ALGEI1EEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 8867.
Donderdag 24 Juli 1919.
59e Jaargang.
ABONNEMENT:
ABVERTEMTIEN
Telefoon 25.
Bit Blad Yerschijnt MaaMag-, Woeasdag- ea Yrjjdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, Bij de Firma P. J. YAH DE 8ANDE ie Ter Nenzen.
BINWENLAMD.
BUITENLAND.
S3
m J|F
it
Per 3 niaanden binnen de stad 1.20, Franco per post voor Nederland 1.40.
8ij vooruitbetaling: voor Belgie en Ned.-Indie 1.80, overig Buite'nland 2.
Voor Nederland: Per jaar bij vooruitbetaling 5,
Men abonneeri zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandeiaren, Postkantoren en Hulppostkantoren.
Van 1 tot 4 regels O.^O. Voor elken regel meer
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief,
op aanvraag verkrijgbaar is.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
0.1
hetwelk
Vleesch en Tleeschwaren, schadelijk voor de behandeling van het vredesverdrag
de gezondheid.
In antwoord op het verslag van de com
missie van rapporteurs over het ontwerp
van de wet, houdende bepaiingen tot wering
van vleesch en vleeschwaren, die voor de
volksgezondheid schadeljjt zgn, deelen de
Ministers van Arbeid en van Landbouw
mede, dat de wet aanleiding zal geven tot
ontduiking op grooten schaal. De vol
strekte noodzakeljjkheid van de bescherming
der volksgezondheid tegen de gevaren, die
dreigen en tegen de ergerlijke knoeiergen,
die niet zeldzaam zijn, maken deze regeling
onvermgdeljjk. Waar gemis van instemming
bij een deel der bevolking niet een gevolg
is van ontoelaatbaar eigenbelang, zal met
tact en overreding worden opgetreden ter
bereiking van het doel der wet. Waar
evenwel met de volksgezondheid strjjdig
eigenbelang in het spel is, zal aan de kwade
praktjjken met kracht een einde gemaakt
moeten worden.
Den prikkel tot frauduleus slachten zal
voor wie niet schadeljjke handelingen be-
oogt veel geringer zjjn dan gedurende den
crisistijd het geval is geweest. Immers
toen was slachten volstrekt verboden, thans
zal het alleen aan zekere voorwaarden
bonden zjjn.
Onder de in artikel 2, eerste lid b be-
doelde vleesehwaren zjjn ook begrepen de
in blik en glas geconserveerde. Te dien
aanzien zal er in de eerste plaats een pre-
ventief toezicht komen. Het repressief
toezicht zal in hoofdzaak taak zijn van de
keuringsdiensten, omdat de onderzoekingen
vooral van chemischen aard zijn
Indien er in eene gemeente een open-
baar slachthuis is, zal het houden van an
dere slachthuizen niet van rechtswege ver-
boden zijn, maar zal de gemeente, die
andere inrichtingen kunnen weren met
behulp van art. 4, 3° van de Hinderwet.
Art. 26 van hat ontwerp opent daartoe de
gelegenheid, indien van een slachthuis in
een naburige gemeente gebruik kan worden
gemaakt.
Hier'oij is de goedkeuring van Gedepa-
teerde Staten voorbehouden.
Nederland en Duitschland.
Het vredesverdrag in het Lagerhuis.
De berechting van den keizer.
Het Engelsche
Lagerbuis
begonnen. Bij de besprekingen kwam vooral
naar voren de berechting van den voorma-
ligen Duitschen keizer. De leider der
libeiale oppositie, Maclean, verzette zich
tegen het voornemen om het proces te
Londen te doen houden. De keizer was
bljjkbaar verantwoordelijk voor eenige der
wreedste misdaden, maar hij achtte hem te
onwaardig om te Londen te woidenfcereeht,
Bp stelde daarom voor het proces zonder
veel ophef in een neutraal land te does
houden. Namtns de arbeiderspartij telde
Clynes de nadeelen van het vredesverdrag
veel lichter dan de voordeelen. De vol
gende sprekers waren alien van oordeei,
dat de keizer terecht diende te staan. Al
leen was men het niet er over eens waar
dat proces zou moeten worden gehouden.
