Tsr Heuzessefis Cour&nt
Bin mm nn.
BUITENLAND.
GEMENGDE BERICHTEN.
Zaterdag 3 April 1920. No. 6975.
OTWIEIIEDDIE] JEGLi-A-D-
nederland en belgie.
DE TSAAR NOG IN LEVEN
Kapitein Lasies, voormalig Fransch Ka-
merlid, die behoorde tot de Fransche mis-
sie onder generaal Janin bij Koltsjak, vertelt
in de Matin belangwekkende bizonderheden
over twee bezoeken, die hjj heeft gebracht
aan het huis te Ekaterinenburg, waar de
tsaar en zpn gezin zouden zgn vertnoord.
Lasies betwijfelt of de verhalen over den
moord juist zjjn en licht zyn twjjfel toe
aan de hand van twee brieven, gedagteekend
uit April 1919 en gericht aan een Russisch
offlcier. Om de veiligheid van dezen offi-
cier en vanzjjn familie niet in gevaar te bren
gen verzwjjgt Lasies zjjn naamen woonplaats.
In de brieven komt o. a. deze zinsnede voor
,/De tsaar leeft nog en woont hier."
Ten einde te trachten licht in deze duis-
tere zaak te brengen is Lasies toen naar
Ekaterinenburg gegaan en hjj verklaart zich
overtuigd dat het gezin van den tsaar in
elk geval niet is vermoord. Hq acht het
echter mogeljjk dat de tsaar zelf is omge-
bracht.
Lasies voegt hieraan toe, dat de Engelsche
militaire vertegenwoordiger in Koltsjak's
hoofdkwartier overtuigd was dat de tsaar
nog in leven is en met plannen rondliep
om Koltsjak in Rusland de rol te laten
spelen die Monk indertjjd in Engeland heeft
gespeeld.
VAN
DE TRANSPORTARBEIDERSSTAKING.
Men meldt uit Amsterdam:
Naar wij vememen zijn in de huishoudelijke
vergadering van den modemen transportar-
beidersbond aan het bestuur machtiging ver-
leend om die maatregelen te treffen, welke
tot een bevredigende oplossing van net con
flict kunnen leiden.
DE STAKING IN HET TRANSPORT-
BEDRIJF.
De Centrale Bond van Transportarbeiders
heeft aan Minister Aalberse. den volgenden
brief verzonden, in aansluiting op de bespre-
kingen van Vrijdag j.L:
„In antwoord op de vraag, door Uwe Ex-
cellentie gesteld, in uw missive van 22 Maart
j.l. hebben wij de eer u te berichten, dat wij
het niet wel mogelijk achten, over de vraag
of het huidig conflict in het transportbedrijf
voor arbitrage vatbaar is, te beslissen, zoolang
onbekend is, of tusschen partijen overeen-
stemming te bereiken zou zijn over de grond-
slagen der arbitrage.
Inmiddels zullen wij echter gaarne de wen-
gelijkheid tot oplossing van het conflict be-
vorderen en verklaren ons daarom, voor onze
oi'ganisatie, bereid, met de tegenpartij in het
geschil in een bespreking te treden, tenemde
te onderzoeken, of er gemeenschappelijke
grondslagen ter arbitrage van het geschil
bestaan.
HET VERDRAG MET BELGIE.
De Libre Belgique geeft den volgenden uit-
leg nopens het geschil ten aanzien van het
Belgisch-Nederlandsch verdrag. Het betreft
inderdaad een meeningsgeschil ten aanzien
van de toepassing van het economisch verdrag
voorzoover dit een nieuw regime instelt op
de Wester-Schelde en met name in de Wielin-
gen, het voornaamste toegangsgat tot de
mond van de Schelde. Nederland eischt het uit-
sluitende souvereiniteitsrecht op voor de Wie-
lingen. Tengevolge van de gesteldheid van
de kust buiten de territoriale wateren in Zee-
burgge, onze eenige maritieme basis, uitslui-
tend aangwezen op een strook onzijdig wa
ter, dat in tijd van oorlog door mijnen enz.
versperd kan worden. Zeebrugge zou hier-
door op een zeer ondiepen, nauwen toegangs-
weg zijn aangewezen en zou niet meer veilig
door een Engelsch eskader bereikt kunnen
worden, waardoor de heele maritieme ver-
dediging van Belgie zou worden opgeofferd
aan de belangen van de Nederlandsche scheep-
vaart of de Nederlandsche onzijdigheid.
Het blad eischt, dat omtrent deze kwestie
duidelijke en stipte verklaringen zullen worden
afgelegd. De Belgische regeering heeft hierop
al sinds verscheidene maanden bij de Neder
landsche aangedrongen, doch kreeg geen be-
vredigend antwoord. Op het oogenblik, dat
het economisch en politick verdrag gereed ligt
ter teekening, is dit hoofdpunt nog altijd niet
aangesneden. Het vraagstuk blijft onbeslist.
