IPTii''
G.dERgh
M
M
lllllii
iiiiniiiirniiiiiiitiiiiiiiiiiiifiiMiiTiiimiiMiinii
m
Rust
T\GEZ»M>FN MKHKOKKLIXU! X.
VOED2AAM
HEERLUK
X
VOORDEEL1C5
gen, doordat de subsidie kan worden ingehou-
den.
De Voorzitter: Dan kan de raad voorwaar-
den stellen.
De heer Van Dixhoom is in principe voor
inwilliging van het verzoek, doch voelt wei
wat voor het betoog van den heer Weijns, en
meent ook, dat het geld niet nutteloos meet
worden gegeven. Is de vereeniging er van ver-
zekerd dat ze dan ook voortdurend over een
verpleegster zal kunnen beschikken? Het zou
wel eens kunnen voorkomen, dat er een kwam,
doch maar enkele maanden bleef en dat er
dan weer een tijd overheen ging eer men een
andere had, zoedat er ten slotte in plaats van
12 maanden, maar 10 of 6 maanden in lie'
jaar een verpleegster zoude zijn. Dan werd
de .subsidie niet besteed aan het doel waarvoor
zij bestemd is en de raad dient daaromtrent
toch eenige zekerheid te hebben.
De Voorzitter: Er zou kunnen bepaald wor
den, dat de subsidie wordt verleend voor een
vol jaar, doch vermindert met den tijd, dat
geen verpleegster aanwezig is.
De heer De Feijter acht dat voor de vereeni
ging een bezwaarlijk te accepteeren voorwaar
de; dan bestaat er weinig zekerheid omtrent
de subsidie.
De heer Van de Bilt acht die voorwaardo
zoo bezwarend niet, maar wijst er op, dat het
een heel goede vereeniging is, die zieh toelegt
op de verbetering der ziekenverpleging en dat
doel ook wel zal trachten na te steeven.
De heer Van Dixhoom wil dat gaame aan-
nemen, maar men moet rekenen, dat we hier
in Zeeuwsch-Vlaanderen wonen en dat, naar
het schijnt, de verpleegsters niet gaame lang
hier blijven; hij meent althans dat zich^ dat
verschijnsel ook voordoet in het ziekenhuis te
Ter Neuzen.
De heer De Kraker meent, als penmngmees-
ter der vereeniging. te kunnen verklaren, dat
het haar emst is, om de zaak zoo goed moge
lijk tee te passen; volgens de adviezen van de
doktoren is er zeer veel gebrek aan een goede
verpleging en van de door de vereeniging aan-
gesehafte vorplegingsartikelen wordt ook een
druk crebruik gemaakt. Hij zou gaame zien,
dat het verzoek werd aangenomen.
De heer De Feijter meent, dat men de ver
eeniging niet voor de kans moet stellen, dat
later de subsidie weer wordt ingetrokkken.
want dan is toestand te onzeker. Het zou niet
goed ziin, te bepalen dat. als de verpleegster
verfrokken is, de vereeniging weer met een
nieuw verzoek zou moet en komen alvorens
eene andere aan te kunnen stellen. Dan zou de
vereeniging telkens met het bezwaar zitten,
zal de raad het nog wel doen.
De Voorzitter merkt op, dat de subsidie toch
telkens. door die op de begrooting te plaatsen,
voor een jaar tegelijk toestaat. Indien be-
sloten werd die voor meerdere jaren te geven,
zou een andere raad dat besluit toch ook weer
kunnen intrekken.
De heer Oggel wijst er op, dat liet doel der
vereeniging niets anders is, dan te zorgen
voor ziekenverpleging; men mag verwaehten,
dat ze dit zoo goed mogelijk zal trachten te
doen.
De heer De Kraker: Dat ligt in den aard
der zaak.
De heer Van Dixhoom wil dat ook toestem-
men. maar ze zou kunnen sukkelen met het
aansteHen van verpleegsters; er zou kunnen
worden bepaald, dat de subsidie over den tijd
dat een verpleegster ontbreekt, ten minste als
dat 2 of 3 maanden gaat duren, geen subsidie
uit te keeren.
De heeT De Kraker meent, dat het toch nog
zoo erg niet zou zijn dat aan de vereeniging
de subsidie werd uitbetaald, ook al was er
eens een paar maanden geen verpleegster,
want er is toch nog veel tekort, men zou een
gebouw moeten hebben, een ijskelder enz.
Het geltf zou dan toch nog niet nutteloos be
steed ziin.
De Voorzitter merkt op, dat het geld toch
eigenliik gevraagd wordt voor verpleging.
