I ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAO VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 7044 Donderdag 16 September 1920. 60e Jaargaag -'v# KH H HH IP m ABONNEMENT: ADVERTENTIEN: De Strijd om het Vuur. m> 13 PS lli Telefoon 25. Bit mail YpmhijRt laandag-, Woensdag- en YrijdagaYond, uitgazonderd op Feestdagea, bij de Firma P. J. YAN DE SANDE te Ter Nenzen. SiHWEHLAND. FETJILLET0N. Haaitgia&g^^T^3«CT3K'^38Kaw»'JBaatg:t8xaiBgiKiaK!iaB8aiaj: aatg8a^gaTS4»Mi'JWH in i ■milmi ^mwiarffii ww«i»max* Per 3 maanden binnen de stad 1,40. Franco per post voor Nederland 1,60. Bij vooruitbetaling voor het Buitenland per 3 maanden 2,20, perjaar j b>, Voor NederlandPer jaar bij vooruitbetaling 5,80. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alie Boekhandelaren, Postkantoren en Hulppostkantoren. 0,20 Van 1 tot 4 regels 0,80. Voor elken regel meer Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de llitgave. TIJDELIJKE AFWIJKINGEN VAN DE MILITIEWET. Bij de Tweede Kamer zijn bovengenoemde wetsontwerpen ingediend. Noodig wordt geacht een betrekkelijk klein, doch goed toegerust kernleger, dat binnen korten tijd door uit reservetroepen gevormde afdeelingen op grootere sterkte kan gebracht worden. Het zaPin hoofdzaak worden samenge- steld uit ten hoogste 20 jaarlijksche lich- tingen van 13.000 man (met inbegrip der zeemilitie) tegenover de 20 lichtingen (mi- litie 6, landweer 5 en landstorm 9 jaren) van 23.000 man, waarover thans beschikt wordt. Ten behoeve van de vorming der reservetroepen zal aan de overige voor den krijgsdienst beschikbare jongelieden voor zooveel noodig een oefenplicht worden opgelegd. Zullen de eerstbedoelde dienstplichtigen gehouden zijn tot een verblijf onder de wa- penen voor eerste oefening van: 6 maanden voor de onbereden troepen (onder bijzon- dere omstandigheden met ten hoogste 4 maanden te verkorten); 12 maanden voor de hospitaalsoldaten; 12 maanden voor de bereden manschappen der artillerie; en 18 maanden voor de cavalerie. De oefenplichten zullen alleen verplicht zijn orn gedurende enkele jaren een zeker getal uren per week aan de voor hen voor- geschreven oefeningen te komen deelnemen. De uit deze verplichting voortvloeiende lasten zullen nochtans gering kunnen zijn, daar gelegenheid zal worden geboden om buiten de school- en werktijden plaatselijke instructie te ontvangen, waarbij de vrijwjl- lige landstorm belangrijke diensten zal kun nen bewijzen. Uit het stellen der verplichting volgt nog niet de noodzaak om deze reeds dadelijk en aan alien op te leggen. Dit zal moeten en kunnen gesehieden naanmate van de be- hoeffe en van de mogelijkheid om plaatseiijk onderricht te leeren. De aanwezigheid van geoefende landstormplichtigen geeft de ge legenheid en den tijd om de oefeningsge- legenheid gaandeweg te organiseeren. Naar het oordeel der regeering zal voor verlichting van persoonlijke militaire lasten noodzakalijk zijn, dat onze nieuwe weer- macht wordt opgebouwd op den breeden grondslag, van een behoorlijke lichamelijke ontwikkeling der jongelingschap. Dit heeft der regeering de overtuiging geghven van den onverbreekbaren samenhang tusschen de mogelijkheid tot verlichting van persoon lijke militaire lasten en de noodzakelijkheid van de vervulling van den eisch van licha melijke ontwikkeling der jeugd, in het b zonder van de jongelieden tusschen het 14e en het 19e levensjaar. Aangezien het in de rede ligt deze laatste materie geheel bij het departement van on- derwijs, kunsten en wetenschappen onder te brengen, zal 'thoofd van genoemd departe ment spoedig de indiening van een voorstel te dier zake bevorderen. Reckon "it den Oertijd doer H. ROSNY. 