ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIE8LAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. I 4 No. 7092 Vrijdag 7 Januari 1921. *51e Jaargang. 1 Zeggen en doen, DIKNENLAND. BUITENLAN D. PREDIKBETJRTEN. 8ER5GHTEN. i EI E B.XjA .13. De eerste dagen van het jaar zijn weer voorbij. Het zijn de dagen waarop de men sehen alien elkander hebben toegewenscht: veel heii, veel geluk en veel zegen. Dat gaat aan het begin van een jaar vanzelf, zoo spontaan. Mensehen, die elkander voor de eerste nutal in het nieuwe jaar ontmoeten, hebben de beste wenschen voor elkanders levenslot in het jaar dat komt. Men zou niet gaarne aehterbliiven! Wat zou dat onop- gevoed staan, onwelievend zijn! Wat zou dat een bewijs van koudheid of van vijand- schap zijn als men geen felicitatie voor temand gereed had! Dan moet er toch wel veH zitten tusschen twee mensehen als zij op dien dag elkander niet gelukwenschen. Dat hoort er immers zoo bij, dat is nu een- maal toeh gewoonte? Ja? Zoudt Ge dat denken, dat deze manier van handelen eenvoudig gehandhaafd blijft uit kracht der gewoonte? We zouden dan toch lcunnen vragen: maar hoe is men er dan toe ge- komen om nu juist die gewoonte aan te nemen, die lieflijke gewoonte om elkander het goede te gaan toewenschen bij den aan- vang van een jaar? Waarom heeft men daartoe dan niet iets anders uitgekozen? Waarom nu juist dit, van zooveel naasten- liefde sprekende, zegewenschen? Waarom niet de gewoonte aangenomen om eikaar op den len Januari eens goed de les te le- zen, elkander de waarheid te zeggen en op zijn fouten te wijzen? Op den Isien April zijn vele mensehen er op uit er een ander te laten inloopen en voor den mal te hou- den; met St. Nicolaas is het de gewoonte geworden eikaar met cadeau's te verrassen, nu op 1 Januari gaat men elkander toewen schen het goede. Is het wellicht uit gewoon te dat net geschiedt, toch zou zulk een gewoonte, vooral in onze dagen, die zoo weinig om het oude geven, verdwijnen ais er geen beteekenis achterzat, als er werke- lijk niet iets in het hart van den mensch was, dat behoefte had aan deze daad, iets dat volkomen strookte met het uitspreken van deze heilwensehen. We doen het toch niet tegen onzen zin? Ja zeker, het komt wel eens voor, dat men zegt: heb, nu moet ik die en die ook nog al gaan gelukwenschen en dat men na veel nieuwjaarsvisite's er tegen opziet ook nog daar en d'aar heen te gaan, maar dat neemt niet weg, dat het oogenblik waarop we 't moeten doen ons ten voile bereid vindt. Als we de gelukwenschen uitspreken is het volstrekt niet alleen met den mond maar dan fs er ook wel iets in het hart, dat daarmee instemt. We neigen er toe, we vinden het adngenaam, het gaat vanzelf om elkander dan iets goeds toe te wenschen. Al zouden we op andere dagen voor eikaar nog niet zbbveel gevoelen, als het jaar begint heb ben we goede wenschen gereed. Het is werkelijk meer dah een gewoonte. Waar of dan wel de oorzaak in zit? We willen trachten dit in een enkel opzicht te benaderen. Er komen in deze nieuwjaars-wenscherij wel eenige verborgen overleggingen van het menschenhart onbewust aan den dag. Is er niet op den eersten dag van het jaar een algemeen gevoel van gelijkheid, 'k zou haast zeggen: van kameraadschappelijk- heid? Het gelukwenschen is dan ook alge meen. Rijken en armen, heeren en knechten, ouden en jongen doen het elkander weder- keerig. Er is geen afstand, geen scheiding. Vanwaar