ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 7033. Zaterdag 21 Augustus 1920. 60e Jaargang. De Zwarte Galei. BBBSTEl INRICHTINGEN, Suikerkaarten. Gemeentelijke-, tevens Districtsarbeidsbeurs. H. H. Werkgevers Leiders en lijders. FEUILLET0N. B1NNENLANP. BUITENLAND. "V welke GEVAAR, SCHADE of HINDER kuunen veroorzaken. De Burgemeester van TER NEUZEN naaakt bekend, dat bon no. 47 der Rijks- suikerkaart geldig is van Maandag 23 t/m Zondag 29 Augustus. Ter Neuzen, 20 Aug. 1920. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. TER NEUZEN. Bureau Schoollaan 4. Geopeud: alle werkdagen 9-12 en 2-4uur. Wendt U om arbeidskrachten tot de Beurs. ingeschreven staan Grondwerkers, Losse Arbeillers. De Directeur, J. F. DE COOKER. Doordat het beginsel van evenredige ver- tegenwoordiging is toegepast in ons land, hebben in de verschillende hoogere en lagere bestuurscolleges allerlei personen zitting gekregen, die van te voren er zeker niet aan gedachi hadden, dat zij daar ooit eens een plaats zouden innemen. Van den Gemeente- raad af tot in de Tweede Kamer heeft bijna elke partij haar vertegenwoordiger of woordvoerder gekregen. Velen vonden het aanvankelijk zeker een heele eer op die wijze medezeggenschap te hebben gekregen waar de belangen van de gemeente, provincie of rijk behandeld Worden. Ook zai inenigeen zich wel voorgenomen hebben eens geducht zijn meening te zeggen, ja aan heel wat ver- anderingen en verbeteringen mede te wer- ken waar men tot nu toe nog niet aan dacht. Men zou de zaak wel eens recht zetten. On- getwijfeld is het echter bij dezen'en genen anders geloopen dan men gedacht had, en is het wel een beetje tegengevallen. Het is geen gemakkelijk of aangenaant werk een grooten kring mede te moeten besturen en de belangen daarvan te behartigen. Daar is heel wat aan verbonden, en daar zit meer achter dan men vermoedt als men er buiten staat. Zoo velen die schoone beloften deden van dit of dat te zullen "bewerkstelligen als zij maar eens hun stem mochten uitbrengen. hebben gezwegen als zij achter de groene tafel kwamen te zitten. Dan zag men, dat 't niet zoo gemakkelijk ging. De beste stuur- lui staan ook hier weer aan den wal. Als men op vasten grond staat, kan men gemak kelijk zeggen, wat de stuurman zou moeten doen, die daar op het schip is, dat te midden 10 ,,Waartoe keert gij u van mij af en beeft schoone Myga? Hij is dood zijn hart heeft opgehouden te slaan. Het mijne daaren- tegen slaat onrustig en sterk. Wel was hij mijn vriend; maar in u te beminnen wreek ik inmiers zijn dood." Hij hief den beker op en dronk hem uit. ,,Dezen dronk breng ik u, arme Antonio, in voile zee zult gij een edel zeamansgraf hebben. Niet aan den wal zullen ze u er- gens begraven: onder de dansende golven zult gij slapen, zooals het een kind der La- gunen past, in de armen der zeemeenminnen zult gij rusten." ,,Heilige God, erbarming, zend den dood, red mij, red mij! kerrnde het wanhopige meisje: maar de dronkene Leone lachte wild en gillend. ,,Kijk me toch niet zoo hopeloos treurig aan koningin! Meent gij, dat ik zai weenen en gebeden prevelen als een priester bij't lijk van den vriend? O, dat wij toch aan 't strand van de Liguusche Zee waren, dan zouden we ons de haren met rozen- en myr- tenkransen tooien. In naam der wraak, in naam der zege, kom in mijne armen, gij wil- de Geuzin, gij bekoorlijke Vlaamsche! Gillend hield zich Myga van