5>n4dorp
1fSHem&fk
BUBGEBLIJKE STAND.
XO&p
TER NEUZE N.
GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN.
'Vereeniging n Noo'd en Zu'd aangeboden
loon voor waarden, neergniegd in bet voorstel
•ier Scheepvaartveremigingeh, een overeen-
fcomst met de werkgevers aan te gaan.
Het bestuursvoorslel heeft in da verga
dering een drukke discusse uitgelokt. Op
verlangen van dp vergaderi g zal over het
voorste! een sehrifteiijko stemming gehouden
worden.
Vriiaagvoormiddag vergadert het bestuur
van den Cei tralen Bond m-t de andere
heift van zijn stakende leieu, en dan zal
tevens gevolg worden gegsven aan den
wensch der leden om een sehrifteiijko
stemming te'houden.
Voigens den geest der vergadering zou
Bet. naar wjj vernemen, in de bedoelmg der
stakende havenarb-iders ligi-en, Maardag
het werk te her.atten.
De Nederl. Federatie van Transportar-
beiders houdt Vrijdagniiddag in het Aige
useen Verkooplokaal een huishuudeljjko
ledenvergadering. In die vergadering zal,
naar verluidt, evenee^s worden voorgesield
de staking op te heffen. (N. R. Ort
KOSTWINNERSVERGOEDING.
In een nota naar aanleiding van het verslag
der Tweede Earner nopens het wetsontwerp,
betreffende de kostwinnersvergoedingen zegt
de regeering', dat de bedragen, die het ontwerp
als vergoedingsmaxima voorstelt, daarin niet
dan na rijpe overweging zijn opgenomen. Tot
verhooging dier bedragen is de regeering daar
om niet bereid.
Wordt het ontwerp tot wet verheven, dan
zal de inwerkingtreding eerst geschieden bij
de uitvaardiging van het K. B., waarbij het
oorlogsgevaar wordt verklaard niet meer te
bestaan. Alsdan zullen niet meer gelden de
regelen voor de mobilisatie-vergoeding met
hunne vaststelling der bedragen door de bur-
gemeesters, doch zullen herleven de regelen
voor gewone tijden, waarbij die vaststelling
geschiedt door de departementen van Oorlog
en van Marine.
De toestand van voor Augustus 1914 komt
derhalve terug en aangezien toen minder be-
hoefte gebleken is aan bezwaren-commissies.
zou het op zijn minst voorbarig zijn deze
thans in het leven te roepen.
Bij eene nieuwe mobilisatie kunnen desge-
wenscht binnen korte tijdsbestek nieuwe com-
missies in het leven worden geroepen.
EEN VERGADERLOKAAL INGESTORT.
In den nacht van Donderdag op Vrijdag is
de St. George's Hall te Wolverhampton (En-
geland) een der oudste gebouwen der stad, dat
als billardzaal ingericht was, geheel onver-
wachts ingestort, terwijl er een honderdtal
menschen in aanwezig waren. Uit de wolk van
stof steeg een luid gejammer op. De brand-
weer verscheen spoedig ter plaatse om het
puin op te i-uimen en de slachtoffers uit hun
netelige positie te bevrijden. Men vond twee
lijken. 16 personen waren min of meer emstig
gewond. 12 anderen kwamen er heelhuids af.
lemand, die zonder letsel gered werd, vertelde,
dat men aan 15 billards stond te spelen, toen
het ongeluk plaats vond. Hij zag hoe het dak
wankelde, waarop in eens het geheele gebouw
in elkander stortte. Hij en enkele anderen
waren er zoo goed afgekomen, doordat ze zieh
onder de billards tegen het vallende puin ge-
dekt hadden. Voigens hem moesten er nog
meer slachtoffers onder het puin bedolven
liggen. Een nader bericht loochenstraft echter
gelukkig 's mans vermoeden en meer dan twee
dooden zijn er niet te betreuren.
EEN VREEMD VERSCHIJNSEL.
Een vreemd verschijnsel zoo meldt de
Romeinsche correspondent van de Temps uit
Rome heeft groote beroering gewekt onder
de bevolking van Casal-Guidi, in Tosftane, en
begint zelfs heel Toscane bezig te houden. Een
boerenmeisje meende onlangs aan den zoom
van een bosch een verschijning van de Heilige
Maagd in een wit kleed te zien. Zij viel in
zwijm en moest in bewusteloozen toestand
weggedragen worden. In den beginne scheen
het geval veel overeenkomst te hebben met
vele andere voprvallen van dien aard, maar nu
•ontwikkelde de gang van zaken zich als volgt:
■de geheele bevolking van het dorp begaf zich
naar dezelfde plek en zij zagen alien dezelfde
verschijning. De menigte bleef en bevindt zich
nog geknield voor de vreemde verschijning,
dag en nacht in dienzelfden toestand van ver-
voering of hallucinatie blijvende. Maar het
merkwaardigste is, dat bewoners uit naburige
plaatsen, die over het verschijnsel hadden
hooren spreken en ongeloovig kwamen aange-
loopen met het doe! er zich vroolijk over te
maken,, zoodra zij ter plaatse aangekomen
waren, dezelfde verschijning zagen.
