gemeenteraad van ter neuzen.
mead oog in de prairie ontdekt, heeft opge-
maakt uit welken hoek straks de winden zul-
lesr waaien.
En daar kwamen zij te voorschijn alsof de
Doob van Pandora plotseling geopend was
geworden, de rekeningen van het jaar 1918
door „Fons ingediend na de gehouden ver-
kiezing voor de Tweede Kamer of de Provin
ciate Staten, „daar wil ik afzien".
Bij de bewuste gelegenheid was er ook een
diner opgediend (menu onvermeld) waarbii
wegens den langen duur der operatie ook nog
kof/ie gebruikt was en bovendien nog 20 siga-
ren a 15 cent en 10 ,,oude klare" vermeld
stonden. En datzelfde diner was maar zoowat
f 1 Per persoon duurder geweest dan het thans
betwiste.
Bij het hooren van de woorden „oude klare"
spitsten de toen ter tijde fungeerende bijzitters
de heeren Marquinie en Neeteson de ooren
als een oud troepenpaard dat ploiseling de
hem welbekende tonen van den clairon hoort
klinken.
Men schetse zich nu de verbazing van den
heelen „troupe de theatre" bij het vememen
van de mededeeling, dat deze beide heeren die
,,oude-klare-aangelegenheid" met Fons zelf
"vterrekend hadden, zoodat als bij varrassing
voor den dag kwam, dat het met die rekening-
lutt-in-orde was, wat dan wel verder onder-
zocht zal worden.
.It's an ill wind that blows nobody good"
of: Geen ongeluk zoo groot of klein
Er zal nog steeds 'n geluk bij zijn!
Deze oude-klare-geschiedenis strekt alweer
om deze waarheid voldoende te staven.
En attendant de nadere opheldering, had
de Voorzitter nu als toen tegen Aemoudts ge-
zegd, dat hij moest ziorgen, dat de heeren het
„goed" hadden; hij Voorzitter had zelf
hex menu niet opgesteld, had het geheel en
al aan A. overgelaten en al deze „erwtensoep
met spek en boonen" had opgediend, dan zou
hij daarmede genoegen genomen hebben.
Ik moet erkennen, dat zoo'n taal mij en de
overige toehoorders naar het hart gesproken
is. durf zelfs beweren, dat in zoo'n geval mij
de Voorzitter zou voorgekomen zijn als de
centurio Decimus Mus waarvan de Romeinsche
gesehiedenis verhaalt, dat hij, op een veld-
tocht teg'en de vijanden zijner vaderstad,
R(«ie, door omkoopers aangezocht zijnde zijn
vaderland te verraden met verachting den
buidel goudstukken van de hand wees hem
vragende of hij, die zich vergenoegde met een
soberen maaltijd van gebraden rapen, waar-
raede hij precies bezig was, in staat kon ge
acht worden voor goud zijn land te verraden.
Dat was in den tijd, toen:
,,Niet ieder dacht: raap en schraap
En 's viands goud gold min dan een
gebraden raap".
Jammer, dat de derde deliquent in dat maal-
tijd-affairetje de heer T. van Hecke dien gun-
stigen indnik terstond kwam wegdoezelen,
door te verklaren, dat het onjuist was dat
alechts van 124% was „gezeten", het had
geduurd van half twaalf tot half vijf en om
aJ om elf uur te eten en dan een uur of vijf
•op een stoel te blijven zitten: ,1k zou je
danken!"
Die mijnheer (en dit ,,mijnheer" met een
verachtelijk gebaar naar de zijde van het pu-
bliek geslingerd) moest nu ook maar dit eens
in de krant schrijven en dat er de vorige keer
odk zoo lekker gegeten was, welk beleefd
verzoek wij ons bij dezen uit pure gedienstig-
heid en ,,par acte de complaisance" ten op-
sk-hte van gemelden schrijver hier kwijten.
Het laatste punt van bespreking ging over
de kolencommissie. De heer Marquinie vroeg
of't waar was, dat de voorzitter f 6 per zitting
van 3 uur ontving. Deze bevestigde, zulks en
merkte op, dat het bedrag was vastgesteld
na informatie te hebben ingewonnen bij den
Voorzitter der Zeeuwsch-Vlaamsche Commissie
voor de Kolendistributie, den heer Den Hol
lander te Axel.
Hij meende, dat, waar alles hier zoo goed
marcheerde, nooit te weinig, wooit te kort,
alles pick-fijn in de puntjes, dit bedrag er wel
aan moeht zitten.
De heer Marquinie vindt fl. 300 per jaar
een groot bedrag. dat met de andere onkosten
tot op eene slordige f 2000 komt, een hooger
■Irak op de bevolking gelegd.
.,God bewaar me" zegt de Voorzitter. als ik
niet zit krijg ik ze niet, maar de zaak behoort
niet tot de competentie van den Raad maar
tot die van de kolencommissie. Als de heer
Marquinie mij persoonlijk over die zaak
wenscht te spreken, zal ik hem gaame ten
woord. staan.