Alle sprekers brachten hulde aan de werk-
kracht, door Lloyd George ter vredeseon-
ferentie, waar hij de verschillende mee-
ningen tot overeerstemmir g wist te brengen
ten toon gespreid. -
In zijn antwoord aan de verschillende
sprekers verdedigde Lloyd George ver
schillende bepaliDgen van het verdrag. Hg
verklaarde dat Engeland zich wezenlpke
compensaties had bedongen, hoewel bet on
mogelijk was alle oorlogskcsten te dekken.
Het was ook onmogelijk het bedrag \o<n
het herstel en de schadeloosstelling vast,
te stelleD, omdat het op het oogenblik niet
mogelijk is de herstellingskosten tebipalem
De minister verdedigde de territoiiak
regelingen en de militaire voorwaarden,
die Duitschland waren opgelegd en wees
met nadrnk op den a'gemeenen wensek
naar afschaffing van den dienstplicht. Hg
hoopte, dat tegen het einde van 19HJ
Engeland langs vipwilligen weg erin zon
slagen om de beecherming van de Britscfae
belangen in de geheele wereld te verzekeren.
Het was onmogelijk een eind aan den
dienstplicht te maker, voordat de tegen-
woordige trestand was cpgtklaaid.
Hij bleet volmaakt bp zijn vrcegere ver-
klaringen ten aanzien van de tegerover
Rusland te volgen poiitiek er; hield staande
dat 6-eze politick door Churchill niet k
verlaten.
Wat het procos tegen den keizer be-
treft, vervolgde Lloyd George, niemand
dacbt eraan om deze ptrsoor, die verant
woordelijk was voor bet hloodbad op groote
schaal, te laten ontsDappfn. (Toejuicbiu-
gen). Hp vroeg welk recht Engtland zich
moest aanmatigen, dat een neutiaal laud
het tooneel van het proces zou zpr. De
neutralen waren niet op de vied* sconferen-
tie noch in den oorlog geweest en de keizer
zon niet het voorwerp van een proces
worden, indien de zaak aan hen werd over-
gelaten. De geallieerden hadden voldoend®
vertrouwen in Engeland om te weten, dat,
wie hier ook terecht zal staan, rekenea
kan op een rechtspraak, die geevenreedigd
is aan de hoogste tradities der Britsche
justitie, welke ongerept zpn. (Toejuichingen).
Hp had een groot vertrouwen in het
heilzame effect hiervan, dat voor de eerste
maal een man, die vrpwillig den oorlog
op touw zette alleen uit behoelte aan pea?
soonlijke grootheid of ijdelen roem, zpn
optreden tot een misdaad gestempeld zon
zien. (Toejuichingen),
Inzahe de Iersche kwestie verklaarde de
minister, dat het voornaamste beletsel voor
de oplossing hiervan was, dat de nationa-
listen de beginselen van Wilson niet op
heel Ierland willen toepassen en niet te
vreden zijn met zelfbestuur, maar aan an-
deren dat zelfbestuur willen onthouden.
Lloyd George bleef evbij, dat het vredes
verdrag rechtvaardig is en voor eeuwen
aan de wereld zal toonen, dat men niet
ongestraft nationale rechten kan vertrappen
en plechtige verdragen kan verbreken.
(Toejuichingen.) Hij meende dat niet het
verdrag het Duitsche rjjk had vernietigd.,
maar dat zichzelf had vernietigd. (Toe
juichingen.)
Het Huis verwierp een motie-Bottomley,
waarin betreurd wordt, dat aan Engeland
niet volledige financieele schadeloosstelling
wordt verleend.
