IfU ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 7047 Donderdag 23 September 1920. 60e Jaargang ABONNEMENT ADVERTENTIfiN: I LI TI E. De Strijd on het Vuur. 3 Bit Blad verschijnt Maaadag-, Woensdag- en Vrijdagavond, ultgezondard op Feestdagen, Bij de Firma P. J. VAN DE SANDE te Ter Neuzen. INRfiCHTlNGE N, FETJ1LLET0N. BINNENIANP. BUITENLAND. Per 3 maanden binnen de stad 1,40. Franco per post voor Nederland/1,60. Bij vooruitbetaling voor het Buitenland per 3 maanden/2,20, per jaar 8, Voor NederlandPer jaar bij vooruitbetaling 5,80. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postkantoren en Hulppostkantoren. Telefoon 35. Van 1 tot 4 regels 0,80. Voor elken regel meer 0,20. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst e6n dag voor de llitgave. welke GEVAAR, SCHADE of HINDER Kuunen veroorzaken. Burgeineester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat het ver- zoek van de firma J. PRINS EN ZONEN. om op het perceel, kadastraal bekend in Sectie K. No. 234, een Vlasserij te mogen oprichten, door hen voorwaar- delijk is ingewilligd. Ter Neuzen, den 21 September 1920. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgeineester, J. HUIZ1NGA. De Secretaris, B. 1. ZONNEVIJLLE. Zitting van den Militieraad. De Burgemeester van TER NEUZEN brengt bij dezen het volgende ter openbare kennis. De ingesehrevenen dezer gemeente voor de lich- tingen 1920 en 1921, die vrijstelling wegens broe- uterdiexHt hebben aangevraagd in verband met den dienst. die een of meer broeders of halfbroeders bij den l.nditarin hebben vervuld, zullen in de gelegenheid worden gesteld desgewenscht die aan vraag toe te lichten of te doen toelichten e« ver- volgens de uitspraak hieromtrent van den Militieraad te vernemen: voor zooveel de lichting 1920 betreft, op Maandag 18 October e.k., om 2 uur namiddags voor zooveel de lichting 1921 betreft, op Donder dag, 21 October e.k., om 2 uur namiddags. De Militieraad houdt voor deze gemeente zitting te Middelburg in het Stadhuis, ingang Helm. De uitspraak zal voorts door ondergeteekende schriftelijk ter kennis worden gebracht van den inge- schrevene, die aanvraag om vrijstelling deed. De aandacht wordt nog gevastigd op onderstaande bepalingen Tegen de uitspraak van den Militieraad omtrent vrijstelling kan binnen TIEN dagen, le rekenen van den dag, waarop die uitspraak is geschied, bij Oedeputeerde Staten der Provincie bezwaar wortlen, ine/ebracht door den Militiecommissaris en door lo. den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of door zijn vader, moeder, poogd of curator 2o. elk der overige, voor de gemeente ingesehrevenen of door zijn vader, moeder, voogd of curator. Bij of zij, die bezwaren inbrengt, levert het daartoe strekkend verzoekschrift, dat behoorlijh met redenen omkleed moet zijn, in ter Secretarie dezer Gemeente. Van de inlevering wordt een bmoijs van ontvangst uitgereikt. Bezwaarschriften, niet ingericht of niet inge- leverd op de hierboven aangegeven wijze, kunnen geen gevolg hebben. JPQT" Voor zoover omtrent een en ander nadere inlichtingen worden gewenscht, vervoege men zich ter Gemeente- secretarie op een werkdag tngschen 9 en 12 uur voormiddags. Ter Neuzen, 20 September 1920. De Burgemeester voornoemd J. HUIZINGA. Roman uit den Oertijd door I H. ROSNY. Toen hij voor de opening, waardoor de mannen gegleden waren gekomen was, bukte hij, trachtte kop en schouders er door te wringen, en de nomaden vertrouwden de onwrikbaarheid van de rotsblokken niet. Bij iederen ruk van het geweldige lichaam krompen Naoh en Gaw met een angstzucht ineen. Naoh echter werd aangevuurd door zijn haat, haat van begeerde prooi, haat van ontwakend verstand tegen het aloude in stinct en zijn