ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUW8CH-VLAANDEREN.
No. 7009.
Zaterdag 26 Juni 1920.
60e Jaargang.
Ramer van Koophandel en Fabrieken
BERSTE BLiAD
wu'zifling van den Provincialen
StoombootdienstopdeWester-Schelde
Openbare Vergadering
S u i k e r.
Gemeenteliike-, tevens Districtsarbeidsbeors
H. H. Werkgevers
Arbeid.
BiNHENLIND,
vanaf 1 Juli 1920 tot nadere aan-
kondiging.
te Te^ Neuzen.
op Maandag 28 Juui 1920, 'savonds
8 uur.
H. W. R. KRAMER, Voorzitter.
N. J. HARTE, Secretaris.
De Burgemeester van TER NEUZEN
maakt bekend, dat bon No. 39 der Rjjks-.
suikerkaart geldig is van Maandag 28
Jnni t/m Zondag 4 Juli.
Ter Neuzen, 25 Juni 1920.,
De Burgemeester voornoemd,
L. J. GEELOEDT, L". B.
TEH NEUZEN.
Bureau Schoollaan 4.
Geopend: alle werkdagen 9-12 en 2-4 uur.
I
lngeschreven staan
Wend U om arbeidskrachten tot de Beurs.
Maciiiniaien,
Grond workers,
Losse Arbeiders,
Opperlieden.
De Directeur,
J. F. DE COOKER.
Haast durf ik er niet mee voor den dag
komen, maar er is toch nog zoo iets van een
spreekwoord, een oud spreekwoord, dat den
arbeid prijst. Arbeid adelt", zoo hebben
we toch menigmaal hooren zeggen en
hooren bepleiten. ,,De arbeid werkt mede
tot ontwikkeling van 's menschen adel. De
arbeid dient tot veredeling." Ik weet, dat het
gevaarlijk is in onze dagen over zulk een
woord te spreken. Van alle kanten komen de
tegenwerpingen als men den arbeid wil aan-
prijzen, en men loopt gevaar van voor zeer
ouderwetsch gehouden te worden als men
daarover spreken wil. Toch zou ik even in
die richting wat willen zeggen, het genoemd
gevaar willen trotseeren, omdat ik meen, dat
de arbeid, goed opgevat, een onmisbare
factor is voor 's menschen levensgeluk.
Hoe komt het toch, dat de arbeid, het
werken zoo in verachting gekomen is? Hoe
komt het toch, dat men het in onze dagen
beschouwt als een noodzakelijk kwaad, als
iets waar men zoo spoedig mogelijk van af
wil zijn? Daar zijn allerlei oorzaken voor.
Er zijn in dat opzicht zoovele wantoestan-
den. Er zijn menschen in onze maatschappij
die met heel weinig werken schatten gelds
verdienen; en er zijn anderen die met harden
langdurigen arbeid nauwlijks hun bestaan
kunnen voortslepen. Geen wonder, dat d
laatsten met afgunstigen blik op de eersten
gaan nederzien en zich zelf gaan beklagen.
Er is aanleiding toe, dat men verlangt ook
zoo weinig mogelijk te doen en zoo veel
mogelijk te verdienen. Er zijn jonge krach-
tige menschen die niet weten hoe ze hun
tijd zullen zoek brengen met allerlei ver-
maken en uitspattingen, en er zijn zwakke,
soms te ionge of ook wel te oude menschen
die nog gedwongen zijn zwaren arbeid te
verrichten. Men zou kunnen zeggen: een
deel van de maatschappij doet te weinig,
een ander deel te veel. Geen wonder, dai
deze dingen aanstoot geven, dat zij benijd
worden die bij een gemakkelijk leven alles
hebben, of bij weinig werken (niet altijd
eerlijk) toch een ruim bestaan. Den eerlijken
trouwen arbeid acht men eigenlijk iets doms,
iets onnoozels, iets vernederends, iets wat
dwaas is. Dien kant gaan wij uit. Doch is
dat nu recht? Wij geven toe, dat er op de
verdeeling van den arbeid wel wat valt af
te dingen ook dat het loon met altijd is
naar evenredigheid, maar moet daarom de
arbeid ve.worpen worden als iets verkeerds?
Die stao is te ver. Indien er menschen zijn,
die te veel brood eten en daarvan onwel
worden, moet de dokter dan gaan voor-
schrijveng£en brood meer eten, want brood
is slejht?