Thans worden uit plaatsen in. de omgeving
bedevaarten ondernomen.
ONTVLUCHTE RUSSISCHE KRIJGS-
GEVANGENEN.
Op verschillende punten van onze zuidgrens
in de provincie Noord-Brabant, o.a. te Hazel-
donk, Strijbeek, Minderhout en Baarle-Nassau
zijn in het geheel een 200 Russen komen bin-
nenvallen, die uit de Belgische gevangen-
katnpen waren ontsnapt, waar ze sinds 1918
waren ondergebracht, en daar door de Duit-
schers achtergelaten.
Ze zagen er, naar wij in de „Tel." lezen,
alien vrij goed uit en worden weer naar Belgie
temggevoerd.
Ui verschillende deelen des lands zijn mare-
chaussee's, militaire-politie en huzaren naar
onze zuidgrens gezonden ter bewaking van
deze onwelkome gasten.
(Nadruk verboden).
Huwelijks-aangiften16 April. Eduardus D'haene,
oud 28 j jm., en Anna Maria Verras, oud 29 j.. jd.
Huvvelijks-voltrekkingen. 15 April. JohannesPetrus
Mobach. oud 34 j., jm. en Louisa Maria van Aerde.
oud 25 j., jd. Clement Johannes Schelstraete, oud
23 j jm. en Bertha Augusta van Aerde, oud 21 j.,
jd. Anthonius Bernardus Ploegaert, oud 28 j., jm.
en Maria Louisa de Koeijer, oud 22 j., jd. Emile
Doolaege, oud 23 j., jm. en Aline Clementine Gijsel,
oud 24 j., jd. Willem Fredeiik Geldof, oud 21 j.,
jrn. en Pieternella Hamelink, oud 20 j., jd. Izaak
Hoek, oud 26 j., jm. en Elizabeth Adrians Jozma van
Driel, oud 20 j., jd.
Geboorten. 11 April. Cornells, z. fan Jacob Dub-
beldam en van Rosalia Adrians Jacoba Riddering.
13 April. Remy Eduardns, z. van Leopoldus de Smit
■en van Melanie Marie Pielaet. 14 April Jannetje
Janneke, d. van Jacob de Back en van Cornelia Janna
de Mul Jacoba en Leendert, d. en z. van Kare
Lodewijk Beeldens en van Johanna Elena Hdijssen.
"15 April. Martin us Cornelis. z. van Jan Pieterman
en van Suzanna Louisa Leunis. Maria Sara, d. van
Jacobus Cornelis Westerweel e» van Maria Magda-
lena Hoi
Overtijden. 12 April. Magrietha Adriana Janneke
t Gilde, oud 21 j., d. van Willem Pieter en van
Pieternella Faas.
Vergadering van Donderdag 22 April 1920,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge-
meester.
Tegenwoordig de leden: L. J. Geelhoedt,
L. T. van Hasselt, J. J. de Jager, D. Scheele,
H. J. van den Ouden, P. van Cadsand, R. G.
E. Nolson, G. de Ridder, H. J. Colsen en N.
A. Hamelink.
Afwezig- zijn: de'heer F. B. G. de Meijer, me-
vrouw G. B. Duiker-Blekkink en de heer P. C.
Geensen.
De voorzitter opent de vergadering en deelt
mede, dat bericht is ingekomen van den heer
De Meijer en inevrouw Duiker, dat zij wegens
uitstedigheid de vergadering niet kunnen bij-
wonen en van den heer Geensen, dat hij wegens
werkzaamheden niet tegenwoordig kan zijn.
Hij stelt voor het vaststellen der notulen
van de twee yorige vergaderingen aan te
houden.
Aan de orde komt:
1. Ingekomen stukken.
a. Een schrijven van gedeputeerde staten
van Zeeland, dd. 26 Maart 1920, luidende als
volgt:
De taak van de gemeenten is eene geheel
andere geworden- dan zij een 30- a 40tal jaren
geleden was. De gevolgen daarvan laten zich
gevoelen. Het verkeer, de samenleving laten
zich niet binden aan de grenzen der gemeen
ten, welke over het algemeen hun ontstaan te
danken hebben aan oude, zeer dikwijls ver-
anderde toestanden, doch bij de tegenwoordige
eischen niet meer in acht kunnen worden ge
nomen.
