ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 7007. Dinsdag 22 Juni 1920. 60e Jaargang. Bekendmaking. Broodkaarten. GemeeDtelijke-, teveus Districtsarbeidsbeors H. H. Werkgevers BINNENLAWD. FEUILLETON. Jngesehreven staan De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat voor het. 141e tijdvak (24 Juni t/m 2 Jul)) geldig zijn de paars gekleurde kaarten op paarsen onder- grond. Ter Neuzen, 22 Juni 1920. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZ1NGA. Bureau Schooilaan 4. Geopend: alle werkdagen 9-12 en 2-4 uur. Weed U om arbeidskrachten tot de Beurs. Machinisten, Grond workers, IiOsse Arbelders, Opperlieden. De Directeur. J. F. DE COOKER. De Burgemeester d-r gemeente ZAAMSLAG maakt bekend, dat de uitreiking der Broodkaarten geld<-nae voor de 36ste periode zal plaats hebben op vertoon van de daarvoor bestemde rantsoeneerings- kaarten voor de nummers 1 tot en met 500 op Vrjjdag 25 Juni. 500 en hooger op Zaterdag 26 Juni. De Burgemeester voornoemd, JOB. DE FEIJTER. TVVEEUE KAMEK. Vergadering van Vrijdag. Aan de orde is voortzetting van de behan- deling van de -Lager Onderwijswet. Het artikel betreffende de terugwerkende kracht van het non-activiteitstractement der onderwijzers-Kamerleden wordt aangeno- men met 38 tegen 25 stemmen. Het amen- dement-Ossendorp om de pensioenen van voor 1 Januari 1920 gepensioneerde onder- wijzers en onderwijzersweduwen en -weezen opnieuw vast te stellen naar het salaris, dat zou genoten zijn volgens de nieuwe salaris- regeling, wordt door den Minister ernstig afgeraden. Het amendement wordt verworpen met 54 tegen 15 stemmen. De heer K. ter Laan (s. d. a. p.) verde- digt zijn amendement bedoelende, dat de bestaande schoolgebouwen in eigendom van de gemeenten zuilen overgaan, tegen over- neming van <Je schulden, inplaats van dat de gemeenten ain de schoolbesturen voor de gebouwen een jaarlijksche verhooging zui len hebben te geven. Voor het geval, dat dit amendement wordt verworpen, heeft spreker een subsidiair- amendement, bedoelende een voor de ge meente voordeeligen grondslag van waarde- bepaling der schoolgebouwen vast te leg- gen. De heer Rutgers (a.-r.) licht een amen dement toe om de vergoeding der gemeen ten liefst te doen ingaan 1 Januari 1921 en om de vergoeding ook te geven voor op 1 Januari 1921 in plaats van op 1 Jan. 1920 bestaande scholen. Hoe een Keulsche Schipper een Spaanschen Schatmeester gevankeiijk naar ne Vereenigde Nederlanden voerde. Een verhaal nit het jaar 1626. Naar oude bronnen bewerkt door A. Wehrens. (Slot). Gedurende den donkeren nacht brengt hij 4 kleine kanonnetjes aan boord benevens 19 geladen vuurroeren en 2 vaatjes Kruit en plaatst die heimelijk, zonder daf zijn met- gezellen er iets van bemerken in de voor- plecht, teneinde bij een mogelijken overval m sS ePie jn de lucht te doen vliegen. Nadat hij dit alles onder een dekzeil ver- eft> wacht hij den dag af, gaat af- >cneid nemen van zijn vrouw en kinderen en gaat den penningmeester opzoeken om em te vragen of hij tot de afreis bereid is. deze nog eenige schikkingen te nemen heeft, gaat de schipper intusschen naar een herberg, drinkt daar een paar glazen wijn en daar hij niet van plan is te vroeg op den dag te Dusseldorp te komen, waar een gedeelte van het geld moet gelost worden om de daar in gamizoen liggende soldaten te betalen, blijft hij in de herberg ,,De Zon" zitten tot de klok 10 uur ge stagen heeft. Nu begeeft hij zich weder naar den pen ningmeester, die intusschen met alles in ge- reedheid gekomen is. Een aak met 16 soldaten komt ter zijde van het scheepje liggen. Twee Hollandsche bootsgezellen, met wie de schipper in ,,De Zon" gezeten heeft en wie hij voor het volvoeren van zijn plan overgehaald heeft, verzoeken om tot Meurs HULDIGING VAN TORBECKE. Zaterdag was het honderd jaar geleden, dat Thorbecke promoveerde. Op aanstich- ting van de Haagsche