IPTii'' G.dERgh M M lllllii iiiiniiiirniiiiiiitiiiiiiiiiiiifiiMiiTiiimiiMiinii m Rust T\GEZ»M>FN MKHKOKKLIXU! X. VOED2AAM HEERLUK X VOORDEEL1C5 gen, doordat de subsidie kan worden ingehou- den. De Voorzitter: Dan kan de raad voorwaar- den stellen. De heer Van Dixhoom is in principe voor inwilliging van het verzoek, doch voelt wei wat voor het betoog van den heer Weijns, en meent ook, dat het geld niet nutteloos meet worden gegeven. Is de vereeniging er van ver- zekerd dat ze dan ook voortdurend over een verpleegster zal kunnen beschikken? Het zou wel eens kunnen voorkomen, dat er een kwam, doch maar enkele maanden bleef en dat er dan weer een tijd overheen ging eer men een andere had, zoedat er ten slotte in plaats van 12 maanden, maar 10 of 6 maanden in lie' jaar een verpleegster zoude zijn. Dan werd de .subsidie niet besteed aan het doel waarvoor zij bestemd is en de raad dient daaromtrent toch eenige zekerheid te hebben. De Voorzitter: Er zou kunnen bepaald wor den, dat de subsidie wordt verleend voor een vol jaar, doch vermindert met den tijd, dat geen verpleegster aanwezig is. De heer De Feijter acht dat voor de vereeni ging een bezwaarlijk te accepteeren voorwaar de; dan bestaat er weinig zekerheid omtrent de subsidie. De heer Van de Bilt acht die voorwaardo zoo bezwarend niet, maar wijst er op, dat het een heel goede vereeniging is, die zieh toelegt op de verbetering der ziekenverpleging en dat doel ook wel zal trachten na te steeven. De heer Van Dixhoom wil dat gaame aan- nemen, maar men moet rekenen, dat we hier in Zeeuwsch-Vlaanderen wonen en dat, naar het schijnt, de verpleegsters niet gaame lang hier blijven; hij meent althans dat zich^ dat verschijnsel ook voordoet in het ziekenhuis te Ter Neuzen. De heer De Kraker meent, als penmngmees- ter der vereeniging. te kunnen verklaren, dat het haar emst is, om de zaak zoo goed moge lijk tee te passen; volgens de adviezen van de doktoren is er zeer veel gebrek aan een goede verpleging en van de door de vereeniging aan- gesehafte vorplegingsartikelen wordt ook een druk crebruik gemaakt. Hij zou gaame zien, dat het verzoek werd aangenomen. De heer De Feijter meent, dat men de ver eeniging niet voor de kans moet stellen, dat later de subsidie weer wordt ingetrokkken. want dan is toestand te onzeker. Het zou niet goed ziin, te bepalen dat. als de verpleegster verfrokken is, de vereeniging weer met een nieuw verzoek zou moet en komen alvorens eene andere aan te kunnen stellen. Dan zou de vereeniging telkens met het bezwaar zitten, zal de raad het nog wel doen. De Voorzitter merkt op, dat de subsidie toch telkens. door die op de begrooting te plaatsen, voor een jaar tegelijk toestaat. Indien be- sloten werd die voor meerdere jaren te geven, zou een andere raad dat besluit toch ook weer kunnen intrekken. De heer Oggel wijst er op, dat liet doel der vereeniging niets anders is, dan te zorgen voor ziekenverpleging; men mag verwaehten, dat ze dit zoo goed mogelijk zal trachten te doen. De heer De Kraker: Dat ligt in den aard der zaak. De heer Van Dixhoom wil dat ook toestem- men. maar ze zou kunnen sukkelen met het aansteHen van verpleegsters; er zou kunnen worden bepaald, dat de subsidie over den tijd dat een verpleegster ontbreekt, ten minste als dat 2 of 3 maanden gaat duren, geen subsidie uit te keeren. De heeT De Kraker meent, dat het toch nog zoo erg niet zou zijn dat aan de vereeniging de subsidie werd uitbetaald, ook al was er eens een paar maanden geen verpleegster, want er is toch nog veel tekort, men zou een gebouw moeten hebben, een ijskelder enz. Het geltf zou dan toch nog niet nutteloos be steed ziin. De Voorzitter merkt op, dat het geld toch eigenliik gevraagd wordt voor verpleging. De boor Do Kraker stent dat toe en ver- zekert ook. dat het voomemon is, de zaak in goe/lp rich ting te leiden. Hii heeft plleen maar w'l'er n«rte<\non, dat. er