De boor Do Kraker stent dat toe en ver-
zekert ook. dat het voomemon is, de zaak in
goe/lp rich ting te leiden. Hii heeft plleen maar
w'l'er n«rte<\non, dat. er ook ot> ander gebied
met hefrekkir.g tot do verpleging nog groote
behooft.e hpctaat.
tgo^nrliik kp-n dp rondHio ,1 wnrdpn
dat de vercenirinc. als dp subsidie voi-teend
wer^t. met -n-ijkverr1 egirvg moet beginnen.
Tie wordt alsntv met plgemeene
stemm en veri epnd
Tie keer Van dp Bilt ptolt voor. don r>ost
.jmkcl'Bp voer ket "Rnr'rprliik Armbestuur" to
vprrkepm-prket f975. Dat bedrag zal dit iaar
pplwnf win Hii zou dip gpldpn uu w'kon nf-
nemen van het goed slot van 1918, dat in de
begrooting voor 1920 is gebraeht. Op die be
grooting zou dat bedrag dus met f 975 ver-
minderen, wat dan weer moet gevonden worden
door verhooging der gemeentesubsidie. Hem
is geinformeerddot daarlegen administratief
geen bezwaar bestaat en hij Tacht dez° rega
ling gemakkelijker.
Het vocrstel wordt aangenomen.
De heer Roster stelt voor de subsidie ad 75
ten behoeve der paardenmarkt aan de Zeeuw-"
sche Lan-dbouwmaaischappij verleend in to
trekken en die gelden te voegen bij die voor de
veemarkt, om daarmede de uitgeloofde pre-
mien te verhoogen. He is reeds voldoende ge-
bleken, dat die paardenmarkt geen levensvat-
baarheid bezit.
De heer Van Dixhoom betoogt, dat noch de
gemeente, noch de Zeeuwsche Landbouwmpat-
schoppij er schuld aan hebben dat de paarden
markt niet bloeit, doch dat zijn de landbouwers
en de handelaren, die werken de markt tegen.
Liever dan met hun paarden naar de markt
te komen en ze daar aan de kooplieden ge-
zamenlijk te presenteeren, waar deze tegen el
kaar opbieden en aldus den hoogsten prijs be-
stod^n, ontvangen ze de kooplieden op een
achtermiddag op hunne hofstede om onder het
genot van een kopje thee of koffie over het
verkoopen van een paard te spreken en ten
slotte te verkoopen tegen een prijs die hun
niet ti°n maar misschien honderd gulden min
der opbrengt dan zij op de markt zouden ont-
vone-en hebben. Het spijt spreker geducht, dat
dp bepren dat nog maar niet sehiin-n te snap-
pen. maar h°t schijnt dat de denkbeelden hier
voor pen paardenmarkt nog niet rijp zijn.
Als de markt niet anders kan ziin dan ze nu
is, voelt spreker er ook niet veel voor. Hij
meent ecbter, dat h* niet op den weg der ge
meente ligt, om de markt dood te drukken,
mpar we] om die te doen opleven. Er is hier
ma.teriaal genoeg. Als hij berekent het aantal
in deze streek gefokte dieren, kon men alhier
mins+ens twpemaal in het jnar een bloeiende
markt hebben. Moet het echter den weg op,
door den heer Roster voorgesteld. dan zetten
we het deksel geheel op den pot, dan is alles
weg. Hii voot zich zag liever het bedrag ver-
hooed, om op een of andere wiize te beproevem
bel on gate! ling voor de markt te wekken.
Dp Voorztiter acht hot ook opmerkeliik, dat
do handel in paarden op een markt hier geen
levpuRiTitbaarheid bliikt te hebben, terwi'il dat
in nn<We R+rekcn wel het geval is. Zie naar
Westeliik Noord-Brahant, daar heeft men een
h'opinndn paardenmarkt te Zevenbergen en ook
tp WPlemsted en aan de overzu'de. t,° Numans-
dom komen op de paardenmarkt 1200 tot 1300
dieren aan de Hip. Zoo'n markt is voor een
plaats van rmoot belang. Tammer dat bet hier
niet kan. Als het mogelijk was, zou hij gaame
de reden daarvan ©ens opsporen. Zoo lang het
biijft ais het nu is, heeft de paardenmarkt geen
beteekenis.
De heer Van Dixhoorn maakt zich sterk,
dat hier tweeniaal per jaar een markt zou te
houden zijn met een aanvoer van 500 dieren.