dat gevoel van gelijkheid? Zou het ook kunnen zijn omdat we alien staan te- genover de toekomst, waaraan het begin van het jaar ons in het bijzonder denken doet? En daartegenover alien even onzeker en even machteloos? Wat de toekomst bren- gen zal weet niemand, en het kan voor een ieder zijn: voorspoed of tegenspoed, licht of donker, vreugde of smart. In dat opzicht staan alien gelijk. Ieder hoopt echter voor zichzelf op geluk, ieder verlangt vooruit- gang, maar hij gevoelt ook, dat hij daar af moet blijven, dat hij het niet kan dwingen, dat hij het niet heeft in zijn macht. Wat nu de mensch voor zichzelf hoopt, hij heeft er behoefte aan om het voor een ander al maar vast te gaan wenschen, om aldus voor zichzelf (naar hij meent) er meer aan- spraak op te mogen maken, dat het geluk ook hem te beurt vallen zal. Hij wordt gul met het toewenschen, voor die onzekere toekomst, van heil aan anderen, om door die gpedheid als 't ware zelf meer het geluk tot zic'n te trekken. Zal, wat hij anderen zoo ruimschoots toewenscht, hemzelf kun nen ontgaan? Dat zou van die toekomst toch werkelijk onrechtvaardig zijn! Ik geloof, dat deze overleggingen van zeer grooten invloed zijn bij het gelukwenschen aan he; begin' van een nieuwen tijdkring. Zou men dan zijn naaste iets kwaads durven toe wenschen? Het zou ons zelf evengoed kun nen overkomen! De onzekere toekomst zou voor ons nog veel erger dingen in haren schoot verborgen kunnen hebben. Neen, we hebben niets dan goeds aan alien die ons ontmoeten toe te wenschen, opdat de toe komst maar zoo goed zal zijn ook ons met haar geluk te bedeelen. Heb ik nu door deze verklaring het nieuwjaarwenschen vernederd of verhoogd? Een ieder onderzoeke zichzelf! Bij velen zal het gelukwenschen op 1 Januari wel hooger staan dan deze vrijwel egoi'stische handelwijze. Men heeft werkelijk voor ei kaar de beste wenschen, omdat men iets gevoelt voor eikaar en zich verblijdt in ei- kanders geluk. Bij velen zal de beteekenis van het gelukwenschen wel niet hooger aan te schrijven zijn. Geen alterui'sme, maar een verborgen egoi'sme schijnt er Aorheen. Dit alles neemt echter niet \^g, dat men dan toch van harte aan zijnen naaste gunt eenig geluk. En dit moeten we toch niet voorbijzien, dat er e6n dag in het jaar is, dat iedereen dit gewillig en ruimschoots doet. Laten we dat een groot geluk noefpen! Ja laten we zeggen: Zoo kruipt het bloed alweer waar het niet gaan kan. Want hoe is het toch gewoonlijk, op de andere dagen van het jaar, gesteld met het geluk, dat de mensehen elkander toewenschen? Is het gewoonlijk niet zoo, dat mensehen elkander het geluk benijden? Laat ons eerlijk zijn. Is de afgunst niet een groote macht, die overal aan den dag komt? De afgunst, dat is die gesteldheid eds harten, waarbij men het toch maar niet verdragen kan, dat aan een an der veel geluk te beurt valt, ja meer geluk dan aan onszelf, is zij het niet die vele ge- sprekken, ja handelwijzen van den mensch tegenover zijn naaste beheerscht? Nog- maals, laat ons eerlijk zijn! We willen op deze dingen nog even wijzen en werkelijk niet om iemand zeer te doen, maar alleen om elkander te wijzen op een bron van bitterheid, waarvan we tenslotte zelf de oorzaak zijn, dat ze ons leven vergalt. De afgunst, die we ronddragen tegen deze ot gene, en waardoor we ons denken en spre- ken en handelen laten beinvloeden, is werke lijk niet iets onschuldigs, maar een scherp wondend