Bergen krampachtig vast aan een stijl van het ledi- kant, waarop het bleeke, bebloede Iichaam van Antonio Valani lag uitgestrekt. Bij den doode zocht ze bescherming. Maar wild lachend hief Leone della Rota de ongeluk- kige op en sloot haar in zijne armen; boven zijn hoofd klonk eensklaps een doffe val, zoodat de lamp aan den zolder er van den storm de haven nadert, maar als men zeif op 't schip is en alles tegen heeft, is het niet gemakkelijk uit te voeren. Het is nu eenntaal een zware taak om te besturen en leiding te geven, en elk goed leider heeft ook heel wat te verdragen. Elk leider lijdt gewoonlijk meer, dan dat hij lof en dank oogst. Het gaat er mede als met een dokter. in vele gevallen kan hij het middel zijn tot genezing van ernstige kranken, er wordt geen gewag van gemaakt; maar tast hij eens een enkele keer mis in de behande- li-ng van een zieke dan wordt dit uitgemeten en het doet den naam van den medicijn- meester gevoetige schade aan. Die ondank is er vaak ook voor hen, die leiders zijn van een partij of die voor de belangen van een bepaalden kring moeten opkomen. Hebben zij menig keer getoond bekwame menschen te zijn, een enkele misgreep kan hun positie aan het wankelen brengen. Toch is het noo- dig, dat er leiders zijn, en het is een voor- recht als er steeds menschen gevonden wor- den, die leiding willen geven, wien het niet te doen is om eer of lof van de menigte, maar die zich geroepen gevoelen, omdathun maat- schappelijke positie en hun meerdere be- kwaamheid het medebrengt, de belangen van een bepaalden kring te behartigen, niet opziende tegen de rnoeite daaraan verbon den. Men nioet het echter in onze dagen vooral goed weten, wat men doet. Toch is er op deze wijze nog heel wat tot stand te brengen, als men maar staan wil op een zui- ver standpunt. Wil men met volharding aan het werk kunnen blijven, dan nioet men er- van overtuigd zijn, dat men juist als men iets goeds wil, veel tegenstand ontmoeten zai. Dat is' nu eenmaal zoo, doch daartegen mag men niet opzien. Een doode visch wordt met den stroom meegevoerd, ntaar een le- vende visch zwemt altijd tegen den stroom op. Verder moet het een leider niet te doen zijn om de gunst van de menschen, want dan is hij niet vrij meer. Trouwens dan zai zijn werk ook sehip- breuk lijden, want hoe zai hij alien kunnen tevreden stellen? Zooveel hoofden, zooveel zinnen. En weike eischen gaat een menigte soms stellen als zij ziet, als zij gevpelt, dat haar leider niet boven haar staat om leiding te geven, maar zich afhankelijk van haar ge- voelt? Daar is geen eind aan. En wat komt er terecht van de behartiging der ware be langen, indien men alleen vraagt wat in den smaak valt van de kiezers? Wie zoo zijn positie zoekt vast te maken, zai ondervinden, dat hij op zand bouwt. Er is eigentlijk een voortdurende stille worsteling tusschen een leider en zijn partij. De partij komt aan met zooveel mogelijk eischen, zij zou van alles willen, maar de leider moet zoo verstandig zijn, dat hij het juiste doel in 'toog houdt. Daarvoor is onder alies noodig, dat een lei der niet zichzelf in het oog heeft, maar dat het hem nergens anders om te doen is, dan het welzijn van zijn kring. Dat moet bij hem op den voorgrond staan, het zwaarste wegen. Brengt het moeilijkheden mede, wordt hij soms niet begrepen, hij ga voort met vaste hand en zai iets bereiken. Hiervoor zijn noo dig, niet slechts