I
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAO VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7044
Donderdag 16 September 1920.
60e Jaargaag
-'v# KH
H HH IP
m
ABONNEMENT:
ADVERTENTIEN:
De Strijd om het Vuur.
m> 13 PS
lli
Telefoon 25.
Bit mail YpmhijRt laandag-, Woensdag- en YrijdagaYond, uitgazonderd op Feestdagea, bij
de Firma P. J. YAN DE SANDE te Ter Nenzen.
SiHWEHLAND.
FETJILLET0N.
Haaitgia&g^^T^3«CT3K'^38Kaw»'JBaatg:t8xaiBgiKiaK!iaB8aiaj:
aatg8a^gaTS4»Mi'JWH in i ■milmi ^mwiarffii ww«i»max*
Per 3 maanden binnen de stad 1,40. Franco per post voor Nederland 1,60.
Bij vooruitbetaling voor het Buitenland per 3 maanden 2,20, perjaar j b>,
Voor NederlandPer jaar bij vooruitbetaling 5,80.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alie
Boekhandelaren, Postkantoren en Hulppostkantoren.
0,20
Van 1 tot 4 regels 0,80. Voor elken regel meer
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk
op aanvraag verkrijgbaar is.
Inzending van advertentien liefst een dag voor de llitgave.
TIJDELIJKE AFWIJKINGEN VAN DE
MILITIEWET.
Bij de Tweede Kamer zijn bovengenoemde
wetsontwerpen ingediend.
Noodig wordt geacht een betrekkelijk
klein, doch goed toegerust kernleger, dat
binnen korten tijd door uit reservetroepen
gevormde afdeelingen op grootere sterkte
kan gebracht worden.
Het zaPin hoofdzaak worden samenge-
steld uit ten hoogste 20 jaarlijksche lich-
tingen van 13.000 man (met inbegrip der
zeemilitie) tegenover de 20 lichtingen (mi-
litie 6, landweer 5 en landstorm 9 jaren)
van 23.000 man, waarover thans beschikt
wordt. Ten behoeve van de vorming der
reservetroepen zal aan de overige voor den
krijgsdienst beschikbare jongelieden voor
zooveel noodig een oefenplicht worden
opgelegd.
Zullen de eerstbedoelde dienstplichtigen
gehouden zijn tot een verblijf onder de wa-
penen voor eerste oefening van: 6 maanden
voor de onbereden troepen (onder bijzon-
dere omstandigheden met ten hoogste 4
maanden te verkorten); 12 maanden voor
de hospitaalsoldaten; 12 maanden voor de
bereden manschappen der artillerie; en 18
maanden voor de cavalerie.
De oefenplichten zullen alleen verplicht
zijn orn gedurende enkele jaren een zeker
getal uren per week aan de voor hen voor-
geschreven oefeningen te komen deelnemen.
De uit deze verplichting voortvloeiende
lasten zullen nochtans gering kunnen zijn,
daar gelegenheid zal worden geboden om
buiten de school- en werktijden plaatselijke
instructie te ontvangen, waarbij de vrijwjl-
lige landstorm belangrijke diensten zal kun
nen bewijzen.
Uit het stellen der verplichting volgt nog
niet de noodzaak om deze reeds dadelijk
en aan alien op te leggen. Dit zal moeten
en kunnen gesehieden naanmate van de be-
hoeffe en van de mogelijkheid om plaatseiijk
onderricht te leeren. De aanwezigheid van
geoefende landstormplichtigen geeft de ge
legenheid en den tijd om de oefeningsge-
legenheid gaandeweg te organiseeren.
Naar het oordeel der regeering zal voor
verlichting van persoonlijke militaire lasten
noodzakalijk zijn, dat onze nieuwe weer-
macht wordt opgebouwd op den breeden
grondslag, van een behoorlijke lichamelijke
ontwikkeling der jongelingschap. Dit heeft
der regeering de overtuiging geghven van
den onverbreekbaren samenhang tusschen
de mogelijkheid tot verlichting van persoon
lijke militaire lasten en de noodzakelijkheid
van de vervulling van den eisch van licha
melijke ontwikkeling der jeugd, in het b
zonder van de jongelieden tusschen het 14e
en het 19e levensjaar.
Aangezien het in de rede ligt deze laatste
materie geheel bij het departement van on-
derwijs, kunsten en wetenschappen onder te
brengen, zal 'thoofd van genoemd departe
ment spoedig de indiening van een voorstel
te dier zake bevorderen.