De arbeid blijft voor ieder mensch zijn
hooge beteekenis behouden. Trouwens is
zij onmisbaar. Wat zou er van de vruchten
des lands terecht komen zonder arbeid. in
sommige tijden van het jaar zwaren arbeid?
En onze oorlogsjaren hebben het ons toch
wel duidelijk geleerd, dat de vruchten van
het land in de eerste plaats noodig zijn.
Zonder het land is de stad hulpbehoevend.
Maar zullen er goede oogsten komen in
dien niet met ijver op den akker gewerkt
wordt? Wat zou Nederland zijn, het lage
land, indien daar niet met volharding ge
werkt was om dijken en zeeweringeu .aan te
leggen? Het zou voor het grootste gedeelte
een prooi van de golven zijn. Zeeuwsch-
Vlaanderen zou niet zulke vruchtbare pol
ders hebben indien niet door voortdurenden
arbeid stuk voor stuk aan de zee was ont-
worsteld.
is de arbeid niet te prijzen als wij op
zijne resultaten zien? Wat zien we met be-
wondering op tot den chi-rurg, die met kun-
dige hand een gevaarlijke operatie verricht
en alzoo een zegen is voor de kranke
menschheid. Maar die bekwaamheid kwam
niet op eens, doch na jarenlange ernstige
studie en ervaring. Daar zit een stuk ar
beid achter. De mannen der wetenschap, die
op ailerlei gebied hunne voorlichtingen ge
ven, zij zouden de maatschappij niet vooruit
kunnen brengen indien zij niet ijverig had-
den gestudeerd. En studie is zwaren ar
beid, die den mensch verteert. Laat ons
niet vergclen te letten op de resultaten van
trouwen arbeid, opdat de handen niet slap
worden
En ligt in den arbeid ook niet dit voor-
deel, dat daardoor onze verboreene taien-
ten aan het licht komen en worden ge-
oefend? Nederland zou nooit den roent ver-
worven hebben van bijna de bekwaamste
ingenieurs te bezitten, indien de vele ri-
vieren en de zee in hun onstuimigheid den
Nederlamter niet steeds aan het werk had-
den gezet. Door den arbeid die ons opge-
legd wordt, komen onze talenten aan den
dag. Wij worden aan het werk gezet. en
ons verstand wordt gescherpt, onze krach-
aan het Ticnt. Door den arbfcid eersi 'eeren
we wat we vermogen.
Wat komt er-terecht van een mensch, die
wel biijkt talenten te hebben, maar bij wien
de talenten niet tot ontwikkeling gekomen
zijn, omdat men tegen den arbeid opzag?
Een ntach'ne die stil staat roest en wordt
onbruikbaar. De prachtigste machine waar-
mede de kunstigste voorwerpen zouden ge-
rnaakt kunnen worden, komt op niets als zij
niet gebruikt wordt. Wat jammer, zulk een
ingewikkelde maar verroeste machine! Een
mensch =s wel de meest kunstige machine
die er bestaat, tot allerlei werk in _staat,
't zij met de handen, 't zij met het hoofd.
Maar zonder arbeid verslappen de krachten,
verminderen de begaafdheden en wordt de
mensch al onbekwamer om iets te doen.
Welk een droevig beeld zulk een mensch!
Wie hierop let zal toch moeten toegeven dat
het inderdaad niet te ouderwetsch is om te
zeggen: arbeid adelt.
Maar nu weet ik wel, dat velen door deze
redeneeringen niet te treffen zijri. omdat
zij nederzien op hun eentonigen, moeitevol-
icn. ook soms nederigen arbeid. Daar stelt
men den arbeid niet hoog; het zijn alieen
de verciensten, noodig voor ei'i,en ievens-
onderhoud die aan het >verk zetten en hou-
den. Zonder dat zou er bij hen <ot werken
geen lust zijn. Waar dit het geval is wordt
de arbeid ten slotte een last waarvan men
als 't ma.': eenigszins kan wil af zijn. 766
te arbeidtn'is echter njet verheffenn Wij
meenen echter dat bij beter inzicht ook de-
zulken kracht kunnen ontvangen om het
hoofd gemoedigd omhoog te houden. Daar-
toe zouden wij willen wijzen op de groote
maatschappij waarvan ieder die werkt, een
deel, een lid is. En van ieder lid, als deel
van 't geheel, wordt venvacht dat het zal
doen 't werk waartoe het aangewezen is.
Geen enkel lid is onmisbaar; elk lid is van
beteekenis. Kunnen wij de maatschappij niet
vergelijken bij het menschelijk lichaam?
