ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6935.
Donderdag 1 Januari 1920.
60e Jaargang.
advertentiEn
ABONNEMENT:
Telefoon 25.
Bit Blad yerschjjnt Maandag", Woeasdag- sn YrUdagavond, nitgezonderd p Feestdagei, bij de Firma P. J. VAN DE SARDE te Ter Henzen.
Per 3 maanden binnen de stad 1.20. Franco per post voor Nederland/ 1.40.
Stj vooruitbetaling: voor Belgie en Ned.-Indie /1.80, overig Buitenland 2.
(ipor Nederland: Per jaar bij vooruitbetaling f 5,
ien abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Bbekhandelaren, Postkantoren en Hulppostkantoren.
Van 1 tot 4 regels O.^O. Voor elken regel meer 9.1
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwdfe
op aanvraag verkrijgbaar is.
Inzending van advertentien vodr 1 uur op den dag der uitgave.
Nog .maa-i enkele uren en het Oude jfar
gaat van on%heen,-voor goed; nog een hee<
IWeVn podsje en ookjiet jaar 1919 is in de
eewwighe^d verdj^venen. Die overgang van
•uti m-nieuw, zij dringt ons steeds tot her-
#eliken, tot herinneren,: en tot rusten. Het
is een n\ijlpaal in ons leven en het is een
v»»rreqht, dater in het leven, dat ons steeds
in als het ware sneller tempo voort jaagt,
va* cfie rustpoozen voorkomen, die ons ge-
legerkeid geven den afgelegden weg en de
•watop verkregen uitkomsten te overzien, en
•n krachten te verzamelen, plannen te over-
wegen voor onze verdere levensbaan.
En welke tijd leent zich beter tot die
hertnneringen, tot die rust, dan de laatste
dagen van het jaar, als zelfs-ook de natu"
rust van haar scheppingswerk en ook waclr
den jaarsovergang om aan ontluikend
Hfettw leven het aanzien te geven.
Er schuilt poezie in dien tijd, als de
lange winteravonden er toe dringen, dat i
families in vriendenkringen zich om "de
haard verzamelen. De rechten van het ge
zin doen zich vooral in deze tijden bijzon-
der gelden.
Nog maar enkele dagen is het geleden,
dat het Kerstfeest werd herdacht, het feest
van zoo'n diepen zin voor de Christelijke
voikeren. De Kerstklokken hebben geluid,
het „Stille nacht, Heilige-aiacht" heeft weer
uit duizenden monden geklonken, het „Vrede
•p aarde, in de menschen een welbehagenV
anerwege verkondigd, en we hebben ze bij
die prediking niet kunnen terugdringen, on
ze gedachten aan den oorlog, die meer dan
vter jaren heeft gewoed, die nu bijna ae
gebeete wereld als in een puinhoop her-
sthapen, die de gansche wereld ontwricht
heeft. „ln de menschen een welbehagen!"
En er heerscht groote beroering onder dk
voikeren, terwijl als gevolg van den oorlog
en de daarop gevolgde beroeringen te mid
den van ons beschaafd werelddeel een stad
van twee millioen menschen den hongerdood
tegemoet gaat! Bemoedigend is het, dat,
wtaar menschen zulke wonden hebben ge
stagen, er ook weer milddadige harten, tot
steun bereide voikeren zelfs gevonden wor
den, die zich inspannen om, wat zoo wreed
vernield werd en met ondergang bedreigd,
te hersteiien of voor algeheele vernietiging
te behoeden.
De Oudejaarsavond vooral is voor ons
een tijd voor herdenking. Het brengt in ons
tewecg een mildere stemming, die in den
dageVjkschen strijd der belangen zoo ern
stig gevaar ioopt; het is het wachtwoord
van de rechten van het gezin; het is de
herinnering aan al wat goeds in een jaar-
kring is bewezen; het is de klank, die rouw
wekt over verkeerde daden en krachtig
fetngt tot beter leven. Al de armen en
hoofden, die hebben gezwoegd en gepeinsd,
een heel jaar lang, vaak zonder verpoozen,
zij komen tot lust, weldadige rust, die
dc betere neigingen van den mensch hunne
rechten doet hernemen. Geen avond komt
er weer in het gansche jaar, z66 rijk aan
verteedering des harten, aan stillen terug-
keer in de binnenkameren des gemoeds.
