ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No 704
Zaterdag 18 September 1920,
60e Jaargang.
trijd
EEBSTB BXiA-ID
Kermis.
INRECHTiNG£N,
S U I K E R.
Luilekkerland.
FETJILLET0N,
F R P IK B E XT B T K S
welke GEYAAR, SCHADE of HINDER
Kunneu yeroorzakeu.
De Burgemeester van TER NEUZEN
maakt bekend, dat bon no. 5S van de
Rijksiuikerkaart getdig is van Maandag 20
t/m Zondag 2t> September.
Ter Neuzen, 17 Sept. 1920.
De Burgemeester vGoruoemd,
J. HUIZINGA.
We herinneren ons nog wel, hoe men in
onze jeugd ons vertelde het sprookje van
luilekkerland. D&ar was het nu nog eens
heerlijk om te leven. Niets doen en al maar
genieten. Daar behoefde men heelemaal niet
te werken en allerlei heerlijke spijzen en
versnaperingen waren daar maar voor het
grijpen, ze kwamen vanzelf naar je toe a!
je er verlangen naar had. Men moet, zei
men ons, eerst wel door een berg van rijste-
brij eten om er in te komen, maar had men
dit eenmaal gedaan dan was alles voor
goed geleden en het geluk volmaakt. Daar
in luilekkerland regende het suiker, de ge-
braden duifjes vlogen je in den mond en.,
ja vul nu zelf maar aan met alles wat
't ideaal van een kind kan zijn.
Als kinderen hebben we misschien nog
wel eens geloofd, dat er zulk een oord zijn
Icon waar het zoo gemakkelijk en heerliik
was, doch we hebben later spoedig be-
grepen, dat het maar een sprookje was e
geen werkelijkheid worden kon. Het wil
mij echter voorkomen, dat de menschen van
onze dagen in bijzondere mate onder den
indruk van dat sprookje gebleven zijn en
dat zij meenen, dat er wel degelijk zulk een
werkelijkheid bestaan kan; of laat mij
'tliever anders zeggen: ons tegenwoordig
geslacht maakt soms den indruk, dat zijn
hoogste verlangen uitgaat naar zulk een
lui- en lekker land. Is er thans niet veelal
een tegenzin tegen werken en zit niet de
gedacthte voor, dat dit toch eigenlijk het
heerlijkste zou zijn, als men nu eens niets
meer had te doen, niet meer te werken voor
zijn dageiiksch brood? En is er ook in onze
dagen niet een lust naar genieten, een
Room wit den Qertijd
sterk verlangen naar allerlei genotmid-
delen, lekkernijen in spijs en drank, een ha-
ken naar pleizier, naar uitspanning? Dat
komt een mensch toch maar toe, zoo zegt
men, daar heb je recht op, dan leeft een
mensch pas, dat is nu toch maar je ware,
zulk een gemakkelijk en genoeglijk, zulk een
lui en lekker leven. Zal ik trachten u te
teekenen hoe men het tegenwoordig wel zou
willen hebben, wat men als het hoogste
geluk beschouwen zou? Een dag in het
moderne luilekkerland?? Ik weet mijn tee-
kening, zal gebrekkig zijn, doch 't is maar
om een voorbeeld te geven. Na een langey
nacht ontwaakt ge 'smorgens op uw ruime
slaapkamer, in uw zacht en warm bed. Uwe
bedienden hebben de vensters van uw ka-
mer geopend en 't vriendelijk zonlicht
dringt tot u door. Ge kunt nog gerust een
tijdje blijven liggen want werken behoeft
ge niet te doen, daaraan behoeft ge zelfs
niet te denken. Ge staat dan eindelijk op,
als het uzelf behaagt, ge kleedt en ver-
frischt u, daarbij geholpen door een be-
diende die de fijnste kleederen bij u brengt.
