ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7028.
Dins dag 10 Augustus 1920.
60e Jaargang.
Vervoer van Vee.
De Zwarte Galei.
Veepest in Belgie.
Mond- en Kiauwzeer.
Mond- en Kiauwzeer.
Gemeentelijke-, (evens Districtsarbeidsbeurs.
H. H. Werkgevers
FEUILLETON.
S1HKENLANS.
BUITENLAND.
Bureau School) aan 4.
Geopend: alle werkdagen 9-12 en 2-4 uur.
Wendt U om arbeidskrachten tot de Beurs.
lngesehreven staan: frond werkera,
s Losse Arbeiders.
Gevr. aank. Jongen voor Pakhuiswerk.
De Directeur,
J. F. DE COOKER.
Daar komen twee ruwe knapen ik ken
ze heel goed; de een is de kapitein van de
Andrea Doria, de ander zijn luitenant. Over
tafels en banken klimmen ze heen en gaan
naast mij zitten. Gaarne maak ik wat ruim-
te, want 't is mij veel waard te weten, wie
ze zijn en elk door hen gesproken woord
te kunnen opvangen. Ik houd mij echter,
alsof ik ze heelemaal niet ken, ga voorover,
als ware ik slaperig, met het hoofd op de
armen liggen en neem van 't geen er om mij
gebeurt niet de minste notitie; de ooren
echter heb ik des te beter tot mijn dienst. De
beide ltalianen bestellen wijn en als de
kelnerin ze brengt, pakt de jongste, de lui
tenant, haar om het middel. De oudere even-
wel ziet zoo zuur en melankoliek, alsof hem
iets heel onaangenaams is gebeurd men
zou er om hebben kunnen lachen, maar op
mijn Geuzenwoord, ik vond het niet om te
lachen. Vervolgens werd er een gesprek
aangeknoopt; eerst natuurlijk over onze
moedige daad, over't voorgevallene van .den
vorigen nacht en den ondergang der Espe-
ranza. Hoog klopte mij daarbij 'thart van
blijdschap doch eensklaps neemt hun
gesprek een andere richting en hoor ik een
naam noemen, die ik ken. Uit was 'tmet
mijn vreugde; 'twas alsof ik plotseling ver.
stijfde van ontsteltenis. Over u, over Myga
van Bergen, werd gesproken."
„Over mij?" riep het jonge meisjepo,
hemel, sprak de Italiaansche kapitein over
mij? O God, Jan, Jan, bescherm mij tegen
hem! O, hoe ik hem vrees!"
MAATREGELEN TEGEN PR1JSOP-
DR1JV1NG.
Het Tweede Kameriid de heer Van Schaik
verzoekt aan den Minister van Landbouw,
naar aanleiding van de gedachtenwisseling':
over de duurtebestrijding in de vergadering
der Kamer van 1 Juli jl. mede te deelen ot
de regeering voornemens is, opnieuw wet-
telijke maatregelen tegen prijsopdrijving en
het rngken van Onredelijke winsten voor te
stellen'.
INSTELL1NG VAN EEN MIJNFONDS.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot instelling van een fonds
ten behoeve van de mijnstreken en daar-
mede verband houdende voorzieningen.
In de memorie van toelichting merkt de
regeering op.
De ontwikkeling van de mijnstreken in
ons land zal in de naaste toekomst zware
geldelijke eischen stellen aan het Rijk, de
provincien en de gemeenten, waar de mijn-
velden gelegen zijn. Waar Nederland voor
een belangrijk deel op eigen productie za
zijn aangewezen, zal alles gedaan worden
om die productie te verhoogen, 't geen, af
gescheiden van de benoodigde kapitalen,
belangrijke uitgaven zal vergen voor de
eischen, die de economische ontwikkeling
der mijnstreken zal stellen bijvoorbeeld
voor: aanleg, verbetering en uitbreiding
van spoor-, tram-, land- en waterwegen;
huisvesting der toenemende bevolking, enz.
Voor al deze uitgaven moet een bijzondere
regeling worden getroffen, waarbij het
Rijk zijn hulp moet uitbreiden.
De regeering stelt voor een in dit ont-
werp bedoeld fonds te stichten, welks be-
grootingen zullen moeten worden iiela.s
met de voile uitgaven naar mate deze moe
ten geschieden om aan de hierboven om-
schreven eischen te voldoen.
