h f s f f f f f f ook die punten onder de aandacht zou brengen welke mij voor haar '-an belang zouden wor- den geacht. Ik heb bij de hie.ronder volgende beantwoor- ding de vragen voor zoover mogelijk samenge- voegd. Vragen A. G. H. De exploitatiekosten bedroegen: 1911 1912 1913 1918 1919 (1 Jan. 1 Juli) De brato-winsten beliepen: f 9.507,231/2 12.449,52 12.279,43 21.944,31i/2 13.497,29 1911 1912 1913 1918 1919 U Jan. 1 Juli) Afgeschreven werd 1911 1912 1913 1918 1919 f 9.813,07 11.746,98 15.372,291/" 22.617,35 6.262,491/2 f 8.096,68 8.359.86 6.014,64 6.195,66 4.000,—(begroot) Voor winst zonder rekening te houden met rente over het kapitaal: 1911 f 716,39 1912 3.387,12 1913 - 9.176,631/a 1918 16.475,69 1919 2.262,491/2 Vragen B en H'3. Blijkens de boeken bedroeg het kapitaal In de ondememing belegd: 1911 f 197.027,43 1912 194.488,34 1913 191.674,681/2 1918 v 181.173,14 1919 j 177.871,69 Vragen C en I. De prijs per K.W.uur stroom geleverd voor verliehting, kan niet wiskundig juist worden berekend, omdat geen splitsing kan worden gemaakt van de kosten voor opwekking van stroom voor licht en voor kracht. De kosten per K.W.uur voor licht en voor kracht te zamen genomen, beliepen: 1911 f 0,26 1912 0,23 1913 0,163/4 1918 0,231/4 1919 0,81 Ik verminderde het totaal bedrag der kosten met de meterhuur, omdat ook de afschrijving en onderhoudskosten voor meters in de kosten zijn opgenomen. (Bijlage B). Hiertegen zou kunnen worden aangevoerd, dat met de rente van het kapitaal in meters belegd, geen rekening is gehouden. Het ver- schil in den kostprijs zal echter zoo weinig worden beinvloed door die rente, dat dit geen aanleiding kan geven, dat een verkeerde cor?- clusie uit de cijfers wordt getrokken. Vragen D en J. De prijzen der kolen waren per ton: (zie bijlage D) 1911 1912 1913 1918 1919 f 16.- 16.- 16.- 51.- 66.— 1913 1918 1919 Voor maehinekamerbenoodigdheden werd uit- gegeven 1911 f 27,50 per 100 KG. Olie. 1912 28,- 100 28,- 100 200.-' 100 80,- 100 Ik breng hierbij onder uwe aandacht, dat dit verbruik b trekkelijk weinig invloed op den kostprijs per K.W.uur stroom uitoefent, zooals blijkt uit het totaal bedrag voor maehinekamer benoodigdheden onder de verliezen opgenomen. (Zie bijlage B). Vragen E en K. Vooy het overzicht van de specificatie der loonen en salarissen verwijs ik u naar bijlage C. In het totaal werd uitgegeven: Loonen. Salarissen. 1911 1912 1918 1918 1919 11 Jan.- 1 Juii) f 3.103,331/2 2.353,95i/2 3.068,83 2.589,56 1.281,01i/2 Geleverd werd: Particu Straatvei lieren. lichting. 1911 37.939 20.095 1912 50.862 21.332 1913 64 641 20.585 1918 78.501 8.696 1919 36.968 4.864 Vragen F en L. 3.000 3.977 3.983 2.000 De hoeveelheid stroom geleverd voor kracht, f 3.734, - 4.202,14 4.437,90 6.358,73 4.198,56 Waterstaat. bedroeg: 1911 1912 1913 1918 1919 K W.U. 3 766 7.187 6.791 14 922 7.865 Ik achi met het bovenstaande ook vraag M beantwoord. Vraag N. Aan kolen werd verbruikt: Totaal. K.G." Anthra- Steen- ciet. kolen. K.G. K.G. 1911 93.171 5.160 1912 141.562 2.490 1913 165.598 3 405 1918 200.381 2.090 1919 (1 Jan.-l Juli) 106.630 98.331 144.052 168 003 202.474 106,630 0-.jr.rn vragenlijst werd nog de vraag toegevoegd; ,,-Het kwantum kolen hetwelk aan particu lieren is geleverd in 1917-1918-1919 en of dit Jn mindering is gebracht op de exploitatie- „rekening". D< opbrengst der kolen is in mindering ge bracht op de exploitatierekening ook voor het jaar 1917. De hoeveelheid voor 1917 werd ten- gevoige van een vergissing door mij niet op genomen. Ik achtte de vraag met betrekking tot dit jaar niet belangrijk genoeg om voor de beeindiging der werkzaamheden hiervoor opnieuw een reis naar Ter Neuzen te maken. Voor het overzicht der kolenrekening, ver wijs ik u naar bijlage D. Aan particulieren werd geleverd: 1911 9.780 *.0 1912 5.660 1913 5.227 *918 5.000 1919 1.750 