Ter Nrozenscitu Geumt
HIWDEHWET.
GEMEN60E BEFHCHTEN.
BINNED LAND.
Vrijdag 25 Febr, 1921. No. 7113.
T Wr3£3J±lI3JEG BLAD.
BECHTZAKEN.
TAN
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter openbare kennis, dat tergeineentesecre-
tarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van
W. MOERMAN te Ter Neuzen, om VEHGTJ??-
NING tot het bouwen van eene heete luchtoven
in zijn bestaande bakkerij, op het perceel, kadastiaal
bekend in sectie L, no. 26.
Op llaandag 7 Maart a.s., des namiddags 3 unr,
zal in het gemeentehuis gelegenheid bestaan om
bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek
in te brengen en deze mondelmg en schriftelijk
toe te lirhten.
Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben,
kunnen gedurende drie dagen, voor hetboven-
gemelde tijdstip, ter Secretarie der Gemeente ken
nis nemen van de ter zake ingekomen schrifturen.
Ue aandacht van beianghebbenden wordt er op
gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie
niet tot beroep gereehtigd zijn zij, die niet overeen-
komstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden
dag voor het Gemeentebestuur zijn versehenen, ten
einde hun bezwaren mondeling toe te lichten.
Ter Neuzen, 21 Februari 1921.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
J. HUIZINGA.
De Secretaris,
B. I. ZONNEVIJLLE.
Dr. W. DE VREEZE.
De „Msb." verneemt uit Brussel, dat de
Belgische regeering ingevolge de nota van
de Nederlandsche regeering, waarin gewei-
gerd wordt de uitlevering van dr. Willem
de Vreeze, niet langer op die uitlevering zal
aandringen.
Mr. FOCK BIJ DEN PAUS.
De Romeinsche correspondent van de
,,Tijd" meldt d.d. 21 Februari, dat de Paus
in langdurige audientie heeft ontvangen Mr.
D. Fook, gouverneur-generaal van Neder-
landsch-Indie, in gezelschap van Jhr. Mr.
van Nispen tot Sevenaer, den Nederland-
schen gezant bij den Heiligen Stoel.
EEN MOOIE GIFT.
Iemand die onbekend wenscht te blijven,
heeft f 5000 geschonken aan de Vereeni-
ging van Gymnastiekonderwijzers L en M.
O. in Nederland, waarvan de rente moet
besteed worden voor propaganda van het
Nederlandsche stelsel van gymnastiek en
openluchtspelen in zijn ruinrste beteekenis.
DE ZOMERT1JD.
De Msb. verneemt uit Brussel:
Vanaf 15 Maart a.s. zal in Belgie de zo-
mertijd opnieuw ingevoerd worden. Deze
maafregel zal eveneens door de Nederland
sche en de Fransche regeering op denzelf-
den datum worden genomen."
Naar het Vaderl. verneemt is het bericht
onjuist. Er wordt nog overleg gepleegd tus
schen Binnenlandsche Zaken en men mag
als vaststaand aannemen, dat niet voor 1
April wellieht nog eenige dagen later, de
zomertijd begint.
DE UITVOERING VAN DE ARBEIDS
WET.
Het Volk heeft te bevoegder plaatse
inzake de uitvoering van de Arbeidswet
eenige vragen gesteld betreftende de ver
gunningen tot overwerk en de ontvangen
inlichtingen luiden.
Men verklaarde, dat op geen duizenden
na te zeggen is hoe^eel vergunningen tot
overwerk verleend worden. Overwogen
wordt, zooals Minister Aalberse bij de be-
grooting reeds meedeelde, een wetswijzi-
ging om allerlei vergunningen, die nu al-
leen door het discrictshoofd der arbeiders-
inspectie kunnen worden toegestaan, op
eenvoudiger wijze te verleenen. De zaak
is te ingewikkeld omdat tallooze andere
vergunningen niet betreftende een verlen-
ging van den wekelijkschen werktijd
deze blijft 45 uren maar een verschrik-
king.