Om de gemeenten meer aan tot dusver in
staat te stellen aan de tegenwoordige eischen
het hoofd te bieden, schijnt samenvoeging van
gemeenten van geringen omvang en van weinig
innerlijke kracht tot grootere het meest aan-
bevelenswaardig- middel. Wei zou door de
toepassing van art. 3 der gemeentewet eenige
samenwerking- en eenige vereenvoudiging in
het beheer kunnen worden verkregen, maar
groote uitwerking kan daarvan niet worden
verwacht. Werkelijke verhooging van kracht
wordt alleen bereikt door samenvoeging van
gemeenten, die ieder op zich zelf weinig
weerbaar zijn.
Thans stuiten meermalen nuttige maat-
regelen af op de weigering van enkele be-
sturen om mede te werken. Het is een onge-
zonde toestand, wanneer eene gemeente groote
werken tot stand brengt en belangrijke in-
richtingen schept, waarvan de voordeelen ook
genoten worden door gemeenten, welke zich
van alle medewerking onthielden,
Het wordt dan ook tegenwoordig algemeen,
ook door de Regeering, erkend, dat samen
voeging van kleine gemeenten niet kan uit-
blijven.
De voordeelen van die samenvoeging lig
gen voor het grijpen. Wij behoeven ec alleen
op te wijzen, dat groote gemeenten gemak-
kelijker kunnen voldoen aan den eisch van
kostbare sociale maatregelen. Men denke
slechts aan den gezondheidsdienst, zieken-
huizen, armenzorg, keuring van levensmid-
delen, verbetering van verkeersmiddelen, elec-
triciteitsvoorziening, waterleidingbedrijf, wo-
ningbouw, levensmiddelenvoorziening, grond-
bedrijf, nijverheids- en landbouwonderwijs,
schooltoezicht, speciaal opgeleid personeel met
behoorlijke bezoldiging, vereenvoudiging in de
administratie en nog zooveel meer*. Daaren-
tegen worden de kosten der huishouding in
evenredigheid minder.
Wij hebben daarom de eer U uit te noqdigen
deze aangelegenheid met den Raad Uwer ge
meente ernstig onder de oogen te zien en zoo
noodig met TJwe ambtgenooten van aangren-
zende gemeenten in pverleg te treden, waar-
toe door ons machtiging wordt verleend, be-
doeld in art. 121 der gemeentewet.
Indien vereer.iging van Uwe met andere
gemeenten bepaald onmogelijk geacht, dan zou
wijziging der grenzen, ter opheffing van mo-
gelijke misstanden, overwogen kunnen worden.
Wij zullen gaarne voor 1 Augustus a.s. be
richt ontvangen van het door U te dezer zake
verrichte.
De voorzitter stelt voor dit schrijven aan
te houden tot latere behandeling, indien deze
althans wenschelijk zal voorkomen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
b. Eene missive van gedeputeerde staten
van Zeeland, dd. 1 April 1920, waarbij van het
bewijs hunner goedkeuring voorzien wordt te-
ruggezonden het primitief kohier der belas-
ting op de honden voor het jaar 1920.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Een schrijven van P. de Bakker, die
daarin te kennen geeft, zijne herbenoeming
tot lid der commissie tot wering van school-
verzuim aan te nemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Een schrijven van gedeputeerde staten
van Zeeland, dd. 26 Maart 1920, waarbij wordt
bericht, dat door hun college de beslissing om-
trent de begrooting voor 1920 nader is ver-
daagd tot 1 Juli 1920.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Een adres van het Dagelijksch Bestuur
der afdeeling Ter Neuzen en omstreken van
den Bond van Koffiehuis-, Restauranthouders
en Slijters, dat daarin te kennen geeft:
dat in eene zitting van den gemeenteraad
bij de behandeling der begrooting als ter loops,
is aangenomen een voorstel om de in dit jaar
te houden kermis droog te leggen;
dat zij verzoeken dit besuit alsnog in te
trekken en wel om de hier volgende redenen,
nader in de hierbijgaande memorie toegelicht:
lo. dat de belanghebbenden, de vergun-
ninghouders, te dier zake niet zijn gehoord en
hunne meening- en advies niet is gevraagd;
2o. dat uit de gehouden besprekingen niet
is gebleken, dat hier ter plaatse gedurende de
kermisdagen misbruik van sterken drank wordjjj
gemaakt;
3o. dat de kermis hier steeds een ordelijk
verloop heeft en het in de toekomst niet te
verwachten is, dat het anders zal worden;
4o. dat de" te nemen maatregelen een stap
op den verkeerden weg beteekent;
5o. dat de gemeenteraad een besluit heeft
genomen in strijd met de Drankwet;
6o. dat de politie zal blijken onmachtig te
zijn, het verbod te handhaven.
