ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7033.
Zaterdag 21 Augustus 1920.
60e Jaargang.
De Zwarte Galei.
BBBSTEl
INRICHTINGEN,
Suikerkaarten.
Gemeentelijke-, tevens Districtsarbeidsbeurs.
H. H. Werkgevers
Leiders en lijders.
FEUILLET0N.
B1NNENLANP.
BUITENLAND.
"V
welke GEVAAR, SCHADE of HINDER
kuunen veroorzaken.
De Burgemeester van TER NEUZEN
naaakt bekend, dat bon no. 47 der Rijks-
suikerkaart geldig is van Maandag 23
t/m Zondag 29 Augustus.
Ter Neuzen, 20 Aug. 1920.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
TER NEUZEN.
Bureau Schoollaan 4.
Geopeud: alle werkdagen 9-12 en 2-4uur.
Wendt U om arbeidskrachten tot de Beurs.
ingeschreven staan
Grondwerkers,
Losse Arbeillers.
De Directeur,
J. F. DE COOKER.
Doordat het beginsel van evenredige ver-
tegenwoordiging is toegepast in ons land,
hebben in de verschillende hoogere en lagere
bestuurscolleges allerlei personen zitting
gekregen, die van te voren er zeker niet aan
gedachi hadden, dat zij daar ooit eens een
plaats zouden innemen. Van den Gemeente-
raad af tot in de Tweede Kamer heeft bijna
elke partij haar vertegenwoordiger of
woordvoerder gekregen. Velen vonden het
aanvankelijk zeker een heele eer op die wijze
medezeggenschap te hebben gekregen waar
de belangen van de gemeente, provincie of
rijk behandeld Worden. Ook zai inenigeen
zich wel voorgenomen hebben eens geducht
zijn meening te zeggen, ja aan heel wat ver-
anderingen en verbeteringen mede te wer-
ken waar men tot nu toe nog niet aan dacht.
Men zou de zaak wel eens recht zetten. On-
getwijfeld is het echter bij dezen'en genen
anders geloopen dan men gedacht had, en
is het wel een beetje tegengevallen. Het is
geen gemakkelijk of aangenaant werk een
grooten kring mede te moeten besturen en
de belangen daarvan te behartigen. Daar is
heel wat aan verbonden, en daar zit meer
achter dan men vermoedt als men er buiten
staat. Zoo velen die schoone beloften deden
van dit of dat te zullen "bewerkstelligen als
zij maar eens hun stem mochten uitbrengen.
hebben gezwegen als zij achter de groene
tafel kwamen te zitten. Dan zag men, dat
't niet zoo gemakkelijk ging. De beste stuur-
lui staan ook hier weer aan den wal. Als
men op vasten grond staat, kan men gemak
kelijk zeggen, wat de stuurman zou moeten
doen, die daar op het schip is, dat te midden
10
,,Waartoe keert gij u van mij af en beeft
schoone Myga? Hij is dood zijn hart heeft
opgehouden te slaan. Het mijne daaren-
tegen slaat onrustig en sterk. Wel was hij
mijn vriend; maar in u te beminnen wreek
ik inmiers zijn dood."
Hij hief den beker op en dronk hem uit.
,,Dezen dronk breng ik u, arme Antonio,
in voile zee zult gij een edel zeamansgraf
hebben. Niet aan den wal zullen ze u er-
gens begraven: onder de dansende golven
zult gij slapen, zooals het een kind der La-
gunen past, in de armen der zeemeenminnen
zult gij rusten."
,,Heilige God, erbarming, zend den dood,
red mij, red mij! kerrnde het wanhopige
meisje: maar de dronkene Leone lachte wild
en gillend.
,,Kijk me toch niet zoo hopeloos treurig
aan koningin! Meent gij, dat ik zai weenen
en gebeden prevelen als een priester bij't lijk
van den vriend? O, dat wij toch aan
't strand van de Liguusche Zee waren, dan
zouden we ons de haren met rozen- en myr-
tenkransen tooien. In naam der wraak, in
naam der zege, kom in mijne armen, gij wil-
de Geuzin, gij bekoorlijke Vlaamsche!