voorwerp. Zij is een gevaar voor ons eigen levensgeluk, waartegen we el kander wel degelijk hebben te wapenen. is de afgunst niet een algemeen voor- komend verschijnsel? En dan komt dit fel uit tusschen mensehen van gelijken stand, van hetzelfde ambt, van dezelfde welvaart, van dezelfde familie. Vroeger ging men gelijk op, maar ziet daar bereikt deze of gene een hoogere plaats, hij verdient wat meer, het gaat hem beter en voorspoediger, hij gaat zijn collega's ver vooruit, ach wat steekt dat bij de anderen! Daar kan het menschenhart niet aan. De afgunst heeft post gevat bij de ande ren, en waartoe laat men zich al niet ver- voeren om den bevoorrechte te vernederen. Welke lasterlijke woorden, welke slechte en valsche gedachten, welke hatelijke han delwijze doet de afgunst den mensch aan de hand! De bitterheid is gekomen in het hart van den afgunstige en in zijn geheele verhouding tegenover den meer begunstig- de komt die bitterheid aan den dag, en het feit is, dat men zijn naaste dan geen heil en zegen toewenscht maar duidelijk te kennen geeft, dat men hem het geluk benijdt, ja het 1 hem zou willen afnemen. Kunnen we deze j dingen niet telkens opmerken in de samen- leving? Het is een algemeen gebrek. Het begint al bij de kleinen. Als het eene kind soms wat meer wordt aangehaald dan het andere, brengt dit het kinderhart in beroe- ring, en soms is een daad van haat tegen over den meer begunstigde het gevolg. Zoo I gaat het voort bij knapen en meisjes, onder vrienden en vriendinnen, bij wolwassenen mannen en vrouwen. Wat heeft men het spoedig opgemerkt als de een eens wat meer heeft dan den ander en het eerste gevoelen daarover is werke lijk niet blijdschap over 's naasten geluk, doch wrevel en misnoegen. En beluister nu eens allerlei gesprekken, die over de men- schen gevoerd worden, en deze zijn zoo tal- rijk, hoe vaak kunt ge het bemerken, dat het de afgunst is die velen welsprekend maakt en dat zij de drijfveer is, waardoor men juist de donkere levenszijde van menig- een sterk op den voorgrond doet komen. Dan gaat het zich verder in daden open- baren en brengt scherpe scheiding tusschen hen, die juist eensgezind door het leven zouden moeten gaan. Deze dingen zijn van niet geringen omvang en zitten diep: Welk een tegenstelling vormt dat alles nu met de hartelijke verhoudingen op den eersten dag van het jaar! Ja tusschen zeggen en doen I ligt wel een lange weg! Zouden we nu niet medewerken aan vermeerdering van levens geluk voor anderen en voor ons zelf, als we eens trachtten te toonen, dat het ons ernst is, dat we wenschen het geluk van onzen naaste? Waarom zouden we ons niet verheugen over het geluk van een ander? Zou, als ons hart z66 gezind is, het leven voor onszelf ook niet veel zonniger zijn? Blijde zijn met de blijden, dat is naastenliefde van een edel soort. Zij is moeilijker, maar dan ook edeler dan medelijden hebben met onzen naaste, want daar zijn wij gewoonlijk de onge- deerden, terwijl onze naaste dan in de ver- drukking is. Maar zich verheugen over het geluk van een ander, ook al is het zelf ons deel niet, dat is echte liefde. j Laat ons niet vergeten, dat de afgunst onszelf het meeste schaadt. Een oude wijze heeft gezegd: nijd is verrotting der been- deren. Ons leven wordt ondermijnd zoo de afgunst te veel in ons te zeggen krijgt. Onze oogen worden dan gesloten voor het goede en schoone wat er toch is in ieders leven ook van hen, waarover