Bij dit adres is gevoegd de volgende memo
rie van toelichting:
le. Het is eene algemeen gevolgde en toe-
gepaste gewoonte geworden bij de colleges,
belast met het maken van wetten en verorde-
ningen een zeker bedrijf omvattend, de belang
hebbenden bij dit vak te hooren en hun advies
in te winnen. Als voorbeeld diene daarvan,
dat dato 19 Jan. 1920 bij onzefn Bond een
schrijven inkwam van Z. E. den Mnister van
Arbeid, waarin hij meldt, voomemens te zijn
eene herziening der Drankwet voor te bereiden
en het op prijs zal stellen met onze wenschen
te dien aanzien in kennis te woixien gestejd.
Burgemeester en wethouders van Vlaardin-
gen vroegen aan de afdeeling van onzen Bond
daar ter plaatse advies omtrent de te_ nemen
maatregelen tot beperking van drankmishruik.
Het deed ondergeteekenden dan ook veel
leed, dat zij als vertegenwoordigers van een
vakgroep in deze gemeente over dit ingri.ipende
voorstel hunne zaken betreffend, niet zijn in
kennis gesteld, om, alvorens een besluit te ne
men, onderling overleg te plegen, zoowel met
voor- als tegenstanders, ten einde tot een goed
en practisch resultaat te komen.
2e. Uit de besprekingen in den raad is niet
gebleken. dat gedurende de kermis misbruik
van sterken drank wordt gemaakt. De raad
had zich te dier zake moeten wenden tot den
heer inspecteur van politie, die zal getuigen,
dat gedurende de kermisdagen niet meer ge-
vallen van dronkenschap worden geconsta-
teerd als op andere dagen. De vergunning-
houders doen dezelfde ondervinding op en
schrijven veel op rekening van brooddronken-
heid, vooral des Zaterdags, den laatsten ker-
misdag.
3e. Van orde- of rustverstoringen is er
gedurende de kermis nimmer spraak, vecht-
partijen komen niet of hoogst sporadisch voor.
Ook daarom is de te nemen maaatregel geheel
0 verbod ig".
4e. De te nemen maatregel is een stap op
den verkeerden weg, omdat het drinken van
gedistilleerd, zich, zooals reeds in veel plaat
sen is geconstateerd, zal verplaatsen uit de
verguimingslokalen naar de openbare straat
en in het huisg'ezin. Het misbruik zal derhalve
cer toe dan afnemen.
Dat wij in dezen niet alleen staan en velen
onze meening deelen, getuigen de adressen
van de afdeelingen Middelburg en Hengeloo
van den volksbond tegen drankmishruik, die
aan de gemeenteraden aldaar gevyaagd heb
ben, om die red en, de kennis niet droog te
leggen.
Waar de Drankwet en het Wetboek van
Strafrecht den vergunninghouder met straf
bedreigen, als hij dronken pesonen in zijne
localiteit toelaat of aan zulke personen sterken
drank verkoopt of toedient, heeft de vergun
ninghouder er in de eerste plaats belang by,
dat er geen misbruik van sterken drank ge
maakt wordt.
5e. De raad heeft een besluit genomen in
strijd met de Drankwet. Immers, krachtens
art. 7 der Drankwet kan de gemeenteraad
dagen bepalen, waarop wegens omstandig-
heden, op grond van welke misbruik van ster
ken drank te vreezen is, de voor het publiek
gunning is verleend, gesloten moeten zijn,
toegankelijke lokaliteiten, waarvoor eene ver-
hetzij gedurende den geheelen dag, hetzij ge
durende bepaalde uren. Wij cursiveeren hier
het woord gesloten.
De gemeenteraad wil tijdens de kermis de
local iteiten niet sluiten, doch deze geopend
laten, maar tegelijkertijd den verkoop van
sterken drank verbieden.
Dit nu is eene bepaling, waartoe de ge-
meentewetgever niet is bevoegd, omdat zij
geacht moet worden in strijd te zijn met art.
1 50 der gemeentewet, omdat zij immers treedt
in hetgeen van algemeen rijksbelang is. An
dere artilcels in de Drankwet, zooals art. 46
en nog sterker art. 20 regelen vrij nauw-
keurig onder welke omstandigheden verkoop
van sterken drank, hetzij vrijwillig, hetzij ge-
dwongen, zal moeten gestaakt worden, tijdens
uren, waarop de localiteiten geopend mogen
zijn. Geenszins staat het den gemeentewet-
gever vrij zich op dat gebied te begeven en
nadere voorscliriften uit te vaardigen. Uit
de geschiedenis der Drankwet staat vrjjwel
onomstootelijk vast, dat art. 135 der Ge
meentewet hier niet mag worden toegepast
aangezien dit in strijd zou zijn met art. 150
dezer wet en de Kroon zulk eene verordening
voigens recht gedwongen zou zijn, deze te
vemietigen.
6e. De politie zal blijken onmachtig te zijn
het verbod te handhaven.