Gillend hield zich Myga van Bergen
krampachtig vast aan een stijl van het ledi-
kant, waarop het bleeke, bebloede Iichaam
van Antonio Valani lag uitgestrekt. Bij den
doode zocht ze bescherming. Maar wild
lachend hief Leone della Rota de ongeluk-
kige op en sloot haar in zijne armen;
boven zijn hoofd klonk eensklaps een
doffe val, zoodat de lamp aan den zolder er
van den storm de haven nadert, maar als
men zeif op 't schip is en alles tegen heeft,
is het niet gemakkelijk uit te voeren.
Het is nu eenntaal een zware taak om te
besturen en leiding te geven, en elk goed
leider heeft ook heel wat te verdragen. Elk
leider lijdt gewoonlijk meer, dan dat hij lof
en dank oogst. Het gaat er mede als met een
dokter. in vele gevallen kan hij het middel
zijn tot genezing van ernstige kranken, er
wordt geen gewag van gemaakt; maar tast
hij eens een enkele keer mis in de behande-
li-ng van een zieke dan wordt dit uitgemeten
en het doet den naam van den medicijn-
meester gevoetige schade aan. Die ondank
is er vaak ook voor hen, die leiders zijn van
een partij of die voor de belangen van een
bepaalden kring moeten opkomen. Hebben
zij menig keer getoond bekwame menschen
te zijn, een enkele misgreep kan hun positie
aan het wankelen brengen. Toch is het noo-
dig, dat er leiders zijn, en het is een voor-
recht als er steeds menschen gevonden wor-
den, die leiding willen geven, wien het niet
te doen is om eer of lof van de menigte, maar
die zich geroepen gevoelen, omdathun maat-
schappelijke positie en hun meerdere be-
kwaamheid het medebrengt, de belangen
van een bepaalden kring te behartigen, niet
opziende tegen de rnoeite daaraan verbon
den. Men nioet het echter in onze dagen
vooral goed weten, wat men doet. Toch is er
op deze wijze nog heel wat tot stand te
brengen, als men maar staan wil op een zui-
ver standpunt. Wil men met volharding aan
het werk kunnen blijven, dan nioet men er-
van overtuigd zijn, dat men juist als men
iets goeds wil, veel tegenstand ontmoeten
zai. Dat is' nu eenmaal zoo, doch daartegen
mag men niet opzien. Een doode visch wordt
met den stroom meegevoerd, ntaar een le-
vende visch zwemt altijd tegen den stroom
op. Verder moet het een leider niet te doen
zijn om de gunst van de menschen, want dan
is hij niet vrij meer.
Trouwens dan zai zijn werk ook sehip-
breuk lijden, want hoe zai hij alien kunnen
tevreden stellen? Zooveel hoofden, zooveel
zinnen. En weike eischen gaat een menigte
soms stellen als zij ziet, als zij gevpelt, dat
haar leider niet boven haar staat om leiding
te geven, maar zich afhankelijk van haar ge-
voelt? Daar is geen eind aan. En wat komt
er terecht van de behartiging der ware be
langen, indien men alleen vraagt wat in den
smaak valt van de kiezers? Wie zoo zijn
positie zoekt vast te maken, zai ondervinden,
dat hij op zand bouwt. Er is eigentlijk een
voortdurende stille worsteling tusschen een
leider en zijn partij. De partij komt aan met
zooveel mogelijk eischen, zij zou van alles
willen, maar de leider moet zoo verstandig
zijn, dat hij het juiste doel in 'toog houdt.
Daarvoor is onder alies noodig, dat een lei
der niet zichzelf in het oog heeft, maar dat
het hem nergens anders om te doen is, dan
het welzijn van zijn kring. Dat moet bij hem
op den voorgrond staan, het zwaarste
wegen.
Brengt het moeilijkheden mede, wordt hij
soms niet begrepen, hij ga voort met vaste
hand en zai iets bereiken. Hiervoor zijn noo
dig, niet slechts bekwame menschen, die
ervaring hebben en een helderen blik, maar
bovenal menschen van karakter. Menschen,
die eerlijk en oprecht, zonder dat er eigen-
belang in't spel is, iets goeds willen uitwer-
ken voor hun kring, menschen die willen
dienen.