Bij den machinebouw en de scheepsre-
paratie betreft het bloeiende bedrijven met
werkgelegenheid. Er is ook crisis-over-
werk van anderen aard. Dit geldt bedrij
ven, die onmiddelijk door groote werk-
loosheid bedreigd worden. Bij deze be
drijven, zoo betoogde men, is het tenge-
volge van de Duitsche of Oostenrijksche
concurentie noodzakelijk, dat zij hun pro-
ductiekosten verminderen. Dergelijke be
drijven zijn de glanindustrfe, misschien de
klompenindustrie| de mandemakerijen,
enz. De atnemers wenschen een prijsj
waarvoor zij even goed op de buitenland-
sche markt worden bediend. Dan is het,
naar men opmerkte, noodzakelijk, dat het
doorgaan van de productie bij een lange-
ren werkdag wordt mogelijk gernaaki' en
zou een eisch van bijslag op lietuurloon
voor overwerk degeheele vergunning
waardeloos te maken. Door besprekingen
tusschen de organisaties van patroons en
werklieden moeten de zaken dan verder
worden geregeld. Het komt er op aan
een dreigenden stilstand als b.v. in de
inanden- en klompenindustneen te voor-
komen.
Overigens zoo verklaarde men, is hetbij
alle overwerkvergunningen, die gegeven
worden, vaststaande, dat de 8-urendag
wordt gehandhaafd en alleen door den cn-
sistoestand afwijkingen ervan worden toe
gestaan.
Als een ander motiet tot vergunningen
werd genoemd de bespoediging van den
volkswoningbouw in verband waarmede
vergunningen in de bouwbedrijven
worden verstrekt. In de groote plaatsen
Ibtemmen de bouwvakarbeiders in een
werktijdverlenging niet ,toe. Terwijl er
ibehoefte bestaat aan geschoolde vak-
lieden, is het algemeen belang gebaat bij
een groote woningproductfe. De vergun
ningen in het bouwvak worden alleen ge-
vraagd buiten de groote plaaisen en slechts
toegestaan, indien zij gemotiveerd kunnen
worden door een bespoediging van den
woningbouw als gevolg ervan.
De yensterglasfabriek te Maassluis heeft
eenige maanden stilgelegen en kan mis
schien de concurrentie met Belgie weer be-
ginnen, nu 'cfe kolenprijzen dalen. Ech-
ter moeten dan ook overigens de produc-
tieprijzerl lager worden. De continubedrij-
ven in Belgie werken bijna alle met
2 ploegen. Volgens de Arbeidswet zou
hier met 3 ploegen moeten worden ge-
werkt. In dit geval acht men overwerk
nuttig.
Dezelfde moeilijkheid doet zich voor
bij de vlasindustrie in Zeeuwsch Vlaan,-
deren. Men stuurt het vlas ter bewer-
king even over de grens van Belgie, om
dat zulks goedkooper is. De toestand in
de vlasindustrie is heel onzeker, in ver
band met *de enorme prijsdaling van het
vlas. De kwestie van den werktijd zal
op (de kosten niet den doorslag geven.
Overigens moet men in aanmerking ne
men, dat Rusland als vlasproducent is
uitgevallen, maar eveneens lerland a,ls
atnemer, terwijl de spinnerijen te Gent,
die ondanks de linnenbehoefte lang stil
hebben gelegen, thans weer beginnen te
werken.
Ook bij de zuidelijke suikerfebrieken
is het 3-pIoegensteIsei een nadeei in ver
band met de dichtbijgelegen Belgische
concurrenten. Echter blijft in de suiker-
industrie het 3-ploegenstelsel gehandhaafd.
Men hoort nu, dat in Belgie bij de vol-
gende campagne de Surenwet zal werken.
Evenals de vlasindustrie en de zuide
lijke suikertabrieken heeft de klompenin-
dustrie een zwaren strijd tegen haar Bel
gische concurrenten te voeren. Ook dit
geval wordt onderzocht.
DE TORPEDEERING VAN DE
„TUBANTIA".
In de Memorie van Antwoord op het
Voorloopig Verslag der Eerste Kamer,
inzake de begrooting van Buitenlandsche
Zaken, zegt de minister van Buitenland
sche Zaken, dat de te Berlijn gevoerde
besprekingen, inzake de „Tubantia" thajis
zoover gevorderd zijn, dat te verwachten
is, dat binnenkort volkomen overeenstem-
ming zal zijn bereikt tusschen de Neder
landsche en de Duitsche regeering nopens
het instellen van eene internafionale com-
missie van enquete, die de oorzaak >an
den ondergang van dat schap zal heb
ben vast te -stellen.