afdeeling der Liberale Unie is, naar het ,,Vad." verneemt beslo- ten, dezen dag te herdenken door een lau- werkrans te hecbten aan het standbeeld op het Thorbeckerplein te Amsterdam. Aan den krans is een lint bevestigd met de woorden: ,,De Liberale Unie in dankbare herin- nering." Mr. H. Smeenge hechtte den krans aan het standbeeld. HET GEMEENTELiJK BELASTING- GEBIED. Bjj de Tweede Kamer is ingekomen een derde nota van wijzigingen van het wets- ontwerp tot wijziging van de Gemeentewet eu van de wet op de Inkomstenbelastirg In de metnorie van toelichting merkt de Regeering op, dat inderdaad gebleken is, dat een uniforme toepassing *an het tariei' der Rjjksinkomstenbelastiug het overgroote deel der gemeenten in ernstige firancieele moeiljjfeheden zou brengen. Daarom heeft de Regeering gemeend, in overleg met de commiesie van voorbereiding, op haar iaat- ste voorstel te moeten terugkomen. Thans wordt de bevoegdheid tot het doen heffen van een eigen nelasting naar bet inkomen hersteld, als is het gewgzigde systeem niet zonder meer een terugkeeren tot het vroegere ontwerp. Eenerzjjds laat bet nieuwe systeem aan de gemeenten op enkele punten wat minder vrjjheid, anderzjjds is de bevoegdheid der gemeenten in het nieuwe voorstel ruimer door het openstellen van de gelegenbeid tot het heffr.n van ten hoogste honderd opeen- ten op de Vermogensbelasting en de Rjjks inkomstenbelasting. De aanslagregeling zal in handen van de Rjjksadministratie blijven. Behalve de bevoegdheid to.t het doen heffen van een eigen inkomstenbelasting op den voet als hiervoren aangegeven, zal de gemeente verder de gelegenbeid krjjgen tot het heffen van ten hoogste honderd opcenten op de Vermogensbelasting en de Rijksin- koaistenbelasting. De eischen, welbe in den tegenwoordigen tijd aan de gemeenten worden gesteld, be- ginnen echter in sommige gemeenten, welker draagkracht gering is, zoo drukkend te worden, dat zelfs bij een zuiDig financieel beheer een zeer hooge belasting der in- komens niet achterweee kan bljjven. Ten tinde ODtwrichtirg \an de fiiancien dezer gemeenten te voorkomen, zal steun van Rjjkswege nitt langer kunnen uitblijveD. Het ligt daarom in de bedoeiing van de ministers zoo spoedig mogeljjk een nood- regeling te doen voorbereiden. DE VOLKSTELLING. Zoowel het berichr, dat er dit jaar g e e n volkstelling zal worden gehouden, als dat deze w e 1 zal plaats hebben, is, naar de Avondpost nader bigkt, voorbarig. Wei heeft de minister van binnenland- sche zaken in het begin dezer maand me- degedeeld, datjhij in overweging nam dit jaar geen volkstelling te houden, doch daar voor moest eerst het advies van de Com- missarissen der Koningin worden ingewon- nen en dezen zulien vermoedelijk wel de burgemeesters raadplegen. Een en ander vereiscbt nog al wat tjjd en daarom is de zaak thans nog hangende. Wel is juist, dat aan de gemeentebesturen te mogen meevaren, hetgeen wordt toege- staan. De penningmeester is intusschen ook scheep gegaan, vertoont den schipper een keurvorstelijken geleibrief, waarin vermeld staat, dat nergens mag worden aangelegd. Onze schipper deelt nu den penningmees ter mede, dat hij uit voorzichtigheid 4 kleine stukken geschut aan boord heeft genoipen om op alle gebeurlijkheden bedacht te zijn, want zegt de schipper „de Geuzen zouden ons wel eens willen aanvallen, en dan zul ien wij hen warm ontvangen". De penningmeester toont zich bijzonder in zijn schik met de getroffen voorzorgs- maatregelen en prijst den voorzichtigen schipper. Onderwijl de schatmeester nu ook is scheep gegaan en de soldaten met hun aan- voerder in de gehuurde aak hebben plaats genomen, wordt eindelijk te half twaalf be vel tot afvaren gegeven. Men steekt van wal. De roeiers worden tot krachtig roeien aangezet. In den begin- ne gaat alles met flinke vaart vooruit, doch na eenigen tijd doen de roeiers alsof zij zeer vermoeid