Het wetsontwerp tot goedkeuring van
vredesverdrag werd in derde lezirig aarige-
nomen met 163 tegen 4 stemmen. De
Iersche nationalisten hadden die stemming
verlangd als protest tegen de houding van
de regeering in zake den toestand in Ierland.
Het wetsontwerp betreffende het Engelsch
Fransch tractaat is na drie lezingen met
algemeene stemmen aangeaomen.
De tot tevredehheid stemmehde positie vati
otis lahd.
In het tijdschrift „Eigen Haard" koint een
beschouwing voor, geschreven door „Specta-
tor", welke wij wel gewenscht achten ook
onder de aandaeht van onze lezers te brehgen.
„Spectator" zegt o.a. het volgende:
Nederland kan geen overwinnend leger toe-
juicheh -. maar het heeft ook geen tol be-
taald aan den oorlog, is vrij gebleven van de
rampen, die Frankrijk en andere overwin-
nende of verslagen landen bijkans te groflde
dreigen te richteh. En het komt ons voor, dat
tevredenheid met ons lot en dankbaarheid
voor wat ons gespaard werd, ons volk beter
zou passen dan de ontevredenheid die heden
teh dage merkbaar is. Men apprecieert te
weinig het goede, dat de tijden meebrengen,
heeft geen oog voor de wereldhistorische
beteekenis van gebeurtenissen, die nu eens
niets met den afgeloopen oorlog te maken
hebben, en blijft zich veelal doodsitaren op
enkele nog niet opgeloste vraagstukken, die
met den volkerenstrijd samenhangen, in stede
van zijn aandaeht te geven aan deh opbou-
wenden arbeid, waarvoor de weg geeffend
is. Ons volk dient te beseffen, dat het daarbij
een rol spelen kan, grooter en eervoller dan
het in den oorlog had kunnen vervullen;
maar het moet dan de oogen openen voor de
kansen, welke zich voordoen en voor de gun-
stige, tot dankbaarheid en tevredenheid stem-
mende positie, waarin ons land zich, te mid
den van verarmde en verwoeste nabuurstaten,
bevindt.
Spitsbergen
(Officieel). Blijkens bericht van den Ne-
derlandsche gezant te Parijs heeft de opperste
raad der geallieerde en geassocieerde mogend-
heden een commissie samengesteld uit een
vertegenwoordiger van de Vereenigde Staten
van Amerika, van Engeland, van Frankrijk
en van Italie, teneinde zich bezig te houden
met een onderzoek naar de aanspraken vah
verschillende staten met betrekking tot de
eilandengroep van Spitsbergen.
Ingevolge daartoe van den Franschen Mi
nister van Buitenlandsche Zaken ohtvangen
uitnoodiging is aan Jhi\ Loudon opdracht
gegeven, met gebruikmaking van de gegevens,
vervat in het onlangs op last van den Mi
nister van Buitenlandsche Zaken uitgegeven
boek van Dr. Wieder, het standpunt van de
Nederlandsche regeering met betrekking tot
Spitsbergen uiteen te zetten.
De ex-Keizer.
Uit Berlijn wordt gemeld:
De laatste kabinetschef van den ex-Keizer,
Von Berg, die in Amerongen vertoefde, schrijft
in het Sonntagliche Volkshlatt „Der Auf
rechte", dat de vroegere Keizer geen gebro-
ken man is, maar zijn lot kalm en met waar-
digheid draagt en meer onder het noodlot
van Duitschland gebukt gaat, dan onder zijn
eigen ongeluk. Ook heeft hij niet geklaagd,
toen hij vemam dat de uitleveringsparagraaf
in het vredesverdrag werd opgenomen.