Het ontbrekende zal uit de algemeene
Rijksmiddelen aan het fonds zijn voor te
schieten, welke voorschotten ten laste van
den buitengewonen dienst zullen zijn te
brengen. Zij zullen van den aanvang af
rente dragen en ten laste van het fonds zijn
te restitueeren, naar gelang de baten van
het fonds de uitgaven, die een afloopend
karakter dragen, zullen overtreffen.
ENGELAND.
De lersche wet is in derde lezing door het
Lagerhuis met 206 tegen 18 stemmen aan-
genomen.
In den loop van het debat deed de natio
nalist Devlin een heftigeh aanval op de Ier
sche politiek der regeering en de wet. Hij
bleef hardnekkig doorspreken, zelfs toen de
voorzitter hem verzocht weer naar zijn
plaats te gaan, en weigerde het huis te ver-
laten, toen de voorzitter hem verzocht te
vertrekken.
Een motie tot schorsing van Devlin werd
met 229 tegen 43 stemmen aangenomen.
Devlin verliet toen het huis, gevolgd door
de andere nationalisten en de meerderheid
der arbeiderspartij.
GRATIFICATIE AAN BELGISCHE
OUD-STRIJDERS.
De Belgische Kamer nam met algemeene
stemmen der 114 aanwezige leden het wets
ontwerp aan, waarbij aan de militairen, die
den oorlog 1914-1918 medemaakten, een
blijk van dankbaarheid wordt toegekend.
Deze militairen zullen een gratificatie ont-
van.gen ,v?n.75 *rancs voor elke maand, die
zij in militairen dienst tusschen 1 Augustus
1914 en 11 November 1918 aan het front
hebben doorgebracht en een gratificatie van
50 francs per maand in werkelijken dienst
achter het front doorgebracht. Met 't oog
-Dus is het wel waar, dat die hond u zijne
valstrikken spant?" riep Jan Norris op
doffen toon, terwijl Myga haar gezicht aan
zijne borst verborg en sidderend toestem-
mend snikte.
De jonge Watergeus knarste op de tanden
van woede en grijnslachte, terwijl hij zeide:
„Hou je maar kalm, kind, ben ik niet bij je,
om je te beschermen en heb ik niet veel
makkers, die gaarne zullen helpen. Denk
maar: „er verloopt immer veel tijd tusschen
t beramen van plannen en de uitvoering en
stel je dus maar gerust."
„Jan, ik kan mij niet verdedigen. Hebben
niet de misdadige, overmoedige vreemden
de macht? Wie zal ze beletten, hun booze
plannen uit te voeren? O Jan, Jan, neem mij
mee nog dezen nacht aanstonds".
Jan Norris hield zijn bleeke, sidderende
bruid in zijn armen en trachtte haar op alle
mogelijke wijzen gerust te stellen. Toen hem
dat een weinig was gelukt vertelde hij ver-
der van zijn avontuur in de kroeg De Gou-
den Leeuw.
„De haren rezen mij te berge en 't bloed
vioog me naar 't hoofd. Maar ik moest mij
bedwingen, om mij niet te verraden; dat
kostte mij groote moeite, toch wist ik mij
te beheerschen en te doen, alsof ik geen
woord van 't Italiaansch verstond. Bij den
graaf van Lumeij, een schelmstuk, zwarter
dan de nacht, werd daar gesmeed; gelukkig
weef ik er alles van en dat is voldoende.
om het te voorkomen. Overmorgen in alle
vroegte zeilt de Andrea Doria, op last van
den admiraal uit en omdat nu de gelegen-
heid zoo gunstig is, zal in den eerstkomen-
den nacht het mooie plan worden uitge-
voerd. Dan zal het wilde duifje, Myga van
Bergen in de macht zijn van kapitein An
tonio Valani; de luitenant Leone delfa Rota
op deze gratificatits is een speciaal fonds
gevormd. Tot versterking van dit fonds nam
de Kamer een wetsontwerp aan, waarbij de
successierechten met vijftig procent worden
vermeerderd, hetgeen vijftig millioen zal op-
brengen.
DE DOORVOER VAN GEALLIEERDE
TROEPEN.