Men biijft echter, zooals hij reeds aanstipte,
thuis verkoopen, dat houdt den bloei der markt
tegen. Dat is jammer, als men bedenkt, dat er
streken zijn met een veel minder beteekenende
fokkery en bloeiende markten. Het is een ver-
keerde gewoonte, op stal te verkoopen, de ver-
koopers weten niet, hoe vaak ze prijzen krij-
gen onder de markt. Spreker heeft eens een
jongen bo-er hooren zeggen, pas als ik vier
kooplieden bij mijn beesten heb gehad begin
ik er de waarde van te kennen. In dat gezegde
schuilt waarheid. Hoe dikwerf heeft spreker
er niet op gewezen, dat de belanghebbenden op
een m arkt misschien 100 meer gekregen had-
den dan thuis op stal. Toch willen ze het niet
begrijpen. Ze praten er liever over in de huis-
kamer, waar moeder de vrouw er ook bij is
on er zich ten slotte ook in mengt met opmer-
kingen als: nu zou ik het toch maar doen, baas.
De heer Van de Bilt wil dat alles aannemen
maar merkt op dat er toch niets aan te doen is
als ze niet naar de markt willen komen.
De heer Van Dixhoom merkt nog op, dat het
eenige aandeel der Zeeuwsche Landbouw-maat-
schappij voor de reclame zorgde en de ge
meente dat betaalde; dat is destijds aan de
Z. L. M. gevraagd, omdat deze het beste op de
hoogte was voor het maken van eene doelma-
tige reclame.
De heer Weijns meent, dat aan het voorstel
van den heer Koster een goeden kant zit. Daar-
door bestaat de gelegenheid om de veemarkt
nog bloeiender te maken en de paardenmarkt
slaagt toch niet, dat is iets waar het volk
niets voor voelt. Beter is het dan, het geld
te gebruiken voor iets waar men blijkbaar wel
veor gevoelt. Het succes der veemarkt kan
men dan zoo hoog* mogelijk opvoeren.
De heer Dieleman acht bovendien de Z. L. M.
ook kapitaalkrachtig genoeg, om die 75 zelf
te betalen.
De heer Van Dixhoorn wijst er op, reeds te
hebben gezegd, dat de afdeeling Axel dier
maatschappij buiten de paardenmarkt staat.
Er is destijds gevraagd om dc inrichting van
oen paardenmarkt, Het lag cp den v eg der
gemeente, om daarvoor reclame te maken. Er
is toeh door het gemeentebestuur overleg ge-
p'.eegd met de afdeeling en omdat deze daar-
van meer routine had, gevraagd of zij het ver-
zorgen der reclame op zich wilde nemen. De
gemeente gaf dus het geld en dit werd zoo
practisch mogelijk besteed. De jaamarkt
komt voor den paardenhandel op een ongeiegen
tijd; de dieren zijn dan door het zware work
afgebeuld of nog niet afgewerkt. Dan is het
wel de tijd voor het rundvee.
De heer De Feijter steunt ook het voorstel
van den heer Koster; de paardenmarkt heeft
niets te beteekenen; als het tijd wordt komt
de een of ander om een hoekje kijken of er
aanvoer is en als ze dan geen paarden zien
g-aan ze er gauw wat. halen om een premie
te kunnen krijgen, maar met handel heeft dat
niets te maken.
De heer Oggel merkt. op, dat naar zijne
weening het bestuur der afdeeling Axel van
de Z. L. M. een woord van dank toekomt, voor
de wijze waarop zij getracht heeft belangstel-
ling te wekken voor deze zaak, die, wanneer
zij geslaagd war, aan de gemeente ten goede
zou gekomen zijn. Men kan het nu echter be-
schouwen dat de proef. die er nu sinds epr
jaar of 10 mede genomen werd, niet geslaagci
is en de markt in plaats van vooruit. achtei-uit
gaat. Hij vraagt daarom den heer Van Dix
hoorn of deze persoonlijk nog hoop heeft. dat
het verbeteren zal.
De heer Van Dixhoom geeft te kennen, dat
naar zijne meening andere middelen zouden
moeten beproefd worden. Als de verkoopers
uit zichzelf niet komen, zou men moeten trach
ten hen door het uitloven van premies te lok-
ken. Hij oppert het denkbeeld. om ter gelegen
heid van de jaarmarkt daarmede te beginnen
door premies toe te kennen vioor den grootsten
aanvoer, en grootst aantal verhandelde ander-
halfjarige paarden. Men kon daarvoor een len,
2en en 3en prijs uitloven. Voor die dieren is
de veema.rkt ook wel een geschikte tijd. Als
daarmede eens werd begonnen, kon men zien
wat het opleverde, om later in een beter jaar-
getiide een r> aard en markt te houden.
De heer Weijns ziet geen heil in het uit
loven von prijzen voor het grootst getal aan-
gevoei-de dieren. wont dan kan iemand met een
iroot aantal dieren komen, zonder het voor-
nemen om te v°rkoonen. Dat is van zoo'n re
veling de echaduwziide.
