ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUW8CH-VLAANDEREN. No. 7009. Zaterdag 26 Juni 1920. 60e Jaargang. Ramer van Koophandel en Fabrieken BERSTE BLiAD wu'zifling van den Provincialen StoombootdienstopdeWester-Schelde Openbare Vergadering S u i k e r. Gemeenteliike-, tevens Districtsarbeidsbeors H. H. Werkgevers Arbeid. BiNHENLIND, vanaf 1 Juli 1920 tot nadere aan- kondiging. te Te^ Neuzen. op Maandag 28 Juui 1920, 'savonds 8 uur. H. W. R. KRAMER, Voorzitter. N. J. HARTE, Secretaris. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat bon No. 39 der Rjjks-. suikerkaart geldig is van Maandag 28 Jnni t/m Zondag 4 Juli. Ter Neuzen, 25 Juni 1920., De Burgemeester voornoemd, L. J. GEELOEDT, L". B. TEH NEUZEN. Bureau Schoollaan 4. Geopend: alle werkdagen 9-12 en 2-4 uur. I lngeschreven staan Wend U om arbeidskrachten tot de Beurs. Maciiiniaien, Grond workers, Losse Arbeiders, Opperlieden. De Directeur, J. F. DE COOKER. Haast durf ik er niet mee voor den dag komen, maar er is toch nog zoo iets van een spreekwoord, een oud spreekwoord, dat den arbeid prijst. Arbeid adelt", zoo hebben we toch menigmaal hooren zeggen en hooren bepleiten. ,,De arbeid werkt mede tot ontwikkeling van 's menschen adel. De arbeid dient tot veredeling." Ik weet, dat het gevaarlijk is in onze dagen over zulk een woord te spreken. Van alle kanten komen de tegenwerpingen als men den arbeid wil aan- prijzen, en men loopt gevaar van voor zeer ouderwetsch gehouden te worden als men daarover spreken wil. Toch zou ik even in die richting wat willen zeggen, het genoemd gevaar willen trotseeren, omdat ik meen, dat de arbeid, goed opgevat, een onmisbare factor is voor 's menschen levensgeluk. Hoe komt het toch, dat de arbeid, het werken zoo in verachting gekomen is? Hoe komt het toch, dat men het in onze dagen beschouwt als een noodzakelijk kwaad, als iets waar men zoo spoedig mogelijk van af wil zijn? Daar zijn allerlei oorzaken voor. Er zijn in dat opzicht zoovele wantoestan- den. Er zijn menschen in onze maatschappij die met heel weinig werken schatten gelds verdienen; en er zijn anderen die met harden langdurigen arbeid nauwlijks hun bestaan kunnen voortslepen. Geen wonder, dat d laatsten met afgunstigen blik op de eersten gaan nederzien en zich zelf gaan beklagen. Er is aanleiding toe, dat men verlangt ook zoo weinig mogelijk te doen en zoo veel mogelijk te verdienen. Er zijn jonge krach- tige menschen die niet weten hoe ze hun tijd zullen zoek brengen met allerlei ver- maken en uitspattingen, en er zijn zwakke, soms te ionge of ook wel te oude menschen die nog gedwongen zijn zwaren arbeid te verrichten. Men zou kunnen zeggen: een deel van de maatschappij doet te weinig, een ander deel te veel. Geen wonder, dai deze dingen aanstoot geven, dat zij benijd worden die bij een gemakkelijk leven alles hebben, of bij weinig werken (niet altijd eerlijk) toch een ruim bestaan. Den eerlijken trouwen arbeid acht men eigenlijk iets doms, iets onnoozels, iets vernederends, iets wat dwaas is. Dien kant gaan wij uit. Doch is dat nu recht? Wij geven toe, dat er op de verdeeling van den arbeid wel wat valt af te dingen ook dat het loon met altijd is naar evenredigheid, maar moet daarom de arbeid ve.worpen worden als iets verkeerds? Die stao is te ver. Indien er menschen zijn, die te veel brood eten en daarvan onwel worden, moet de dokter dan gaan voor- schrijveng£en brood meer eten, want brood is slejht? De arbeid blijft voor ieder mensch zijn hooge beteekenis behouden. Trouwens is zij onmisbaar. Wat zou er van de vruchten des lands terecht komen zonder arbeid. in sommige tijden van het jaar zwaren arbeid? En onze oorlogsjaren hebben het ons toch