Reckon "it den Oertijd
doer
H. ROSNY.
8
Het beest zag hem komen. Het wilde thans
nog niet de zwakke prooi, die onder hem
sidderde, verdelgen, het richtte zijn kracht
tegen den tegenstander. Bliksemsnel hief
hij pooten en slagtanden gereed tot den
slag, terwijl de Ouljiamr zijn knots liet da-
len. Het wapen kwam het eerst neer. Het
beukte op de kaak van den beer, een punt
trof de neusgaten. De slag, van op zij toe-
gebracht en die niet zooveel uitwerking had,
was toch zoo pijnlijk, dat het dier ineen
kromp. De tweede slag van den nomade
kaatste op den schedel, die niet te verbrij-
zelen was. Reeds kwam het dier tot zich
zelf en wilde zich woedend op hem storten,
maar de Oulhamr had de wijk genomen naar
het duister achter een uitstekende rotspunt.
In het opperste oogenblik was hij verdwe-
nen; de beer beukte op de basalt. Toen ,hk
struikelde kwam Naoh hem weder op zij en
met een woesten oorlogskreet, liet hij de
knots op de lange wervels neerkomen. Zij
kraakten; het wilde dier, dat verzwakt was
door den schok tegen de uitstekende rots
punt, trilde op de pooten en Naoh, dronken
van krijgslust, verbrijzelde achter elkaar de
neusgaten, de klauwen, de kaken, terwijl
Nam en Gaw den beer met bijlslagen de
buik openreten.
Toen eindelijk het ondier geen ademtocht
meer uitstootte, keken de nomaden elkander
De upleidiag der, dienstplichtigen mel een
eigerj ijke eerste oefening zal plaats hebben
door het beroepskader in oe'feningseen-
heden; zij brengen hun herhalingsoefenin-
ger, door in de oorlogsverbanden, welke,
naafmate dit gaandeweg mogelijk zal blij-
ken, meer en meer met reserve-personeel ge-
encradeerd zullen worden. Hiervan zal op
den duur een beteekenende vermindering
van 't beroepskader het gevolg zijn.
Teneinde te kunnen voorzien in - de be-
hoefte aan deugdelijk verlofskader, c,ok in
de hopgere rangen, zal niet alleen aan de
opleiding en verdere vorming der verlofs-
officieren groote zorg besteed moeten wor
den, maar zfll .bpvendi'en aanwijzing van de
meest geschikten tot het volgen der oplei
ding mogelijk moeten zijn.
Indien noodig, zouden de onder dewapenen
zijnde manschappen ook kunnen meewerken
aan het handhaven der openbare orde. Deze
taak zal intusschen in hoofdzaak en in de
eerste plaats moeten worden vervuld door
hiervocfr beschikbaar zijnde vrijwilligers, hi.
de mareohaussee en de politietroepen
welke beide korpsen daartoe de noodige
uitbreiding zullen ondergaan en den vrij-
willigen landstorm, waarbij dienstplichtigen
een vrijwitlige verbintenis kunnen sluiten of
vrijwillig onder de wapenen kunnen komen.
Bij het regelen van de samenstelling van
het jaarlijksch contingent zal er naar ge-
streefd worden hen, die niet of zeer be-
zwaarlijk in het gezin, waartoe zij behoo-
ren, gemist kunnen worden, van den dienst
vrij te stellen.
Ter vorming van reservetroepen staan
voor 't tegenwoordige en in de naaste toe-
konist nog ter beschikking de groote aan-
tallen geoefende landstormplichtigen.
Het thans aangeboden wetsontwerp bevat
in de eerste plaats maatregelen, in hoofd
zaak overeenkomende met die, welke ten
aanzien van de lichting 1920 zijn getroffen
bij de wet van 10 Januari 1920 en betrekking
hebben op den duur der eerste oefening,
de tijdvakken van inlijving en het maximum
voor de administratietroep'en. Vports* zijn
in het ontwerp bepalingen opgenomen, be-
oogende verlaging van de lichtingsterkte,
verhooging van het maximum van het con
tingent voor de zeemilitie en afschaffing
van het blijvend gedeelte, alles voor zooveel
de lichting 1921 betreft.
Het ligt in verband met het vorenstaande
in het voornemen de onberedenen der lich
ting 1921 grootendeels in 3 en de beredenen
in 2 ploegen te doen opkomen.