bekwame menschen, die ervaring hebben en een helderen blik, maar bovenal menschen van karakter. Menschen, die eerlijk en oprecht, zonder dat er eigen- belang in't spel is, iets goeds willen uitwer- ken voor hun kring, menschen die willen dienen. De geschiedenis heeft geleerd, dat van dezulken een blijvenden, gunstigen invloed uitgaat. Het kan schijnen, dat een ander die met vleierij omgaat, met groote woorden enz. het verder brengt, veel meer sucoes heeft (een brutaal mensch heeft de halve wereld, zegt 't spreekwoord) toeh houdt dit alles geen stand, de tijd ieert het waar werkelijk van schudde, een kreet! geworstel een tweede val stampen en trappeien van vele voeten! wild geschreeuw de luide knal van een handbus de verschrikkelijke, noodlottige kreet: ,,De Geuzen! De Geuzen! De Geuzen aan boord! Verraad! Verraad! Alarm! alarm!" ,,Alle drontmels! wat is dat?" riep de lui- tenant, het meisje loslatend en naar zijn zwaard grijpend Van het doodsbed ver- hief zich nog eenmaal Antonio Valani; nog eenmaal openden zich zijn oogen en bleven stijf en starend op den luitenant gevestigd: ,,Behoud het schip ver rader! Laag- hartigeeen straal zwart bloed vloeide over de lippen, neer zonk Antonio Valani nu voor goed dood. Op het dek werd, nadat de eerste wacht gevallen was, het gewoei algemeener en levendiger; het zoo plotseling overvallen scheepsvolk viel aan met het eerste, het beste wapen in de hand t,Valt aan! Verraad! De Geuzen!" Tieren Steunen Smeeken om pardon. Weer knielde Myga van Bergen, terwijl de luitenant, het zwaard uit de scheede ruk- kend, de kajuitstrap opstormde. Op het dek struikelde hij reeds over lijken en doodelijk gekwetsten. Hier was het een verschrikkelijk gewoei en de triomfkreten der Nederlan- ders, overtroffen reeds het krijgsgeschreeuw der zoo onzacht uit den slaap gewekte Ge- nueezen. En voortdurend nog klommen de Geuzen als katten bij de wanden der Andrea Doria omhoog. De naburige koopvaarders en kleine oorlogschepen schenen ook overval len te zijn, want ook daar klonk krijgsru- moer, vielen schoten en lichtten fakkels. Met den moed der wanhoop wierp zich Leone della Rota op den eersten den besten vijand, met woord en daad trachtte hij zijne teikens bewaarheid wordt: de wereldge- de kracht in zit. Er is een ander woord wat schiedenis is het wereldgericht. Wie als lei der onzuiver staat ten opzichte van zichzelf, en zijn partij, al zou hij dan de zijnen zand in de oogen kunnen strooien voor een tijd, hij valt ten slotte beslist, zonder iets dege- lijks te hebben uitgewerkt. Wie belangeloos met edele bedoelingen bezield, het heil van zijn kring zoekt, staat bloot aan velerlei strijd, maar zijn leven zai een lichtende streep nalaten in deze donkere wereld, hij brengt iets tot stand. Wordt het duklejij^, dat de leider niet zichzelf in het oog he-nt, dan zai hij ook het vertrouwen van ziirf partij genieten, en dit is zeker een omnisbare factor. Men weet zijne belangen in zijne hand veilig, men steunt zijn leider gaarne en ook bij verschil van inzicht zai men zich niet dadelijk tegen hem verzetten. Men zai zich door hem wil len laten leiden. En dit is toch ook weer noodig zai er werkelijk door de leiders iets goeds voor hunne partij kunnen worden be- werkstelligd. Er heersch, veel te veel de ge- dachte, dat de volksieider b.v. slechts moet gehoorzamen aan den volkswil. Het voik schrijft hem voor wat hunne eischen