wel duidelijk geleerd, dat de vruchten van het land in de eerste plaats noodig zijn. Zonder het land is de stad hulpbehoevend. Maar zullen er goede oogsten komen in dien niet met ijver op den akker gewerkt wordt? Wat zou Nederland zijn, het lage land, indien daar niet met volharding ge werkt was om dijken en zeeweringeu .aan te leggen? Het zou voor het grootste gedeelte een prooi van de golven zijn. Zeeuwsch- Vlaanderen zou niet zulke vruchtbare pol ders hebben indien niet door voortdurenden arbeid stuk voor stuk aan de zee was ont- worsteld. is de arbeid niet te prijzen als wij op zijne resultaten zien? Wat zien we met be- wondering op tot den chi-rurg, die met kun- dige hand een gevaarlijke operatie verricht en alzoo een zegen is voor de kranke menschheid. Maar die bekwaamheid kwam niet op eens, doch na jarenlange ernstige studie en ervaring. Daar zit een stuk ar beid achter. De mannen der wetenschap, die op ailerlei gebied hunne voorlichtingen ge ven, zij zouden de maatschappij niet vooruit kunnen brengen indien zij niet ijverig had- den gestudeerd. En studie is zwaren ar beid, die den mensch verteert. Laat ons niet vergclen te letten op de resultaten van trouwen arbeid, opdat de handen niet slap worden En ligt in den arbeid ook niet dit voor- deel, dat daardoor onze verboreene taien- ten aan het licht komen en worden ge- oefend? Nederland zou nooit den roent ver- worven hebben van bijna de bekwaamste ingenieurs te bezitten, indien de vele ri- vieren en de zee in hun onstuimigheid den Nederlamter niet steeds aan het werk had- den gezet. Door den arbeid die ons opge- legd wordt, komen onze talenten aan den dag. Wij worden aan het werk gezet. en ons verstand wordt gescherpt, onze krach- aan het Ticnt. Door den arbfcid eersi 'eeren we wat we vermogen. Wat komt er-terecht van een mensch, die wel biijkt talenten te hebben, maar bij wien de talenten niet tot ontwikkeling gekomen zijn, omdat men tegen den arbeid opzag? Een ntach'ne die stil staat roest en wordt onbruikbaar. De prachtigste machine waar- mede de kunstigste voorwerpen zouden ge- rnaakt kunnen worden, komt op niets als zij niet gebruikt wordt. Wat jammer, zulk een ingewikkelde maar verroeste machine! Een mensch =s wel de meest kunstige machine die er bestaat, tot allerlei werk in _staat, 't zij met de handen, 't zij met het hoofd. Maar zonder arbeid verslappen de krachten, verminderen de begaafdheden en wordt de mensch al onbekwamer om iets te doen. Welk een droevig beeld zulk een mensch! Wie hierop let zal toch moeten toegeven dat het inderdaad niet te ouderwetsch is om te zeggen: arbeid adelt. Maar nu weet ik wel, dat velen door deze redeneeringen niet te treffen zijri. omdat zij nederzien op hun eentonigen, moeitevol- icn. ook soms nederigen arbeid. Daar stelt men den arbeid niet hoog; het zijn alieen de verciensten, noodig voor ei'i,en ievens- onderhoud die aan het >verk zetten en hou- den. Zonder dat zou er bij hen <ot werken geen lust zijn. Waar dit het geval is wordt de arbeid ten slotte een last waarvan men als 't ma.': eenigszins kan wil af zijn. 766 te arbeidtn'is echter njet verheffenn Wij meenen echter dat bij beter inzicht ook de- zulken kracht kunnen ontvangen om het hoofd gemoedigd omhoog te houden. Daar- toe zouden wij willen wijzen op de groote maatschappij waarvan ieder die werkt, een deel, een lid is. En van ieder lid, als deel van 't geheel, wordt venvacht dat het zal doen 't werk waartoe het aangewezen is. Geen enkel lid is onmisbaar; elk lid is van beteekenis. Kunnen wij de maatschappij niet vergelijken bij het menschelijk lichaam? Dit heeft vele leden, en alieen als elk lid zijn werking doet is het gehcele lichaam ge- zond, maar