Op den voreng;enoemden staat (bijlage B), is ook de kostprijs opgenomen voor de kolen geleverd na 1 Juli. De prijs bedroeg voor levering via Belgi? f 62, voor leveringen via VI i sin gen f "73 per ton. De laatstgencemde prijs is zoo buftenge- woon hoog, omdat moeiljjkheden bij bet ver- voer bestonden. Ik acbt hiermede de mij gestelde vragen voldoende beantwoord en wenscb onder alge- meene opmerkingen verder te bebandelen die punten, welke na bestudeering der concessie- voorwaarden en de verslagen van de zlttlngen van den raad ran 87 October, voor u van be teekenis worden gestM. Algemeene opmerkingen. Uit de specificaties van de jaarlijksche ver- meerdering der boekwaarde van de bezittingen blijkt, dat allerlei kleine uitgaven als waarde- vermeerdering worden aangemerkt. Onder die bijschrijvingen komen bedragen voor welke in de praktijk als onderhoudskosten worden ge- boekt. Het onderzoek van dit gedeelte van mijn op- dracht leerde mij, dat bij de vennootsehap eigenaardige begrippen omtrent waardever- meerdering bestaan. Ik wil mij bepalen tot eenige sterk spreken- de voorbeelden te noemen. In het jaar 1911 werd ter vervanging van een oude een nieuwe motor aangeschaft. De oude motor behoorde dus voor de restwaarde uit de boeken te verdwijnen. Onder de rest waarde is te verstaan het verschil tusschen den aankoopprijs en de afschrijvingen verhoogd met de opbrengst van de oude motor. Dit is niet geschied. In stede daarvan. bleef de boekwaarde in de boeken paraissee- reJK alleen de opbrengst van de oude motor werd m het credit der betreffende rekening gebracht. Bij de vervanging van de accumulator-bat- terij werd dezelfde fout gemaakt, terwijl ook bij de bepaling van de waarde der meters ook geen rekening werd gehouden met de waarde der buiten gebruik gestelde. Het aantal sedert 1911 aangekochte meters bedroeg 484 stuks, terwijl de uitbreiding van het aantal geplaat- ste meters slechts 384 stuks is geweest. Uit deze opstelling zou zijn af te leiden, dat 100 stuks buiten gebruik zijn gesteld en zooal niet geheel, dan toch stellig voor een zeer be langrijk gedeelte als waardeloos moeten wor den beschouwd. Nog is dit verkeerde systeem toegepast bij de dienstleiding. De kosten van verplaatsing zijn bij geschre ven zonder rekening te houden met het feit, dat de kosten van den oorspronkelijken aan- leg als waarde factoren vervielen. Ik vrees, dat tengevolge van de toepassing van dit onjuiste systeem, in de toekomst moei- lijkheden kunnen onstaan. Immers, waar vrijwel alle bezittingen uit een boekhoudkundig oogpunt veel te hoog zijn opgenomen, is de kans dat de gemeente, in- dien het bedrijf rendabel wordt. geen winst uitkeering zal genieten. De afschrijvingen zullen zoo hoog worden opgevoerd, omdat het percentage over veel te hooge bedragen kan worden berekend dat slechts een gering be drag ter verdeeling overblijft. Voorts is het bedrag als kapitaal opgenomen door de vorengenoemde onjuiste boekingen, veel te hoog berekend, wat eveneens van in vloed is op de bepaling van de winstuitkeering" aan de gemeente. Uit het feit dat de vennootsehap de waarde der bezittingen op de boekwaarde stelt en eveneens het kapitaal aan de boeken ontleend in hare opgave (correspondentie 573), valt af te leiden, dat zij in de meening veriteert voor de vaststelling van het winstaandeel to'ekomen- de aan de gemeente, hare cijfers te mogen gebruiken. In het bedrag voor machinerieen, opgenomen in vorengenoemde correspondentie, komt ook de aanschaffingsprijs van de motor voor. Over de buiten gebruik gestelde motor wordt het voile bedrag voor afschrijving en onder- houd in mindering van de winst gebracht. De rente over het kapitaal wordt berekend zonder de gevormde reserve voor afschrijvingen in rekening te brengen. Het behoeft toch naar mijne meening nauwelijks betoog, dat de af schrijving