wij zoo verkeerd den ken, maar zullen dan onze oogen ook niet onbekwaam zijn om allerlei kleine aange- name dingen in ons eigen leven op te mer- ken? Als we een gelen bril hebben opgezet bij het bezien van onzen naaste, dan be- derven we onze oogen en ook ons eigen leven komt niet tot zijn recht, we waardee- ren het niet. Hoe donker moet 't worden in het hart van hem of haar, die aan die afgun stige gedachten al maar voedsel geeft! eaten we er daarom met ernst aan mede werken om te laten zien. dat het ons ernst is met onze heilwensehen aan 't begin van 't jaar. Wij willen ook doen wat we zeggen. En dit 1 zal ons zelf levenskracht toebrengen. Als we werkelijk ons het geluk van onzen naaste willen indenken zonder afgunst, het zal ons gelukkig maken. Het is toch veel aangena- mer als we door de weidc wandelen om een bouquet schoone en geurige bloemen te verzamelen dan niets dan stekels en distels te plukken? Er is toch werkelijk al genoeg onaange- naams in deze wereld. Er is al een genoeg- zame voorraad aan moeite en strijd en kruis. Zullen wij het geluk van anderen nu ook nog gaan verduisteren en de hoeveel- heid zonnelicht en zonnewarmte, die er in het leven is, nog gaan verminderen? Laat ons blijven denken aan onze gelukkjge stemming aan het beg\ van het jaar. Het is iets aangenaams elk. nder geluk te wen schen. We gevoelen hei Laten die geluk wenschen dan geen koude gewoonte zijn. Zij zetten ons aan den arbeid. Als wij nu da&r maar aan gedachtig willen blijven! en moge deze wensch in vervulling treden: dat onze woorden daden worden. Maurits F. DE KONINGIN-MOEDER GEOPEREERD. Een bulletin Dondesdagmiddag 12 uur luidt: „De Koningin-Moeder werd hedenmorgen ten paleize operatief benandeld. Er deden zich geen verwikkelingen voor en de opera- tie werd zeer goed door&laan. De algemeene toestand bevredigend." (w. g.) H. J. Lameris. C. L. De Jongh. DE BELGISCHE LOODSEN TE VLISSINGEN. Door den burgemeester van Vlissingen is tot den minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk voorzitter van den minis- terraad, een schrijiven gericht van den volgenden inhoud: ,,Naar aanleiding van hardnekkige las- terberichten in de Belgische pers, laat- stelijk in de Independahce Beige, en ver- meldt door de Nederl. groote pers over slechte behandeling, die Belgische lood sen te Vlissingen zouden ondergaan, heb ik de eer Uwe Excellence, mede te dee- len, dat alle geruchter over moeilijlkhe- den, die Belgen van de zijde van het Vlis- singsch publiek zoudervondervinden, vol komen uit de lucht zijn gegrepen, Inte- gendeel geen enkel incident heeft zich nog te Vlissingen voorgedaan en de hou- ding der Vlissingsche bevolking tegenover de Belgische loodsen is steeds welwillend Deze gevoelens berusten op wederkeerig- heid bij de Belgen. Het staat vast dai het personeei van de Belgische loodsadministratie, evenals de leden der gezinnen van de Belgische lood sen ,over het algemeen gaarne te Vlissin gen vertoeft, waar zij met de Vlissingsche bevolking in zeer goede gemeenschap samen leven. Zelfs toen de annexatielust der Bejlgen in de Belgische pers sterk op den voorgrond trad en toen daardoor in ons land de stemming tegen de Belgen verscherpt werd, hebben zich juist te Vlissingen, waar zooveel Belgen wonen, geen moeilijkheden voorgedaan. Het eeni ge feit, waarop hier dan ook zou kunnen worden gewezen, is 'tplaatsen van eeni ge ingezonden stukken van Belgische en Nederlandsche