als een enkel lid weigert lijdt het geheele lichaam schade. Als het oog niet langer wil zien, komt dan het geheele lichaam niet in de grootste moeilijkheden? En het oog zelf lijdt dan ook. Als het oor niet meer hooren wil ondervindt de geheele mensch de nadeelen. Als de hand niet meer werken wil, gaat het geheele lichaam te niet, want geen voed- sel komt meer tot den mond. Maar dan worden de weigerende handen straks zelf ook geheel machteloos. Doet echter de hand haar werk dan helpt zij mede tot wei- zijn van het geheel en van haarzelf. Willen de hersenen niet meer denken, regelen, zor- gen, dan komt het geheele lichaam om, maar doen de hersenen hun werk dan alieen is er kans dat het ichaam het noodige ontvangt en in stand blijft. En dit geldt nu ook voor de maatschappij. Zij bestaat uit verschillen- de leden, ieder lid heeft zijn eigen werk, maar van ieder lid wordt verwacht, dat het zijn plicht doet. Ieder onderdeel is op zijn plaats onmisbaar en heeft de roeping, maar immers ook de eer van mede te werken tot welzijn van't geheel. Als deze gedachte ons bij den arbeid meer vervulien kon, zou er niet meer verheffing komen in ons werk? Welk "werk we ook hebben te doen, het is onmisbaar, er wordt van ons verwacht, dat we getrouw zullen zijn in 't verrichten van datgene wat ons op onze plaats is opgelegd. Zoo werken we mede tot welzijn van het geheel. En dan is het werk van een moe- der die haar kleine verzorgt even onmisbaar als 'twerk van den professor die een ope ratie vecricht; en het werk van een een- voudig arbeider op het land heeft even zeer beteekenis als het werk van een Minister voor de wetten des lands. Tenminste als een ieder op zijn plaaH het werk verricht, dat hem voor het gelitel is aangewezen. Dan werkt ieder mee tot bloei van 't geheel. In dit opzicht moeten wij meer sociaal gaan gevoelen. Daar is in onze dagen ge- noeg een geroep. dat de gemeenschap zal waken voor de beiangen van den enkeling. die in verdrukking komt. En dit is ook noo dig. Maar daar dreigt een groote eenzijdig- heid. Even noodig is, dat ieder lid van de maatschappij zijn roeping en plicht gevoelt tegenover de gemeenschap, om zijn beste krachten te geven voor haar welzijn. Ook dat is sociaal. Er zijn rechten, maar ook plichten. Een ieder zij er meer van overtuigd dat zijn arbeid tot welzijn van t' geheel on misbaar is. Dat sterke ons tot trouwen arbeid. Maurits F. TWEEDE KAMER. VergaderiDg van Donderdag. Aan de orde is het wetsontwerp tot ver- hooging van de salarissen van rjjksambte- naren. De heer Snoeck Hnnkemans (c.-h.)vindt het aantal salaris-schalen veel te groot. De heer v. d. Laar (chr. dem.) vraagt uit- breidiDg van den kinderbjjslag. De heer Van Ravesteyn (comm.) critiseert de wjjze. waarop georganiseerd overleg heeft plaats gehad. Spreker noemt de nieuwe salarisregeling reaction air. Mej. Groeneweg (s. d. a. p.) neemt namecs haar geheele fractie vierkant stelling De heer Voet (r.-k.) betreurt het, dat het zoo diep is ingegrepen in de voorstellen der salariscommissie en bepleit afschaffing van den aftrek voor weduwen- en weezen- pensioen. EEN HULDE AAN JHR. DE SAVORNIN LOHMAN. Jl. Woensdag werd door de Tweede Earner de behandeling der Onderwjjswet beeindigd. De eindstemmiDg is bepaald op a. s. Woensdag. Aan het einde van de behandeling van het ontwerp gekomen, bracht de Minister van Onderwjjs, Dr. De Visser, dank aan de heeren Kuyper en Cort van der Linden en hulde aan de nagedachtenis van Dr. Schaepman en Dr. Bos, doch in het bjjzonder aan den nestor dezer Kamer, Jhr. Mr. De Savornin Lohman, die niet slechts het ge heele werk der bevredigingscommissie, doch ook alle beraadslagingen van deze wet tot het einde