De commissie van XIV te Parijs heeft ge-
tracht beide partijen bij elkaar te brengen,
maar tevergeefs. De Belgische afgevaardigden
bleven onWrikbaar op hun stuk staan. Het
schijnt, dat de officieuse gedachtenwisseling
op het oogenblik nog voortduurt, zonder dat
er iets is, dat reden geeft om er eenig prac-
tisch resultaat van te verwachten.
Men meldt uit Brussel, dat er bij den Bel-
gisehen Senaat van tal van Belgische ge-
meenten adressen zijn ingekomen, waarin de
wenschelijkheid wordt te kennen gegeven, dat
er bij de Nederlandsch-Belgisch onderhande-
lingen rekening wordt gehouden met eert reeks
desiderata betreffende de waterwegen in de
industrieeentra in midden en Oostelijk Belgie
naar de Schelde en den Rijn.
DE ZWEEDSCHE KRUISER.
Het Nederlandsche Correspondentiebureau
in Den Haag meldt:
Naar aanleiding van verhalen in de Belgi
sche dagbladen inzake de vaart van den
Zweedsche kruiser Fylgra naar Antwerpen
kunnen wij mededeelen, dat de Nederlandsche
regeering reeds in de maand December haar
toestemming voor de doorvaart verleent heeft.
Bij aankomst ter reede van V'issingen onder-
vond de kruiser een gering oponthoud, door-
dien de bereids gegeven toestemming ter
plaatse uit het oog was verloren en dienten-
gevolge namens den Minister van Marine op-
nieuw toesteming werd verleend.
EEN ONGELUK.
Dinsdagavond ongeveer halfzes heeft aan
het begin van den Kruisweg, bij Heemstede,
een ongeluk met een motorfiets plaats gehad.
De 35-jarige bakker M. J. Tibboel van het
Wilhelminaplein te Haarlem, kwam in zeer
snelle vaart met een motorfiets uit de Haar-
lemmermeer rijden; achter op de motorfiets
zat de 21-jarige bakkersknecht D. Bonte. Bij
de bocht van den weg kon Tibboel, na een in
dezelfde richting rijdenden wagen gepasseerd
te zijn, door de snelle vaart de bocht niet
nemen. Hij reed tegen een boom, werd eerst
tegen den boom geslingerd en kwam daama
onder den motor terecht. Hij was onmiddellijk
dood. De knecht kreeg een verwonding aan
het schouderblad en inwendige kneuzingen.
Hij werd per rijwielbrancard naar zijn woning
te Haarlem vervoerd.
EEN KRANKZINNIGE.
Woensdagmorgen heeft de 18-jarige W. G.
te Harderwijk zich toegang weten te verschaf-
fen tot den stadhuistoren aldaar. Hij ging
de klok luiden en bond een roodenzakdoek aan
de spits van den toren. Met veel moeite is
de jongen, die krankzinnig bleek te zijn, van
den toren gehaald. Hij zal naar een krank-
zinnigengesticht worden overgebracht.
EEN BOOZE HUISEIGENAAR
Iemand, wonende aan den Ridder van Cats-
weg te Gouda, had van de huurcommissie
huurverlenging verkregen tegen den zin van
den huiseigenaar. Deze, verontwaardigd over
de uitspraak der huurcommissie, heeft een
nieuw middel bedacht om den huurder te pla-
gen. Hij nam een emmer met teer en be-
smeerde daarmee de raamkozijnen, brievenbus
en naambordje van den geplaagden huurder.
De woning heeft veel bekijks.
De politie, tot wie de heer F. zich wendde,
kon niets anders doen dan hem raden een ci-
viel-rechtelijke actie tegen den huis-eigenaar
in te stellen.
PAPIERPRIJZEN.
De Fransche dagbladen gaan hun prijs ver-
hoogen vanwege de duurte van het papier. De
socialistische Humanite wil, dat de regeering
bij besluit een minimum prijs zal vaststellen.
berekend naar de werkelijke kosten. Anders
zullen, zoo beweert de Humanite, de groote
bladen met verborgen hulpbronnen al te ge-
makkelijk, door hun prijzen beneden den kost-
prijs te houden „aan de onafhankelijke" bla
den een oneerlijke concurentie aan kunnen doen
Om de pers niet in de verleiding te brengen
onzuivere geldsubsidies aan te nemen van of-
ficieele zijde en van financieele en industrieele
ondememingen of kwade praktijken te betrach-
ten om aan geld te komen, moet de staat den
prijs van de kranten verhoog-en en op een naar
verhouding gelijk tarief brengen.
De noodzakelijkheid van bescherming tegen
verleidingen wordt een veel gebruikt, zij het
ook niet zeer verheffend argument in Frank-
rijk.