zijn. Zij vragen eenige rust. Nu worden eenige soldaten aan de riemen geplaatst en de schipper weet het zoo aan te leggen, dat zijn schip de aak waarop zich het vrijgeleide bevindt een eindweegs vooruit loopt. Bij het Steen te Dusseldorp aangekomen, beveelt hij hun daar te landen en naar de stad te gaan om de poortwacht te verzoe ken nog eenigen tijd met het sluiten der poorten te willen wachten tot de penning meester is aangekomen, Dit geschiedt. De schipper met zijn bootsgezellen heb ben ondertussehen druk werk, de ijsschotsen af te weren, die zich voortdurend om het i scheepje ophoopen en laat zich zachtjes al eenige voorstellen omtrent die tellingen zjjn gezonden. Als er wel een volkstelling wordt ge houden, zal daarover in elk geval spoedig moeten worden beslist, want- er is heel wat materiaal voor noodig, dat maanden tjjd vraagt voor Set in gereedheid,brengen. Woidt er geen telling gehouden, dan moet dit door een noodwetje wdrden bepaald. Want bij de wet is een telling om de 10 jaar voorgesehreven. ANTI-ANNEX ATIE-BROCHURE. Door de verschillende Limburgsche soci- ale bonden is eer brochure uitgegeven, bevattende alle protesten, welke uit Lim- burg ter gelegenheid van de annexatie- kwestie aan de Koningin en naar het bui- tenland zijn verzondeD daarenboven alles, wat in de beide Kamers en door de Pro vincial Staten van Limburg is gesproken, alsmede een kort o?erzicbt van de mani- festaties, in Limburg en in de Residentie gehouden. Verschdlende illustrates luiste- ren het werk op. ONZE SUIKERVOORZIENING. Het Nederlandscbe weekblad van handel en kruidenierswaren verneemt, dat het reeds vast staat, dat met de nieuwe campagne de prjjs der vrjje suiker in geen geval zal worden verhoogd en integendeel een prjjs- daling niet is uitgesloten. Waar de geringe wicstmarge op sniker de risico eenereven- tueele daling Diet kan dragen, ziet het blad aankomen, dat en grossier en winkelier zal zorgdragen bij den aanvang der campagne den voorraad geheel te hebben geruimd. Teuzjj de centrale suikermaatschappij de gelegenheid opent, reeds zeer tijdig op de nieuwe conditie suiker te betrekken, acbt het blad het in verbaud met het nieuwe denkbeeld niet onmogeljjk, dat ons eind September een stagnatie in snikervoorziening te wachten staat. NEDERLAND EN BELGle. Onze Brusselsche correspondent der N. R. Crt., meldt dd. 19 dezer: Het katholieke weekblad ,,Ons Volk Ont- waakt", dat te Brussel verschijnt en uit gegeven wordt door ..De Standaard", heeft in zijn nummer van heden een stukje,over de Wieiingen-kwe&tU" gewezen te hebben op het belang dat Belgie aan de oplossing van dit vraagstuk hecht, schrijft het blad verder: ,,De Wielingen is feiteiijk de eenige bruikbare toegang tot de Wester-Schelde en de eenige waterweg naar Antwerpen. Oostgat en Deurloo kunnen voor eenigszins groote schepen niet in aanmerking komen. Voor Nederland is dus ook de Wielingen van zeer groot belang. Sommige Hollanders beginnen nu voor te stellen de Wielingen in tweeen te deelen. Meer zullen we er niet van zeggen, we laten het vraagstuk ter op lossing over aan onze knappe diplomaten die daartoe, gezien hun groote successen op buitenlandsch gebied, gemakkelijk in staat zijn." (Dit laatste is natuurlijk iro- nisch bedoeld. Corr.). In een hoofdartikel stelt het Brusselsche ,,Nieuws van den Dag" vast, dat Belgie op dit oogenblik, voor wat zijn buitenland- sche politiek betreft, door niemand meer wordt gesteund. Onze besprekingen met Holland hebben ons geen duimbreed verder gebracht op militair gebied, en voor wat het beheer van Schelde en Maas betreft, krijgen wij merkelijk minder dan hetgeen wij zelf als een klein minimum voorgesteld hadden. Wat meer is, Holland daf stellig eene andere ntogendheid aehter zich heeft, is in de laatste weken met zijne ongehoorde eischen op de geul der Wielingen en bijge- tot voor de poorten der stad drijven, waar