overmatige macht. Feller werd zijn woede, toen het ondier de aarde begon los te krabben. Ofschoon de reuzenleeuw geen eigenlijk graafdier was, wist hij toch zeer goed, hoe hij een opening moest ver- wijden en een hinderpaal omver werpen. Zijn poging jaagde den menschen angst aan, in zulk een mate, dat Naoh neerhurkte en sloeg met de knots; het roofdier, dat aan den kop was getroffen, stiet een woedend gebrul uit en hield op met graven. Zijn phospho- resceerende oogen trachtten de duisternis te doorboren: en omdat hij bij nacht kon zien, onderscheidde hij duidelijk de drie sil- houetten, die hem te meer prikkelden, omdat zij bijna onder zijn bereik waren. Hij sloop om de blokken heen, met zijn poot tastend naar de openingen en altijd keerde hij terug naar den toegang, waar door de mannen gegaan waren. Eindelijk begon hij weer te graven; een nieuwe knots- slag onderbrak hem in dit werk en deed hem terugspringen, minder verbijsterd dan de eerste maal. Vaag begreep hij thans, dat het onmogelijk zou zijn om het hoi binnen te dringen, maar hii gaf zijn prooi niet op: hij verwachtte, dat zij niet meer ontsnap- pe;n zou, nu zij zoo nabij was. Nog een laatst verlangend gegrom, nog een laatste blik en toen scheen hij het bestaan der men- STATEN-GENERAAL. Vereenigde zitting der beide Kamers. Gisteren werd in de Ridderzaal op het Binnenhof onder voorzitterschap van den heer Van Voorst tot Voorst de vereenigde zitting gehouden van de beide Kamers der Staten-Generaal, tot opening der gewone zitting. Nadat H. M. de Koningin, vergezeld van den Prins in de Ridderzaal was aangeko- men en op den troon had plaats genomen, werd door haar uitgesproken de volgende TROONREDE. Wederom valt Mij het voorrecht te beurt in uw midden te mogen spreken van werke'n des vredes. A1 is de oorlogsfakkel in Europa nog niet geheel gebluscht, zoo heeft God ons toch vergund voortdurend werkzaam te zijn tot herstel van het door den oorlog verbro- ken evenwicht. Desniettemin blijft de aan- houdende duurte van de eerste levesbehoef- ten, ook in hare gevoigen, zorgwekkend. Voile toewijding en groot beleid zullen al- leen de oplossing kunnen brengen van de vraagstukken welke zij ons voorlegt. Met de vreemde Mogendheden worden be- trekkingen onderhouden, die over het alge- meen tot voldoening aahleiding geven. In- tussohen blijft de toestand in Europa onr zeker. Daarbij zijn vooruitzichten welke door deu Volkenbond werden geopend ten aanzien van de toekomstige Staten-verhou- dingen nog niet in vervulling gegaan. Onder deze omstandigheden blijf ik bedaciht op maatregelen tot sterking van de weerkracht van ons volk, gepaard met vermindering var den persoonlijken en geldelijken druk van den militairen dienst. Ofschoon de Rijksmiddelen tot dusver bo- ven verwachting vloeiden, zal toch verster- king der inkomsten niet kunnen uitblijven. Eenerzijds mag stellig niet gerekend worden op een voortduren van de zoo belangrijke stijging der ontvangsten. anderzijds nemen de uitgaven in niet mindere mate toe, ter- wij! nog verschillende maatregelen in voor- bereiding zijn, die ook belangrijke offers van 's Rijks schatkist zullen vragen. Overtuigd, dat de onderscheidene belas- tingen een zeer zwaren druk op Mijn Volk leggen, acht Ik de uiterste spaarzaamheV geboden. In het vertrouwen, dat ook de plaatselijke overheid zich doordrongen zal betoonen van dezen eisch, wordt eene ver- hooging van de algemeepe Rijks-uitkeering aan de gemeenten, bij wijze van noodmaat- regel, voorbereid. Ontwerpen tot gedeeltelijke herziening van de Grondwet zijn in dit zittingsjaar te verwachten. Een voorstel tot technische verbetering schen te vergeten en begaf zich naar het woud. De drie nomaden waren buiten zich