ook ot> ander gebied met hefrekkir.g tot do verpleging nog groote behooft.e hpctaat. tgo^nrliik kp-n dp rondHio ,1 wnrdpn dat de vercenirinc. als dp subsidie voi-teend wer^t. met -n-ijkverr1 egirvg moet beginnen. Tie wordt alsntv met plgemeene stemm en veri epnd Tie keer Van dp Bilt ptolt voor. don r>ost .jmkcl'Bp voer ket "Rnr'rprliik Armbestuur" to vprrkepm-prket f975. Dat bedrag zal dit iaar pplwnf win Hii zou dip gpldpn uu w'kon nf- nemen van het goed slot van 1918, dat in de begrooting voor 1920 is gebraeht. Op die be grooting zou dat bedrag dus met f 975 ver- minderen, wat dan weer moet gevonden worden door verhooging der gemeentesubsidie. Hem is geinformeerddot daarlegen administratief geen bezwaar bestaat en hij Tacht dez° rega ling gemakkelijker. Het vocrstel wordt aangenomen. De heer Roster stelt voor de subsidie ad 75 ten behoeve der paardenmarkt aan de Zeeuw-" sche Lan-dbouwmaaischappij verleend in to trekken en die gelden te voegen bij die voor de veemarkt, om daarmede de uitgeloofde pre- mien te verhoogen. He is reeds voldoende ge- bleken, dat die paardenmarkt geen levensvat- baarheid bezit. De heer Van Dixhoom betoogt, dat noch de gemeente, noch de Zeeuwsche Landbouwmpat- schoppij er schuld aan hebben dat de paarden markt niet bloeit, doch dat zijn de landbouwers en de handelaren, die werken de markt tegen. Liever dan met hun paarden naar de markt te komen en ze daar aan de kooplieden ge- zamenlijk te presenteeren, waar deze tegen el kaar opbieden en aldus den hoogsten prijs be- stod^n, ontvangen ze de kooplieden op een achtermiddag op hunne hofstede om onder het genot van een kopje thee of koffie over het verkoopen van een paard te spreken en ten slotte te verkoopen tegen een prijs die hun niet ti°n maar misschien honderd gulden min der opbrengt dan zij op de markt zouden ont- vone-en hebben. Het spijt spreker geducht, dat dp bepren dat nog maar niet sehiin-n te snap- pen. maar h°t schijnt dat de denkbeelden hier voor pen paardenmarkt nog niet rijp zijn. Als de markt niet anders kan ziin dan ze nu is, voelt spreker er ook niet veel voor. Hij meent ecbter, dat h* niet op den weg der ge meente ligt, om de markt dood te drukken, mpar we] om die te doen opleven. Er is hier ma.teriaal genoeg. Als hij berekent het aantal in deze streek gefokte dieren, kon men alhier mins+ens twpemaal in het jnar een bloeiende markt hebben. Moet het echter den weg op, door den heer Roster voorgesteld. dan zetten we het deksel geheel op den pot, dan is alles weg. Hii voot zich zag liever het bedrag ver- hooed, om op een of andere wiize te beproevem bel on gate! ling voor de markt te wekken. Dp Voorztiter acht hot ook opmerkeliik, dat do handel in paarden op een markt hier geen levpuRiTitbaarheid bliikt te hebben, terwi'il dat in nn<We R+rekcn wel het geval is. Zie naar Westeliik Noord-Brahant, daar heeft men een h'opinndn paardenmarkt te Zevenbergen en ook tp WPlemsted en aan de overzu'de. t,° Numans- dom komen op de paardenmarkt 1200 tot 1300 dieren aan de Hip. Zoo'n markt is voor een plaats van rmoot belang. Tammer dat bet hier niet kan. Als het mogelijk was, zou hij gaame de reden daarvan ©ens opsporen. Zoo lang het biijft ais het nu is, heeft de paardenmarkt geen beteekenis. De heer Van Dixhoorn maakt zich sterk, dat hier tweeniaal per jaar een markt zou te houden zijn met een aanvoer van 500 dieren. Men biijft echter, zooals hij reeds aanstipte, thuis verkoopen, dat houdt den bloei der markt tegen. Dat is jammer, als men bedenkt, dat er streken zijn met een veel minder beteekenende fokkery en bloeiende markten. Het is een ver- keerde gewoonte, op stal te verkoopen, de ver- koopers weten niet, hoe vaak ze prijzen krij- gen onder de markt. Spreker heeft eens een jongen bo-er hooren zeggen, pas als ik vier kooplieden bij mijn beesten heb gehad begin ik er de waarde van te kennen. In dat gezegde schuilt waarheid. Hoe