welke jaarlijks voor slijtage wordt geboekt. het in de zaak gestoken kapitaal ver- minderd. De afSchrijvingspercentages in de concessie- voorwaarden genoemd, worden door de ven nootschap niet toegepast. De percentages voor onderhoud worden Iang- niet bereikt. Vergeleken met de vorenbedoelde percenta ges, werd van 1911 minder afgeschreven dan in de concessie wordt toegestaan f 118.000; voor onderhoudskosten bedraagt het verschil f 111.500. (Zie bijlage F). Houdt u rekening met de letter der conces- sie-voorwaarden, dan is de vennootsehap ge- rechtigd de percentages voor afschrijvingen en onderhoud in mindering van de winst te brengen, voor de berekening van het winst aandeel eventueel aan de gemeente toekomend. Het wil mij echter voorkomen, dat dit niet in de bedoeling van den ontwerper der con- cessie-voorwaarden heeft gelegen. Naar mijn oordeel moeten de opgegeven percentages als maxima worden beschouwd. Schrijft de ven nootsehap minder af en geeft zij minder voor onderhoudskosten uit, dan mogeh slechts de werkeliike afschrijvingen en onderhoudskosten voor de winstbepaling in rekening worden ge bracht. In verband met het vorenstaande, geef ik u in overweging deze kwesties definitief op te lessen. Op een nader te bepalen datum moet worden vastgesteld de grootte van het kapitaal in de ondememing vastgelegd. Overeengekomen moet worden, dat de af- schrijvings- en onderhoudspercentage's als maxima zijn aan te merken. Voor de berekening van de verschillen voor afschrijving en onderhoud, verwijs ik u naar bijlage F. Bijlage E geeft aan welke uitgaven als woardevermeerdering zijn beschouwd. Een overzicht van de deelen waaruit het kapitaal bestaat volgens de boeken, gelieve u te vinden in bijlage G. In bijlage H zijn de verschillen tusschen den staat behoorende bij missive No. 573 en de boeksaldi nader gespecificeerd. Een beknopt overzicht van productie en levering is neergelegd in bijlage I. Wordt een verhooging van de tarieven met 50 op den oorspronkelijken prijs noodzake- lijk geacht? Zooals uit de berekening" blijkt, bedroeg de kostprijs bij een gemiddelden inkoop van kolen tegen 66 per ton 31. Voor het eerste halfjaar restte een winst van f 2.262,49% zon der rekening te houden met rente van het ka pitaal. Voorts dient bij de beoordeeling van dit resultant rekening te worden gehouden met het feit, dat de bezittingen niet in vol- doenden staat van onderhoud zijn gehouden. Nog is in dit cijfer begrepen de vergoeding van stroomverbruik voor de straatverlichting ad f 2.700, terwijl slechts werd geleverd 4864 K.W.U. Neem ik voor de levering aan de ge meente den oorspronkelijken prijs van f 0,27 per K.W.T aan. dan levert deze overeenkomst een extra winst van 10.000 4864 X f0?7 f 1.880,7*. J Welken invloed zou de verhooging welke voor straatverlichting 0,13 per K.W.U. en voor levering aan particulieren van f 0,07% verder op de resultaten hebben uitgeoefond? Er zou meer ontvangen zijn 4864 X f 0,13 f 632,32 36968 X 0.07% 2.772,60 3.404,92 ar: winst straatverlichting volgens bestaande overeenkomst 1.386,72 behajilde winst hat geheele Jaar f 2.01350 2.262,49 f 4.280,69 f 8.561.38 Stel het werkelijk in de zaak gestoken ka pitaal na aftrek van norm ale afschrijvingen op 120.000, welk cijfer naar mijn meening wel niet te laag zal zijn geraamd, dan rest voor de noodzakelijke onderhoudskosten en af schrijvingen boven die welke zijn berekend, slechts een bedrag van 2.561,38. Op vorenstaande gronden meen ik uw college in overweging te moeten geven de tariefsver- liooging voor een nader te bepalen tijd in ver- houding tot de kolenprijzen toe te staan. Ik acht het echter, zooals hiervoor reeds is uiteengezet, noodzakelijk. dat die verhooging alleen wordt toegestaan, indien de vennoot sehap bereid wordt bevonden de noodzakelijke aanvullingen in de voorwaarden aan te bren gen en het kapitaal in het bedrijf vastgelegd, in overleg met uw college, tot het werkelijk bedrag te willen terugbrengen. Overzicht resultaten. 