Gelijk bekend is, heeft de minister in-
gesteld een commissie er/ bureau voor
zeeoorlogsschade, hetwelk tot taak heeft,
kennis te nemen van de vorderingen,
welke Nederlanders meenen te kunnen
"doen gelden, ten aanzien van de vroegere
beliigerenten op grond van onrechtmati-
ge daden in den zeeoorlog, en daarom-
trent aan den minister rapport uit te
brengen. Deze commissie heeft haar taak
nog niet beeindigd; een overzicht van
den stand harer werkzaamheden is in
het eerstvolgende Oranjeboek te verwach
ten. In afwachting van het rapport der
commissie laat de minister evenwel geen
gelegenheid vo'orbijgaan om, waar hij
meent dat da'artoe anleiding is, bij de
betrokken mogendheden op te komen
voor de belangen der hier* bedoelde Ne
derlanders, en op rechtsherstel aan te
dringen.
DE VERG1FTIGING TE LISSE.
Na uitvoerig rtquigitor eisehte het 0
M. bij de Haariemsche rechlbank tegen
elk der beklaagdeir, inzake den moord te
Lisse, levenslange gerangenisstraf.
Misschien herinnert men zich het drama
nog wel. Den 12en September werd te
Lisse vermoord de brave stoker J. L. v.
d. Burg. Bjj dezen woonde in huis do
bloemistknecht C. v. d. Linden, deze bracht
op zekeren dag arsenicum mede, waarvan
hij met v. rl. Burg's vrouw een weinig in
den kcp chocolade van den stoker deed.
Het gevolg was, flat deze enkele dagen
later in een ziekenhuis te Leiden overleed.
DOOR EEN HOLLENDEN STIER
GEWOND.
Te Rotterdam is op het terrein van de
veelading bg het station Delftsche Poort
een stier dol geworden. Hij rende den
Molenwaterweg op en bracht den 7i-jarigen
J. K. een stoot in de borst toe, met het
gevolg, dat de man met een gebroken rib
naar het ziekenhuis moest worden gebracht.
Het dier holde langs de Schie'op en werd
eerst bij den tol halfweg-Overschie ge-
grepen. Het is naar het abattoir gebracht
en daar af'gemaakt.
SLAAPZIEKTE.
Te Dreumel is een 20jarige meisje lij-
dende aan slaapziekte.
Te Kerkrade heeft zich weer een geval
van slaapziekte voorgedaan. De patiente
is naar het hospitaal overgebracht.
Te Sittard is een S4jarige gehuwde vrouw
aan slaapziekte overleden.
OPLICHTER GEARRESTEERD.
Te Zevenaar is op verzoek van de politie
te Dortmunt in heclitenis genomen de
koopman Neumann, van de Dortmunder
Union, een der voornaamste daders van de
oplichting voor een zeer aanzienlgk bedrag,
welke eenigen tgd geleden te Dortmund
heeft plaats gehad. Hij was in het bezit
van een groote sum geld. Alle medeplich-
tigen aan bedoelde oplichting beviuden zich
nu in hechtenis.
ZIJN EERSTE CLIENT.
Een advocaat in Amerika vertelt, dat
zijn eerste client een neger was, die van
een acht pond wegend sfuk spek eeq
sluk van twee pond zich toegeefgend had.
De vrienden van den advocaat raadden
hem aan zich niet met de zaak in te laten,
daar de beklaagde wel het proces verlie-
zen zou. De jonge pleiter het zich echter
niet afschrikken, maar verscheen met den
neger voor de rechtbank der gezvvorenen
en deed hem daar zijn mond openen zoo
ver zulks maar eenigszins mogelijk was.
De kleurling had een prachtig gebit en
zijn mond was zoo groot, dat men vreesde
dat, wanneer hij lachte, zijn bovenkaak
breken zon.
De advocaat zei, dat hij het niet noodig
oordeelde andere getuigen te hooren en
de rechters wisten niet of de jeugdige
pleiter hen voor den gek hield of niet,
Zijn pleidooi IuidUe evenwel als volgt:
„Mijne heeren gefciebt den mond en de
kauwwerktuigen \f.n mijn client gezien,
ge hebt zeker ookjLvel gezien, hoe honge-
rig hij er uitziet. oudt ge het nu werke-
lijk voor mogelijk, dat deze persoon een
stuk van twee pond afsnijdt van een zij
spek en de rest laa' hangen?" Verder zei-
de hij geen woord meer en ging zitten.