De geschiedenis heeft geleerd, dat van
dezulken een blijvenden, gunstigen invloed
uitgaat. Het kan schijnen, dat een ander die
met vleierij omgaat, met groote woorden enz.
het verder brengt, veel meer sucoes heeft
(een brutaal mensch heeft de halve wereld,
zegt 't spreekwoord) toeh houdt dit alles
geen stand, de tijd ieert het waar werkelijk
van schudde, een kreet! geworstel een
tweede val stampen en trappeien van vele
voeten! wild geschreeuw de luide knal
van een handbus de verschrikkelijke,
noodlottige kreet:
,,De Geuzen! De Geuzen! De Geuzen
aan boord! Verraad! Verraad! Alarm!
alarm!"
,,Alle drontmels! wat is dat?" riep de lui-
tenant, het meisje loslatend en naar zijn
zwaard grijpend Van het doodsbed ver-
hief zich nog eenmaal Antonio Valani; nog
eenmaal openden zich zijn oogen en bleven
stijf en starend op den luitenant gevestigd:
,,Behoud het schip ver rader! Laag-
hartigeeen straal zwart bloed vloeide
over de lippen, neer zonk Antonio Valani
nu voor goed dood.
Op het dek werd, nadat de eerste wacht
gevallen was, het gewoei algemeener en
levendiger; het zoo plotseling overvallen
scheepsvolk viel aan met het eerste, het beste
wapen in de hand
t,Valt aan! Verraad! De Geuzen!"
Tieren Steunen Smeeken om pardon.
Weer knielde Myga van Bergen, terwijl de
luitenant, het zwaard uit de scheede ruk-
kend, de kajuitstrap opstormde. Op het dek
struikelde hij reeds over lijken en doodelijk
gekwetsten. Hier was het een verschrikkelijk
gewoei en de triomfkreten der Nederlan-
ders, overtroffen reeds het krijgsgeschreeuw
der zoo onzacht uit den slaap gewekte Ge-
nueezen.
En voortdurend nog klommen de Geuzen
als katten bij de wanden der Andrea Doria
omhoog. De naburige koopvaarders en
kleine oorlogschepen schenen ook overval
len te zijn, want ook daar klonk krijgsru-
moer, vielen schoten en lichtten fakkels.
Met den moed der wanhoop wierp zich
Leone della Rota op den eersten den besten
vijand, met woord en daad trachtte hij zijne
teikens bewaarheid wordt: de wereldge-
de kracht in zit. Er is een ander woord wat
schiedenis is het wereldgericht. Wie als lei
der onzuiver staat ten opzichte van zichzelf,
en zijn partij, al zou hij dan de zijnen zand
in de oogen kunnen strooien voor een tijd,
hij valt ten slotte beslist, zonder iets dege-
lijks te hebben uitgewerkt. Wie belangeloos
met edele bedoelingen bezield, het heil van
zijn kring zoekt, staat bloot aan velerlei
strijd, maar zijn leven zai een lichtende
streep nalaten in deze donkere wereld, hij
brengt iets tot stand.
Wordt het duklejij^, dat de leider niet
zichzelf in het oog he-nt, dan zai hij ook
het vertrouwen van ziirf partij genieten, en
dit is zeker een omnisbare factor. Men weet
zijne belangen in zijne hand veilig, men
steunt zijn leider gaarne en ook bij verschil
van inzicht zai men zich niet dadelijk tegen
hem verzetten. Men zai zich door hem wil
len laten leiden. En dit is toch ook weer
noodig zai er werkelijk door de leiders iets
goeds voor hunne partij kunnen worden be-
werkstelligd. Er heersch, veel te veel de ge-
dachte, dat de volksieider b.v. slechts moet
gehoorzamen aan den volkswil. Het voik
schrijft hem voor wat hunne eischen zijn en
de leider zou dat maar hebben uit te wer-
ken, hij heeft den wil van het voik te dienen.
