ALQE1EEN NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
VrijsiBlIing en vargoediug
No. 7023.
Donderdag 29 Juli 1920.
60e Jaargang.
BIJflEI TI1AAB.
Mond- en Kiauwzeer.
Mond- en Kiauwzeer.
GEMEENTEREKENING.
Kohier SchooigeSd.
Herhalingsonderwijs.
INRICHTINGEN,
wegens kostwinnerschap.
Bruinbroodkaarten.
Gemeentelijke-, tevens Districtsarbeidsbeors.
H. H. Werkgevers
BINNEIlAND.
BUIT ENLAND.
welke OK VAAH, SCHA1/E of HINDER
Kunnen veroorzaken.
De Burgemeester van TER NEUZEN
brengt hierbij ter aigemeene kennis, dat
krachtens de wet van 28 Mei 1920 (Staats-
blad no. 261) het volgende nopens het
verleenen van vrijstelling van ingeljjfde
militieplichtige kostwinners en nopens het
toebennen van kostwinnersvergoedin-
yen zal gelden na den dag, icaarop de
duur der heerschende buitengeicone om
standigheden eindigt. Zoodra de datum
bekeDd is, waarop deze buitengewone om-
standigheden te eeniger tijd geacht worden
te zijn geeindigd, zal daaraan aigemeene
bekendheid worden gegeven.
Vrijstelling van militieplicht.
Kostwinnersvergoeding.
De aandacht van belanghebbenden wordt
voorts gevestigd op het volgende:
A. Bestendiging van vergoeding.
B Vergoeding in geval van opkomst of
terugkeer in werkelijken dienst na
het eindigen der buitengewone
omstandigheden.
De Burgemeester van TER NEUZEN
maakt bekend, dat voor het 145e tjjdvak
(30 Jdli t/m 7 Augustus) geldig zjjn de
zwai»ft gekleupde kaarten met grjj-
zen ondergrond.
Ter Neuzen, 27 Juni 1920.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
TER NEUZEN.
Bureau Schoollaan 4.
Geopend: alle werkdagen 9-12 en 2-4 uur.
Wend U om arbeidskraehten tot de Beurs.
Ingeschreven sta&n
Grondwerkers,
T Los.se Arbeiders.
De Directeur,
J. F. DE COOKER.
DE CREDiEX-0VEREENKOMST MET
DUITSCHLAND.
De uitgestelde bekrachtiging.
Naar aanleiding van het bericht, dat de
behandeling van het wetsontwerp tot be
krachtiging van de met Duitschland ge-
sioten krediet-overeenkomst door de Eerste
Kamer tot September zal worden uitgesteld,
schrjjft bet wHbl.":
//Ook de Regeering sehijnt na de zonder-
linge uitlatingen van den heer von Simons
geen prjjs te stellen op een onmiddelljjke
afdoeniug. Zoo lang met vaststaat, dat de
Duitsche regeering haar verplichting tot
kolen-leverantie aan ons ernstiger opvat dan
de heer von Simons bleek te doen, en dat
bovendien redeljjkerwijze er op kan worden
staat gemaakt, dat zij bjj macbte zal zijn,
die verplichting na te leven, is er voor ons
geen dringende reaen, de overeenkomst aan
te gaan en mag de Regeering niet een zoo
groot krediet ter oodersteuniDg van^Puitsch-
land ter beschikking stellen.
Zou de overeenkomst in het geheel niet
worden bekrachtigd, dan sluit dat natuurljjk
in geenen deele uit, dat wij toch kolan van
Duitschlnnd krjjgen en daariegenover krediet
verleenen. Maar met dit laatste zal men
dan zeker binnen enger grenzon bljjven, dan
in de overeenkoms; zjjn voorzien. Trouwens,
een deel van bet krediet is reeds bij wege
van anticipalie, op be overeenkomst ver
leend, geiijk ook geregeld niet onbelangrjjke
boeveelheden koien ooze grenzen zjjn bin-
ner.gevoerd. Hoe groot -het reeds verleende
krediet thans is, is ons niet bekend bij de
indiening van het wetsontwerp op 14 Juni
bedroeg het reeds 25 millioen gulden. Ook
met de exploitatie der Duitsche mjjnvelden
door de Ned-rlandsche maatschappij tot
ontginnmg van steenkolenvelden, in de over
eenkomst voorzien, schjjnt reeds een begin
te zijn gemaakt. Dit alles zal noodig maken,
dat, indien de overeenkomst niet mocht
worden bekrachtigd, een andere sehikking
worde aangegaan ter regeling en afdoening
van wat reeds heeft plaats gevonden."
