ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7007.
Dinsdag 22 Juni 1920.
60e Jaargang.
Bekendmaking.
Broodkaarten.
GemeeDtelijke-, teveus Districtsarbeidsbeors
H. H. Werkgevers
BINNENLAWD.
FEUILLETON.
Jngesehreven staan
De Burgemeester van TER NEUZEN
maakt bekend, dat voor het. 141e tijdvak
(24 Juni t/m 2 Jul)) geldig zijn de paars
gekleurde kaarten op paarsen onder-
grond.
Ter Neuzen, 22 Juni 1920.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZ1NGA.
Bureau Schooilaan 4.
Geopend: alle werkdagen 9-12 en 2-4 uur.
Weed U om arbeidskrachten tot de Beurs.
Machinisten,
Grond workers,
IiOsse Arbelders,
Opperlieden.
De Directeur.
J. F. DE COOKER.
De Burgemeester d-r gemeente
ZAAMSLAG maakt bekend, dat de uitreiking
der Broodkaarten geld<-nae voor de
36ste periode zal plaats hebben op vertoon
van de daarvoor bestemde rantsoeneerings-
kaarten voor de nummers
1 tot en met 500 op Vrjjdag 25 Juni.
500 en hooger op Zaterdag 26 Juni.
De Burgemeester voornoemd,
JOB. DE FEIJTER.
TVVEEUE KAMEK.
Vergadering van Vrijdag.
Aan de orde is voortzetting van de behan-
deling van de -Lager Onderwijswet.
Het artikel betreffende de terugwerkende
kracht van het non-activiteitstractement der
onderwijzers-Kamerleden wordt aangeno-
men met 38 tegen 25 stemmen. Het amen-
dement-Ossendorp om de pensioenen van
voor 1 Januari 1920 gepensioneerde onder-
wijzers en onderwijzersweduwen en -weezen
opnieuw vast te stellen naar het salaris, dat
zou genoten zijn volgens de nieuwe salaris-
regeling, wordt door den Minister ernstig
afgeraden.
Het amendement wordt verworpen met 54
tegen 15 stemmen.
De heer K. ter Laan (s. d. a. p.) verde-
digt zijn amendement bedoelende, dat de
bestaande schoolgebouwen in eigendom van
de gemeenten zuilen overgaan, tegen over-
neming van <Je schulden, inplaats van dat de
gemeenten ain de schoolbesturen voor de
gebouwen een jaarlijksche verhooging zui
len hebben te geven.
Voor het geval, dat dit amendement wordt
verworpen, heeft spreker een subsidiair-
amendement, bedoelende een voor de ge
meente voordeeligen grondslag van waarde-
bepaling der schoolgebouwen vast te leg-
gen.
De heer Rutgers (a.-r.) licht een amen
dement toe om de vergoeding der gemeen
ten liefst te doen ingaan 1 Januari 1921 en
om de vergoeding ook te geven voor op 1
Januari 1921 in plaats van op 1 Jan. 1920
bestaande scholen.
Hoe een Keulsche Schipper
een Spaanschen Schatmeester gevankeiijk naar
ne Vereenigde Nederlanden voerde.
Een verhaal nit het jaar 1626.
Naar oude bronnen bewerkt door
A. Wehrens.
(Slot).
Gedurende den donkeren nacht brengt hij
4 kleine kanonnetjes aan boord benevens
19 geladen vuurroeren en 2 vaatjes Kruit en
plaatst die heimelijk, zonder daf zijn met-
gezellen er iets van bemerken in de voor-
plecht, teneinde bij een mogelijken overval
m sS ePie jn de lucht te doen vliegen.
Nadat hij dit alles onder een dekzeil ver-
eft> wacht hij den dag af, gaat af-
>cneid nemen van zijn vrouw en kinderen
en gaat den penningmeester opzoeken om
em te vragen of hij tot de afreis bereid is.
deze nog eenige schikkingen te
nemen heeft, gaat de schipper intusschen
naar een herberg, drinkt daar een paar
glazen wijn en daar hij niet van plan is te
vroeg op den dag te Dusseldorp te komen,
waar een gedeelte van het geld moet gelost
worden om de daar in gamizoen liggende
soldaten te betalen, blijft hij in de herberg
,,De Zon" zitten tot de klok 10 uur ge
stagen heeft.