1901 1902 1903 1904 1905 1906 1907 1908 1909 1910 1911 1912 1913 1914 1915 1916 1917 1918 Winst. 3.663,82 4.573,121 5.328.21 5.341,34 7.677 79 7.390,75 7.776,84 8.030,94 9.845,81 i 10177.51.V 9.813,07 11.746,98 15 372.29.) 17.983,40 18.566,24 19.068,66) 19 768,44.1 22.671,35 Af schrijving. Saldo. 2.340,07 1.726,46 1 694,08 3.743,99 3.820 19 4 828.63 1 5.878,43 8 907,90 7.951,69 8096:68 8 359,86 6.014 64 6:i3l.6i 6 111,82 6.138 56 4.820,60 6.195 66 3 663.82 2 233,05) 3.601,75 3.647,26 3.933,80 3 570,56 2.948,21 2.152,51 937.91) 2.225.82s 1 716,39 3 387.12 9 357.65) 11 851.79 12.454,42 12 930,10) 14947.84) 16.475.69 Uitge- keerd Tantieme 113,31) 141,44 164,79 165,19) 237.46 228.58 240.52 248,38 304,51 314,77 303,50 440,67 598,92 700 66 723,36 742,93) 770,20 883,30 2 04.796,59 92.760,87 112 035,72 7.322.50) Begrooting voor afschrijvingen en onderhoud over de jaren 1901—1910. 1901 1902 1903 1904 1905 1906 1907 1908 1909 1910 S-i f- ti£) c c3 '43 2 C 0 <Z> C XJ -4-> O CD 176.000 190.000 192.000 196.000 201.000 206.000 207.000 209.000 226.000 230.000 14.000 14.000 14.000 14.000 14 000 14.000 14.000 14.000 14.000 14.000 60.000 60.000 60,000, 60.0001 60.000 60.000! 60.000 60.000 60.000 j 160.000 55.000 55.000 55.000 55.000 55.000 55.000 55.000 55.000 55.000 55.000 6.500 6.500. 6.500 6.500 6.BOO 6.500 6.500 6.500 6.500 6.500 40.500 54.500 56.500 60.500 65.500 70.500 71.500 73 500 90.500 94.500 Onderhoud Volgens Concessie. Betaald. Af schrijving Ace. Batterij Gebouwen Kabelnet Mach.-Meters 14.000; 11 200,— 60 000 12.000. 55.000 27.500 - 67.800, 20.340 - 6 491.54 2.664,57 1.727,48 4 987.86 9.800,— 18.000,— 27.500,— 47.460, 71.040.- 15.871,45 102.760,- 1911—1918. Ace. Iijt>-ri] Gebouwen Kabelnet Mabh.-Meters 11 227.56 1 .770,40 25 665.10 23850,52 2 351 48 5.521,34 3.022.07 5.242.32 9.824 22 17.645,33 25.665,10 55.648,81 Werkelijke 143.553.58 kosten 1901/18 32.006,66 32.008 66 211 543 46 92 760,87 111.544,92! ;118 782,59 To'ale winst 1901/18 204 796 59 Afgeschreven 1901/18 92 760,87 Saldu r 112.035,72 BIJLAGE A. A. B. C. D. E. F. G. H. I. J. IC. L. M. N. ACCOUNTANTS-ON DERZOEK. Een overzicht van de exploitatieresultaten over 1911, "'12 en '13, met opgave per jaar van bruto winst en netto winst, afschrij vingen op kapitaal, gebouwen, machine- rien en geleidingen, enz. enz. Bedrag van het kapitaal in de ondememing vastgelegd in 1911, 1912 en 1913. De prijs per kilowatt stroom geleverd voor verlichting in 1911, 1912 en 1913, berekend naar de totale productiekosten, met bij- rekening van alle onkosten en in verhou- ding met het, in bovengenoemde jaren, jaarlijksche geleverde aantal kilowatt's. Prijzen der kolen per 1000 K.G. en der maehinebenoodigdheden in 1911, 1912 en 1913. Loonen aan personeel voor het bedrijf uit- betaald in 1911, 1912 en 1913. Aantal geleverde kilowatt stroom voor kracht in 1911, 1912 en 1913. Hetzelfde als onder A voor 1918. Hetzelfde als onder B voor 1918 en 1919. Hetzelfde als onder C voor 1918 en de eerste 6 maanden van 1919. Hetzelfde als onder D voor, 1918 en 1919. Hetzelfde als onder E voor 1918 en 1919. Hetzelfde als onder F voor 1918 en de eerste 6 maanden van 1919. Het aantal kilowatt stroom voor verlich ting geleverd per jaar in 1911, 1912 en 1913, 1918 en de eerste 6 maanden van 1919. Het kwantum kolen verbruikt per jaar voor opwekking der stroom voor verlich ting in 1911, 1912, 1913, 1918 en de earste 6 maanden in 1919. Waar het vrij lastig en ook zeer kostbaar is, de verdere in het rapport genoemde bijlagen af te drukken, daar deelen wij U mede, dat deze op de secretarie ter inzage liggen. Naar aanleiding van door den heer Hamc- link in de raadszitting van 27 October 1919 gestelde vragen, werden ook