TerNeusenscHa UoutMt
Zaterdag 10 April 1920. No, 6977,
TWEIHJIDJE] blad-
BINNEftLAN D.~
BURGERLIJKE STAND.
GEMENBDE BERICHTEN.
Loop der bevolking van Ter Neuzen.
DRAMA AAN BOORD VAN EEN
MOTORBOOT.
GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN.
VAN
DE PR1NSES LLCdT ONGESTELD.
Men meldt dat de Prinses een lichte
ongesteldheid van influenza achtigen aard
doorstaat, waarvan het keloop zieh gunstig
laat aanzien.
HET EERSTE KAMERLID STORE.
Naar de /yN. Ct." verneemt, zal de heor
D. W. Stork binnen korten tjjd gevolg
geven aan zjjn vooraemen, om ontalag te
lemen als lid van de Eerste Kamer.
HECTOR TREUB f
Woensdagnacht om 4 uur is in de klioiek
van prof. Dr. Winkler te Utrecht overleden
professor Hector Treub in den leeftijd van
64 jaar.
De overledece, een broer van den oud-
Minister, was bo venal bekend als een be-
kwaam verloskundige'en mengde zich bcen-
dien herhaaldelijk in sociale kwesties d:e
verband stonden met zgn studie-vak.
Dat bij echter ook voor andere kwesties
herhaaldelijk naar de pen greep, waarmee
hij geestige dingen kon schrijven, maar ook
wel eens door scherpte ten onrcchte kwetsto,
is de laatste jaren gebleken in zjjn ijveren
vo6r de geallieerden.
DE STAKING IN DE HAVENS.
Op het doode punt.
Zooals men weet, hebben zooweldecen-
trale bond als de Nederlandsehe federatie
van transportarbeiders zich bereid verklaard
een bjjeenkomst bjj te wonen, waar ook de
werkgevers vertegenwoordigd zullen zgu,
om een grondslag te vinden voor beeindi-
ging van het conflict. Van den bereidver-
klaring heeft Minister Aaiberse, aan wiens
adres ze gericht was, mededeeling gedaan
aan de besturen van de scheepvaart-vereeni-
gingen „Noord" en „Zuii".
Deze hebben den Minister tbans doen
weten, dat zjj aan een dergelijke conferentie
geen deel wenschen te nemen. Zg zijn nict
bereid, anders dan aan de Regeering zelve,
de verantwoordeiijkheid voor een arbitrage
beslissiug en de ^evolgec, weike daaruit in
wgderen zin voor ons land zouderi kunnen
voortvloeien, zoowel sociaa' economisch als
commercieel over te dragen
Minister Aaiberse heeft echter in een
schrgven aan de scheepvaart-vereenigingen
i/Noord" en ffZnid" te kennen gegeven, dat
de Regeering geeneriei verantwoordeiijkheid
draagt voor bet uitbreken van het conflict
h daarom tbans ook niet verantwoor-
druugt
en jtLh
delP6 1
delglr kan steilen voor den inhoud van eeu
door anderen g°dane arbitrate uitspraak,
waardoor aan dat conflict een einde wordt
gemaakt.
HEFPING VAN GROENE ERWTEN.
De N. U. M. brengt ter kennis van be-
langhebbenden, dat, te rekenen van 15 April
a. s., de in hare circulaire van 12 Februari
j.l. medegedeelde extra-beffing voor den
uitvoer van groene erwten komt te vervallen
en dns voor endosseering van consenten
voor die peuivruchten slechts eiv procent
der bruto-factnurwaarde verschuldigd zal
zijn, met een minimnm van f 2.50 per
consent.
HET ORE DIET AAN DUITCHLAND.
Naar wij vernemen zullen dezer dagen
naar Parjjs vertrekken de heeren jhr. mr.
A. M. Snouck Hurgronje, administrateur,
chef der directie van Economische zaken
van het Ministerie van Buitenlandsche
Zaken dr. F. G. Waller en F. H. Fentener
van Vlissingen, leden van den raad van
bgstand voor EcoDomische zaken van die
directie, tot het houden van besprekingen
in verband met een aan Duitschland te
verleenen crediet.
KLACHTEN OVER DEN POSTD1ENST.