Nu begeeft hij zich weder naar den pen
ningmeester, die intusschen met alles in ge-
reedheid gekomen is.
Een aak met 16 soldaten komt ter zijde
van het scheepje liggen.
Twee Hollandsche bootsgezellen, met wie
de schipper in ,,De Zon" gezeten heeft en
wie hij voor het volvoeren van zijn plan
overgehaald heeft, verzoeken om tot Meurs
HULDIGING VAN TORBECKE.
Zaterdag was het honderd jaar geleden,
dat Thorbecke promoveerde. Op aanstich-
ting van de Haagsche afdeeling der Liberale
Unie is, naar het ,,Vad." verneemt beslo-
ten, dezen dag te herdenken door een lau-
werkrans te hecbten aan het standbeeld op
het Thorbeckerplein te Amsterdam. Aan den
krans is een lint bevestigd met de woorden:
,,De Liberale Unie in dankbare herin-
nering." Mr. H. Smeenge hechtte den krans
aan het standbeeld.
HET GEMEENTELiJK BELASTING-
GEBIED.
Bjj de Tweede Kamer is ingekomen een
derde nota van wijzigingen van het wets-
ontwerp tot wijziging van de Gemeentewet
eu van de wet op de Inkomstenbelastirg
In de metnorie van toelichting merkt de
Regeering op, dat inderdaad gebleken is,
dat een uniforme toepassing *an het tariei'
der Rjjksinkomstenbelastiug het overgroote
deel der gemeenten in ernstige firancieele
moeiljjfeheden zou brengen. Daarom heeft
de Regeering gemeend, in overleg met de
commiesie van voorbereiding, op haar iaat-
ste voorstel te moeten terugkomen.
Thans wordt de bevoegdheid tot het doen
heffen van een eigen nelasting naar bet
inkomen hersteld, als is het gewgzigde
systeem niet zonder meer een terugkeeren
tot het vroegere ontwerp.
Eenerzjjds laat bet nieuwe systeem aan
de gemeenten op enkele punten wat minder
vrjjheid, anderzjjds is de bevoegdheid der
gemeenten in het nieuwe voorstel ruimer
door het openstellen van de gelegenbeid tot
het heffr.n van ten hoogste honderd opeen-
ten op de Vermogensbelasting en de Rjjks
inkomstenbelasting.
De aanslagregeling zal in handen van de
Rjjksadministratie blijven.
Behalve de bevoegdheid to.t het doen
heffen van een eigen inkomstenbelasting op
den voet als hiervoren aangegeven, zal de
gemeente verder de gelegenbeid krjjgen tot
het heffen van ten hoogste honderd opcenten
op de Vermogensbelasting en de Rijksin-
koaistenbelasting.
De eischen, welbe in den tegenwoordigen
tijd aan de gemeenten worden gesteld, be-
ginnen echter in sommige gemeenten,
welker draagkracht gering is, zoo drukkend
te worden, dat zelfs bij een zuiDig financieel
beheer een zeer hooge belasting der in-
komens niet achterweee kan bljjven. Ten
tinde ODtwrichtirg \an de fiiancien dezer
gemeenten te voorkomen, zal steun van
Rjjkswege nitt langer kunnen uitblijveD.
Het ligt daarom in de bedoeiing van de
ministers zoo spoedig mogeljjk een nood-
regeling te doen voorbereiden.
DE VOLKSTELLING.
Zoowel het berichr, dat er dit jaar g e e n
volkstelling zal worden gehouden, als dat
deze w e 1 zal plaats hebben, is, naar de
Avondpost nader bigkt, voorbarig.