TEGEN ONREDEL1JKE
prijsopdrijving:
De Minister van Landbouw heeft de vol-
gende circulaire, betreffende maximumprij-
zen tot de gemeentebesturen gericht:
Langzamerhand is de lijst der goederen,
bedoeld in artikel 1 der Distributiewet, zeer
ingekrompen: zij bevat nog slechts regee-
ringsmeel.
De feitelijke grond voor die inkrimping is
deze, dat over het algemeen de beschikbare
hoeveelheid der in artikel 1 genoemde goe-
zwijgend aan. Het was een oogenblik vol
beteekenis. Naoh bleek de verschrikkelijkste
der Ouhamrs en van alle menschen, want
noch Faouhm, noch Iboo, zoon van den
tijger, noch een van die geheimzinnige krij-
gers, aan wie Goun met de verdroogde been-
deren de herinnering levendig hield, had
ooit een grijzen beer geveld met een knots-
slag. En het verhaal grifte zich in de herse-
nen der jongelingen, opdat het geslachten
lang bewaard zou blijven en de jongeren
van verwachting zou doen trillen, indien
Nam, Gaw en Naoh niet omkwamen in hun
herovering van het Vuur.
IV.
De Reuzenleeuw en de Tijgerin.
Een maand was verstreken. Naoh trok ge-
stadig naar het Zuiden; reeds lang had hij
de savanna overgestoken; thans door-
kruiste hij het woud. Dit scheen eindeloos,
nu eens werd net afgewisseld door kleine
vlakten van gras of van steenen, dan weer
door meren en poelen, of kleine dalen. Het
daalde langzaam met onverwachte terrein-
plooien, zoodat het elk soort van planten
en dieren herbergde. Daar huisden tijgers,
gele leeuwen, panters, boschmenschen, die
eenzaam leefden met eenige wijfjes en wier
kracht die van gewone menschen overtrof;
hyena's, everzwijnen, wolven, damherten,
elandsherten, reebokken, moeflonschapen,'
rhinocerossen sleepten er hun zware licha-
men voort; wellicht werd er nog een enkele
reuzenleeuw gevonden, ofschoon deze zeer
zeldzaam werden, daar zij reeds sinds
eeuwen aan het uitsterven waren.
Daar leefden ook de mammoeths, de ver-
woesters der wouden, die takken afrukten
en boomen ontwortelden, en die op hun
doortocht meer vernielden, dan overstroo-
ming of cycloon.
deren voldoende is, ook zonder dat daarvoor
dezerzijds bijzondere maatregelen genomen
worden.
Het groote bezwaar is thans hoofdzake-
lijk de prijs, waarvooj" verschillende artike-
len voor het publiek verkrijgbaar zijn.
Het karakter der overheidsbemoeiing is
dus veranderd.
lnstede van in hoofdzaak ten doel te heb
ben het waarborgen van voldoende hoeveel-
heden, is het geworden het bevorderen van
zoo laag mogelijken prijs (als bij de suiker)
of het verschaffen van. levensmiddelen be-
neden den werkelijken jcostprijs (als bij re-
geeringsbruinbrood).
De bevoegdheid bij artikel 2 der Distri
butiewet, uitsluitend aan den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel gegeven,
om voor de ingevolge ,artikel 1 door hem
aangewezen goederen maximumprijzen
vast te stellen, is nu dus ook tot bedoeld
brood beperkt.
Daarvoor zijn, naar de geldende jurispru-
dentie, de gemeentebesturen niet bevoegd
zelfstandig regelingen te treffen omtrent
den prijs, waarvoor het zal mogen worden
verkoeht.
Anders staat het met alle artikelen.
Algemeen wordt aangenomen, dat de ge-
meeptebesturen op grond van artikel 135
der gemeentewet bevoegd zijn, voor ver
schillende artikelen, en zeker voor levens
middelen, bij verordening prijzen vast te
stellen, waartegen die in hun gemeente ten
hoogste verkoeht mogen worden.
Ten aanzien van levensmiddelen geldt dan
de overweging, dat de raad daardoor kan
waken, dat de ingezetenen der gemeente
voor den door hen besteden prijs een met
dien prijs overeenkomende hoeveelheid
voedsel ontvangen (zie* hrrest H. R. 18 Fe-
bruari 1889, W. 5679).
De zaak staat dus zoo, dat de wet de
regeling, bedoeld in artikel 2, heeft gemaakt
tot een onderwerp van rijkszorg, maar dat
ten aanzien van alle goederen de Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel bij ar
tikel 8 bevoegd is 1 crklaard in te grijpen;
zoolang deze van* die bevoegdheid geen ge~
bruik maakt, kunnen de gemeenteraden hun
bevoegdheid, ontleend aan artikel 135 der
gemeentewet, onverzwakt uitoefenen.