Het hoofdargument, dat door de parlements-
leden zelf gebruikt werd om de verhooging
van hun schadeloosstelling te rechtvaardigen,
was ook het betoog, dat de parlementsleden
door een hoogere schadeloosstelling beschermd
moesten worden tegen omkooping. Beneden
een zekere som waren ze dus niet zoo heel
zeker van hun deugdzaamheid.
De Homme Libre heeft een bittere grap op
de duurte van het papier en den slechten stand
van den Franschen wisselkoers. Men ziet op
een plaatje een dagblad-directeur met de han-
den in de haren over den steeds stijgenden
prijs van het papier. Iemand geeft hem dezen
raad:
Laat je krant op' papier-geld drukken,
dat keldert naar beneden.
TER NEUZEN, 2 April 1920.
HET MONUMENT VOOR WIJLEN G. A.
VORSTERMAN VAN OYEN.
Naar aan de Telegraaf uit Apeldoom wordt
gemeld -is aan den heer P. Puijpe, beeldhou-
wer aldaar opgedragen de vervaardiging van
het monument van wijlen den heer G. A.
Vorstermn van Oyen, den op 13 October 1915
te Aardenburg overleden secretaris van de
Z. L. M.
Het monument, da.t een hoogte heeft van
4 M. en een voetbreedte van 2 M., zal volgens
hetzelfde bericht geplaatst worden op het plein
voor het gemeentehuis te Aardenburg.
ZAAMSLAG.
Woensdagnamiddag j.l. werd de 75jarige
vrouw van den rustend landbouwer W. d.
Klerk op den Ter Neuzenschen weg en binnen
de kom van het dorp door een stoomfiets om-
ver gereden. Haar kleeren en een boodschap-
mand die zij bij haar droeg werden erg be-
schadigd, terwijl een harer armen bij de pols
bleek gebroken te zijn. De fietsrijder vermoe-
delijk wonende te Kloosterzande had een niet
a) te vlugge vaart en had aan het ongeval,
volgens ooggetuigen weinig sehuld.
SAS VAN GENT.
Raadsoverzicht.
Wanneer onze vroede vaderen ter groene
tafel worden uitgenoodigd is er in den regel een
heel wat langer menu te veror'oeren dan dat
bij gelegenheid van de verkiezing van de Ea
rner van Koophandel werd opgediend.
Ik meen zelfs, dat de spijskaart van ver-
leden Dinsdag 15 verschillende gangen telde)
doch daar er verschillende entremets" op
prijken, zal ik mij slechts bepalen tot het ver-
melden der hoofdschotels.
Gedachtig aan het slagwoord van Horatius
„Gustibus non disputandum" „Over den smaak
valt niet te twisten", neem ik mij voor de
noodige objectiviteit te betrachten en derhalve
slechts te vermelden wat de Geest van Mani-
toe, den Oorlogsraad van Zessen inblies.
Hun bleeke Broeder luisterde.
Naar aanleiding van een missive van Gede-
puteerde Staten werd de vergoeding voor het
geven van vakonderwijs aan meisjes vastge-
steld op f 1,50 per wek. lesuur voor de ge-
diplomeerde en 1 voor de niet-gediplomeerde
vakonderwijzeres. De pensioengrondslag der
Iaatste werd vastgesteld op 156.
Den Burgemeester werd voor 1920 een duur-
tetoeslag toegekend van f 150. De heer Van
Hecke meende, dat dit bedrag minstens f 300
moest wezen.
De heer Warrens steunt.
Gedeputeerde Staten hebben de begrooting
over 1920 teruggestuurd met begeleidend
schrijven, dat zij het wenschelijk achten daar-
op gelden uittetrekken voor de aanstelling van
een tweeden veldwachter. Maar de heeren
Marquinie, Gijsberts en Neeteson doen een
paar stevige trekken aan de kalumet en Ma-
nitoe spreekt door hun mond, dat zij van Ge-
deputeerden verwachten de gronden te hooren,
waarop deze wenschelijkheid steunt.
De heer Marquinie wil zelfs een Commissie
naar Middelburg zenden om Gedeputeerde Sta
ten van de niet-wenschelijkheid te overtuigen.
Dit zal evenwel later gesqhieden als het ant
woord van Gedeputeerde Sfaten is ingekomen.
De centenkwestie vormt een nieuw gerecht.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
een crediet op te nemen van f 5000 a 6 om
in het noodige kasgeld te voorzien.
De zes Groote Opperhoofden knikken goed-
keurend, overtuigd als zij zijn dat
„Wo du nicht bist, Herr Organist
Da schweigen alle Floten."
Dit is, zonder meel kun je geen spekpanne-
koek bakken.
