maar alleen om te doen is om
te getuigen. Maar als het er hun om te doen
is, om iets te bereiken, als bestuurders dezer
gemeente, waarvoor ze in ieder geval mede de
verantwoordelijkheid dragen, dan moeten ze
trachten samen te werken.
De algemeene beraadslagingen worder, ge-
sloten.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
(Wordt vervolgd).