IfU
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7047
Donderdag 23 September 1920.
60e Jaargang
ABONNEMENT
ADVERTENTIfiN:
I LI TI E.
De Strijd on het Vuur.
3
Bit Blad verschijnt Maaadag-, Woensdag- en Vrijdagavond, ultgezondard op Feestdagen, Bij de Firma P. J. VAN DE SANDE te Ter Neuzen.
INRfiCHTlNGE N,
FETJ1LLET0N.
BINNENIANP.
BUITENLAND.
Per 3 maanden binnen de stad 1,40. Franco per post voor Nederland/1,60.
Bij vooruitbetaling voor het Buitenland per 3 maanden/2,20, per jaar 8,
Voor NederlandPer jaar bij vooruitbetaling 5,80.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postkantoren en Hulppostkantoren.
Telefoon 35.
Van 1 tot 4 regels 0,80. Voor elken regel meer 0,20.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk
op aanvraag verkrijgbaar is.
Inzending van advertentien liefst e6n dag voor de llitgave.
welke GEVAAR, SCHADE of HINDER
Kuunen veroorzaken.
Burgeineester en Wethouders der gemeente TER
NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat het ver-
zoek van de firma J. PRINS EN ZONEN. om op het
perceel, kadastraal bekend in Sectie K. No. 234,
een Vlasserij te mogen oprichten, door hen voorwaar-
delijk is ingewilligd.
Ter Neuzen, den 21 September 1920.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgeineester,
J. HUIZ1NGA.
De Secretaris,
B. 1. ZONNEVIJLLE.
Zitting van den Militieraad.
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt bij
dezen het volgende ter openbare kennis.
De ingesehrevenen dezer gemeente voor de lich-
tingen 1920 en 1921, die vrijstelling wegens broe-
uterdiexHt hebben aangevraagd in verband met
den dienst. die een of meer broeders of halfbroeders
bij den l.nditarin hebben vervuld, zullen in de
gelegenheid worden gesteld desgewenscht die aan
vraag toe te lichten of te doen toelichten e« ver-
volgens de uitspraak hieromtrent van den Militieraad
te vernemen:
voor zooveel de lichting 1920 betreft, op Maandag
18 October e.k., om 2 uur namiddags
voor zooveel de lichting 1921 betreft, op Donder
dag, 21 October e.k., om 2 uur namiddags.
De Militieraad houdt voor deze gemeente zitting
te Middelburg in het Stadhuis, ingang Helm.
De uitspraak zal voorts door ondergeteekende
schriftelijk ter kennis worden gebracht van den inge-
schrevene, die aanvraag om vrijstelling deed.
De aandacht wordt nog gevastigd op
onderstaande bepalingen
Tegen de uitspraak van den Militieraad omtrent
vrijstelling kan binnen TIEN dagen, le rekenen
van den dag, waarop die uitspraak is geschied,
bij Oedeputeerde Staten der Provincie bezwaar
wortlen, ine/ebracht door den Militiecommissaris
en door
lo. den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt,
of door zijn vader, moeder, poogd of curator
2o. elk der overige, voor de gemeente ingesehrevenen
of door zijn vader, moeder, voogd of curator.
Bij of zij, die bezwaren inbrengt, levert het
daartoe strekkend verzoekschrift, dat behoorlijh
met redenen omkleed moet zijn, in ter Secretarie
dezer Gemeente. Van de inlevering wordt een
bmoijs van ontvangst uitgereikt.
Bezwaarschriften, niet ingericht of niet inge-
leverd op de hierboven aangegeven wijze, kunnen
geen gevolg hebben.
JPQT" Voor zoover omtrent een en ander
nadere inlichtingen worden gewenscht,
vervoege men zich ter Gemeente-
secretarie op een werkdag tngschen
9 en 12 uur voormiddags.
Ter Neuzen, 20 September 1920.
De Burgemeester voornoemd
J. HUIZINGA.
Roman uit den Oertijd
door
I H. ROSNY.