Na nog eenige schotels van minderen rang,
overschrijvingen van dit bedrag op de rekening
van zus of zoo, waarin en raadsleden en pu-
bliek toch maar heel weinig belang stellen om-
dat het in den regel bloote formaliteiten zijn
van administratieven aard, waarover slechts
weinig gezegd, nooit iets gevragd wordt, krij-
gen we weer een vleeschschotelH. O.
In deze beide hoofdletters ligt verbazend
veel „zins". Je kunt er Haver Oats uit lezen,
maar met eenigen goeden wil maak je er met
evenveel gemak „De Hooge Oomes Hebben
't Over den Hoofdelijken Omslag" van.
De heer Van Hecke dan, die de eer had
dezen schotel te mogen opdragen, deed een
voorstel om bfj het bepalen van den aanslag
in mindering te brengen een bedrag van 800
gulden voor gehuwden benevens voor resp. 1
2, 3 en meer kinderen een bedrag van 50,
f 75, f 100, f 125 enz.
Inwonende ouders, die door hun kinderen
onderhouden werden, wilde liij ook als kinderen
beschouwd zien. De heer Warrens steunt weer.
De heer Neeteson, die misschien bij het zien
der beide characterteekens H. O. zich voor-
stelde daaruit te kunnen lezen: Heeren
Ouderlingen, 't Heet Oppass.cn met dien Hoof-
lijken Omslag want 'tis wis^pn zeker geen
bord Haver Oats, meende tot voorzichtigheid
te moeten aanmanen, want 't effect kon wel
eens 't tegenovergestelde zijn, dan dat wat de
voorsteller meende te bereiken n.l. verlichting
van den belastingdruk voor arbeiders met
groote gezinnen, doch de heer Gijsberts maak-
te gebruik van deze goede gelegenheid om het
voorstel eenigszins gewjjzigd ter tafel te
brengen n.l. voor te stellen als bedrag voor
noodzakelijk levensonderhoud af te trekken
f 700 voor gehuwden 600 voor ongehuwden
en 100 vobr ieder kind, hetgeen werd aan-
genomen.
Het eigenlijke menu, verwerkt zijnde, was
thans de beurt aan 't dessert en eigenaardig
genoeg bestond het desert weer uit een vol-
ledig menu. Hoe riimt zich dat te saam?
Wel: de heer Gijsberts \yilde het nog eens
hebben over het kostelijk menu, dat hij met
den Voorzitter en confrater Van Hecke bij
gelegenheid van de verkiezing van een lid
voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken
genuttigd had.
De heer Giisb. cts ok van oordeel, dat
zoo'n dinertje vrij wat minder kon. Hij had
„filee" gegeten en nog twee andere soorten
vleesch, hij wist niet eens wat „filee" was
(nu zal hij 't toch wel weten!) en had bij
't verorberen van dien Lucullusmaaltijd bij zich
zelven gezegd: „Als dat nu eens een arbeider
zag, die 's middags zijn sober maal op tafel
ziet!"
(Wordt vervolgd.)
BRESKENS.
Door den gemeenteraad alhier werd Maan-
dag met 5 tegen 2 stemroen besloten aan de
Z. VI. Trmw. Mij. een subsidie te geven van
400 gedurende tien jaar, nadat met 4 tegen
3 stemmen verworpen was het voorstel van den
voorzitter om overeenkomstig het verzoek der
maatschappij f 650 gedurende 20 jaar te geven.
GEMEENTERAAD VAN AXEL.
Vergadering van Dinsdag 9 Maart 1920,
des voormiddags 10 uur.
Voorzitter de heer L. J. den Hollander, Bur
gemeester.
Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, C. T.
van de Bilt, A. E. C. Kruij'sse, Ph. J. van
Dixhoorn, J. de Kraker, J. Weijns, J. Dekker,
J. M. Baert, F. Dieleman, J. de Feijter, M.
W. Koster, benevens de Secretaris.
(V e r v o 1 g).
2. Aanbieding beredeneerd verslag, inge-
volge artikel 52 der Woningwet,
Door Burgemeester en Wethouders wordt
ingevolge artikel 52 der Woningwet den raad
aangeboden het beredeneerd verslag, van het
geen gedurende 1919 in deze gemeente is ver-
richt ten opzichte der volkshuisvesting.
Daaruit blijkt, dat 4 aanschrijvingen werden
gericht; de bewoning werd niet gestaakt.
Aangenomen voor kennisgeving.