CHEF GENERALE STAF.
Naar de //Msb." verneemt, wordt de ge
neraal-majoor L. G. van der Voort Maar-
scdaik, commandant der Noord-Hollandsche
Waterlinie te Utrecht, binnenkort benoemd
tot chef van den generalen staf, een functie,
waar sedert de benoeming van den luitenant-
generaal W. F. Pop tot Minister van Oorlog
nog niet in voorzien is.
DRANKBESTRIJOING IN HET LEGER.
De Minister van Oorlog beeft in een
schrjjven aan de besturen der bestaande
onderofficiersbonden te kennen gegeven,
dat het streven in die kringen, om volgens i
het^stelsel van Piaatselijke Keuze tot droog-
legging van de onderofficiers-cantines te
komen, zijne voile instemming heeft. Wil
het echter een practisch rt sukaat opleveren,
dan moet het steun vinden bjj een over-
groote meerderheid van de onderofficieren.
Daarvan wenscht de Minister op de hoogte
te worden gesteld.
HET VERVALLEN DER 7 PCT.
AFTREK
Men deelt aan de Maasb. uit Den Haag
mede, dat in ambtenaarakringen het gerucht
de rondte doet (en de bron komt aan dit
blad wel goed voor), dat de Ministerraad
zou beslofen hebben tot het niet meer in-
houden der kortingen op de pensioenen der
Rjjksambtenaren, hetgeen voor veleambte-
naren een salarisverbetering van 7 pet.
beteekenen zou.
DE EX-KEIZER.
Nogmaals heeft de Minister van Binnenl.
Zaken verklaard dat bij het vertrek van
den voormaligen Duitsehen keii.tr uit het
Duitsche hoofdk wartier te Spa naar N edevland
geen Nederlandsch opper- of hoofdofficier
aanwezig was.
KANAAL ANTWERPEN—MOERDIJK.
Naar //De Grondwet" verneemt, worden
te Roosendaal plannen voorbereid om zoo
spoedig mogelijk te komen tot een groote
vergaderiDg, waarop de belangen van
Roosendaal bjj den aanleg van het kanaal
AntwerpenMoerdjjk, via Roosendaal
Zevenbergen besproken zullen worden.
DE VOLK8TELL1NG GAAT DOOR.
Naar de »Tel." verneemt, heeft de Com-
missaris der Koningin in de provincie
Noord-Holland aan de burgemeesters in die
provincie bekend gemaakt, dat de minister
van Binnenlandsche Zaken //afgezien heeft
van het voornemen, om de volkstelliDg,
wegens de hooge kosten, dit jaar niet te
houden."
STAATSCOMM1SSIE BOUWBEDRIJF.
De Minister van Arbeid heeft ingesteld
een commissie van onderzoek naar de toe-
standen in het bouwbedrjjf.
Aan deze commissie is opgedragen
lo. een onderzoek in te stellen naar de
toestanden in genoemd bedrjjf
2o. in een rapport mede te deelen, in
hoeverre de toestanden in het bedrjjf als
ongewenscht zjjn te beschouwen en mede
met het oog op de voorziening in den wo-
ningnood, wijziging behoeven
3o. in uat rapport aan te geven, wat
naar het oordeel der commissie als redelijke
arbeidsvoorwaarden voor het bouwbedrjjf
zjjn aan te merketn
Tot lid en voorzitter is benoemd prof.
Chr. K. Visser, hoogleeraar te Delft en tot
secretaris de heer A. J. Kloos, inspecteur
van den arbeid te 's Graven h age.
Tot lid is o.m. benoemd de heer Jhr.
C. de Graeff, inspecteur voor de vofksge-
zondheid te 's Graven hage.
