Pijjskamp met de Jaskaart,
Voorloopig Bericht.
een Flink Burgerwoonhuis
een BAHKBIUET
Verloren
Een part'ijEIKEN BOOMEN,
Holland's Bijshout.
Ingezonden Mededeelingen.
Een gebruikt RIJWIEL
een ruime Kamer,
Dinsdag 17 Mei 1921
een Burgerwoonhuis,
Teekenbehoeften
een koperen Karbidbak.
Eenige WASSCHEN
Ter OTername aangebodeR
WAGENMAKERIJ
MELKS ALON.
Burgerwoonhuis,
Een KOSTGANGER.
Voorhanden:
Zondag 6 Februari a. s.,
TE KOOP:
Tholen*str. 10U
UIT DE HANI) TE KOOP:
UIT DE HAND TE KOOP:
Firms-. P. J. VAN DESANDE
TER NEUZEN. BOEKHANDEL
GEVRAAGD
SP00RLEGGERS a /I,—,
Droog BRAN0H0UT voor faakkers,
een goed beklante
Christelijke Jongemannen
Vereeniging.
Jeugdgebouw. Dijkstraat 57.
GEVRAAGD
BiaBMHHMMMi
Firma P. J. VAN DE SANDE,
■etaBamBRsnB'SwmHsaHHaHNi
-ten huurder in de huurverhoog-ing- heeft toe-
»estemd, en de woning- is verhuurd van 1
April tot 1 April, dat het besluit d.d. 22
October 1922 tot verhooging der huur der
woning verhuurd aan den Commandant der
Hijksveldwacht, door hen niet wordt goedge-
Burgemeester en Wethouders stellen voor
in de eerstvolgende vergadering den raad een
nieuw besluit ter vaststelling voor te leggen.
De VOORZITTER: In een vorige vergade-
-uur is besloten de huur van de woning j
iraarin de commandant der Rijksveldwacht
woont te verhoogen. Over dit besluit is zeer
veei gecorrespondeerd waarvan het slot was,
dat wij van Gedeputeerde Staten bovenstaanden
brief ontvingen.
De heer SCHEELE: Op welke gronden is
het besluit van Gedeputeerde Staten genomenV
De VOORZITTER: Wij hebben bij de ver
hooging niet aan den commandant gevraagd
of hij hiermedie genoegen nam. Wij hadden
dan ievens moeten zeggen, op welken datum
die verhoogde huur zou ingaan.
De heer SCHEELE: In den brief is vermeld,
dat de woning is verhuurd van 1 April tot x
A?De VOORZITTER: Er was echter geea da
tum genoemd.
De heer SCHEELE: Als de commandant de
woning gehuurd heeft van April tot April dan
heeft hij het recht om voor het vroegere be-
drag der woning te huren.
De heer KAIJSER: De verhoogde huur
werd gesteld in verband met de vaststelling
van de begrooting en werd toen gezegd, dat de
commandant zooveel meer zou moeten ver-
wonen. Wellicht zouden Gedeputeerde Staten
niets gezegd hebben als er bij vermeld was
geworden, dat die verhoogde huur zou ingaan
met "1 April 1921. r
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
van Burgemeester en Wethouders aangenomen.
f. Een schrijven, A 30, van Gedeputeerde
Staten, houdende terugzending der begrooting
dienst 1921, naar aanleiding waarvan Burge
meester en Wethouders voorstellen in de be
grooting alsnog de navolgende wijzigingen
aan te brengen, zulks naar aanleiding der
mededeeling in voormeld schrijven, dat de be
grooting anders niet door hen zal worden
goedgekeurd;
INKOMSTEN:
Hoofdsfcuk II, art. 1 verminderen met f 50.
Hoofdstuk IV, afd. 1, art. 1 idem 21,27;
totaal f 72,27.
Hoofdstuk IV, afd. 1, art. 7 verhoogen met
t 32,96%.
Hoofdstuk IV, afd. 2, art. 3 met f 81,70.
Hoofdstuk IV, afd. 2, art. 4, vergoedinp van
bet Rijk in de kosten der volkstelling
met f 420,60; totaal j=535,26%; blijft ver
hooging f 463,99
UITGAVEN:
Hoofdstuk II, afd. 1, art. 1, jaarwedde van den
Burgemeester, verhoogen met 1250.
Hoofdstuk II, afd. 1, art. 2, jaarwedden en
presentiegelden van de Wetliouders, ver
hoogen met f 150.
Hoofdstuk II, afd. 2, art. 3, jaarwedde van
den Secretaris, verhoogen met f 900.