Waar de politie. zelfs bij de krachtige hulp-
middelen, die de Drankwetgever van 1904 haar
heeft gegeven, niet bij machte is geweest, den
clandestienen verkoop te beteugelen, laat staan
uit te roeien, daar is het een nog veel meer
onbegonnen taak voor het gezag een bepaling
tc handhaven, als die hier wordt aangevochten,
waarop de controle zooveel moeilijker ge
worden is. Vergeet daarbij niet, dat de ver
gunninghouder no?" veel minder eerbied voor
zulk een bepaling kan hebben. dan de clande-
siinevorkooper voor de Drankwet, aangezien
deze bepaling reeds voor zijn gevoel onrecht-
vaardig is.
Indien de drankbestriiders niet alleen als
hot ware willen ..getuigen", „niet alleen willen
maken eenige schoone gebaren" maar indien
zij. zooals ieder staatsburger past en vooral
y^p-. rb> geroepen is med^ de wet to he'pnn
maken, willen verhoogen den eerbied voor de
wet en bet gezag, dan zullen zij zich wel
tweemaal bedenken, eene bepaling te hand
haven, als die in deze memorie is bestreden.
De voorzitter stelt voor, dit adres aan te
houden om dit te behandelen bd de binnenkort
vast te stellen algemeene politieverordening
en dan daarbij die zaak te regelen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
f. Een adres van J. Th. van Aerde, 1°.
voorzitter en I. Meijer, secretaris van den
Bakkersbond alhier, die daarin te kennen ge-
ven, dat zij bij dit adres insluiten een afschrift
van een schrijven gericht aan burgemeester en
wethouders dezer gemeente, dd. 21 .Juni 1919
aan de commissie van bijstand in zake levens-
middelenvoorziening dd. 4 Juni 1919 en van
het rijksbureau voor de distribute van graan
en meel te 's Gravenhage, dd. 24 Mei en 12
Juni 1919, betreffende hun verzoek om terug-
gave van de door de baklcers teveel betaalde
kosten op regeeringsmeel
dar zij tot hiertoe nog geen voldoening. op
hun request ontvingen, verzoeken zij den ge
meenteraad beleefd, deze kwestie in de raads-
zitting te behandelen;
door den burgemeester is in een van de voor-
gaande openbare raadsvergaderingen te ken
nen gegeven, dat er nog een meelpot disponi-
bel is, waaruit de kosten kunnen bestreden
worden voor den aankoop voor nieuwe zetels
voor de raadzaal;
adressanten meenen uchter, dat de dooi hen
te veel betaalde gelden aan hen gerestitueeid
dienen te worden en niet gebiuikt dienen te
worden voor den aankoop van meubelen.
Zij vertrouwen, dat <Ie raad op hun verzoek
goedgunstig zal besluiten.
Overeenkomstig het voorstel van den voor
zitter wordt dit request om bericht en raad
gesteld in handen van burgemeester en wet
houders.
g. Het raadsbesluit van 1 April 1920, be
treffende de onderhandsche besteding van
de levering van paarden en voerlieden voor
den beerruimingsdienst en reinigingsdienst,
voorzien van het bewijs der goedkeuring door
gedeputeerde staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
h. Een schrijven van gedeputeerde staten
van Zeeland, dd.' 16 April 1920, waarbij wordt
bericht, dat door hem is goedgekeurd het
raadsbesluiF van 1 April 11. tot het verleenen
aan de vereeniging Werkmansbelang" van
eene bijdrage van f 15.962,50, tot bet aanvra-
gen uit 'srijks kas van eene bijdrage van
47.287,50 en het verstrekken van dat bedrag
aan die vereeniging, en tot geldleening aan
die zelfde vereeniging van een bedrag van
f 77.000.
Eveneens worden goedgekeurd de beslui
ten van 29 Januari jl. tot het aangaan van
geldleeningen bij de rijkspostspaarbank onder-
sc! pidenliik van f 16.000 en f 77.000, waar-
omtrent de beslissing van het college bij be
sluit van 27 Febr. was verdaagd.
Aangenomen voor kennisgeving.
i. Eene missive van gedeputeerde staten
van Zeeland, dd. 16 April 1920, waarbij van
het bewijs hunner goedkeuring voorzien wordt
toegezonden het raadsbesluit van 29 Januari
1920, gewijzigd bij besluit van 1 April 1.1., be
treffende het aanvragen en verleenen van een
voorschot aan de woningbouwvereeniging
Werkmansbelang" te Ter Neuzen voor het
bouwen van 32 arbeiderswoningen.
Aangenomen voor kennisgeving.
2. Benoeming commissarissen en secreta-
rissen der brand weer, wegens periodieke
aftreding.
De voorzitter noodigt de leden uit, over tc
gaan tot het benoemen van 2 commissarissen
der brand weer, wegens aftreding der heeren
S. van Rees en A. J. Tazelaar en van 2 secre-
tarissen van dat college, wegens aftreding der
heeren L, J. de Vries en J. Risseeuw.