hij door de wacht wordt aangeroepen. Het was 6 ulir geworden. „Ik moet aanleggen" roept de schipper nun toe, doch kan wegens den iisgang hier geen gescinkte landingsplaats vinden We e.en emdje lager aanleggen om het lessen, dat ik voor jullie aan boord neb.99 De soldaten aan boord van het scheepje wilden zich tegen dit voornemen verzetten en riepen den schipper toe, dat hij moest aanleggen. „We willen niet rn. Holland terecht ko men aldus schreeuwden zij, waarop de schipper hun zachtjes toefluisterde, dat zij zich inoesten stil houden, daar hun geroep op de loer liggende Geuzen zou kunnen ver- raden wat er in zijn schip geladen was. De soldaten zwegen. Het scheepje drijft voorbij de laatste schildwachten voor de stad en op de hoogte van den daar liggen- den molen gekomen, oordeelde hij den tijd gekomen zijn voornemen uit te voeren. „Vive Oranien" schreeuwt hij den geen argwanenden penningmeester toe en op hem toespringende grijpt hij den sidderenden man bij de keel. ,Sancta Maria" spaar mijn leven, stot- tert deze en weerloos als hij is, geeft hij zich goedwilig gevangen. De beide bootsgezellen hadden intuschen ook elk hun man gekozen. Na een kleine worsteling geven zich ook de soldaten gevangen op belofte, dat hun leven gespaard zal blijven. Zij leggen hun zijdgeweer af en worden als weerlooze lammeren bij den penning meester in een vak van het ruim opgesloten. Nu was de schipper meester op zijn schip. Hij laat een wit zeil over zijn scheepje uit- spreiden en roeit voort tot aan een eiland- je tusschen Dusseldorp en Keizerswaard ge- volg op dc haven van Zeebrugge voor den dag gekomen. En zonder vrienden blijvende, hebben wij ten einde raad de onderhande- lingen moeten in den steek laten, en het nieuw traktaat geweigerd te teekenen. Door het gebrek aan doorzicht, bevinden •wij ons dus in een ongunstigeren toestand om het land te verdedigen, dan in 1914; toen de oorlog uitbrak Dit is de bittere werkelijkheid die ons nu in 't nauw brengt. Onze eerste proefneming van een onafhan- keliike politiek is volstrekt mislukt. Wat gedaan? De misslag, dien wij hier aanklagen; moet zoor rap mogelijk weer goed gemaakt worden, niet in een eenzijdig verbond met Frankrijk; dat ons veel van onze onafhankelijke vrijheid zou afnemen, maar in een dubbel verbond met Frankrijk en Engeland te zamen; dat ons in een be- hoorlijk evenwicht tusschen beide brengen zal. Dat is tegenwoordig het allerdringend- ste; want kost wat kost; moeten wij uit on ze gevaarlijke afgezonderdheid geraken. Daarna dienen de onderhandelingen met Holland weder aangeknoopt en eens dat wij twee groote landen met ons zullen hebben; meenen wij dat die laatste besprekingen veel gemakkelijker van stapel zullen loopen. In de Kamer heeft men te recht dien raad aan de regeering gegeven, wij hopen dat deze, zonder zich door het ;jdel geschreeuw der kwajongens van de ,,politieke natio nalte laten verschalken; dien weg zal inslaan. Men moet redden, hetgeen nog kan gered worden." Verder verneem ik ook nog, dat het eerst- volgend nummer van het tijdschrift ,,ie Flambeau" een artikel zal bevacten over de historische rechten van Nederland op de Wielingen dat aldus kan worden samenge- vat: ,,De politiek van Miinster; drie hon derd jaar geleden door Noord-Nederland ten opzichte van Zuid-Nederland gevoerd met het doel de toegangen van Zuid-Neder land tot de zee te versperren, wordt nu nog steeds, misschien wel*onbewust, door het Nederland der 20e eeuw gevolgd. De correspondent van het Hbl. te Parijs seint: De actie, door de Belgen vooral ook in Fransche parlementaire kringen uitgeoefend tegen ons land, begint vrucht te dragen. Gisteren is aan Millerand een nota over- handigd door de afgevaardigden Guernier en Louis Martin, de laatste vooral invloed- rijk als rapporteur der begrooting, welke nota, door tweehonderd deputes ondertee- kend, de quaestie behandelt