Hoofdstuk II, afd. 3, art. 1, jaarwedde van den
ambtenaar van den Burgerlijken Stand,
te verhoogen met f 648.
Hoofdstuk II, afd. 2, art. 5, Staats- en Provm-
ciaal blad, verhoogen met ,f 4,50.
Hoofdstuk II, afd. 3, art. 5, kosten der volks
telling, verhoogen met f 420,60.
Hoofdstuk IV, afdeeling 1, art. 1, jaarwedde
van den veldwachter, verhoogen met f 300.
Hoofdstuk VII, afd. 3, artt. 2 en 9, tegemoet-
koming in de huishuur v..n gehuwde on-
derwijzers en belooningen aan onderwij-
zetels voor diensttijd, buitengewonen ijver
enz, te laten vervallen.
Hoofdstuk VII, afd. 3, artt. 4 en 5 en hoofdstuk
II, afd. 2, art. 4 in de toelichting het cijfer
1920 te wijzigen in 1919.
Hoofdstuk VIII, afd. 2, art. 3, restitutie van
onderstand, verhoogen met f 0,01.
Hoofdstuk XI, afd. 1, art. 1, renten tegen 4
enz., het in dat artikel voorkomende cijfer
15.500 te wijzigen in 15000.
Hoofdstuk XI, afd. 1 art. 2, renten tegen 3.9
enz., te verhoogen met 0,20.
Hoofdstuk XIII, art. 2, bijdragen voor pen-
sioen enz., te verhoogen met f 32,08.
Den onder art. 3 in hoofdstuk VIII geplaatsten
post „subsidie aan de vereeniging het
Groene Kruis", te verplaatsen naar hoofd
stuk TV, afd. 5, art. 6.
Hoofdstuk XIV, art 3 te schrappen en aldus te
verminderen met f 2000.
Hoofdstuk XV, art. 1, bedrag, waarover enz., te
verhoogen met f 2500.
Hoofdstuk XV art. 2, bedrag, dat enz. te ver
minderen met en art. 2, hoofdstuk 14, te
schrappen in de omschrijving 3741,39%;
Totaal der vermindering f 5741.39%.
Totaal der verhooging 6205.39.
Blijft verhooging f 463.99%.
En het totaal der ontvangsten en uitgaven
vast te stellen op 74,875.
Begrooting Gem. Electr. Bedrijf.
ONTVANGSTEN:
Art. 5. Verhaalde pensioensbijdragen op de
ambtenaren enz., het cijfer 1800.te
wijzigen in 2775.waarvan 3
maakt f 83.25.
VERZAMELING ONTVANGSTEN:
Totaal van art. 5 te lezen 83.25.
Totaal der ontvangsten te lezen 15.123.25
UITGAVEN:
Art. 2. Algemeene onkosten moet zijn 2925.
Art. 7 aflossingen te lezen:
a. aflossing der leening van 60.000.op-
genomen in 1918 2000.
b. aflossing der leening van 6500.op-
genomen in 1919 f 500,f 2500.
Art 8. Bijdrage voor pensioen van ambtenaren
enz. te verhoogen smet f 117.en dus te
brengen op 333.-^—.
Art. 9. Onvoorziene uitgaven, te verhoogen
met f 82.25 en te brengen op /390.25.
VERZAMELING UITGAVEN:
Totaal van art. 2, laatste kolom te lezen
f 2925.—.
Totaal van art. 7, laatste kolom te lezen
f 2500.—.
Totaal van art. 8, laatste kolom te lezen
f 333.—
Totaal van art 9, laatste kolom te lezen
f 390.25.
Totaal der uitgaven, laatste kolom te lezen
f 12.023.25.'
BALANS:
Totaal der ontvangsten, laatste kolom, te
lezen: 15.123.25.
Total der uitgaven, laatste kolom, te lezen:
/12.023.25.
De heer SCHEELE zou gaarne eenige na-
dere inlichtingen willen hebben.
De VOORZITTER: Zooals de heeren hetrben
kunnen zien, zit de terugzending van de be
grooting voornamelijk in de jaarwedden van
Burgemeester, Secretaris en den ambtenaar
van den burgerlijken stand. Nu de begrooting
is teruggekomen, zooals verwacht kon worden,
wil ik wel verklaren, dat ik persoonlijk Dimmer
om verhooging van salaris zou hebben ge-
vraagd en wanneer er bezwaar zou tegen wor
den gemaakt dan ben ik niet ongenegen om het
meerdere salaris terug te storten in de ge-
meentekas. Wat het salaris van den secretaris
evenwel betreft moet ik ten sterkiste aandrin-
gen op aanneming hiervan, want deze verricht
zeer veel werk en komt hem dit salaris ten
voile toe. Het salaris van den ambtenaar die
de akten van den burgerlijken stand inschrijft,
lcom mij wel te hoog voor.