De heer Van Dixhoom merlct op, dat men
het don zou moeten mtloven voor het grootst
aantal verhandelde dieren. Hii wh'st er voorts
op, dat ook de handelaars veel kunnen mee-
-verken om een markt te doen slagen en dan
heeft hij het oog op hen, die den boer opgaan
om paarden in voorkoop op te koopen. Als
dezen hunne dieren ter markt brachten, zooals
het elders gesehiedt, zouden ze ook meer ver-
diener. Dikwiils heeft hii hen daarop gewezen.
Dan zouden de kooplieden van elders komen
om op de markt dieren te koopen, wat ze nu
nalaten, omdat er geen worden aangevoerd.
Indien de heer Koster genegen was, om in
dien zin zijn voorstel uit te breiden, zou spre
ker er ook mede kunnen instemmen. Men zou
dan eens kunnen probeeren.
In antwoord op een opmerjeing van den heer De
Feijter geeft hij nog te kennen, dat men, om
voor een premie in aanmerking te komen, een
bepaald getal zou kunnen vaststellen.
De heer Oggel: Het is dus uwe bedoeling,
om die gelden uitsluitend te bestemmen voor
ter markt aangevoerde paarden?
De heer Koster heeft geen bezwaar, zijn
voorstel in dien zin aan te vullen. Hij merkt
echter op, dat dit eerst het volgende jaar in
toepassing kan worden gebraeht. aangezien het
hier geldt de begrooting voor 1920.
Het voorstel van den heer Koster wordt aan
genomen met algemeene stemmen.
De heer De Feijter vraagt inlichtingen om
trent de uitvoering der verordening op het keu-
ren van vleesch en visch. Doet de heer Boo-
gaart dat nu.
De heer Oggel deelt mede, dat het voomemen
bestaat, aan ieder der keurmeesters een regis
ter uit te reiken, waaruit blijken kan wat elk
hunner keurt. Hij erkent, dat de heer Olie-
slager ook dikwijls visch keurt, maar dit ge
sehiedt als de heer Boogaert niet thuis is.
De heer De Feijter acht het gewenscht, dat
de heer Boogaert zooveel mogelijk zelf keurt,
want als er toch niets bijzonders aan gedaan
wordt, dan acht hij het daarvoor uitgetrokken
bedrag van 500 nog al veel.
De heer De Feijter vraagt, waarvoor de
10.000 n'euwe keien benoodigd zijn. die onder
hoofdstuk V, afd. 2, art. 2 zijn uitgetrokken
en waarvan de kosten op //12C0 worden ge-
raamd.
De Voorzitter deelt mede, dat die aanschaf-
fing in verband staat met de verharding van
het straatje leidende van de Koestraat naar
de Weststraat, waarvoor indertijd reeds een
verzoek is ingekomen.
De heer De Feijter meent, dat dit zou kun
nen geschieden met elders uitkomende keien,
daar er niet veel gerij door dat straatje is.
De heer Van Dixhoorn merkt op, dat dan
de verharding misschien beter met klinkers
zou kunnen geschieden.
De post biijft onveranderd.
De heer De Feijter vestigt. de aandacht op
het Spuipadje. Dat kost jaarlijks aan de ge
meente een betrekkelijk beduidend bedrag, nu
is er weer 180 voor geraamd en het ligt ge-
wioonlijk nog een half jaar elecht er bij en
het is een vuile massa bestaande uit sintels,
teer en keien. Hij geeft aan Burgemeester en
Wethouders in overweging daarover eens met
de beeren Weijns en Dieleman te raadplegen,
om te overleggen of er geen middel is, daarin
verandering te brengen.
De hc-^r Weijns raadt aan, om thans aan de
verbetering van het Spuipadje te beginnen,
terwijl het land nog onhebouwd is. Nu kan
men met de uit te strooien sintels rijden naast
het pad. Als men weer langer waoht moet dat
vervoer over het pad zelf plaats hebben, en
wordt dan betrekkelijk terStond stuk gereden,
wat pas gemaakt is. Ook is dit met het oov
op den te gebruiken teer gewenscht. want als
men later in den winter komt geraakt de teer
niet meer droop on dat is niet n.mgeuanm voor
de wielrijders of voetgangers die er over pas-
seeren.
De Voorzitter meent, dat het voor het in
goeden staat houden van het pad ook noodig
is, dat de daarbij betroklcen landbouwers e^
•inderen wat medewerken. Als men, als het
nad in orde gebraeht is, daarover weer paar
den laat loopen enz., ligt het spoedig vol mod-
der en baten alle werken om het in orde te
brengen niets. De aanpaleniie eigenaars bren
gen het zelf in slechten toes€and. Dat is geen
opinie van spreker zelf, maar vele menschen,
die er bijna dagelijks passeeren, hebben hem
dit ook meegedeeld. Hij achtte bet gewenscht,
dit thans eens in het publiek te zeggen. De
menschen moeten zelf ook medewerken om het
pad in goeden staat te houden.