Het heeft mijn aandacht getrokken, dat
van deze bevoegdheid door de gemeente
raden, voorzoover mij bekend, nergens ge-
bruik wordt gemaakt.
Toch wil het mij voorkomen, dat daarin
een middel ligt, om in verschillende ge-
vallen op de daartoe meest aangewezen
wijze, tegen onredehjke prijsopdrijving te
waken.
In vele gevallen toch (het blijkt mij o.a.
duidelijk ten aanzien van het wittebrood,
het vrije tarwebrood) wordt in verscheidene
gemeenten van het publiek een onredelijke
prijs gevraagd.
Uniforme vaststelling van een maximum-
prijs mijnerzijds heeft het bezwaar, dat met
den invloed van piaatselijke factoren, niet
afdoende of niet billiik gerekend kan wor
den. Zoo kunnen de arbeidsloonen, de kos-
ten van gas en electriciteit, de hoogere al-
In dit geduchte gebied vonden de noma
den voedsel in overvloedzij wisten zich-
zelf echter wederom een prooi voor de ver-
scheurende dieren. Zij bewogen zich voort
met de grootste omzichtigheid, wigsgewijzc
om een zoo groot mogelijk vlak te bestrij-
ken. Hun scherpe zintuigen konden hen,
overdag, behoeden voor hinderlagen. Bo
vendien jaagden hun gevaarlijkste vijanden
slechts in het schemerduister. Overdag
waren hun blikken niet scherp, als die der
menschen, en hun reuk was niet zoo fijn
ontwikkeld als die der wolven. Deze waren
het moeilijkst van het spoor te brengen;
maar in dit welvoorziene woud dachten zij
er niet aan om dieren, gevaarlijk als de
Oulhamr, te achtervolgen. Onder de beren
ging de machtigste, de kolossus der holen
niet op jacht, of hij moest schier uitgehon-
gerd zijn. Als planteneter vond hij op dit
gebied voldoende om op vreedzame wijze
zijn gulzigheid te stillen. En de grijze beer,
die slechts bij toeval rondzwierf buiten de
grasweiden, verried zich reeds uit de verte.
Toch waren de dagen vol oogenblikken
van plotselinge waakzaamheid en de nach-
ten angstaanjagend. De Oulhamr kozen
met zorg hun rustplaats; zij hielden lang
voor het vallen van den avond halt. Soms
verborgen zij zich in een holte; een ander-
maal stapelden zij blokken op of wel zij
verscholen zich in een dicht kreupelbosch
en legden versperringen op hun spoor; op
enkele avonden kozen zij eenige dicht op
elkaar staande boomen, waaromheen zij
versterkingen opwierpen.
Maar meer dan door dit alles, leden zij
onder het gemis van het Vuur. In de maan-
looze nachten scheen het hun, dat de eeuwi-
ge duisternis gekomen was; die drukte hun
lichamen ter neer, die verzwolg hen. Iederen
avond bespieden zij het hoog-opgaand hout,
als verwachtten zij daar in den korf de vlam
gemeene bedrijfskosten, aanzienlijke afwij-
kingen vertoonen.
Voorts zal in de eene gemeente de voor-
ziening van het publiek in hoofdzaak ge
sehieden door goed geoutileerde grootbe-
drijven, wier onkosten, omgeslagen per een-
heid, ook minder zijn dan in de kleigere,
elders zullen middel- of kleinbedrijf regel
zijn.
Thans krijg ik den indruk, dat niet zel-
den ook de grootere bedrijven in hun prijs-
zetting zich richten naar den eisch of het
verlangen van dwergbedrijven, zonder dat
eenige redelijke grond voor het bestaan van
zoodanig bedrijf valt aan te voeren, of die
prijs voor het grootbedrijf redelijkerwijs
verdedigbaar is.
Zoo deed ik, op een klacht over den
broodprijs uit een der kleine steden, aldaar
een onderzoek instellen naar de winst door
de bakkers gemaakt.
Vier bedrijven werden onderzocht, twee
cooperaties, een middelgroot en een zeer
klein bedrijf.
Resultaat van het zeer gedetailleerde on
derzoek was, dat bij den thans geheven prijs
de gemaakte winsten per week bedroegen
resp. 512, 120, f 107 en 11,75 (waar-
onder in de twee laatstgenoemde bedrijven
niet is berekend een bedrag van /4680 per
jaar, uitgetrokken als loon voor de drie
medewerkende firmanten en f 1300 als loon
uitgetrokken voor den eigenaar-bakker).