Ge hebt lust om uw ontbijt te gaan ge-
bruiken. Ge behoeft niet te loopen of trap-
pen af te dalen, een lift of een stoel op wit
len brengt u in een keurig ingerichte ont-
bijtkamer. De schoonste bloemen geuren u
al tegen, een tafel staat aangericht waar ge
vindt elke spijs of drank die uw smaak ver-
kiest, is er lets niet aanwezig dan drukt ge
maar op een knopje naast u en uw bediende
brengt wat ge verlangt. Zoo eet ge naar
hartelust en begeeft u daarna door de open
staande deuren naar uw tuin, waar het
zonnetje u vriendelijk beschijnt, waar prach
tige bloemenperken uw bewondering wek-
ken, waar struiken en boomen zijn in welk1
takken de vogels u hun morgenlied doet
hopren. Ge gaat u daarna verder aanklee
den om een uitstapje te maken'. De auto
komt voor en ge gaat een lange rit maken
door de breede lanen van uw uitgestrekt
landgoed. Ge rijdt vlug of langzaam al naar
ge beveelt, ge geniet van de sehoone om
geving, nu eens in de schaduw der forsche
boomen dan weer in 'topene en vrije, ge-
koesterd door milde zonnestralen. Hebt ge
ergens behoefte aan, een versnapering of
verfrisschende drank, ge hebt maar te spre-
ken, het is bij u. Onderweg stapt ge nu en
dan nit om van een hoogtepunt waar ge
een ruim uitzicht hebt de omgeving te be-
zien. Zoo brengt ge uw morgen door. Thuis
gekomen maakt ge u k'aar voor uw tweede
ontbijt. Ge neemt plaats aan een riik voor-
zienen diseh, aangenaam gezelschap zit hip*
u aan, de muziek laat sehoone melodieen
hooren, en de geheele omgeving maakt het u
recht.aangenaam. Ge laat de verschillende
spiizen en dranken u goed smaken en hebt
ondertusschen menigmaal moeten schudden
van 'tlachen over de aardigheden die uw
buurman deblteerde. Daarna hebt ge wel
zin om wat rust te nermen. Op divan of sol a,
is daarvoor ruimschoots gelegenheid entijd
hebt ge in overvloed. Als ge uit uw sluime-
ring ontwaakt maakt ge uw plannen voor
den middag. Het is nrachtig weer om uit
te gaan. Ge laat uw aeroplaan gereedma-
ken op het terrein achter uw villa, ge stapt
in en ge zweeft hoog of laag over de velden.
dorpen en steden naar het zuiden. Ge daalt
aan den oever van een groot meet, waar
een jaeht gereed ligt, waarmede ge een ple-
ziertocht gaat doen. Spiegelglad is de op-
pervlakfe van 't water, blauw is de hemel
boven u, frissche windjes koelen u af, in de
verte hebt ge't gezicht op de bergen en rot-
sen, heel in de verte ziet ge zelfs de be-
sneeuwde toppen. Verveelt u al dit schoon,
dan neemt uw viiegmachine u weer op en ge
laat u brengen naar.het stadion van de een
of andere wereldstad en ge woont daar bii
de kampspelen. wedstriiden, wedrennen wat
ge maar verkiest en er wordt voor u ge-
zorgd dat ge in de mooiste loge kunt plaats
nemen. Verveelt u dit soms, dan kunt ge
ook een museum of dierentuin gaan bezich
tigen. Zoo hebt ge afleiding genoeg om uw
middag door te brengen; aan verkwikking
en verfrissching heeft het u ondertusschen
niet behoeven te ontbreken en zoo brengt
door
J, H, ROSNY.
Op dat oogenblik trad een urus urt het
wdtfo. Van waar kwatii hij, welk avontuur
had hem weggeleid van zijn makkers? was
hij achtergebleven of bad hij integerfdeel te
snel geloopen, bedreigd door vijanden of
meteoorsteenen, <of was hij Weilicht ge-
vlucht? De rtomaden vroegeh daar niet
naar; hun jacbtinstinct was oiitwaakt, want
ofschoon de jagers van hun stam zelden
kudden tierbivoren aanvielon, toch beslopen
zij de afgedwaalde dieren.'vooral de zwakkc
en de gdwonde. De moed en de koppigheid
der urussen is in onze stieren bewaard ge-
bteven. maar de urus was minder dom. De
soort was op haar hoogtepunt. Lenig, met
snelle ademhaling, een helder begrip van
gevaar, uiterst listig, zoo zwierven deze
sterke wezens over de aarde.