Overigens heeft hij er geen bezwaar in, dat
er eene commis.de worclt gevormd. die zich die
zaak eens aantrekt.
Hij noodigt de heeren Weijns, Dieleman en
De Feijter uit, die commissi" te willen vormen.
Deze aanvaarden die opdracht.
De heer Dieleman vestigt er de aandacht op,
Act de post arvedden van <If beambten op
de begraafnlaats" voor dit jaar is uitgetrokken
op f 250 en voor het volgend jaar op f 200
wordt geraamd.
De Voorzitter deelt mede, dat wegens d?
zickte van den grafdelver in de waamemmp,
moet worden voorzien. Daarvom1 is door wi.i-
ziging der begrooting het bedrag der jaarwed-
de hooger uitgetrokken. Voor het volgend jaar
wordt alleen het salaris geraamd.
De heer Dieleman acht dat salaris wel wat
De heer Oggel merkt op. dat het 't vorig
jaar met f 75 verhoogd is.
Op een vraag van den heer Dieleman deelt
de Voorzitter mede, dat gemiddeld 80 graven
moeten worden gemaakt.
De heer De Feijter: Hij moet ook niets doen
dan de graven maken, op andere plaatsen moet
die beambte ook voor onderhoud der begraaf-
plaats zorgen.
De Voorzitter meent, dat toch wei 5 per
graf zou mogen betaald wordenhij moet ook
bij de begrafenis tegenwoordig ziin en voor
het vullen van het graf zorgen.
De heer Dieleman: En ik meen, dat we een
waardig graf del ver hebben; de man moet er
toch telkens voor uit zijn werk loopen.
De heer Oggel: Men moet ook in a^nmerking
nemen, dat hij reeds lang ziek is en zijn trac-
tement toch doorgaat.
De heer Dieleman stelt voor, het tractement
op f 400 vast te stellen.
De heer Koster deelt mede, dat Van Bende-
gem, toen hij bij hem werkte, voor hot maken
van een graf telkens een halven dag wegbleef;
hij meent, dat ongeveetr .f 3 per graf wel be
taald zou zijn.
De heer Dieleman heeft gehoord, dat er het
vorig jaar wel meer dan honderd gemaakt ziin.
De Voorzitter acht dat niet onmogelijk, ir>
verband met de sterfgevallen wegens de
Spaansche giiep.
De heer Dieleman stelt nader -<x>or, de jaar-
wedde op 300 te bepalen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
>c heer Dieleman vestigt de aandacht op dc
subsidie uitgetrokken voor het muziekgeze'-
■-•hap Concordia" ten bedrpge van /300 en
H'e voor de Christeliike Volks'oibliotheek ten
bedrage van f 75. Hij zou dje vereenigingen
•i'lcn relijkstellen en aan ieder f 100 geven.
Hij acht de eene vereeniging wat ruim en do
ndere stiefmoederH"k bedeeld.
De heer Van de Bilt kan daarmede niet in-
temraen; het muziekgezelschap heeft in dezen
tijd, waarin ook de rostrumenten zoo duur zijn,
le subsidie hard noodig en wat de Volksbiblio-
fheek betreft, die heeft, naar hij meent, niet
meer gevraagd
De Voorzitter: Die heeft /150 gevraagd.
De heer Van de Bilt: Dat biijft er dan bui
ten, maar ik ben er hard tegen, om de subsidie
voor h"t muziek te verminderen, we hebben
hier toch een muziekgezelschap noodig.
De heer Koster kan zich daarbij aansluiten;
het is toch niet gewenscht, dat men bij feeste-
lijke gelegenheden enz. telkens naar een an
dere plaats moet om een muziekgezelschap te
krijgem.
De heer Dieleman kan daar niet mede in
stemmen, want als de muziekkunst niet beter
beoefend wordt als door Concordia" is het z.i.
beter het geld in het water gegooid; in plaats
van op te voeden, trekt „Concordia" de men
schen neer, door het spelen van minderwaar-
dige liederen.
De Voorzitter moet hiertegen toch opkomen;
het gaat niet aan te zeggen, dat het geld beter
in het water gegooid zou zijn. Het gehalte
van het gezelschap is, sedert het in een har-
monie is omgezet, veel verbeterd. Er is geld
noodig om het goed in elkaar te zetten en hot
is te verwaehten, dat het muziekkorps zich nu
regelmatig zal opwerken. Men kan omtrent de
wm.rdeerng van de muziek van meening vcr-
sehillen, maar iedereen zal toch moeten toege-
vsn, dat alhier een muziekgezelschap zeker
op zijn plaats is.