Hij noodigt de heeren Colsen en Hamelink
uit, met hem het stembureau te vonnen.
De" heer Nolson zou, alvorens tot die stem
ming wordt overjgegaan, daaromtrent nog iets
wenschen te zeggen. We hebben, tot zijn spijt,
in den laatsten tijd 2 brandjes gehad. We
hebben, daarbij kunnen nagaan hoe de brand-
weer bij die gevallen kon optreden. Hij heeft
daaromtrent van rechts en links veel ■rehoord
en ook van menschen die er ten nauwste bij
betrokken zijn en daarbij heeft hij zooveel
moeten hooren, dat hem bleek, dat de organi-
satie niet deugt.
Een jaar of zes geleden, voor zijn optreden
als raadslid, is door de gemeente eene motor-
spuit aangeschaft en eene reorganisatie toe-
gezegd, doch daarvan is nog niets bemerkt;
spreker zou gaarne zien, dat daarvan eens
werk gemaakt werd, want als onder zulke om
standigheden eens een brand in de kom zou uit-
breken, zou, door gebrek aan een goede or-
ganisatie, de schade niet te overzien zijn,
Hij is wel bereid om aanstonds aan de be
noeming der commissarissen mee te werken,
maar dringt er op aan, dat deze zaak ten
spoedigste in orde zal worden gemaakt.
De heer De Jager wil naar aanleiding van
dit punt iets vragen. Hij heeft bemerlct, dat
de motorspuit en spuit C zijn gebruikt voor
het ballasten van schepen, die hier gelost had
den. Hij vraagt, of burgemeester en wethou
ders maatregelen getroffen hadden. om te zor-
gen. dat, als op een ander punt in de gemeen
te brand kwam, de spuiten aanstonds der-
waarts konden vervoerd worden. Voorts vraagt
hij welk bedag is geeischt voor het gebinik
van de spuit en of dat ten voile in lie ge-
meentekas is gevloeid, dan wel, welke perso
nen daarvan voordeelen genoten hebben.
De heer Hamelink wil omtrent deze zaak
ook iets zeggen, naar hij meent, is de minder
goede organisatie bij de brandweer ook een
gevolg van een minder goede verstandhou-
ding tusschen het college van commissarissen
en de brandmeesters en zijn burgemeester en
wethouders er Seker van, dat, wanneer wordt
overgegaan tot het horbenoemen van de oude
commissarissen, daarUit geen andere onaan-
genaamheden voor de brandweer uit zullen
voortspruiten Overigens is hij het er mede
eens, dat het hoog tijd wordt, dat de reorga
nisatie tot stand komt. Er worden in onze
gemeente meer en meer hooge huizen gebouwd
en daarmede dient rekening te worden gehou
den. Maar niet alleen de doode weermiddelen,
ook de levende moeten eens worden herzien.
Hij vraagt daarom. of het wel verstandig is,
nu we staan aan den vooravond eener reor-
gdnisatie van de brandweer, de commissaris
sen te benoemen voor den tijd van 3 jaar, in
dien tuschentijd zal toch de reorganisatie wel
tot stand zijn gekomen, en dan zouden er
moeilijkheden uit kunnen voortkomen, als men
de commissarissen voor een termijn van 3 jaar
had benoemd.
De'heer Nolson: Naar aanleiding van het
geen de heer De Jager heeft gezegd over het
gebruik der spuiten, wensch ik iets op te mer-
ken, omdat ik van dichtbij bij het ballasten
dier booten betrokken ben geweest. De spuiten
zijn niet gebruikt om de schepen te ballasten,
maav om drinkwater aan boord te doen.
Wat de daarvoor gevraagde betaling betreft
en waar dat geld gebleven is, daaromtrent ben
ik even nieuwsgierig als de heer T|e Jager.
De voorzitter is gaarne bereid de gevraagde
inlichtingen te geven, bij de stukken der agen
da van de vorige zitting heeft een door hem
betreffende reorganisatie der brandweer op-
gemaakt rapport aan burgemeester en wet-
ders gelcgen.
Een onderdeel van de punten van dat rap
port is de benoeming die nu aan de orde is
gesteld; daarbij is uitgegaan van het stand-
punt, dat het administratief college van com
missarissen kon blijven gehandhaafd, en is er
dus ook geen reden, om het niet voor den
voilen termijn van drie jaar te herbenoemen.
De reorganisatie is vroeger, om een perso-
nenkwestie, waarin burgemeester en wethou
ders niet wenschten te treden, achteruitge-
schoven. Nu meende het college in de ge-
legenheid te zijn tot het voorstellep der re
organisatie te komen. We hebben nu 1 motor
spuit en het voornemen is, binnenkort met een
voorstel te komen tot het aanschaffen van een
tweede motorspuit en dan de oude handspui-
ten van de hand te doen of daara'an zoo moge-
lijk een nuttige bestemnjing te geven.