zijde, korten tijd geleden in de VI. Crt., naar aanleiding van een artikel over den loodsdienst op de Schel- de in het „Vaderland", die ik U hierbij als bijlagen toezend". WET OP DE ARBEIDSBEMIDDEL1NG. Naar de Haagsche redacteur van „De Maasbode" verneemt, is een wet op de arbeidsbemiddeling in bewerking, dat reeds in gevorderden staat van voorbereiding verkeert. Dit wets-ontwerp was reeds aan- gekondigd in de Troonrede van 1919 maar is thans noodzakelijk geworden door de besluiten der Arbeidsconferentie te Was hington. Het doel van het ontwerp is de arbeids bemiddeling, welke tot nog toe geen wet- telijken grondslag heeft op wettelijke gron- den te baseeren, de conventies, en aanbe- velingen der conferentie van Washington in zake de arbeidsbemiddeling uit te voe- ren, de gemeenten tot het instellen van bureaux voor arbeidsbemiddeling te ver- plichten en de subsidieering der arbeids bemiddeling te regelen. EEN BELGISCH WETSONTWERP NOPENS DE PASSEN. Jaspar, de Minister van Buitenlandsche Zaken, heeft een wetsontwerp ingediend nopens de passen. De gewone passen worden belast met een bedrag van 10 fr. goud (de gouden frank is 2 fr. 50 waard). De passen voor zee- lieden, die deel uitmaken van de bemanning van een Belgisch schip, zijn kosteloos. Het visum van een Belgischen pas, dat even lang geldig is als de pas, en voor een on- bepaald aantal verplaatsingen tusschen het land, waar de betrokkene woont en het land, waarvoor het visum is afgegeven, zal 5 fr. kosten. Een buitenlandsche pas voor den door- tocht door Belgie zonder gewild oponthoud zal 1 fr. per visum kosten. De personen, die slechts voorzien zijn van een visum voor doortocht, en die uit eigfen wil dien door- tooht onderbreken om op Belgisch grond- gebied te verblijven zullen twee maal zoo veel moeten betalen als geeischt zou zijn door den consulairen agent, die bevoegd was voor het verblijf in Belgie. Het visum van een buitenlandsche pas voor doortocht door Belgie, met vergunning om twee dagen in de haven van vertrek te verblijven, kost 5 frank per visum. Alle andere visa van buitenlandsche passen zullen worden onderworpen aan een wederzijdsch recht van ten minste 10 fr. De rechten voor de visa van passen vol- gens de regeling van 30 November zullen kunnen worden gehandhaafd voor zoover betreft hen, die uit Londen komen, die de minimum-voorwaarden niet aanvaarden, die vastgesteld zijn op de conferentie, die in October 1920 te Parijs is gehoudeu on der auspicien van den Volkenbond, of die voor de visa voor doortocht rechten zouden handhaven, die hooger zijn dan de hierbo- ven genoemde. SINN FEIN-GIJZELAARS. Voor het eerst sinds de bekende pro- clamatie van Cuming werd gepubliceerd, lieten zich deze week de militaire patrouil- les in Kerry (Ierland) door gijzelaars ver- gezellen. Des morgens >yerden uit ver- schillende huizen, waar naar men vermoed- de, vooraanstaande Sinn Feiners woon- den, de mannelijke bewoners gehaald, en gedwongen in de militaire auto's te stap- pen, welke dien dag in het district patroul- leerden. Des avonds werden de gijze laars weder vrijgelaten. EEN NIEUWE AARDBEVING IN ALBANIE. 