8 Het beest zag hem komen. Het wilde thans nog niet de zwakke prooi, die onder hem sidderde, verdelgen, het richtte zijn kracht tegen den tegenstander. Bliksemsnel hief hij pooten en slagtanden gereed tot den slag, terwijl de Ouljiamr zijn knots liet da- len. Het wapen kwam het eerst neer. Het beukte op de kaak van den beer, een punt trof de neusgaten. De slag, van op zij toe- gebracht en die niet zooveel uitwerking had, was toch zoo pijnlijk, dat het dier ineen kromp. De tweede slag van den nomade kaatste op den schedel, die niet te verbrij- zelen was. Reeds kwam het dier tot zich zelf en wilde zich woedend op hem storten, maar de Oulhamr had de wijk genomen naar het duister achter een uitstekende rotspunt. In het opperste oogenblik was hij verdwe- nen; de beer beukte op de basalt. Toen ,hk struikelde kwam Naoh hem weder op zij en met een woesten oorlogskreet, liet hij de knots op de lange wervels neerkomen. Zij kraakten; het wilde dier, dat verzwakt was door den schok tegen de uitstekende rots punt, trilde op de pooten en Naoh, dronken van krijgslust, verbrijzelde achter elkaar de neusgaten, de klauwen, de kaken, terwijl Nam en Gaw den beer met bijlslagen de buik openreten. Toen eindelijk het ondier geen ademtocht meer uitstootte, keken de nomaden elkander De upleidiag der, dienstplichtigen mel een eigerj ijke eerste oefening zal plaats hebben door het beroepskader in oe'feningseen- heden; zij brengen hun herhalingsoefenin- ger, door in de oorlogsverbanden, welke, naafmate dit gaandeweg mogelijk zal blij- ken, meer en meer met reserve-personeel ge- encradeerd zullen worden. Hiervan zal op den duur een beteekenende vermindering van 't beroepskader het gevolg zijn. Teneinde te kunnen voorzien in - de be- hoefte aan deugdelijk verlofskader, c,ok in de hopgere rangen, zal niet alleen aan de opleiding en verdere vorming der verlofs- officieren groote zorg besteed moeten wor den, maar zfll .bpvendi'en aanwijzing van de meest geschikten tot het volgen der oplei ding mogelijk moeten zijn. Indien noodig, zouden de onder dewapenen zijnde manschappen ook kunnen meewerken aan het handhaven der openbare orde. Deze taak zal intusschen in hoofdzaak en in de eerste plaats moeten worden vervuld door hiervocfr beschikbaar zijnde vrijwilligers, hi. de mareohaussee en de politietroepen welke beide korpsen daartoe de noodige uitbreiding zullen ondergaan en den vrij- willigen landstorm, waarbij dienstplichtigen een vrijwitlige verbintenis kunnen sluiten of vrijwillig onder de wapenen kunnen komen. Bij het regelen van de samenstelling van het jaarlijksch contingent zal er naar ge- streefd worden hen, die niet of zeer be- zwaarlijk in het gezin, waartoe zij behoo- ren, gemist kunnen worden, van den dienst vrij te stellen. Ter vorming van reservetroepen staan voor 't tegenwoordige en in de naaste toe- konist nog ter beschikking de groote aan- tallen geoefende landstormplichtigen. Het thans aangeboden wetsontwerp bevat in de eerste plaats maatregelen, in hoofd zaak overeenkomende met die, welke ten aanzien van de lichting 1920 zijn getroffen bij de wet van 10 Januari 1920 en betrekking hebben op den duur der eerste oefening, de tijdvakken van inlijving en het maximum voor de administratietroep'en. Vports* zijn in het ontwerp bepalingen opgenomen, be- oogende verlaging van de lichtingsterkte, verhooging van het maximum van het con tingent voor de zeemilitie en afschaffing van het blijvend gedeelte, alles voor zooveel de lichting 1921 betreft. Het ligt in verband met het vorenstaande in het voornemen de onberedenen der lich ting 1921 grootendeels in 3 en de beredenen in 2 ploegen te doen opkomen. TEGEN ONREDEL1JKE prijsopdrijving: De Minister van Landbouw heeft de vol- gende circulaire, betreffende maximumprij- zen tot de gemeentebesturen gericht: Langzamerhand is de lijst der