zelven van vreugde, hun schuilplaats leek hun thans veiliger; nu ademden zij vrijelijk de frissche nachtlucht in; het was een van die oogenblikken, waarin de zenuwen fijner be- werktuigd, de sipieren krachtiger schijnen; ongekende ontroeringen, die klaarheid brachten in hun troebele gedachte, deden hen de oerschoonheid van het heelal besef- fen; zij hadden het leven en alles, wat er toe behoorde lief; 'zij genoten iets, dat scheen te bestaan uit alles, een geluk, ge- sproten buiten en boven de daad. En wijl zij een dergelijk gevoel niet aan anderen konden mededeelen, zelfs er niet aan dach- ten om het kenbaar te maken, keken zij elkaar slechts aan en lachten, lachten met een vroolijkheid, die zich mededeelt van den een aan den ander en die slechts de menschen kennen. Zeker, zij verwachtten, dat de reuzenleeuw zou wederkeeren, maar daar zij geen begrip hadden van tijd dit zou hun ook noodlottig zijn geweest ge noten zij ten voile van het oogenblik; de tijdsruimte, die de avondschemering van het ochtendgoren scheidde, scheen hun onme- telijk. Volgens zijn gewoonte had Naoh het eerst de wacht betrokken. Hij had geen slaap. Opgewonden als hij was door den strijd van den tijger en den reuzenleeuw, voelde hij, terwijl Nam en Gaw daar uitgestrekt lagen, alle begrippen, die overlevering en ervaring hem hadden geleerd, aan het wan- kelen gebracht. Zij schakelden zich niet aaneen; zij vormden de sage der wereld. En de wereld was reeds heel groot volgens het begrip der Oulhamr. Zij kenden den loop van zon en maan. den kringloop van duisternis na lioht en licht na duisternis, van koude en warme jaargetijden, die elkaar afwisselden, den loop van rivieren en stroo- men; zij hadden de gcboorte gezien, het oud-worden gAdegeslagen en het sterven dc menschen; zij kenden het uiterlijk, de krach' en de gewoonten van tallooze dieren; vr wisten hoe boomen en struiken groeiden, van de Kieswet zaf u bereiken. Algeheele herziening van de Wet tot rege- ling van het Middeibaar Onderwijs zal wor den voorgesteld. Eene wettelijke regeling van het Middei baar en Lager Landbouwonderwijs is in ver- gevorderden staat van voorbereiding. Ingediend zal worden een wetsontwerp in zake de huisindustrie, een ontwerp-Land- bouwongevallenwet en een ontwerp tot in- stelling van gezondheidsdiensten. Een wetsontwerp tot herziening van de grondslagen der gewestelijke en plaatselijke bestuursinrichting in Nederlandsch-Indie is daar te lande in behandeling en zal U in den loop van dit zittingsjaar ter overweging worden aangeboden. Mede zullen U voor- stellen bereiken tot versterking der middelen van Nederlandsch-Indie en tot ontginning van de aardolie-bronnen van Djambi. Met de bede, dat Gods zegen op Uw ar- beid moge rusten, verklaar Ik de gewone zitting der Staten-Generaal geopend. Na het uitspreken dezer rede verliet H. M. vergezeld van den Prins en voorafgegaan door de commissie uit de Kamers de ver- gaderzaal. Deze plechtigheid had in Den Haag we derom duizenden op de been gebracht. Er werd in de binnenstad gevlagd. Velen droe- gen oranje. Op haar tocht van het paleis in het Noordeinde naar de Ridderzaal op het Binnenhof werd de Koningin levendig toegejuicht. Op de voorlezing van de troonrede volgde driemaal: leve de Koningin! Ook op den terugweg van de Koningin naar het paleis werd H. M.luide toegejuicht. Na afloop van de plechtigheid bleef het ditmaal buitengewoon druk op straat, met het oog op de bloemenhulde, welke des middags een groot aantal vereenigingen van Den Haag en elders aan de Koningin ter gelegenheid van haar veertigsten verjaardag op het huis Ten Bosch zou brengen. ,-DE NEDERLANDER". Met ingang van 1 November a.s. zal als hoofdredacteur van het