Volgens het .,Berl. Tagebl." heeft de
rijksvakvereeniging van Duitsche spoorweg-
beambten en arbeiders verklaard, dat zij het
standpunt deelt, door de rijksregeering in-
genomen inzake de neutraliteit.
Zij zal alle middelen aanwenden om het
transport van gealbeerde troepen naar Po-
len door Duitschland onmogelijk te maken.
Het spoorwegpersoneel te Karlsruhe heeft
een nieuw wapentransport voor Polen aan-
gehouden.
BEZETTING VAN HET ROERGEBIED.
Naar de ,,VorwSrts" meldt, zou
Zondag, in Essen een gemeenschappelijke
conference van alle socialistische partijen
en vakvereenigingen haar standpunt bepa
len tegenover den buitenlandschen politie-
ken toestand en beraadslagen wat er te doen
is bij een eventueeie bezetting van het Roer-
gebied.
AAN DE POOLSCHE GRENS.
Uit Oost-Pruisen wordt gemeld, dat de
kozakken-patrouilles den gendarmedienst
aan de Poolsche zijde van de Duitsche grens
waarnemen om te vermijden, dat kleine Rus-
sische benden de Duitsche onzijdigheid zou-
den schenden.
DRAADLOOZE TELEFONIE.
Uit proeven, die door het rijksministerie
van posterijen met draadlooze telefonie ge-
nomen zijn, is gebleken, dat het mogelijk is
van een middelpunt uit met geheel Duitsch
land te bespreken. Men hoopt nu de techni-
sche middelen te vinden om hiervan spoedig
voor den aigemeenen telefoondienst gebruik
te maken.
GENERAAL WEYGAND OPPER-
BEVELHEBBER?
Volgens de Temps" heeft de Fransche
generaal Wevgand aan de Poolsche regee
ring verklaarTf, dat de zaak voor haar nog
geenszins verloren is en dat hij er geen be-
zwaar tegen zou hebben het opperbevel en
de verantwoordelijkheid voor de militaire
actie op zich te nemen. Dit aanbod wordt
in alle kringen ten hoogste gewaardeerd en
indien de door den generaal gestelde voor-
waarden door de Poolsche autoriteiten wor
den geaccepteerd, zegt de Temps", is het
mogelijk. dat de strijd tegen de bolsjewisten
een nieuw en gelukkiger stadium intreedt.
DE MlSLUKKINCi VAN DE BOYCOT.
De ,,Arbeiter Ztg.te Weenen publiceert
een manifest van het 1. V. V. aan de geor-
ganiseerde arbViders van Oostenrijk, waar-
in Fimnien hun voor de opofferingen bij den
boycot tegen Hongarije dank zegt en ver-
klaart, dat de boycot wordt opgeheven, om
dat het I. V. V. nog niet sterk genoeg is om
in dezen strijd overwinnaar te blijven.
De arbeiders in de landen, die niet direct
aan Hongarije grenzen, hebben niet genoeg
kracht ontwikkeld en de arbeiders van Hon
garije waren te zwak om de actie der buiten-
landsche kameraden voldoende te steunen.
Bovendien werd het reactionaire Honga
rije door de regeeringen der Entente-landen
moreel en materieel gesteund.
In de Vrijdag gehouden zitting van den
rijksarbeidersraad rapporteerde de soc.-
dem. afgevaardigde Forstner omtrent het
afbreken van den boycot. Uit zijn mede-
deelingen bleek, dat de Oostenrijksche ar
beiders door de vakvereenigingen der an
dere landen deels niet voldoende gesteund,
deels geheel in den steek werden gelaten.
Thans, nu de mislukking van den boycot
openlijk wordt erkend, worden de organi-
zal daarbij een handje helpen. In den eerst-
komenden nacht zal dit huis worden over-
vallen; doch zoo stilletjes gebeurt dat,
dat geen buurman er door ontwaken, geen
haan in Antwerpen er naar kraaien zal."
,>Myga op het galjoen? dan vlug de an
kers gewonden, hoiho; 't zeegat uit op de
Geuzenjacht! op de groote zee zal niemand
meer het hulpgeschreeuw van Myga hooren?
En dat alles moet ik aanhooren en durf
geen kik geven, niet met mijn mes in de
vuist de beide schurken aanvallen en neer-
stooten!"