De Minister deelt in de bovenvermelde
Memorie van Toelichiing mee, dat de
klachten over den dienst der postergen zijn
te onderscheiden in die welke een gevolg
zjjn van
lo. vertragingen in het verkeer
2o. tekort aan personeel of onvoldoende
bekendheid van het personeel met de dienst-
voorschriften
3o. zonderlinge begrippen omtrent dienst-
vervulling en plichtsbetrachting onder het
personeel
4o. gebrek aan kantoorruimte tfngevolge
van een op sommige eogenblikken abnorraale
toeneming van het verkeer
bo. onjuiste of slordige adresseering of
van andere oorzaken, vreemd aan den dienst.
Pl.m. 50 pCt. der ingekomen klachten
valt onder die bedoeld in sub 5.
Aan de klachten bedoeld sub 1 kan eerst
worden tegemoet gekomen wanneer trein-
en bootverkeer tot den voor 1 Juli 1914
gebruikelijken omvang is opgevoerd.
Aan de klachten sub 2 wordt de noo-
dige aandacht geschonken door aanneminw
op groote schaal, gepaard met verbeterde
opleiding^ op daartoe in het vorig jaar op-
meuw ingerichte cursussen. Door de
groote behoeften aan personeel in den
handel, laten velen zich door het aanhieden
van wat meer aanvangssalaris overhalen
hun ontslag te vragen. Dit is vooral op
kleinere plaatsen vaak een oorzaak van
personeelsgebrek. Tegen overtredingen van
het personeel wordt steeds met kracht op-
getreden, waarby de Minister gaarne
melding maakt van de medewerking op
dit punt van de vakorganisatiea ondervonden.
NEDERLAND EN BELGIE.
Den 15den April zal te Pargs een nieuwe
bgeenkomst plaats vinden voor de regeling
van de hangende kwestie tusschen Belgie
en Nederland nopens de herziening van de
verdragen van 1839. Naar men weet, be-
treft het slechts een geschil over de redactie
ten aanzien van het zeegat de Wielingen.
DE BOMAANVAL OP GOES.
In antwoord op vragen van het Tweede
Kamerlid De Sayornin Lohman betreftende
uitkeering door de Britsche Regeering van
vergoeding wegens schade, veroorzaakt door
een bomaanval op Goes op 22 December
1917 deelt de minister van Buitenlandsche
Zaken mede, dat de Nederlandsehe Regeering
van oordeel is dat in het geval van Goes
de Britsohe Regeering ten onrechte haar
aansprakelgkheid verwierp en dat in dit
geval nadere/ overweging die Regeering tot
een gewgzigd inzicht zal kunnen brengen.
Dientengevolge is in Februari j.l. aan
Hr. Ms. gezant te Londen opgedragen deze
aangelegenheid nogmaals onder de aandacht
der Britsche Regeering te brengen en haar
te verzoeken de zaak aan een nieuw en nauw-
keurig onderzoek te onderwerpen. Het re-
sultaat van deze demarche is nog niet bekend,
zoodat over het tijdstip, waarop een even-
tueele schadevergoeding kan worden uitge-
keerd, niets met zekerheid is te zeggen.
DE MIJ. ZEELAND.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
den heer Van Beresteyn, betreff'ende stop-
zetting van den aanbouw van een derde
mailboot der Mg. Zeeland, de opheffing van
den dienst Zeeland-Engeland, het verkeer
van Duitschland over ons land naarEDgeland,
en verbetering van het sneltreinverkeer met
Zeeland, enz., heeft de Minister van Water-
staat geantwoord dat met den afbouw van
het derde schip minder haast is, wijl in
de naaste toekomst de omstandigbeden nog
wel niet zoo zullen zijn, dat een nachtdienst
en een dagdienst tezamen zullen worden
uitgevoerd. Met het oog daarop en op de
kasmiddelen, de moeilijkheid om de in het
bezit van de Zeeland zijnde ponden sterling
en eftecten behoorlijk te verkoopen, is de
verdere bouw van het derde schip uit-
gesteid, maar niet afbesteld.
Er bestaat geen groud voor de vrees
dat de spoorwegpolitiek zal moeten leiden
tot opheffing vau den dienst Zeeland
Engeland.
Een internatioiale conferentie ten op-
zichte van het verkeer van Duitschland
over ons land naar Engeland, heeft niet
piaats gehad. Wel is onlangs te Wurzburg
een bespreking gehouden in hoofdzaak over
de OstecdeWeenen Express; daarbjj is
goedgevonden dat op dien trein van Rot
terdam uit aansluiting zal worden gegeven.