Oudejaarsavond het is de avond,
waarop onze dooden worden herdacht,
waarop het behoud van de dierbaren, die
ng ojp ons heen zijn, meer dan anders
wordt gewaardeerd. Maar zelden laat de
naalstroom des levens tijd aan de ouderen
•sit zien weer voor den geest te brengen
*te plectitige uren vdor het scheiden van het
jaar, waarin rondom vader en moeder de
verstrooide leden van het gezin waren ge-
sshaard, waarin de kinderen iets voelden
van de oneindige liefde, die het ouderen-
hart bezielt en van de grenzelooze op-
offering, die de natuur aan een moeder
heeft geschonken om haar kind.groot te
kurmen brengen, waarin ouders dankbaar
bSkten op de panden hunner liefde en tra-
nes stortten over het geluk, dat de avond
Hons levens werd opgefleurd door de groot
Iptworden kleinen, wier schreden zij met
ataoveel zorg hebben bewaakt en voor wien
ar$ zooveel angst hebben doorstaan. Op
fen Oudejaarsavond dringt zich dat alles
met onweerstaanbare kracht aan ons op en
fe kinderen van voorheen, die de aandoe-
nlng der ouders niet konden begrSjpen,
■roeten nu zelf moeite doen om het tranen-
Itoers, dat hunne blikken benevelt, te ver-
hergen.
Oudejaarsavond hoevelen staren ook
nu weder op eene ledige plaats aan den
BaarcL Niet aileen zijn ouden van dagen
•pgeroepen uit hun kring, naar de plaats
van waar niemand wederkeert, ook vele
mannen in de kracht van hun leven, en
jbngelieden zijn op de zeegn, in de uit-
oefening van hun vreedzaam bedrijf, nog
veizonken als slachtoffers van de over-
hhjfselen van den rampzalfrren krijg, die
fear nog verraderlijk rondwaren als hel
pers van de altijd zwaaiende zeis, die
zonder aanzieh des persoons haar offers
neervelt.
Oudejaarsavond hoe zal die herdacht
worden in meerdere hutten aan.het strand
der Noordzee waar men zonen, mannen
en vaders zag uittrekken, de stormen trot-
seerende, om aan den dood slachtoffers te
ontrukken, terwijl die manmoedige redders
zelf het slachtoffar werden van hunne
merischlievende pogingen. Wat droef her-
denken voor de ouders, dicj hunne kinderen,
waarop ze hun hoop hadden gevestigd, op
die wijze moeten missen, maar vooral ook
voor die vrouwen die hunne en der kinderen
verzorgers moeten missen.
Maar ook in den donkersten nacht gloort
een ster, en zoo heeft ook voor deze be-
proefden het medegevoel nimmer gefaald,
om troostend op te treden en door mild-
dadigheid de geslagen wonden te heelen.
Dit doet de ster der hoop ontluiken en
moet ook de meest beproefden opheffen,
om het harde lot te dragen en het "hoofd
op te heffen, om de toekomst tegemoet te
gaan, hoe donker de weg ook moge
schijnen.
Gelukkig zij, die de kracht in zich voelen
om, hoe moeilijk het levenspad hun ook
moge schijnen, manmoedig voort te gaan
op het hun afgebakende pad, in de ver-
wachting, dat zij eenmaal het doei van hun
wenschen en streven zullen bereiken.