De rechtbank spr.ak den neger vriji
EEN CURIEUS ANSJOVISCH-PROCES.
Een voor onze aftsjovisch-industrie niet
onbelangrijk proces werd dezer dagen te
Londen gevoerd. t)e leverancier beweer-
de, dat de klacht dat de ansjovisch
„slechts sprot" was, geen aanleiding kon
geven tot weigering der partij, aangezien
sprot door behandeling met specerijen,
zout, salpeter, en suiker langzamerhand
in ansjovisch veranderde (sic!) De aldus
bereide „ansjovisch' bleek ondanks al de
toegevoegae c'onserveerende materialen
bedorven te zijn, en was naar Egypte ver-
zonden door den tabrikaijt een Pool-
sche Jood als een wraak tegenover al
het kwaad („the wrongs") dat de oude
Egyptenaren zijn ras hadden berokkend
De rechter wias blijkbaar met deze
zaak verlegen en wist blijkbaar niet, dat
sprot (Clupea Sprattus) en ansjovisch (En-
graulus Encrasicholus) geheel verschillen-
de vischsoorten zijn. Hij raadde partijen
derhalve aan de zaak onderling maar in
der minne te schikkeneen raad die
trouwens niet alleen in vischprocessen ui-
terst verstandig is.
GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN.
Vergadering van Donderdag 24 Februari 1921,
des voormclags 10 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burgemeester.
Tegenwcx>/dig de leden: L. J. Geelhoedt, J.
J< de J ager, H. Jvan den Ouden, P. van Cad-
sand, R. G. E. Nolson, G. de Ridder, L. J. Col-
sen en N. A. Hamelink; later ook de heeren
L. T. van Hasseit en D. Scheele.
Afwezig de heeren F. B. G. de Meijer en P.
C. Geensen.
Een vacature.
De VOORZITTER opent de vergadering en
stelt aan de orde:
2. Ingekomen stukkon.
a. Een missive van den Ministei van Arbeid,
d.d. 9 Februari 1921, waarbij wordt toegezon-
den een afschrift van het koninklijk besluit van
28 Januari 1921, no. 39, waarbij wordon goed-
gekeurd de plannen voor den bouw van 4 nood-
woningen voorgesteid bij raadsbesluit van 4
November 1920;
aan de gemeente ten feehoeve van bet bouwen
dier ncodvvoningen een bijurage uit's rijks kas
wordt verleend van ten hoogste f 12,301, on-
der voorwaarde:
a. dat de woningen moeten worden gebouwd
overeenkomstig de bij de aanvraag om een bij-
drage overgelegde teekening en omschrijving;
b. de bev/oning der woningen moet hebben
opgahouden den 1 Februari 192G;
c. de voorschriften van de plaatselijke ver-
ordeningen met welke het plan niet in overeen-
stemming is, zijn te dien aanzien van toepas-
sing;
d. ten aanzien van de instandhouding en
het gebruik der woningen moeten worden in
acht genome" de va.vs .iriSter an bat-kon
besluit van 25 Juii 1918, (Staatsblad no. 485),
en die welke nopens behoorlijke bewoning
worden aangetroffen in de bouwverordening
der gemeente.
De Minister dee'it in zijne missive voorts
mede, dat hij zich ten opzichte van het bouw-
plan met de overgelegde exploitatie-rekening
kan vereenigen.
Aangenomen voor kennisgeving.
De VOORZITTER deelt mede, dat burge
meester en wethouders druk bezig zijn met de
voorbereiding om tot het bouwen dezer wo
ningen over te gaan.
b. Eene missive van gedeputeerde staten"
van Zeeland, dd. 4 Februari 1921, waarbij wordt
toagezonden een van het bewijs der koninklijke
goedkeuring voorzien besluit van den gemeen-
teraacl van Ter Neuzen, dd. 9 December 1920,
bereflcnde de heffing van opcenten op de
grondbelasting,
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Eene missive van gedeputeerde staten
van Zeelar.d, dd. 4 Februari 1921, waarbij, van
het bewijs hunner goedkeuring voorzien wordt
teruggezonden het 2e suppletoir kohier der
belasting op de honden voor het jaar 1920.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Het raadsbesluit van 20 Januari 1921,
tot wijziging van het besluit van 11 Mei 1920,
tot het aangaan eener geldleening ten behoeve
van den aanbouw van middenstandswoningen,
voorzien van het bewijs der goedkeuring door
gedeputeerde staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Een schrijven van G. W. Versloot, waar
in deze bericht, de herbenoeming tot lid der
commissie tot wering van schoolverzuim te
Ter Neuzen, kom, aan te nemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
f. Een schrijven van C. C. Nobels, waarin
deze bericht, dat hij de benoeming tot lid van
het bestuur der gemeentelijke arbeidsbeurs wil
aanvaarden.