Wegens de mogelgkheid, dat deze aan
sluiting zal worden doorgetrokken naar
Hoek van Hol)an<M«ai de verbinding naar
Engeland over den Hoek hierdoor gedieni
kunnen worden. Wanneer de spoorweg-
dienstregelmg aan zjjn goedkeuring wordt
onderworpen, zal de Minister gelegen hebben,
tevens de belangen van de Vlissinger lijn
in het oog te houden.
Ofschoon rekening gehouden moet wor
den met de kolenrantsoeneering, die ook
voor de spoorwegen groote belemmeriug
blyft geven, zal met de eerstvolgende nieuwe
dienstregeling, welke vermoedelijk op I Juli
a. s. zal worden ingevoerd, getracht worden
een belangvyke verbetering van het snel
treinverkeer met Zeeland tot stand te
brengen.
DE VLIEGTOOHT NAAR INDIE.
De beer March ant heeft aan den
Minister van Buitenlandsche Zaken de vol
gende vragen gedaan
lo. Kan de minister voor het uitbljjven
van de sedert lang gevraagde toe?temming
der Britsche regeering voor het landen van
den luiterant Koppen op zijn vliegtocht
naar Nederlandsch-Indie op Britsch territoir
een redelijken g ond aannemen en dezen
mededeelen
2o. Indien de toestemming nog lar.ger
uitblijft, is dan de Regeering, die in Ne
derlandsch-Indie den Britsche vlieger Ross
Smith met zoo voorkomendheid heeft ont-
vangen en bijgeataan, voornemeas, ondanks
de behandeling, thans van Britsche zjjde
ondervonden, harerzijds op dien weg voort
te gaan
In de afgeloopen week hebben zich in
deze gemeente gevestigd:
F. Bareman. landbouwer, P 78, uit Hoek.
M. Bareman, dienstbode, P 38, uit Hoek.
A. J. Hak, Off. Leger des Heils, Donze-
Visserstraat 61, uit Hoorn.
M. Monster, Off. Leger des Heils. Donze-
Visserstraat 61, uit Hoorn.
L. Legs, zonder, 0 196, uit Ri'land Bath.
P. J. de Regt, matroos, Dekkerstraat 44,
uit Rotterdam.
J. de Groote, landbouwersknecht P 94,
uit Hoek.
L. Bierens, agent van politie, M. Eijke-
stradt 19, uit Leerdam.
J. de Vos, veldarbeider, 0 48, uit
Zaamslag.
Vertrokken:
W. C. Kool, dienstbode, naar St. Nico-
laas (B.)
1. J. Michielsen, dienstknecht, P 96, naar
Westdorpe.*
H. W. van Aalst, bootwerker, Tholens-
straat 33, naar Vlissingen.
R. Vermeulen# zonder, Grennlaan 2, naar
Wemeldinge.
M. P. Moggre, bankbediende, Axelsche
weg 12, naar Amsterdam.
J. Bal,^kommies, Nieuwediep 102, napr
Rotterdam.
E. M, Dierickx, dienstbode, naar Rou-
chaute (B.)
L. C. H. Wiers, rgwielhersteller, Donze-
Visserstraat 177, naar Vlissingen.
0. E. Schieman, dienstbode, Noordstraat
66, naar Axel.
C. M. Neeteson, zooder, Verbindingstraat
14, naar Sas van Gent.
M. Damman, winkelbediende, Noordstraat
78, naar Middelburg.
Th. Smet, klompenmaker, P 110, naar
Bouchaute (B.)
J. Dieleman, zonder, P 140, naar Axel.
A. B. Nijhof, pater capucijner, P 183,
naar Tilburg.
J. de Ritter, scbippersknecht, Elleboog
3, naar Rotterdam.
G. J. de Bleaij, zonder, Klaassenstraat
6, naar Hardingsveld.
N. J. Rouw, dienstbode, Steenkamplaan
10, naar Hoek.
L. C. Witte, dienstbode, P 121, naar
Maria-Hoorebeke (B).
(Nadruk verboden).
TER NEUZEN.
Huwelijks-aangiften. 1 April. Izaak Hoek, oud
26 j., jm. en Elizabeth Auriana Jozina van Driel,
oud 20 j., jd. Johannes Petrus Mobach, oud 33 j.,
jm. en Louisa Maria van Aerde, oud 25 j., jd. Clement
Johannes Schelstraete, oud 23 j., jm. en Bertha
Augusta van Aerde, oud 21 j., jd. Willem Frederik
Geldof, oud 21 j., jm. en Pieternella Hamelink,
oud 20 j., jd. Anthonius Bernardus Ploegaert, oud
28 j., jm. en Maria Louisa de Koeijer, oud 32 j., jd.