christelijk-historisch dagblad ,,De Nederlander" aanvankelijk als medewerker van den heer De Savornin Lohman optreden prof. dr. J. Sloiemaker de Bruine. STEMPELEN VAN SPEELKAARTEN. De ontvangers der accijnzen zijn gemach- tigd alsnog tot 1 November a.s. spellen kaarten, welke men verzuimd heeft vbor 1 Augustus 1920 te doen stempelen, tegen be- taling der enkele belasting ter stempeling aan te nemen. BEURTL1JSTVRACHTEN. Van heden af zullen als beurtlijstvrachten gelden de thans van kracht zijnde beurtlijst- zij waren de kunst meester om een jacht- spies, een bij!, een knots, hartsvanger of harpoen te maken en zich er van te be- dienen; zij konden de windrichting bepalen en zagen wat de wolken voorspelden; zij kenden den invloed van den regen en wisten het gevaar van den bliksem. En bovenal zij kenden het Vuur het verschrikkelijkste en het teederste van alles, wat leeft sterk genoeg om een weide te vernielen en ge heel een woud met al zijn mammoeths, rhi- nocerossen, leeuwen, tijgers, beren, oero- ossen en urussen. Het leven van het Vuur had Naoh altijd geboeid. Evenals de beesten moet het een prooi hebben; het voedt zich met takken, droog gras, vet; het groeit; ieder vuur ont- staat uit andere vuren; ieder vuur kan ster ven. Maar vorm en' afmeting zijn onbe- grensd, daarentegen kan het in kleine stuk- jes gehouwen worden, ieder stukje kan leven. Het krimpt in, als het geen voedsel vindt, het wordt klein als een bij, als een vlieg en dan plotseling kan het weer op- leven door een grashalm en groot worden als een moeras. Het is een dier en toch geen dier. Het heeft geen pooten en geen lenig lijf en toch is het sneller dan de antilope, vleugels mist het en het vliegt tot de wol ken: het heeft geen muil en het briescht, gromt en bruit; geen handen of klauwen en het vermeestert het heelal. Naoh had het lief, verafschuwde het en vreesde het. Als kind had hij vaak geleden door de wonden, die het toebracht; hij wist, dat het voor nie- mand eenige voorkeur toonde, dat het steeds gereed was om te verslinden wie het voedde; het was slinkscher dan een hyena en woes ter dan een panter. Maar zijn nabijheid was heerlijk; het verzachtte de wreedheid van koude nachten, schonk rust aan de vermoei- den en gaf de zwakheid der menschen een verschrikkelijke kracht. In het duister t'us- schen de basalt-blokken zag Naoh in zijn herinnering met een stil verlangen het wachtvuur van het kamp en het schijnsel, dat Gammla's gezichtje streelde. De od- komende maan deed hem denken aan die verre vlam. Van welk oord lewam de maan en waarom werd zij nimrner gebluscht, gc- vraohten, in dier voege gewijzigd, dat de daarin begrepen vrachtverhooging van 10 komt te vervallen, waarna de aldus ver- kregen vrachtcijfers met 40 worden ver- hoogd. DE TOESTAND. De Polen hebben nog juist kans gezien, om voor het de onderhandelingen met Sowjet-Rusland te Riga begonnen, de bol- sjewiki uit Oost-Galicie teverdrgyen. Over de Galicische grens ten N. O. van Lemberg staan zij nu niet ver meer van Rofno, de laatste stad van den vroegeren Russischen vestingdrieboek LoezkDoebno— Rofno, die nog niet in hun handen is. Een telegram aan de Evening News uit Warschau schrijft hun het voornemen toe, om aan dien kant niet verder dan Rofno op te rukken en zich te bepalen tot het bezetten van de oude Duitsche verdedigingsljjn Tarnopol Rofno. Dat zou bewpzeo, dat de inzichten der gematigden te Warschau de overhand krjjgen, die ervoor pleiten om het voor- beeld van Roemenie en Finland te volgen eD nu verder rustig in defensieve stellingen den loop der gebeurtenissen af te wachten. Polen heeft sedert zes jaren genoeg van de oorlogvoeriDg te lijden gehad en, als men zich alleen al herinnert hoe dikwjjls de