Dan voorkomen we, rfet bij felken brand een
150 personen moeten gerequireerd worden, aan
wie, vooral bij eenigen duur van den brand,
een groot bedrag aan vergoeding moet worden
uitbetaald. Er kan dan gezien worden, met
hoe weinig personeel een goede bediening der
spuiten kan verzekerd worden.
flat personeel voor de oude spuitqn, zoude
bij loting- moeten worden aangewezen. De
brandmeesters bij de oude spuiten, zijn alle
voor 1 jaar herbenoemd. Bij de motorspuit
was vroeger maar 1 brandmeester benoemd,
maar dat is te weinig, niet alleen omdat die
brandmeester ook ziek of om andere reden
absent kan zijn, maar omdat die niet tegelijk
bij de spuit en bij den brand kan zijn, terwijl
hij voor de motorspuit verantwoordelijk is.
Ter gelegenheid van den brand bij Verstrae-
ten is aan het lieht gekomen, dat er feiteljjk
maar 1 brandmeester officieel in dienst was.
omdat de anderen in verband met den tijd
waarvoor ze benoemd waren alle waren afge-
treden en niet herbenoemd. Door welwillend-
heid van anderen, en brandmeesters die zich
vrijwillig aanmeldden, kon de spuit toch op
treden.
Het gevolg is toen geweest, dat voor de
motorspuit zijn aangesteld vier brandmeesters
en voorts een eersten en een tweeden ma
chinist.
De eerste machinist, de heer H. Moens, was,
toen de nu naar Amsterdam vertrokken heer
A. van Damme als zoodanig fungeerde, tweede
machinist.
Deze, die zijn eigen zaken kan regelen, heeft
aan burgemeester en wethouders eene verkla-
ring gegeven, dat hij steeds bij de spuit
dienst kan doen en ook de tweede machinist
is door zijn patroon in staat gesteld ten alien
tijde te kunnen opkomen.
In de derde plaats zijn voor de bediening der
motorspuit aangesteld 9 marschappen. waar
voor menschen zijn aangezocht die betrokken
zijn bij de bouwvakken en van wie men dus
weet, dat ze zoo noodig kunnen klimmen en
klnuteren. Ook is er bij de keuze dier men
schen op gelet, dat ze zoo dicht mogelijk bij
het spuithuis wonen.
Voorts wordt aan de politieagenten een
kaart van perkament verstrekt, beyattende
de namen der brandmeesters. machinisten en
der manschappen, welke kaart ze ten alien tijde
bij zich moeten dragen, met de opdracht, zoo
dra brand wordt geconstateerd, het op die
kaart aangegeven personeel op te roepen.
Men zou voor het bijeenroepen der man-
schn pen wel een duurdere inrichting kunnen
nemen. maar burgemeester en wethouders
meenden, dat het, zooals het nu is afgesproken,
best kan geschieden. Bij den brand op den
Baandijk is dat reeds eenig-ermate gebleken.
Bij den brand aan den Baandijk, bleek het
reservoir van de motor niet gevuld met ben
zine. Dit is te verklaren, uit een afspraak,
die naar aanleiding van bijzondere omstandig
heden is gemaakt tusschen spreker en den
brandmeester bij de motorspuit, den heer Tim-
merman. Maar dat is geen bezwaar Tien of
twintig liters benzine zijn spoedig in het re
servoir overgegoten. Desnoods kan dit e-e-
schieden onder het rijden.
Ook is de ervaring opgedaan, bij den brand
bij den heer Verstraeten, dat men met de
lengte slangen, waarover men nu te beschikken
heeft, met overal kail komen. Ware toen de
spuit aan het kanaal gezet dan zou men
slecnts hebben kunnen komen aan den. hoek
van het hotel Gambrinus. Door de omstan-
digheid dat men water uit de sloot kon trek
ken, was het mogelijk bij de vlasfabriek te
komen. Het is echter aanleiding geweest, dat
50 M. slangen meer zijn aangeschaft. Mis-
schien dat dit later zal blijken 100 M te
moeten zijn.
De aandacht is later ook gevallen op een
punt in het midden der Steenkamplaan, waar
voor, indien er brand kwam, water zoude moe
ten getrokken worden uit de Oostkolk of uit
het kanaal. Met die 50 M. nu aangeschafte
slangen, kan van beide zijden het centrum der
Steenkamplaan wonten bereikt.
Er zijn nu dus ook maatregelen getroffen
voor het spoedig waarschuw<hi der manschap
pen, zonder dat daarvoor de klok behoeft te
worden geluid. De benoemde 9 bedienden heb
ben het alle aangenomen, behalve een man,
die er op wees, dat hij, als pijpleider, dicht
bij het water moet zijn en daarom gaarne zou
voorzien zijn van een oliejas en een paar wa-
terdichte laarzen. Burgemeester en wethou
ders hebben nu aan het bestuur der brandweer
geschreven of daarin zal kunnen worden voor
zien, zoodat het nu van dat antwoord zal af-
hangen. of die man het zal kunnen aannemen
of misschien voor hem een ander moet worden
gezocht.