Aangenomen voor kennisgeving.
g. Een schrijven van M. de Jonge, waarin
deze bericht, dat de herbenoeming tot lid van
het bestuur der gemeentelijke arbeidsbeurs
wordt aangenomen.
Aangenomen voor kennisgeving.
h. De rekening van ontvangsten en uitga-
ven, dienst 1920, van de commissie tot wering
van schoolverzuim te Ter Neuzen, Sluiskil. De
ontvangsten hebben bedragen 174,99%, de
uitgaven f 101,zoodat er een voordeelig
saldo is van f 73,99%.
Burgemeester en wethouders stellen voor,
deze rekening goed te keuren.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
i. Eene missive van gedeputeerde statan
van Zeeland, dd. 11 Februari 1921, waarbij,
van het bewijs hunner goedkeuring voorzien
wordt teruggezonden het kohier van het school-
geld voor het lager onderwijs voor het derde
tijavak 1920.
Aangenomen voor kennisgeving.
j. Hat raadsbesluit van 30 Januari 1921, tot
wijziging der begrooting voor het dienstjaar
3920, voorzien van het bewijs der goedkeuring
door gedeputeerde staten.
Aangenomen voor kenisgeving.
k. Eem schrijven van den Minister van Ar
beid, d.d. u Februari 1921, waarin deze bericht,
dat naar aanleiding van het desbetreffend
verzoek aan de Koningin zal woi-den voorge
steid om aan de gemeente Ter Neuzen, ten
behoeve van de uitvoering van een bouwplan
van de vereeniging Woningbouwvereeniging
Sluiskil" tegen een rente van 5 voorschot-
ten uit 's Rijks kas toe te kennen, en wel:
a. een voorschot van ten hoogste 28.180,96
ten behoeve van het verkrijgen van bouwter-
rein (annuiteit 5.132 9'c gedurende 75 jaren te
voldoen)
b. een voorschot van ten hoogste f 109.000,
ten behoeve van den bouw van 22 arbeiders-
woningen (annuiteit 5,478 gedurende 50
jaren, te voldoen)en voorts een bijdrage van
ten hoogste f 3052,99.
Qezerzijds is schrijft Z. Excellentie
voor het plan de volgende exploitatie-rekening
opgezet:
Exploitatie-begrooting.
Uitgaven. Annuiteit grondvoorschot f 16,568,50
a 5,132 J 850,29%; annuiteit bouwvoor-
schot f 109.000,— a 5,478 f 5971,02; on-
derhoud 22 X f 35,770,grondlasten,
assurantie enz. 22 X f 25,f 550,to-
iaal f 8141,31%.
Inkomsten. Kostprijs huur per week en per
woning f 7,11%maximum bijdrage per week
en per woning gerniddeld 3,55% f 4070,65;
blijft minimum huur per week en per woning
3,56 4070,66%; totaal 8141,31%.
Bij dezen exploitatie-opzet is uitgegaan van
een gemiddelde huur van f 3,56 per week, ten
einde een opbrengst te verkrijgen die 50
der exploitatie-uitgaven dekt.
De woningen zullen echter niet mogen wor
den verhuurd, dan nadat de huren met genoemd
bedrag als minimum door mij definitief zullen
zijn vastgesteld op grond van gegevens aan-
gaande de inkomsten van de candidaat-huur-
ders.
Deze gegevens zie ik gaame tijdig van U
tegemoet.
De inkomstengrens wordt bepaald op f 28,
per week. Huurders met een hooger inkomen
moeten een evenredig hoogere huur betalen.
Aan huur moet tenminste 1/6 a 1/7 van het
inkomen respectievelijk gezinsinkomen worden
opgebracht.
Overschrijdt de aanbesteding de raming dan
mag zonder mijn toestemming niet tot gunning
worden overgegaan.
Wordt die toestemming verleend dan zullen
de hoogere kosten door huurverhooging ge-
dekt moeten worden. Op een verhooging der
bijdrage zal derhalve met mogen worden ge-
rekend.