Dit is echter verkeerd, want de wil van het
voik is volstrekt niet altijd het belang van
het voik. Ieder mensch wil wel eens op een.
oogenblik het een of ander, soms zeer on-
stuimig, wat niet goed is voor hem, wat op
dat oogenblik volstrekt niet in zijn belang
zou zijn, indien het doorgevoerd werd. Ge-
iukkig als zoo ieniand dan met zijn verstand
ernstig rekening houden wil, en niet aan
zijn wil toegeeft. Zoo heeft de geschiedenis
het duidelijk geieerd, dat op een oogenblik
een volksmenigte iets wil, ja soms veel wil
met sterken aandrang wat verderfelijk voor
haar zijn zou. in zulke oogenblikken is de
taak en de verantwoordelijkheid der leiders
groot. Zij moeten nuchter blijven en tegen
den wil van het voik durven ingaan, omdat
zij verder zien. Zij moeten dan op hun post
blijven juist, omdat zij meenen, dat het be
lang van het voik op een andere wijze ge-
diend wordt dan het voik zeif meent. Alleen
de leider, die het vertrouwen van zijn partij
heeft, omdat hij nooit zichzelf zocht, zai in
die oogenblikken iets kunnen uitrichten. Dat
in zulke gevallen het leider zijn zeer ntoei-
lijk is, dat men dan osk wei vervvijten en
verwenschingen van eigen partijgenooten
zai te hooren krijgen, dat men dan met recht
li/der wordt, spreekt vanzelf. Maar daar gaat
een flink ieider niet voor op zijde. Juist als
de hoofden warm zijn, weet hij, dat zijn ver
stand noodig is om voor onheilen te be-
waren. Juist dan, als het schip in nood is,
midden in de branding, moet de trouw van
den stuurman biijken, dan moet hij het
stuur vaster omklemmen en heeft, trots
groote gevaren voor zichzelf, het schip te
sturen naar de veilige haven. En de menigte
is niet zoo ondankbaar, dat ze niet gevoelen
zou wat zij aan zulke leiders heeft. Straks
worden zij geprezen, omdat zij bleken be-
proefde leiders te zijn. Gelukkig het voik,
dat zulke leiders heeft. Aan hen mag het
met alle vrijmoedigheid haar volkomen ver
trouwen schenken. Zij zullen het voik ver
der brengen en redden uit den nooi
Er wordt zoo gemakkelijk een afbrekende
critiek geoefend op degenen, die in verschil
lende kringen de belangen van ons voik
behartigen. Ja, hooge boonten vangen veel
wind. Laat ons voorzichtig zijn. Het is niet
ieders werk, leider te zijn.
Wij kunnen niet dankbaa'r genoeg zijn,
vooral als wij denken aan de gevaarvolle
oorlogsjaren die achter ons liggen, dat zoo
vele bekwame mannen het roer van 't schip
van Staat hebben willen vasthouden, en al
ntanschappen aan te vuren. Van het wacht-
huis op de kade klonk plotseling trommel-
slag en werd de Spaansche reveille ge
stagen.
,,De Geuzen! De Geuzen! De Geuzen
voor Antwerpen! Verraad! Verraad! De
Geuzen in de stad!"
Langs den oever bewogCn zich heen en
weer dwalende fakkels; in de huizen achter
den stadsmuur verschenen lichten.
Victorie, victorie! De zwarte galei! De
zwarte galei! Victorie, victorie!" schreeuw-
den de Geuzen aan boord der Andrea Doria,
alles nederstootend. Pardon werd niet ge-
geven, wat niet doodgestoken en gesta
gen werd, wierp men over boord. Het woord
alleen: ,,De zwarte galei", vervulde de
harten der Itaiianen met bangen sohrik en
verlamde boven alles hun moed. Een deel
vluchtte aan den wal, een grooter deel ech
ter werd reeds bij den eersten aanval onder
de voet geloopen: bij den grooten mast, ip
den kring verlicht door de scheepslantaren,
streed nog een wanhopige schaar. Hier
hield de luitenant Leone della Rota met zijn
dapperen stand: hier werd de laatste en be-
slissende strijd gestreden. Reeds was het
dek glibberig van bloed en bedekt met lij
ken; menig woeste Geus viel door het
zwaard des luitenants;
,,Moed, moed, dappere makkers, houdt u
dicht bij mij! Van den vasten wal komt
hulp! Moed, moed!" riep Leone, terwijl hij
een Zeeuw neerstiet, maar in diens plaats
trad een nieuwe strijder, over den gevallene
tredend.