Naoh stond grommend op. Na de over-
winning op een verscheurend dier, zou niets
roemrijker zijn dan het vellen van een groo-
ten graseter. De Oulhamr voelde diep in
uw viiegmachine u weer thuis tegen den tijd
dat ge u kunt gereedmaken voor het diner.
Diaar wacht u in de smaakvol versierde en
verlichte eetzaal een tafel met groote ver-
scheidenheid van spijzen en dranken. Mu
ziek en zang zwijgen niet, en het gezelschap
om u heen doet door zijn scherts al 't moge-
lijke om uwe lachspieren in beweging te
brengen. Ge laat u alles uitnemend sma
ken, ge eet en drinkt in overvloed, al naar
ge lust, zoo worden uwe begeerten en lusten
bevredigd. En als ge na het middagmaal
wat uitgerust zijt, kunt ge den avond door-
brengen zooals ge 't zelf verkiest op de
aangenaamste wijze.
Ge behoeft uw villa niet \e verlaten om
naar schouwburg of opera te gaan. In de
groote zaal van uw eigen huis, kunt ge van
dat alles genieten. Een tooneelgezelschap
is bereid daar voor u een stuk op te voeren,
ernst of humor al naa" ge wilt, maar ge
kiest natuurlijk het laatste; of ook muzikale
krachten willen u onthalen op praehtige mu
ziek en ge kunt maar genieten. Allerlei ge
zelschap komt het u nog aangenamer maken
door spel of dans en zoo brengt ge uw
avond door, tot laat in den nacht luisterend
of rustend, spelend of schertsend of drin-
kend of dansend al naar ge begeert, totdat
gij verkiest te gaan rusten
Zulk een leven in het moderne luilekker
land, nu zou dat niet ieis zijn om naar te
watertanden? Is dat leven nu eigenlijk met
je ware? Zou een mensch het daar toch
niet veel beter hebben dan nu, waar hii wer
ken moet en maar weinig genieten kan c
met eenvoudige spijzen zich moet tevreden
stellen? Ja, waarom niet zulk een lui en lek
ker leven, waarom niet die weelde? He'
sprookje van luilekkerland zou toch werke
lijkheid moeten kunnen zijn meenen velen
wat is het leven daarbii vergeleken nu toch
eentonig, wat komt men daar thans veel \yj
te kort. Ja?? Zoudt ge dat nu werkelijk
denken? Zou dat nu het geluk zijn voor de'
mensch? Ik betwijfel het zeer sterk. Ik be
gin met deze vraag: hoe lang denkt ge wel,
dat ge het in dat luilekkerland zoudt ui+
houden? Of liever: hoe lang zoudt ge zulk
een leven werkelijk aangenaam vinden? Zou
na een maand van dag aan dag niets doen,
een maand van al die genietingen het ge-
noegen er al niet veel af zijn? Zoudt ge dat
alles dan allang niet btu zijh? Zou 't dan
al niet tegenstaan? Zou^it ge dan niet ver-
langend zijn om ook eens iets te mogen
doen en eens een eenvoudig stukje brood
te mogen gebruiken? Zou het lichaam van
den mensch daar tegen kunnen, of liever zou
de geest van den mensch bij dat alles te
vreden zijn? Zou al dat luie en heerlijke den
mensch niet vadsig, verwijfd, vervelend, on-
tevreden, ziek maken? Wat is de beteekenis
van dit luilekkeriand voor den mensch? uu-
mers dit, dat al zijne lusten bevredigd wor
den, en dat alle menschen hem moeten die-
nen, moeten tot hem brengen wat hij ver
langt, terwijl hij zelf niets doet. Is dat alles
niet louter hebzucht en zelfzucht en wellust,
die naar vervulling zoekt? En zou dat de
weg kunnen zijn tot het ware, het innerlijke
geluk? Zou dat den mensch bevrediging
kunnen geven? Dit is een volkomen onmo-
gelijkheid en veler leven is daar om dat te
bewijzen.
Het diepste wezen van den mensch vindt
in dat alles geen voldoening, het kan niet.
Want hoe vreemd 't velen van onzen tijd
mag tegenklinken, de mensch wordt niet
't rneest bevredigd als hij gediend wordt,
maar als hij zelf dienen en helpen en wer
ken mag; als hij zijn krachten. ontplooien
kan voor zijn medemensch, dan komt 't hart
van den mensch veel meer tot vrede, dan
wanneer hij niets doet en zich dienen laat.