Als altijd zijn er, die met welgevallen
terugzien op het verrichte werk, op het
gelukken hunner ondernemingen, bestierd
door energieken geest, kinderen der for-
tuin, wien alles schijnt mee te loopen. Als
zij aan het eind van het jaar hun rekening
afsluiteui klopt hun hart van vreugde en
trotsch. Doch zie, ook in dit opzicht zijri
er, wier gedachten niet zoo blijmoedig zijn,
die met starren biik voor zich staren, zich
herinnerend, dat, ondanks al hun zwoegen,
hun beste zorgen en inspanning, tegenspoed
hun scheen te blijven vervolgen. Wat zij
ook ondernamen, welke krachtsinspanning
zij ook aanwendden, niets wilde hun geluk
ken en het spook van ondergang grijnst
hen aan. Ook zijn er die zich eveneens aan
den rand van een afgrond zien, bij wien
het zelfverwijt knaagt, en die thans, tot
zichzelf teruggekeerd, moeten erkennen, dat
onbezonnenheid of lichtzinnigheid hen op
een gevaarlijk pad heeft gebracht. Mogen
ook zij niet den moed verliezen, mogen zij
op hun verderen levensweg worden ge-
schraagd, met de gedachte, dat ook voor
hen de zon wel eens zal doorbreken, zoo
zij terugkeeren tot den goeden weg, nu het
weliicht nog tijd is.
Oudejaarsavond het tijdstip, dat de
scheidingsure van het oude genaakt en wij
het nieuwe in het verschiet zien, krijgt door
die verschiliende gedachten een zekere wij-
ding. Keeren wij ook tot ons zelven in,
maken wij ook onze eigen balans op. Be-
antwoorden wij de vragen wat het schei-
dend jaar ons heeft ontnomen, wat het ons
heeft gebracht of wij in onze verschil
iende betrekkingen, in onzen staat van
welvaart, ook in lichamelijke kracht en ge-
zondheid zijn gevorderd of teruggegaan.
Dit zijn hoogst belangrijke overwegingen,
ten voile waard, om een wijie stil te staan.
Hebben de goede gaven, die wij mochten
ontvangen, onze dankbaarheid verhoogd
heeft de ondervonden liefde ons liefde-
rijker gemaakt hebben de genoten voor-
rechten onze begeerte versterkf om voor
minder gezegenden het levenspad een wei-
nig te effenen? Zijn wij door feleurstellingen
er toe gebracht, niet al te zeer op de voort-
during van voorspoed te rekenen en de
verwachtingen niet te hoog te stemmen,
door de geleden en onhersteibare verliezen
gevoerd tot nauwere aaneensluiting aan
wien ons gespaard bleven en opgewekt om
voor hen ons behoud tot iets zeer waardeer-
baars te maken?
Zie, als wij daar zoo bijeen zijn, in kal-
me, ernstige stemming, wachtende op de
laatste klokketonen van het scheidepd jaar,
dan moet toch wel de gedachte rijzen, dat
niet voor elk lid van den kring ieder, die
er opnieuw een plaats inneemt. voor al de
overigen geweest is, wat hij had kunnen
zijn. Er zijn geschillen, die gemakkelijk
weg te nemen waren, zoo men dit van
weerskanten ernstig wilde; er ontstond
verwijdering uit een ondoordacht uitge-
sproken woord, uit een verkeerd opgevatte
uitdrukking, niet zelden ook uit een strijd
van belangen. Elk lid, dat in den fa-
miliekring is gevallen, waarschuwt, dat er
een tijd kan komen, waarin het onherstel"-
bare van tekortkomingen htide spreekt
en deze gedachte moet wel voldoende zijn
om over iedere Oudeiaarsviering een glans
van vergevingsgezindheid te spreiden. Wie
kan met rustig gemoed wenschen uitspre-
ken voor het welzijn van den broeder, als
hii niet ten voile geneigd is om te doen al
wat in zijn vermogen Tigt, om ze in ver-
vullinr" te doen komen!
Doch niet aileen tot den kring van familie-
en vrienden hebben wij ons te bepalen. Ook
de maatschappij, waarvan wij een deel uit-
maken, de gemeente wa.ar.in wij wonen, de
staat waartoe wij behooren, leggen beslag
op ons. Jegens elk van die^drie hebben wij
pfichten te vervullen, zooiuede ten aanzien
van onderscheidene groepjgq, bij welke wij
ons hebben aangesloten vih- vrije keus.