3. Wijzigen gemeentebegrooting voor 1919.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de begrooting voor 1919 te wijzigen als volgt:
onder de inkomsten te verhoogen de pos-
ten: „bijdrage van het rijk, krachtens art. 48
der wet tot regeling- van het lager onderwijs"
f 5745, ,,bijdrage van het rijk in de kosten van
de arbeidsbemiddeling" 35, samen 5780;
onder de uitgaven te verhoogen de volgende
posten: „onderhoud, schoonhouden, meubilee-
ren en brandwaarborg van het gemeentehuis"
f 200 „licht en brandstoffen" 25, „schrijf-
en andere kantoorbehoeften" 20, „drukwerk,
aankoop van gedrukte stukken en boeken,
bindwerk" f 750, „adverteeren, aanplakken of
op andere wijze bekendmaken van de aan-
kondigingen van het bestuur" 70, ,,kiezers-
lijsten, uitoefenen der kiesverrichtingen, kos
ten der stembureaux" f 60, ,,bevolkingsregis-
ter en nummering der huizen" 20, „jaar-
wedden van beambten straatverlichting' 80,
„kosten der straatverlichting" 460, „ont-
smetting, verpleging van lijders aan besmet-
telijk ziekten, verdere kosten voortvloeiende
uit de ziektenwet" 5, „reinigingsdienst" f 60,
„kosten van het nemen van noodzakeljjke po-
litiemaatregelen" f 60,25, ..onderhoud van rio-
len, slooten, putten, waterleidingen, pompen
enz." f 460, .onderhoud van begraafplaats en
lijkenhuis" f 5, „jaarwedden der onderwijzers,
pensioensbijdragen" f 2209,88%, „herhalings-
onderwijs" 39, „aanschaffen en onderhou
den van schoolboeken, leermiddelen en school-
behoeften" f 75, „verlichting, verwarming en
schoonhouden der lokalen" 225, „commissie
tot wering van schoolverzuim" f 30, „subsidie
aan dp avondvakteekenschool" f 150, „pre-
mien voor en andere kosten van markten"
f 60, „jaarwedde van den correspondent voor
de arbeidsbemiddeling" f 87,50, „bedrag (der
onvoorziene uitgaven) waarover alleen met
goedkeuring van Gedeputeerde Staten kan
worden beschikt" 250, idem dat zonder-
machtiging van Gedeputeerde Staten kan
worden gebruikt" f 413,61%, totaal 5780.
Het voorstel wordt aangenomen met alge-
meene stemmen.
4. oorstel tot het aangaan eener geld-
leening van f 1700 voor eene automa-
tische lantaarnontsteking.
De Voorzitter stelt namens Burgemeester
en Wethouders voor, voor bestrijding der kos
ten van het aanschaffen der automatische
lantaarnontsteking eene geldleening aan te
gaan ten bedrage van f 1700 tegen eene rente
van hoogstens 5% af te lossen in 10 jaar.
De heet; Koster*Kunnen die gelden niet ge-
vonden worden uit de geldmiddelen der fa-
briek? Dan zou het niet noodig zijn eene geld
leening aan te gaan.
De Voorzitter: Dat is niet te verwachten;
de rekening van het vorig jaar sluit weer met
een tekort en de kolen worden weer duurder,
terwijl de loonen van het personeel zijn ver-
hoiogd en het personeel is uitgebreid. We zou
den de leening ook op korter termijn kunnen
aflossen.
De heer Koster: In vijf jaar dan.
De heer Oggel: Er is toch geen bezwaar
om de leening in 10 jaar af te lossen, want de
automatische ontsteking zal toch wel 10 jaar
duren? Dan is daar heelemaal geen bezwaar
tegen.
De Voorzitter: Het is een goed standpunt,
dat ook door Gedeputeerde Staten gehuldigd
wordt, dat wanneer een leening wordt gesloten
voor een of ander, dat aan slijtage onderhe-
vig is, de leening moet afgelost zijn, tegen
den tijd, dat het oude door nieuw moet worden
vervangen. Eene leening voor ovens voor de
gasfabriek moest op 3 jaar worden afgelost.
De automatische ontsteking zal zeker wel 10
jaren duren.
De heer Oggel: Ja, als er niet meer haast
gemaakt wordt met het aanleggen, zal zij
misschien wel 30 jaar kunnen duren.
De heer Kruijsse: Ik hoorde, dat die al 2
maanden aan de fabriek ligt, waarom wordt
die toch niet aangebracht?
De Voorzitter bevestigt, dat de automatische
ontsteking een. kleine 2 maanden aan de fa
briek ligt, en den directeur is persoonlijk
reeds verzocht, met het aanbrengen voortgang
te maken. Hij zal daarvoor echter hulp noo
dig hebben en kan die nu voor het oogenblik
niet krijgen.
De heer Koster: Hij moet wachten, tot er
een fitter is benoemd.
De Voorzitter geeft ook toe, dat de vacature
van fitter oorzaak is van de vertraging; er is
een fitter geweest, voor een maand op proef,
maar die voldeed niet. Het installeeren zou ook
- kunnen geschieden met iemand van de fabriek
die het toestel leverde, maar het is nu, met de
toestanden in Duitschland niet gemakkelijk
daar nu iemand van. daan te krijgen. Spreker
zal gaarne zien, dat het spoedig in orde komt,
want het toestel is niet gekocht, om het on-
gebruikt te laten liggen.