Of de heer Marquinie van die vriendelijke
uitnoodiging gebruik zal maken, heeft hij niet
verklaard. Maar hij heeft zoo in de hitte van
het vuur een bedrag van 2000 gulden door de
Raadzaal gekegeld.
En daarom, gezien de nieuwsgierigheid van
net kolenverbruikende Sas van Gent, gezien
verder de duurte der noodzakelijke behoefen
waaronder ook brandstoffen te verstan zijn.
gezien de omstandigheid, dat aan een vriende-
lijke uitnoodiging gerust een vriendelijk ge-
volg kan gegeven worden zonder den schijn op
zich te laden onbesfheiden te zijn, zouden wij
dfen interpellant den vriendeiijken raad wen-
schen te geven eens bij den Voorzitter zijn licht
te gaan opsteken en ons bij de een of andere
gelegenheid eens te willen inlichten hoe het
met die zaak staat.
Vergadering van Donderdag 1 April 1920,
des namiddags 2 uur.
e. Vorhooging van het loon voor paarden
•en voerlieden.
Naar aanleiding van een verzoek van J. P.
Vercoutecen, om verhooging van het loon voor
de door hem geleverde paarden en voerlieden,
stellen burgemeester en wethouders voor, gelet
op het advies van den gemeente-bouwmeester,
te besluiten:_
1°. Zijn d.d. 4 April 1918 genomen besluit
tot onderhandsche aanbesteding van de leve-
ing van paarden en voerlieden voor den rei-
nigings- en beerruimingsdienst, goedgekeurd
door gedeputeerde staten van Zeeland, d.d. 12
April 1918, no. 84, gewijzigd den 1 Mei 1919,
goedgekeurd door gedeputeerde staten, den 1G
Mei 1919, no. 52, opnieuw in dier voege te wij-
zigen, dat voor een paard met voerman per
trig 9 en per halven dag f 5 zal worden ver-
oed, mits het loon der voerlieden niet min
der bedraagt dan dat var, de vaste- werklieden
bij den reinigingsdienst der gemeente.
2°. te bqpalen, dat dit besluit geacht wordt
te zijn in working getreden den 1 Januari 1920.
De heer Colsen maakt de bemerking, dat dit
steeds aan een en den zelfden persoon wordt
gegund en dat anderen niet in de gelegenheid
komen. daamaar mede te dingen. Hij heeft
volstrekt geen bezwaar tegen de voorgestelde
bedragen, maar meent, dat toch ook andere
voerlieden in de gelegenheid zouden moeten
worden gesteld. Het zijn alle menschen die hier
hun belasting moeten opbrengen. Het zoude
aanbeveling verdienen dat werk aan te be-
steden. Bij het distributiebedrijf was het
precies hetzelfde. toen werd het ook steeds
aan denzelfden voerman gegund.
De voorzitter geeft te kennen, dat het ver-
voer voor het distributiebedrijf is uitgevoerd
door de heeren Donze en Verhage, zoodat het
niet steeds dezelfde voerman was, die met dat
werk werd belast.
Wat de straatreiniging en beerruiming be
treft.'dit is een oude toestand. Burgemeester
■n wethouders hebben zich ook afgevraagd, of
het niet gewenscht kon zijn, onder de gewij-
zig-de omstandigheden dat werk aan te beste-
den, doch aangezien nog niet bekend is wat
de gemeenteraad eventueel zal beslissen om-
trent het aankoopen van een nieuwe beer-
machine, met motorische voortbeweging,
waardoor het leveren van paard en voerman
voor de beermachine zou vervallen, hebben bur
gemeester en wethouders gemeend, nog maar
eens te moeten afwachten.
De heer De Meijer zoude wenschen, dat, uit
bulijkheidsoogpunt, alle dergelijke zaken zou
den worden aanbesteed.
De voorzitter geeft te kennen, dat burge
meester en wethouders het daarmede in be-
ginsel eens zijn, ofschbon hij moet opmerken,
dat het ten slotte de vraag is, of in dit geval
het belang der gemeente door openbare aan
besteding zoude worden gediend. Dit is wel
eens betwijfeld.
De heer Scheele acht het ook de vraag, of
bij aanbesteding de gemeente zou worden ge-
baat. Er is zeker in het algemeen wat voor
;est? bug te zeggen, maar Vereouteren
heeft de gemeente in al de verloopen jaren
zeker goedkoop geholpen, alles is duurder ge
worden en er is naar spreker meent, niets on-
edelijks in de voorgestelde verhooging.
De heer Colsen wil ook niet beweren, dat
net bedrag te hoog is, maar hij zou een an
tler ook de gelegenheid willen geven, er zijn
gisteren nog twee voerlieden bij hem geweest,
die te kennen gaven, dat ze het er graag voor
zouden doen en daarom is hij er tegen, dat
het altijd zoo maar aan een ander gegeven
wordt.
De heer De Jager: Maar als het dan meer
moet kosten, zijn we toch verder achteruit
al is dan ook de billijkheid betracht. Als we
echter een auto-beerwagen krijgen, hebben we
daarvoor geen voerman met paard meer
noodig.
Het voostel wordt aangenomen met alge-
meene stemmen.
f. Aanstelling eener tijdelijke onderwij
zeres.