..Voorwaarts, voonvaarts, gij Watergeu-
zen! Slaat de Italiaansche tyrannen dood
haalt hun schandvlag neer! Bij den
mast moeten ze weg! Ha, kent gij mij niet,
gij Italiaansche lafaard.
Stijf van schrik en verbazing: maar zich
spoedig herstellend, schreeuwde de luitenant
hunne bekwaamheden ten dienste van hun
voik hebben willen stellen om door de bran
ding heen te sturen. Zij verdienen ons ver
trouwen. Was dat wederzijdsche vertrouwen
er maar weer, gewis menig leider zou niet
zooveel te lijden hebben.
Maurits F.
BU1TENLANDSCHE SCBEEPVAART-
ONDERN EMINGEN.
De Nederlandsche scheepvaart moet in
verschillende door hare booten aangeloopen
buitenlandsche havens, onverschillig of de
maatschappij daar al of niet eigen kantoren
hebben, mee betalen in de inkomstenbelas-
ting dier rjjken en wordt ook aangeslagen
in de daar bestaaDde extra-winst-belastingen
of andere hefl&Dgen van dien aard. Dat is
o. a. het geval in Engeland en zijn koionien,
Frankrijk, Spanje, Griekenland, Amerika.
Hier daarentegen worden de boitenlandsche
concurrenten van ouze scheepraartonderne-
mingen door onze belastingwetge<ing niet
als heffingsobject genomen.
Uit de kringen van oDze groote scheepvaart
is bp het ministerie van financien er op
aangedrongen, de buitenlandsche concurren
ten met dezeifde maatregelen te treffen,
waaraan de Nederlandsche scheepvaart in
den vreemde onderworpen is. Wjj ver-
nemen, dat aan dien aandrang gevolg werd
gegeven. Aan mr. J. F. Dpkstra heeft
minister De Vries opdracht gegeven, over
die beiastingheffing in het buitenland ten
opzichte van onze schepen een onderzoek
in te stellen en het resultaat daarvan neer
te leggen in een aan den minister uit te
brengen rapport.
Het ligt in de bedoeling, daarna een wets-
ontwerp in te dienen, waardoor in de naaste
toekomst ook de buitenlandsche schepen, in
onze havens binnenvallende, aan onze be
iastingheffing zullen worden onderworpen.
Verwacht wordt, dat de op deze wpze
voor onze schatkist, te verkrpgen baten,
niet onbelangrjjk zullen zjjn. (Hdbl.)
DE LANDINGEN OP ZU1D-BEVELAND.
In de wMilitaire Spectator" schrijft J. J.
G. van Voorst tot Voorst over het docu
ment betreffende voorbereide Duitsche
landingen op Zuid-Beveland in 1917.
tfLa Metropole" van 4 Juli j.l. bevat
het afschrift van een Duitsch bevel, d.d.
30 November 1917, met bijlage, nopens
een voorbereide landing op Zuid-Beveland
fur d<>n Fall ;/K." Het is gevonden in
de door Duitschers achtergelaten arcbieveD.
Voor het Antwerpsche blad is WK." een
geheimzinnig geval, dat de redactie niet
nader weet op te lossen. De sleutel
ervan is intusschen te vinden in de
Feldzugsaufzeichnungen van generaal von
Moser.
De bevelen maken den indruk authentiek
te zjjn. Het schijnt niet onbelangrjjk hier-
onder een vertaling er van te geven. Deze
kan haar nut hebben voor oefeningeD op
de kaart of ter plaatse in het terrein.