Werd de prijs met 2/2 cent per K.G. wit
tebrood verlaagd, zoo zouden die winsten
bedragen 425, 96, 80 en 0,50 per week.
Kennelijk was hirer dus de prijs geregeld
naar de behoefte van het allerkleinste be
drijf ten koste van het publiek.
Zoodanig onderzoek, met inachtneming
van alle factoren, kan onmogelijk iri alle
gemeenten door de landsregeering worden
ingesteld. Wel echter zou dat, waar het
noodig blijkt, door de stedeiijke overheid
kunnen gesehieden.
Het wil mij dan ook voorkomen, dat hier
een middel ongebruikt blijft, dat, goed aan-
gewend en toegepast, heilzaam kan werken.
Ik veroorloof mij, met aandrang de bij
zondere aandacht der gemeentebesturen
hierop te vestigen.
Wanneer, ingeval van klachten over, of
twijfel aan de redelijkheid van sommige
prijzen, een nauwgezet onderzoek plaats
heeft, en daarnevens (b.v. door sped ale
commissies van advies, waarin belangheb-
benden alien vertegenwoordigd zijn) waar-
borg geboden wordt voor een redelijk winst-
cijfer, zou zoodoende, op dg meest daartoe
geeindigde, meest soepelwerkende wijze,
tegen werkelijke uitwassen kunnen worden
opgetreden.
Mijnerzijds zou daarnevens kunnen wor
den medegewerkt, door ten aanzien van re-
geeringsmeel en andere artikelen, waarvan
eventueel verstrekking van regeeringswege
mocht plaats vinden, den overtreder van
zoodanige verordening, die bij gewijsde
door den rechter is schuldig verklaard, on-
middellijk en voor goed van het verkrijgen
dier artikelen uit te sluiten of te do^n uit-
sluiten.
te zien flikkeren, die om zich heen lekte aan
de dorre takken; zij bespeurden slechts de
verloren vonkjes der sterren of de glinste-
rende oogen van een dier; zwakheid over-
mande hen en de wreede ruimte rondom.
Misschien zouden zij minder geleden heb
ben te midden van de horde, waar alien om
hen heen sidderden; in deze oneindige een-
zaamheid werd hun de borst beklemd.
Het woud ging open. Terwijl het boomen-
land zich steeds verder voortzette naar h.
westen, strekte zich in het oosten een vlakte
uit, gedeeltelijk savanna, voor een
gedeelte kreupelhout met enkele boo-
men-eilandjes. Het gras verdedigde zijn ge
bied tegen de groote planten en werd daar
in geholpen door oerossen, urussen, herte*
saiga's, halfezels en paarden, die de jonge
lofen afknabbelden. Tusschen donkere po-
pulieren, aschgrijze wilgen, trilpopulieren,
elzestruiken, biezen en riet stroomde e<
rivier naar het oosten. Enkele zwerfblokken
lagen in rossige massa dooreen; en hoewel
het klaarlichte dag was, toch overheerschtcn
lange schaduwen de zonnestralen. De no
maden beschouwden het terrein vol wan-
trouwen; daar moesten wel veel dieren
overtrekken op het uur, dat het licht ver-
dween. Zij haastten zich om te drinken.
Toen onderzochten zij de omgeving.
De meeste zwerfblokken lagen alleen
en konden dus tot niets dienen, en enkele
groepen zouden pas na langen arbeid tot
barricaden herschapen kunnen worden. En
zij lieten reeds den moed zinken, waren
gereed om naar het bosch terug te keeren,
toen Nam twee reusachtige-groote massa's
bespeurde, dicht bijeen, waarvan de toppen
elkaar raakten en die een hoi vormden met
vier openingen. Drie lieten slechts dieren
door, kleiner dan den mensch wolven,
honden, panters. De vierde bood toegang
VERLAAGDE BELASTING.
De socialistische fractie in den gemeente-
raad van Meerssen heeft een aanklacht bij
den off icier van justitie ingediend en zich
tot de Ged. Staten van Limburg gewend,
omdat het kohier van den Plaatselijken
Hoofdelijken Omslag over 1920 na vast
stelling door den raad, door den gemeente-
secretaris en gemeente-ontvanger gewijzigd
werd en daar in verband mede de aanslag-
biljetten van -verschillende personen ver
laagd, zonder dat de gemeenteraad hierin
vooraf werd gekend. De belastingcontroleur
heeft een der biljetten, waarop het eind-
bedrag 1600 veranderd was in 900. in
beslag genomen.