Door burgemeester en wethouders wordt
voorgesteld, op de begrooting voor 1920 een
post te brengen van f 720 ten behoeve van de
aanstelling eener tijdelijke onderwijzeres, aan
school B.
De practijk wijst uit, dat er aan de open-
bare lagere school B te weinig leerkrachten
verbonden zijn, waarin thans wordt voorzien
door de aanwezigheid van een volontair. Het
komt aan burgemeester en wethouders niet
wenscheljjk voor, over te gaan tot het defini-
tief benoemen eener onderwijzeres, alvorens
de reorganisatie aan school B haar beslag zal
hebben gekregen.
Zij doen daarom bovengenoemd voorstel, om
eene tijdelijke onderwijzeres aan te stellen,
w aarvan de infunctietreding- geacht zal worden
te zijn ingegaan 1 Maart 1920 onder aanteeke-
ning, dat wanneer met 1 Mei a.s. school B een
M. U.L. O. school zal zijn gewoFden, wat re-
delijker wijze kan worden verwacht, het be
drag der wedde dier onderwijzeres ten laste
van het rijk zal kunnn worden gebracht.
Aangenomen met algemeene stemmen.
g. Subsidie ambachtsschool.
an het bestuur der vereeniging- „De Am
bachtsschool voor Ter Neuzen en omstreken"
is een adres ontvangen, waarin dit voor den
dienst 1920 eene subsidie ten bate dier in-
nchting verzoekt van 7506. (Op de gemeen-
tebegrooting is uitgetrokken /1600).
Blijkens de bij het adres gevoegde begroo
ting worden voor die inrichting over 1920 ge-
raamd de volgende uitgaven:
Rente op de leening van f 90.000 en op ge-
bouwen f 5720, aflos op leening van f 90.000
f 1000, erfpacht grond 300, salaris directeur
f 3080, salarisen van vier leeraren a f 2120
f 8480, salarissen van 2 leeraren (a 500 en
f 200) f 700, salaris concierge 1000, pen-
sioenpremies f 775, onderhoud en schoonmaak
gebouwen f 600, leermiddelen en gereedschapf
pen 900, materialen f 3000, kielen enz. f 400,
assurantie 150, kantoorbehoeften, drukwerk
en advertenties f 850, uitbreiding inventaris
500, tijdschriften en boeken, bibliotheeek
200, diversen f 90, samen f 28745,
als inkomsten wordt geraaind: subsidie van
het rijk 17.514, subsidie der provincie (60 X
35) f 2100, subsidie van de gemeente
7506, bijdragen van particulieren 450, op-
brengsten schoolgelden f 600, stortingen pen-
sioenpremies personeel 400, baten en giften
f 25, opbrengst verkoop werkstukken f 150,
samen 28.745.
Burgemeester en wethouders, overwegende,
dat uit de overgelegde begrooting de noodza-
kelijkheid van het verleenen der aangevraagde
subsidie blijkt, stellen voor, aan de vereeniging
„Ambachtsschool voor Ter Neuzen en om
streken" voor 1920 uit de gemeentekas eene
subsidie toe te kennen van f 7506, of zooveel
minder als later volgens de rekening over
1920 zal blijken noodig te zijn.
Burgemeester en wethouders teekenen hier-
bij aan, dat volgens art. 25 van de nijverheids-
onderwijswet aan voornoemde school uit's rijks
kas een subsidie wordt verleend van 70 van
de netto-kosten, mits de gemeente de overige
30 9r heeft toegestaan.
De heer Scheele heeft verbaasd gestaan over
deze vraag van het bestuur* der ambachts
school. Bij de behandeling der oorspronkelijke
aanvraag, heeft hij aan het verzoek ook zijne
stem gegeven, omdat hij meende, dat het in
het belang' was, dat de kinderen van ons volk
daar in de verschillende vakken zouden kun-
nen worden opgeleid. Toen is het bestuur
gaan bouwen en nu kan hij begrijpen, dat het
in de kosten wel wat tegengevallen is, doch
men is maar voortgegaan, heeft ten slotte de
school geopend en komt nu vertellen dat er
in plaats van f 1600 voor dit jaar f 7500 sub
sidie van wege de gemeente noodig is. en
worden die niet gegeven, dat dan de zaak
practisch gesproken naar den kelder is.
Uit deze omstandivbeid moet men niet con-
cludeeren, dat het particulier initiatief niet
deugt, maar dat het bestuur in verkeerde han-
den berust.