Dit heeft vele leden, en alieen als elk lid
zijn werking doet is het gehcele lichaam ge-
zond, maar als een enkel lid weigert lijdt
het geheele lichaam schade. Als het oog
niet langer wil zien, komt dan het geheele
lichaam niet in de grootste moeilijkheden?
En het oog zelf lijdt dan ook. Als het oor
niet meer hooren wil ondervindt de geheele
mensch de nadeelen.
Als de hand niet meer werken wil, gaat
het geheele lichaam te niet, want geen voed-
sel komt meer tot den mond. Maar dan
worden de weigerende handen straks zelf
ook geheel machteloos. Doet echter de
hand haar werk dan helpt zij mede tot wei-
zijn van het geheel en van haarzelf. Willen
de hersenen niet meer denken, regelen, zor-
gen, dan komt het geheele lichaam om, maar
doen de hersenen hun werk dan alieen is er
kans dat het ichaam het noodige ontvangt
en in stand blijft. En dit geldt nu ook voor
de maatschappij. Zij bestaat uit verschillen-
de leden, ieder lid heeft zijn eigen werk,
maar van ieder lid wordt verwacht, dat het
zijn plicht doet. Ieder onderdeel is op zijn
plaats onmisbaar en heeft de roeping, maar
immers ook de eer van mede te werken tot
welzijn van't geheel. Als deze gedachte ons
bij den arbeid meer vervulien kon, zou er
niet meer verheffing komen in ons werk?
Welk "werk we ook hebben te doen, het is
onmisbaar, er wordt van ons verwacht, dat
we getrouw zullen zijn in 't verrichten van
datgene wat ons op onze plaats is opgelegd.
Zoo werken we mede tot welzijn van het
geheel. En dan is het werk van een moe-
der die haar kleine verzorgt even onmisbaar
als 'twerk van den professor die een ope
ratie vecricht; en het werk van een een-
voudig arbeider op het land heeft even zeer
beteekenis als het werk van een Minister
voor de wetten des lands. Tenminste als een
ieder op zijn plaaH het werk verricht, dat
hem voor het gelitel is aangewezen. Dan
werkt ieder mee tot bloei van 't geheel.
In dit opzicht moeten wij meer sociaal
gaan gevoelen. Daar is in onze dagen ge-
noeg een geroep. dat de gemeenschap zal
waken voor de beiangen van den enkeling.
die in verdrukking komt. En dit is ook noo
dig. Maar daar dreigt een groote eenzijdig-
heid. Even noodig is, dat ieder lid van de
maatschappij zijn roeping en plicht gevoelt
tegenover de gemeenschap, om zijn beste
krachten te geven voor haar welzijn. Ook
dat is sociaal. Er zijn rechten, maar ook
plichten. Een ieder zij er meer van overtuigd
dat zijn arbeid tot welzijn van t' geheel on
misbaar is. Dat sterke ons tot trouwen
arbeid.
Maurits F.
TWEEDE KAMER.
VergaderiDg van Donderdag.
Aan de orde is het wetsontwerp tot ver-
hooging van de salarissen van rjjksambte-
naren.
De heer Snoeck Hnnkemans (c.-h.)vindt
het aantal salaris-schalen veel te groot.
De heer v. d. Laar (chr. dem.) vraagt uit-
breidiDg van den kinderbjjslag. De heer
Van Ravesteyn (comm.) critiseert de wjjze.
waarop georganiseerd overleg heeft plaats
gehad.
Spreker noemt de nieuwe salarisregeling
reaction air.
Mej. Groeneweg (s. d. a. p.) neemt
namecs haar geheele fractie vierkant stelling
De heer Voet (r.-k.) betreurt het, dat
het zoo diep is ingegrepen in de voorstellen
der salariscommissie en bepleit afschaffing
van den aftrek voor weduwen- en weezen-
pensioen.
EEN HULDE AAN
JHR. DE SAVORNIN LOHMAN.
Jl. Woensdag werd door de Tweede Earner
de behandeling der Onderwjjswet beeindigd.
De eindstemmiDg is bepaald op a. s.
Woensdag.
Aan het einde van de behandeling van
het ontwerp gekomen, bracht de Minister
van Onderwjjs, Dr. De Visser, dank aan
de heeren Kuyper en Cort van der Linden
en hulde aan de nagedachtenis van Dr.