in handen ge steld van den heer Nagtg'as Versteeg de voor waarden waarop door het bestuur der Woning- bouwvereeniging „Werkmansbelang" alhier is aanbesteed het maken van een installatie voor electrische verlichting der 17 in aanbouw zijn- de arbeiderswoningen en twee winkelhuizen, welke voorwaarden op verzoek van het bestuur zijn ontworpen door den Administrateur der Electrische Centrale alhier. Onder dagteekening van 16 December 1919 schrijft de heer Nagtglas Versteeg ons daar- omtrent „Het was ons voornemen om u deze week ons rapport in te zenden. Doordat echter de heer Groot nog niet gereed is en wij toch met hem overleg moeten plegen, daar het resultaat van zijn onderzoek invloed heeft op ons tech- nisch rapport, zullen wij eerst in de volgende week tot. een verzending kunnen overgaan. Wij willen echter inmiddels niet wachten met de behandeling eener vraag die voor een nfzonderlijke beantwoording in aanmerking komt en u bijgevolg ons oordeel over de voor waarden waaronder door het bestuur der ver- eeniging ,,Werkmansbelang te Ter Neuzen zal aanbesteed worden het maken van eene in stallatie voor electrisch licht in 17 woonhuizen enz. doen kennen. Wij hebben deze voorwaarden bestudeerd en kunnen niet anders zeggen, dat de bepa- lingen daarin opgenomen ons juist voorkomen. Het is zoowel in het belang der verbruikers als van de centrale, dat deze installaties so nde worden geinstalleerd en in verband met de vochtige luchtgesteldheid van uwe gemeente is het nemen van maatregelen tegen storingen alleszins iuist te achten. Wij retourneeren dus deze voorwaarden met de bijbehoorende teekening met de uitdrukke- ij ke verklaring, dat wij van electrotechnisch standpunt met deze voorwaarden accoord kun nen gaan. De andere vraag, waarop u een afzonderlijk antwoord wenschte, n. 1. of de verhooging van I M der centrale met 50 gemotiveerd is hang-t nog af van een overleg met den heer Groot die het accountants-onderzoek heeft ge- en hoPen daarop ook in de volgende week onze meening te kunnen uiten. hohW ?fnleicU"£ vorenstaande stukken burgeineester en wethouders nadere lnlichtmgen mgewonnen en onderhandelingen met de Industneele Maatschappij aangeknoopt en zich thans tot den raad gericht met het volgende schrijven: Wij zonden U reeds toe de rappci-ten van de heeren Nagtglas Versteegh on Groot inzake het techmsch- en accountantsanderzoek der electrische centrale alhier. Tot gjoed begrip der zaken bieden wij u hier bij een overzicht aan van wat door ons college verder is verricht, om u als slot aan te bieden het voorstel, dat wij meenen dat door den raad moet worden aangenomen. Waar speciaal het rapport-Groot de manier van beheer der Industrieele Maatschappij aan- valt, daar hebben wij het niet meer dan billijk geacht, ook die rapporten-ter kennis te bren gen der bedoelde maatschappij, Bij schi^jven van 17 Februari 1920 no. 387 zonden wij aan de maatschappij de rapporten toe, welke ons antwoordde bij missive dd. 9 Maart 1920, en ons daarbij nieuwe voorstellen deed inzake de regeling der tarieven. Het adres van 6 October 1919 inzake tariefverhooging kwam daardoor te vervallen. De maatschappij schrijft ons (zie bijl. I). Wij hebben gemeend op dit sckrijven, dat eene verdediging inhoudt van de wijze van boekhouden, de meening te moeten vragen van den heer J. Groot te Amsterdam. Genoemde heer schrijft ons (zie bijl. II). Waar de deskundigen het over de wijze van boekhou.ling niet eens kunnen worden, daar is het natuurlijk voor ons college een zeer lastige kwestie uit te maken wie in dezen ge- lijk heeft. Voor de gemeente is er dan ook alles aan gelegen met de maatschappij eene regeling te treffen betreffende eene uitkeering aan de gemeente. welke met kapitaalsvermeerdering, afschrijvingen enz. niets te maken hseft. De maatschappij heeft dat ook begrepen, want in haar schrijven