De voorzitter dezer vergadering heeft de
gewoonte, om, als hij voor het een of andere
eene vereeniging wil oprichten. een of meer
leden dezer vergadering uitnoodlgd om daar-
van het bestuur te vormen en dan is hij ge-
dekt voor de toekomsl. Zoo is bet ook gegaan
met de stichting der ambachtsschool. maar het
verwondert spreker, dat die heeren zich niet
eerst beter op de hoogte hebben gesteld van
den omvang van hetgeen ze zij n begonnen,
want ze zullen toch ook wel van meening zijn,
dat, als de raad straks het geld niet geeft, de
zaak tegen den grond gaat. En als we een
paar jaren verder zijn, zullen ze nog meer
geld vragen. want dat zijn we van zulk scort
vereenigingen gewoon. Hij kan aan het be
stuur dat op zoo'n manier te werk is gegaan
zijn vertrouwen niet schenken en zal ook niet
medewerken aan het toestaan der subsidie. Hij
weet wel, dat de gemeente zich borg gesteld
heeft voor rente en aflossing van het bouw-
kapitaal, maar dan moet het bestuur der ver
eeniging zichzelf maar uit de moeilijkheden
zien te redden, waarin het door eigen toedoen
gekomen is. Hij is er ook altijd tegen geweest.
om van gemeentewege het noodige kapitaal
te verstrekken. Op deze vereeniging- moet be-
slist worden toegezien.
De voorzitter merkt op, dat onder de be-
zwaren die tegen het voorstel zijn te berde
gebi-acht, ook enkele zijn, die zijn persoon
raken.
Spreker heeft. nadat hij hier gekomen is,
getracht verschillende zaken van algemeen be
lang tot stand te brengen. Teleurstelling is
hem bij die verschillende pogingen ook niet
bespaarcl gebleven.
Vvat de ambachtsschool betreft, merkt hij op,
dat onlangs een der bestuursleden opmerkte:
driemaai is scheepsrecht, het is nu de derde
maal, dat er een poging wordt aangewend om
hier een nmoachtsschooi te stichten en nu is
die eindeiijk geslaagd.
De school staat daar en dat het bestuur der
vereeniging genoodzaakc is den gemeenteraad
een dergelijke begrooting in te zenden is niet
zijn schuld, doch wel van den Minister van
onderwijs, kunsten en wetenschappen, den heer
*Dr. De Visser, die aan het bestuur verschil
lende regelingen heeft opgelegd.
Als een 15tal jaren de menschen, die hier
zaten wat minder kortzichtig* geweest waren
en hun plicht beter begrepen hadden, dan had
den we reeds lang een ambachtsschool gehad
en hadden we wellicht kunnen volstaan met
eene subsidie van J 3500 .tot f 4000. Toen
-s men fcm- niet tot de stichting ovcf gegnan
doch heeft het aan een andere plaats over
gelaten.
15 jaren lang zijn daardoor een groot aan-
tal ouders, die hunne kinderen ambachtson-
derwijs wild On laten genieten buitengewoon
zwaar belast geworden, met een spoorweg-
abonnement, terwijl zij op die kinderen van
twaalf tot vijftienjavigen leeftijd, die des mor-
g-ens vroeg van huis vertrokken en eerst in
den laten avond weerkeerden, geen behoorlijk
toezicht konden houden. Het bestuur der am
bachtsschool meent met de stichting een wel-
daad te hebben bewezen aan vele inwoners
van Ter Neuzen en hunne kinderen.
ii-n dat onze gemeente daaFdoor nu zwaar
moet belast worden, is, zooals hij reeds zeide
de schuld van de tekortkoming- van onze voor-
vaderen in dit opzicht. Bij acht het noodig
dit in de historie vast te leggen.
Zeker, voor de vorming van het bestuur zijn
door spreker eenige heeren, waaronder ook
raadsleden uitgenoodigd. Hij moet zich toch,
voor het bereiken van een doel wenden tot
menschen die daarin belangstellen of wier be
langstelling- er voor wordt opgewekt? Er zijn
ook nog pogingen aangewend om het bestuur
uit te breiden met menschen uit andere groe-
pen der bevolking, doch die pogingen hadden
geen resultaat, de benoemde heeren bedankten.
Het bestuur is echter voortgegaan. Spreker
ontkent ten stelligste, dat hier blijk zou ge
geven zijn van een verkeerde uiting van par
ticulier initiatief. Het bestuur ig in zee ge
gaan met de inlichtingen, verstrekt door den
inspecteur voor het vakonderwijs, den heer De
Groot, iemand, die als specialiteit op dat ge-
bied kan beschouwd worden. Deze maakte de
begrooting op, voor de volledige school met
directeurswoning, op een bedrag van f 45.000,
met de volledige exploitatiekosten, inbegrepen
de jaarwedde van directeur en leeraren. Op
die begrooting berustte vollcomen gewettigd
de subsidieaanvraag- aan de gemeente van
f 1600. Het rijk betaalt van de exploitatie
kosten 50 en zoo heeft de vereeniging ook
over het afgeloopen jaar het rijkssubsidie van
f 6000 ontvangen. De begrooting die destijds
is ingediend, is nog volkomen ongerept.
Doch wat gebeurt We zijn vervallen in
den oorlog en de omstandigheden die daarvan
het gevolg werden. De prijzen stegen en dat
was oorzaak, dat het plan besnoeid moest
worden. De directeurswoning is vervallen en
het achterste gedeelte van het gebouw is niet,
zooals eerst de bedoeling- was, tot boven toe
opg-etrokken, en twee voor het eerst overtol-
lige lokalen werden niet aangebracht. Daar
door werd eene besparing met ongeveer
f 20.000 verkregen. Misschien is het bestuur
in dit opzicht te zuinig geweest, want de di
recteur heeft nu tijdelijk intrek moeten nemen
in een ongeschikte woning, waarvoor toch 17
per week huur moet betaald worden, waarin
het hem moet tegemoet komen.