Hij verzoekt thans den Secretaris de wijzi
gingen toe te lichten, waaraan deze voldoet.
De heer Vinke komt ter vergadering.
De heer SCHEELE: De Burgemeester heeft
wel verklaard, dat hij het meerdere salaris wil
terugstorten in de gemeentekas, doch ik kan
mij hiermede niet vereetligen, want als wij
ten slotte moeten toegeven aan Gedeputeerde
Staten, dan zou ik van dit salaris niets willen
terugontvangen. Ik kan echter mijn stem
aan deze wijzigingen niet geven.
De heer DE JONGE: De begrooting is terug
gekomen, omdat wij geen gevolg wilden geven
aan de verlangde salarisverhooging en ik ge-
loof vast, dat bij verwerping van deze wijzi
gingen dit weer het geval zal zijn en ten slotte
bij de Kroon in beroep gaande zal dit ons niet
helpen. Er zal niets uit voortvloeien dan
moeilijkheden voor die gemeente. Ik- zal dus
voor stemmen.
De heer KOOPMANEen woord van dank
breng ik aan den Burgemeester voor zijn ver-
1 daring, dat hij het meerdere wil terugstorten
in de gemeentekas. Het is een tijd van krau-
wen en krauwen en daarom doet het hem goed
dat ook een andere stem wordt gehoord. Het
gaat in deze echter in geenen deele over den
persoon doch wel over het ambt van burge
meester en als wij eenmaal hebben besloten
om 3500 te geven dan zitten wij hieraan vast.
De heer DE VISSER: Het is nu gebleken,
dat Gedeputeerde Staten niet geluisterd hebben
naar den wensch hier uitgesproben. Wij kun
nen geen pressie uitoefenen en blijft er ons
niets anders over dan ons te geven al is het
dan ook onder protest.
De heer KAIJSER: De vorige vergadering
heb ik voor gestemd, omdat ik overtuigd was,
dat het ons niets zou baten aan het schrijven
van Gedeputeerde Staten geen gevolg te geven.
Wij kunnen thans ons weer verzetten en nog
eens bij Gedeputeerde Staten komen, maar het
eind zal zijn, dat wij zullen moeten toestem-
men.
De heer VAN HOEVE: Volgens de stukken
stellen Burgemeester en Wethouders voor om
de verlangde wijzigingen aan te brengen, doch
de Voorzitter was toch van meening, dat het
salaris van den ambtenaar van den burgerlij
ken stand toch te ruim genomen is.
De VOORZITTER: Dit wat bereft het in-
sehrijven der akten. Wanneer het ambt van
burgemeester en secretaris in een hand was,
werd hier bij het vaststellen van salaris Steeds
rebening mede gehouden. Men zal toch moeten
toegeven, dat aan het inschrijven van de ak
ten niet zoo veel werk verbonden is.
De heer VAN HOEVE is het hiermede vol-
komen eens. Als de verhooging nog eens 100
was, doch het is nu wel 600 Hij kan
ook hiermede niet medegaan.
De VOORZITTER: Het was maar een op-
merking tusschendoor om aan te toonen, dat
Gedeputeerde Staten ook daarmede geen reke-
ning houden.
De heer VAN HOEVE: Voor Gedeputeerde
Staten was het gemakkelijk zoo'n standpunt
in te nemen, daar op de begrooting een bedrag
staat voor onvoorziene uitgaven van f 6000,
hetgeen voor onze gemeente een groot bedrag
is. Daarbij komt, dat voor de distributie is
geraamd een bedrag van 2000, welke soin
ook niet meer benoodigd is wegens de ophef-
fing der distributie. De begrooting was slui-
tend gemaakt dus het geld was er voor aan-
wezig.
De VOORZITTER: Gedeputeerde Staten
hebben het heft in handen en keuren de be
grooting niet goed.
Ik geloof, dat de leden de toekomst wel wat
te donker inzien want als men ziet dat een ge
meente als Zaamslag slechts 30.000 schuld
heeft, buiten den woningbouw en de electrische
centrale welke takken zich wel zelve zullen be-
druipen, dan is de finantieele toestand goed
te noemen. Het heeft mij wel eens verwon-
derd, dat Gedeputeerde Staten alle gemeenten
over een kam scheren, doch zij hebben steeds
de hand er aan gehouden om zelf de salarissen
te bepalen. Wij kunnen de begrooting, zooals
die daar is, afstemmen; maar dat zal voor de
gemeente ontzettend veel moeilijkheden met
zich brengen. Wanneer wij lam geslag-en wor
den dan weet ik waarljjk niet hoe de zaken
zullen moeten gaan, want regeeren zonder
geld gaat niet.