TOESTAND.
Het wil in Europa, ondanks alle vredes-
verdragen, in werkeljjkheid maar geen vrede
worden, schrjjft de H. Crt. Poien en
Russen zjjn in vollen oorlogde Grieken
en Turken zjjn op ouderwetsche wjjze aan
't bakkeleien, de bolsjewiki maken aanstal-
ten om Roemenie aan te pakken, dat in
hunoogen, evenals Polen te //imperialistisch"
is en te veel onder Frankrjjk's invloed
staat en daardoor een te gevaarljjken buur-
man is voor sovjet-Rusland, Het ideaal
der Entente, dat meh opde vredesconferentie
te Versailles poogde te verwezenijjken. was
een reeks krachtige staten aan den weste-
Ijjken rand van het roode sovjet-rijk te
stichten. Polen was daarvan het midden-
punt. De debacle van dezen jongen staat
vormt de totale ineenstorting van de
Entente-pohtiek om Rusland te isoleeren.
Het ijjkt zelfs dat het tegen^vergesteide
van wat de Entente nastreefde, gebeuren
zal, nl. dat Rusland den baas zal spelen in
de rand-staten, die dan ge-m slagboom tegen
het bolsjewisme, maar een verbicdings-
schakel zal vormen, wa-ardoor Rusiand's
invloed op den gang van zaken in Europa
nog meer merkbaar zal worden dan tot
dusver.
De militaire toestand voor de Polen werd
gunstiger genoemd. Maar waarom vragen
de Polen dan wapenstilstand Moskou heeft
zich bereid verklaard tot het neerleggen der
wapens, maar de roode Jegers gaan nog
voort. Het wordt in Polen zelf nu een ver-
warde toestand. De Entente zendt generaals,
o. a. Weygand, de secondant van maarschalk
Foeh, om een onderzoek in te stellen, m. a. w.
de leiding te geven. De Poolsehe bevelbeb-
bers gevoelen zich daardoor bljjkbaar gepas-
seerd en de bekende generaal Haller heeft
als chef van den staf ontslag genomen. Te
Warschau is een coalitieregeering gevormd,
waaraan ook de socialistische partjj deel-
neemt. Haar leider, Dascynsky, treedt als
p'aatsvervangend minister-president op. De
Poolscbe socialistische partjj, die waarsehjjn-
ijjk een leidende rol zal spelen, vraagt een
vrede, die waarborg geeft voor de onafhan-
keljjkheid en de ontwikkeling van Polen en
tevens zelfbestemmingsrecht voor de vol-
ken die tusschen Polen en Rusland liggen.
De //Robotnik", het hoofdorgaan der
Poolsehe socialistische partjj, schrjjft't vol
gende
#Met het begin der vredesonderhandelin-
gen is 'toogenblik aangebroken om met al
onze krachien de beginselen der westersche
demokratie en de rechten der nationaliteuen
om over bun eigen lot te beslissen, tegen
de roode dwingelandij te verdedigen. Nu
wjj eindeljjk op den weg naar den vrede
zijn, moeten wjj geen oogenblik vergeten
dat Polen zich thans nog te verdedigen
heeft, eD, zoo lang als de oorlog met gc-
eindigd is, met alle kracht en zelfs ten
koste van groote opofifenngen, ae aunvallen
der indringers moet afweren, en oat het
ook nog wanneer de onderbanaehngen zullen
zjjn begonnen, zjjn verdeaigingsvermogen
met zal kunnen missen. Wjj kunnen de
wapens niet neerleggen, want eenmaal ont-
wapend, zou niemana meer rekening met
ons aanzgn houden, en zouden wij ae ge-
makkeljjke prooi van onze vganden worden.
Door deze beginselen geleid, roepen de
Poolsehe socialisien, lerwgl zjj aandringen
op een zoo spoedig mogeljjk herstel van d-n
vrede, tevens alien op om de krachten en
middelen tot verdediging te onderhouden en
te versterken, ten einde weerstand te kun
nen bljjven bieden en den plicnt tegenover
het vaderiand te vervullen, zooals dit door
den ernst van den tegen woordigen toestand
voorgeschreven wordt."