Dit raakt het wezen van den mensch, Is en
blijft de mensch niet van goddelijken oor-
sprong? Wat al gebreken den mensch mo
gen aankleven, wat al ontaarding wij waar*
nemen, blijft diep in den mensch niet over
zijn eigenlijk wezen, en alleen wat in het
leven en werken van den mensch niet dat
wezen overeenstemt, daarbij aansluit, kan
hem beVfedigen en gelukkig maken. Godde-
lijk iS het wezen van den rherVsch, en God
zijn ziel het instinct, waaruit geboPCn werd
alles wat dient om deji mensch groot
maken; zijn strijdlust nam toe naarmate
breede borst en de ghfisterende hbrens na-
der kwamen, Maar hij onderging een ander
gevoel om niet nutteloos voederrd vleesch
te vernietigen. Welnm hij had nog versch
vleesch. het krioelde van nieuwe prooi. Ten
slotte oordeelde Naoh het minder verdiens-
telijik om een urus te vellen, als hij dacht
Aan zijn overwinningeii op den grijzen beer.
Hij liet zijn werpspies zakken, hij zag af
van een jacht, waarbij hij zijn wapens zou
kunnen besehadigen. En langzaam ging de
urus verder den kant van de rivier op.
Plotseling hieven de mannen het hoofb
op; hun zintuigen tot het uiterste gesp'dn-
nen door het bewustzijn van nabij gevaar;
huft twijfel duurde slechts kort. Nam en
(Taw lieten zich op een teeken van hun lei-
det onder de zwerfblokken gli(den. Hijzelf
volgde hen op het oogenblik, dat een me-
gaceros uit het woud te voorschijn sprong.
Het beest vluchtte met duizelingwekkende
vaart. De kop met de groote. horens had hij
achteruit geworpen, uit zijn neusgaten
strodnde een roodachtig schiiim, de pooten
bewogen als takken in' den stormwind. De
megaceros had nauweiijks twintig spron-
gen gedaan, toen de vijand op zijn beurt te
voorschijn kwam.
Het was een tijger met stevige ledematen,
met lenige ruggestreng en die met iederen
sprong twintig vaam vooruitkwam. Zijn
is de bevredigde in zichzelven, omdat Hij de
volmaakte liefde is. God is die liefde, die
steeds zich ontplooit, die steeds bezig is
om te regeeren en te besturen, te zorgen, te
waken voor de gansche schepping.
Welk een zorg heeft God voor de natuur,
voor de menschen! Hij werkt onafgebroken.
door, in verhevene toewijding en zal dan een
mensch, wiens ziel van goddelijken oor-
sprong is, ooit zijn vrede kunnen vinden in
zelfzucht, in vervulling van zijn lusten in
luiheid en werkeloosheid? Dit alles gaat lijn-
rechi tegen zijn eigenlijke natuur in en kan
hem nooit verder brengen, nooit leiden tot
/.ijn ware bestemming. Want die bestem-
ming is toch niet wat luilekkerland aan-
geeft. Is dan de maag het voornaamste van
den mensch? Zijn eten en drinken en rusten
dan de hoogste dingen die voor een mensch
te bedenken zijn? Is dat niet zijn beteekenis
omlaag trekken? Een koe eet en drinkt naar
tiartelusf herkauwt en rust en gaat weer
eten en drinken, dat is haar werk, doch hier
hebben we te doen met een redeloos dier
dat straks wordt geslacht. Een mensch, die
met verstand is begaafd en een hart heeft
ontvangen, staat toch wat hooger! De zor
gen voor het liehaam zijn toch niet het voor
naamste, maar de ontwikkeling van het ver
stand, de vorming van het hart, dat is het,
wat bij elk mensch het hoogste staan moet.
En wat komen deze dingen in het ge-
drang, wat worden deze behoeften van den
mensch schandelijk verwaarloosd, waar men
alleen denkt aan genieten, eten en drinken.
Doch als een mensch steeds meer afzakt
toh.de hoedanigheid van een dier zal hij dan
innerlijk geluk hebben, zijn ware bestem
ming bereiken?