En of nu de invloed, dit ieder van ons
heeft kunnen uitoefenen op gebeurtenissen
en toestanden^ krachtig is^-geweest of go
ring, als slect}ts'het bewustzijn van
frouw volbrachten plichf ons rustig den
overgang der jaren kan'doen tegeniret
treden, dan zal ook die laatste avond, zal
het laatste uur een vrierldelijke gedachte
achterlaten, die bemoedigend werkt op de
toekomst. Laat er in den banddruk, waar-
mede wij elkander naderen. een gevoel van
oprechtheid en van welwillendheid uiting
vinden, moge de teekening, die het laatst-
verloopen jaar in ons levensboek nederlegt,
nog vaak met genoegen, met zelfvoldoening
en met dankbaarheid wordfn opgeslagen.
Als we onze blikken Jatepf verwijlen naar
het wereldtooneel, zien weMaar nog niet
veel bemoedigends, Allerwege heerscht
groote beroering en het fijfct wel, of alles
op een wankelenden bodern tloor het heelal
rondtolt. De langdurige oorlog heeft de ge-
heele wereld ontwricht. De verwachting van
een spoedig herstel, na het Deeindigen van
den strijd, is niet vervutd. De geslagen
wonden zijn te ernstig, te diep. Van een
tijdperk van overvloed, hetwelk we vobr
den oorlog beleefden, bli ken we te zijn
vervallen in een periode v; n schaarschte,
waarvan het eind nog niet -s te voorzien,
daar door velerlei omstandigheden de
productie ook wordt belemmerd.
Ook de algemeene polftiek heeft niet veel
bemoedigends geschonken. Met welke
idealen is de President der Vereenigde
Staten naar Europa gekomen, en wat is
daarvan geworden! Zijn streven was om in
de toekomst een herhaling van zoo'n hei!-
loozen krijg te voorkomen door het stich-
ten van een volkenbond, die langs minne-
lijken weg, in plaats van door wapenge-
weld, eventueele geschillen zoude beslech-
ten. Een edel streven inderdaad. Niemand
kan dat, zou men zeggen, beter waardee-
ren dan het tegenwoordlg geslacht, dat de
gruwelen van den krijg zoo terdeeg heeft
leeren kennen. En zie, wat is daarvan ge-
wojden?
De Vereenigde Staten hebben zich ten
slotte in den strijd geworpen ter vernieti
ging van het militairisme. Dat was de
leuze. De idee van Wilson, den Volkenbond,
hield daarrpede verbarid. Bij de mogend-
heden der Entente, die.aan de tusschen-
komst van de Vereenigde Staten de over-
winning op hun vijand, in wien inen het
militairisme belichaamd zag, hebben te
danken, vond hij ten slotte geen steun en
van de punten, die door hem waren voorop
gesteld voor het sluiten van een vrede,
punten waarop de Duitschers zich door den
loop der omstandigheden gedrongen, heb
ben overgegeven, kwam ten laatste niet veel
terecht.
Wat zal er van den Volkenbond nog te
recht komen? Die poging ievert reeds in
den aanvang bittere teleurstelling. Kan er
sprake zijn van verbroedering. wanneer men
een overwonnen vijand voorwaarden oplegt
waaronder hij zich jaren moet krommen?
Kan het bevorderlijk zijn aan de algemeene
welvaart, wanneer men, bij de algeheele ont-
reddering der wereld, een militair verslagen
millioenen-volk ook op oeconomisch gebied
tracht lam te slaan? Die maatregelen kun
nen niet meewerken om zoo'n volk vreed
zaam te stemmen en er blijkt ook thans
reeds, dat de grijze Fransche staatsman,
die in een hachelijk oogenblik het roer in
handen nam en zijn land van den onder
gang heeft gered, door zijn doel, geheele
vernietiging van den vijand, na te streven,
waarvan men, ondanks de algeheele mili-
taire onttakeling, nu reeds weer de opleving
vreest, zijn land geen dienst heeft bewezen.