Wei heeft de minister van binnenland-
sche zaken in het begin dezer maand me-
degedeeld, datjhij in overweging nam dit
jaar geen volkstelling te houden, doch daar
voor moest eerst het advies van de Com-
missarissen der Koningin worden ingewon-
nen en dezen zulien vermoedelijk wel de
burgemeesters raadplegen.
Een en ander vereiscbt nog al wat tjjd
en daarom is de zaak thans nog hangende.
Wel is juist, dat aan de gemeentebesturen
te mogen meevaren, hetgeen wordt toege-
staan.
De penningmeester is intusschen ook
scheep gegaan, vertoont den schipper een
keurvorstelijken geleibrief, waarin vermeld
staat, dat nergens mag worden aangelegd.
Onze schipper deelt nu den penningmees
ter mede, dat hij uit voorzichtigheid 4 kleine
stukken geschut aan boord heeft genoipen
om op alle gebeurlijkheden bedacht te zijn,
want zegt de schipper „de Geuzen zouden
ons wel eens willen aanvallen, en dan zul
ien wij hen warm ontvangen".
De penningmeester toont zich bijzonder
in zijn schik met de getroffen voorzorgs-
maatregelen en prijst den voorzichtigen
schipper.
Onderwijl de schatmeester nu ook is
scheep gegaan en de soldaten met hun aan-
voerder in de gehuurde aak hebben plaats
genomen, wordt eindelijk te half twaalf be
vel tot afvaren gegeven.
Men steekt van wal. De roeiers worden
tot krachtig roeien aangezet. In den begin-
ne gaat alles met flinke vaart vooruit, doch
na eenigen tijd doen de roeiers alsof zij zeer
vermoeid zijn. Zij vragen eenige rust.
Nu worden eenige soldaten aan de riemen
geplaatst en de schipper weet het zoo aan
te leggen, dat zijn schip de aak waarop
zich het vrijgeleide bevindt een eindweegs
vooruit loopt.
Bij het Steen te Dusseldorp aangekomen,
beveelt hij hun daar te landen en naar de
stad te gaan om de poortwacht te verzoe
ken nog eenigen tijd met het sluiten der
poorten te willen wachten tot de penning
meester is aangekomen,
Dit geschiedt.
De schipper met zijn bootsgezellen heb
ben ondertussehen druk werk, de ijsschotsen
af te weren, die zich voortdurend om het i
scheepje ophoopen en laat zich zachtjes
al eenige voorstellen omtrent die tellingen
zjjn gezonden.
Als er wel een volkstelling wordt ge
houden, zal daarover in elk geval spoedig
moeten worden beslist, want- er is heel
wat materiaal voor noodig, dat maanden
tjjd vraagt voor Set in gereedheid,brengen.
Woidt er geen telling gehouden, dan
moet dit door een noodwetje wdrden bepaald.
Want bij de wet is een telling om de 10
jaar voorgesehreven.
ANTI-ANNEX ATIE-BROCHURE.
Door de verschillende Limburgsche soci-
ale bonden is eer brochure uitgegeven,
bevattende alle protesten, welke uit Lim-
burg ter gelegenheid van de annexatie-
kwestie aan de Koningin en naar het bui-
tenland zijn verzondeD daarenboven alles,
wat in de beide Kamers en door de Pro
vincial Staten van Limburg is gesproken,
alsmede een kort o?erzicbt van de mani-
festaties, in Limburg en in de Residentie
gehouden. Verschdlende illustrates luiste-
ren het werk op.
ONZE SUIKERVOORZIENING.
Het Nederlandscbe weekblad van handel
en kruidenierswaren verneemt, dat het reeds
vast staat, dat met de nieuwe campagne
de prjjs der vrjje suiker in geen geval zal
worden verhoogd en integendeel een prjjs-
daling niet is uitgesloten. Waar de geringe
wicstmarge op sniker de risico eenereven-
tueele daling Diet kan dragen, ziet het blad
aankomen, dat en grossier en winkelier zal
zorgdragen bij den aanvang der campagne
den voorraad geheel te hebben geruimd.