van 9 Maart 1920, doet ze reeds voorstellen in die richting. Naar aanleiding van bovenaangehaald schrij ven en de in verband daarmede gedane voor stellen. hebben wij gemeend tegenvoorstellen te moeten doen en ons daarbij niet alleen te bepalen tot de regeling der tarieven, doch ook wijzigingen te moeten voorstellen betreffende artikelen der concessievoorwaarden en van het reglement van aansluiting aan het leidingnet en van levering van electrischen stroom vol gens metertarief. Bij ons schrijven van 13 April 1920 no. 779 zonden wij de voorstellen in, zooal- wij meen- den, dat ze aan den raad ter vaststelling moesten worden aangeboden. Dat schrijven met de voorstellen luidde als volgt: (zie bijl. III). De industrieele maatschappij kon zich met deze voorstellen niet in alio opzichten vereeni- gen en deelde ons bij schrijven van 10 Mei 1920 't volgende mede (zie bijl. IV). Ons college heeft de kwestie thans nogmaals overwog-en en in verband daarmede stellen wij uwen raad voor't navolgende besluit te nemen (zie bijl. V). Tot toelichting diene nog het volgende: Waar de maatschappij bezwaar maakt, dat ook een maximum tariefprijs wordt vastgesteld, daar zijn wij van oordeel, dat ook de 20 verhooging, niet voor altijd moet worden vast gesteld; vandaar, dat wij de regeling willen laten gelden voor 10 jaar. Zijn alsdan de loo nen nog hoog. dan zal geen bezwaar zijn de 20 '/r verhooging te laten bestaan Nu de overeenkomst voor de straatverlich ting van 1910 is ingetrokken. is artikel 20 der 0. V. aangevuld met art. 3 uit de bedoelde overeenkomst. Toelichting op de verder voorgestelde wij zigingen lijkt ons onnoodig daar deze te vinden ziin in het schrijven der maatschappij dd. 10 Mei 1920. I. Schrijven van de Industrieele Maat schappij te Amsterdam, dd. 9 Maart 1920. Wij kwamen in het bezit van uive missive dato 17 Februari 1920 no. -387 met de daarbij gevoegde rapporten van hist bureau Nagtglas Versteeg en van den accountant, den heer J. Groot. Wat het laatste rapport betreft, kunnen wij dit niet volledig beoordeelen, omdat daaraan de bijlagen ontbreken. In antwoord op de ons in uwe missive ge stelde vragen hebben wij de eer u het volgende mede te deelen: Hetg-een in artikel 4 der concessievoorwaar den is vermeld, betreffende een uitkeering aan de gemeente van een deel der eventueele netto- winst, hebben wij uitsluitend zoo opgevat, dat, wanneer in eenig jaar van de brutowinst, na aftrek van rente, afschrijvingen en onderhoud als in dat artikel vastgesteld, nog" een saldo overbleef, onze maatschappij daarvan 30 34 aan de gemeente zou moeten af staan. Geenszins hebben wij echter de daarin ver- melde afschrijvtngpercentages beschouwd als maatstaf voor hetgeen onze maatschappij in hare boeken op de bedoelde onderneming zou hebben af te schi-ijven en acbten wij onze maatschappij dienaangaande geheel vrij- Uit de u bekende saldo's der winst- en ver- liesrekeningen der centrale te Ter Neuzen, zouden dan ook dergelijke afschrijvingen niet mogelijk zijn geweest, zonder, dat die winst- en verliesrekeningen met een belangrijk verlies zouden gesloten hebben, terwijl uit den aard der zaak in onze boeken de werkelijke onder houdskosten zijn opgenomen. Wat nu betreft de door ons plaats gehad hebbende afschrijvingen diene het volgende: Naar aanleiding van de door den accountant geuite bewering (pag-ina 12 van het rapport), dat bij onze vennootsehap eigenaardige be grippen omtrent waardevermeerdering be staan, merken wij allereerst op, dat de dien aangaande door den accountant genoemde sterk sprekende voorbeelden, onjuist zijn. Bij de vaststelling van de bedragen der af schrijvingen- over 1908, 1910, 1911 en 12 werd door ons rekening gehouden met de om- standigheid, dat de oude rnotoren door nieuwe waren vervangen en waren in die afschrijvin gen respectievelijk begrepfen bedragen \an 4000 f 5000, f 4000 en f 4575, waardoor suc- cessievelijk in strijd met de meenmg van den accountant, de restwaarde der oude rnotoren geheel werd afgeschreven. Buiten de geboekte afschrijving over 1907 werd uit de gezamenlijke winst onzer maat schappij een bedrag van /3000 gereserveerd voor gedeeltelijke vernieuwing der batterij. waardoor dus de kapitaal-rekening der cen trale Ter Neuzen niet met de kosten dier ver nieuwmg is belast. W B.y ,de vervanging van de accumulatoren- batterij in 1916 werden de kosten dier batterij in 1916/17 onder aftrek van de opbrengst van het oud materiaal op kapitaal-rekening ge bracht en koit toen aangenomen worden dat de oude batterij reeds geheel was afgeschreven Aan meters werd in totaal aangekocht voor nT "ifTM Vin lf-637,6346, en was daarop ?a4o/o?eCember 1918 ln totaal afgeschreven j o4U4.06. Wat betreft de opmerking van den accoun tant (pag 12 van het rapport), dat 100 stuks meters buiten gebruik zouden zijn gesteld en zooal met geheel, dan toch stellig voor een zeer oelangrijk gedeelte als waardeloos moeten worden beschouwd, schrijft de administrateur der centrale Ter Neuzen ons, dat in November j.i. bij de aangeslotenen waren geplaatst 622 meters, terwijl m magazijn waren 36 meters waarvan 33 defect. Behouaens voor 1 meter, zijn hec kleine de- fecten waarvoor de materialen tot herstel tot nog toe met uit Duitschland kwamen. Tot en met over 1918 is in totaal afgeschre ven j 92.760,87, hetgeen ook in het rapport van den accountant (pag. 14) wordt bevestigd, en kunnen wij dan ook op het voorstel van den accountant (pag. 14 van het rapport) om het volgens onze boeken in de onderneming gestoken kapitaal tot een lager cijfer terug te brengen, niet ing-aan, aangezien wij dan op de hoofdbalans onzer maatschappij geheel on- gemotiveerd een belangrijk extra bedrag op een ^harer ondememingen zouden moeten af- schrijven. Intusschen geeft de in artikel 4 der conces sievoorwaarden voorgeschreven wijze van be rekening voor een eventueele uitkeering aan de gemeente van de nettowinst. naar onze meening, al uiterst weinig kans, dat het tot een uitkeering aan de gemeente zal komen, te meer daar de benoodigde machinale uit breiding, waarvoor de bestelling reeds door ons is gedaan, een aanzienlijke vermeerdering van het kapitaal ten gevolge zal hebben en wegens de mede-vereischte uitbreiding van het gebouw belangrijk hooger zal zijn, dan in het technisch rapport van het bureau Nagtglas Versteeg (pag. 6) vermeld. Wij hebben echter overwogen of, wanneer de gemeente bereid is tegemoet te komen aan den onhoudbaren toestand voor onze centrale. Ter Neuzen, dat de tarieven geenszins in over- eenstemming zijn met de thans geldende zoo- veei hoogere exploitatie-kosten, en dus zou bewilligen .in een verhooging der stroomprij- zen, een regeling betreffende en uitkeering aan de gemeente zou kunnen worden getrof- fen, onafhankelijk van het door onze maat schappij in de onderneming electrische centrale Ter Neuzen belegd kapitaal en onze afschrij vingen. Dienaangaande hebben wij de eer u mede te deelen, dat, wanneer uwe gemeente de* voor stroom levering te berekenen prijzen volgens de hierbij gevoegde bijlage goedkeurt, en er mede aecoord gaat, dat, in verband met het toenemen der materiaal- en bedrijfskosten de tarieven van artikel 3 en artikel 4 van het reglement worden herzien (tot herriening van het tarief van artikel 4 adviseert ook reeds uwen technischen adviseur op pag. 8 van zijn rapport), terwijl wij dan bereid zijn de laatste alinea van artikel 1 van het reglement te. wij - zigen als door ons aan uwen technischen ad viseur voorgesteld (zie pag. 7 van zijn rap port), wij voorstellen de in artikel 4 der con cessievoorwaarden voorkomende bepaling be treffende afstand van een deel der winst aan de gemeente aanvangende met de woorden „de