Hadden we. vraagt spreker, nu wegens de
omstandigheden, waarin we gekomen zijn het
bouwen geheel moeten nalaten Het bestuur
heeft gemeend door te moeten zetten en acht
zich gelukkig nu reeds te kunnen verklaren,
dat het gebouw spoedig te klein zal blijken,
daar hieruit voldoende de behoefte blijkt.
We hebben nu echter in plaats van een ge
bouw van 45.000 er een van f 90.000. Vol
komen terecht is het ook, dat voor het sluiten
der leening de tusschenkomst is g-evraagd van
de gemeente. daar we voor 5 hebben kun
nen leenen, terwijl de vereeniging misschien
6 zoude hebben moeten betalen en de ex-
ploitatie dus nog duurder zoude geworden zijn.
Die zit overigens niet alleen in de gebou
wen. Kon destijds als jaarwedde van den di
recteur 1600 geraamd worden, thans heeft
de minister bepaald, dat dit moet zijn f 3300
minimum, en de jaaiwedden der leeraren zijn
naar evenredigheid hooger, terwijl tevens de
bepaling is gemaakt, dat het rijk van de kos
ten 70 betaalt, doch de gemeente de overige
30 moet bijdragen.
Toont dus aan, zegt spreker, dat we anders
hadden kunnen doen. Als de minister de jaar
wedde aldus vaststelt, krijgen wij b.v. geen
directeur voor 2800.
Hij hoopt, dat de raad het advies. van den
heer Scheele, om de subsidie niet toe te staan,
niet zal volgen. Zou dit wel het geval zijn,
dan zoude de vereeniging verplicht zijn eene
leening te sluiten, om het tekort over dit jaar
te dekken. Hij meent echter, dat de raad zich
in deze niet aan zijn plicht mag onttrekken.
Het bestuur is in deze niets meer dan de
boodschapper van minister De Visser, die zegt
hoe het moet; daar behoort, indien men dat
noodig acht, te worden geprotesteerd.
Als steun van omliggende gemeenten, dit
is ook bij de H. B. S. gebleken, moet men niet
te veel rekenen. Alleen kan met dankbaar-
heid worden gemeld, dat vanwege de ge
meente Axel de school met een bedrag per
leerling uit die gemeente worden gesteund.
Uit Hoek echter kwam destijds op het ver
zoek van het bestuur, met alle respect voor
de wijsheid van den heer Kaan, die in dat
college een overwegenden invloed had, van
den gemeenteraad een afwijzende beschikking.
De leerlingen uit de gefrieente Axel betalen
daardoor ook het gewone schoolgeld. terwijl
de leerlingen uit gemeenten, die geen subsidie
verleenen 25 meer moeten betalen. Als de
gemeentebesturen geen roeping gevoelen om
zoo'n school te steunen, moeten de betrokken
ouders dan maar een wat grooter offer
brengen.
Er zijn nu reeds zooals uit enkele op-
merkingen blijken kon bewijzen, dat de in
richting bloeien kan.
Door de nieuwe regeling zitten alle am-
bachtsscholen in de provincie Zeeland met
stroppen. Op de subsidie van de provincie kan
men niet meer rekenen, de in de vergadering
aanwezige leden der staten weten, wat er daar
over te doen is geweest. Bovendien, als de
provincie subsidie zou geven, wordt de rijks
subsidie met dat bedrag verminderd, zoodat
de provincie zeer begrijpelijk geen roeping
meer gevoelde, verder met subsidieering voort
te gaan.
Spreker acht het inzicht van den heer
Scheele geheel onjuist, evenals, dat van den
heer De Jager, We mogen ons zegt hij
gelukkig rekenen, dat we die zaak hebben
geschapen.
En dan mag spreker ook zeker zeggen, dat,
wat het gebouw aangaat, dit, als we het ver-
gelijken met de H. B. S. een goed figuur maakt
en door velen met welgevallen wordt bezien
en dat reeds meermalen de gedachte is opge-
komen: hadden we voor den bouw der H. B. S.
toch ook nog maar een f 10.000 meer over
gehad.
Hij heeft nog geen oogenblik berouw gehad
van het werk dat hij voor de totstandkoming
dezer inrichting heeft besteed.
De heer Scheele zal niet tegenspreken, dat
de school zeer nuttig kan zijn, maar hij n'eemt
het aan het bestuur lcwalijk, dat het, wetende
hoe het loopen zou, zich niet de moeite ge-
troost heeft om den gemeenteraad tijdig in te
luhten en deze nu voor zoo'n voldongen feit
stelt. En als het dan waar is, dat het bestuur
alleen de boodschapper is voor minister De
Visser, zegt hij aan het bestuur: doe de com-
plimenten terug, en zeg, dat de raad er Vrien
delijk voor bedankt.
De voorzitter zou zoodanig besluit geen tee-
ken van wijs beleid achten.