Teuzjj de centrale suikermaatschappij de
gelegenheid opent, reeds zeer tijdig op de
nieuwe conditie suiker te betrekken, acbt
het blad het in verbaud met het nieuwe
denkbeeld niet onmogeljjk, dat ons eind
September een stagnatie in snikervoorziening
te wachten staat.
NEDERLAND EN BELGle.
Onze Brusselsche correspondent der N.
R. Crt., meldt dd. 19 dezer:
Het katholieke weekblad ,,Ons Volk Ont-
waakt", dat te Brussel verschijnt en uit
gegeven wordt door ..De Standaard", heeft
in zijn nummer van heden een stukje,over de
Wieiingen-kwe&tU" gewezen te hebben
op het belang dat Belgie aan de oplossing
van dit vraagstuk hecht, schrijft het blad
verder:
,,De Wielingen is feiteiijk de eenige
bruikbare toegang tot de Wester-Schelde
en de eenige waterweg naar Antwerpen.
Oostgat en Deurloo kunnen voor eenigszins
groote schepen niet in aanmerking komen.
Voor Nederland is dus ook de Wielingen
van zeer groot belang. Sommige Hollanders
beginnen nu voor te stellen de Wielingen
in tweeen te deelen. Meer zullen we er niet
van zeggen, we laten het vraagstuk ter op
lossing over aan onze knappe diplomaten
die daartoe, gezien hun groote successen
op buitenlandsch gebied, gemakkelijk in
staat zijn." (Dit laatste is natuurlijk iro-
nisch bedoeld. Corr.).
In een hoofdartikel stelt het Brusselsche
,,Nieuws van den Dag" vast, dat Belgie
op dit oogenblik, voor wat zijn buitenland-
sche politiek betreft, door niemand meer
wordt gesteund. Onze besprekingen met
Holland hebben ons geen duimbreed verder
gebracht op militair gebied, en voor wat
het beheer van Schelde en Maas betreft,
krijgen wij merkelijk minder dan hetgeen
wij zelf als een klein minimum voorgesteld
hadden. Wat meer is, Holland daf stellig
eene andere ntogendheid aehter zich heeft,
is in de laatste weken met zijne ongehoorde
eischen op de geul der Wielingen en bijge-
tot voor de poorten der stad drijven, waar
hij door de wacht wordt aangeroepen.
Het was 6 ulir geworden.
„Ik moet aanleggen" roept de schipper
nun toe, doch kan wegens den iisgang hier
geen gescinkte landingsplaats vinden We
e.en emdje lager aanleggen om het
lessen, dat ik voor jullie aan boord
neb.99
De soldaten aan boord van het scheepje
wilden zich tegen dit voornemen verzetten
en riepen den schipper toe, dat hij moest
aanleggen.
„We willen niet rn. Holland terecht ko
men aldus schreeuwden zij, waarop de
schipper hun zachtjes toefluisterde, dat zij
zich inoesten stil houden, daar hun geroep
op de loer liggende Geuzen zou kunnen ver-
raden wat er in zijn schip geladen was.
De soldaten zwegen. Het scheepje drijft
voorbij de laatste schildwachten voor de
stad en op de hoogte van den daar liggen-
den molen gekomen, oordeelde hij den tijd
gekomen zijn voornemen uit te voeren.
„Vive Oranien" schreeuwt hij den geen
argwanenden penningmeester toe en op hem
toespringende grijpt hij den sidderenden
man bij de keel.
,Sancta Maria" spaar mijn leven, stot-
tert deze en weerloos als hij is, geeft hij
zich goedwilig gevangen.
De beide bootsgezellen hadden intuschen
ook elk hun man gekozen.
Na een kleine worsteling geven zich ook
de soldaten gevangen op belofte, dat hun
leven gespaard zal blijven.
Zij leggen hun zijdgeweer af en worden
als weerlooze lammeren bij den penning
meester in een vak van het ruim opgesloten.
Nu was de schipper meester op zijn schip.