zijn en de leider zou dat maar hebben uit te wer- ken, hij heeft den wil van het voik te dienen. Dit is echter verkeerd, want de wil van het voik is volstrekt niet altijd het belang van het voik. Ieder mensch wil wel eens op een. oogenblik het een of ander, soms zeer on- stuimig, wat niet goed is voor hem, wat op dat oogenblik volstrekt niet in zijn belang zou zijn, indien het doorgevoerd werd. Ge- iukkig als zoo ieniand dan met zijn verstand ernstig rekening houden wil, en niet aan zijn wil toegeeft. Zoo heeft de geschiedenis het duidelijk geieerd, dat op een oogenblik een volksmenigte iets wil, ja soms veel wil met sterken aandrang wat verderfelijk voor haar zijn zou. in zulke oogenblikken is de taak en de verantwoordelijkheid der leiders groot. Zij moeten nuchter blijven en tegen den wil van het voik durven ingaan, omdat zij verder zien. Zij moeten dan op hun post blijven juist, omdat zij meenen, dat het be lang van het voik op een andere wijze ge- diend wordt dan het voik zeif meent. Alleen de leider, die het vertrouwen van zijn partij heeft, omdat hij nooit zichzelf zocht, zai in die oogenblikken iets kunnen uitrichten. Dat in zulke gevallen het leider zijn zeer ntoei- lijk is, dat men dan osk wei vervvijten en verwenschingen van eigen partijgenooten zai te hooren krijgen, dat men dan met recht li/der wordt, spreekt vanzelf. Maar daar gaat een flink ieider niet voor op zijde. Juist als de hoofden warm zijn, weet hij, dat zijn ver stand noodig is om voor onheilen te be- waren. Juist dan, als het schip in nood is, midden in de branding, moet de trouw van den stuurman biijken, dan moet hij het stuur vaster omklemmen en heeft, trots groote gevaren voor zichzelf, het schip te sturen naar de veilige haven. En de menigte is niet zoo ondankbaar, dat ze niet gevoelen zou wat zij aan zulke leiders heeft. Straks worden zij geprezen, omdat zij bleken be- proefde leiders te zijn. Gelukkig het voik, dat zulke leiders heeft. Aan hen mag het met alle vrijmoedigheid haar volkomen ver trouwen schenken. Zij zullen het voik ver der brengen en redden uit den nooi Er wordt zoo gemakkelijk een afbrekende critiek geoefend op degenen, die in verschil lende kringen de belangen van ons voik behartigen. Ja, hooge boonten vangen veel wind. Laat ons voorzichtig zijn. Het is niet ieders werk, leider te zijn. Wij kunnen niet dankbaa'r genoeg zijn, vooral als wij denken aan de gevaarvolle oorlogsjaren die achter ons liggen, dat zoo vele bekwame mannen het roer van 't schip van Staat hebben willen vasthouden, en al ntanschappen aan te vuren. Van het wacht- huis op de kade klonk plotseling trommel- slag en werd de Spaansche reveille ge stagen. ,,De Geuzen! De Geuzen! De Geuzen voor Antwerpen! Verraad! Verraad! De Geuzen in de stad!" Langs den oever bewogCn zich heen en weer dwalende fakkels; in de huizen achter den stadsmuur verschenen lichten. Victorie, victorie! De zwarte galei! De zwarte galei! Victorie, victorie!" schreeuw- den de Geuzen aan boord der Andrea Doria, alles nederstootend. Pardon werd niet ge- geven, wat niet doodgestoken en gesta gen werd, wierp men over boord. Het woord alleen: ,,De zwarte galei", vervulde de harten der Itaiianen met bangen sohrik en verlamde boven alles hun moed. Een deel vluchtte aan den wal, een grooter deel ech ter werd reeds bij den eersten aanval onder de voet geloopen: bij den grooten mast, ip den kring verlicht