dikwerf heeft spreker er niet op gewezen, dat de belanghebbenden op een m arkt misschien 100 meer gekregen had- den dan thuis op stal. Toch willen ze het niet begrijpen. Ze praten er liever over in de huis- kamer, waar moeder de vrouw er ook bij is on er zich ten slotte ook in mengt met opmer- kingen als: nu zou ik het toch maar doen, baas. De heer Van de Bilt wil dat alles aannemen maar merkt op dat er toch niets aan te doen is als ze niet naar de markt willen komen. De heer Van Dixhoom merkt nog op, dat het eenige aandeel der Zeeuwsche Landbouw-maat- schappij voor de reclame zorgde en de ge meente dat betaalde; dat is destijds aan de Z. L. M. gevraagd, omdat deze het beste op de hoogte was voor het maken van eene doelma- tige reclame. De heer Weijns meent, dat aan het voorstel van den heer Koster een goeden kant zit. Daar- door bestaat de gelegenheid om de veemarkt nog bloeiender te maken en de paardenmarkt slaagt toch niet, dat is iets waar het volk niets voor voelt. Beter is het dan, het geld te gebruiken voor iets waar men blijkbaar wel veor gevoelt. Het succes der veemarkt kan men dan zoo hoog* mogelijk opvoeren. De heer Dieleman acht bovendien de Z. L. M. ook kapitaalkrachtig genoeg, om die 75 zelf te betalen. De heer Van Dixhoorn wijst er op, reeds te hebben gezegd, dat de afdeeling Axel dier maatschappij buiten de paardenmarkt staat. Er is destijds gevraagd om dc inrichting van oen paardenmarkt, Het lag cp den v eg der gemeente, om daarvoor reclame te maken. Er is toeh door het gemeentebestuur overleg ge- p'.eegd met de afdeeling en omdat deze daar- van meer routine had, gevraagd of zij het ver- zorgen der reclame op zich wilde nemen. De gemeente gaf dus het geld en dit werd zoo practisch mogelijk besteed. De jaamarkt komt voor den paardenhandel op een ongeiegen tijd; de dieren zijn dan door het zware work afgebeuld of nog niet afgewerkt. Dan is het wel de tijd voor het rundvee. De heer De Feijter steunt ook het voorstel van den heer Koster; de paardenmarkt heeft niets te beteekenen; als het tijd wordt komt de een of ander om een hoekje kijken of er aanvoer is en als ze dan geen paarden zien g-aan ze er gauw wat. halen om een premie te kunnen krijgen, maar met handel heeft dat niets te maken. De heer Oggel merkt. op, dat naar zijne weening het bestuur der afdeeling Axel van de Z. L. M. een woord van dank toekomt, voor de wijze waarop zij getracht heeft belangstel- ling te wekken voor deze zaak, die, wanneer zij geslaagd war, aan de gemeente ten goede zou gekomen zijn. Men kan het nu echter be- schouwen dat de proef. die er nu sinds epr jaar of 10 mede genomen werd, niet geslaagci is en de markt in plaats van vooruit. achtei-uit gaat. Hij vraagt daarom den heer Van Dix hoorn of deze persoonlijk nog hoop heeft. dat het verbeteren zal. De heer Van Dixhoom geeft te kennen, dat naar zijne meening andere middelen zouden moeten beproefd worden. Als de verkoopers uit zichzelf niet komen, zou men moeten trach ten hen door het uitloven van premies te lok- ken. Hij oppert het denkbeeld. om ter gelegen heid van de jaarmarkt daarmede te beginnen door premies toe te kennen vioor den grootsten aanvoer, en grootst aantal verhandelde ander- halfjarige paarden. Men kon daarvoor een len, 2en en 3en prijs uitloven. Voor die dieren is de veema.rkt ook wel een geschikte tijd. Als daarmede eens werd begonnen, kon men zien wat het opleverde, om later in een beter jaar- getiide een r> aard en markt te houden. De heer Weijns ziet geen heil in het uit loven von prijzen voor het grootst getal aan- gevoei-de dieren. wont dan kan iemand met een iroot aantal dieren komen, zonder het voor- nemen om te v°rkoonen. Dat is van zoo'n re veling de echaduwziide. De heer Van Dixhoom merlct op, dat men het don zou moeten mtloven voor het grootst aantal verhandelde dieren. Hii wh'st er voorts op, dat ook de handelaars veel kunnen