concessionaris verpiieht zich van de even tueele nettowinst" en eindigende met de woor den zullen worden gemaakt" te doen ver vallen en daarvoor i 11 de plaats de volgende bepaling zal worden opgenomen: „Door den concessionaris zal aan de ge meente worden uitgekeerd 2 van de bruto- stroom opbrengst, zooals die bij het einde van ..ieder hoekjaar uit het hoofd ..stroomrekening" „uit de winst- en verliesrekening der electri sche centrale Ter Neuzen zal blijken. ,,De verrekening betreffende het uit dien ..hoofde aan de gemeente toekomend bedrag „zal plaats hebben binnen vijf maanden na ..afloop van ieder boekjaar. „Burgem.eester en wethouders zullen te dien .einde te alien tijde inzage mogen nemen of doen nemen der boeken en bescheiden van ,den concessionaris, betreffende hare onder neming electrische centrale Ter Neuzen". Op die wijze zou de gemeente in stede van de zeer onwaarschijnlijke uitkeering, zooals die thans uit de concessievoorwaarden volgt, al reeds dadelijk in het genot eener uitkeering komen, welke rekening houdt met de af te leveren stroom en de opbrengst daarvan, zon- der dat het kapitaal in de centrale Ter Neuzen belegd en onze afschrijvingen op de uitkeerin- gen invloed zouden hebben, Wij zouden die uitkeering dan willen doen mgaan gelijktijdig met het tijdstip. dat de nieuwe tarieven voor stroomlevering ingaan. Waar Qns verzoek tot de tariefverhooging reeds dateert van 6 October 1919, en h°t nit- blijven der besligsing dienaangaande aan de centrale belangrijk verlies oplevert, mogen wij verwachten, dat thans met den meesten spoed die aangelegenlieid wordt behandeld, ter be- vordering waarvan wij vermeenen, die behan deling niet zou behoeven te wachten op de hiervoren bedoelde herziening van de artike len 3 en 4 van het reglement, en zouden wij dienaangaande willen voorstellen, dat die her riening zou plaats hebben en alzoo de in die artikelen voorkomende tarieven zouden worden vastgesteld in overleg tusschen uwen tech nischen adviseur, den heer Nagtglas Versteeg en onze maatschappij. Volgens de conclusie van uwen technischen adviseur (pag. 9 van zijn rapport) reeft deze. in overleg" met den heer Groot, geen bezwaar tegen de verhooging van 50 van het tarief. terwijl volgens de conclusie van uwen ac countant (pag. 14 van zijn rapport) deze in overweging heeft de tariefverhooging voor een nader te bepalen tijd in verhouding- tot de kolenprijzen, toe te staan; wat beide conclu sion betreft onder het daarbij vermeld voortie- houd, aan welk voorbehoud wij op de wijze als hiervoren vermeld, zouden tegemoet komen. Nu kunnen wij beide conclusion vereenigen door de toepassing van een kolenclausule, waaruit bij de" anthraciet-prijzen van den oogenblikkelijken voorraad aan de centrale, de prijs voor lichtstroom van 30 ct. per K. W. U. 50 9zou worden verhoogd, terwijl bij wijzi- ging" der anthraciet-prijzen de te berekenen prijzen zich vanzelve wijzigen Daarom wordt het dan ook onnoodig" aan de toepassing der kolenclausule een te bepa len tijd te verbinden. In plaats van de in ons adres aan den raad van 6 October 1919 gevraagde tariefsverhoo- gingen, hebben wij derhalve de eer, de goed- keuring uwer gemeente, te veroeken op de berekening der prijzen voor licht- en kracht- stroom volgens de hier bijgevoegde bijlage. De daarin vermelde kolenclausule voor krachtstroom is die, welke reeds van 1 Januan 1918 af wordt toegepast. Tenslotte zouden wij ter voorkommg van storing in de vegelmatige lichtlevenng een be paling in de concessievoorwaarden wenechen opgenomen te rien betreffende een spertijd o-edurende de wintermaanden voor levering van stroom ten behoeve van rnotoren, welke sper- tijd in overleg met heeren burg-emeester en wethouders zou worden geregeld. (Zie verder het Tweede Blad).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1920 | | pagina 2