door de scheepslantaren, streed nog een wanhopige schaar. Hier hield de luitenant Leone della Rota met zijn dapperen stand: hier werd de laatste en be- slissende strijd gestreden. Reeds was het dek glibberig van bloed en bedekt met lij ken; menig woeste Geus viel door het zwaard des luitenants; ,,Moed, moed, dappere makkers, houdt u dicht bij mij! Van den vasten wal komt hulp! Moed, moed!" riep Leone, terwijl hij een Zeeuw neerstiet, maar in diens plaats trad een nieuwe strijder, over den gevallene tredend. ..Voorwaarts, voonvaarts, gij Watergeu- zen! Slaat de Italiaansche tyrannen dood haalt hun schandvlag neer! Bij den mast moeten ze weg! Ha, kent gij mij niet, gij Italiaansche lafaard. Stijf van schrik en verbazing: maar zich spoedig herstellend, schreeuwde de luitenant hunne bekwaamheden ten dienste van hun voik hebben willen stellen om door de bran ding heen te sturen. Zij verdienen ons ver trouwen. Was dat wederzijdsche vertrouwen er maar weer, gewis menig leider zou niet zooveel te lijden hebben. Maurits F. BU1TENLANDSCHE SCBEEPVAART- ONDERN EMINGEN. De Nederlandsche scheepvaart moet in verschillende door hare booten aangeloopen buitenlandsche havens, onverschillig of de maatschappij daar al of niet eigen kantoren hebben, mee betalen in de inkomstenbelas- ting dier rjjken en wordt ook aangeslagen in de daar bestaaDde extra-winst-belastingen of andere hefl&Dgen van dien aard. Dat is o. a. het geval in Engeland en zijn koionien, Frankrijk, Spanje, Griekenland, Amerika. Hier daarentegen worden de boitenlandsche concurrenten van ouze scheepraartonderne- mingen door onze belastingwetge<ing niet als heffingsobject genomen. Uit de kringen van oDze groote scheepvaart is bp het ministerie van financien er op aangedrongen, de buitenlandsche concurren ten met dezeifde maatregelen te treffen, waaraan de Nederlandsche scheepvaart in den vreemde onderworpen is. Wjj ver- nemen, dat aan dien aandrang gevolg werd gegeven. Aan mr. J. F. Dpkstra heeft minister De Vries opdracht gegeven, over die beiastingheffing in het buitenland ten opzichte van onze schepen een onderzoek in te stellen en het resultaat daarvan neer te leggen in een aan den minister uit te brengen rapport. Het ligt in de bedoeling, daarna een wets- ontwerp in te dienen, waardoor in de naaste toekomst ook de buitenlandsche schepen, in onze havens binnenvallende, aan onze be iastingheffing zullen worden onderworpen. Verwacht wordt, dat de op deze wpze voor onze schatkist, te verkrpgen baten, niet onbelangrjjk zullen zjjn. (Hdbl.) DE LANDINGEN OP ZU1D-BEVELAND. In de wMilitaire Spectator" schrijft J. J. G. van Voorst tot Voorst over het docu ment betreffende voorbereide Duitsche landingen op Zuid-Beveland in 1917. tfLa Metropole" van 4 Juli j.l. bevat het afschrift van een Duitsch bevel, d.d. 30 November 1917, met bijlage, nopens een voorbereide landing op Zuid-Beveland fur d<>n Fall ;/K." Het is gevonden in de door Duitschers achtergelaten arcbieveD. Voor het Antwerpsche blad is WK." een geheimzinnig geval, dat de redactie niet nader weet op te lossen. De sleutel ervan is intusschen te vinden in de Feldzugsaufzeichnungen van generaal von Moser. De bevelen maken den indruk authentiek te zjjn. Het schijnt niet onbelangrjjk hier- onder een vertaling er van te geven. Deze kan haar nut hebben voor oefeningeD op de kaart of ter plaatse in het terrein. De bevelen vormen het