300 dooden en gewonden; 10.000 dakloozen. Bij de bestuurscommissie van het Ame- rikaansche Roode Kruis te Parijs, is, naar het Journal meldt, bericht ontvangen, dat een nieuwe aardbeving Albanie heeft ge- teisterd. De stad Elbassan zou volkomen verwoest zijn. Tot dusver moeten 14 per sonen gedood en 300 gewond zijn. Tien duizend personen zijn dakloos geworden. KAN1BALEN OP HAITI. Zeven Amerikanen opgegeten. Volgens berichten uit Washington ver- klaart de Amerikaansche generaal Zarnett in zijn rapport over den toestand op het rapport over den toestand op het West- Indische eiland Haiti, dat inboorlingen al- daar zes Amerikaansche mariniers hebben °Pgegeten, benevens een Amerikaansch officier. DE ZWARTE TROEPEN IN HET BE- ZETTE GEBIED. Volgens de Chicago Tribune is bij het Amerikaansche Congres een motie inge diend, waarin van Wilson wordt geeischt, dat hij pogingen zal in het werk stellen om van Frankrijk de terugtrekking van de zwarte troepen uit het bezette Duitsche gebied te verkrijgen. TER NEUZEN, 7 Jan. 1921. VACATURE IN DE GEMEENTERAAD. Door het stembureau alhier is in de vorige week gehouden vergadering als op- volger van mevrouw G. B. Duiker-Blekkink, die wegens het niet meer bezitten van de noodige vereischten was vervallen verklaard van het lidmaatschap van den gemeente- raad tot lid van den raad benoemd ver klaard de heer S. Duiker, die zich metter- woon naar elders heeft verplaatst en dus evenmin aan alle eischen voldoet. Opvolger op de lijst der S. D. A. P., is nu de heer L. J. van Driel. Een ander lid dezer fractie in den raad, zal, naar wij vernemen, wegens particu- liere belangen geruimen tijd uit de gemeente afwezig zijn. Of hij in verband daarmede het lidmaatschap van den gemeenteraad al of niet zal aanhouden is nog niet beslist. GEEN KOOPLUST. Bij de j.l. Maandag alhier door den no- taris Van der Moer ten verzoeke van den heer A. Moggre gehouden veiling van eenige woonhuizen, werd geen enkel per- ceel verkocht, wegens te laag bod. POLITIE. De agent van politie M. de Bard alhier is als zoodanig benoemd te Boskoop. BEWAARSCHOOL ONDERW1JS. Tot hoofd der Christelijke bewaarschool te Vreeswijk is benoemd mej. H. L. F. Ha- geman, thans als zoodanig alhier. VERBLIJDEND VOOR DE KINDEREN. Toen Dinsdag na afloop der Kerstvacan- tie te Groede voor het eerst weer „school" gehouden zou worden, werden de kinderen van eenige klassen verrast met de blijde tijding, dat er voor hen nog geen school was, omdatmeester bezig was met de ,,Volkstelling". SLUISK1L. Donderdag 30 Dec. gaf de zangveree- niging „Polyhymnia" te Sluiskil een uitvoe- ring in Bet schoolgebouw, die zeer zeker welgeslaagd mag heeten. De zangnummers werden zeer verdienstelijk uitgevoerd en klonken zeer zuiver. Zij bewezen, dat het koor onder werkelijk goede leiding staat een woord van lof mag zeker niet ont- breken en over goede stemmen beschikt. Als hoofdnummer stond op het programma „Roza de schoone Slaapster", operette in zeven tafereelen. Ook de uitvoering van dit nummer viel zeer te prjjzen. Het spel was zeer goed, heel lief het dansje aan 't eind van 't eerste tafereel; de solo's klonken mooi en de kleeding der personen, vooral die der feeen was schitterend. Het tweede tooneeltje vooral, was daardoor een lust voor de oogen, ook deed het tooneeldeeor het hier voor goed, wat van de overige tooneelen niet altijd kon gezegd worden. Jammer, dat deze vereeniging geen flink ruim tooneel heeft. Alles was nu wat be- knopt en gedrongen, wat evenwel niet weg- neemt, dat het geheel prachtig was en nie mand zich z'n gang naar het schoolgebouw dien avond zal hebben berouwd. Ook de orgelbegeleiding viel te prijzen, ook daarvoor een woord van lof. Eenige leuke voordrachten en