Schaepman en Dr. Bos, doch in het bjjzonder
aan den nestor dezer Kamer, Jhr. Mr. De
Savornin Lohman, die niet slechts het ge
heele werk der bevredigingscommissie, doch
ook alle beraadslagingen van deze wet tot
het einde toe heeft bjjgewoond. Nu spreker
vernomen heeft dat de heer Lohman spoedig
als Kamerlid zal aftreden, wenscht spreker
van deze gelegenheid gebruik te maken om
den nestor dezer Kamer innig dank te
brengen. Spreker weet hoe de heer Lohman
tot in alle bjjzonderheden de discussie heeft
beheerscht.
Met bewoDdering heeft spreker den heer
Lohman daarbjj gadegeslagen en ais spreker
een vergeljjking mag maken, dan wil hij
vergeljjken met het Bpbelsche verhaal van
den priester en de levieten. De priester
was de geestelgke schepper, de levieten
deden den uitvoeringsarbeid. Spreker be
schouwt ten aajtzien van de onderwjjs-
reorganisatie den heer Lohman als den
priester en zichzelf als een leviet.
Spreker dankt den heer Lohman oprecht
voor hetgeen hjj in het belang van ons
onderwjjs heeft gedaan. (Applaus
De heer Lohman dankt met enkele wcorden
voor de gebraehte hulde en brengt dien
grootendeels terug op minister De Visser.
(Applaus.)
TER NEUZEN, 25 Juni 1920.
Het weerbericht van het metorologiseh
instituut te De Bildt van heden luidt als
volgt
Hoogste barometerstand 767,4 Scilly.
Laagste barometerstand 753,4 Seydisfjord.
Verwachting tot den avond van 26 Juni:
Meest zwakke tot matige zuidelpke tot
westelflke wind, zwaar bewolkt met tjjdeljjke
opklaring, enkele regenbuien, zelfde tem-
peratuur.
DE VOORUITZICHTEN IN DE
HAVEN.
Het spreekt van zelf, dat de vraag, hoe
het er in onze haven in de naaste toe-
komst met de zeevaart zal uit zien, vele
ingezetenen bezig houdt, die, de toestanden
van voor 1914 kennende, weten, dat de
zeevaart op Ter Neuzen, voor deze ge-
meente het hoofdbestaan uitmaakte.
Wjj achten het een gelukkig verscbjjnsel,
dat tijdens, en we mogen wel zeggen door
den oorlog, bedrijven en industrien zjjn
ingericht. die een deel dier werkkTachten
tot zicb trekken, als gevolg waarvan men
niet zoo speciaal op een bedrjjf is aange
wezen.
Niettemin doet het genoegen te verremen,
dat onze gemeente mannen telt, die niet
terugdeinten voor de moeiljjkheden, die door
internationale verhoudingen nog worden
vergroot, om de zeevaart, die we hier hadden,
zp het misschien in anderen vorm, terug
te krpgen.
We kunnen hier niet treden in particuliere
zaken. Verschiilende onderbandelingen zjjn
aangeknoopt, welke nog niet tot oplossing
kwamem Maar dit staat reeds vast, dat,
indien de verschiilende onderhandelingen
gelubken, ook de materialen voor lossen,
de bergplaatsen en wat dies meer zjj, ge-
reed zuilen zjjn.
0. m. is door de firma's Nolson en De
Meijer het initiat ef genomen, tot het in-
richten eener arjjvende kraan, waarvoor zjj
de beschikking hebben weten te verkrijgen
over een der »knjjpers" van de spoorweg-
maatscbappjj MechelenTer Neuzen.
Hopen wij, dat de door ganoemde Ijeeren
aangewende pogingen mogen slagende
werkloozenkassen in deze gemeente zullen
daarbij zeker wel varen.
ZEEUWSCH VLAAMSCHE TRAM.
Dinsdagavond zal uit Axel na afloop van
het concert, te geven door het stedelijk
muziekkorps uit Middelburg, directenr de
heer J. Morks, een tram rjjden in de richting
Zaamelag, Ter Neuzen, Boek, Philippine,
Sas van Gent en Westdorpe.
LANDB0UWTENT00N8TELL1NG
TE HULST.
Ter gelegenheid van de landbouwtentoon-
stelling te Hulst zal aldaar plaats hebben
de algemeene vergadering van de Zeeuwsche
Landbouwmaatschappij op a. s. Woansdag.
De Minister van Landbonw, de Com-
missaris der Koningin en verschiilende
aanaekWt?Sf^or^tf!^terl h^bcn hunne komst
Voor de tentoonstelliDg, waarean wegens
heerschen van mond- en klauwzeer da af-
deeliDgen voor rundvee, schapen, geiten en
varkens zpn geschrapt, zjjn naar men ons
meedeelt, een zeer groot aantal paarden
aangegeven en ook vele veraamelingen van
landbouwwerktuigen, zoodat dit wel tot een
bezoek zal unlokken.