Aan dat personeel wordt als ze dienst doen
betaald 50 cent per uur voor over dag en
1.25 na 10 uur des avonds. De machinist
krij'gt f 80 per jaar vast, en de 2e machinist
f 40, benevens 75 cent per uur als ze dienst
doen bij brand of oefening.
Dat vaste bedrag dient als vergoeding voor
het regelmatig onderhoud der motorspuit, die
ze mi'istens om de 14 dagen eens moeten
aanzetten.
Wat het gebruik der motorspuit betreft
voor de schepen, daaromtrent kan spreker
mededeelen, dat door de Firma Van Rompu
gevraagd werd, of de gemeente de motor
spuit ten gebruike wilde afstaan, om drink-
water aan boord te doen van het Amerikaan-
sche stoomschip ,,Ashbee", en op welke voor-
waarden.
Toen is te kennen gegeven, dat burgemees
ter en wethouders daartoe bereid waren. Ze
gaven te kennen, dat voor het gebruik van een
gewone handspuit met persslang per dag zou
moeten worden betaald f 10 per dag, dat de
spuit voor rekening van den gebruiker iederen
morgen moest worden gehaald en des avonds
teruggebracht in het spuithuis en dat voorts
de bedienende manschappen, voor zoover de
gebruiker dfe zelf niet verstrekte, moesten
betaald worden, en dat het gebruik voorts on
der toqzicht van verantwoordelijk personeel
der brandweer moest geschieden.
Daar burgemeester en wethouders niet over
de brandmeesters konden beschikken, was het
de taak van den gebruiker om zich met hen
te verstaan, alsook over de aan hen toe te
kennen vergoeding.
Verder werd voor het gebruik van de motor
spuit met slangen gevraagd f 50 per dag, be
nevens betaling van de te gebruiker benzine,
smeerolie enz. en van den machinist, benevens
het personeel voor toezieht.
De firma heeft tegen dien prijs geen be
zwaar gemaakt en de motorspuit is gebruikt.
Met dat in gebruik geven hebben burgemeestei-
en wethouders de kosten van het aanschaffen
der 50 M. nieuwe slang reeds verdiend.
Eenzelfde verzoek is gekomen van N. V.
bouwmaterialenmaatschappij ,,De Hoop": aan
haar is liotzelfde antwoord gegeven, doch die
maatschappij had bezwahr om ook te beta-
len voor het toezieht houdend personeel en
gaf te kennen, dat zij zelf wel zou oppassen.
Toen hebben burgemeester en wethouders ge
zegd: dat doen wij niet, we geven de spuit
niet af. zonder dat daarbij verantwoordelijk
personeel van de brandweer is.
Hieruit blijkt dus, wot aan de gemeente is
betaald voor het gebruik der spuit, wat voorts
is betaald aan de bedienende en toezieht hou-
dende manschappen is spreker niet bekend,
maar dit staat dan ook buiten de bemoeiing
van burgemeester en wethouders.
De heer Nolson verklaart zich over het ont
vangen antwoord zeer tevreden; er blijkt uit,
dat burgemeester en wethouders diligent zijn.
Hii acht het echter ook gewenscht, het col
lege van commissarissen. in afwachting van de
reorganisatie der brandweer, niet te benoemen
voor een vollen termijn van drie jaar. Het is
best mogeliik, dat dit college ook in het re-
organisatieplan past, doch dan is er geen be
zwaar, weer opnieuw commissarissen te be
noemen. Wel zou men er bezwaar door kunnen
ondervinden, als beter geacht werd het col
lege te doen vervallen en er dan op zou ge-
wezen moeten worden. dat men voor drie jaar
aan de heeren vast zit.
De voorzitter geeft te kennen. dat burge
meester en wethouders er volstrekt geen be
zwaar tegen hebben om de benoeming slechts
te doen gelden tot J Juli 1921. Bebalveje
brandmeesters bii de motorspuit, die voor hun
leven ziin benoemd, zim de andere brand
meesters ook tot dien datum herbenoemd
De heer Hamelink wiist er op, dat het dan
ook noodig zal zijn, die te benoemen com
missarissen er op te wijzen, dat ze slechts een
administratief college vormen en ze zich by
brand niet in de regeling der iverkzaamheden
"hebben te mengen, want da&r spruiten de
kwesties uit voort.
De heer De Jager dankt ook voor de ge
geven inlichtingen. maar wenscht toch nog
iets te vragen omtrent het in gebruik geven
der spuit. De voorzitter gaf te kennen, dat d