Iluwelijks-voltrekkingen. 1 April. Wessel Jacobus
Vermeulen, oud 26 j., jm. en Neeltje van der Klooster,
oud 27 j., jd. Jacobus Jan Pauw, oud 28 j., jm. en
Emma Jozina Rijnberg, oud 29 j., jd.
Geboorten. 28 Maart. Elisabeth Cornelia, d. van
Joost van der Bent en van Elisabeth LucresiaBalnikker.
1 April. Francois, z. van Frederik Dekker en van
Pieternella Dekker. 2 April. Jan Jacobus, z. van
Jah van Hoeve en van Johanna de Regt. 3 April.
Adriana, d. van Marinus Kielen en van Hendrina
Catharina Dobbelaar.
IN DE BOLLENSTREEK.
'By de ontzettende drukte die Maandag in de
Bollenstreek heerschte, is 's avonds half zes
nabij Hillegom een treurig ongeluk gebeurd.
De 31-jarige T. A. uit Haarlem reed met zijn
verloofde per rijwiel, toen de stoomtram van
Leiden aankwam. Doordat hij zijn verloofde
waarschuwde, kwam hij zelf onder de machine
en werd op slag gedood.
ARME KLEINE.
Het tweejarig- kind van den heer v. V. te
Eindhoven is in een ketel kokend water ge-
vallen en aan de gevolgen overleden.
BUURVROUWEN TWIST.
Te Etten kregen dezer dagen twee buur-
vrouwen die in onmin leven, opnieuw twist.
Ze vlogen elkander in de haren en verwonden
elkaar zoo emstig, dat beiden in levensgevaar
verkeeren.
SOLDAAT DOODGESCHOTEN.
Tijdens het luohten van de provoost der
arrestanten in de nieuwe kazerne te Maas
tricht wilde gistermiddag de 21jarige soldaat
Scharis, wonende aldaar, ontvluchten. Na
vruchtelooze waarschuwing schoot een der
schildwachten hem door het hoofd, zoodat de
man op slag dood was.
Vrijdag maakte een drietal personen een
toch per motorboot van Dordrecht naar Rot
terdam.
Ter hoogte van Kralinschveer bemerkte C.
F. v. d. H., dat zijn broer, de 30jarige J. P.
v. d. H. en'(liens vriend, de 32jarige C. J. B.,
bewusteloos in den roef lagen:
Waarschijnlijk door een defect aan deh mo
tor, waren vergiftige gassen binnengedrongen.
Onmiddellijk ging men aan wal en werd de
hulp van dr. Noorderberg ingeroepen. Deze
kon echter slechts den dood van beide perso
nen constateeren.
EEN ALLER-ONAANGENAAMSTE
VERRASSING.
Een boer te Marans nabij Bordeaux kwam
dezer dagen tot een aller-onaangenaamste
verrassing. Hij had een vijftigduizend francs
bijeengespaard, en, zooals de meeste Fran-
sche boeren, stelde hij weinig vertrouwen in
banken, zoodat hij zijn geld stilletjes in een
oude kous verborg. Toen hij nu zijn schat
weer eens wilde tellen, waren de ratten hem
voor geweest. Zij hadden de mooie bankbil-
jetten klaarblijkelijk naar hun smaak ge-
vonden en het geheele fortuin van den armen
boer opgepeuzeld.
ECHTSCHEIDINGS-PROCESSEN.
Een rechter te Chicago heeft ontslag ge-
nomen omdat hij naar zijn zeggen beu is van
het aanihooren van echtscheidings-processen.
Het huwelijk beteekent niets meer, verklaarde
hij aan een journalist. Tal van vrouwen trou-
wen alleen om zich gauw te laten scheiden;
dan zijn ze aantrekkelijker in de oogen van
de mannen.
Vergadering van Donderdag 1 April 1920.
des namiddag.s 2 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge-
meester.
Tegenwoordig de leden: L: J. Geelhoedt,
J. J. de Jager, D. Scheele, H: J. van den
Ouden, P. van Cadsand, F. B. G. de Meijer,
H. J. Colsen, N. A. Hamelink, G. B. Duiker-
Blekkink en P. Geensen; later ook de heer
L. T. van Hasselt.
Afwezig de heeren: R. G. E. Nolson en G.
de Ridder.