De heer Dieleman: Ik meen, mijnheer de
Voorzitter, dat we het niet hebben over den
automaat, maar over de vraag of de geldlee
ning in 5 of in 10 jaar zullen aflossen.
De Voorzitter stemt dit toe! hij herhaalt,
dat het een goede financiering is, als men
een geldleening laat loopen over een tijd die
het -daarvoor gekochte zal duren. Er is geen
enkele reden om het tegenwoordig geslacht
meer dan noodig is te belasten voor een in-
riehting, waar zij die na ons komen ook nog
genot van zullen hebben. Hij acht, het overi-
gens niet noodig daarover eene professorale
beschouwing te houden, daar het zoo'n kleirt
bedrag geldt.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders om de geldleening te sluiten, af te lossen
in 10 jaar, wordt aangenomen met 7 tegen
4 stemmen.
Voor sternm^n de heeren Oggel, Van de
Bilt, Kruijssf," De Feijter, Van Dixhoorn,
Weijns en De Kraker; tegen stemmen de hee
ren Dekker, Dieleman, Koster en Baart.
De heer Kruijsse zou nu nog in overweging
willen geven, dat den directeur wordt verzocht,
om, hoe dan ook, de automatische ontsteking
ten spoedigste aan te brengen. Deze mag
zich, naar hij meent, niet op het ontbreken van
een fitter beroepen. De directeur en de fitter
weten, dat ze hunne betrekking drie maanden
te voren moeten opzeggen, maar toen Van
Duren elders benoemd werd, was de eene week
benoemd en de andere al vertrokken.
De Voorzitter: Wij wilden het op minstens
14 dagen houden, maar de directeur en de
fitter gaven te kennen, dat het best me^ 8
dagen kon.
De heer Van Dixhoorn: Het spijt mij, dat
den leverancier niet is opgedragen de inrich-
ting- aan te brengen.
De Vborzitter: Dat kon niet, met het oog
op de moeilijkheid om uit Duitschland te
komen.
De heer Oggel: De directeur had gezegd,
dat hij het kon doen en nu schijnt dit niet het
geval te zijn. Met het weggaan van Van
Duren is het evenzoo, wij wilden hem langer
houden, maar de directeur gaf te kennen, dat
hij zonder bezwaar kon gaan. Had hij toen
gezegd, de ontsteking niet te kunnen aan
brengen zonder hulp van een fitter, dan was
het natuurlijk niet gebeurd.
De Voorzitter: Het spreekt van zelf, als
de directeur zegt dat het kan, gaat het voor
ons moeilijk om te zeggen: we geven het niet.
De heer Van Dixhoorn: Maar Burgemees
ter en Wethouders staan toch boy en den di
recteur
De heer Van de Bilt: Volkomen juist, maar
wij weten toch niet wat er in het bedrijf noo
dig is; als de directeur advies geeft, kunnen
wij als gewoon mensch daar toch niet tegen
in handelen?
De heer Kruijsse: Maar als de directeur toen
gezegd heeft, dat hij den fitter kon missen,
gaat het niet aan, dat hij zich nu op de be-
staande vacature beroept, om de automatiscne
ontsteking niet aan te brengen.
De heer Oggel: Ik begrijp de zaak niet
goed; het toestel was er en dit was den direc
teur bekend; hij wist ook, dat wij er haast
mee wilden maken om het in gebruikgenomen
te zien. Ik begrijp niet, dat de directeur nu
ook niet meer haast maakt, aangezien het
toch op zijn eigen voorstel is, dat het is aan-
geschaft. Als hij het alleen niet kan, dan moet
hij hulp vragen.
De heer Koster: Zouden we niet een ter
mijn kunnen stellen?
De heer Oggel:- Een maand bijvoorbeeld.
De heer Kruijsse: Als men een termijn gaat
stellen, moet men ook strafbepalingen stellen
indien er geen gevolg aan gegeven wordt.
De Voorzitter: We zouden den directeur
kunnen opdragen, ten spoedigste tot het in
orde brengen van de automatische ontsteking
over te gaan, dan kan de raad ten slotte be-
oordeelen of het nog te lang duurt.
De heer Van Dixhoorn: Wat men voorstelt
hier uit te spreken, zou al wat op een motie
van wantrouwen tegen den directeur gaan ge-
lijken en zoover is het toch nog niet. Als hij
de wenschen van den raad vemeemt, zal hij
er wel toe overgaan, om het toestel aan te
brengen. Ik kan mij daarom vereenigen met
het voorstel van den Voorzitter om hem aan
te schrijven .,xen spoedigste" tot den aanleg
over te gaan.