Toen hij voor de opening, waardoor de
mannen gegleden waren gekomen was,
bukte hij, trachtte kop en schouders er door
te wringen, en de nomaden vertrouwden de
onwrikbaarheid van de rotsblokken niet. Bij
iederen ruk van het geweldige lichaam
krompen Naoh en Gaw met een angstzucht
ineen. Naoh echter werd aangevuurd door
zijn haat, haat van begeerde prooi, haat van
ontwakend verstand tegen het aloude in
stinct en zijn overmatige macht. Feller werd
zijn woede, toen het ondier de aarde begon
los te krabben. Ofschoon de reuzenleeuw
geen eigenlijk graafdier was, wist hij toch
zeer goed, hoe hij een opening moest ver-
wijden en een hinderpaal omver werpen. Zijn
poging jaagde den menschen angst aan, in
zulk een mate, dat Naoh neerhurkte en sloeg
met de knots; het roofdier, dat aan den kop
was getroffen, stiet een woedend gebrul
uit en hield op met graven. Zijn phospho-
resceerende oogen trachtten de duisternis te
doorboren: en omdat hij bij nacht kon zien,
onderscheidde hij duidelijk de drie sil-
houetten, die hem te meer prikkelden, omdat
zij bijna onder zijn bereik waren.
Hij sloop om de blokken heen, met zijn
poot tastend naar de openingen en altijd
keerde hij terug naar den toegang, waar
door de mannen gegaan waren. Eindelijk
begon hij weer te graven; een nieuwe knots-
slag onderbrak hem in dit werk en deed hem
terugspringen, minder verbijsterd dan de
eerste maal. Vaag begreep hij thans, dat het
onmogelijk zou zijn om het hoi binnen te
dringen, maar hii gaf zijn prooi niet op:
hij verwachtte, dat zij niet meer ontsnap-
pe;n zou, nu zij zoo nabij was. Nog een
laatst verlangend gegrom, nog een laatste
blik en toen scheen hij het bestaan der men-
STATEN-GENERAAL.
Vereenigde zitting der beide Kamers.
Gisteren werd in de Ridderzaal op het
Binnenhof onder voorzitterschap van den
heer Van Voorst tot Voorst de vereenigde
zitting gehouden van de beide Kamers der
Staten-Generaal, tot opening der gewone
zitting.
Nadat H. M. de Koningin, vergezeld van
den Prins in de Ridderzaal was aangeko-
men en op den troon had plaats genomen,
werd door haar uitgesproken de volgende
TROONREDE.
Wederom valt Mij het voorrecht te beurt
in uw midden te mogen spreken van werke'n
des vredes. A1 is de oorlogsfakkel in Europa
nog niet geheel gebluscht, zoo heeft God ons
toch vergund voortdurend werkzaam te zijn
tot herstel van het door den oorlog verbro-
ken evenwicht. Desniettemin blijft de aan-
houdende duurte van de eerste levesbehoef-
ten, ook in hare gevoigen, zorgwekkend.
Voile toewijding en groot beleid zullen al-
leen de oplossing kunnen brengen van de
vraagstukken welke zij ons voorlegt.
Met de vreemde Mogendheden worden be-
trekkingen onderhouden, die over het alge-
meen tot voldoening aahleiding geven. In-
tussohen blijft de toestand in Europa onr
zeker. Daarbij zijn vooruitzichten welke
door deu Volkenbond werden geopend ten
aanzien van de toekomstige Staten-verhou-
dingen nog niet in vervulling gegaan. Onder
deze omstandigheden blijf ik bedaciht op
maatregelen tot sterking van de weerkracht
van ons volk, gepaard met vermindering var
den persoonlijken en geldelijken druk van
den militairen dienst.
Ofschoon de Rijksmiddelen tot dusver bo-
ven verwachting vloeiden, zal toch verster-
king der inkomsten niet kunnen uitblijven.
Eenerzijds mag stellig niet gerekend worden
op een voortduren van de zoo belangrijke
stijging der ontvangsten. anderzijds nemen
de uitgaven in niet mindere mate toe, ter-
wij! nog verschillende maatregelen in voor-
bereiding zijn, die ook belangrijke offers
van 's Rijks schatkist zullen vragen.
Overtuigd, dat de onderscheidene belas-
tingen een zeer zwaren druk op Mijn Volk
leggen, acht Ik de uiterste spaarzaamheV
geboden. In het vertrouwen, dat ook de
plaatselijke overheid zich doordrongen zal
betoonen van dezen eisch, wordt eene ver-
hooging van de algemeepe Rijks-uitkeering
aan de gemeenten, bij wijze van noodmaat-
regel, voorbereid.
Ontwerpen tot gedeeltelijke herziening
van de Grondwet zijn in dit zittingsjaar te
verwachten.
Een voorstel tot technische verbetering
schen te vergeten en begaf zich naar het
woud.