Wij moeten betalen aan rekeningen over
1920 en salarissen op 1 Februari a.s. f 12.000,
voeg daarbij de jaarwedden op I Maart en 1
April dan zal er dus aan k-asgeld moeten ge-
leend worden oen bedrag van 16 tot 18.000 gul
den en het geld is tegenwoordig duur. Het is
zeker, dat Gedeputeerde Staten de begrooting
miet zul goedkeuren, maar wanneer zal dit dan
wel het geval zijn, wellicht wordt het dan wel
September voor deze quaestie is opgelost en
tot dien tijd zit dan de gemeente zonder vaste
financien. Men dient dus goed te overwegen
de gevolg'en die het verwerpen met zich zouden
medabrengen.
De heer SCHEELE: Wij kunnen ons toch
in hooger beroep tot de Kroon wenden? Meer
dan een gemeente heeft zulks gedaan. Wordt
de begrooting dan niet goedgekeurd a la bon-
heur wij zijn dan van de verantwoording af.
De VOORZITTER: Wij moeten ons niet
spiegelen aan een andere gemeente maar met
ons zelve te rade gaan. Het is voorgekomen,
dat een dergehjK besluit gevallen is met een
stem meerderheid. Heeft die eene stem het nu
goed voor of niet dat is nog de vraag. Boven-
dien gelooft men toch wel dat Gedeputeerde
Staten niet zoo gauw in het ongelijk zullen
worden gesteld, temeer niet waar zij met de
salarissen nog beneden die der Staatscom-
missie zijn gebleven. Zij staan dus wel sterk
en gaan bovendien niet over ijs van een nacht.
De heer SCHEELE: Ik wil de verantwoor-
delijkheid voor deze wijzigingen niet dragen en
wii die overlaton aan Gedeputeerde Staten.
De VOORZITTER: De Commissaris der
Koningin heeft mij in een gesprek medege-
deeld, dat hij alle raadsverslagen leest en
weten Gedeputeerde Staten zeer Ooed hoe de
raad er over denkt en spreekt. Men neemt
werkelijk een zeer gevaarlijk standpunt in en
eenmaal het besluit gevallen kan het wellicht
een half jaar duren voor de beslissing gevallen
is, in welken tijd de gemeente een zeer zware
tijd doormaakt.
De heer KOOPMAN: De Staatscommissie
is verleden jaar met haar rapport gereed ge-
lcomen maar heeft hiervoor 2 jaren noodig
gehad. Wij leefden toen in een tijd, dat alles
goud was wat er blonk, die tijd is thans ver-
anderd, en waar Gedeputeerde Staten het heb
ben aangedurfd om minder ver te gaan dan de
Staatscommissie, kan er voor ons geen be
zwaar zijn om onze begrooting te handhaven,
de Vooorzitter heeft gezegd, dat wij niet
naar andere gemeenten moeten ki.iken, ja, kijk
daar gerust naar. Er zijn verschillende ge
meenten die geholpen zijn door de boeren van
Zaamslag want de O. W.-belasting heeft hen
zwaar gedrukt en hielpen zij mede hun finan
cien te redden, daar die gemeente de gelden
maar opmaakten en er zeer royaal mede om-
sprongen. Vele gemeenten dan ook die hunne
leening niet kunnen geplaatst krijgen.
De VOORZITTER: Iedere gemeente moet
zijn eigen belangen behartigen en wij kennen
de toestanden in andere gemeenten niet. Als
wij ons blijven verzetten dan zullen de moei
lijkheden niet uitblijven. De salaris-regeling
wordt ons opgelegd door onze chefs en zij
zullen ten slotte overwinnen. Of de malaise
door zal gaan of de toestanden zich zullen
wijzigen, weten wij niet, doch zeker is het
dat de rijkdom van Zaamslag gedurende de
oorlogsjaren zeer is vooruitgegaan Door het
hoogere bedrag, dat aan salarissen gevergd
wordt zal de gemeente werkelijk niet ten
gronde gaan. De toestand zie ik heusch niet
zoo donker in.