In dat streven wordt geen algemeene steun
bij de bondgenooten aan de andere zijde
van den Oceaan gevonden en van daar ko-
nien integendeel berichten, die er op wijzen,
dat men streeft naar het sluiten van een
algeheelen vrede met Duitschland en het
aanknoopen van de pude connecties. En dat
strak houden der teugels door den Fran-
schen staatsman is ook reeds oorzaak, dat
het niet vlot, zooals men dat daar zoude
wenschen, met het ontvangen van financi-
eele hulp uit de Vereenigde Staten, finan-
cieele steun die Frankrijk eveneens hard
noodig heeft om het land weer op dreef te
brengen, terwijl het ook een strop heeft aan
den vroegeren Russischen bondgenoot, toen
deze onder het oude regime stond en zich
daarbij zoo sterk financieel geTnteres-
seerd heeft.,
Zoo heerscht algemeen, zoo bij overwin-
naars als bij de overwonnenen en ook bij de
volken die neutraal bleven, doch eveneens
de gevolgen der wereldontwrichtjpg hebben
ondervonden, groote zorg bij de leidende
staatslieden om de uit den koers geraakte
schepen van staat weer in goed vaarwater
terug te leiden, en deze zorg wordt thans
vermeerderd door de ceconomische behoef-
ten van de gansche bevolking* daar hierin
niet als vdor den oorlog, door den vrijen
handef en de industrie wordt voorzien.
A'oge het nieuwe jaar, dat wij intreden,
de door talloozen zoo vurig gewenschte ver-
betering in den oeconomischen toestand der
voikeren brengen. Deze toch zal het mid-
del bij uitnemendheid zijn, om den gevrees-
den bolsjewistischen stroom, die in het Wes-
ten van ons werelddeel nog steeds hoogtij
viert, tegen te houden.
Ook in ons land werd aan, de staatslie
den de algemeene zorg niet onthouden. En
als we nagaan, welke lasten ons land, dat
buiten den krijg bl£ef, te torschen heeft,
kunnen we <eenigermate beseffen hoe het
moet gesteld ?ijn in de landen, die daarbij
betrokken waren. Daar naar ziende, heb
ben we, ondanks alles, reden tot dankbaar
heid,
Voor heftige beroeringen one r ons Volk,
bleven wij gespaard. De ontwikkeling der
staatsmachine gaat langs regelmatige ba-
nen, zij het, dat de taak der stuurlieden
niet altijd gemakkelijk is, bij het groote
verschil van inzicht in de verschiliende
staatkundige groepen. Wij hebben dit op
het laatst van het jaar kunnen zien, waar
de Ministers van de twee departementen van
defensie, door verschil van inzicht met de
Tweede Kamer, hun ontslag hebben aange-
vraagd. De departementen van oorlog en
marine zijn, bij ons niet militair aangelegd
volk, steeds ondankbare departementen ge
weest en zal het zeker den Minister-presi
dent moeite baren om hiervoor nieuwe be-
stuurslieden te vinden, waar uit het votum
der Tweede Kamer niet blijkt welken weg
men uit wil, althans bij Marine was dit het
freval. waar de Minister viel door de stem-
men van hen, volgens wien hij niet ver ge-
noeg ging, terwijl anderen hem deden val-
len omdat hij, naar hunne meening, te ver
gins?.
Tussehen die twee uitersten zal moeilijk
overeenstemming te krijgen zijn.
Voor groote rampen bleef ons land be-
waard. Helaas ondervond men nog in
vele visschersdorpen. dat de vangst duur
betaald wordt. en vjelen nog meerderen aan
dQjjVerraderliike miinen ten offer, terwiil m
het laatst van het jaar daooere mannen de
woedende zeegn trotseerend om menschen-
levens daaraan te ontrukken, zelf daaraan
ten orooi vielen.