toe heeft bjjgewoond. Nu spreker vernomen heeft dat de heer Lohman spoedig als Kamerlid zal aftreden, wenscht spreker van deze gelegenheid gebruik te maken om den nestor dezer Kamer innig dank te brengen. Spreker weet hoe de heer Lohman tot in alle bjjzonderheden de discussie heeft beheerscht. Met bewoDdering heeft spreker den heer Lohman daarbjj gadegeslagen en ais spreker een vergeljjking mag maken, dan wil hij vergeljjken met het Bpbelsche verhaal van den priester en de levieten. De priester was de geestelgke schepper, de levieten deden den uitvoeringsarbeid. Spreker be schouwt ten aajtzien van de onderwjjs- reorganisatie den heer Lohman als den priester en zichzelf als een leviet. Spreker dankt den heer Lohman oprecht voor hetgeen hjj in het belang van ons onderwjjs heeft gedaan. (Applaus De heer Lohman dankt met enkele wcorden voor de gebraehte hulde en brengt dien grootendeels terug op minister De Visser. (Applaus.) TER NEUZEN, 25 Juni 1920. Het weerbericht van het metorologiseh instituut te De Bildt van heden luidt als volgt Hoogste barometerstand 767,4 Scilly. Laagste barometerstand 753,4 Seydisfjord. Verwachting tot den avond van 26 Juni: Meest zwakke tot matige zuidelpke tot westelflke wind, zwaar bewolkt met tjjdeljjke opklaring, enkele regenbuien, zelfde tem- peratuur. DE VOORUITZICHTEN IN DE HAVEN. Het spreekt van zelf, dat de vraag, hoe het er in onze haven in de naaste toe- komst met de zeevaart zal uit zien, vele ingezetenen bezig houdt, die, de toestanden van voor 1914 kennende, weten, dat de zeevaart op Ter Neuzen, voor deze ge- meente het hoofdbestaan uitmaakte. Wjj achten het een gelukkig verscbjjnsel, dat tijdens, en we mogen wel zeggen door den oorlog, bedrijven en industrien zjjn ingericht. die een deel dier werkkTachten tot zicb trekken, als gevolg waarvan men niet zoo speciaal op een bedrjjf is aange wezen. Niettemin doet het genoegen te verremen, dat onze gemeente mannen telt, die niet terugdeinten voor de moeiljjkheden, die door internationale verhoudingen nog worden vergroot, om de zeevaart, die we hier hadden, zp het misschien in anderen vorm, terug te krpgen. We kunnen hier niet treden in particuliere zaken. Verschiilende onderbandelingen zjjn aangeknoopt, welke nog niet tot oplossing kwamem Maar dit staat reeds vast, dat, indien de verschiilende onderhandelingen gelubken, ook de materialen voor lossen, de bergplaatsen en wat dies meer zjj, ge- reed zuilen zjjn. 0. m. is door de firma's Nolson en De Meijer het initiat ef genomen, tot het in- richten eener arjjvende kraan, waarvoor zjj de beschikking hebben weten te verkrijgen over een der »knjjpers" van de spoorweg- maatscbappjj MechelenTer Neuzen. Hopen wij, dat de door ganoemde Ijeeren aangewende pogingen mogen slagende werkloozenkassen in deze gemeente zullen daarbij zeker wel varen. ZEEUWSCH VLAAMSCHE TRAM. Dinsdagavond zal uit Axel na afloop van het concert, te geven door het stedelijk muziekkorps uit Middelburg, directenr de heer J. Morks, een tram rjjden in de richting Zaamelag, Ter Neuzen, Boek, Philippine, Sas van Gent en Westdorpe. LANDB0UWTENT00N8TELL1NG TE HULST. Ter gelegenheid van de landbouwtentoon- stelling te Hulst zal aldaar plaats hebben de algemeene vergadering van de Zeeuwsche Landbouwmaatschappij op a. s. Woansdag. De Minister van Landbonw, de Com- missaris der Koningin en verschiilende aanaekWt?Sf^or^tf!