wat goed gezongen zangnummers besloten deze genotvolle avond. Aan de leidster der operette, die zeker geen lichte taak heeft gehad werd namens het koor door twee lieve meisjes een bloemen- hulde gebracht, waarmee het publiek onder daverend applaus instemde. Zeer voldaan toog men huiswaarts, met de wensch, dat ..Polyhymnia" ons nog meer zulke prettige avonden moge bereiden. ZAAMSLAG. Tot onderwijzeres aan de Chr. school alhier is benoemd mej. C. E. de Koster van Mid- delburg, thans te Driebergen, die deze be- noeming heeft aangenomen. In den nacht van Dinsdag op Woensdag 1.1. zijn bij den molenaar C. H. een 6tal kippen ontvreemd, en bij eenigen zijner bu- ren eenige stukken waschgoed. Daders onbekend. BOSCHKAPELLE. Aan de werklooze leden van de R. K. Veldarbeidersbond dezer gemeente is in de afgeloopen maand December 416 uitge- keerd uit de werkloozenkas van dien bond. Bij den landbouwer J. N. werden twee jonge zwarte kraaien uit het nest gehaald, en met de hoenders verzorgd en opgekweekt. De beesten zijn zoo tarn geworden, dat zij, na overdag te hebben rondgevlogen, met de kippen op stok gaan, op de schou- ders der knechten meerijden, uit de hand eten, enz. Hun diefachtigen aard verloochenen ze vooral niet, opzichtens steenen pijpen en lucifersdoosjes, die ze behendig uit of ondervesten halen, die hier en daar worden neergelegd. Door Z. D. H. den Bisschop van Breda is benoemd tot pastoor dezer parochie de Z. Eerw. heer A. Fruijtier. Zondag 9 Januari 1921. llervormde Kerk. O ereformeerde tier ken. Chr, Oerefomteerde Kerk. Qereformeerde Gemeente. (Ylooswijkstraat). Otid-Gerefortneerde gemeente (Vlooswfjkstraat. Lokaul „Eben- Ha&ger" (Kerkhoflaan.) Ter Neuzen. 5i u., Evangelisatie. EEN HAAGSC iE STOOMSPU1T NAAR S1TTARD. Na Emmet-, en Maastricht heeft thans Sittard de hulp der Haagsche brandweer ingeroepen, ditmaal om de Sittardsche be volking aan drinkwater te helpeD, Door een defect aan de machine van het pomp- station der waterleiding geraakte n.l. Zondag de geheele stad Sittard zonder drinkwater. TtDgrafisch werd de Haagsche brandweer geinviteerd, hier de reddendo hand te komen nitstekeu. En zjj deed dit onmiddeljjk. Te halfdrie in den middag werd een stoom- spuit per trein afgezonden en 's morgens te vijf uur arriveerde zij te Sittard. BRUG INGESTORT. Te Boxtel (N.-Br.) is een brug over de Dommel ingestort. Zes jongens vielen in de rivier, die alien gered konden worden. NSCHE COURANT Xei Nemen. Sluiskil. Hoek. Zaamslag. Axel. Sas ran Gent Philippine. Hulst. Hontenisse. 9J u., Ds. A. Timmerman en 2 u., Ds. A. Timmerman, Bediening ran den H. Doop en Voorbereiding H. Avondmaal. 9£ u., en 2 u„ dhr. L. Dek. 9 u Ds. E. Raams en 2 u., Ds. E. Raams, Voorbereiding H. AvondmaaLj 9 u. en 2 u., Ds. G. van Dis. .--'MStS 9i u. en2u., Ds. J. B. Th. Hugenholte. 9£u.,Ds. H. Akersloot van Houten IWx» 2 u., Ds. H. Akersloot van Houten Roos. 10 u., Ds. Hermanides. 10 u., Ds. W. 3. van Lindonk. Hoek 9 u. en 2 n., Ds. H. v. d. Wall. Ter Neuzen, 14 Jan. savonds half zeven, Prof.Dr. S. O. Los, rustend Hoogleeraar te Potchefstroom. Zaamslag 9 u. en i u., Ds. L. de Bruijne. Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 5J u., leeskerk. Ter Neuzen. 9 n., 2 u. en 5J u., Ds. Van der Garde, van Opheusden it. K, Kerkdiensten te Ter Neuzen. Zondag zijn de H. H. Diensten om 7, 8J en 10 uur. 'sNamiddags om half drie Lof.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 1