Voorts zullen op voormelde dagen door
de muziekgezelschappen verschiilende con-
certen worden gegeven, terwjj] des Donder-
dags een vuurwerk de festiviteiten zal be-
sluitett.
Na afloop zal een tram rijden van Hulst
naar Walsoorden.
OFF1CIEELE OPENING VAN DE AM-
BACHTSSCHOOL TE TER NEUZEN.
Donderdag had te Ter Neuzen de offl-
cieele opening plaats van de aldaar hec
vorig jaar gebouwde ambachtsschool, die
in December j.l. voorloopig in gebrnik
werd genomen.
Verschiilende omstandigheden hebben die
officieele opening vertraagd, voornameljjk
verhindering van den Minister van Onder-
wjjs, Kunsten en Wetensc'nappen, Dr. J.
Th. de Visser, die had te kennen gegeven
te willen voldoen aan de door het bestuur
der vereeniging tot hem gerichtte uitnoo-
diging om de ambachtsschool te komen
openen.
Omstreeks half 1 uur arriveerde Z Exc.
alhier Donderdagmiddag, vergezeld van den
inspecteur-generaal de beer H J. de Groot
en den inspecteur den heer Van Groote-
gaarde, waarna hem en de hem vergezellende
heeren door het bestuur in het n Hotel des
Pays-Bas'" een lunch werd aangeboden.
Gedurende het samenzijn aldaar werd
de Minister door den burgemeester, tevens
voorzilter der vereeniging ffDe ambachts
school voor Ter Nemen en omstreken"
namens het bestuur harteljjk dank gezegd,
dat hij, niettegenstaande de drukke werk-
zaamheden aan het departement den tjjd
heeft weten te vinden voor het maken der
reis naar dit afgelegen deel van Nederland.
Z.Exc. De Visser, dankende voor de aan-
name en guile ontvangst, verklaarde er
prjjs op te stellen juist naar Zeeuwsch-
Vlaanderen de reis te maken, omdat bp
het noodzakeljjk acht dat door de regeering
een meer directe gemeenschap wordt onder-
houden met de bevolking der streek, waar-
naar buitenlanders begeerig de hand hadden
uitgestrekt. Hij verklaarde dat de ver
schiilende onderwijsbelangen, die tijdens dit
samenzijn onder zjjne aandacht waren ge-
bracht, zijne voile aandacht zouden hebben,
en dat hjj het mogelijke zou doen, om die
te bevorderen.
Tegen 2 uur werd het geiselschap per
auto naar de ambachtsschool gebraeht, het
fraaie gebouw, verrezen aan de Axelsche
straac. In de vestibule was eene smaak-
voile versiering met planten aangebraeht.
De plechtige opening had plaats in een
der teekenzaien, waar bpeen waren deleeraren
en de leerlingen, met tal van belangstell^nde
ouders.
Van de genoodigden waren voorts tegen-
woordig de heer Van Rompu, lid van Gedep.
Staten, het gemeentebestuur van Ter Neuzen
en verschiilende leden van den gemeenteiaad,
de heer Van Leeuwen, ingenieur te Goe3
(mede-oprichter en oud- bestun: slid der ver
eeniging) de hoofden der bijzondere scholen
in deze gemeente en de architecten en aan-
nemers van den kouw der school.
De bpeenkomst werd geopend door den
heer Huizinga, voorzitter, die tot alien een
woord ran welkom richtte, er op wjjzende
dat het een gelukkig oogenbiik was. dat
wij thans moehten beleven, waarnaar reeds
lang met verlangen is uitgezaen en verzocht
vervolgens Z.Exc. Dr. De Visser te willen
overgaan tot het openen dezer inrichtiog.
Z.Exc. begon met te verklaren, dat
aanstonds het verlangen bp hem had voor-
gezeten, om persoonlpk deze school te
komen openen. De tpdsomstandigheden
waren oorzaak, dat zjjn komst vertraagd
werd. Voor zijn verlangen waren ver
schiilende motieven.
Ten eerste acht hp het goed, dat de
landsregeering met aile deelen van het land
contact heeft en houdt om met de practisehe
behoeften op dehoogte te komen en inzonder-
heid geldt dit voor dit gedeelte van ons land,
waarvan bewezen is dat hier trouwe onder-
danen wonen van H. M. de Koningin, het
geen vooral tot uiting kwam, toen een
nabuur begeerig de hand naar deze land-
streek uitstrekte.