De heer FAAS: Wij zouden de gewijzigde
begrooting kunnen goedkeuren onder protest
en omschrijven, dat wij noodgedwongen hier
toe zijn overgegaan, daar de salarissen ons
inziens te hoog worden opgevoerd, temeer waar
op de oorlogscrisis een tweede zal volgen en
wel een financieele crisis. De bronnen van in-
komen verminderen, dat is eep feit, en waar
zal het einde zijn, Wij moeten Gedeputeerde
Staten onder de oogen brengen, dat wij knecht
zijnde, er niet tegen in willen gaan al is het
dan ook de vraag of de regeling billijk is.
De VOORZITTER: De ambtenaar van de
secretarie heeft inzage genomen van de aan-
slagen van de rijksinkomstenbelasting en wan
neer men dan ziet, dat er reien en reien met
arbeiders op voorkomen dan zullen ook deze
menschen hier dienovereenkomstig worden
aangeslagen. Wanneer de loonen naar beneden
zullen gaan komt dit weer te goede aan de
resultaten van het landbouwbedrijf.
De heer KOOPMAN: U hoopt, dat de ma
laise zal verdwijnen en weer overal bedrijvig-
heid zal heerschen. Er zijn dan twee mogelijk-
heden of alles zal weer duur worden, hetgeen
goed voor Zaamslag zou zijn, of alles wordt
weer normaal maar dan zitten wij met die
hooge salarissen.
De VOORZITTER: Ook ambtenaren zijn
sterfelijk en dan benoemen wij goedkoopere
krachten.
De heer VAN HOEVE: De Voorzitter noem-
de daar als lichtzijde de vele aanslagen in de
rijksinkomstenbelasting maar men dient er
dan wel rekening- mede te houden, dat deze
loopen van 1 Mei 1919 tot 1 Mei 1920, gedu
rende welken tijd wel goede inkomsten zijn
verkregen doch over het voile jaar 1920 zal
dit veel minder gunstig zijn. Wie weet of die
6 opcenten op het kohier niet verhoogd zullen
moeten worden.
De VOORZITTER: Als U de aanslagen zult
zien, zal U zelf wel verbaasd staan kijk en
want er komen er zeer velen op voor.
De heer DE JONGE gelooft, dat het jaar
1921 nog wel zal gaan maar 1922 zal ons bren
gen voor kleine inkomsten, terwijl de loonen
zullen dalen en ook de groote inkomens zullen
verminderen.
De heer WISSE: De raad gevoelt zich ge-
krenkt, dat Gedeputerde Staten hem de salaris
sen voorlegt, terwijl hij er feitelijk niets over
te zeggen heeft. Wij moeten een besluit nemen
dat eigenlijk al genomen is en dat is juist het
moeilijke. Wij nemen geen genoegen met het
voorstel van Gedeputeerde Staten en het blijkt
ons dat wij toch zullen moeten, ofschoon de
toekomst niet rooskleurig is. Als wij dan toch
zullen moeten toegeven, welnu dan weten alien
het, dat het tegen ons zin is en wij hiertegen
hebben geprotesteerd en ons noodgedrongen
er bij zullen neerleggen.
De VOORZITTER: Gedeputeerde Staten
betalen voor een gedeelte mee in de salaris
sen, dus is het begrijpelijk, dat zij het heft in
handen willen houden. Wij zouden dan zooals
door de heeren Wisse en Faas is te kennen
gegeven er bij kunnen melden, dat onder pro
test de wijzigingen zijn aangebracht.
De heer VAN HOEVE kan zijn stem hier
aan niet geven en wil op deze wijze geen ver
hooging toestaan.
De heer SCHEELE sluit zich bij de woorden
van den heer Van Hoeve volkomen aan.
De VOORZITTER: De heeren zijn volkomen
vrij hoe zij hun stem willen uitbrengen, maar
zij zullen ons in zeer groote moeilijkheden
brengen en ten slotte zullen zij dan toch Bur
gemeester en Wethouders moeten helpen om
uit die moeilijkheden te geraken.
De heer SCHEELE: De Kroon zal dan maar
moeten beslissen, bij welke beslissing wij ons
dan dienen neer te leggen.
De heer VAN HOEVE: Ik zal tegen stem-
men en komt het Dagelijksch Bestuur hier-
door in moeilijkheden dan verklaar ik hierbij
dat dit geenszins in mijn bedoeling ligt.
De VOORZITTER gelooft zulks gaarne,
maar dat neemt niet weg, dat de gevolgen
groot zullen zijn.
De heer DE FEIJTER: Wij hebben geen
anderen uitweg en zal daar voorstemmen hoe-
wel het mij tegen de borst stuit. Ik zou tegen
stemmen als ik kans van slagen zag, maar
die is er niet.