De drie nomaden waren buiten zich zelven
van vreugde, hun schuilplaats leek hun
thans veiliger; nu ademden zij vrijelijk de
frissche nachtlucht in; het was een van die
oogenblikken, waarin de zenuwen fijner be-
werktuigd, de sipieren krachtiger schijnen;
ongekende ontroeringen, die klaarheid
brachten in hun troebele gedachte, deden
hen de oerschoonheid van het heelal besef-
fen; zij hadden het leven en alles, wat er
toe behoorde lief; 'zij genoten iets, dat
scheen te bestaan uit alles, een geluk, ge-
sproten buiten en boven de daad. En wijl
zij een dergelijk gevoel niet aan anderen
konden mededeelen, zelfs er niet aan dach-
ten om het kenbaar te maken, keken zij
elkaar slechts aan en lachten, lachten met
een vroolijkheid, die zich mededeelt van
den een aan den ander en die slechts de
menschen kennen. Zeker, zij verwachtten,
dat de reuzenleeuw zou wederkeeren, maar
daar zij geen begrip hadden van tijd dit
zou hun ook noodlottig zijn geweest ge
noten zij ten voile van het oogenblik; de
tijdsruimte, die de avondschemering van het
ochtendgoren scheidde, scheen hun onme-
telijk.
Volgens zijn gewoonte had Naoh het eerst
de wacht betrokken. Hij had geen slaap.
Opgewonden als hij was door den strijd
van den tijger en den reuzenleeuw, voelde
hij, terwijl Nam en Gaw daar uitgestrekt
lagen, alle begrippen, die overlevering en
ervaring hem hadden geleerd, aan het wan-
kelen gebracht. Zij schakelden zich niet
aaneen; zij vormden de sage der wereld.
En de wereld was reeds heel groot volgens
het begrip der Oulhamr. Zij kenden den
loop van zon en maan. den kringloop van
duisternis na lioht en licht na duisternis, van
koude en warme jaargetijden, die elkaar
afwisselden, den loop van rivieren en stroo-
men; zij hadden de gcboorte gezien, het
oud-worden gAdegeslagen en het sterven dc
menschen; zij kenden het uiterlijk, de krach'
en de gewoonten van tallooze dieren; vr
wisten hoe boomen en struiken groeiden,
van de Kieswet zaf u bereiken.
Algeheele herziening van de Wet tot rege-
ling van het Middeibaar Onderwijs zal wor
den voorgesteld.
Eene wettelijke regeling van het Middei
baar en Lager Landbouwonderwijs is in ver-
gevorderden staat van voorbereiding.
Ingediend zal worden een wetsontwerp in
zake de huisindustrie, een ontwerp-Land-
bouwongevallenwet en een ontwerp tot in-
stelling van gezondheidsdiensten.
Een wetsontwerp tot herziening van de
grondslagen der gewestelijke en plaatselijke
bestuursinrichting in Nederlandsch-Indie is
daar te lande in behandeling en zal U in
den loop van dit zittingsjaar ter overweging
worden aangeboden. Mede zullen U voor-
stellen bereiken tot versterking der middelen
van Nederlandsch-Indie en tot ontginning
van de aardolie-bronnen van Djambi.
Met de bede, dat Gods zegen op Uw ar-
beid moge rusten, verklaar Ik de gewone
zitting der Staten-Generaal geopend.
Na het uitspreken dezer rede verliet H. M.
vergezeld van den Prins en voorafgegaan
door de commissie uit de Kamers de ver-
gaderzaal.
Deze plechtigheid had in Den Haag we
derom duizenden op de been gebracht. Er
werd in de binnenstad gevlagd. Velen droe-
gen oranje. Op haar tocht van het paleis
in het Noordeinde naar de Ridderzaal op
het Binnenhof werd de Koningin levendig
toegejuicht.
Op de voorlezing van de troonrede volgde
driemaal: leve de Koningin!
Ook op den terugweg van de Koningin
naar het paleis werd H. M.luide toegejuicht.
Na afloop van de plechtigheid bleef het
ditmaal buitengewoon druk op straat, met
het oog op de bloemenhulde, welke des
middags een groot aantal vereenigingen van
Den Haag en elders aan de Koningin ter
gelegenheid van haar veertigsten verjaardag
op het huis Ten Bosch zou brengen.
,-DE NEDERLANDER".