van de herzie- ning van het tractaat van 1839. Gevraagd wordt, dat Frankrijk zijn vollen steun geve aan Belgie, ten einde een beslissing van den Oppersfen Raad van 8 Maart 1919 haar voile uitwerking te geven. Volgens de termen van deze beslissing, zegt de nota, moeten de verdragen van 1839 worden herzien in hun geheel en op gemeen- schappelijk verzoek der mogendheden, ten einde Belgie te bevrijden van de beperkiri- gen zijner souvereiniteit, door deze verdra gen opgelegd en het regime te regelen van de Schelde; van Belgisch Limburg en het trace van het kanaal van Antwerpen naar den Rijn. Deze nota is ongetwijfeld een gevolg van de lezing van Nothomb; onlangs voor de leden der commissie voor buitenlandsche zaken gehouden. Het is gewenscht de actie, die op deze wijze door de meest dolle Belgische an- nexeerders op het Fransche parlement wordt uitgeoefend, zorgvuldig in het oog te houden. DE POS1TIE VAN NEDERLAND. De ,,XXme Siecle" publiceert een inter view met een vooraanstaand Belgisch ge- neraal die, naar het blad zegt; volkomen legen, Sum Stay genaamd. Daar zet hij de soldaten aan land, geeft hun ieder rijksdaalders en eenigen mond- voorraad en gebiedt hun zich daar rustig te houden. Dit geschied zijnde roeit hij met zijn mannen onvermoeid voort. Doch de achter gelaten mannen, wel verre van zich stil te houden, beginnen zoo hard te schreeuwen en te roepen, dat eenigen tijd daarna ongeveer te 9 uur er.kele boeren komen toeschieten om te zien wat er gaande was. Nadat de soldaten hun verteld hebben wat er gebeurd is brengen zij de drie mannen aan den oever en vervolgen over een af- stand van 2 mijlen het vluchtende scheepje tot Angevoort. Zij kunnen in den donkeren nacht even- wel niets ontdekken, daar de rivier wit is van de afdrijvende ijsschotsen en het witte zeil het vaartuig aan hun oog onttrekt. Onverrichter zake keeren zij weer terug. Nu Dirk Schaey en de zijnen van de sol daten ontslagen zijn en niemand anders dan den penningmeester, den schatmeester en een sergeant aan boord hebben, passeeren zij ten tien uur de Roer en voorts ten 11 uur Orzou aan den Noordelijken oever van den Rijn gelegen. Zij zien de schildwachten op de wallen wandelen, doch worden van wege het witte zeil niet opgemerkt, daar het scheepje op eene ijsschots geleek. Zoo voortdrijvende passeeren zij Berck waar de schipper zijn metgezellen een dronk wijn schenkt, tot hun zeggende: Mannen, we zij nog niet buiten gevaar. De grootste nood moet nog doorstaan wor den. ons leven is er mede gemoeid. Weest kloek en laat ons den dood onder de oogen zien. Wij zullen een gebed doen en dan op Gods genade voort." op de hoogte is van de te Parijs tusschen den chef van den Belgischen staf en maar- schalk Foch gevoerde besprekingen, zonder dat het blad echter den naam van den be- treffenden generaal vermeldt. Op de vraag of een verbond met Frank rijk Belgifc zou noodzaken zijn diensttijd op drie jaar te brengen, antwoordde de gene raal: De driejarige diensttijd is in Frank rijk feiteiijk reeds afgeschat't. De manschap- pen doen thans twee jaar dienst en men is voornemens dezen tijd nog te bekorten en het effectief uit te breiden. De kwestie van den militairen diensttijd wordt ni. beheerscht door de getalsterkte van het leger in vre- destijd. Op de vraag of Belgie dank zij het mili tair verbond met Frankrijk in staat zal zijn aan een nieuwen inval van de Duitschers het hoofd te bieden, antwoordde de gene raal: In ieder geval zoolang wij den Rijn- oever bezet houden, en daarna ook; mits het Belgische leger wordt georganiseerd naar verhouding tot het bevolkingscijfer en den rijkdom van het land. Dank zij de spoor- wegverbindingen, met name die in Luxem burg; zullen de Fransche troepen spoedig ter plaatse kunnen zijn en wanneer Belgie onmiddellijk een aanzienlijk leger aan de grens kan concentreeren, is het waarschijn- lijk; dat