duidelijk bewjjs, dat onze gemobiliseerde troepen, die ge- durende lange oorlogsjaren in Zeeland en Noord-Brabant, het geweer bij den voet op wacht stonden, allerminst voor een denk- beeldig gevaar waakten, dat niet zonder grond tegenmaatregelen voor verschillende oorlogsgevallen, even nanwkeurig uitgewerkt als de hieronder ver- melde, door onze staven werden getroffen, den ander toe: ,,Jij bent dus niet verdron- ken, bedelaar? Des te beter! Door mijn staal zai je sterven!" ,,Daar! daar! Myga! Myga! Redding! Wraak! Badende in zijn bloed viel Leone della Rota uit Genua neer, en Jan Norris zette den gevallene den voet op de borst en schreeuwde hem toe: ,,Gered is Myga! Gewonnen is het schip!" Daarop gaf hij zijn doodsvijand den ge- nadestoot. lntuschen waren ook de andere Ge- nueezen, voor zoover ze zich niet door de vlucht hadden kunnen redden gevallen; de strijd aan boord van de Andrea Doria was geeindigd en reeds maakten de Geuzen de kettingen ios, waarmee het schip aan de kade lag gemeerd. In de kajuit lag Myga van Bergen in zwijm in Jans armen, die zijn bruid uit de benauwende ruimte, uit het gezelschap van den dooden kapitein Antonio Valani weg de trap opdroeg in de frissche lucht. Nog duurde het gevecht op eenige der eveneens door de Nederlanders overvallen vaartuigen voort, maar reeds werden enkele, door Geuzenhanden bestuurd, weggevoerd en in wilde harmonie klonk het gezang der overwinnaars door den nacht: ,,Wilhelmus van Nassouwe Ben ick van Duytschen bloet, Het vaderlandt ghetrouwe Blyf ick tot in den doet Van den Spiegel der Andrea Doria blies nu de trompetter der zwarte galei dezeifde melodie, zoo dat het in de stad gehoord werd, en onstuimig hief de overwinnende be- manning aan: ,,Dat u de Spangiaerts krencken O Edel Neerlant soet, Als ick dat gaen bedencken Myn Edel hert, dat bloedt." dat niet lichtvaardig duizenden aan het in staat van tegen weer brengen der stalling Zeeland werden besteed. Volgens Von Moser rekende de Duitsche legerleiding in 1917 op de mogelijkheid van landing van Engelsche troepen niet alleen op de Belgiscbe kust maar ook, en zulks //mit oder ohne Einverstandnis von Holland", in Zeeuwsch-Vlaanderen en op Walcheren, ten einde Antwerpen en den Scheldemond in bezit te nemen en op Gent en Brussel in den rug vnn het Duitsche Noora-leger door te stooten. Aangezien zulks „auch strategisch von unbestreitbarer Wirksamkeit" was, gaf de Duitsche leger leiding daarover wgrundeatzliche und grund- legende" directieveo. Sinds einde Mei 1917 werden de bevelen, die dit geval ;/K" d. i. Kiiste betroffen, aan een grondige revisie onderworpen. Ook werd de z. g n. vHolland- stellung" in West-Vlaanderen ingericht. Voorloopig waren 2 infanteriedivisien en 1 cavaleriedivisie voor optreden in Zeeuwseh- Vlaanderen beschikbaar. De operation moesten geschieden in samenhang met die van ait Antwerpen, zoomede met sterke verder Oostelijk te verzamelen strjjdkrachten. De aanvang en het verloop der operation hingen volgens von Moser er van af of Nederland bereid was een Engelschen aan val door zjjn gebied onder pretest te dulden V.), dan wel of het besloten was deze met kracht van wapenen tegemoet te treden, in dit geval bovendien of het daartoe zonder Dnitsche hulp in staat was of dat deze hulp zou inroepen. -De operatien werden, voor zoover zjj van Antwerpen uitgingen, voorbereid door het militair-gouvernement van Antwerpen, Het