^terl h^bcn hunne komst Voor de tentoonstelliDg, waarean wegens heerschen van mond- en klauwzeer da af- deeliDgen voor rundvee, schapen, geiten en varkens zpn geschrapt, zjjn naar men ons meedeelt, een zeer groot aantal paarden aangegeven en ook vele veraamelingen van landbouwwerktuigen, zoodat dit wel tot een bezoek zal unlokken. Voorts zullen op voormelde dagen door de muziekgezelschappen verschiilende con- certen worden gegeven, terwjj] des Donder- dags een vuurwerk de festiviteiten zal be- sluitett. Na afloop zal een tram rijden van Hulst naar Walsoorden. OFF1CIEELE OPENING VAN DE AM- BACHTSSCHOOL TE TER NEUZEN. Donderdag had te Ter Neuzen de offl- cieele opening plaats van de aldaar hec vorig jaar gebouwde ambachtsschool, die in December j.l. voorloopig in gebrnik werd genomen. Verschiilende omstandigheden hebben die officieele opening vertraagd, voornameljjk verhindering van den Minister van Onder- wjjs, Kunsten en Wetensc'nappen, Dr. J. Th. de Visser, die had te kennen gegeven te willen voldoen aan de door het bestuur der vereeniging tot hem gerichtte uitnoo- diging om de ambachtsschool te komen openen. Omstreeks half 1 uur arriveerde Z Exc. alhier Donderdagmiddag, vergezeld van den inspecteur-generaal de beer H J. de Groot en den inspecteur den heer Van Groote- gaarde, waarna hem en de hem vergezellende heeren door het bestuur in het n Hotel des Pays-Bas'" een lunch werd aangeboden. Gedurende het samenzijn aldaar werd de Minister door den burgemeester, tevens voorzilter der vereeniging ffDe ambachts school voor Ter Nemen en omstreken" namens het bestuur harteljjk dank gezegd, dat hij, niettegenstaande de drukke werk- zaamheden aan het departement den tjjd heeft weten te vinden voor het maken der reis naar dit afgelegen deel van Nederland. Z.Exc. De Visser, dankende voor de aan- name en guile ontvangst, verklaarde er prjjs op te stellen juist naar Zeeuwsch- Vlaanderen de reis te maken, omdat bp het noodzakeljjk acht dat door de regeering een meer directe gemeenschap wordt onder- houden met de bevolking der streek, waar- naar buitenlanders begeerig de hand hadden uitgestrekt. Hij verklaarde dat de ver schiilende onderwijsbelangen, die tijdens dit samenzijn onder zjjne aandacht waren ge- bracht, zijne voile aandacht zouden hebben, en dat hjj het mogelijke zou doen, om die te bevorderen. Tegen 2 uur werd het geiselschap per auto naar de ambachtsschool gebraeht, het fraaie gebouw, verrezen aan de Axelsche straac. In de vestibule was eene smaak- voile versiering met planten aangebraeht. De plechtige opening had plaats in een der teekenzaien, waar bpeen waren deleeraren en de leerlingen, met tal van belangstell^nde ouders. Van de genoodigden waren voorts tegen- woordig de heer Van Rompu, lid van Gedep. Staten, het gemeentebestuur van Ter Neuzen en verschiilende leden van den gemeenteiaad, de heer Van Leeuwen, ingenieur te Goe3 (mede-oprichter en oud- bestun: slid der ver eeniging) de hoofden der bijzondere scholen in deze gemeente en de architecten en aan- nemers van den kouw der school. De bpeenkomst werd geopend door den heer Huizinga, voorzitter, die tot alien een woord ran welkom richtte, er op wjjzende dat het een gelukkig oogenbiik was. dat wij thans moehten beleven, waarnaar reeds lang met verlangen is uitgezaen en verzocht vervolgens Z.Exc. Dr. De Visser te willen overgaan tot het openen dezer inrichtiog. Z.Exc. begon met te verklaren, dat aanstonds het verlangen bp hem had voor- gezeten, om persoonlpk deze school te komen openen. De tpdsomstandigheden waren oorzaak, dat zjjn komst vertraagd werd. Voor zijn verlangen waren ver schiilende motieven. Ten eerste acht hp het goed, dat de landsregeering met aile deelen van het land contact heeft en houdt om met de practisehe behoeften op dehoogte te komen en inzonder- heid geldt dit voor dit gedeelte van ons land, waarvan bewezen is dat hier trouwe onder- danen wonen van H. M. de Koningin, het geen vooral tot uiting kwam, toen een nabuur begeerig de hand