Duitschland het niet zal wagen tef- stond aan te vallen, zoodat de Fransehen tijd zouden hebben om bij het eerste treffen aan de zijde der Belgen te staan. Gevraagd naar zijn meening over het ,,gat" in de linie, gevormd door Neder- landsch-Limburg; luidde het antwoord van den generaal: Dit is een zeer zwak punt in het Fransch-Belgische verdedigingssysteem. Gelukkig is het Nederlandsch-Belgisch ver- drag nog niet geteekend en ik geloof wel, dat als de Fransch-Belgische overeenkomst voor de onderteekening van het Neder landsch-Belgisch verdrag tot stand komt, Frankrijk zich krachtig zal verzetten tegen het feit, dat Belgie een verdrag teekent: dat de waarde van het Fransch-Belgisch mili tair verbond denkbeeldig maakt. Waar- schijnlijk zal Frankrijk van Nederland eischen, dat het zich verplicht Limburg aan de zijde van Fransche en Belgische troepen te verdedigen in een gemeenschappelijk verdedigingssysteem. Dit is het eenige mid- del om in geval van een nieuwen aanval van Duitschland de integriteit van Fransch, Belgisch en Nederlandsch grondgebied te verzekeren. De generaal zeide verder te verwachten, dat de besprekingen met maarschalk Foch tot een goed resultaat zouden leiden en dat daarna ook Engeland zich genoodzaakt zou zien aan het militair verbond deel te nemen. DE 60-[ARIGFM EN DF \FppgL00ZEN VERZEKERING. De reglementen van de werkloozenkassen der verschillende vakbonden bevatten de be- palingen, dat de personen; die den leeftiid van 60 iaar hebben overschreden. niet als leden tot de kas kunnen worden toegelaten. Tal van 60-jarigen en ouder; die al iaren leden van hun vakbond waren geweest. wer- den daardoor gedupeerd. Naar ,Het Volk" verneemt, overweegt de Minister maatrege- len om aan dien toestand een einde te ma- ken. Het plan is n.!., om *ot de kassen +oe te laten de arbeiders: die fen minste een >aar voor de inwerkingtreding van het des- betreffende werkloozenfonds leden van hun vakbond waren er toen nop niet den leef- tijd van 60 jaar hadden bereikt. GEMOEDSBEZWAREN TFGEN DE INVALIDITEITSWET. In de Memorie van Antwoord betreffen- j.e*w^sonbverp tot wijziging der In- validiteitswet (gemoedsbezwaren) deelen de Ministers van Arbeid en van Financien Zoo gezegd, zoo gedaan. Te tien uur passeert het scheepje Rijn- berck en de schans, waar het grootste ge vaar dreigt. Doch er is niemand, die het scheepje ont- dekt nfschoon zij ook hier de wachten op de wallen zien heen- en weerwandelen. Ieder loeide zoo hard hij kon, zoodat zij tegen 3 uur in den morgen Wesel voorbii- voeren, waar een saluutschot gelost werd en het ,,Wilhelmus van Nassouwe" gebla- zen werd. Toen de Staatsche bezetting van Wesel plotseling door de tonen van het Prinsen- hed uit den siaap gewekt werd, liepen de wallen op korten tijd vol en er ontstond groot gejuich. 'sMorgens vroeg kwam het scheepie te Rees aan. De penningmeester verweet den schipper, dat hij hem niet tot zulke trouweloosheiii in staat geacht had, doch deze gaf hem ten antwoord, dat men niet hem maar den Ko- mng van Spanje de schuld van dat alles moest toeschrijven. De gevangenen werden te Rees bij den provoost-geweldige in verzekerde bewaring gebracht. Het geld, 52,000 rijksdaalders benevens de andere goederen werden aan den gou- verneur in bewaring gegeven. De schipper met zijn gezellen gingen on der begeleiding van Kapitein Aertsen over Amsterdam naar 's-Gravenhage en brachten aan de heeren Staten en Prins Maurits ver- slag uit van hetgeen zij gedaan hadden. Men prees den koenen schipper en zijne gezellen voor het stoute stuk,- dat zij vol- voerd hadden en schonk hun de gevangenen en -den buit, zich verheugende, dat door deze stoutmoedige daad de Spaansche be- zettingen binnen de steden aan den Rijn van eene maand soldij verstoken bleven. TER NEUZENSCHE COURANT TER NEUZEN. 2) - tmm i*

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1920 | | pagina 1