Hij laat een wit zeil over zijn scheepje uit-
spreiden en roeit voort tot aan een eiland-
je tusschen Dusseldorp en Keizerswaard ge-
volg op dc haven van Zeebrugge voor den
dag gekomen. En zonder vrienden blijvende,
hebben wij ten einde raad de onderhande-
lingen moeten in den steek laten, en het
nieuw traktaat geweigerd te teekenen.
Door het gebrek aan doorzicht, bevinden
•wij ons dus in een ongunstigeren toestand
om het land te verdedigen, dan in 1914;
toen de oorlog uitbrak Dit is de bittere
werkelijkheid die ons nu in 't nauw brengt.
Onze eerste proefneming van een onafhan-
keliike politiek is volstrekt mislukt.
Wat gedaan? De misslag, dien wij hier
aanklagen; moet zoor rap mogelijk weer
goed gemaakt worden, niet in een eenzijdig
verbond met Frankrijk; dat ons veel van
onze onafhankelijke vrijheid zou afnemen,
maar in een dubbel verbond met Frankrijk
en Engeland te zamen; dat ons in een be-
hoorlijk evenwicht tusschen beide brengen
zal. Dat is tegenwoordig het allerdringend-
ste; want kost wat kost; moeten wij uit on
ze gevaarlijke afgezonderdheid geraken.
Daarna dienen de onderhandelingen met
Holland weder aangeknoopt en eens dat wij
twee groote landen met ons zullen hebben;
meenen wij dat die laatste besprekingen veel
gemakkelijker van stapel zullen loopen.
In de Kamer heeft men te recht dien raad
aan de regeering gegeven, wij hopen dat
deze, zonder zich door het ;jdel geschreeuw
der kwajongens van de ,,politieke natio
nalte laten verschalken; dien weg zal
inslaan. Men moet redden, hetgeen nog kan
gered worden."
Verder verneem ik ook nog, dat het eerst-
volgend nummer van het tijdschrift ,,ie
Flambeau" een artikel zal bevacten over de
historische rechten van Nederland op de
Wielingen dat aldus kan worden samenge-
vat: ,,De politiek van Miinster; drie hon
derd jaar geleden door Noord-Nederland
ten opzichte van Zuid-Nederland gevoerd
met het doel de toegangen van Zuid-Neder
land tot de zee te versperren, wordt nu nog
steeds, misschien wel*onbewust, door het
Nederland der 20e eeuw gevolgd.
De correspondent van het Hbl. te Parijs
seint:
De actie, door de Belgen vooral ook in
Fransche parlementaire kringen uitgeoefend
tegen ons land, begint vrucht te dragen.
Gisteren is aan Millerand een nota over-
handigd door de afgevaardigden Guernier
en Louis Martin, de laatste vooral invloed-
rijk als rapporteur der begrooting, welke
nota, door tweehonderd deputes ondertee-
kend, de quaestie behandelt van de herzie-
ning van het tractaat van 1839. Gevraagd
wordt, dat Frankrijk zijn vollen steun geve
aan Belgie, ten einde een beslissing van den
Oppersfen Raad van 8 Maart 1919 haar
voile uitwerking te geven.
Volgens de termen van deze beslissing,
zegt de nota, moeten de verdragen van 1839
worden herzien in hun geheel en op gemeen-
schappelijk verzoek der mogendheden, ten
einde Belgie te bevrijden van de beperkiri-
gen zijner souvereiniteit, door deze verdra
gen opgelegd en het regime te regelen van
de Schelde; van Belgisch Limburg en het
trace van het kanaal van Antwerpen naar
den Rijn.
Deze nota is ongetwijfeld een gevolg van
de lezing van Nothomb; onlangs voor de
leden der commissie voor buitenlandsche
zaken gehouden.
Het is gewenscht de actie, die op deze
wijze door de meest dolle Belgische an-
nexeerders op het Fransche parlement wordt
uitgeoefend, zorgvuldig in het oog te
houden.
DE POS1TIE VAN NEDERLAND.
De ,,XXme Siecle" publiceert een inter
view met een vooraanstaand Belgisch ge-
neraal die, naar het blad zegt; volkomen
legen, Sum Stay genaamd.