Wat de opmerking betreft. dat de subsidie
voor de Volksbibliotheek te laag is, dat wil hij
niet weerspreken: hij heeft zich dezer dagen
verge wist, dat daarvan zeer veel gebruik ge
maakt wordt. Maar nu gaat het toch niet. om.
op grond dat de subsidie, welke die vereeni
ging krijgt, te laag is, die voor het muziekge
zelschap te verminderen.
De heer Dieleman heeft wel eens. het wa.s
niet onder den tegenwoordigen directeur, ter
gelegenheid van een verkiezing ,in naam van
de vrijheid" liederen hooren spelen, die kren-
kend waren voor andersdesnkenden en hij meent
dat een vereeniging, die uit de openbare kas
subsidie geniet. zich daarvan moet onthouden.
Men heeft dan het reeht voorwaarden te stellen.
De heer Van Dixhoom hetwiifelt. ten sterk-
ste. of het geen de heer Dieleman boweert. juist
is. Hii kan niet aannemen, dat hot muziek-
"ezelscban als zoodanig zich aan zoo iets schul-
3!g v<ou hehhen gemaakt. Dat misschien eon
of meer miizlkanten individueel zoo iets dedep,
is mogelh'k. maa.r daarvoor kan de vereeniging
nwt aansnrakeUik warden gestidd.
TTe wiize fa~ron de heer Hmleman zieh hier
over v,"1 mnriah-gezelschap uitte. vindt hij be-
neden alle critiek.
De kter Dieleman handhaaft zijn voorstel.
Hy meant, dat de voorstaaders van eon mu-
zieicgezelscnap, dat zelf maar moeten betalen
De heer Oggel wijst er op, dat het muziek-
gezelscaap thaas pas is gereorganiseerd, r/iei
het oog daarop is de subsidie van 300 toe
gekend, en nu gaat het z. i. niet aan om zondei
dat daarvoor bijzondere redenen bestaan, du
subsidie weer te verminderen. De vereeniging
heeft zich met misdragen, zij is vooruitgegaai
en de subsidie is niet misplaatst.
De heer Van Dixhoorn meent, dat het mu
ziekgezelschap in 1919 zeer nuttig gewerkl
heeft bij de verschillende nationale feesten die
we hebben gehad. Steeds is de vereenigin,
trouwens op post geweest, om mede te werken
tot verhooging der feestvreugde. Waar de ge
meente vooral dit jaar zooveel aan het muziek
gezelschap te danken heeft, zou het toch niet
opgaan, de pas verleende subsidie weer i?
te trekken. Da opbouwing van het gezelschap
is daarop gebaseerd en werd de subsidie inge
trokken, dan kreeg men weer een inzinldng
De heei* Weijns wijst er op, dat de vereeni
ging, naar hij destijds hoorde, bij het lander
feest geweigerd heeft te spelen.
De Voorzitter acht dat onjuist, hij meent dat
toen alleen de vergoeding die gevraagd werd
aan do commlssie van het feest wat hoor
voor kwam. En die vergoeding werd niet
gevraagd voor de vereeniging maar als ver
goeding voor het verlet van de muzikanten
Men kan toch ook maar moeilijk vergen, als
eenige heeren het plan opvatten om feest te
vieren, dat de muzikanten dan daaraan maar
hebben mee te werken en zelf de kosten van
hun verlet te dragen. Dat kan van hen niet
gevergd worden op grond dat de gemeente
f 300 subsidie geeft. Die worden gegeven voor
instandhouding van het gezelschap, dat over
het algemeen de openbare feesten opluistert
en af en toe coneerten geeft, die, naar uit de
belangstelling blijkt, door de gemeentenareii
worden gewaardeerd.
De heer Weijns acht toch die houding der
vereeniging tegenover het kinderfeest af te
keuren.
De Voorzitter herhaalt, dat het gevraagde
bedrag alleen moest diesnen voor schadeloos-
stelling aan de muzikanten die er hun werk
voor in den steek moesten laten.
De heer Van Dixhoorn is het daarmede
eens; door hen subsidie te geven staan ze nog
niet in dienst der gemeente en die menschen
kunnen niet altijd hun dagloon derven. Als
eenige heeren rr,"encn een feest te moeten or-
ganiseeren is het niet meer dan billijk dat .zij
degenen die ze daarvoor noodig hebben ver-
goeden voor hetgeen zij door het verleenen van
die medewerking in hun dagloon missen.
Daar niemand het. voorstel van den heer Die
leman steunt, kan het niet in stemming komcP.