De bevelen vormen het duidelijk bewjjs,
dat onze gemobiliseerde troepen, die ge-
durende lange oorlogsjaren in Zeeland en
Noord-Brabant, het geweer bij den voet op
wacht stonden, allerminst voor een denk-
beeldig gevaar waakten,
dat niet zonder grond tegenmaatregelen
voor verschillende oorlogsgevallen, even
nanwkeurig uitgewerkt als de hieronder ver-
melde, door onze staven werden getroffen,
den ander toe: ,,Jij bent dus niet verdron-
ken, bedelaar? Des te beter! Door mijn
staal zai je sterven!"
,,Daar! daar! Myga! Myga! Redding!
Wraak!
Badende in zijn bloed viel Leone della
Rota uit Genua neer, en Jan Norris zette
den gevallene den voet op de borst en
schreeuwde hem toe:
,,Gered is Myga! Gewonnen is het schip!"
Daarop gaf hij zijn doodsvijand den ge-
nadestoot.
lntuschen waren ook de andere Ge-
nueezen, voor zoover ze zich niet door de
vlucht hadden kunnen redden gevallen; de
strijd aan boord van de Andrea Doria was
geeindigd en reeds maakten de Geuzen de
kettingen ios, waarmee het schip aan de
kade lag gemeerd.
In de kajuit lag Myga van Bergen in
zwijm in Jans armen, die zijn bruid uit de
benauwende ruimte, uit het gezelschap van
den dooden kapitein Antonio Valani weg
de trap opdroeg in de frissche lucht.
Nog duurde het gevecht op eenige der
eveneens door de Nederlanders overvallen
vaartuigen voort, maar reeds werden enkele,
door Geuzenhanden bestuurd, weggevoerd
en in wilde harmonie klonk het gezang der
overwinnaars door den nacht:
,,Wilhelmus van Nassouwe
Ben ick van Duytschen bloet,
Het vaderlandt ghetrouwe
Blyf ick tot in den doet
Van den Spiegel der Andrea Doria blies
nu de trompetter der zwarte galei dezeifde
melodie, zoo dat het in de stad gehoord
werd, en onstuimig hief de overwinnende be-
manning aan:
,,Dat u de Spangiaerts krencken
O Edel Neerlant soet,
Als ick dat gaen bedencken
Myn Edel hert, dat bloedt."
dat niet lichtvaardig duizenden aan het
in staat van tegen weer brengen der stalling
Zeeland werden besteed.
Volgens Von Moser rekende de Duitsche
legerleiding in 1917 op de mogelijkheid
van landing van Engelsche troepen niet
alleen op de Belgiscbe kust maar ook, en
zulks //mit oder ohne Einverstandnis von
Holland", in Zeeuwsch-Vlaanderen en op
Walcheren, ten einde Antwerpen en den
Scheldemond in bezit te nemen en op Gent
en Brussel in den rug vnn het Duitsche
Noora-leger door te stooten. Aangezien
zulks „auch strategisch von unbestreitbarer
Wirksamkeit" was, gaf de Duitsche leger
leiding daarover wgrundeatzliche und grund-
legende" directieveo. Sinds einde Mei 1917
werden de bevelen, die dit geval ;/K" d. i.
Kiiste betroffen, aan een grondige revisie
onderworpen. Ook werd de z. g n. vHolland-
stellung" in West-Vlaanderen ingericht.
Voorloopig waren 2 infanteriedivisien en
1 cavaleriedivisie voor optreden in Zeeuwseh-
Vlaanderen beschikbaar. De operation
moesten geschieden in samenhang met die
van ait Antwerpen, zoomede met sterke
verder Oostelijk te verzamelen strjjdkrachten.
De aanvang en het verloop der operation
hingen volgens von Moser er van af of
Nederland bereid was een Engelschen aan
val door zjjn gebied onder pretest te dulden
V.), dan wel of het besloten was deze
met kracht van wapenen tegemoet te treden,
in dit geval bovendien of het daartoe zonder
Dnitsche hulp in staat was of dat deze
hulp zou inroepen.
-De operatien werden, voor zoover zjj van
Antwerpen uitgingen, voorbereid door het
militair-gouvernement van Antwerpen,
Het weergegeven bevel nu is een nieuwe
editie van een niet bekend, vervallen bevel.