De heer Oggel: Je kent hem nog niet!
Met algemeene stemmen wordt overeen
komstig het voorstel van den Voorzitter be
sloten.
5. Voorstel tot het aangaan eener geld
leening voor kasgeld ad f 20.000 voor
de gasfabriek.
De Voorzitter stelt namens Burgemeester
en Wethouders voor ten behoeve der gasfa
briek over te gaan tot het sluiten eener geld
leening van ten hoogste ,f 20.000 tegen eene
rente van ten hoogste
Als toelichting deelt hij mede, dat tegen
woordig dikwijls groote bedragdn noodig zijn
voor kolen. Als het geld niet noodig is, wordt
het niet opgenomen.
Het voorstel wordt aangenomen mpt alge
meene stemmen.
6. Voorstel om de kosten der straatver
lichting in verband met den geldenden
gasprijs te bepalen op 4200.
De Voorzitter deelt mede, dat de kosten der
straatverlichting in verband met kosten van
het gas en de branduren te laag zijn gesteld,
waarom Burgemeester en Wethouders voor-
stellen die te stellen op 4200. Het blijft ten
slotte wel gelijk, daar de gemeente dien hoo-
geren prijs moet betalen, maar de zaak wordt
er zuiverder door gesteld.
De heer De Kraker kan zich met dit voor
stel goed vereenigen; er is nu meermalen ge
zegd, dat de rekening van de gasfabriek met
een tekort sluit, maar hij is overtuigd, dat,
als de gemeente voor de straatverlichting den
kostenden prijs betaald had, dit niet het geval
zou geweest zijn.
De Voorzitter meent ook, dat er dan een
mooie winst zou geweest zijn; in elk geval
zouden de rijfers een beeld hebben gegeven
van den werkelijken toestand van het bedrijf.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
7. Wijziging van art. 4 der verordening
overeenkomstig art. 114bis der gemeen-
tewet (gasliedrijf).
De Voorzitter stelt namens Burgemeester
en Wethouders voor, artikel 4 der verordening
tot regeling der instructie voor den boekhouder
der gasfabriek te wijzigen. Het komt ieder
jaar voor, dat er nog in de maanden Maart
en April rekeningen inkomen ten laste van
de gasfabriek. Daardaor is het niet mogelijk,
dat de boekhouder voldoen kan aan de be-
paling in art. 4 der instructie, om vo6r 1
Maart de rekening van het bedrijf in te zen
den. Burgemeester en Wethouders stellen
daarom voor te bepalen „voor 1 Juni", dan is
het tot 30 Juni, het tijdstip dat de gemeente-
rekening moet worden afgesloten nog I maand
tijd.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
8 Verzoek van G. Gilijamse, om al'wijking
van art. 12 der bouwverordening.
Ingekomen is een adres van G. Gilijamse.
die daarin te kennen geeft, dat het hem te-
leurgesteld heeft, het besluit van Burgemees
ter en Wethouders om afwijzend te beschikken
over zijn verzoek om een verbouwing te mogen
doen aan zijn perceel;
dat het hem onmogelijk is, andere bouw-
plannen te maken, om reden het perceel tus
schen rijksgebouwen ligt en alzoo de kans uit-
gesloten is, om grooter open terrein te houden;
dat de reden der verbouwing is, om te trach
ten zijn bedrijf te verbeteren, door eene groo-
tere bovenzaal te verkrijgen.
redenen waarom hij beleefd verzoekt, hem
dispensatie te verleenen van art. 12 der ge-
meentelijke bouwverordening.
De Voorzitter deelt mede, dat volgens de
bouwverordening een derde der oppervlakte
van het perceel open ruimte moet blijven, doch
aan die bepaling voldoet adressant niet, daar
hij nauwelijks een achtste zal overhouden.
Burgemeester en Wethouders konden geen
toestemming geven, en hebben hem daarom
naar den raad verwezen, die de afwijking wel
kan toestaan.
De heer Kruijsse: Kan de gemeenteraad
hierover wel beslissen zonder advies van de
Gezondheidscommissie
De Voorzitter: Die vraag is wel overwogen,
doch het is niet noodig geacht. In de oude
verordening was zulks voorgeschreven, doch in
de laatst vastgestelde is die bepaling ge-
schrapt.
De heer Kruijsse: Ik geloof niet, dat de
verordening daaromtrent iets behoeft te be
palen, maar dat dit in artikel 6 der Gezond-
heidswet is omschreven, daar het hier een
punt van de vo'kshuisvesting raakt.
Overigens ben ik van meening, dat ook
Burgemeester en Wethouders hier in dit geval
afwijking kunnen toestaan, op grond van art.