goederen, bedoeld in artikel 1 der Distributiewet, zeer ingekrompen: zij bevat nog slechts regee- ringsmeel. De feitelijke grond voor die inkrimping is deze, dat over het algemeen de beschikbare hoeveelheid der in artikel 1 genoemde goe- zwijgend aan. Het was een oogenblik vol beteekenis. Naoh bleek de verschrikkelijkste der Ouhamrs en van alle menschen, want noch Faouhm, noch Iboo, zoon van den tijger, noch een van die geheimzinnige krij- gers, aan wie Goun met de verdroogde been- deren de herinnering levendig hield, had ooit een grijzen beer geveld met een knots- slag. En het verhaal grifte zich in de herse- nen der jongelingen, opdat het geslachten lang bewaard zou blijven en de jongeren van verwachting zou doen trillen, indien Nam, Gaw en Naoh niet omkwamen in hun herovering van het Vuur. IV. De Reuzenleeuw en de Tijgerin. Een maand was verstreken. Naoh trok ge- stadig naar het Zuiden; reeds lang had hij de savanna overgestoken; thans door- kruiste hij het woud. Dit scheen eindeloos, nu eens werd net afgewisseld door kleine vlakten van gras of van steenen, dan weer door meren en poelen, of kleine dalen. Het daalde langzaam met onverwachte terrein- plooien, zoodat het elk soort van planten en dieren herbergde. Daar huisden tijgers, gele leeuwen, panters, boschmenschen, die eenzaam leefden met eenige wijfjes en wier kracht die van gewone menschen overtrof; hyena's, everzwijnen, wolven, damherten, elandsherten, reebokken, moeflonschapen,' rhinocerossen sleepten er hun zware licha- men voort; wellicht werd er nog een enkele reuzenleeuw gevonden, ofschoon deze zeer zeldzaam werden, daar zij reeds sinds eeuwen aan het uitsterven waren. Daar leefden ook de mammoeths, de ver- woesters der wouden, die takken afrukten en boomen ontwortelden, en die op hun doortocht meer vernielden, dan overstroo- ming of cycloon. deren voldoende is, ook zonder dat daarvoor dezerzijds bijzondere maatregelen genomen worden. Het groote bezwaar is thans hoofdzake- lijk de prijs, waarvooj" verschillende artike- len voor het publiek verkrijgbaar zijn. Het karakter der overheidsbemoeiing is dus veranderd. lnstede van in hoofdzaak ten doel te heb ben het waarborgen van voldoende hoeveel- heden, is het geworden het bevorderen van zoo laag mogelijken prijs (als bij de suiker) of het verschaffen van. levensmiddelen be- neden den werkelijken jcostprijs (als bij re- geeringsbruinbrood). De bevoegdheid bij artikel 2 der Distri butiewet, uitsluitend aan den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel gegeven, om voor de ingevolge ,artikel 1 door hem aangewezen goederen maximumprijzen vast te stellen, is nu dus ook tot bedoeld brood beperkt. Daarvoor zijn, naar de geldende jurispru- dentie, de gemeentebesturen niet bevoegd zelfstandig regelingen te treffen omtrent den prijs, waarvoor het zal mogen worden verkoeht. Anders staat het met alle artikelen. Algemeen wordt aangenomen, dat de ge- meeptebesturen op grond van artikel 135 der gemeentewet bevoegd zijn, voor ver schillende artikelen, en zeker voor levens middelen, bij verordening prijzen vast te stellen, waartegen die in hun gemeente ten hoogste verkoeht mogen worden. Ten aanzien van levensmiddelen geldt dan de overweging, dat de raad daardoor kan waken, dat de ingezetenen der gemeente voor den door hen besteden prijs een met dien prijs overeenkomende hoeveelheid voedsel ontvangen (zie* hrrest H. R. 18 Fe- bruari 1889, W. 5679). De zaak staat dus zoo, dat de wet de regeling, bedoeld in artikel 2, heeft gemaakt tot een onderwerp van rijkszorg, maar dat ten aanzien van alle goederen de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel bij ar tikel 8 bevoegd is 1 crklaard in te grijpen; zoolang deze van* die bevoegdheid geen ge~ bruik maakt, kunnen de