De heer SCHEELE: Voor het motief gebrek
aan kasgeld gevoel ik niets als de zaak in het
reine te brengen is.
De VOORZITTER: Denkt U nog succes te
halen?
De heer SCHEELE: Ja, dat denk ik. Zal de
Kroon beslissen zooals Gedeputeerde Staten
voorstellen, dan rust ook op hen de voile ver-
antwoordelij kheid
De VOORZITTER: In Middelburg is het
toch bekend hoe wij over de zaak denken. Wer
kelijk het zal geen succes oplevereen.
De VOORZITTER brengt thans in stemming
het voorstel van Burgemeester en Wethouders
om de verlangde wijzigingen in de begrooting
alsnog aan te brengen. Dit wordt aangenomen
met 6 tegen 5 stemmen.
Voor stemmen de heeren De Jonge, Kaijser,
Faas, Wisse, De Visser en De Feijter.
Tegen stemmen de heren Scheele, Van Hoe
ve, De Koeijer, Koopman en Vinke.
De heeren Wisse en De Visser stemden on
der protest voor.
D& VOORZITTER brengt den raad dank
voor het genomen besluit.
5. Vaststelling eerste suppletoir kohier
schoolgelden dienst 1920.
Burgemeester en Wethouders leggen ter
vaststelling over het door hen ontworpen eerste
suppletoir kohier op de schoolgelden dienst
1920, ten bedrage van f 63,60.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
De VOORZITTER stelt voor punt 6 der
agenda te verschuiven tot het eind der ver
gadering.
7. Bepaling contingent Brandweer.
Overeenkomstig het bepaalde hij artikel 118
der Algemeene Verordening van Poiltie en in
verband met het verslag- der Brandweer over
1920, stellen Burgemeester en Wethouders voor
te bepalen, dat in het jaar 1921 maximum 5
manschappen bij de brandweer worden inge-
lijfd.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
8. Omvraag.
a. De heer SCHEELE vraagt hoe het met
de electrische centrale gaat.
De VOORZITTER antwoordt, dat de laat
ste maand voor de centrale een goede maand
is geweest. Binnen een paar dagen zullen de
boeken worden nagezien en kunnen dan de uit-
komsten worden vastgesteld. De boekhouder
was nog niet gereed zoodat dit thans nog niet
geschieden kon. Het zal wel niet zoo erg zijn
als het gerucht de rondte deed.
b. De heer KAIJSER vraagt of Burge
meester en Wethouders als zij naar Othene
komen, eens hun aandacht willen vestigen
op de gooten aan Ko Jansen en Wagenaar en
aan den Watergang. Die toestand is zeer ver-
waarloosd. De een zegt dat de gemeente dit
moet onderhouden en de ander beweert, dat
op den polder die plicht rust.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester
en Wethouders met den architect alles eens
zullen nagaan en het werk eens zullen opnemen.
Het ligt in de bedoeling om voor Othene de
puntjes eens op de i's te gaan zetten, want als
de rekeningen binnen komen dan zijn er bij van
verrichte werkzaamheden waar het college
niets van af weet. Er is reeds begonnen met
voor alles een bon af te geven en toch komen
er nog ongedekte rekeningen in. Aan een am-
bachtsman te Othene is nu reeds een brief ge-
schreven, dat niets zal betaald worden, dat
niet gedekt is door een bon.
De heer KAIJSER: Van dat bonnenstelsel
heb ik ook gehoord, maar het komt voor, dat
men opdracht krijgt voor werkzaamheden te
verrichten en dat dan later de bon hiervoor
zal afgegeven worden, maar die blijft dan uit,
Een persoon zou wel 20 bonnen moeten hebben
en had er slechts een paar, doch dit is wat
anders.
Naar de gooten kan gekeken worden door
den gemeentewerkman. Om een eind goot te
leggen moet men toch niet zoo veel capaciteiten
bezitten.
De heer VAN HOEVE hoort met verbazing.
dat er rekeningen worden ingediend waar het
Dagelijksch Bestuur niets van af weet. Ik
zou toch zeggen de persoon in kwestie krijgt
toch een opdracht, en wie geeft die dan?
De VOORZITTER: Dit geschiedt door den
architect. Hij mag thans niets meer laten ver
richten zonder Burgemeester en Wethouders
I RINEZUUR EN DE NIEREN.
Overtollig urinezuur is de werkelijke oorzaak
van rheumatiek, ischias en spit, en het kan
zoowel de oorzaak als het gevolg zijn van
nierzwakte. Zware, moeilijk verteerbare
spijzen, alcohol, overwerking en nadeelige ge-
woonten leiden tot de vorming van een dus-
danige hoeveelheid van dit vergift, dat de
nieren overweldigd worden door de overspan-
ning- om het uit het bloed te filtreeren.