mee- -verken om een markt te doen slagen en dan heeft hij het oog op hen, die den boer opgaan om paarden in voorkoop op te koopen. Als dezen hunne dieren ter markt brachten, zooals het elders gesehiedt, zouden ze ook meer ver- diener. Dikwiils heeft hii hen daarop gewezen. Dan zouden de kooplieden van elders komen om op de markt dieren te koopen, wat ze nu nalaten, omdat er geen worden aangevoerd. Indien de heer Koster genegen was, om in dien zin zijn voorstel uit te breiden, zou spre ker er ook mede kunnen instemmen. Men zou dan eens kunnen probeeren. In antwoord op een opmerjeing van den heer De Feijter geeft hij nog te kennen, dat men, om voor een premie in aanmerking te komen, een bepaald getal zou kunnen vaststellen. De heer Oggel: Het is dus uwe bedoeling, om die gelden uitsluitend te bestemmen voor ter markt aangevoerde paarden? De heer Koster heeft geen bezwaar, zijn voorstel in dien zin aan te vullen. Hij merkt echter op, dat dit eerst het volgende jaar in toepassing kan worden gebraeht. aangezien het hier geldt de begrooting voor 1920. Het voorstel van den heer Koster wordt aan genomen met algemeene stemmen. De heer De Feijter vraagt inlichtingen om trent de uitvoering der verordening op het keu- ren van vleesch en visch. Doet de heer Boo- gaart dat nu. De heer Oggel deelt mede, dat het voomemen bestaat, aan ieder der keurmeesters een regis ter uit te reiken, waaruit blijken kan wat elk hunner keurt. Hij erkent, dat de heer Olie- slager ook dikwijls visch keurt, maar dit ge sehiedt als de heer Boogaert niet thuis is. De heer De Feijter acht het gewenscht, dat de heer Boogaert zooveel mogelijk zelf keurt, want als er toch niets bijzonders aan gedaan wordt, dan acht hij het daarvoor uitgetrokken bedrag van 500 nog al veel. De heer De Feijter vraagt, waarvoor de 10.000 n'euwe keien benoodigd zijn. die onder hoofdstuk V, afd. 2, art. 2 zijn uitgetrokken en waarvan de kosten op //12C0 worden ge- raamd. De Voorzitter deelt mede, dat die aanschaf- fing in verband staat met de verharding van het straatje leidende van de Koestraat naar de Weststraat, waarvoor indertijd reeds een verzoek is ingekomen. De heer De Feijter meent, dat dit zou kun nen geschieden met elders uitkomende keien, daar er niet veel gerij door dat straatje is. De heer Van Dixhoorn merkt op, dat dan de verharding misschien beter met klinkers zou kunnen geschieden. De post biijft onveranderd. De heer De Feijter vestigt. de aandacht op het Spuipadje. Dat kost jaarlijks aan de ge meente een betrekkelijk beduidend bedrag, nu is er weer 180 voor geraamd en het ligt ge- wioonlijk nog een half jaar elecht er bij en het is een vuile massa bestaande uit sintels, teer en keien. Hij geeft aan Burgemeester en Wethouders in overweging daarover eens met de beeren Weijns en Dieleman te raadplegen, om te overleggen of er geen middel is, daarin verandering te brengen. De hc-^r Weijns raadt aan, om thans aan de verbetering van het Spuipadje te beginnen, terwijl het land nog onhebouwd is. Nu kan men met de uit te strooien sintels rijden naast het pad. Als men weer langer waoht moet dat vervoer over het pad zelf plaats hebben, en wordt dan betrekkelijk terStond stuk gereden, wat pas gemaakt is. Ook is dit met het oov op den te gebruiken teer gewenscht. want als men later in den winter komt geraakt de teer niet meer droop on dat is niet n.mgeuanm voor de wielrijders of voetgangers die er over pas- seeren. De Voorzitter meent, dat het voor het in goeden staat houden van het pad ook noodig is, dat de daarbij betroklcen landbouwers e^ •inderen wat medewerken. Als men, als het nad in orde gebraeht is, daarover weer paar den laat loopen enz., ligt het spoedig vol mod- der en baten alle werken om het in orde te brengen niets. De aanpaleniie eigenaars bren gen het zelf in slechten toes€and. Dat is geen opinie van spreker zelf, maar vele menschen, die er bijna