naar deze land- streek uitstrekte. De trouw, door de bevolking betoond, maakt het tot plicht, dat contact vaster te makeD. In de tweede plaats voelde hp die oe- hoefte, omdat, waar hem als Minister van Onderwps, Kunsten en Wetenschappen de taak is opgslegd te zorgen voor de beiangen van het onderwps in al zjjn geleidingen, hp het in de eerste plaats als een dure plicht beschouwd, te zorgen voor de be iangen van het oude vak-, thans genoemd npverheidsonderwps. Het vakonderwps is van zeer groote be teekenis^ weet, dat Nederland juist door de wjjze waarop hier de ambacbten werden beoefend, in den vreemde een naam heeft yerworven en het is aan de resnltaten van hetgeen onze voorouders op dit gebied hebben ge daan te danken, dat ons land in een ge- zegende positie verkeert. De beoefening van het ambacht heeft Nederland groot gemaakt. Hjj acht het daarom voor Ter Neuzen een groot voorrecht, dat het in het bezit van een ambachtsschool is gekomen. Het heeft daar wegens zjjn ligging en omvaog der bevolkiDg recht op. Jarenlang waren de ouders die hunne kinderen voor het ambacht wilden opleiden, daarvoor aange wezen op het naburige Hulst, hetgeen hun op betreskeljjk groote offers kwam te staan, en moesten zich voorts behelpen met de avondteekenscholen. Nu hebben ze het voorrecht een degelpk ingerichte school in hun eigen plaats en omgeving te hebben. De Minister brengt hulde aan het parti- culier initiatief, dat deze school heeft tot 9tand gebraeht en het is hem een genoegen, dat de Regeering, met goedkeuring van de Staten-Generaal, deze school steun heeft willen verleenen. Maar, het is zooeven op een andere plaats gezegd. de school heeft niet alieen finan- cieelen, doch ook moreelen steun noodig. Hjj kan verklareD, dat het hem eeo eer en genoegen zal zijn, zoolang hjj de tegen- woordige plaats waartoe hjj geroepen is, bekleed, de inrichting niet alieen geldelpk, maar ook zedeljjk te steunen, met alle kracht die in hem is. Z Ex. richtte zich vervolgens tot het leeraarspersoneel, dat de school op peil zal dienen te houden, in de eerste plaats de directeur, die eene zeer moeiljjke taak heeft te vervulien, om te zorgen dat alles in goeden samenhang wordt geleid. Hp wecscht hem toe, dat hjj vruchtbaar met het bestuur zal kunnen samenwerken en in goede har- monie met de verdere leeraren. aan wie hij leidir.g moet weten te geven door zijn per- soonijjk overwicht, zonder te doen uitkomen dat hjj als directeur boven hen staat. ter- wijl hij den wensch uitspreekt, dat niet te veelvuld'g en vooral niet te spoedig wisselingen onder het personeel zullen voorkomeu. De ouders zegt hjj dank, dal zjj hunne kinderen voor het ambacht willen laten opleiden, waardoor zjj de kunde en krachten kunnen verwer«en om nich later et>n zelf- standig bestaan te ve^zekeren. Hij verzoekt hen echter, opvoedend te willen medewerken, en bjj mogeljjk voor- komende klachten, niet te spoedig de kinde ren in het gelpk te stelien tegenover de onderwjjzers, en de samenwerking met het onderwjjzend personeel niet te willen ver- storen. De leerlingen wijst hjj er op. dat zjj thans in den besten tjjd verkeeren, dien der gelukkige jeugd, dat zij thans van het ambachtsonderwps kunnen genieteu op het NEUZENSCHE COURANT. Ue Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter kennis van logerneDt-, koflie- eu liierhuishouders en verdere onder- nemers van voor het pnbliek toegankelijke bedrijven. dat van af beden op het Gemeentehuis op de gewone kantooruren GRATIS verkrijgbaar is Ter Neuzen, 25 Juni 1920. De Burgemeester van Tei Neu/.en, L. I. GEELHOEDT, Lo. B. i ue'it '-1 txUJL- VP rhuuMTP n o t

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1920 | | pagina 1