Aan de vereeniging wordt de verplichting
opgelegd 2 woningen bescliikbaar te stellen
voor Rijksambtenaren, aan te wijzen door het
Departement van Financien.
In verband daarmede moet de vereeniging
van het gereedkomen der woningen ten minste
3 maanden van te voren kennis geven aan den
Minister van Financien.
Aanvragen tot uitbetaling van versehenen
termijnen van het voorschot kunnen thans
reeds met de vereischte bewijsstukken aan de
afdeeling „Volkisgezondlieid" van het departe
ment van Arbeid worden ingezonden.
Van datum en nummer van het besluit van
Ged. Staten waarbij het desbetreffend raads
besluit wer goedgekeurd verzoekt de Minister
zoo spoedig mogelijk mededeeling.
De heer COLSEN merkt op, dat de cijfers
in het koninklijke besluit alle hooger zijn dan
de werkelijke toestand; deze betreffen de des-
tijds gemaakte raming, terwijl de uitslag der
aanbesteding lagere cijfers aanwijst. Dit zou
op zichzelf niet zoo erg zijn, indien die cijfers
niet den maatstaf waren voor het bepalen van
het bedrag der weekhuur. Hij vraagt, of er
geleg'enheid is, daarop nog terug te komen.
De VOOFiZITTER antwoordt, dat daarop
later kan worden terug-gekomen; het betreft
nu alleen de mededeeling van het toegezonden
koninklijk besluit, hetwelk burgemeester en
wethouders voorstellen voor kennisgeving aan
te nemen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
i. Een1 scin(j van?"varr hcl ii«ofdbe3tttU!- van
het Nationaal Verbond van Gemeenteamtena-
ren in Nederland, gevestigd te Utrecht, waar
bij wordt aangeboden de volgende, op het
congres van voornoemd verbond, d.d. 29 Januari
1921, met algemeene stemmen aangenomen
resolutie:
Het Nationaal Verbond van Gemeente-
Ambtenaren in Nederland, bijeen in buitenge-
woon congTes op 29 Januari in hotel ,,1'Eu-
rope" te Utrecht;
kennis genomen hebbende van het voor
loopig verslag van de Staatscommissie, inge-
steld om te onderzoeken, welke bczoldigingen
worden genoten door de burgemeesters en de
ambtenaren en werklieden in dienst der ge-
meenten;
mede kennis genomen hebbende van het ant
woord van den Minister van Binnenlandsche
Zaken op de vragen door het lid der Kamer,
den heer Ter Hall, betreffende de regeling
der salarissen voor het gemeentepersoneel,
waarbij door den minister o.m. werd mede-
gedeeld:
„Voor de regeling van het salaris van
„gemeente-personeel, die buiten hoogere
„goedkeuring omgaat, verschaft het voor-
,,loopig rapport thans den gewenschten
,,leiddraad."
Overtuigd:
dat de salarieering en indeeling van vele
ambtenaren in onderscheidene gemeenten ab-
soluut niet in overeenstemming zijn met de
voorstellen, vervat in het voorloopig verslag
van voornoemde Staatscommissie;
van oordeel:
dat het zeer noodzakelijk is, dat de ge-
meentebesturen de gegevens der Staatscom
missie zoo spoedig mogelijk aannemen als
leiddraad bij de vaststelling der bezoldiging
van het gemeente-perscneel en deze zullen
toepassen als minimumregeling;
draagt het Hoofdbestuur op:
a. deze resolutie ter kennis te brengen van
de gemeentebesturen;
b. de actie van het Verbond, wat betreft
de salarieering, te voeren overeenkomstig de
beginselen van het rapport der Staatscom
missie; en gaat over tot de orde van den dag.
Het hoofdbestuur zou het zeer op prijs stel
len, wanneer door den gemeenteraad maat-
regeien werden genomen ter uitvoering van
de voorstellen vervat in het rapport der Staats-
commissie-Raaymakers.
rn. Een schrijven van het hoofdbestuur van
het Nationaal Verbond van Gemeenteamtena-
ren in Nederland, geves igd Westerstraat 9 te
Utrecht, waarbij wordt aangeboden de volgen
de, op het congres van voornoemd verbond, dd.