,,0 Jan, Jan, terwille van onze liefde, red
mij. Laat mij niet vallen in de handen dier
schurken. De dood zou te verkiezen zijn bo-
ven zoo'n lot."
Bedaard, kind! bedaard! We hebben nog
veel tijd tot den eersten middernacht. Als wij
te Amsterdam bij den haard zitten, zullen we
nog vaak over deze geschiedenis praten.
Verlaat je op mij. geliefde; er zal je geen
haar gekrenkt worden, zoolang Jan Norris
er nog is. Maar hoor nu verder; want mijn
verhaal is nog niet uit. Ik moet je eerst nog
vertellen hoe het kwam, dat zij vermoedden.
dat ik de tweede stuurman van de zwarte
galei was. Dat is -heel wat vroolijker, dan
wat ik je nu juist vertelde."
,,0 Jan, Jan. ach, ik ben zoo ongerust;
o barmhartige God, wie zal de arme
Myga beschermen? O Jan, laat ons vluch-
ten, dadelijk, ik kan hier niet meer ademen,
de 'ucht in deze kamer doet mij stikken!"
Bedaard, bedaard, lieve Myga. Graag
zou ik je dadelijk in veiligheid brengen, en
een boot zou ook wel gereed liggen, om ons
op te nemen, maar hoor eens naar 'tleven
op de straat de heele stad weet het in
dezen oogenblik. dat mannen van de zwarte
galei verkleed binnen hare muren toeven.
tators ook in dien kring aangevallen, die
de boycot aanvankelijk niet stelselmatig be-
streden.
De Wiener Morgen Ztg." schrijft: On-
getwijfeld hebben ook uitgebreide kringen
der bevolking, die de politiek der soc.-de
mocratic niet aanhangen, de boycot goed-
gekeurd, maar zelfs deze burgerlijke kringen
zullen met verontwaardiging kennis nemen
van het feit, dat de oppervlakkigheid, waar-
mede de boycot werd georganiseerd, het
Hongarije van Horthy niet slechts niet ver-
zwakt, maar nog in zijn zelfbewustzijn heeft
versterkt.
Naar verluidt, zullen de Tsjecho-Slowa-
kische en de Zuid-Slavische regeeringen bij
den Oostenrijkschen staat een eisch tot
schadevergoeding wegens den boycot indie-
nen.
De Pester Lloyd" meldt, dat na de op-
heffing van den boycot Hongarije onmiddel-
lijk het verkeer met Oostenrijk zal hervatten.
TER NEUZEN, 9 Augustus 1920.
Het weerbericht van het rnoteorologisch
instituut te De Bildt van bedeu luidt als
volgt
Hoogste barometerstand 767.2 Neufahr-
wasser.
Laagste barometerstand 755.1 Haparanda.
Verwaehting tot den avond van 10 Aug.
Zwakke tot matige Zuidelgke tot Weste-
ljjke wind, zwaar bewolkt, waarschjjnlijk
droog beboudens kans op onweer, vrg warm.
Luister eens naar dat gewoel dat loopen
tn draven geldt mij; er is geen mogelijkheid,
dat wvij er nu tusschen door zouden kortien,
zonder ontdekt te worden. Ga zitten en beef
zoo niet nog zijn wij veilig en tijd brengt
raad denk aan dezen stond, als wij in den
winter te Amsterdam aan den haard zitten.
Ha, ha, ha, laat ze maar zoeken, Jan Norris
is ze te vlug af geweest 't zou toch ook
jammer geweest zijn van den knaap, als ze
hem gevangen hadden, niet waar, Myga!"
,,G Jan! Jan!"
,,Bah, geef mij een kus nog een en nu
zal ik verder verhalen. Dus zit ik en bijt mij
de lippen ten bloede, maar verlies geen
woord van 't gesprek naast mij en de schur
ken babbelen verder en hebben schik in hun
vreeselijk plan. Daarna drinken ze hun
glazen uit, staan op en willen vertrekken,
maar worden bij de deur door een groot
tumult verhinderd. Hier wordt n.l. een jon
gen, gezeten op de schouders van twee
kerels binnengedragen, en, als 'tvolk in de
gelagkamer hem ziet, wordt er Iuide hoera!
geroepen. 't Is n.l. de kajuitsjongen van
,.De Hoop", die alleen van de geheele be-
manning aan den dood is ontkomen en na
een wilden tocht door lucht en water aan
Find is gespoeld. Ieder wil hem zien, ieder
hem spreken en alien dringen op hem toe
en bieden hem hun bekers en kruiken aan.