De trouw, door de bevolking betoond,
maakt het tot plicht, dat contact vaster te
makeD.
In de tweede plaats voelde hp die oe-
hoefte, omdat, waar hem als Minister van
Onderwps, Kunsten en Wetenschappen de
taak is opgslegd te zorgen voor de beiangen
van het onderwps in al zjjn geleidingen,
hp het in de eerste plaats als een dure
plicht beschouwd, te zorgen voor de be
iangen van het oude vak-, thans genoemd
npverheidsonderwps.
Het vakonderwps is van zeer groote be
teekenis^
weet, dat Nederland juist door de wjjze
waarop hier de ambacbten werden beoefend,
in den vreemde een naam heeft yerworven
en het is aan de resnltaten van hetgeen
onze voorouders op dit gebied hebben ge
daan te danken, dat ons land in een ge-
zegende positie verkeert. De beoefening
van het ambacht heeft Nederland groot
gemaakt.
Hjj acht het daarom voor Ter Neuzen
een groot voorrecht, dat het in het bezit
van een ambachtsschool is gekomen. Het
heeft daar wegens zjjn ligging en omvaog
der bevolkiDg recht op. Jarenlang waren
de ouders die hunne kinderen voor het
ambacht wilden opleiden, daarvoor aange
wezen op het naburige Hulst, hetgeen hun
op betreskeljjk groote offers kwam te staan,
en moesten zich voorts behelpen met de
avondteekenscholen. Nu hebben ze het
voorrecht een degelpk ingerichte school in
hun eigen plaats en omgeving te hebben.
De Minister brengt hulde aan het parti-
culier initiatief, dat deze school heeft tot
9tand gebraeht en het is hem een genoegen,
dat de Regeering, met goedkeuring van de
Staten-Generaal, deze school steun heeft
willen verleenen.
Maar, het is zooeven op een andere plaats
gezegd. de school heeft niet alieen finan-
cieelen, doch ook moreelen steun noodig.
Hjj kan verklareD, dat het hem eeo eer en
genoegen zal zijn, zoolang hjj de tegen-
woordige plaats waartoe hjj geroepen is,
bekleed, de inrichting niet alieen geldelpk,
maar ook zedeljjk te steunen, met alle
kracht die in hem is.
Z Ex. richtte zich vervolgens tot het
leeraarspersoneel, dat de school op peil zal
dienen te houden, in de eerste plaats de
directeur, die eene zeer moeiljjke taak heeft
te vervulien, om te zorgen dat alles in
goeden samenhang wordt geleid. Hp wecscht
hem toe, dat hjj vruchtbaar met het bestuur
zal kunnen samenwerken en in goede har-
monie met de verdere leeraren. aan wie hij
leidir.g moet weten te geven door zijn per-
soonijjk overwicht, zonder te doen uitkomen
dat hjj als directeur boven hen staat. ter-
wijl hij den wensch uitspreekt, dat niet
te veelvuld'g en vooral niet te spoedig
wisselingen onder het personeel zullen
voorkomeu.
De ouders zegt hjj dank, dal zjj hunne
kinderen voor het ambacht willen laten
opleiden, waardoor zjj de kunde en krachten
kunnen verwer«en om nich later et>n zelf-
standig bestaan te ve^zekeren.
Hij verzoekt hen echter, opvoedend te
willen medewerken, en bjj mogeljjk voor-
komende klachten, niet te spoedig de kinde
ren in het gelpk te stelien tegenover de
onderwjjzers, en de samenwerking met het
onderwjjzend personeel niet te willen ver-
storen.
De leerlingen wijst hjj er op. dat zjj
thans in den besten tjjd verkeeren, dien
der gelukkige jeugd, dat zij thans van het
ambachtsonderwps kunnen genieteu op het
NEUZENSCHE COURANT.
Ue Burgemeester van TER NEUZEN
brengt ter kennis van logerneDt-, koflie-
eu liierhuishouders en verdere onder-
nemers van voor het pnbliek toegankelijke bedrijven.
dat van af beden op het Gemeentehuis op de gewone
kantooruren GRATIS verkrijgbaar is
Ter Neuzen, 25 Juni 1920.
De Burgemeester van Tei Neu/.en,
L. I. GEELHOEDT, Lo. B.
i ue'it '-1 txUJL- VP rhuuMTP n o t