Met ingang van 1 November a.s. zal als
hoofdredacteur van het christelijk-historisch
dagblad ,,De Nederlander" aanvankelijk
als medewerker van den heer De Savornin
Lohman optreden prof. dr. J. Sloiemaker
de Bruine.
STEMPELEN VAN SPEELKAARTEN.
De ontvangers der accijnzen zijn gemach-
tigd alsnog tot 1 November a.s. spellen
kaarten, welke men verzuimd heeft vbor 1
Augustus 1920 te doen stempelen, tegen be-
taling der enkele belasting ter stempeling
aan te nemen.
BEURTL1JSTVRACHTEN.
Van heden af zullen als beurtlijstvrachten
gelden de thans van kracht zijnde beurtlijst-
zij waren de kunst meester om een jacht-
spies, een bij!, een knots, hartsvanger of
harpoen te maken en zich er van te be-
dienen; zij konden de windrichting bepalen
en zagen wat de wolken voorspelden; zij
kenden den invloed van den regen en wisten
het gevaar van den bliksem. En bovenal zij
kenden het Vuur het verschrikkelijkste
en het teederste van alles, wat leeft sterk
genoeg om een weide te vernielen en ge
heel een woud met al zijn mammoeths, rhi-
nocerossen, leeuwen, tijgers, beren, oero-
ossen en urussen.
Het leven van het Vuur had Naoh altijd
geboeid. Evenals de beesten moet het een
prooi hebben; het voedt zich met takken,
droog gras, vet; het groeit; ieder vuur ont-
staat uit andere vuren; ieder vuur kan ster
ven. Maar vorm en' afmeting zijn onbe-
grensd, daarentegen kan het in kleine stuk-
jes gehouwen worden, ieder stukje kan
leven. Het krimpt in, als het geen voedsel
vindt, het wordt klein als een bij, als een
vlieg en dan plotseling kan het weer op-
leven door een grashalm en groot worden
als een moeras. Het is een dier en toch geen
dier. Het heeft geen pooten en geen lenig
lijf en toch is het sneller dan de antilope,
vleugels mist het en het vliegt tot de wol
ken: het heeft geen muil en het briescht,
gromt en bruit; geen handen of klauwen en
het vermeestert het heelal. Naoh had het
lief, verafschuwde het en vreesde het. Als
kind had hij vaak geleden door de wonden,
die het toebracht; hij wist, dat het voor nie-
mand eenige voorkeur toonde, dat het steeds
gereed was om te verslinden wie het voedde;
het was slinkscher dan een hyena en woes
ter dan een panter. Maar zijn nabijheid was
heerlijk; het verzachtte de wreedheid van
koude nachten, schonk rust aan de vermoei-
den en gaf de zwakheid der menschen een
verschrikkelijke kracht. In het duister t'us-
schen de basalt-blokken zag Naoh in zijn
herinnering met een stil verlangen het
wachtvuur van het kamp en het schijnsel,
dat Gammla's gezichtje streelde. De od-
komende maan deed hem denken aan die
verre vlam. Van welk oord lewam de maan
en waarom werd zij nimrner gebluscht, gc-
vraohten, in dier voege gewijzigd, dat de
daarin begrepen vrachtverhooging van 10
komt te vervallen, waarna de aldus ver-
kregen vrachtcijfers met 40 worden ver-
hoogd.
DE TOESTAND.
De Polen hebben nog juist kans gezien,
om voor het de onderhandelingen met
Sowjet-Rusland te Riga begonnen, de bol-
sjewiki uit Oost-Galicie teverdrgyen. Over
de Galicische grens ten N. O. van Lemberg
staan zij nu niet ver meer van Rofno, de
laatste stad van den vroegeren Russischen
vestingdrieboek LoezkDoebno— Rofno, die
nog niet in hun handen is. Een telegram
aan de Evening News uit Warschau schrijft
hun het voornemen toe, om aan dien kant
niet verder dan Rofno op te rukken en
zich te bepalen tot het bezetten van de
oude Duitsche verdedigingsljjn Tarnopol
Rofno. Dat zou bewpzeo, dat de inzichten
der gematigden te Warschau de overhand
krjjgen, die ervoor pleiten om het voor-
beeld van Roemenie en Finland te volgen
eD nu verder rustig in defensieve stellingen
den loop der gebeurtenissen af te wachten.