Het voorstel om de gevraagde verhoogde
suosidie toe te staan, wordt aangenomen met
6 tegen 5 stemmen.
Voor stemmen de heeren Colsen, Hamelink,
merrouw Duiker, en de heeren Ccenser Geel-
hoedt en Van Hasselt; tegen stemmen de hee
ren De Jager, Scheele, Van den Ouden, Van
Cadsand en De Meijer. s
Aanstelling tijdelijke onderwijzeres.
De heer Geensen, die zooeven tijdelijk af-
wezig was, vraagt nog even te mogen terug
komen op punt f, waartoe de voorzitter hem
gelegenheid geeft. Hij vraagt, of nu een op-
roepmg voor een tijdelijke leerkracht zal wor
den gedaan.
De voorzitter geeft te kennen. dat dit niet
de bedoeling is. Er is, in afwachting van de
definitieve regeling, een noodstand. en nu
wenschen burgemeester en wethouders de
juffrouw, die daar -reeds ongeveer een jaar
gratis dienst heeft gedaan, met ingang van 1
Maart gerekend te benoemen als tijdelijke
leerkrach, waardoor zij dan van af dien tijd
salaris zal ontvangen.
De heer Geensen zou liever een oproeping
van gegadigden zien; er zijn meer volontairs
in de gemeente en die hadden dan alle gele
genheid om mede te dingen.
De voorzitter meent, dat dit nractisch to eh
geen ander resultaat zoude hebben, wanneer
hij let op de besprekingen in de vergadering
van burgemeester en wethouders, die de tijde
lijke leerkracht moeten benoemen. Bij de
reorganisatie der school wordt deze kwestie
definitief opgelost.
Stemming over de wijziging der begrooting..
De door burgemeester en wethouders voor
gestelde wijzigingen in de begrooting voor
1920 wordt aangenomen met 7 tegen 4
stemmen.
Voor stemmen de heer Hamelink, mevrouw
Duiker en de heeren Geensen, Geelhoedt, Van
Hasselt, Van den Ouden en De Meijer; tegen
stemmen de heeren Colsen, De Jager, Scheele
en Van Cadsand.
10. Rapport van de raadscommissie inzake
het vezroek van den heer J. Donze om
schadevergoeding voor geleden schade
bij de „zeepfabricage".
De commissie, welke werd gevormd door de
heeren R .Nolson, P. van Cadsand en N. Ha
melink vergadeixle 9 Maart des namiddags 3
uur over deze kwestie op het gemeentehuis.
De heer Huizinga lichtte het standpunt van
burgemeester en wethouders toe. Na deze
toeliehting werd het niet noodig geoordeeld
den heer Donze zelf nader te hooren.
Toen er groote zeepnood heerschte en de
gemeente de gelegenheid geboden werd, grond-
stoffen te betrekken, waaruit een soort zeep
te vervaardigen zou zijn, is door de commissie
van toezicht op het levensmiddelenbedrijf een
besluit genomen, ,te trachten in deze wat te
doen.
Waar de heer Donze, doordat hij reeds eer-
der als zeepfa'orikant was opgetreden, eenige
ervaring op dit gebied had, werd zijne mede-
werking daarvoor gevraagd.
Overeengekomen werd toen met hem, dat hij
een vergoeding- zou krijgen van 0,08 per
K.G., waarvoor hij toezicht moest houden, de
benoodigde arbeidskracht en brandstoffen
moest leveren.
In totaal heeft de heer Donze volgens deze
overeenkomst ontvangen f 656.00.
Door hem werd aan arbeidsloon uitbctaald
f 522.00, aan brandstoffen f 288.00, totaal
f 810.00, zoodat door hem een verlies geleden
werd van f 154.00.
Reeds werd tijdens de fabricage door den
heer Donze meermalen aangedrongen op ver
hooging der overenkomst, omdat al ras bleek,
dat de overeengekomen prijs te laag was.
Verhooging der vergoeding werd echter niet
toegestaan. Wel werd de heer Donze als gros-
sier opgenomen. Daardoor heeft hij nog een
bedrag van 98.00 als winstuitkeering ont
vangen.
Met deze wijziging werd door den heer
Donze genoegen genomen, omdat er plannen
bestonden grootere hoeveelheden te produ-
ceeren, waardoor de mogelijkheid niet buiten-
gesloten was, dat de onkosten kleiner zouden
worden en zijn aandeel als glossier grooter
en zoo het een het ander zou dekken.
Door regeeringsmaatregelen was het echter
niet meer mogelijk nog grondstoffen te be
trekken, waardoor de fabricage vanzelf op-
hield en Donze dus volgens bovengenoemde
cyfers voor een verlies kwam ts staan.
Hij heeft toen bij de commissie voor het
levensmiddelenbedrijf aangeklopt hem daar
voor schadeloos te stellen, waarop door deze.
commissie besloten is een schikking met hem
te trachten te treffen.
Destijds is hem als schadevergoeding een
bedrag, groot f 210.000 aangeboden. Waar
meer gevraagd was, is het begrijpelijk, dat
zonder meer dit aanbod niet geaccepteerd
werd, maar getracht werd meer te verkrijgen.