De voorzitter opent de vergadering en deelt
mede, dat de heeren Nolson en De Ridder heb
ben bericht wgens uitstedigheid de vergade
ring niet te kunnen bijwonen.
Aan de orde komt:
1. Notulen.
De heer Van Cadsand merkt naar aanleiding
der notulen van 4 Maart 1920 op, dt daarin
niet vermeld staat zijne aanwezigheid dier
vergadering; hij heeft daarop de aandacht van
den verslaggever gevestigd, doch ten slot.te
is de fout bij het afdrukken niet hersteld.
De voorzitter zegt toe, dat met de opmer-
king rekening zal worden gehouden; hij ver-
zoekt, opmerkingen aangaande het concept
verslag ter kennis van den gemeente-secre-
taris te brengen.
De heer Hamelink heeft ook eene opmer-
king over de notulen; hij hefift daarover nog
met den voorzitter gesproken, doch verzuimt.
de correctie in te zenden. Na zijne opmerking,
op bladzijd 10, tweede kolom der notulen, ,,dat
de brandstoffen-commissie wel eens stropped
heeft" staat vermeld:
„Het is toch voorgekomen dat, dat aan men-
,,schen die hier iiviamen een meuw boekje ge-
.geven werd, tervviji men er met op gelet had,
„dat die cldeis reeds meerdere eenheden
„hadden ontvangen, welke van de uitgegeven
„kaarten moeten zijn verwjjderd. Waar moet
„de commissie ue -oesiag der teveel gegeven
.eenheden op verhalen".
Dit heeft spreker niet gezegd en kan hij
niet gezegd henben, daar hy te goed weet, dat
er op ae kolen geen bysiag- meer gegeven
wordt. Hi] verzoekt die zinsnede te schrappen.
Aldus wordt besloten en ae notulen daarna
met aigemeene stemmen vastgesteld.
2. ingekomen stukken.
a. Eene missive van gedeputeerde staten
van Zeeland, dd. 5 Maart 1920, waarbij, van
het bewijs der" koninklijke goedkeuring voor-
zien, wordt toegezonden het raadsbesluit dd.
9 October 1919, betreffende het heffen van
opcenten op de personeele belasting.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Eene missive van gedeputeerde staten
van Zeeland, dd. 5 Maart 1920, waarbij, van
het bewijs hunner goedkeuring voorzien, wordt
teruggezonden het raadsbesluit dd. 29 Janu-
ari 1920, tot uitgifte van grond in erfpacht
aan de woningbouwvereeniging „Werkmans-
belang".
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Overgelegd wordt het volgende antwoord
van burgemeestei- en wethouders:
In de vergadering van den raad op 29 Ja-
nuari jl. werden door het lid den heer Hame
link onderstaande vragen ingediend, met het
verzoek daarop antwoord te mogen ontvangen.
Is het burgemeester en wethouders bekend:
le. dat de bestuursvergaderingen van de
vereeniging „Voorzorg" gehouden worden op
het gemeentehuis
2e. dat de controle over "de werkloozen der
vereeniging „Voorzorg" geschiedt, door de
ambtenaren van het distributiekantoor, in hun
gewone diensturen?
Zoo ja, zijn burgemeester en wethouders
dan niet van meening, nu alles er op wijst, dat
de vereeniging ,,Voorzorg" geen crisis- maar
een gewone organisatie btijkt te zijn, dit een
sterke bevoordeeling is tegenover andere or-
ganisaties, welke zich voor vergaderingen en
controle hunner leden "kosten moeten getroos-
ten, welke voor de vereeniging .Voorzorg" fei-
telijk door de gemeente worden betaald?
Op de eerste vraag kan het antwoord be-
vestigend luiden. Immers de voorzitter van
het college is tevens voorzitter van de ver
eeniging „Voorzorg", en het was gebruikelijk
dat in zijn kamer de bestuursvergaderingen
werden gehouden.
Eendeels omdat de vereeniging vanaf 1 Nov.
'19 tot a.s. 1 April werkzaam was in ge-
meentedienst en eigenlijk beschouwd kon
worden als eene openbare instelling.