Polen heeft sedert zes jaren genoeg van
de oorlogvoeriDg te lijden gehad en, als
men zich alleen al herinnert hoe dikwjjls
de Russische stoomwals en de legers der
centralen zijn gebied heen en weer in be-
weging zjjn geweest, is het bijkans onbe-
grjjpeljjk, dat het kleine land pas nog de
kracht heeft kunnen verzamelen om de
boJsjewiki terug te werpen, hoe gering men
ook over de militaire boedanigheden van
Trotsky's leger mrge denken. De laatste
berichten luiden dan ook, dat de langdurige
druk, waaronder het Poolsche volk heeft
gestaan, het verlaDgen nBar vrede over-
heerschend heelt gemaakt.
De verwoestingen, bij deD jongsten inval
der rooden aangericht, hebben de vooruit
zichten voor den winter zorgelijk gemaakt,
handel en bedrijf staan stil en het dieDst-
nemen van tal van mannen, die op hun
plaats moeilijk gemist konden worden, bjj
het leger heeft de ontreddering verergerd.
Onder deze omstandigheden is het alleen
verbazingwekkeod, dat de politieke partijen
nog verdeeld kunnen zjjn over de vraag,
of de oorlog voortgezet moet worden.
Daar zitten natuurlijk ook Russische
contra-revolutionaire invloeden achter, die
Polen bang maken met het vooruitzicht,
dat de bolsjewiki zoodra zij tegenover Polen
lijk de zon? Zij werd kleiner; er waren
avonden, dat zij slechts een zwak vlammetje
scheen, een, dat slechts gevoed werd door
een rijsje. Maar dan flikkerde zij weer op.
Natuurlijk werd zij onderhouden door ver-
borgen menschen, die haar nu en dan, al
naar haar behoefte voedden. Dezen avond
was zij op haar hoogtepunt; eerst scheen
zij hoog als de boomen, maar van lieverlede
werd zij kleiner, maar des te helderder van
glans, terwijl zoo hooger steeg. Zeker had
den de verborgen menschen haar droog
hout in overvloed gegeven.
Terwijl de zoon van den Panter van deze
dingen droomt, gaan de dieren van den
nacht op roof uit. Schimmen glijden ge-
heimzinnig tusschen het gras. Hij ziet spits-
muizen, springmuizen, snelle steenmarters,
wezels met lijfjes, lenig als slangen; daar
komt een elandshert met forsch gewei, dat
naar het oosten snelt, licht als een pijl.
Naoh ziet de tengere beenen, zijn lichaam,
dat de kleur heeft van aarde en eikenhout-
het gewei, dat hij ter aarde buigt. Weg is
het weer; wolven vertoonen hun ronde kop-
pen, hun spitse muilen, hun lenige, rapre
pooten. De buik is licht, de flanken en de
rug worden rossiger en een zwarte streep
wijst de wervels aan; stevige spieren om-
geven hun nek en geheel hun wezen heeft
iets gluiperigs, geslepens en gewrongen,
dat het valsehe in hun oogen nog onder-
streept. Zij ruiken den eland, maar deze
heeft zelf ook in de vochtige duisternis hun
komst bemerkt en hij rept zich voort. De
gevoelige neusgaten bespeuren het zwakker
worden van den reuk; de wolven weten, dat
de prooi terrein wint. Toch steken zij de
savanna over, tot aan den boschrand, waar
in de snelsten onder hen doordringen. Maar
de vervolging blijkt nutteloos. Zij komen
alien teleurgesteld terug met langzame,
zware passen. Enkelen huilen of janken.
Dan trillen weer de neusgaten, in hun ver
langen naar nieuwe prooi. Maar zii vinden
niets in hun nabijheid. behalve het tijgerlijk
en de mannen, die verborgen zijn tusschen
de steenen: de laatsten vreezen zij te zeer
en het eerste is. zelfs voor hun gulzigheid
een te walgelij)< maal.
de handen vrij krjjgen, Wrangel verpletterea
en zich daarna toch weer met hun heele
macht tegen Polen keeren zullen.
De onderhandelingen die tegeljjkertjjd
tusschen Polen en Lithauen te Kalwaria
aau den gang zijn, zjjn niet fortuinlgk be
gonnen, wegens een bitter verschil van
meening over de lijn, waarop de Lithausche
troepen zich, volgens een eisch van de
Poolsche onderhandelaars, moeten terug-
trekken, ffals grondslag voor zakeljjke
onderhandelingeu". De raad van den vol
kenbond heeft zich echter bereid verklaard,
om als vredestichter tusschen beide partjjen
op te treden eD men acht het een gunstig
voorteeken dat Paderewski en de Lithausche
vertegenwoordiger in de vergadering van
den raad van den volkenbond, waarin hun
zaak ter sprake kwam, elkaar de hand
gedrukt hebben.