dagelijks passeeren, hebben hem dit ook meegedeeld. Hij achtte bet gewenscht, dit thans eens in het publiek te zeggen. De menschen moeten zelf ook medewerken om het pad in goeden staat te houden. Overigens heeft hij er geen bezwaar in, dat er eene commis.de worclt gevormd. die zich die zaak eens aantrekt. Hij noodigt de heeren Weijns, Dieleman en De Feijter uit, die commissi" te willen vormen. Deze aanvaarden die opdracht. De heer Dieleman vestigt er de aandacht op, Act de post arvedden van <If beambten op de begraafnlaats" voor dit jaar is uitgetrokken op f 250 en voor het volgend jaar op f 200 wordt geraamd. De Voorzitter deelt mede, dat wegens d? zickte van den grafdelver in de waamemmp, moet worden voorzien. Daarvom1 is door wi.i- ziging der begrooting het bedrag der jaarwed- de hooger uitgetrokken. Voor het volgend jaar wordt alleen het salaris geraamd. De heer Dieleman acht dat salaris wel wat De heer Oggel merkt op. dat het 't vorig jaar met f 75 verhoogd is. Op een vraag van den heer Dieleman deelt de Voorzitter mede, dat gemiddeld 80 graven moeten worden gemaakt. De heer De Feijter: Hij moet ook niets doen dan de graven maken, op andere plaatsen moet die beambte ook voor onderhoud der begraaf- plaats zorgen. De Voorzitter meent, dat toch wei 5 per graf zou mogen betaald wordenhij moet ook bij de begrafenis tegenwoordig ziin en voor het vullen van het graf zorgen. De heer Dieleman: En ik meen, dat we een waardig graf del ver hebben; de man moet er toch telkens voor uit zijn werk loopen. De heer Oggel: Men moet ook in a^nmerking nemen, dat hij reeds lang ziek is en zijn trac- tement toch doorgaat. De heer Dieleman stelt voor, het tractement op f 400 vast te stellen. De heer Koster deelt mede, dat Van Bende- gem, toen hij bij hem werkte, voor hot maken van een graf telkens een halven dag wegbleef; hij meent, dat ongeveetr .f 3 per graf wel be taald zou zijn. De heer Dieleman heeft gehoord, dat er het vorig jaar wel meer dan honderd gemaakt ziin. De Voorzitter acht dat niet onmogelijk, ir> verband met de sterfgevallen wegens de Spaansche giiep. De heer Dieleman stelt nader -<x>or, de jaar- wedde op 300 te bepalen. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. >c heer Dieleman vestigt de aandacht op dc subsidie uitgetrokken voor het muziekgeze'- ■-•hap Concordia" ten bedrpge van /300 en H'e voor de Christeliike Volks'oibliotheek ten bedrage van f 75. Hij zou dje vereenigingen •i'lcn relijkstellen en aan ieder f 100 geven. Hij acht de eene vereeniging wat ruim en do ndere stiefmoederH"k bedeeld. De heer Van de Bilt kan daarmede niet in- temraen; het muziekgezelschap heeft in dezen tijd, waarin ook de rostrumenten zoo duur zijn, le subsidie hard noodig en wat de Volksbiblio- fheek betreft, die heeft, naar hij meent, niet meer gevraagd De Voorzitter: Die heeft /150 gevraagd. De heer Van de Bilt: Dat biijft er dan bui ten, maar ik ben er hard tegen, om de subsidie voor h"t muziek te verminderen, we hebben hier toch een muziekgezelschap noodig. De heer Koster kan zich daarbij aansluiten; het is toch niet gewenscht, dat men bij feeste- lijke gelegenheden enz. telkens naar een an dere plaats moet om een muziekgezelschap te krijgem. De heer Dieleman kan daar niet mede in stemmen, want als de muziekkunst niet beter beoefend wordt als door Concordia" is het z.i. beter het geld in het water gegooid; in plaats van op te voeden, trekt „Concordia" de men schen neer, door het spelen van minderwaar- dige liederen. De Voorzitter moet hiertegen toch opkomen; het gaat niet aan te zeggen, dat het geld beter in het water gegooid zou zijn. Het gehalte van het gezelschap is, sedert het in een har- monie is omgezet, veel verbeterd. Er is geld noodig om het goed in elkaar te zetten en hot is te verwaehten, dat het muziekkorps zich nu regelmatig zal opwerken. Men kan omtrent de wm.rdeerng van de muziek van meening