weergegeven bevel nu is een nieuwe editie van een niet bekend, vervallen bevel. Het was bestemd voor den havoncomman- dant van Antwerpen, admiraal Lourac, en dezen toegezonden door het gouvernement aldaar bij schrgven van 30 November 1917". De heer Van Voorst geeft dan een ver- taling van de bevelen enz. DE TOESTAND. De strjjd, die thans op het geheeie Poolsch-Russische front woedt, en wegens het brandpunt ervan kortweg de slag bjj Warschau wordt geDoemd, is, schrjjft de N.R.Ort., nog pas in zjjn begin. De bolsjewiki. wier artillerie van groot kaliber tengevoige van hun Snellen opmarsch was achtergebleven, hebben in het eerste stadium flink klop gehad en zjjn over de geheeie linie, van Cholm in het Zuiden, tot Ciechanof in het Noorden teruggeworpen. Het Poolsche tegenoffensitf ging in drieerlei richting. in het Zuideljjke vak, van de Wj^prz tot de samenvloeiing van Weichsel en Naref, waar maarsschalk Pil- sudsfei zeif zjjn troepen aauvoerde. was de hoofdrichting Oost-West en het doel de herovering van de Boeglinie met Brest Litofsk^ De Polen zjjn hier gemiddeld 40 tot 80 K.M. opgeschoten en hebben in het Noorden hun doel bereikt. In de riehting van Novo Minsk zjjn zij n.l. tot de Boeg doorgedrongen. Meer zaidwaarts loopt hun linie tbans in de buurt van Lukow, waar nog verwoed wordt gevochten en vandaar in Z.O. richting over Parojew (of Partsjef geljjk de Russen zeggen) en ten Oosten van Cholm weer naar de Boeg. Zelfs de doodelijk gewonde Geuzen richt- ten zich onder de plechtige tonen van het toen nationale lied op; - die niet meer kon- den zingen, bewogen toch de lippen om de woorden na te prevelen. Ook Myga van Bergen ontwaakte daardoor uit hare be- zwijming, en lachend en weenend meteen zong zij in Jans armen het vrijheidslied mee. ,,Zie, of ik ook woord houd; onder ka- nongebulder en klokgelui en trompetgeschal voer ik je huiswaarts! Gered! Gered!" juichte Jan Norris. Van de citadel klonk het eene alarmschot na het andere. Het roeren der alarmtrom aan de kade werd gevolgd door,een onop- houdelijk getrommel op de muren en wallen der stad, dat alien opriep tot hare verdedi- ging. En steeds levendiger werd het achter die wallen en muren in de groote Vlaamsche stad en menig bedrukt en vertoomd hart sloeg krachtiger bij 't-hooren dier ntoedige, maar verboden tonen, die zoo tartend de Spaansche trommels tegemoet klonken en steeds hooger stegen, naarmate de andere ze trachtten te overtreffen. Van alle torens werden de stormklokken geluid. En nu trok- ken uit de stad en van de citadel soldaten naar de kade; vendel (compagnie) bij ven- dei rukte aan op de stadsmuren, vendel bi; vendel haastte zich naar de rivier. Maar steeds luider klonk het boven al het tumult: .,Myn schilt ende betrouwen Zyt Ghy o Godt, myn Heer! Op U soo wi! ick bouwen, Verlaat my nimmermeer; Dat ick doch vroom mach blyven, U dienaar t' alien stondt, De tyranny verdryven, Die my myn hert doorwont." (Slot volgt). TER NEUZENSCHE COURANT Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat het ver- loek van P. J. DELIAERT om in bet perceel, ka- dastraal bekend in Sectie M,. No. 156, een slacliterij te mogen oprichten, door hen is ingewilligd. TeT Nenzen, den 19 Augustus 1920. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Re Burgemeester, .1. HUIZINGA. De Secretaris, B. I. ZONNEVIJLLE.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1920 | | pagina 1