Mij komt het echter geraden voor, van 't al
gemeene gewoel gebruik te maken, om mii
ongemerkt te verwijcferen. Daarom sluip ik
zoo dicht mogelijk bij den wand langs en
heb a! biina de deur bereikt, als het ongeluk
wil, dat het oog van den scheepsjongen, die
nog altijd gehurkt zit op de schouders van
z:jn dragers, op mij valt. De knaap kiikt mi;
aan, ais zag hij een spook, hij wordt lijk-
bleek en schreeuwt plotseling zoo luidt hij
kan: „Help, help! zie! zie! dat is er een van!
lleln pakt hem, pakt hem." ,,Wie is
dat? hc/e? wat?" bruit het volk, terwijl het
naar den jongen kijkt. Daar, daar. die
daar mj de tafel pakt hern, hij is het, die
kapitein Perrazzo doorstak een van de
zwarte galei." Nu ontstond er een !a-
waai. alsof heel Antwerpen losbrak alier
oogcr. waren op mij gevestigd, alle wapens
vlogen uit de scheeden; ook ik trek mijn
nies, om uijn leven in geval van nood zoo
duur mogelijk te verkoopen. Nu vliegen al
ien op r.'ij aan; maar ik was hun te vlug,
pak de eerste de beste bank en slinger hun
dte v-or de voeten, zoodat velen er over
struikelen en op den vloer dooreen kruipen
an dat oogenblik maak ik gebruikmet
een fhnken sprong sta ik temidden van
gewoel. sla als een bezetene met mijn mes
on. mij heen de deur is bereikt ik ben
op straat, achter mij hoor ik het brullen
mijncr vervo'gers gelukkig, dat ik mijn
Antwerpen zoo door en door ken. Door J 1
en dun pa at de jacht, maar ik misleid mijn
vervo gers door velerlei list, zoo worden ze
emdehjk het spoor bijster en ik weet hier!
sohlint 1 ';komen' waar men nog niets
seh.mt te weten mijn dierbaar sleuteltje
opent vooi mi, een welbekende huisdeur
en hier ben ik gered, om jou te redden
lieve Myga, lieve bruid. Maar luister toch
hepn C ga,rn,ZOen komt waarlijk on de
M^!n T'eer voor mii- mijne heeren!
ha, ha ha["Cn dank daarvoor.
1„icfChAnd-iU]Sferde Jan Norris- d°ch Myga
luisterde sidderend naar 'tleven op straat.
(Wordt vervolgd.)
TER NEUZENSCHE COURANT.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt be-
kend, dat blijkens mededeeling van den heer Com
missaris der Koningin in Zeeland in verband met
de veepest in Belgie alle bestaande vergunningen
tot invoer en wederinvoer van vee nit dat land
worden ingetrokken en geen nieuwe meer -worden
verleend. De ingezetenen worden dringend verzocht
Belgische veestallen te mijden en geen vreemd vee
bij het hunne toe te laten.
Be ingetrokken vergunningen tot invoer en weder
invoer worden ten spoedigste bij den heer Commissaris
dezer provincie ingewaeht.
Ter Neuzen, den #7 Augustus 1920.
De Burgemeester voornoeind,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend,
dat het vee van de GEBROEDERS FA AS, wonende
in deze gemeente, Javastr. 46, door het rnond-
en kiauwzeer is aangetast.
Ter Neuzen, den 7 Augustus 1920.
De Burgemeester voornoeind,
.1. HUIZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend,
dat het vee van den landbouwer J. P. VERCOUTEREN,
wonende in deze gemeente, Walstraat 8, door het
rnond- en kiauwzeer is aangetast.
Ter Neuzen, den 9 Augustus 1920.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend,
dat bij beschikking van Zijne Excellentie den Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel d.d. 7 Augustus
1920 is bepaald, dat
met ingang van 7 Augustus 1920, het vervoer of
doen vervoeren van herkauwende dieren en varkens
te verbieden uit een kring omvattende ZEEUWSCH-
VLAANDEREN
te bepalen, dat, wanneer bijzondere redenen af-
wijking van het sub A bedoelde verbod noodzakelijk
maken, zoodanige afwijking kan worden toegestaan
door den Commissaris der Koningin onder de door
den districtsveearts te MIDDELB.URG aan te geven
vaorwaarden.