Russische stoomwals en de legers der centralen zijn gebied heen en weer in be- weging zjjn geweest, is het bijkans onbe- grjjpeljjk, dat het kleine land pas nog de kracht heeft kunnen verzamelen om de boJsjewiki terug te werpen, hoe gering men ook over de militaire boedanigheden van Trotsky's leger mrge denken. De laatste berichten luiden dan ook, dat de langdurige druk, waaronder het Poolsche volk heeft gestaan, het verlaDgen nBar vrede over- heerschend heelt gemaakt. De verwoestingen, bij deD jongsten inval der rooden aangericht, hebben de vooruit zichten voor den winter zorgelijk gemaakt, handel en bedrijf staan stil en het dieDst- nemen van tal van mannen, die op hun plaats moeilijk gemist konden worden, bjj het leger heeft de ontreddering verergerd. Onder deze omstandigheden is het alleen verbazingwekkeod, dat de politieke partijen nog verdeeld kunnen zjjn over de vraag, of de oorlog voortgezet moet worden. Daar zitten natuurlijk ook Russische contra-revolutionaire invloeden achter, die Polen bang maken met het vooruitzicht, dat de bolsjewiki zoodra zij tegenover Polen lijk de zon? Zij werd kleiner; er waren avonden, dat zij slechts een zwak vlammetje scheen, een, dat slechts gevoed werd door een rijsje. Maar dan flikkerde zij weer op. Natuurlijk werd zij onderhouden door ver- borgen menschen, die haar nu en dan, al naar haar behoefte voedden. Dezen avond was zij op haar hoogtepunt; eerst scheen zij hoog als de boomen, maar van lieverlede werd zij kleiner, maar des te helderder van glans, terwijl zoo hooger steeg. Zeker had den de verborgen menschen haar droog hout in overvloed gegeven. Terwijl de zoon van den Panter van deze dingen droomt, gaan de dieren van den nacht op roof uit. Schimmen glijden ge- heimzinnig tusschen het gras. Hij ziet spits- muizen, springmuizen, snelle steenmarters, wezels met lijfjes, lenig als slangen; daar komt een elandshert met forsch gewei, dat naar het oosten snelt, licht als een pijl. Naoh ziet de tengere beenen, zijn lichaam, dat de kleur heeft van aarde en eikenhout- het gewei, dat hij ter aarde buigt. Weg is het weer; wolven vertoonen hun ronde kop- pen, hun spitse muilen, hun lenige, rapre pooten. De buik is licht, de flanken en de rug worden rossiger en een zwarte streep wijst de wervels aan; stevige spieren om- geven hun nek en geheel hun wezen heeft iets gluiperigs, geslepens en gewrongen, dat het valsehe in hun oogen nog onder- streept. Zij ruiken den eland, maar deze heeft zelf ook in de vochtige duisternis hun komst bemerkt en hij rept zich voort. De gevoelige neusgaten bespeuren het zwakker worden van den reuk; de wolven weten, dat de prooi terrein wint. Toch steken zij de savanna over, tot aan den boschrand, waar in de snelsten onder hen doordringen. Maar de vervolging blijkt nutteloos. Zij komen alien teleurgesteld terug met langzame, zware passen. Enkelen huilen of janken. Dan trillen weer de neusgaten, in hun ver langen naar nieuwe prooi. Maar zii vinden niets in hun nabijheid. behalve het tijgerlijk en de mannen, die verborgen zijn tusschen de steenen: de laatsten vreezen zij te zeer en het eerste is. zelfs voor hun gulzigheid een te walgelij)< maal. de handen vrij krjjgen, Wrangel verpletterea en zich daarna toch weer met hun heele macht tegen Polen keeren zullen. De onderhandelingen die tegeljjkertjjd tusschen Polen en Lithauen te Kalwaria aau den gang zijn, zjjn niet fortuinlgk be gonnen, wegens een bitter verschil van meening over de lijn, waarop de Lithausche troepen zich, volgens een eisch van de Poolsche onderhandelaars, moeten terug- trekken, ffals grondslag voor zakeljjke onderhandelingeu". De raad van den vol kenbond heeft zich echter bereid verklaard, om als vredestichter