De heer Dieleman vraagt nu, of hii nog mng
voorstellen de subsidie voor de Christelijke
Volksbibliotheek met /25 te verhoogen.
Na bevestisrend antwoord van den Voorzit
ter stelt h;j dat voor.
Ook dit voorstel vervalt, daar het door nie-
mand gesteund wordt.
De heer Koster wijst op den post uitgetrok
ken voor schiiderwerk der muziektent. Ho
vindt f 185 nog al veel. Hij meent, dat dit
wo- f 100 best kan en stelt voor, die post tot
dat bedrag te verminderen.
De Voorzitter betoogt. dat dit niet kan; men
moet rekening houden met de tegenwoordige
prijzen.
Er* is ook nog uitgetrokken f 75 voor repa-
ratie.
De heer Weijns vraagt, of het schilderen
wel noorlig is.
De Voorzitter meent, dat de heeren dat van
de raadzaal wel kunnen nagaan.
Op uit.noodiging van den Voorzitter deelt de
gemeente-eoziehter Van den Broeke mede. dat
het schiiderwerk onmogeliik voor 100 zal kun
nen uitcevoerd worden. De kans bestaat ook.
dat de bedekking van het dak met asphaltpa-
nier zal moeten worden vernieuwd.
Do heer De Feijter merkt op, dat de muziek
tent, nad at die door de gemeente is overgeno-
men, ieder jaar groote uitgaven aan reparatie
heeft gevorderd. Hij zou willen doen net als
een particulier, die stelt het, wgens de duurte.
zoolang mogelijk uit. Hii zou dat met het
hranclspnithuis en de onderwjjzerswoning ook
willen doen.
De Voorzitter acht dat voor een gemeente
een verkeerd standpunt; dat ultstellen is niet
in het belang der werken en op den duur
kri.igt men alles op eens.
De. post biijft behouden.
De. heer De Feijter vraagt, in verband met
eene bij het Burgerlijk Armbestuur aanhangig
geval, of er nog eene noodwoning zal gehouwd
worden. Hij meent, dat er. naast de bestaande
in de Oude Stad nog een zou kunnen worden
gezet.
De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeestm*
en Wethouders 'het omtrent het door den heer
Dp Feijter bedoelde geval er over eens zijn, dat
er iets "*ebeui*en moet. Zij achten het 't beste
nog maar een nodwoning in de Oude Stad te
bouwen: de hasten daarvan zi.in geraamd c"
f 700f 800. Hij acht dit een noodzakeliike
uitgaaf.
De heer Van de Bilt vraagt, of die noodwo-
ningen nu allemaal iu de Oude Stad moeten
gebouwd worden. Hij acht dat verkeerd, dat
geeft alleen aanleiding tot het verhoogen van
het budget van het Burgerlijk Armbestuur.
Het is niet goad die menschen daar bij elkaar
te breng*en, de een ksert daar van den ander
dingen die niet deugen en het kost aan de ge
meente veel geld. Er komen er wel 20 uit de
Oude Stad die niet deugen, tegenover nog niet
1 van de buurtschap Spui.
De heer De Feijter: De gemeente heeft al
leen daar grond om die woningen te bouwen.
De heer Van Dixhoorn stemt dat toe, maar
is het eens met den heer Van de Bilt dat het
bij elkaar brengen van zoo'n categorie men
schen verkeerd werkt.
De heer De Kraker vraagt, of er achter den
heer Van de Bilt geen noodwoning kan ge
bouwd worden.
De heer Van de Bilt meent, dat zoo'n vraag.
liier niet te pas komt. Hij kan toch .op zijn
erf geen woning laten bouwen.
De heer De Kraker doelde daar niet op. maar
had het oog op de omgeving van het station.
De Voorzitter wijst er op, dat de gemeente
daar geen grond heeft. Op het Plaatje kan het
echter ook.
De heer Van Dixhoom zou het ook gewenscht
achten, dat zulke woningen verspreid aan de
verschillende wegen werden gebouwd; dat zou
voor de daarvan voortkomende toestanden
beter zijn.
De Voorzitter meent, dat de polderbesturen
daarop niet gesteld zouden zijn. Dat de aan
dacht allereerst op de Oude Stad valt, komt,
omdat daar grond beschikbaar is.
De heer Oggel noemt het hier een zeer bij-
aonder geval en hij betreurt het, dat zulke oni-
standigheden voorkomen, waarin de gemeente
dan maar voorzien moet.
De heer Van de Bilt heeft niet bepaald be
zwaar dat nu nog een woning gebouwd wordt
in de Oude Stad, maar meende toch op dezen
kant der zaak de aandacht te moeten vestigen
Met 8 tegen 2 stemmen wordt besloten tot
het bouwen eener noodwoning in de Oude Stad
over te ganr,. tot het onderdak brengen van
een ongehuwde vrouw met gezin.