46 der verordening, die hen machtigt afwijking
toe te staan van de bepalingen omschreven in
de artikels 4 tot en met 45.
De Voorzitter deelt die opvatting niet, daar
dan het eene artikel in strijd is met het andere.
Wat de bemerking van den heer Kruijsse
betreft, over het advies van de Gezondheids
commissie, op grond van de Woningwet, dan
zou men, consequent doorgaande, voor iedere
bouwvergunning een advies aan die commissie
moeten vragen.
De heer Kruijsse: Ik besehouw het ook
meer als een kwestie van vorm, en nu is het
de vraag, of hier thans een wettig besluit ge-
nomen kan worden, want, is dat niet het ge
val dan heeft de belanghebbende er ook niets
aan, daar hij of zijne rechtverkrijgenden zich
dan daarop niet kunnen beroepen.
De Voorzitter stemt toe, dat het in verband
met de bestemming van het gebouw wel een
kwesie is voor de Gezondheidscommissie, om
er advies over te geven.
De heer Van Dixhoorn: Moet dan van dat
advies onze stem afhangen?
De Voorzitter: De raadsleden kunnen stem-
men zcoals zij zelf het beste achten. Men kan
over deze zaak verschillend oordeelen. Er
worden daar op de achterplaats urinoirs ge
maakt en des zomers kan dat veel stank ver-
wekken; de een zal het een vuile boel vinden,
terwijl weer een ander het zoo erg niet acht.
Het was wel goed, dat de Gezondheidscom
missie hierover advies gaf.
De heer Kruijsse: Ik herhaal, het is mij maar
om de formaliteit te doen, daar het te nemen
raadsbesluit anders vemietigd zoude kunnen
worden. De raad kan van het advies der com
missie afwijken, maar zij moet naar zijne mee
ning gehoard worden. Hij heeft echter liever
een wettig besluit, tenzij de verzoeker de risico
van vernietiging van het raadsbesluit zelf wil
dragen
De Voorzitter: Als dat moet is er al dikwijls
tegen gezondigd, dan zou dat verzoek betref
fende het aanbrengen van luiken ook wel om
advies naar de Gezondheidscommissie moeten
worden gezonden.
De heer Kruijsse: Neen, want dat is een
politiemaatregel.
De Voorzitter stelt voor, het verzoek eerst
te zenden aan de Gezondheidscommissie om
advies.
De heer Oggel: Dat zal maar lastig zijn voor
Gilijamse, want dan kan hij niet beginnen.
Het voorstel van den Voorzitter wordt aan
genomen met algemeene stemmen.
9. Wijziging begrooting burgerlijk arm-
bestuur, over 1919.
Burgemeester en Wethouders stellen over
eenkomstig het verzoek van het Burgerlijk
Armbestuur voor, in de begrooting van dat
college voor 1919, af te schrijven:
van ,,bedeeling in brandstoffen" 30,78,
„bedeeling in kleedmg" 137,24, .bestedings-
kosten" 321,75, ,',bijdragen aan kerke'ijken
instellingen van weldadigheid" 123,50, kos
ten van geneeskundigen bijstand" 93, „me-
dicijnen" f 50, „begrafeniskosten" f 50, „on-
voor^iene uitgaven" 157,61, samen 963,88.
over te schrijven op „bedeeling in geld"
f 360, „kosten van het houden van vergade-
ringen" f 3,88, samen f 963,88.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
10. Verzoek van P. J. Scheele om voor zijn
winkelraam in de Nieuwstraat een raam
te mogen plaatsen.
De Voorziter stelt namens Burgemeester en
Wethouders voor het verzoek in te willigen,
onder voorwaarde, dat het niet over de stoep
heensteekt. De gewone bepaling handhaven,
dat het scherm 2 meters boven de straat moet
worden aangebracht zal hier niet gaan, daar
belanghebbende dan, omdat het maar een smal
scherm kan zijn, er voor zijn winkel geen nut
van hebben kan.
De heer Van Dixhoorn meent, dat het wel
zou kunnen, indien hij meerdere schermen on
der elkaar aanbrengt. Het is jammer, dat het,
waar hij het over zijn eigen stoep maakt, niet
zonder vergunning kan.
De heer Oggel: Men moet daarvoor altijd
vergunning hebben.
De heer Van Dixhoorn: Maar als men het
toch maakt over zijn eigendom
De heer Van de Bilt: Als hij het twee meters
moet maken, is hij er niet mede geholpen.
De Voorzitter: We kunnen toch geen toe
stemming geven, om het over het trottoir te
laten komen. We zullen die twee meters hoogte
laten vervallen, maar bepalen, dat het scherm,
uitstaande, niet over het trottoir mag steken.
De heer Oggel: Ik geloof wel, dat adressant
rekening zal houden met de hier uitgesproken
wenschen.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
(Zie verder het Eerste Blad).