tusschen beide partjjen op te treden eD men acht het een gunstig voorteeken dat Paderewski en de Lithausche vertegenwoordiger in de vergadering van den raad van den volkenbond, waarin hun zaak ter sprake kwam, elkaar de hand gedrukt hebben. Millerand heeft nu de candidatuur voor het presidentschap van de Fransche re- publiek aanvaard, maar met een verklaring die doet verwachten, dat er na zjjn ver- kiezing op het Elysee een frissche wind zal gaan waaien. Zooveel bljjkt er alvast uit, dat de Fransche republiek in Millerand een president zal krjjgen die niet meer zoo geheel buiten de actieve politiek wil staan als zjjn onmiddelljjke voorgangers. De zinsnede waarop het aankomt is, dat de president wel geen partjjman mag zjjn, maar de drager moet zjjn van een politiek die vin nauwe samenwerking met zjjn ministers wordt bepaald en toegepast." Dit standpunt opent nieuwe verschieten, o.a. dit, dat een conflict met de volksver- tegenwoordigicg niet alleen een ministerieele maar ook een presidentieele crisis tengevolge kan hebben. DE BURGEMEESTER VAN CORK. Te Londen wordt offieieel meegedeeld, dat de burgemee=tpr van Cork die nu zjjn 38en hongerdag is begonnen, in tegenstelling met de geruchten jn de verschillende buitenlandsche bladen, van den begione af alle voorrechten van een politiek veroordeelde heeft genoten en b.v. nooit gevangenis- kieeding heeft gedragen. Zoodra hjj door zjjn voedselweigering zjjn lichaam verzwakte is hjj naar een groot vertrek in het hospitaal overgebracht, waar hjj uitstekende medische hulp heeft en dag en nacht door twee pleegzusters wordt verpleegd. Uitstekend voedsel, be rekend op zjjn uitgeputten toestand, staat steeds ter beschikking. De //Sunday Times" geeft uiting aan een door velen gedeelde meening, dat Toch gaan zij er heen, na eerst rondom de schuilplaats der Oulhamr te hebben ge- slopen. Eerst sluipen de wolven om het karkas heen, met een groote omzichtigheid, die niets aan het toeval overlaat. Eindelijk waagden de overmoedigsten zich naderbij. Zij kwam en met hun snoeten tot vlak bij den kop van den tijger, bij den halfgeopen- den muil, waardoor zooeven nog een af- schuwelijk stinkende adem kwam; toen on- derzochten zij het lichaam verder en likten de met bloed doortrokken plekken. Maar geen van hen waagden het om de tanden te slaan in het wrange, giftige lijkenvleesch, dat slechts hyena's en gieren kunnen ver- dragen. Een luid rumoer deed hun onzekerheid groeien een gejank, gehuil, gelach. Zes hyena's kwamen op de maanlichte-vlakte. Zij kwamen sluipend nader, met hun breede borsten, hun sluik-toeloopende romp, die naar achteren helde en in spichtige pooten eindigde. Krom van beenen, met hun korte snuiten en krachtig genoeg om de beende- ren van een leeuw te verbrijzelen, met hun driehoekige pupil, hun puntige ooren en hun ruige manen zwenkten zij, naderden in zig-zaglijn of hipten als sprinkhanen. De wolven bemerkten den steeds sterker wor- denden stank, die hun eigen was. Het waren vagebonden. forsch van bouw, die door de geweldige kracht van hun kaken het tegen tiigers hadden kunnen onnemen. Maar zii vochten slechts, als zii in het nauw gedreven waren, wat zelden gebeurde, daar geen en kele zwerver hun stinkend vleesch begeerde en de overige krengeneters zwakker waren dan zii. Ofschoon zij wisten de meerderen in lichaamskracht te ziin van de wolven *aarzelden zii. zii slonen besluiteloos rond terug, hij tusschenooozen, stieten zi! e- in de duisternis van den nacht, nu eens kwa men zii naderbii. dan weer trokken zij zich hartvorscheurend geiank uit. Eindeliik trob ken ze gezamenlijk op tot den aanval. (Wordt vervolgd) COURANT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1920 | | pagina 1