Anderzijds zij opgemerkt, dat de raad tot
nu toe een zeer mild standpunt heeft ingeno-
men tegenover de vereenigingen, en waar mo-
gelijk geholpen, omdat in deze gemeente geen
groot aantal voor dat doel bescbikbare loka-
len zijn.
Immers de vereeniging „Recht en Plicht"
heeft tijdens de mobilisgtie ruim twee jaren
gebruik gemaakt van een lokaal van een der
openbare scholen,
Daarop is van de zijde van den raad nooit
eenige aanmerking gemaakt, evenmin, dat
er tot heden aanmerking op werd gemaakt,
dat genoemde vereeniging een lokaal gebruikt
van het distributiekantoor.
Wat de tweede vraag aangaat, zij het ons
vergund het volgende te antwoorden.
De voorzitter van het college, meer bijzon-
der belast met de aigemeene zaken zag zich
genoodzaakt, de mschrijving der werkloozen
regelma.tig te vorderen, in verband met de
geldende voorschriften.
Waar de vorige directeur der Arbeidsbeurs
niet beschikte over een officieel bureau, kon
niet gevorderd worden, dat zulks geschiedde
ten zijnen huize.
Aanvankelijk geschiede dit in de kamer van
den burgemeester, wat niet voor onbepaalden
tijd kon voortduren.
Dit was door den voorzitter van ons college
aanleiding, de hulp te vragen van een der
ambtenaren van het distributiebureau.
Deze ambtenaar heeft dit eenigen tijd ge
daan, en schreef alle werkloozen in, overeen-
komstig de bepaalde voorschriften.
Waar bij burgemeester en wethouders geen
klachten zijn ingekomen, dat het distributie-
bedrijf onder dezen arbeid schade leed, noch
van de zijde van den ambtenaar, dat hij over-
belast werd met werkzaamheden en daardoor
stagnatie vreesde voor het levensmiddelen-
bedrijf, was ingrijpen onnoodig.
Trouwens reeds met 1 Februari 1920 zijn
de werkzaamheden overgegaan in handen van
den tegenwoordigen directeur van de Arbeids
beurs.
Zoodra met 1 April de vereeniging „Voor-
zorg" ophoudt met voor de gemeente den
steun uit te keeren, zal de vereeniging worden
beschouwd als iedere andere en geholpen wor
den overeenkomstig de voorschriften.
De heer Hamelink meent, dat burgemeester
en wethouders iets in zijne vraag hebben ge-
lezen, wat Yiij niet bedoelt. Hij heeft volstrekt
niet willen te kennen geven, dat hij er bezwaar
tegen heeft, dat aan vereenigingen lokaliteit
voor vergaderingen wordt afgestaan. Er is
echter destijds ook in de pers bekend ge
maakt, dat de vereeniging Voorzorg" was
eene vereeniging, opgericht voor een bijzonder
doel, en crisisvereeniging dus, terwijl nu later
door de Koninklijke goedkeuring der statuten
eene doodgewone vereeniging is geworden en
nu gaat het, volgens spreker, niet op, dat de
eene vereeniging wordt bevoordeeld boven de
andere. Als de eene vereeniging aan de ge-
stelde voorwaarden voldoet ten koste van
groote opofferingen, dap moet eene andere
vereeniging "daarvan niet worden vrijgesteld.
Dat de fractie van spreker geen bezwaar
heeft tegen het in gebruik geven van een lo
kaal is wel gebleken bij de behandeling van
het verzoek der consumenten-vereeniging.
Volkomen juist is het, dat door de afdeeling
Ter Neuzen van den Centralen Bond van
Transportarbeiders niet door „Recht en
Plicht", tijdens den oorlog gebruik is gemaakt
van een schoollokaal, maar dat was alleen voor
het doen der uitkeeringen, niet voor het hou
den van vergaderingen. Nu houdt de organi
satie met vergunning van burgemeester en
wethouders zitting in een lokaal van het di
stributiekantoor voor het controleeren voor de
werkloozenverzekering, maar daarin is nog
geen enkele vergadering gehouden, spreker
meent daartoe niet het pechb te hebben, omdat
dat lokaal daarvoor niet is afgestaan. Bij de
verplichtingen. die het rijk en de gemnente aan
de werkloozenkassen opleggen kan het niet
anders, of het nakomen dier verplichtingen
komt eene vereeniging op groote financieele
offers te staan. WaaV de eene vereeniging die
financieele bezwaren ten voile ondervindt, is de
verhouding niet juist als een in overigens ge-
lijke vereeniging daarvan wordt vrijgesteld.