AMSTERDAM KOOPT 10.000 ZAK
AMERIKAANSCHE BLOEM.
Naar gemeld wordt, hebben B. en W. van
Amsterdam een paar weken geleden beslo-
ten om voor gemeenterekening aan te koo-
pen 10.000 zak Amerikaansche bloem, on
der bepaling, dat deze aankoop niet zal mo
gen gaan boven een bedrag van 250.000.
Bij verkoop u't den aan te koopen voobraad
zal de hoeveelheid wederom worden aan-
gevuld.
HET AANTAL KAMERLEDEN.
Volgens De Nieuwe Eeuw" zal de staaf.s-
commissie voor de Grondwetsherziening ver-
meerdering van het aantal Tweede Kamer-
Ieden tot 200 voorsteliei.. v
GOEDKOCVER BROOD.
Naar wHet Volk" verneemt wordt in de
kringen der social stische Kamerfract.ie de
wenscheiflkheid overwogen van een voorstel
om op alle brood een regeeringstoeslag te
geven, ten einde den prijs van tit bHang-
rgkste volksvoedsel te doen dalen.
EEN DEENSCHE STAATSLEENING
IN NEDERLAND?
De Deensche regeeriDg is met Neder-
landsche banken in onderhandelicg gesreden
over e-n sfcaatsleening. Men verwaeht dat
het mogelpk zal blijken geld r an Neder
land te verkrijgen, doeh hereib zich voor
op zeer zware voorwaarden. E n andere
weg is er evenwel niet.
De president der D^enscbe reedeisver-
eeniging verklaatde althacs, dat de reed-
hoe goede zaken zij ook tij lens den or loy
hebben gemaakt, niet by macbte zijn,
leening te garandeeren, aangezien zij wegens
de Internationale concurre. tie de voile be-
-cbi'iking over hun ergen krpita en moeten
behouden. Dit is speciaal noodig gewc r.ren,
omdat de Denen overtuigd zijn. bisn-n
korten tijd ook weder ieke. ing te zullen
moet»n houden met, de aanwez'gheid 1er
Duitsc'he vlag op alle zeten.
DE FJNANC1EELE MOEILIJKHEDEN
DER GEMEENTEN.
De vereenrgiug van Ne'ierlaodsche ge
meenten heeft zich sederr. eenigen tijd
ernstig bezig gehouden met de moeii'ijk-
voor een forsch krijgsman indien hij zich
plat ter aarde wierp; deze moest ontoegan-
kelijk zijn voor groote beren, leeuwen en
tijgers.
Op een teeken van hun makker snelden
Naoh en Gaw toe. Zij vreesden eerst, dat de
leider zich niet door de opening zou kun
nen wringen. Maar Naoh strekte zich uit
op het gras en wendde het hoofd, op deze
wijze kwam hij zonder moeite binnen en
ging er weer uit. Nu hadden' zij dan een
schuilplaats gevonden, die veillger was dan
eenige andere, want de blokken waren zoo
zwaar en zoo diep in den bodem gezonken,
dat zelfs een kudde mammoeths ze niet uit
elkaar zou kunnen rukken. De ruimte was
voldoende; wel voor tien man was er
plaats.
Het vooruitzicht op een rustigen nacht
verheugde de nomaden. Voor het eerst,
sinds hun heengaan, konden zij lachen om
de verscheurende dieren. Zij aten het rau-
we vleesch van een reebokje, met noten in
het woud geplukt, daarop begonnen zij
nauwkeurig de omgeving te bespieden. En
kele elandsherten en reebokken liepen naar
het water, een adelaar zweefde hoog in de
wolken. Daarop sprong een lynx te voor-
schijn, die een taling vervolgde, een panter
sloop behoedzaam tusschen de wilgen door.
De schaduwen werden dieper; weldra
omhulde de duisternis de geheele savanna;
de zon dook achter de boomen, nog even
een helle vuurgloed en reeds naderde het
uur, waarop de verscheurende dieren de
heerschappij over de eenzame vlakten zou
den voeren. Niets duidde er nog op. Een
teer gerucht weerklonk; zangvogeltjes, een
zaam of in vluchten, zongen de scheidende
zon hun lied toe, lied van treurnis en vrees,
een lied van den grooten, somberen nacht.
(Wordt vervoigd).
v g*--^ rA^-areagarmrasag^ agZSS
aw«gai?m1L-.,..f