Zooals hieruit bljjkt, zjjn de Poolsehe so-
cialisten als het er op aan komt, ook na-
tionalistisch en vooral anti-oolsjewisnsch.
De lersche kwestie dringt naar de oplos-
sicg, vooral nu Sinn Fein, dat zich volgens
Edward Carson, als van driekwart, vac ler-
land meester maakte, nu ook de hand ait-
strekt om het resteerende een vierde deel te
bemachtigen, nl. Ulster, het bolwerk van de
unionisten, de aanhangers van een zoo nauw
mogeljjk aan Engeland verbonden lerland.
Bjj de gevechten tusschen unionisten en Sinn
Feiners in Belfast zjjn tot dnsver een paar
dozjjn dooden en honderden gewonden ge
vallen. De toestand in het noorden is tot
't niterste gespannen. De unionisten roepen
hun langen tgd geoefende vrjjwilligers-Da-
taljons op, die, onder bevel gesteld warden
van een luitenant-kolonei. De burgeroorlog
is in vollen gang. Maar als de nood
't ergste is, komt de reddiDg gewoonlgk
spoeaig. De oladen hebben g-.mtla dat
tusschen de regeering en Sinn Fein onder-
hands besprekmgen werden gevoerd. Lloyd
George is bereid tot elke opl. ssing van
zelfbestuur aan lerland op 2 vuorwaarden
lo. dat er geen repubhek zal komen, en
2o. dat aan Ulster bescherming zal worden
verleend.
De Times' meldt, dat van verschillende
zjjdtn bjj de regeering voorstellen zijL n-
gekomen om aan de zuideljjke provincies een
//Dominion Home Rule", (zooals bijv. Ca
nada) te verleeneD.
Volgens deze voofatellen zouden de zuide-
ljjke provincies van lerland vrij zjjn om zien-
zelf te besturen, zooals zjj verkiezen. op
voorwaarde, dat zjj een integreerend deel
blijven vormen van het Britsche rgk en dat
hun verdediging tegen een aanvai van oui-
ten in handen der rjjksregeericg zou worden
gelaten.
Er zou nog geen beperking zjjn inzabe
ciouane of financien.
L ister zou vrjj zjjn, om of een onafsehei-
deljjk deel van Engeland te bljjven of de
schikkingen te aanvaarden in den geest van
die, welke voor de Zuidelijke provincies zijn
voorgesteld.
Het blpfc echter de vraag of eemg ver-
antwoordelijk leider van ae Sinn timers
een overeenkomst met de regeering wil
treffen. De Sinn Fein-leiders wantrouwen
Lloyd George, wegecs zpn Machiavelheusche
taktiek. Daartegenover bljjven zjj ia 'c
geheim werken voor de voltooiing van de
lersche republiek, en ten slotte zal hun
enige eisch aan Eogsland zjjn t-rk-cnincr
ier republiek.
OVERWERK IN DE M1JNEN.
Volgens den //Lokal Anz beeft in de
economisohe commissie den //Reichswirt-
scbaftsrat", een bekende aanvoerder van de
mjjnwerkers, verklaard, dat de mjjnwerkers
bereid zjjn verder overwerk te doen.
DUITSCHLAND.
De Noordduitsche regeering spreekt zich
u:t voor het iovoeren van een gedwongen
aardappelleeit eu distribute voor bet vol-
gend jaar. en voor het opheffen van de
dwangmaatregeien op het gebied der vleesch-
voorziening, op 1 December, waar tegen
over staat het vrjjlaten van den invoer van
voedingsmiddeleu en vleesch nit het buiten-
iand. De Rijbsvoediugamirister zeide. dat
het vrjjlaten van de vleeschvoorziening mo
geljjk was, indien de broodvoorziening werd
verzekerd.
DE VLAAMSCHE HOOGESCHOOL.
De #FlaDdre liberale" verneemt uit Brus-
sel van bevoegde zjjde, dat de regeermg
TER NEUZENSCHE CO U RANT
JJe Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend. dat eene Openba-e Vergadering
an den Gemeenteraad zal worden gehouden op
/alrnlay 31 ,fnli lOSII dcs namiddags
ten 3 are.