vcr- sehillen, maar iedereen zal toch moeten toege- vsn, dat alhier een muziekgezelschap zeker op zijn plaats is. Wat de opmerking betreft. dat de subsidie voor de Volksbibliotheek te laag is, dat wil hij niet weerspreken: hij heeft zich dezer dagen verge wist, dat daarvan zeer veel gebruik ge maakt wordt. Maar nu gaat het toch niet. om. op grond dat de subsidie, welke die vereeni ging krijgt, te laag is, die voor het muziekge zelschap te verminderen. De heer Dieleman heeft wel eens. het wa.s niet onder den tegenwoordigen directeur, ter gelegenheid van een verkiezing ,in naam van de vrijheid" liederen hooren spelen, die kren- kend waren voor andersdesnkenden en hij meent dat een vereeniging, die uit de openbare kas subsidie geniet. zich daarvan moet onthouden. Men heeft dan het reeht voorwaarden te stellen. De heer Van Dixhoom hetwiifelt. ten sterk- ste. of het geen de heer Dieleman boweert. juist is. Hii kan niet aannemen, dat hot muziek- "ezelscban als zoodanig zich aan zoo iets schul- 3!g v<ou hehhen gemaakt. Dat misschien eon of meer miizlkanten individueel zoo iets dedep, is mogelh'k. maa.r daarvoor kan de vereeniging nwt aansnrakeUik warden gestidd. TTe wiize fa~ron de heer Hmleman zieh hier over v,"1 mnriah-gezelschap uitte. vindt hij be- neden alle critiek. De kter Dieleman handhaaft zijn voorstel. Hy meant, dat de voorstaaders van eon mu- zieicgezelscnap, dat zelf maar moeten betalen De heer Oggel wijst er op, dat het muziek- gezelscaap thaas pas is gereorganiseerd, r/iei het oog daarop is de subsidie van 300 toe gekend, en nu gaat het z. i. niet aan om zondei dat daarvoor bijzondere redenen bestaan, du subsidie weer te verminderen. De vereeniging heeft zich met misdragen, zij is vooruitgegaai en de subsidie is niet misplaatst. De heer Van Dixhoorn meent, dat het mu ziekgezelschap in 1919 zeer nuttig gewerkl heeft bij de verschillende nationale feesten die we hebben gehad. Steeds is de vereenigin, trouwens op post geweest, om mede te werken tot verhooging der feestvreugde. Waar de ge meente vooral dit jaar zooveel aan het muziek gezelschap te danken heeft, zou het toch niet opgaan, de pas verleende subsidie weer i? te trekken. Da opbouwing van het gezelschap is daarop gebaseerd en werd de subsidie inge trokken, dan kreeg men weer een inzinldng De heei* Weijns wijst er op, dat de vereeni ging, naar hij destijds hoorde, bij het lander feest geweigerd heeft te spelen. De Voorzitter acht dat onjuist, hij meent dat toen alleen de vergoeding die gevraagd werd aan do commlssie van het feest wat hoor voor kwam. En die vergoeding werd niet gevraagd voor de vereeniging maar als ver goeding voor het verlet van de muzikanten Men kan toch ook maar moeilijk vergen, als eenige heeren het plan opvatten om feest te vieren, dat de muzikanten dan daaraan maar hebben mee te werken en zelf de kosten van hun verlet te dragen. Dat kan van hen niet gevergd worden op grond dat de gemeente f 300 subsidie geeft. Die worden gegeven voor instandhouding van het gezelschap, dat over het algemeen de openbare feesten opluistert en af en toe coneerten geeft, die, naar uit de belangstelling blijkt, door de gemeentenareii worden gewaardeerd. De heer Weijns acht toch die houding der vereeniging tegenover het kinderfeest af te keuren. De Voorzitter herhaalt, dat het gevraagde bedrag alleen moest diesnen voor schadeloos- stelling aan de muzikanten die er hun werk voor in den steek moesten laten. De heer Van Dixhoorn is het daarmede eens; door hen subsidie te geven staan ze nog niet in dienst der gemeente en die menschen kunnen niet altijd hun dagloon derven. Als eenige heeren rr,"encn een feest te moeten or- ganiseeren is het niet meer dan billijk dat .zij degenen die ze daarvoor noodig hebben ver- goeden voor hetgeen zij door het verleenen van die medewerking in hun dagloon missen. Daar niemand het. voorstel van den heer Die leman