gemeenteraden hun bevoegdheid, ontleend aan artikel 135 der gemeentewet, onverzwakt uitoefenen. Het heeft mijn aandacht getrokken, dat van deze bevoegdheid door de gemeente raden, voorzoover mij bekend, nergens ge- bruik wordt gemaakt. Toch wil het mij voorkomen, dat daarin een middel ligt, om in verschillende ge- vallen op de daartoe meest aangewezen wijze, tegen onredehjke prijsopdrijving te waken. In vele gevallen toch (het blijkt mij o.a. duidelijk ten aanzien van het wittebrood, het vrije tarwebrood) wordt in verscheidene gemeenten van het publiek een onredelijke prijs gevraagd. Uniforme vaststelling van een maximum- prijs mijnerzijds heeft het bezwaar, dat met den invloed van piaatselijke factoren, niet afdoende of niet billiik gerekend kan wor den. Zoo kunnen de arbeidsloonen, de kos- ten van gas en electriciteit, de hoogere al- In dit geduchte gebied vonden de noma den voedsel in overvloedzij wisten zich- zelf echter wederom een prooi voor de ver- scheurende dieren. Zij bewogen zich voort met de grootste omzichtigheid, wigsgewijzc om een zoo groot mogelijk vlak te bestrij- ken. Hun scherpe zintuigen konden hen, overdag, behoeden voor hinderlagen. Bo vendien jaagden hun gevaarlijkste vijanden slechts in het schemerduister. Overdag waren hun blikken niet scherp, als die der menschen, en hun reuk was niet zoo fijn ontwikkeld als die der wolven. Deze waren het moeilijkst van het spoor te brengen; maar in dit welvoorziene woud dachten zij er niet aan om dieren, gevaarlijk als de Oulhamr, te achtervolgen. Onder de beren ging de machtigste, de kolossus der holen niet op jacht, of hij moest schier uitgehon- gerd zijn. Als planteneter vond hij op dit gebied voldoende om op vreedzame wijze zijn gulzigheid te stillen. En de grijze beer, die slechts bij toeval rondzwierf buiten de grasweiden, verried zich reeds uit de verte. Toch waren de dagen vol oogenblikken van plotselinge waakzaamheid en de nach- ten angstaanjagend. De Oulhamr kozen met zorg hun rustplaats; zij hielden lang voor het vallen van den avond halt. Soms verborgen zij zich in een holte; een ander- maal stapelden zij blokken op of wel zij verscholen zich in een dicht kreupelbosch en legden versperringen op hun spoor; op enkele avonden kozen zij eenige dicht op elkaar staande boomen, waaromheen zij versterkingen opwierpen. Maar meer dan door dit alles, leden zij onder het gemis van het Vuur. In de maan- looze nachten scheen het hun, dat de eeuwi- ge duisternis gekomen was; die drukte hun lichamen ter neer, die verzwolg hen. Iederen avond bespieden zij het hoog-opgaand hout, als verwachtten zij daar in den korf de vlam gemeene bedrijfskosten, aanzienlijke afwij- kingen vertoonen. Voorts zal in de eene gemeente de voor- ziening van het publiek in hoofdzaak ge sehieden door goed geoutileerde grootbe- drijven, wier onkosten, omgeslagen per een- heid, ook minder zijn dan in de kleigere, elders zullen middel- of kleinbedrijf regel zijn. Thans krijg ik den indruk, dat niet zel- den ook de grootere bedrijven in hun prijs- zetting zich richten naar den eisch of het verlangen van dwergbedrijven, zonder dat eenige redelijke grond voor het bestaan van zoodanig bedrijf valt aan te voeren, of die prijs voor het grootbedrijf redelijkerwijs verdedigbaar is. Zoo deed ik, op een klacht over den broodprijs uit een der kleine steden, aldaar een onderzoek instellen naar de winst door de bakkers gemaakt. Vier bedrijven werden onderzocht, twee cooperaties, een middelgroot en een zeer klein bedrijf. Resultaat van het zeer gedetailleerde on derzoek was, dat bij den thans geheven prijs de gemaakte winsten per week bedroegen resp. 512, 120, f 107 en 11,75 (waar- onder in de twee laatstgenoemde bedrijven niet is berekend een bedrag van /4680 