Wij zullen verstandig doen als wij dat
sprookje van luilekkerland laten voor
't geen het is. Laat ons dan liever aan de
kinderwereld iets anders ontleenen, voor
ons gansche leven. Wat kan een klein
meisje toch druk zijn met haar poppen,
welk een zorg en bezorgdheid zien we daar.
En wat is de jongen vol van zijn spel, van
zijn tol of knikkers. Laat hij er zijn eten
niet voor staan om toch maar mej zijn spel
te kunnen bezig zijn? Zit in dat alles geen
ijver en toewiiding? Nu is natuurliik het
spel voor een kind zijn werk. Wij ouderen
weten dat het leven geen spel is, maar het
volbrengen van een taak. het vervullen van
zijn roening. Indien we u.it de kinderwereld
wat willen medenemen, laat het dan mogen
zijn veel van toewiiding aan datgene. wat
ons is toevertrouwd. Langs dien weg komt
het geluk en kan een mensch zijn hoogere
bestemiping gaan begriipen en bereiken.
TER NEUZEN, 17 Sept. 1920.
Het weerbericht van het meteorologisch
instituut te De Bildt van heden luidt als
volgt:-
Hoogste barometerstand 761-5 Munchen.
Laagste barometerstand 744.7 Mainhead.
Verwachting tot den avond van 18 Sept.:
Matige, tijdelijk weilicht krachtige zuide-
lijke tot Westelijke wind, tijdelijk opklarend,
later waarschijnlijk regenbuien, zelfde tem-
peratuur.
EXAMEN POLITIE-D1PLOMA.
Voor het examen ter verkrijging van het
politie-diploma is o.m. geslaagd de heer C.
de Pooter te Ter Neuzen.
ONDERWIjS.
Tot onderwijzeres aan de Nederl. school
te Brussel, Nieuwe Graanmarkt 5, is be-
noeind mej. M. M. Breel te Ter Neuzen.
DE KERMIS
wordt op de Markt reeds aangekondigd
door het arriveeren van de carrousel en de
zweefmolen. Behalve deze draaigelegen-
heden zullen nog volgen de stoomcarrousel
van de wed. Janvier en een auto-carrousel.
Aan draaierij dus geen gebrek, ofschoon
daarvoor ook nog in verschillende danslo-
kajiteiten in de stad gelegenheid zal zijn.
In de bepaalde avondamusementen zal al
leen worden voorzien door den schouwburg
van den heer Bakker.
Voorts worden de gewone tenten en kra
men verwacht.
POLDERBESTUREN.
Bij Kon. be&luit zijn benoemd tot dijk-
graaf van het waterschap Loven- en Wil-
lemskerke de heer F. W. Dekker te Hoek;1
tot gezworene van den Angelinapolder de
heer L. de Kraker te Biervliet.
DE ZOMERTIJD.
De zomertijd eindigt dit jaar in den nacht
van Zondag 26 op Maandag 27 dezer. Dan
worden de klokken te 2 uur een uur stil-
gezet.
N. V. CANISVLIET.
Bijvoegsel tot de staatscourant van 14
dezer bevat eenige wijzigingen in de sta-
tuten van de N. V. Nederlandsche Vlasin-
dustrie „Canisvliet" te Sas van Gent, op-
gericht bij akte van 11 Juli 1917 voor den
destijds alhier gevestigde notaris Cornelis
le Nobel verleden, onder meer is art. 4 ver-
vallen en vervangen door een nieuw art, 4
luidende: „Het kapitaal der vennootschap
bedraagt f 250.000, verdeeld in 250 aan-
deelen, elk groot 1000; welk kapitaal ge-
heel is gepaatst. De aandeelen worden
slechts tegen volstorting uitgegeven".
Vergrooting van het kapitaal kan onder
desvereischte Koninklijke bewilliging ge-
schieden bij besluit der algemeene vergade-
ring van aandeelhouders. De vennooten
zullen bij voorkeur gerechtigd zijn tot deel-
neming.
Gaat de deelneming het verlangde be-
drag te boven dan zal de gunning geschie-
den in evenredigheid der aandeelen, waar-
van de rnschrijver eigenaar is.
DANKBETUIGINGEN.