29 Januari 1921, met algemeene stemmen aan
genomen resolutie:
Het Nationaal Verbond van Gemeente-
Ambtenaren in Nederland, in buitengewoon
congres bij-een op 29 Januari in hotel de
,,1'Europe" te Utrecht;
Gehoord de mededeeling van het Hoofdbestuur:
dat het antwoord van den Minister van Ju-
stitie op het vohrloopig verslag bereffende het
wetsontwerp op den Rechtstoestand van amb
tenaren nog niet gereed is;
dat verschillende gemeentebesturen de hef
fing en invordering der belastingen aan de
Rijksadministratie willen opdragen, waardoor
de positie van onderscheidene gemeente-amb-
tenaren, werkzaam bij de administratie der be
lastingen, in gevaar wordt gebracht;
dat in zeer vele gemeenten van ons land
geen bepalingen ten aanzien van den rechts
toestand der ambtenaren bestaan;
dat bij opheffing of reorganisatie van be-
paalde gemeentediensten ambtenaren moeten
worden ontslagen, voor wie geen of een zeer
gebrekkige wachtgeldregeling bestaat;
overwegende
dat nog steeds ontbreekt een regeling, waar
bij de rechtspositie der gemeente-ambtenaren
bij de wet wordt bepaald en de gemeente-amb
tenaren dientengevolge aan de willekeur van de
verschillende gemeentebesturen zijn overge-
laten;
verzoekt:
den Minister van Justitie al die maatregelen
te willen nemen, welke ertoe zullen leiden, dat
aan de rechteloosheid der ambtenaren zoo
spoedig mogelijk een einde wordt gemaakt;
besluit:
deze resolutie ter kennis te bregen van den
Ministerraad, de Tweede Kamer der Staten-
Generaal,
en gaat over tot de orde van den dag.
Nationaal Verbond van Gemeenteambtena-
ren in Nederland
Ontwerp Wachtgeldregeling"
tot verzekering van de belangen van Gemeenfe-
ambu'enaren wier betrekking wordt opgeheven
of wier werkzaamheden wegens verandering in
de inrichting van het dienstvak waarbij zij
werkzaam zijn, overbodig zijn geworden.
Art. 1. 1. Indien aan een ambtenaar eervol
ontslag is verleend wegens opheffing zijner
betrekking of wegens verandering in de in
richting van het dienstvak waarbij hij werk
zaam is en waardoor zijn werkzaamheden over
bodig zijn geworden, wordt hem met ingang
van den dag van het ontslag, wachtgeld toege-
kend ten laste van het publiekrechtelijk
lichaam, voor rekening waarvan zijn bezoldi
ging laatstelijk kwam.
2. Het wachtgeld is gelijk aan de laatste
lijk genoten bezoldiging in de verlaten betrek
king.
3. Op den voet van dit artikel kan het pu-
bliekrecntelijk lichaam wachtgeld toekennen
aan den ambtenaar, die ontslag vraagt, nadat
het voornemen hem is medegedeeld om zijn
betrekking op te heffen of de inrichting van
zijn aienswak zoodanig te veranderen, dat zijn
werkzaamheden overbodig zullen worden.
Art. 2. 1. Het wachtgeld wordt verminderd
met het geheel of een deel van het bedrag dat
de betrokkene geniet uit arbeid of bedrijf, na
den ingang van het wachtgeld ter hand geno
men, met dien verstande echter, dat hetgeen
wegens wachtgeld en de bovenbedoelde inkom
sten uit arbeid of bedrijf wordt genoten, niet
tengevolge van die vermindering mag dalen
beneden de laatstelijk genoten bezoldiging.
2. Op uitnoodiging van het lichaam, ten
laste waarvan het wachtgeld komt, doet de be
trokkene binnen een bij uitnoodiging bepaalden
redelijken termijn opgaaf van het bedrag dat
hij uit arbeid oi bedrijf geniet en van het tijd
stip, waarop die arbeid of dat bedrijf is ter
hand genomen. Voldoet hij aan die verplichting
niet, dan kan het wachtgeld worden ingehou-
den, te rekenen van het einde van den even-
bedoelden termijn.
3. Van de krachtens het tweede lid gedane
opgaaf kan het publiekrechtelijk lichaam af-
wijken.
4. De vermindering geschiedt door het be
stuur van het lichaam, ten laste waarvan het
wachtgeld komt.