Na kennisname van de op deze kwestie be-
trekking hebbende verschillende beseheiden en
de gegeven toeliehting was de commissie een-
stemrrig van oordeel. dat vastgesteld moest
worden, dat de heer Donze zijn diensten niet
langeboden had, maar daartoe aangezocht was.
dat daaruit voortvloeide, dat er iets voor te
zeggen is om een tegemoetkoming te verleenen
in de geleden schade, omdat het moeilijk is bij
het vaststellen eener overeenkomst voor een
betrekkelijk nieuwe zaak, welke door vele bij
komstigheden bei'nvloed kan worden dadelijk
precies cijfers vast te stellen;
betreurd werd, dat partijen niet getracht
idden eerder deze zaak tot oplossing te
brengen en dat bij de samcnstelling der com
missie geen rekening was gehouden met hen,
die deze kwestie reeds vroeger onder de oogen
hebben gehad en zich destijds op een afwijkeiid
standpunt der meerderheid van de levensmid-
lencommissie hadden gesteld;
desondanks was de commissie unaniem van
oordeel voor te moeten stellen het indestijd
aan den heer Donze gedane voorstel om hem
een schadevergoeding groot 210.00 te ver
leenen te bestendigen en indien door hem geen
genoegen daarmee wordt genomen, de zaak
als afgedaan te beschouwen.
Voor de commissie,
N. HAMELINK.
Burgemeester en wethouders stellen den
raad voor, overeenkomstig het rapport te be-
sluiten, en den he§r Donze een schadevergoe
ding van f 210.00 toe te kennen.
De heer De Jager geeft te kennen, dat hij
zich persoonlijk volstrekt niet gegriefd heeft
gevoeld, dat hij door den voorzitter niet als
lid der commissie is fcenoemd, maar hij moet
toch de opmerking maken, dat de commissie
niet onpartijdig is samengesteld geworden.
Waar er een lid in benoemd is van de vroegere
commissie van bij stand, die voor de uitbeta-
Img der gelden was, was het ook behoorlijk
geweest, dat het lid der vroegere commissie
dat destijds een tegenovergestelde meening
heeft verdedigd ook deel van de commissie
nad gemaakt. De benoeming van het lid, dat
voor de uitkeering was, kan wel degelijk van
invloed zijn op de conclusie der commissie.
Wat de zaak zelf aangaat, meent hij zich
te herinneren, dat het in "18 tijdens den groo-
ten zeepnood was, dat de heer Van Borssum
Waalkes bij de commissie kwam meedeelen,
dat hij een procede had uitgevonden, waar-
door het mogelijk zoude zijn de gemeente-
naren van zeep te voorzien, daar men over
eene hoeveelheid grondstoffen daarvoor kon
beschikken. De fabricage, voor de uitvoering,
waarvan de heer Donze was aangezocht, heeft
8 weken geduurd en die exploitatie leverde
voor de gemeente een tekort van 492. De heer
Donze b^rekent, dat die fabricage, overeen-
Iwmstig de gesloten overeenkomst, voor hem
coi: ecu tekort opc d V. ft. W. - nu
rationeeler geweest, dan dat deze toen met
eene desbetreffende rekening bij de commissie
was gekomen. Daar bleek echter niets van en
de commissie wist in* 1918 niet beter of de
zaak was gezond.
In Februari 1919 kwam toen aan het licht,
dat het een zieke gesehiedenis was en toen
aan de gemeente in verband daarmede 700
zijn terugbetaald, is in Maart de heer Donze
gekomen met een verzoek, om hem vergoeding
te geven, voor het in het vorig jaar geleden
verlies. Het kwam aan spreker verdacht voor,
dat hij zoo laat met die vordering voor den
dag kwam en hij vormde de minderheid in de
commissie die zich tegen eene uitkeering ver-
klaarde. Het bedrag-, dat hem destijds door de
meerderheid is aangeboden werd door den
heer Donze niet aangenomen en nu eerst, na
dat daarover weer vele maanden Verloopen zijn,
komt hij bij den raad vragen om hem dat be
drag toch maar uit te keeren. In dit verband
gelooft spreker, dat het voor de commissie
beter ware geweest, dat het lid der vroegere
commissie, die de zaak ook eens van andere
zijde had kunnen belichten daarvan had deel-
gemaakt en hij kan zich indenken, dat dit
door de commissie, zooals uit haar rapport
blijkt. is betreurd. Spreker verklaart zich
tegen het voteeren van dit bedrag.
De voorzitter merkt op, dat het niet steeds
mogelijk is, bij het benoemen van commissies,
een schijn van partijdigheid te ontgaan. Hij
heeft zich afgevraagd: zullen we de commissie
samenstellen voor 60 uit de oude en 40
nieuwe leden, of zullen we het omgekeerd
doen. Dit laatste achtte hij ten slotte het
beste en overwoog, dat het dan gewenscht
was, dat de drie raadsfracties daarin waren
betrokken, en dit is het richtsnoer geweest
voor de benoeming.