Voorzorgen en matigheid verminderen de
hoeveelheid urinezuur, vergemakkelijken de
taak der nieren en voorkomen, dat niet-gefil-
treerd urinezuur zich in de aderen, spieren,
zenuwen en gewrichten afzet en kristalliseert.
Deze voorbehoedende maatregelen kunnen wor
den aangevuld door tijdige versterking van de
nieren door Foster's Rugpijn Nieren Pillen.
Dit speciale niergeneesmiddel verschaft succes,
zelfs in gevorderde gevallen van nieraandoe-
ning en verchijnselen als rheumatiek, steen,
spit, ischias, niergrui. nierwaterzucht, nier- en
blaasontsteking, en urinezuur-vergiftiging.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen werken niet
op de ingewanden, doch louter op de nieren en
blaas. Antiseptisch, voorbehoedend en gene-
zend, wordt dit niergeneesmiddel alom aan-
bevolen als gevolg van de uitmuntende resul
taten, die men ermede behaalde.
Te Ter Neuzen verkrijgbaar bij Wed. A. van
OverbeekeLeunis, a 1.75 per doos. 32
hierin te hebben gekend.
De heer VAN HOEVE: Er moet paal en
perk aan gesteld worden.
De heer SCHEELE: Ook ik sta verbaasd,
dat er werk wordt verricht waar het Dage
lijksch Bestuur niets van weet. De architect
zal onder het oog moeten worden gebracht, dat
hij streng de hand moet houden aan de wen-
ken van Burgemeester en Wethouders.
De VOORZITTER: De Wethouders hebben
nu een jaar met hem samengewerkt en zij
kunnen getuigen hoe moeilijk dit euvel te voor
komen schijnt. Ook in den raad is thans nog
een oud-wethouder die hiervan zal kunnen
medespreken. Men zal er met een sikkel en
mes doorheen moeten gaan.
De heer KAIJSER: Niet betalen, dat is het
eenvoudigste.
De VOORZITTER: De werkzaamheden wor
den voor een jaar aanbesteed, doch het blijkt,
dat zulks niet wel mogelijk is en er steeds
werkzaamheden bijkomen. Men zou in de
maand Juli nog eens een kleine aanbesteding
kunnen houden voor die bijgekomen herstel-
lingen, dat was al een heele stap in de goede
richting.
De heer FAAS: Zijn die werkzaamheden
toch steeds verantwoord?
De VOORZITTER: Ja, dat is steeds ge-
schied, doch het gebeurt dat er werkzaamheden
worden verricht waarvoor de architect opdracht
geeft doch dan hiervan geen kennis wordt ge
geven. Onlangs werd medegedeeld, dat de
planken over het Spuipad zoo slecht waren ge
worden en is gevraagd om een begrooting
hiervan op te geven. Tot op heden is die be
grooting nog niet binnengekomen.
De heer FAAS: De architect zal beter zijn
instructie dienen na te komen.
De heer DE FEIJTER: Die rekening van
den man uit Othene bestaat hoofdzakelijk uit
arbeidsuren. In het voorjaar is er opname
gedaan van de verrichte werkzaamheden, het
geen klopte maar nu komt er nog een na-
rekening.
De heer SCHEELE: De finantieele commis-
sio zal die rekening ook wel onder de oogen
komen. Er moet echter voortaan strenger op
gelet worden of zij gedekt zijn door bonnen.
c. De heer VAN HOEVE vraagt of de weg
aan de beide opritten niet kan worden bijge-
werkt door de kanten af te steken. Met
een 40 a 50 c.M. zou men al een heele verbete-
ring krijgen.
Dc VOORZITTER is van meening, dat dit
niet zoo gemakkelijk zal gaan daar men dan
een soort van greppel krijgt en het water goed
van den weg moet kunnen afloopen daar an
ders de slijb te veel op den weg blijft liggen.
Hij zal er echter zijn aandacht aan wijden.
De heer KAIJSER: Men kan gerust een
halven meter afsteken van den dijk, dat zou
een heele verbetering zijn, want men kan er
met een paard en wagen bij sneeuwval niet
voorbij.
d. De heer VAN HOEVE vraagt of er nog
niets anders is vemomen van hat wachthuisje
van de tram.