Ter Neuzen, den 9 Augustus 1920.
De Burgemeester voornoemd.
J. HUIZINGA.
De Burgemeester van TER
NEUZEN maakt nekend
De Minister van Landbouw heeft bepaald,
dat het vervoer- en a/levering ever bod
I. met lDgang van 15 dezer niet meer
van toepassing zal zijn op buiten
iandsche Tarwe;
II. met ingang van 15 September niet
meer van toepassing zal zijn op buiten-
laadsche Tarwebloem en buiteniandsch
Tarwemeel.
Ter Neuzen, 9 Augustus 1920.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
TER NEUZEN,
EEN STEM UIT DUITSCHLAND.
Pastor Zauleck, trad Zondagavond in de
Hervormde Kerk alhier, voor een zeer groote
schare op om mededeelingen te doen over den
toestand in Duitschland, en zijn arbeid te
iSochem, inzonderheid onder de jeugd.
Hij sprak zijne vreugde uit, in deze kerk te
kunnen optreden, inzonderheid ook om gelegen-
heid te hebben, om uiting te kunnen geven
aan zijn diepgevoelde dankbaarheid.
Dankschulden kunnen evenzeer drukken als
geldschulden. Naar aanleiding van de woor-
den ,,Draagt elkanders lasten" wees ihij op de
zware lasten, die de Duitschers thans dragen.
Vooreerst, over den oorlogslast, de schuld die
zij zouden hebben aan den oorlog.
De stemming, zeide hij, is over 't algemeen
niet verkeerd, niet onckristelijk. Verreweg de
meeste Duitschers gevoelen, dat oorlog voeren
zonde is. Er zijn enkelen, die den naam van
vechtersbazen verdienen, die dwalend meenen
daar hun vaderland een dienst mee te bewijzen.
Aan de andere zijde zijn er velen, die te
veel over Duitschiands schuld aan den oorlog
spreken, en zich daardoor verachtelijk maken
bij den vijand.
Spreker stond in het midden en zeide: als
twee vechten hebben beiden schuld. Vruchte-
loos is 't te vragen: wie is de oorzaak?
De hoofdzaak is deze, dat ieder aan zijn
eigen SCHULD denkt, niet aan wraak denkt,
maar zich met den vijand tracht te verzoenen,
en tot God bidt om eehe gegronde vrede, uiter-
iijk en innerlijk, met de voormalige vijanden.
De tweede last is de honger en de duurte.
Wij hebben letterlijk aan alles gebrek, aan
brood, vleesch, vet, aardappelen, melk.
Het ergste was de winter van 19161917.
Toen aten wij 'smorgens, 's middags en
's avonds rapen in water gekookt. Ook de kof-
fie werd uit rapen gemaakt. Kinderen namen
de mangelwortelen uit den akker en aten die
rauw op.
Mijn vrouw stond 's avonds weenend aan
den haard, wanneer zij geen meel, geen melk,
slechts een weinig gemalen kruiden voor de
kinderen in de watersoep te doen had.
Bij de jonge fabrieksarbeiders trokken de
beenen en de voeten krom, daar het gebeente
te week was om de lichaamszwaarte te dra
gen. En nog heden is het brood van boonen-
meel en ongepelde haver, zoo bitter en brok-
kelig, dat het nauwelijks te eten is.
De derde last, die ons Duitsche volk geknakt
heeft, was de verloren oorlog en de revolutie,
welke twee ten nauwste Samenhangen.
Ik ben uit de kolen- en ijzerstad Bochem,
zeide hij, en heb mede aangezien, hoe die man-
nen, al die oorlogsjaren door van 's morgens
6 uur tot 's avonds 8 uur, Zondags evengoed
als in de week, in de afgrijselijke fabriek ge-
werkt hebben.
Dat was een foltering, die eenvoudig- niet te
beschrijven is.
Zoo moest dien lieden de revolutie als eene
verlossing toeschijnen, ofschoon ze het niet is
geweest.
De revolutie is steeds een vertwijfelingsdaad.