Per Neuzen, den 2d Juli 1920.
De Burgemeester voornoemd,
J HUIZINGA.
De Burgemeester van TEK NEUZEN maakt bekend,
dat bet vpe van den landbouwar C0RNELIS VER-
HELST, wpnewde te Ter Neuzen P 92, door het
mond- en kiauwzeer is aangetast,
Ter Neuzen, den 27 Juli 1920.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bij deze
bekend, dat het vee van den landbouwer CORNEL1S
DE VISSER, door het moml- en klavwzeer is
aangetast.
Ter Neuzen, den 28 Juli 1920.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER
NEUZEN
gelet op art. 219 der Gemeentewet;
brengen bij deze ter ketinis van de ingezetenen,
dat de rekening van de inkomsten en uitgaven dezer
gemeente over het jaar 1919 aan den Raad is over-
gelegil en die rekening van den 29en Juli 1920 tot
den 12en Augustus 1920 op de secretarie der ge
meente voor een ieder ter inzage zal leggen en tegen
betaling der kosten in afschrift verkrijgbaar is.
Ter Neuzen, den 26en Juli 1920.
J HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEU
ZEN maken bekend, dat het door heeren Ge-
deputeerde Staten ran Zeeland goedgekeurde kohier
No. i van het schoolgeld voor het Openbaar Lager
Onderwijs (tijdvak 1 Januari tot en met 30 April
1920) in afschrift gedurende vijf maanden op de
secretarie der gemeente voor een ieder ter leziug
is nedergelegd.
Ter Neuzen, den 28 Juli 1920.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
maken bekend, dat zij, die aan den cursus voor het
herhalingsonderwijs voor meisjes, aanvangende 4
September a.s., wenschen deel te nemen en de zes
leerjaren der lagere school hebben doorloopen, zich
moeten aanmelden voor 15 Augustus a s. voor de
kom der gemeente bij bet hoofd van school A en
voor Sluiskil bij het hoofd van school D.
Bij genoemde hoofden kunnen tevens nadere in-
lichtingen voor het herhalingsonderwijs worden ver-
kregen.
Na den aanvang van den cursus worden geene
leerlingen meer toegelaten.
Ter Neuzen, den 26 Juli 1920.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. J. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER
NEUZEN, brengen ter openbare kennis, dat het
verzoek van C. C. NOBELS, om in het pereeel,
kadastraal bekend in sectie L. No. 1171 eenige hout-
bewerkings- en slijpmachines te mogen plaatsen,
door hen voorwaardelijk is ingewi'lligd.
Ter Neuzen, den 27 Juli 1920.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
J. HUIZINGA.
De Secretaris,
B. I. ZONNEVIJLLE.
1. Vrijstelling van den militiedienst wegens kost
winnerschap wordt verleend aan dengene, door wiens
verblijf in werkelijken dienst voldoende middelen tot
levensonderhoud zouden komen te ontbreken aan zijn
gezin of aan dat, waartoe bij behoort of waarin hij
als pleegkind is opgenomen, dan wel aan personen,
die hem in den eersten of den tweeden graad van
bloed- of aanverwantschap bestaan.
2. Geldt het iemand, die is ingelijfd, dan wordt
de vrijstelling niet verleend, zoo de belangen van den
dienst het wenschelijk maken de vrijstelling niet te
verleenen en bij toekenning eener vergoeding van
ten hoogste een gulden vijf en zeventig cent per
dag voldoende in de middelen tot levensonderhoud
van het gezin of de personen, onder 1 bedoeld, zou
worden voorzien.
3. Geldt het echter iemand, die is ingelijfd bij de
militie en voor wiens verblijf in werkelijken dienst
tot op den dag na dien, waarop de duur der heer
schende buitengewone omstandigheden eindigt, ver
goeding wegens kostwinnerschap wordt genoten tot een
hooger bedrag dan een gulden vijf en zeventig cent
per dag, dan kan hij voor de vrijstelling niet in
aanmer ing komen. zoo de belangen van den dienst
het wenschelijk maken de vrijstelling niet te verleenen
en bij besteudiging van het laatstelijk te zijncn
aanzien toegekende vergoedingsbedrag voldoende in
de middelen tot levensonderhoud van het gezin of
de personen, onder 1 bedoeld, zou worden voorzien.