Het was bestemd voor den havoncomman-
dant van Antwerpen, admiraal Lourac, en
dezen toegezonden door het gouvernement
aldaar bij schrgven van 30 November 1917".
De heer Van Voorst geeft dan een ver-
taling van de bevelen enz.
DE TOESTAND.
De strjjd, die thans op het geheeie
Poolsch-Russische front woedt, en wegens
het brandpunt ervan kortweg de slag bjj
Warschau wordt geDoemd, is, schrjjft de
N.R.Ort., nog pas in zjjn begin. De
bolsjewiki. wier artillerie van groot kaliber
tengevoige van hun Snellen opmarsch was
achtergebleven, hebben in het eerste stadium
flink klop gehad en zjjn over de geheeie
linie, van Cholm in het Zuiden, tot
Ciechanof in het Noorden teruggeworpen.
Het Poolsche tegenoffensitf ging in
drieerlei richting. in het Zuideljjke vak,
van de Wj^prz tot de samenvloeiing van
Weichsel en Naref, waar maarsschalk Pil-
sudsfei zeif zjjn troepen aauvoerde. was de
hoofdrichting Oost-West en het doel de
herovering van de Boeglinie met Brest
Litofsk^ De Polen zjjn hier gemiddeld 40
tot 80 K.M. opgeschoten en hebben in het
Noorden hun doel bereikt. In de riehting
van Novo Minsk zjjn zij n.l. tot de Boeg
doorgedrongen. Meer zaidwaarts loopt hun
linie tbans in de buurt van Lukow, waar
nog verwoed wordt gevochten en vandaar
in Z.O. richting over Parojew (of Partsjef
geljjk de Russen zeggen) en ten Oosten
van Cholm weer naar de Boeg.
Zelfs de doodelijk gewonde Geuzen richt-
ten zich onder de plechtige tonen van het
toen nationale lied op; - die niet meer kon-
den zingen, bewogen toch de lippen om de
woorden na te prevelen. Ook Myga van
Bergen ontwaakte daardoor uit hare be-
zwijming, en lachend en weenend meteen
zong zij in Jans armen het vrijheidslied mee.
,,Zie, of ik ook woord houd; onder ka-
nongebulder en klokgelui en trompetgeschal
voer ik je huiswaarts! Gered! Gered!"
juichte Jan Norris.
Van de citadel klonk het eene alarmschot
na het andere. Het roeren der alarmtrom
aan de kade werd gevolgd door,een onop-
houdelijk getrommel op de muren en wallen
der stad, dat alien opriep tot hare verdedi-
ging. En steeds levendiger werd het achter
die wallen en muren in de groote Vlaamsche
stad en menig bedrukt en vertoomd hart
sloeg krachtiger bij 't-hooren dier ntoedige,
maar verboden tonen, die zoo tartend de
Spaansche trommels tegemoet klonken en
steeds hooger stegen, naarmate de andere
ze trachtten te overtreffen. Van alle torens
werden de stormklokken geluid. En nu trok-
ken uit de stad en van de citadel soldaten
naar de kade; vendel (compagnie) bij ven-
dei rukte aan op de stadsmuren, vendel bi;
vendel haastte zich naar de rivier.
Maar steeds luider klonk het boven al het
tumult:
.,Myn schilt ende betrouwen
Zyt Ghy o Godt, myn Heer!
Op U soo wi! ick bouwen,
Verlaat my nimmermeer;
Dat ick doch vroom mach blyven,
U dienaar t' alien stondt,
De tyranny verdryven,
Die my myn hert doorwont."
(Slot volgt).
TER NEUZENSCHE COURANT
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER
NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat het ver-
loek van P. J. DELIAERT om in bet perceel, ka-
dastraal bekend in Sectie M,. No. 156, een slacliterij
te mogen oprichten, door hen is ingewilligd.
TeT Nenzen, den 19 Augustus 1920.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Re Burgemeester,
.1. HUIZINGA.
De Secretaris,
B. I. ZONNEVIJLLE.