Daar zet hij de soldaten aan land, geeft
hun ieder rijksdaalders en eenigen mond-
voorraad en gebiedt hun zich daar rustig
te houden.
Dit geschied zijnde roeit hij met zijn
mannen onvermoeid voort.
Doch de achter gelaten mannen, wel verre
van zich stil te houden, beginnen zoo hard
te schreeuwen en te roepen, dat eenigen
tijd daarna ongeveer te 9 uur er.kele boeren
komen toeschieten om te zien wat er gaande
was.
Nadat de soldaten hun verteld hebben wat
er gebeurd is brengen zij de drie mannen
aan den oever en vervolgen over een af-
stand van 2 mijlen het vluchtende scheepje
tot Angevoort.
Zij kunnen in den donkeren nacht even-
wel niets ontdekken, daar de rivier wit is
van de afdrijvende ijsschotsen en het witte
zeil het vaartuig aan hun oog onttrekt.
Onverrichter zake keeren zij weer terug.
Nu Dirk Schaey en de zijnen van de sol
daten ontslagen zijn en niemand anders dan
den penningmeester, den schatmeester en
een sergeant aan boord hebben, passeeren
zij ten tien uur de Roer en voorts ten 11
uur Orzou aan den Noordelijken oever van
den Rijn gelegen.
Zij zien de schildwachten op de wallen
wandelen, doch worden van wege het witte
zeil niet opgemerkt, daar het scheepje op
eene ijsschots geleek.
Zoo voortdrijvende passeeren zij Berck
waar de schipper zijn metgezellen een dronk
wijn schenkt, tot hun zeggende:
Mannen, we zij nog niet buiten gevaar.
De grootste nood moet nog doorstaan wor
den. ons leven is er mede gemoeid.
Weest kloek en laat ons den dood onder
de oogen zien. Wij zullen een gebed doen
en dan op Gods genade voort."
op de hoogte is van de te Parijs tusschen
den chef van den Belgischen staf en maar-
schalk Foch gevoerde besprekingen, zonder
dat het blad echter den naam van den be-
treffenden generaal vermeldt.
Op de vraag of een verbond met Frank
rijk Belgifc zou noodzaken zijn diensttijd op
drie jaar te brengen, antwoordde de gene
raal: De driejarige diensttijd is in Frank
rijk feiteiijk reeds afgeschat't. De manschap-
pen doen thans twee jaar dienst en men is
voornemens dezen tijd nog te bekorten en
het effectief uit te breiden. De kwestie van
den militairen diensttijd wordt ni. beheerscht
door de getalsterkte van het leger in vre-
destijd.
Op de vraag of Belgie dank zij het mili
tair verbond met Frankrijk in staat zal zijn
aan een nieuwen inval van de Duitschers
het hoofd te bieden, antwoordde de gene
raal: In ieder geval zoolang wij den Rijn-
oever bezet houden, en daarna ook; mits het
Belgische leger wordt georganiseerd naar
verhouding tot het bevolkingscijfer en den
rijkdom van het land. Dank zij de spoor-
wegverbindingen, met name die in Luxem
burg; zullen de Fransche troepen spoedig
ter plaatse kunnen zijn en wanneer Belgie
onmiddellijk een aanzienlijk leger aan de
grens kan concentreeren, is het waarschijn-
lijk; dat Duitschland het niet zal wagen tef-
stond aan te vallen, zoodat de Fransehen
tijd zouden hebben om bij het eerste treffen
aan de zijde der Belgen te staan.
Gevraagd naar zijn meening over het
,,gat" in de linie, gevormd door Neder-
landsch-Limburg; luidde het antwoord van
den generaal: Dit is een zeer zwak punt in
het Fransch-Belgische verdedigingssysteem.