Overigens heeft spreker teg-enover de coj»»-
missies de verschillende meeningen, die toen
zijn uitgesproken, uiteengezet. Spreker heeft
ook duidelijk doen uitkomen, op welken grond
de heer De Jager er tegen was, uitkeering te
geven. Hij gelooft, dat deze zaak nu wel vol
komen helder is.
De heer De Jager herhaalt, dat het er niet
om gaat, dat hij persoonlijk niet in de com
missie is benoemd. maar hij houdt vol, dat.
waar er een voorstander, de heer Nolson, in
de commissie werd benoemd, ook een tegen-
stander daarvan deel had moeten maken. Als
het er om te doen was de verschillende frac-
ties te vertegenwoordigen, had in plaats van
deh heer Nolson toch ook wel de heer De Rid-
der kunnen aangewezen worden.
De voorzitter: Ik achtte het van belang, dat
toch ten minste een oud lid in de commissie
zitting had.
De heer Hamelink geeft te kennen, dat hij
in deze aan de zijde staat van den heer De
Jager, er had ook een der tegenstanders deel
moeten maken van de commissie en als spre
ker vooruit met deze verhouding op de hoogte
was geweest, zoude hij zich niet hebben laten
vinden om in deze commissie zitting te nemen;
hij vemam dat eerst later en wilde toen de
zaak daarop niet laten stranden. Hij was ook
van meening, dat door den voorzitter volledige
juiste inlichtingen waren gegeven en voelde
geen behoefte om ook l og van andere zijde
te worden ingelicht. Toch is het jammer, dat
ook de heer Donze door de commissie niet ge-
hoord is, want deze heeft later spreker er
over aangesproken en daarbij te kennen ge
geven, dat het juist de voorzitter is geweest,
ilie hem den raad gegeven had geen genoegen
te nemen met het hem door de commissie
aangeboden bedrag, daar dit te weinig was,
en hij zich tot den gemeenteraad moest wen
den om meer te krijgen. Die mededeeling heeft
spreker ten zeerste verwonderd. Is die mede
deeling juist? Hij hoopt. dat dit niet zoo is,
maar is dat wel het geval, dan blijkt daaruit,
dat de voorzitter niet de geschikte man is voor
het voeren van zulke onderhandelingen. Hem
was opdracht gegeven om den heer Donze het
standpunt der commissie mede te deelen en
het aanbod dat daarvan het gevolg was en
nu is het toch zeker vreemd, dat de onder-
handelaar zelf gaat ageeren tegen het voor
stel, dat hij doen moet.
De voorzitter betoogt, dat in geen enk
opzicht tekort gedaan is aan de beyoegdheid
der commissie om zich de meest volledige in
lichtingen te verschaffen en wanneer zij ook
persoonlijk van den heer De Jager diens
standpunt had willen kennen was er niets,
dat haar belette ook hem te hooren.
Dat de heer Donze van Augustus^ tot re
bruari van het daaraanvolgend jaar zich
heeft stilgehouden spruit daaruit voort, dat
hij niet beter wist, of de gemeente had aan
de zeepfabricage geld bij gelegd en toen achtte
hij het niet raadzaam om met zijn eigen na-
deelige rekening voor den dag te komen, ook
uit overweging, dat hij als grossier was m-
geschakeld. Toen echter aan het licht kwam
de g-eschiedenis van de f 700 heeft hij gezegd,
als de heer Waalkes er zooveel aan verdiend
heeft mag ik toch zeker wel voor mijn tekort
gedekt worden en toen is hij bij de comnlissie
gekomen.
Wat nu de boodschap van den burgemeestei
betreft. Spreker moest onderhandelen namens
de commissie. Vroeger behandelde 4jjC,om"
missie van bij stand voor het levensmuldelen-
bedriif verschillende zaken zelfstawug, doch
na de kwestie met de zeep was dat veranderd.
In de vergadering der commissie verklaarde
de beer De Jager zich tegen eene uitkeering;
ook spreker was het niet met de meerderheid
der commissie eens en wilde het voile ge
vraagde bedrag toekennen, ofschoon hij wel
biUijkheidsredenen in het motief der meerder
heid aanwezig achtte om f 210 te geven.
Hij kreeg nu opdracht aan den heer Donze
mede te deelen, dat de commissie f 210
wenschte te geven. De heer Donze zeide: ,.dat
is weinig", waarop spreker antwoordde: ,,dat
heb ik ook verdedigd".
Als hij nu daaruit afgeleid heeft, dat ik hem
heb aangeraden er geen genoegen mede te
moeten nemen, dan is zijn mededeeling juist.
De heer Donze heeft toen gezegd: „daar
moet ik nog eens over denlcen". Toen zeide
spreker tegen hem: ,,vervoeg u dan bij den
gemeenteraad".
Het eenige wat spreker daarmede te ken
nen gaf was: ,.Als u meent, dat u met ge-
noeg gekregen heb, ga dan naar den gemeen
teraad in beroep".
Dat was in Maart '19. Daama is de zaak
wat bliiven hangen. Wat was daarvan de oor
zaak. We hadden een ouden en we kregen een
nieuwen raad. Nu had spreker ook van den
heer Scheele gehoord, dat hij er met voor zoude