per jaar, uitgetrokken als loon voor de drie medewerkende firmanten en f 1300 als loon uitgetrokken voor den eigenaar-bakker). Werd de prijs met 2/2 cent per K.G. wit tebrood verlaagd, zoo zouden die winsten bedragen 425, 96, 80 en 0,50 per week. Kennelijk was hirer dus de prijs geregeld naar de behoefte van het allerkleinste be drijf ten koste van het publiek. Zoodanig onderzoek, met inachtneming van alle factoren, kan onmogelijk iri alle gemeenten door de landsregeering worden ingesteld. Wel echter zou dat, waar het noodig blijkt, door de stedeiijke overheid kunnen gesehieden. Het wil mij dan ook voorkomen, dat hier een middel ongebruikt blijft, dat, goed aan- gewend en toegepast, heilzaam kan werken. Ik veroorloof mij, met aandrang de bij zondere aandacht der gemeentebesturen hierop te vestigen. Wanneer, ingeval van klachten over, of twijfel aan de redelijkheid van sommige prijzen, een nauwgezet onderzoek plaats heeft, en daarnevens (b.v. door sped ale commissies van advies, waarin belangheb- benden alien vertegenwoordigd zijn) waar- borg geboden wordt voor een redelijk winst- cijfer, zou zoodoende, op dg meest daartoe geeindigde, meest soepelwerkende wijze, tegen werkelijke uitwassen kunnen worden opgetreden. Mijnerzijds zou daarnevens kunnen wor den medegewerkt, door ten aanzien van re- geeringsmeel en andere artikelen, waarvan eventueel verstrekking van regeeringswege mocht plaats vinden, den overtreder van zoodanige verordening, die bij gewijsde door den rechter is schuldig verklaard, on- middellijk en voor goed van het verkrijgen dier artikelen uit te sluiten of te do^n uit- sluiten. te zien flikkeren, die om zich heen lekte aan de dorre takken; zij bespeurden slechts de verloren vonkjes der sterren of de glinste- rende oogen van een dier; zwakheid over- mande hen en de wreede ruimte rondom. Misschien zouden zij minder geleden heb ben te midden van de horde, waar alien om hen heen sidderden; in deze oneindige een- zaamheid werd hun de borst beklemd. Het woud ging open. Terwijl het boomen- land zich steeds verder voortzette naar h. westen, strekte zich in het oosten een vlakte uit, gedeeltelijk savanna, voor een gedeelte kreupelhout met enkele boo- men-eilandjes. Het gras verdedigde zijn ge bied tegen de groote planten en werd daar in geholpen door oerossen, urussen, herte* saiga's, halfezels en paarden, die de jonge lofen afknabbelden. Tusschen donkere po- pulieren, aschgrijze wilgen, trilpopulieren, elzestruiken, biezen en riet stroomde e< rivier naar het oosten. Enkele zwerfblokken lagen in rossige massa dooreen; en hoewel het klaarlichte dag was, toch overheerschtcn lange schaduwen de zonnestralen. De no maden beschouwden het terrein vol wan- trouwen; daar moesten wel veel dieren overtrekken op het uur, dat het licht ver- dween. Zij haastten zich om te drinken. Toen onderzochten zij de omgeving. De meeste zwerfblokken lagen alleen en konden dus tot niets dienen, en enkele groepen zouden pas na langen arbeid tot barricaden herschapen kunnen worden. En zij lieten reeds den moed zinken, waren gereed om naar het bosch terug te keeren, toen Nam twee reusachtige-groote massa's bespeurde, dicht bijeen, waarvan de toppen elkaar raakten en die een hoi vormden met vier openingen. Drie lieten slechts dieren door, kleiner dan den mensch wolven, honden, panters. De vierde bood toegang VERLAAGDE BELASTING. De socialistische fractie in den gemeente- raad van Meerssen heeft een aanklacht bij den off icier van justitie ingediend en zich tot de Ged. Staten van Limburg gewend, omdat het kohier van den Plaatselijken Hoofdelijken Omslag over 1920 na vast stelling door den raad, door den gemeente- secretaris en gemeente-ontvanger gewijzigd werd en daar in verband mede de aanslag- biljetten