Maar ook de vertwijfeling was daar, als
wij den strijd wegens den honger en het gebrek
niet winnen konden.
Ik zal nooit dien nacht vergeten, toen de
tierende menschenmassa door de straten liep,
j mannen, vrouwen, jongelieden en kinderen om
1 triomf te schreeuwen van 's avonds tot 's mor-
gens, toen de gevangenisdeuren krakend open-
gingen om de roovers en misdadigers er uit
ap huiAahuio a^snnu aufrui ur uaoj 'uayej
j glasscherven van de groote winkelruiten rin-
i kelend neervielen en de groote kleedermaga-
j zij nen leeggeroofd en leeggeplunderd werden
tot het laatste stuk.
En dan gedurende de volgende dagen en
nachten dat ratelen der machinegeweren, dat
doffe knallen der kanonnen te moeten hooren
en dan de slechtste menschen, de ruwste ge-
zichten, het uitvaagsel van het volk op een
brutale manier door de straten te moeten- zien
gaan.
In den revolutienacht op 9 November 1918
hebben wij geleerd o-m af te zien van alles wat
men aan aardsche goederen zijn eigendom kon
noemen. Toen waren wij vogelvrij,
Toen gevoelden wij instinctief, hoe een mach-
tig rijk, een Keizerstroon, een werk van vele
honderde jaren, ineenstortte.
En onze eenige vraag was: Is er nog iets,
dat zal blijven staan?
Maar zie 's morgens om 6 uur, ais nog
alles in donkerheid lag, toen begon de hel-
dere kerkklok te luiden, en als een openbaring
van den hemel klonk het in mijn haH: „De he
mel en de aarde zullen voor bij gaan, maar Mijne
woorden zuilen geenszins voorbijgaan."
Dat is tot heden mijn hoop in deze hope-
looze dagen.
Het is toch glashelder, dat het ineengestort
Duitschland weder opgebouwd moet worden.
Voor den Christen geldt: ,,Zoo de Heere het
huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden deszelfs
bouwlieden daaraan".
En dat is de zwaarste last, die wij Duitschers
in dezen tijd te dragen hebben, dat die beide
grondzuilen, waarop een Rijk alleen kan ge-
grondvest zijn, n.l. de gerechtigheid en de
liefde, ook nog ondermijnd worden.
Er wordt verschrikkelijk geroofd, gestolen,
bedrogen en gelogen. Het woord, dat eens de
Rijkskanselier sprak, toen de doortocht door
Belgie geschied was, is op verschrikkelijke
wijze in geheel Duitschland wair geworden:
,,Nood kent geen gebod".
Maar zonder de geboden Gods komt het ge-
luk niet weder. En.evenzoo ontbreekt de liefde
heden zoo zeer.
Eendracht maakt macht, maar verdeeldheid
zwakke r.
Er is slechts een onderwerp waarover men
in Duitschland spreekt: Hoeveel salaris krijgen
we? Hoeveel moet het loon verhoogd worden?
En terwijl men de menschen wijs maakt:
ij zullen betere toestanden als voor den oor
log scheppen, schermt men met het commu-
nisme, dat toch een valsch communisme (het
uwe is het mijne, in plaats van het mijne is
het uwe) blijkt te zijn.
Daarna spreekt Pastor Z. over wat er goeds
in Duitschland is.
Een krank en ondeugend kind behoeft in de
eerste plaats liefde. De laatste jaren heb
bizonder gewerkt voor de uitzending van kin
deren, welks werk in Bochum begonnen, zich
thans uitgestrekt heeft over geheel Duitsch
land.
Met Gods hulp heb ik tot heden van uit de
stad naar het land ongeveer 5000 kinderen in
goede kracihtige verpleging gezonden.
Zijn de menschen met den oorlog beter of
slechter geworden? Een deel is slechter. een
ander deel is veel beter geworden.
Smokkelen, woqkeren, geldverdienen is de ge-
loofsbelijdenis van talloos velen.
Aan de andere zijde is, bijzonder bij de
jeugd, een stuk idealisme voorhanden, een
streven naar boven, naar reinheid, naar waar-
achtigheid.
Van deze lieden verwacht ik de redding van
Duitschland.
Gene t I g6Ven 00p n°S niet °P- den
maar voor den drommel. hoor