Ook de tweede vraag is niet juist beant-
woord. Spreker heeft gevraagd of het bekend
was, dat de controle van de werkeloozen werd
uitgeoefend door beambten van het distribu-
tiebedrijf, dus door gemeenteambtenaren in
hun gewonen dienst. Die controle is heel iets
anders als de gewone inschrijving van werke
loozen. Dit laatste ligt op den weg van de
gemeente, maar niet de controle over de le- t
den der vereeniging .Voorzorg", tot dit laat
ste heeft het bestuur der vereeniging zich f
moeten verpliehten, toen werd goedgekeurd,
dat zij ook als werkeloozen voor rijks- en ge-
meentesteun in aanmerking zou komen, maar
nu wordt dat werk vorricht door een ambte
naar van de gemeente. Trouwens, spreker heeft
nog niet kunnen merken, dat de werkeloozen
dier vereeniging bepaald worden gecontroleerd
en heeft daaraan wel eens meenen te moeten
twijfelen. Nu is er echter inmiddels geruimen
tijd verloopen sedert hij zijne vragen stelde
en zal hij daarop nu niet te diep meer ingaan,
omdat daarbij toch geen belang meer is.
De voorzitter geeft te kennen, dat de eerste
vraag gold het gebruik der burgemeesters-
kamer voor het houden van vergaderingen.
Daaromtrent hebben burgemeester en wet
houders steeds een zeer ruim standpunt inge-
nomen. Toen de vereeniging .Voorzorg" is
opgricht, na het vervallen van het steun-
comite was deze zeker in dienst der gemeente.
Wat het houden der controle betreft, is het
den heer Hamelink ook bekend, dat deze werd
opgedragen aan de gemeentebesturen en deze
werden verzocht daarvoor eene regeling te
treffen. Burgemeester en wethouders zouden
dus de controle over alle werkeloozen aan zich
hebben kunnen houden. Er is echter voldaan
aan het verzoek van „Recht en Plicht" en aan
dat van de afdeeling Sluiskil van den Bond
van K. K. transportarbeiders om de controle
over hunne leden aan de besturen (flier vereeni
gingen te laten. Voor de anderen is zoodanig
verzoek niet ingekomen en is die controle dus
by burgemeester en wethouders gebleven die
zoolang de directeur van de Arbeidsbeurs nog
met als zoodanig in functie was, nadat die
controle eenigen tijd ten kantore van spreker
gehouden was, een ambtenaar van het distri
butiebureau verzochten dat te willen verzor-
gen, hetgeen zonder dat dit voor den dienst
van het broodbureau bezwaar opleverde is tre-
schied. 6
Dat die controle nu dus door de Arbeids-
heurs geschiedt, is niets buitengewoons die zou
daar ook voor de leden van andere vereeni-
gmgen geschieden, als niet op verzoek der be
sturen een andere regeling voor hen was goed
gekeurd.
Wat nu de vraag betreft of die controle
voldoende is, spreker meent dat ze vrij vol-
doende is, want bij de enkele gevallen, die naar
aanleiding van klachten werden onderzocht,
''leek, dat de werkeloozenuitkeering terecht
was geschiedt.
d. Rapport van burgemeester en wethou
ders betreffende de al of niet noodza-
kelijkheid van het verstrekken van
schoolvoeding en -kleeding.
In de i-aadsvergadering van 13 November
i 19 werd ter sprake geuracht het verstrek
ken van schoolvoeding en -kleeding aan sehool-
gaande kinderen. Ons college werd opgedra
gen een onderzoek in te steilen dienaangaan-
de. Ten einde ons hierover een oordeel te kun
nen vormen, en mede ter voldoening aan art.
icon11 oet koninkliJ'k besiuit van 19 November
1900, bt. 202, hebben wij bij de hoofden der
openbare iagere scholen en de schoolbesturen
der byzondere scholen gevraagd ons ter zake
hunne meening te doen kennen.
de aan uw college hierbij overgelegde
stukken zal u blijken, dat van de 8 hoofden
en besturen 5 zich verklaren tegen school
voeding en -kleeding, omdat er naar hun oor
deel oi geen behoefte aan bestaat, of omdat
ze prmcipieele bezwaren hebben.