van -verschillende personen ver laagd, zonder dat de gemeenteraad hierin vooraf werd gekend. De belastingcontroleur heeft een der biljetten, waarop het eind- bedrag 1600 veranderd was in 900. in beslag genomen. AMSTERDAM KOOPT 10.000 ZAK AMERIKAANSCHE BLOEM. Naar gemeld wordt, hebben B. en W. van Amsterdam een paar weken geleden beslo- ten om voor gemeenterekening aan te koo- pen 10.000 zak Amerikaansche bloem, on der bepaling, dat deze aankoop niet zal mo gen gaan boven een bedrag van 250.000. Bij verkoop u't den aan te koopen voobraad zal de hoeveelheid wederom worden aan- gevuld. HET AANTAL KAMERLEDEN. Volgens De Nieuwe Eeuw" zal de staaf.s- commissie voor de Grondwetsherziening ver- meerdering van het aantal Tweede Kamer- Ieden tot 200 voorsteliei.. v GOEDKOCVER BROOD. Naar wHet Volk" verneemt wordt in de kringen der social stische Kamerfract.ie de wenscheiflkheid overwogen van een voorstel om op alle brood een regeeringstoeslag te geven, ten einde den prijs van tit bHang- rgkste volksvoedsel te doen dalen. EEN DEENSCHE STAATSLEENING IN NEDERLAND? De Deensche regeeriDg is met Neder- landsche banken in onderhandelicg gesreden over e-n sfcaatsleening. Men verwaeht dat het mogelpk zal blijken geld r an Neder land te verkrijgen, doeh hereib zich voor op zeer zware voorwaarden. E n andere weg is er evenwel niet. De president der D^enscbe reedeisver- eeniging verklaatde althacs, dat de reed- hoe goede zaken zij ook tij lens den or loy hebben gemaakt, niet by macbte zijn, leening te garandeeren, aangezien zij wegens de Internationale concurre. tie de voile be- -cbi'iking over hun ergen krpita en moeten behouden. Dit is speciaal noodig gewc r.ren, omdat de Denen overtuigd zijn. bisn-n korten tijd ook weder ieke. ing te zullen moet»n houden met, de aanwez'gheid 1er Duitsc'he vlag op alle zeten. DE FJNANC1EELE MOEILIJKHEDEN DER GEMEENTEN. De vereenrgiug van Ne'ierlaodsche ge meenten heeft zich sederr. eenigen tijd ernstig bezig gehouden met de moeii'ijk- voor een forsch krijgsman indien hij zich plat ter aarde wierp; deze moest ontoegan- kelijk zijn voor groote beren, leeuwen en tijgers. Op een teeken van hun makker snelden Naoh en Gaw toe. Zij vreesden eerst, dat de leider zich niet door de opening zou kun nen wringen. Maar Naoh strekte zich uit op het gras en wendde het hoofd, op deze wijze kwam hij zonder moeite binnen en ging er weer uit. Nu hadden' zij dan een schuilplaats gevonden, die veillger was dan eenige andere, want de blokken waren zoo zwaar en zoo diep in den bodem gezonken, dat zelfs een kudde mammoeths ze niet uit elkaar zou kunnen rukken. De ruimte was voldoende; wel voor tien man was er plaats. Het vooruitzicht op een rustigen nacht verheugde de nomaden. Voor het eerst, sinds hun heengaan, konden zij lachen om de verscheurende dieren. Zij aten het rau- we vleesch van een reebokje, met noten in het woud geplukt, daarop begonnen zij nauwkeurig de omgeving te bespieden. En kele elandsherten en reebokken liepen naar het water, een adelaar zweefde hoog in de wolken. Daarop sprong een lynx te voor- schijn, die een taling vervolgde, een panter sloop behoedzaam tusschen de wilgen door. De schaduwen werden dieper; weldra omhulde de duisternis de geheele savanna; de zon dook achter de boomen, nog even een helle vuurgloed en reeds naderde het uur, waarop de verscheurende dieren de heerschappij over de eenzame vlakten zou den voeren. Niets duidde er nog op. Een teer gerucht weerklonk; zangvogeltjes, een zaam of in vluchten, zongen de scheidende zon hun lied toe, lied van treurnis en vrees, een lied van den grooten, somberen nacht. (Wordt vervoigd). v g*--^ rA^-areagarmrasag^ agZSS aw«gai?m1L-.,..f

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1920 | | pagina 1