De VOORZITTER antwoordt, dat hij den
directeur van de tram dezer dagen heeft ge-
sproken en deze hem vroeg of hij ue teekening
reeds had ingezien van het wachtiokaal. Hij
verwacht dus dat de teekening spoedig zal
binnenkomen.
Niemand meer het woord verlangende,
schorst de Voorzitter de openbare vergadering
die overgaat in eene met gesloten deuren.
Na het weder openbaar worden der verga
dering stelt de VOORZITTER aan de orde
6. Vaststelling tweede suppletoir kohier
Hoofdelijken Omslag dienst 1920.
Burgemeester en Wethouders leggen ter
vaststelling over, het door hen ontworpen
tweede suppletoir kohier hoofdelijken omslag.
Ter behandeling hiervan wordt de openbare
zitting geschorst en gaat over in eene met ge
sloten deuren.
Na het weder openbaar worden der vergade
ring woz'dt het kohier met algemeene stemmen
vastgesteld, met 3 aanslagen, op een bedrag
van f 110,13.
De vergadering- wordt hierna door den Voor
zitter met het uitspreken van het dankgebed
gesloten.
Voor de belangstelling, op
22 dezer mij betoond, mijn
daak.
Ter Neuzen P. DEES.
Het Bestuur van den Polder
„CATHARINA" maakt be
kend, dat de KIEZEIiSIjltJST, be-
doeld bij art. 35 van het Alg- Regternent
op de Polders en Waterschappen in
Zeeiand, van 1l© Febr. 1921,
ter inzage aan belanghebbenden ligt ten
kantore van den Ontvanger-Griffier te
Hulet
Namens het Bestuur,
G- VOGELVANGER.
Ontv-Griffier.
bq I BLIEK, Hotel Paviljoen, Station
Begin S uur. Gewone condition.
Bij acte verleden voor
ondergeteekende, Notaris te
IJzendijke, 16 December 1920, waarop
de Koninklijke Bewilliging is verleend
20 November 1920, welke acte, mits-
gaders de Koninklijke Bewilliging in
hun geheel zijn opgenomen in de Staats-
courant van 27 Januari 1921 no. 19,
zijn wijzigingen gebracht in de Statuten
van de N. V. Zeeuwsch-Vlaamsche
Tramweg Maatschappij gevestigd te
Ter Neuzen.
P, AD 4MA ZIJLSTRA.
TE HUUR
halve Zolder en Keukenfin gemengd ge-
bruik. Adres bnrrau van dit blad.
De verkooping van den LAND-
BOUWINSPAN, ten verzoeke
van den heer P A. STALLAERT—
Perdaen te Boschkapelle. zal
plaats hebben op
Notaris DUMOLEYN.
staande te Hoek, Kerkstraat. Aanvaar-
ding 1 Maart a.s.
Te bevragen bij F. D1ELEMAN, land-
bouwer te Hoek.
staande HOEK, Seeenyracht A 15.
Te bevragen bij den Heer FL de
Jonge.
GEVONDEN
groot f IO,-. Terug te bekomen bij
P. OPPENEER, Dekkerstraat
No. 31, Ter Neuzen.
op den weg van Axel naar Ter Neuzen
Tegen belooning terug te bezorgen,
bureau van dit blad.
Van Steenbergenlaan 49.
A 2 c&nt per K.G.
Adres: Bureau van dit blad.
met of zonder inventaris naar verkiezing-
Te bevragen bij J. NAAIJE,
Wagenmakerij, (Kijkuit) Axel
Geopend op alle werk- en feestdagen.
Zondags gesloten.
Voor svhoolgaanden speciale ge-
legenheid tot het plautsen van
rijvnelen, gebruiken. van lunch etc.
Consumptie tegen billijke
prijzen.
Melk 10 cts. p. glas. Fosco m/melk
12V2 Cts p, gl. Choc, melk 124/2 cts. p.
kop. Champ pils 15 cts. p. fleschje.
Limonade 15 cts, p. fleschje. Sigaren,
Clgaretten, etc. etc.
Beleefd aanbevelend,
HET BESTUUR
UIT DE HAND TE KOOP:
een (link
staande te Hoek, Heerengracht.
Te bevragen bij den heer D.J.JANSEN,
Lovenpolder, Hoek.
Br- onder No. 223, bur v. d- blad.
Het gebruik van rijsmaterialen bfl
stroomleldende werken en oeververdedi-
gingen langs bovenrivleren en aan zee.
Groot 240 bladzijden
met 55 platen (ruim 200 figuren)
door
L. G. VAN BREEN,
Technisch ambtenaar van den Rijks-
Waterstaat.
Prijs 6,50.
Boekhandel Ter Neuzen.