Naar men ons meldt is door H.M. de Ko-
ningin en door den Minister van Binnen-
landsche zaken op den door de afdeelingen
van den vrijwilligen landstorm in Oostelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen op 31 Aug. 11. te
Hulst in feestelijke vergadering bijeen, aan
hen gezonden telegrafische gelukwensch en
betuiging van trouw en verknochtheid aan
Koningin en Vaderland per telegram daar
voor dank betuigd.
SAS VAN GENT.
Ongetuk.
Tijdens de kermisdagen had een dans-
lustige het ongeluk te vallen, waardoor hij
een been brak.
Werkstatcing.
Aan de Blauwselfabriek Bleu Guimet al
hier is Maandagmorgen door de z. g. cour-
werkers het werk gestaakt.
Een looneisch van 27 gulden wordt als
minimum gesteld.
Tot dusverre heerscht er bij de directie
weinig neiging om aan dezen eisch toe te
geven.
Zondag 19 September 1920.
fiere/omteerde JK er ken,
jjoekt 10 u. en 3 u., Ds. Van der Wall
Chr. Gtereformeerde Jtterk.
sprongen waren zoo veerkrachtig, dat hij
door de lueht scheen te glijden. ledere keer
als het roofdier op den g-rond kwam, was er
6en oogenblik van rust, een verzamelen van
alle krachten. In zijn bewegingen, ofschoon
minder druk, kende de vervolgde geen mo
ment van rust, ledere sprong was een ver-
snelde voortzetting van den vorigeA. Maar
nu verloor hij toch terrein. Voor den tijger
was de jacht pas begonnen-, terwijl de me
gaceros van verre kwam.
,,De tijger zal het groote hert van-
geft1', kwam Nam met bevende stem.
Naoh, die vol gpestdrift deze jacht gade
slbeg, antwoordde:
,,Het groote hert is onvermoeibaar."
Niet ver van de rivier had de megaceros
de helft van den voorsprong verloren. Met
een uiterste inspanning versnelde hij zijn
l vaart; beide lichamen bewogen zich in ge-
iijke snelheid, toen werden de sprongen van
I den hjger korter. Ongetwijfeld zou hij de
vervolging hebben opgegeven, als de rivier
I met zoo nabij was geweest; hij hoopte door
1 zwemmen terrein te winnen, zijn lang, le
nig lichaam leende zich daartoe bij uitstek.
Toen hij den oever bereikte was de megace
ros op vijftig vaam afstand. De tijger
kliefde het water met een buitengewonc
J snelheid, maar de megaceros vorderde niet
minder snel. Dit was het oogenblik van
leven of dood. Daar de rivier niet breed
was, zou het heft toch nog met een voor
sprong deh oever bereiken; als het aarzelde
bij het beklimmen van deh oeverkant, was
het verloren. Het wist dit; het waagde 't
zelfs om een omweg 16 maken teneinde de
plaats van aan wal gaan te kiezen; het was
een zacht hellende plek vol kiezelsteenen.
Ofschoon de megaceros zijn sprong juist be-
rekend had, aarzelde hij toch even en de tij
ger won vtaef op hem. Eindelijk sprong de
planteneter omhoog. Hij was slechts op
twintig Vaam afstand, toen de tijger den
oever bereikte en zijn eersten sprong deed.
Die sprong was aarzelend, het roofdier
strurkelde, wankelde en stoftte; de megace-
'ros had gewonnen spel. Er bleei niets over
dan de vervolging af te breken; de tijger
begreep het en hij herinnerde zich een hoog
silhouet dat hij even gezien had in zijn Snel
len loop; hij haastte zich om de rivier weer
over te steken. De urus was nog in het
z»i ch t
Toen de jacht voorbij suisde, had hij zich
in he. woud teruggetrokken. Daarop had
hij iets onzekers in zijn bewegingen, dat
aangroeide naarmate het groote roofdier
zich vefwijderde en vooral toen het ver-
dween tusschen het riet. De urus besloot
toch tot den terugtocht, maar een geur, die
hem met vrees vervuide, prikkelde zijn neus
gaten. Hij rekte den hals uit en zocht nu
vastbesloten een weg om te vluchten. 7oo
kwam hij niet ver van de .zwerfblokken,
waar de Oulhamr wegscholen; de reuk van
menschflijke lichamen bracbt hem een aan-
vai te binnen, waaraan hij had blootgestaan,
(.Vlooswtjkstraac.)
toen hij nog jong en zwak was en waarbij
hij door een projectiel was gewond; hij
zwenkte weer.