1. Indien tengevolge van het verplicht verblijf
onder de wapeneri of in werkelijken dienst van een
ingelijfde bij de militie, een dienstplichtige bij de
landweer of een tot den landstorm behoorenden
dieristpliehtige voldoende middelen tot levensonder
houd ontbreken of zouden komen te ontbreken aan
zijn gezin of aan jot. waartoe hij behoort of waarin
hij als pleegkind is opgenomen, dan wel aan persor.en,
die hem in den eersten of den tweeden graad van
bloed- of aanverwantschap bestaan, dan wordt aan
bedoeld gezin of aan bedoelde personen, naar door de
Koningin te stellen regelen, op bun verzoek een
vergoeding uit 's Rijks kas toegekend voor elken dag,
dieri de ingelijfde bij de militie, de dienstplichtige
bij de landweer of de tot den landstorm behoorende
dienstplichtige in werkelijken dienst is, althans zoo
den ingelijfde bij de militie geen vrijstelling van den
militiedienst of den dienstplichtige bij de landweer
geen ontheffing van den werkelijken dienst wordt
verleend.
2. Er kan worden bepaald, dat toekenning van
de kostwin .ersvergoeding ook kan geschieden ter
zake van onverplicht verblijf onder de wapenen of
in weikelijken dienst van den ingelijfde bij de
militie, den dienstplichtige bij de landweer en den
tot den landstorm behoorenden dienstplichtige, zoo-
mede ter zake van verblijf in werkelijken dienst van den
vrijwilliger bij den landstorm.
3. Kostwinnersvergoeding mag behoudens het
vermelde onder 4 niet medr bedragen dan
a. een gulden vijf en zeventig cent per dag ten
aanzien van den ingelijfde bij dp militie;
b- twee gulden vijftig cent per dag ten aanzien
van den dienstplichtige bij de landweer
c. drie gulden per dag ten aanzien van den
dienstplichtige of den vrijwilliger, die behoort tot den
landstorm.
4. Ten aanzien tan de ingelijfden bij de militie
en de dienstplichtigen bij de landweer, voor wier ver
blijf in werkelijken dienst tot op den dag na dien,
waarop de duur der heerschende buitengewone om
standigheden eindigt, vergoeding wegens kostwinner
schap wordt genoten tot een hooger "bedrag dan
em gulden vijf en zeventig cmt per dag voor zooveel
betreft een ingelijfde bij de militie, of tot een
hooger bedrag dan twee gulden vijftig cent
per dag voor zooveel hetreft een dienstplichtige bij
de landweer, kan het genot van dit hoogere vergoe-
dingsbedrag worden bestendigd tot aan het tijdstip,
waarop bun bedoeld verblijf in werkelijken dienst
eindigt.
a. Degenen, die bij het einde der heerschende
buitengewone omstandigheden reeds in het genot
zijn van vergoeding wegens verblijf in werkelijken
dienst va^i een tot de militie te land, tot de zee-
militie of tot de landweer behoorenden dienstplichtige,
wiens verplicht verblijf in werkelijken dienst te dien
tijde nog niet eindigt, blijven tijdens het voortgezet
verblijf in werkelijken dienst in het genot der ver
goeding, voor zoover daarin niet nader wijziging
wordt gebracht.
b. De vergoeding wordt ten aanzien van den
militiepliehte tijdens het voortgezet verblijf in werke
lijken dienst, onder a bedoeld, uitbetaald
indien hij tot de militie te land behoort
door de zprg van de administratie van het korps,.
waartoe de militieplichtige behoort; de uitbetaling
geschiedt alsdan aan belanghebbenden rechtstreeks
door dezorg van dieadministratie, zoo belanghebbenden
buitenslands of in een garnizoensplaats wonen, en
door tusschenkomst van den Burgemeester der ge
meente, waar belanghebbenden wonen, zoo deze
gemeente geen garnizoensplaats is
indien hij tot de zeemilitie behoort
door de zorg van den Commandant der Marine te
Willemsoord en wel door tusschenkomst van den
Burgemeester der gemeente, waar belanghebbenden
wonenzoo belanghebbenden echter buitenslands
wonen, geschiedt de uitbetaling aan hen rechtstreeks
door de zorg van genoemden commandant.