De gezondheidstoestand was over het al
gemeen gunstig en de voorziening van
levensmiddelen verbeterde, evenals die van
brandstof. Wel bleef de algemeene duurte,
het euvel dat zich thans over de geheele
wereld voordoet en waartegen on verschil
iende wijze wordt gestreden, zonder dat de
goede methode daartegen tot hiertoe gevon
den is en welke, naar wij verwachten, eerst-
dan zal ophouden als in verschillend opzicht
het aanbod de vraag weer gaat overtreffen.
Een gevolg van deze omstandigheden was
eene noodzakeliike algemeene stiiging van
loonen, zoo in de openbare betrekkingen als
bij de nartieuliere bedrijven, en zorgzaam
moet men zich wel eens afvragen waarheen
dat alles moet leiden.
Toch treden* we elkaar op den Nieuw-
jaarsmorgen weer met een blij gemoed tege
moet. Hoop doet leven, en we koesteren dan
ook de hoop, dat de donkere wolken zullen
overdrijven. We hopen, dat het onze Vor-
stin en Haar gezin wel moge gaan, dat het
Haar met Hare raadslieden en met de ge-
kozenen des Volks moge blijven gelukken
het schip van Staat in goede banen te lei
den en maatregelen te treffen, die zullen
strekken tot heil van land en volk.
Vooral in het nu scheidende jaar is de
band, die ons Zeeuwsch-Vlamingen bindt
aan Nederland en zijn Vorstenhuis, nauwer
geknoopt, toen de roofzuchtige hand naar
onze vruchtbare streek werd uitgestrekt.
We hebben, ons bedroefd, we hebben ons
verontwaardigd getoond, over de ondank-
baarheid,die uit die pogingen, om ons van
Nederlantl af te s'cheuren, bleek, maar toch
hebben we daaraan ook wat te danken, nl.
het betoon van eensgezindheid en nationali-
teitsgevoel, dat nu zoo ten voile tot uiting
kwam, en het buitenlandsche annexionisme
heeft aan velen, die een werkzaam aandeel
hadden aan de protestbeweging, onvergete-
liike oogenblikken bezorgd, die ze niet gaar-
ne zouden hebb?n gemist, al hadden ze die
liever beleefd naar aanleiding van minder
tot ergernis aanleiding gevende omstandig
heden.
Uit de stemmen, die nu on hef laa+st van
het scheidend jaar uit dat zelfde 7uiden
klonken, snrak een geheel andere toon dan
een jaar te voren, en al schijnen er nog be-
j zwaren te zijn om den inhoud der te Parijs
gesloten overeenkoinsten wereldkundig te
maken, zooveel konden we uit die stemmen
wel afleiden, dat de buitenlandsche an-
nexionisten in geen^ enkel opzicht gunstig
resultaat op hun streven krijgen. Daarvan
gptuigde ook wel de hulde die In de Eerste
Kamer onzen Minister van Buitenlandsche
Zhken, den heer Van Karnebeek, werd ge
bracht na afloop der besloten vergadering
waarin hij mededeeling had gedaan van he
resultaat der ooderhandelingen te Parijs
Omtrent de stad onzer inwoning valt voor
het afgeloopen jaar niet veel te memoreereo.
De nieuwe havenkom voor de zeevaart werd
voltooid. De zeevaart keerde echter nog niet
terug. Behoudens enkele schepen lagen de
kaden nog eenzaam en verlaten. Een ge
lukkig verschijnsel is het, dat de binnen-
vaart meer dan vroeger werk verschaft,
door het alhier overslaan van goederen uit
of in de waggons van de Zeeuwsch-Vlaam-
schectram.
Het eerste resultaat van de voorzieniftg
in den woningnood was het voltooien der
42 arbeiderswoningen van de Woningbouw-
vereeniging, welke tevens haar werk voort-
zette met het aanbouwen van nog 17 wo-
ningen en 2 winkelhuizen, terwijl thans bij
den gemeenteraad een plan is aanhangig
gemaakt voor verderen aanbouw van arbei
derswoningen en oOk van middenstands-
woningen.