Gelukkig is het Nederlandsch-Belgisch ver-
drag nog niet geteekend en ik geloof wel,
dat als de Fransch-Belgische overeenkomst
voor de onderteekening van het Neder
landsch-Belgisch verdrag tot stand komt,
Frankrijk zich krachtig zal verzetten tegen
het feit, dat Belgie een verdrag teekent: dat
de waarde van het Fransch-Belgisch mili
tair verbond denkbeeldig maakt. Waar-
schijnlijk zal Frankrijk van Nederland
eischen, dat het zich verplicht Limburg aan
de zijde van Fransche en Belgische troepen
te verdedigen in een gemeenschappelijk
verdedigingssysteem. Dit is het eenige mid-
del om in geval van een nieuwen aanval
van Duitschland de integriteit van Fransch,
Belgisch en Nederlandsch grondgebied te
verzekeren.
De generaal zeide verder te verwachten,
dat de besprekingen met maarschalk Foch
tot een goed resultaat zouden leiden en dat
daarna ook Engeland zich genoodzaakt zou
zien aan het militair verbond deel te nemen.
DE 60-[ARIGFM EN DF \FppgL00ZEN
VERZEKERING.
De reglementen van de werkloozenkassen
der verschillende vakbonden bevatten de be-
palingen, dat de personen; die den leeftiid
van 60 iaar hebben overschreden. niet als
leden tot de kas kunnen worden toegelaten.
Tal van 60-jarigen en ouder; die al iaren
leden van hun vakbond waren geweest. wer-
den daardoor gedupeerd. Naar ,Het Volk"
verneemt, overweegt de Minister maatrege-
len om aan dien toestand een einde te ma-
ken. Het plan is n.!., om *ot de kassen +oe
te laten de arbeiders: die fen minste een
>aar voor de inwerkingtreding van het des-
betreffende werkloozenfonds leden van hun
vakbond waren er toen nop niet den leef-
tijd van 60 jaar hadden bereikt.
GEMOEDSBEZWAREN TFGEN DE
INVALIDITEITSWET.
In de Memorie van Antwoord betreffen-
j.e*w^sonbverp tot wijziging der In-
validiteitswet (gemoedsbezwaren) deelen de
Ministers van Arbeid en van Financien
Zoo gezegd, zoo gedaan.
Te tien uur passeert het scheepje Rijn-
berck en de schans, waar het grootste ge
vaar dreigt.
Doch er is niemand, die het scheepje ont-
dekt nfschoon zij ook hier de wachten op de
wallen zien heen- en weerwandelen.
Ieder loeide zoo hard hij kon, zoodat zij
tegen 3 uur in den morgen Wesel voorbii-
voeren, waar een saluutschot gelost werd
en het ,,Wilhelmus van Nassouwe" gebla-
zen werd.
Toen de Staatsche bezetting van Wesel
plotseling door de tonen van het Prinsen-
hed uit den siaap gewekt werd, liepen de
wallen op korten tijd vol en er ontstond
groot gejuich.
'sMorgens vroeg kwam het scheepie te
Rees aan.
De penningmeester verweet den schipper,
dat hij hem niet tot zulke trouweloosheiii
in staat geacht had, doch deze gaf hem ten
antwoord, dat men niet hem maar den Ko-
mng van Spanje de schuld van dat alles
moest toeschrijven.
De gevangenen werden te Rees bij den
provoost-geweldige in verzekerde bewaring
gebracht.
Het geld, 52,000 rijksdaalders benevens
de andere goederen werden aan den gou-
verneur in bewaring gegeven.
De schipper met zijn gezellen gingen on
der begeleiding van Kapitein Aertsen over
Amsterdam naar 's-Gravenhage en brachten
aan de heeren Staten en Prins Maurits ver-
slag uit van hetgeen zij gedaan hadden.
Men prees den koenen schipper en zijne
gezellen voor het stoute stuk,- dat zij vol-
voerd hadden en schonk hun de gevangenen
en -den buit, zich verheugende, dat door
deze stoutmoedige daad de Spaansche be-
zettingen binnen de steden aan den Rijn
van eene maand soldij verstoken bleven.
TER NEUZENSCHE COURANT
TER NEUZEN.
2) - tmm i*