C. Belanghebbenden behoeven niet een aanvraag
in te dienen om tijdens het onder a bedoelde voort
gezet verblijf in werkelijken dienst in het genot der
door hen genoten vergoeding te blijven.
a. Om vergoeding te kunnen verkrijgen ten aanzien
van een dienstplichtige kostwinner, die eerst na het
einde der heerschende buitengewone omstandig
heden in werkelijken dienst opkomt ofterugkeert,
moeten belanghebbenden een daartoe strekkende
aanvraag inzenden.
b. De aanvraag moet worden ingediend
zoo de dienstplichtige kostwinner is voor eigen
gezin door zijn echtgenoote
zoo hij kostwinner is voor het gezin, waartoe hij
behoort ol waarin hij als pleegkind is opgenomen
door het hoofd van dat gezin
zoo zich geen van beide genoemde gevallen voor-
doet, doch hij kostwinner is voor personen, die
hem in den eersten of den tweeden graad van bloed-
ofaanverwantschap bestaan: door die personen.
Indien de echtgenoote van den dienstplichtige is
overleden of degene, die de aanvraag om vergoeding
zou moeten indienen, wegens bijzondere redenen
niet instaat is om zelf over toegekende vergoeding te
beschikken of geacht moet worden daartoe niet in staat
te zijn, moet de indiening van de aanvraag ten be-
hoeve van het gezin of van den persoon, waaraan of
aan wie vergoeding zou worden toegekend, geschieden
door dengene, die in aanmerking kan komen voor
het in ontvangst nemen der vergoeding en daartoe
bereid zal zijn.
C. De onder a bedoelde aanvraag moet door den
dienstplichtige, zoo hij hiertoe niet buiten staat is,
worden mede-onderteekend als blijk van instemming
met het verzoek.
d. De onder a bedoelde aanvraag moet worden
gericht aan den Minister van Oorlog, zoo ze betreft
een tot de militie te land behoorenden of daaraan
toegewezen dienstplichtige, en aan den Minister van
Marine, zoo ze betreft een tot de zeemacht behoo
renden of daaraan toegewezen dienstplichtige
e. Behoort de dienstplichtige tot de landweer, dan
moet de aanvraag NIET rechtstreeks aan den
Minister van Oorlog worden toegezonden, doch
moet ze worden ingediend door tusschenkomst van
den Burgemeester der gemeente van inwonirig van
hen, die de aanvraag doen, of, ingeval dezen buitens
lands verblijf houden, door tusschenkomst van den
Burgemeester der gemeente, waar de dienstplichtige
staat ingeschreven in het verlofgangersregister der
landweer.
f. In het verzoek om vergoeding moeten o. a.
worden vermeld
het nauwkeurig adres van den verzoeker
indien verzoeker in Duitschland of Belgie geves-
tigd isde rang en de standplaats van den Neder-
landschen consulairen ambtenaar, binnen wiens ressort
de plaats van vestiging is gelegen
de naam en de voomamen van den dienstplichtige
VOORT8
zoo hij is toegewezen am de militie te land
de gemeente, voor welke hij voor de militie is
ingeschreven
iiet korps en korpsonderdeel, waarvoor hij is bestemd
dan wel waartoe hij behoort
zijn stamboeknummer en zijn controlenummer,
zoo hem deze nummers bekend kuiinen zijn;
zoo hij is toegewezen aan de zeemilitie
de gemeente, voor welkh-vbij voor de militie is
ingeschreven
zoo hij behoort tot de landweer
de gemeente, waar hij staat ingeschreven in het
verlofgangersregister van de landweer
het wapen of dienstvak, het landweeronderdeel en
de compagnie. waartoe hij behoort;
zijn controlenummer.
Ter Neuzen. 26 Juli 1920.
De Burgemeester,
J. HUIZINGA.