Voor stemmen de heeren De Kraber, Wejjn*,
Dekker, Dieleman, De Feijter, Koster; Van de
Bilt en Baart; tegen stemmen de heeren Va»
Dixhoorn en Oggel.
De heer Koster wijst op den post van f2Qi
voor onderhoud van. pompen. Is dat bod.rag
noodig.
De Voorzitter geeft te kennen, dat alle pos-
ten die door Burgemeester en Wethouders op
de begrooting gebraeht worden eigeniijk noo
dig zijn, de pompen moeten worden ondcrhou-
den en de gemeenteopzichter geeft op, wat ea-
naar zijn oordel voor zal moeten worden urt-
gegeven.
De heer Oggel: Als er minder noodig blijkt,
wordt het geld er niet voor uitgegeven.
De Voorzitter stemt daarmede in, het spreekt
van zelf, dat men het benoodigde bedrag niet
te voren als met een schaartje kan knippe*.
Hij merkt voorts op, dat voorts alle op de
begrooting voorkomende posten gelijk zijn aaa
die van het vorig jaar.
De heer Koster merkt ook nog op, dat wel
eens oen kijkje mag worden genomen naar het
zijnad in de Sta.tionsstraat, van af de normaal-
school tot aan den heer Van de Bilt. Voor-
zienine daarvan is wel noodig.
De Voorzitter merkt op, dat een der zijpade*
"■an den weg, in onderhoud behoort bij de r~
vincie. Hij zegt overigens toe, dat daamaar
zal worden gezien.
De verschillende posten der ontvangsten wor-
dien zonder discussie goedgekeurd en de ge-
mepntebegrooting daarna vastgesteld op een
eindciifer van /139.751,33.
De hoofdeliike omslag, die voor het loopende
iaar or f 69.000 is p-eranmd, is voor 1920 ult-
vetroi-Vpn on f 60 000.
De Voorzitter sluit de vergadering.
-j
Gelukkig zijn in vrede ieven met degenen,
die ons omringen en met zich zelf. Of men
met degenen, die ons omringen in vrede leeft,
hangt af van het eigen karakter en de keuze
zijner relalies.
Wat den vrede met zich zelf betreft, d. w. z.
te zorgen dat men niet lijdt, dat men geen
pijnen heeft, kortom, dat men een goede ge-
zondheid geniet, dat hangt van de Pink Pillen
af. Wij hebben hier voor ons het berieht eener
genezing uit den Bosch.
In die oude stad woont Oostwal No. 5 Mej.
Bergh, geb. Bongers.
De omstandigheden, waarin Mei. Ber 1
hadden haar de bovenbedoelde rust moeten ver-
schaffen, maar sedert eenigen tijd was haar
gezondheidstoestand verre van bevredigend;
dank zij de Pink Pillan, zooals men zien zal,
is dat alles veranderd.
,Ik verklaar hierdoor, schrijft zij ona, dat
ik mij gedurende tamelijk langen tijd in een
toestand van bloeda.rm.oede en ongemak be
yond. Ik had pijnen in mijn rug, ik was zwak
en van tijd tot tijd moedeloos; kldur noch eet-
lust had ik meer, ik sliep bovendien zeer slecht
en rustte niet. Ik heb natuurlijk enkele ge-
neesmiddelen g.ebruikt maar slaaigde er niet
in een blijvende genezing te verkrijgen. Ein-
delijk heoft men mij de Pink Pillen aanbevolen.
Ik heb ze genomen en dadelijk gevoeld, dat
zij mij zeer veel goed deden. Dank zij de Pink
Pillen zijn mijn kwalen verdwenen en aedert
is mijn gezondhedd uitstekend".
De Pink Pillen verwekken over de geheele
wereld merkwaardige genezingen, omdat zij nu
eenmaal een zeer gelukkig gevonden middel
zijn om bloed te verschaffen met iedere Pil.
Zij zijn onovertroffen tegen bloedarmoede,
bleekzucht. alg'emeene zwakte, maaepijnen,
hoofdpijnen, zenuwpijnen. Ze zijn biizonder
aan te bevelen voor herstellenden en een uit-
stekende opwekking der zenuwen en genezen
dus ook de neurasthenie.
De Pink Pillen zijn verkrijgbaar A 1.75 per
doos en 9.per zes doozen bij het Hoofd-
depot der Pink Pillen, Nassaukade 314 Am
sterdam, en verder bij alle goede apothekers
en drogisten.
De PINK PILLEN zijn verkrijgbaar bij
firma A. v. OVERBEEKE—LEUNISf
Axelschestr. Westkolkstr.
Ook voor wederverkoopers