Hij draafde thans, en zou in het hooge
hout verdwijnen, toen hij plotseling onbe-
wegelijk bleef staan; de tijger naderde in
gestrekten draf. Hij vreesde niet, dat de
urus hem door de vlucht zou ontsnappen,
maar hij was geprikkeld door de pas ge
leden nederlaag. Bij het zien van het roof
dier aarzelde de stier niet langer. Daar hii
wist niet op snelheid te kunnen rekenen,
wilde hij het gevaar tegemoet treden. Met
gebogen kop, woelde hij de aarde .om; zoo
was hij met zijn ros-behaarde borst een
schoon krijger van het woud en de prairie;
een duistere drift verjoeg zijn vrees; het
bloed, dat door zijn aderen vloot, vloeide
sneller door zijn strijdlust; het instinct tot
zeifbehoud werd moed.
(Wordt vervolgd).
J.
wiimi 'imhiii mis^asc.sawmwmaammammmnrnwrnmbom aguBflnttBHraaBHEX*
■TXB 'y
Tie Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend
dat gedurende de kermis, die Maandag "20 Sep
tember a.s begint, en Zaterdag 25 September d.a.v.
des nachts te 12 ure eindigt, de tapperijen, spellen,
kramen enz. des nachts mogen openbfijven, tenzij
sluiting wordt bevolen
dat gedurende de kermis voor de dansmuziek
draaiorgels mogen worden gebruikt onder voorvvaarde,
dat de/ e alleen bediend worden door mannen, zoo
mogelijk ingezetenen der gemeente, en er geen
trommel of ander geruischmakend instrument aan
.erbonden is, tenzij het geluid op de een of ander"
wijze wordt gedempt
dat de dansmuziek niet mag beginnen voor 10 uur
'smorgens en moet eindigen om 2 uur s nabhts
dat het verbodeu is langs den open bare* weg
z.g.n. wamlel- of Spaansch riet stokken te verkoopen
of daarmede te venten.
Ter Neuzen, den 16en September 1920.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER
NEUZEN brengen ter open bare kennis. dat hetver-
zoek van de /INDUS TR1EELE MAATSCHAPPIJ te
Amsterdam, om op bet perceel, kadastraal bekend
m Sectie L, No. 1413, de Electrische Centrale te
mogen uitbreiden, door hen is ingewilligd.
Ter Neuzen, de® 16 September 1920.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
J. HUIZINGA.
De Secretaris,
B. I. ZONNEVIJLLE.
MAURlTS F.
Hervomide Kerk.
Ter Neuzen. 9* u., Ds. A. Timmerman en 2 u., Ds
A. Timmerman, Bediening van den
H. Doop.
Donderdag, 23 Sept., voorin. 9i ure, Huwe-
lijksinzegenir.g.
Sluisbil. u. en 2 u., dhr. L. Dek.
H0ek. 94 n. en 2i u., Ds E. Raams.
Donderdag 23 Sept., nam. 2i u., Ds. E. Raams,
Huwelijksinzegening
Zaamslag. 9i u. en 2 u., Ds. G. van Dis.
Aiel 9J u. en 2 u Ds. J. B.Th. Hugenholtz.
Sas van Gent. 9i u.,Ds. H. Akersloot van Houten Roos.
Hulst. 10 u., Ds. Hermanides.
Hontenisse. '10 u., Ds. W. J. van Lindonk.
Zaamslag 91 n. en 21 u., L. de Bruijne.
Ger< forH*t«rde Gemeente.
(Vlooswijkstraatj.
Tar Neuzen. 9 'u2 u. en 54 u. (oude fijd),
Ds. Schorthorst van Lunteren.
&vUl-Gerefonneertte gemeente
Tet Neuzen. 9 u., 2 n. en 54 u. (oude tijd)
leeskerk.
Lokaat „Eben-H,ieaet(Kerkhoflaan.)
Ter Neuzen. 54 u., Evangelisatie.
M. K. KerkUieneteti te Ter JVettxett.
Zondag zijn de 11. H. Diensten om 7, 84 en 10 uur
s Nainiddags om half drie Lot.