Millerand heeft nu de candidatuur voor
het presidentschap van de Fransche re-
publiek aanvaard, maar met een verklaring
die doet verwachten, dat er na zjjn ver-
kiezing op het Elysee een frissche wind
zal gaan waaien. Zooveel bljjkt er
alvast uit, dat de Fransche republiek in
Millerand een president zal krjjgen die niet
meer zoo geheel buiten de actieve politiek
wil staan als zjjn onmiddelljjke voorgangers.
De zinsnede waarop het aankomt is, dat
de president wel geen partjjman mag zjjn,
maar de drager moet zjjn van een politiek
die vin nauwe samenwerking met zjjn
ministers wordt bepaald en toegepast."
Dit standpunt opent nieuwe verschieten,
o.a. dit, dat een conflict met de volksver-
tegenwoordigicg niet alleen een ministerieele
maar ook een presidentieele crisis tengevolge
kan hebben.
DE BURGEMEESTER VAN CORK.
Te Londen wordt offieieel meegedeeld,
dat de burgemee=tpr van Cork die nu zjjn
38en hongerdag is begonnen, in tegenstelling
met de geruchten jn de verschillende
buitenlandsche bladen, van den begione af
alle voorrechten van een politiek veroordeelde
heeft genoten en b.v. nooit gevangenis-
kieeding heeft gedragen.
Zoodra hjj door zjjn voedselweigering
zjjn lichaam verzwakte is hjj naar een
groot vertrek in het hospitaal overgebracht,
waar hjj uitstekende medische hulp heeft
en dag en nacht door twee pleegzusters
wordt verpleegd. Uitstekend voedsel, be
rekend op zjjn uitgeputten toestand, staat
steeds ter beschikking.
De //Sunday Times" geeft uiting aan
een door velen gedeelde meening, dat
Toch gaan zij er heen, na eerst rondom
de schuilplaats der Oulhamr te hebben ge-
slopen.
Eerst sluipen de wolven om het karkas
heen, met een groote omzichtigheid, die
niets aan het toeval overlaat. Eindelijk
waagden de overmoedigsten zich naderbij.
Zij kwam en met hun snoeten tot vlak bij
den kop van den tijger, bij den halfgeopen-
den muil, waardoor zooeven nog een af-
schuwelijk stinkende adem kwam; toen on-
derzochten zij het lichaam verder en likten
de met bloed doortrokken plekken. Maar
geen van hen waagden het om de tanden te
slaan in het wrange, giftige lijkenvleesch,
dat slechts hyena's en gieren kunnen ver-
dragen.
Een luid rumoer deed hun onzekerheid
groeien een gejank, gehuil, gelach. Zes
hyena's kwamen op de maanlichte-vlakte.
Zij kwamen sluipend nader, met hun breede
borsten, hun sluik-toeloopende romp, die
naar achteren helde en in spichtige pooten
eindigde. Krom van beenen, met hun korte
snuiten en krachtig genoeg om de beende-
ren van een leeuw te verbrijzelen, met hun
driehoekige pupil, hun puntige ooren en
hun ruige manen zwenkten zij, naderden in
zig-zaglijn of hipten als sprinkhanen. De
wolven bemerkten den steeds sterker wor-
denden stank, die hun eigen was. Het waren
vagebonden. forsch van bouw, die door de
geweldige kracht van hun kaken het tegen
tiigers hadden kunnen onnemen. Maar zii
vochten slechts, als zii in het nauw gedreven
waren, wat zelden gebeurde, daar geen en
kele zwerver hun stinkend vleesch begeerde
en de overige krengeneters zwakker waren
dan zii. Ofschoon zij wisten de meerderen
in lichaamskracht te ziin van de wolven
*aarzelden zii. zii slonen besluiteloos rond
terug, hij tusschenooozen, stieten zi! e-
in de duisternis van den nacht, nu eens kwa
men zii naderbii. dan weer trokken zij zich
hartvorscheurend geiank uit. Eindeliik trob
ken ze gezamenlijk op tot den aanval.
(Wordt vervolgd)
COURANT