Begonnen werd met den bouw der am-
bachtsschool, die een sieraad voor onze ge-
looft te worden en die onlangs met een be-
vredigend aantal leerlingen is geopend.
De vereeniging voor Christelijk onderwijs
ging voort met het uitbreiden van hare in-
richting aan de Jozinastraat, met de bedoe-
ling daarvan te maken eene volledige in-
richting voor lager en meer Uitgebreid la
ger onderwijs.
Van wege de gemeente is men met het
voornemen voor het invoeren van handels-
herhalingsonderwijs thans zoover gevot^
derd, dat de desbetreffende regeling is vast-
gesteld en ter goedkeuring is ingezonden.
Naar reeds in het vooruitzicht gesteld is,
wacht onzen gemeenteraad nog de taak
voor eene algeheele reorganisatie van hel
openbaar onderwijs^ Er bestaat op dat ge
bied zeker behoefte tot vefoetering, in
eerste plaats ten opzichte der lokaliteiten.
Onzen gemeenteraad stipten we aan. Ook
deze kreeg in den loop van dit iaar een ge
heel nieuw aanzien. Vele oude bekenden
zagen we het college verlaten, ook den
laatste vati hen, dien we .daar v66r 26 jaar
bij het aanvaarden onzer taak ontmoetten
Het is nu in dit opzicht ook: ziet, het is
alles nieuw geiworden. De raad is nu van
karakter veranderd. Er klinken daar nt
stemmen uit kringen die vroeger niet ver-
tegenwoordigd waren, stemmen van ver-
tegenwoordigers. die, daarvan zijn wt
overtuigd met den besten wil zijn bezietd
om de algemeene zaak te dienen. Het
spreekt van zelf, tastbare resultaten ziju
van den nieuwen koers nog niet zooveel ft
merken, of het moest zij-n het resultaat, dat
zooals uit onze verslagen bliikt, het aandeei
dat wij in die vergaderingen hebben, Ct
niet lichter op geworden is. Maar ook onze
gemeenteraad heeft er ten slotte rekening
mede te Tiouden wat een Amsterdamsch wet-
houder zeide: als je een gulden wilt tirf-
geven, moet je hem toch eerst hebben. En
evenals in ons narticulier leven, knst ook
Mi een openbaar bestuur alle verbetering
geld. Mocht de algemeene welvaart in onze
havenstad weer terugkeeren, dan zotide dat
ook strekken tot voordeel onzer gemeente-
naren in het algemeen en zou ook onze ge-
meentekas daarvan de vruchten kunnen ge-
nieten, waardoor de offers, die voor ver
schiliende verbeteringen noodig zijn. ook
zouden kunnen worden gebracht.
In verschillend opzicht was het gaande
houden van ons bedrijf in hef afgeloopen
jaar wat gemakkelijker, al moesten wij on-
dervinden. dat ook in dit opzicht de goed-
koope tijden tot het verledene behooren en
de verhoogingen van abonnementsgelden
en advertentien, die wij hadden gehoopt
slechts tiidelijk te moeten invoeren, niet ai
leen zullen moeten worden gehandhaafd,
doch door stijging van loonen en verdere
exoloitatiekosten niet on het tegenwoordlg
peil zullen kunnen blijven.
Aan onzen steeds toenemenden lezers-
kring en ook aan hen die voor hun bedrijt
als anderszins van onze advertentierubriek
gebruik maakten, onzen dank. Bij alien,
lezeressen en lezers, adverfeerders en mede-
werkers, bevelen wij ons weder bij vernieu-
wing aan.
Wij zijn, als dit blad U bereikt, den
nieuwen jaarkring weer ingetreden. Wij
redactie en uitgeefster wenschen U alle
goeds, zoo voor uw persoon en gezin als
in uw bedrijf en in uwe ondernemingen.
Moge 1920 voor U inderdaad ziin
EEN GELUKKIG JAAR!