steunt, kan het niet in stemming komcP. De heer Dieleman vraagt nu, of hii nog mng voorstellen de subsidie voor de Christelijke Volksbibliotheek met /25 te verhoogen. Na bevestisrend antwoord van den Voorzit ter stelt h;j dat voor. Ook dit voorstel vervalt, daar het door nie- mand gesteund wordt. De heer Koster wijst op den post uitgetrok ken voor schiiderwerk der muziektent. Ho vindt f 185 nog al veel. Hij meent, dat dit wo- f 100 best kan en stelt voor, die post tot dat bedrag te verminderen. De Voorzitter betoogt. dat dit niet kan; men moet rekening houden met de tegenwoordige prijzen. Er* is ook nog uitgetrokken f 75 voor repa- ratie. De heer Weijns vraagt, of het schilderen wel noorlig is. De Voorzitter meent, dat de heeren dat van de raadzaal wel kunnen nagaan. Op uit.noodiging van den Voorzitter deelt de gemeente-eoziehter Van den Broeke mede. dat het schiiderwerk onmogeliik voor 100 zal kun nen uitcevoerd worden. De kans bestaat ook. dat de bedekking van het dak met asphaltpa- nier zal moeten worden vernieuwd. Do heer De Feijter merkt op, dat de muziek tent, nad at die door de gemeente is overgeno- men, ieder jaar groote uitgaven aan reparatie heeft gevorderd. Hij zou willen doen net als een particulier, die stelt het, wgens de duurte. zoolang mogelijk uit. Hii zou dat met het hranclspnithuis en de onderwjjzerswoning ook willen doen. De Voorzitter acht dat voor een gemeente een verkeerd standpunt; dat ultstellen is niet in het belang der werken en op den duur kri.igt men alles op eens. De. post biijft behouden. De. heer De Feijter vraagt, in verband met eene bij het Burgerlijk Armbestuur aanhangig geval, of er nog eene noodwoning zal gehouwd worden. Hij meent, dat er. naast de bestaande in de Oude Stad nog een zou kunnen worden gezet. De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeestm* en Wethouders 'het omtrent het door den heer Dp Feijter bedoelde geval er over eens zijn, dat er iets "*ebeui*en moet. Zij achten het 't beste nog maar een nodwoning in de Oude Stad te bouwen: de hasten daarvan zi.in geraamd c" f 700f 800. Hij acht dit een noodzakeliike uitgaaf. De heer Van de Bilt vraagt, of die noodwo- ningen nu allemaal iu de Oude Stad moeten gebouwd worden. Hij acht dat verkeerd, dat geeft alleen aanleiding tot het verhoogen van het budget van het Burgerlijk Armbestuur. Het is niet goad die menschen daar bij elkaar te breng*en, de een ksert daar van den ander dingen die niet deugen en het kost aan de ge meente veel geld. Er komen er wel 20 uit de Oude Stad die niet deugen, tegenover nog niet 1 van de buurtschap Spui. De heer De Feijter: De gemeente heeft al leen daar grond om die woningen te bouwen. De heer Van Dixhoorn stemt dat toe, maar is het eens met den heer Van de Bilt dat het bij elkaar brengen van zoo'n categorie men schen verkeerd werkt. De heer De Kraker vraagt, of er achter den heer Van de Bilt geen noodwoning kan ge bouwd worden. De heer Van de Bilt meent, dat zoo'n vraag. liier niet te pas komt. Hij kan toch .op zijn erf geen woning laten bouwen. De heer De Kraker doelde daar niet op. maar had het oog op de omgeving van het station. De Voorzitter wijst er op, dat de gemeente daar geen grond heeft. Op het Plaatje kan het echter ook. De heer Van Dixhoom zou het ook gewenscht achten, dat zulke woningen verspreid aan de verschillende wegen werden gebouwd; dat zou voor de daarvan voortkomende toestanden beter zijn. De Voorzitter meent, dat de polderbesturen daarop niet gesteld zouden zijn. Dat de aan dacht allereerst op de Oude Stad valt, komt, omdat daar grond beschikbaar is. De heer Oggel noemt het hier een zeer bij- aonder geval en hij betreurt het, dat zulke oni- standigheden voorkomen, waarin de gemeente dan maar voorzien moet. De heer Van de Bilt heeft niet bepaald be zwaar dat nu nog een woning gebouwd wordt in de Oude Stad, maar meende toch op dezen kant der zaak