Niet een der hoofden of besturen ziet de
noodzukelijkheid in van schoolvoeding, terwijl
wat schoolkleeding- betreft, wij uit de rap-
poit.en niet den indruk krijgen, dat invoering
v an het verstrekken van schoolkleeding zoo
absoluut noodzakelijk is.
In verband met het bovenstaande kunnen
wy dan ook geene termen vinden om uwen
raad voor te steilen van gemeentewege over
te gaan tot het verstrekken van schoolvoeding
oi -kleeding.
Daar enkele hoofden evenwel aandringen op
it.erstrekken van kleeding zijn wij evenwel
met ongenegen ter zake hulp te bieden. Wij
steilen ons dan ook voor, om, wanneer een
vereeniging zich de zaak der schoolkleeding
aantrekt, en ons van de noodzakelijkheid
daarvan kan overtuigen, uw college voor te
steilen aan die vereeniging een jaarlijksche
subsidie tot dat doel te verleenen.
Uit de bij deze mededeeling overgelecde
stukken blijkt, dat op de tot hem door burge-
meester en wethouders gerichte verzoeken om
mhchtingen is geantwoord als volgt:
A. Het hoofd van de openbare school A
kan geen vrijheid vinden te verklaren, dat er
voor zoover zijne school betreft, aan school
voeding behoefte bestaat. Gedurende ruim 7
jaren, dat hij als hoofd van school A fungeert
is het hem van slechts twee gezinnen geble
ken, dat de kinderen een heel enkele maal
onvoldoende of niet gevoed ter school kwa-
men. Het waren de hier in Ter Neuzen zeer
bekende gezinnen V. en W.
In de nooden van het eerste gezin is reeds
voorzien: de nu ouderlooze kinderen worden
t( Middelburg' op gevoed.
VYat, het tweede gezin betreft, zal het er
smds het overlyden van den vader nog wel
eens mjpen, hoewel het hoofd der school moet
verklaren, dat juist na dit overlijden de twee
nog schoolgaande jongens nooit meer thuis
gebleven zijn, omdat er geen brood in huis
was.
Ook de overige leden van het personeel zijn
de meening toegedaan, dat de leerlingen van
school A over 't algemeen voldoende, voor een
goed deel zelfs goed gevoed ter school komen
Om te voorkomen, dat eventueel eenige leer
lingen niet voldoende gevoed zjjn wat uit den
aard der zaak zelden met zekerheid vast te
steilen is, zou het misschien aanbeveling ver-
dienen, elken morgenschooltijd aan hen die
daarvoor in aanmerking willen komen,' een
glas (warme) melk te verstrekken. Eigenlijke
schoolvoeding acht het hoofd der school voor
zijne leerlingen beslist onnoodig.
Wat schoolkleeding betreft, meent hij wel
te mogen adviseeren, dat er in die richting
iets van gemeentewege gedaan wordt. Over
t algemeen is de bovenkleeding der leerlin
gen met 4 a 5 zeer ongunstige uitzonde-
ringen voldoende, doch kousen, schoenen en
lonipen laten bij velen te wenschen over en
naar het oordeel der onderwijzeres, die daar
over uit den aard der zaak beter kan oordee-
len, dan het mannelijk personeel, is de toe-
stand der onderkleding by de kinderen uit de
armste gezinnen beslist onvoldoende.
Er waren dezen winter in de laagste klassen
zelfs een paar meisjes zonder broekje; hierin
is door de onderwijzeres uit eigen middelen
voorzien. Na nauwkeurig onderzoeken in over-
leg met het personeel heeft het hoofd der
school kunnen vhststellen, dat van de 210
leerlingen zijner school voor het oogenblik
rmnstens 31 leerlingen uit 14 gezinnen in dit
opzieht steun van overheidswege noodig heb
ben. Dit aantal, dat allieht- tot 40 a 50 uitge-
breid kan worden, omdat de nood haar 'tui-
terlyk niet steeds vast te steilen is, geeft hem
de vrijheid te adviseeren, de gelegenlieid te
stheppen om in gevallen als boven aange-
i?b-i ''e ou<^ers verzorgers in het aan-
schaffen van kleeding en schoeisel by te staan.
Ook zou hij het ten zeerste toejuichen, in-
'ben aan alle leerlingen schoolpantoffels wer
den verstrekt.
B Het hoofd van de openbare school B in
de kom schryft, dat hij het voor zijne school
met noodig acht, tot het verstrekken van voed-
sel en -kleeding aan leerlingen over te gaan.
(Zie verder het Eerste blad.)