Art. 3. Ingeval de aanstelling tot het ver
laten ambt voor een bepaalden termijn was
geschied, eirtdig-t het wachtgeld met het einde
van dien termijn. Het wachtgeld van een voor
bepualde wenczaamheden aangesteld ambte
naar vervalt met den dag, waarop die werk
zaamheden beeindigd zijn. In alle andere ge-
vailen vervalt het wachtgeld van den tijdelijken
ambtenaar 3 maanden na den dag, waarop hem
v. i :w.g.-«eferifieRjk 13-aangeregd.
Art. 4. Bij weigering van een ambt dat den
op wachtgeld gestelde is aangeboden en hem,
in verband met zijn persoonlijkheid en omstan-
digheden redelijkerwijs kan worden opgedra-
gen, is het lichaam, ten laste waarvan het
wacntgeld komt, bevoegd dat geheel of ten
deele vervallen te verklaren.
Art. 5. De duur van het wachtgeld is onbe-
paaid, doch het eindigt:
a. op het tijdstip waarop de betrokkene
aanspraak kan doen gelden op vol pensioen;
b. op het tijdstip waarop de betrokkene na
den dag waarop hem wachtgeld wordt toege-
icend treedt in burgerlijken rijks-, provincialen-
of gemeentedienst;
c. indien de betrokkene niet voldoet aan
zijne verplichting omschreven in artikel 4;
\1. drie maanden na het overlijden van den
gemeenteambtenaar.
Art. 6. De tijd gedurende welken de ge
meenteambtenaar wachtgeld geniet geldt voor
de berekening van het pensioen als diensttijd.
Als grondslag voor het pensioen geldt in
dien tijd het bedrag van de jaarwedde, bere-
kend met inachtneming van de verhoogingen
aan zijn laatst vervulde betrekking verbonden.
Art. 7. De ambtenaar, of de door dezen na-
gelaten betrekkingen, heeft het recht, ten aan
zien van een beslissing genomen ter uitvoering
van deze bepalingen binnen 14 dagen in beroep
te komen bij het g-emeentebestuur.
Het hoofdbestuur verzoekt meer in het bij -
zonder de aandacht voor in de resolutie opge-
nomen alinea's betreffende de heffing en in
vordering der belastingen door de rijksadmini
stratie, waardoor de positie van onderscheidene
ambtenaren emstig kan worden geschaad.
Aangezien het hoofdbestuur de overtuiging
bezit, dat de gemeentebesturen de vastheid in
positie van hunne ambtenaren verzekerd wen
schen te zien, doen zij met vol vertrouwen een
beroep op den gemeenteraad, om, waar nog
geen voldoende wachtgeldregeling bestaat,
aan de tot standkoming daarvan wel de noo-
dige aandacht te willen schenhen.
De VOORZITTER deelt mede, dat burge
meester en wethouders de stukken onder 1 en m
vermeld hierbij aan den gemeenteraad mede-
deelen, opdat de leden, indien zij dat noodig
oordeelen, daaromtrent nader voorstellen zul
len kunnen aanhangig maken.
De heer HAMELINK: Is het de bedoeling
dat dit terstond zal geschieden.
De VOORZITTER: In het geheel niet, de
leden hebben tijd, om zich daarover te beraden.
n. De VOORZITTER deelt mede, dat bij
Ism een schriftelijk verzoek is ingekomen, om
punt 12 der agenda, de vaststelling der politie-
verordening, nog van de agenda terug te ne
men, daar enkele leden in den namiddag ver-
hinderd zijn de vergadering bij te wonen.
Hij heeft daartegen geen bezwaar en vindt
dit zelfs raadzaam, aangezien er nog een be-
lang-rijk punt aan de agenda moet worden toe-
gevoegd en de leden alsdan daarover naar be-
lieven kunnen beraadslagen en toch de weten-
schap hebben, dat de aan de orde zijnde pun-
ten met het middaguur kunnen behandeld zijn.
De heer COLSEN geeft daartegen geen be
zwaar, maar zou dan toch wenschen, dat de
politieverordening met verder achteruit wordt
gezet; de behandeling daarvan wordt steeds
uitgesteld, het gaat er wel op lijken alsof men
daar bang voor is. Laat de voorzitter dan
c.aarvoor desnoods een afzonderlyke raadszit-
ting beleggen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat met
aen uitgesproken wensch van den heer Colsen
door hem rekening zal worden gehouden.
(Wordt vervolgd).