de aandacht te moeten vestigen Met 8 tegen 2 stemmen wordt besloten tot het bouwen eener noodwoning in de Oude Stad over te ganr,. tot het onderdak brengen van een ongehuwde vrouw met gezin. Voor stemmen de heeren De Kraber, Wejjn*, Dekker, Dieleman, De Feijter, Koster; Van de Bilt en Baart; tegen stemmen de heeren Va» Dixhoorn en Oggel. De heer Koster wijst op den post van f2Qi voor onderhoud van. pompen. Is dat bod.rag noodig. De Voorzitter geeft te kennen, dat alle pos- ten die door Burgemeester en Wethouders op de begrooting gebraeht worden eigeniijk noo dig zijn, de pompen moeten worden ondcrhou- den en de gemeenteopzichter geeft op, wat ea- naar zijn oordel voor zal moeten worden urt- gegeven. De heer Oggel: Als er minder noodig blijkt, wordt het geld er niet voor uitgegeven. De Voorzitter stemt daarmede in, het spreekt van zelf, dat men het benoodigde bedrag niet te voren als met een schaartje kan knippe*. Hij merkt voorts op, dat voorts alle op de begrooting voorkomende posten gelijk zijn aaa die van het vorig jaar. De heer Koster merkt ook nog op, dat wel eens oen kijkje mag worden genomen naar het zijnad in de Sta.tionsstraat, van af de normaal- school tot aan den heer Van de Bilt. Voor- zienine daarvan is wel noodig. De Voorzitter merkt op, dat een der zijpade* "■an den weg, in onderhoud behoort bij de r~ vincie. Hij zegt overigens toe, dat daamaar zal worden gezien. De verschillende posten der ontvangsten wor- dien zonder discussie goedgekeurd en de ge- mepntebegrooting daarna vastgesteld op een eindciifer van /139.751,33. De hoofdeliike omslag, die voor het loopende iaar or f 69.000 is p-eranmd, is voor 1920 ult- vetroi-Vpn on f 60 000. De Voorzitter sluit de vergadering. -j Gelukkig zijn in vrede ieven met degenen, die ons omringen en met zich zelf. Of men met degenen, die ons omringen in vrede leeft, hangt af van het eigen karakter en de keuze zijner relalies. Wat den vrede met zich zelf betreft, d. w. z. te zorgen dat men niet lijdt, dat men geen pijnen heeft, kortom, dat men een goede ge- zondheid geniet, dat hangt van de Pink Pillen af. Wij hebben hier voor ons het berieht eener genezing uit den Bosch. In die oude stad woont Oostwal No. 5 Mej. Bergh, geb. Bongers. De omstandigheden, waarin Mei. Ber 1 hadden haar de bovenbedoelde rust moeten ver- schaffen, maar sedert eenigen tijd was haar gezondheidstoestand verre van bevredigend; dank zij de Pink Pillan, zooals men zien zal, is dat alles veranderd. ,Ik verklaar hierdoor, schrijft zij ona, dat ik mij gedurende tamelijk langen tijd in een toestand van bloeda.rm.oede en ongemak be yond. Ik had pijnen in mijn rug, ik was zwak en van tijd tot tijd moedeloos; kldur noch eet- lust had ik meer, ik sliep bovendien zeer slecht en rustte niet. Ik heb natuurlijk enkele ge- neesmiddelen g.ebruikt maar slaaigde er niet in een blijvende genezing te verkrijgen. Ein- delijk heoft men mij de Pink Pillen aanbevolen. Ik heb ze genomen en dadelijk gevoeld, dat zij mij zeer veel goed deden. Dank zij de Pink Pillen zijn mijn kwalen verdwenen en aedert is mijn gezondhedd uitstekend". De Pink Pillen verwekken over de geheele wereld merkwaardige genezingen, omdat zij nu eenmaal een zeer gelukkig gevonden middel zijn om bloed te verschaffen met iedere Pil. Zij zijn onovertroffen tegen bloedarmoede, bleekzucht. alg'emeene zwakte, maaepijnen, hoofdpijnen, zenuwpijnen. Ze zijn biizonder aan te bevelen voor herstellenden en een uit- stekende opwekking der zenuwen en genezen dus ook de neurasthenie. De Pink Pillen zijn verkrijgbaar A 1.75 per doos en 9.per zes doozen bij het Hoofd- depot der Pink Pillen, Nassaukade 314 Am sterdam, en verder bij alle goede apothekers en drogisten. De PINK PILLEN zijn verkrijgbaar bij firma A. v. OVERBEEKE—LEUNISf Axelschestr. Westkolkstr. Ook voor wederverkoopers

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1919 | | pagina 2