De rechtspositie rah den gewezeh Duitschen
Keizer
Ware het niet, dat de Engelsche eerste
Minister Ki de verkiezingen min of meer
's mans hoofd aan de kiezers had beloofd,
men zou er vrijwel zeker van kunhen zijn,
dat er van de uitleveringszaak niets zou ko-
men en men den Duitschen ex-Keizer zou la-
ten in de door hemzelf gekozen verlatenheid,
waarin hij zich thans bevindt. Daar evenwel
de mogelijkheid blijft bestaan, dat men de
eens gegeven belofte zal willen nakomen,
blijft het voor ons land zaak, zegt het Hbl.
dat er niet de minste dubbelzinnigheid
heersche omtrent de rechtspositie, waarin de
Keizer zich hier te lande bevindt in de hou-
ding, die wij zullen aannemen, wahtieer oh-
verhoopt eeh verzoek tot zijn uitleverihg tot
ohze Regeering mocht komen.
Het blad zet uiteen, dat zijn rechtspositie
geregeld wordt door de eerste alinea van art.
4 der Grondwet, waarin hem gelijke persoon-
lijke vrijheid als aan Nederlanders gewaar-
borgd wordt.
Daar nu Nederlanders nimmer voor zooda-
nig doel zouden kunnen wordeh ih hahdeh
gesteld van een vreemde regeerihg, zal dit
ook ten aanzien van den ex-Keizer grohdwet-
telijk niet mogelijk zijn.
Slecht voorbeeld.
Eenigen tijd geleden zijn de voorzitters van
de Raden van Arbeid benoemd. Dezen hebben
hun bureaux ingericht, zich van kantoorper-
soneel voorzien en reeds samensprekingeh ge-
houden met werkgevers en werknemers.
Wil het instituut goed werken, dan moeten
de leiders van de Raden van Arbeid het ver-
trouwen weten te winnen van de bevolkihg
eh zij zullen dat zeker verkrijgen, indien zij
zoo weinig mogelijk aanleiding geven tot de
critiek der openbare meening.
Reeds maakte het, echter een weinig gun-
stigen indruk, dat het personeel, voor dat het
nog een zaak had kunnen behahdeleh, eeh
vereenigihg oprichtte om te komen tot
loonsverhooging!
Maar dat is vrij onschuldig.
Erger is, dat er voorzitters van Raden van
Arbeid zijn, die meenen, dat de Rijks gelden
niet komen 'uit de beurzen van de toch al
zwaar Ijelaste burgerij.
Bij het aankoopen van kantoren wordt
blijkbaar op geld niet gekeken.
Te Maastricht kocht de Raad van Arbeid
een pand voor f 60.000, dat nog niet lang ge
leden voor 35.000 was overgegaan.
En te 's Gravenhage meende men niet lager
te moeten gaan dan 160,000.
Het is te begrijpen, dat de heeren keurig
gei'nstalleerd willen zijn.
Maar het komt ons wel wat heel duur voor.
Ook in de tegenwoordig zoo dringend noo-
dige zuinigheid kon de overheid een voorbeeld
geven.
Nederland en Duitschland.
Nadat door een eigenhandig schrijven van
de Koningin aan den Presideht der Duitsche
Republiek in antwoord op diens kennisgevitig
van het aahvaarden van zijne waardigheid
der nieuwe staatsvorm van het Duitsehe Rijk
door de Nederlandsche Regeering was er-
kend, heeft op 18 dezer de heer W. A. F
Baron Gevers aan den heer Friedrich Ebert
zijnen geloofsbrief als gezant der Nederlan-
den overhabdigd.
De officieele betrekkingen zijn dus in alle
vormen aangeknoopt.
Bevrachtihgen-
De Minister van Landbouw heeft bepaald
dat bevrachtingen, anders dan door bemidde-
ling van een scheepsbevrachter en af te slui-
ten voor schepen, welke zich niet bevinden
binnen een der beurskringeh als bedoeld lb
de artt. 7 en 8 der beschikking van 4 Febr,
1919, gewiizigd 27 Juni 1910, mo gen plaats
vinden zonder dat de betrokken schipper be-
hoeft te vertoonen het bewijs van inschrijving
als bedoeld bij art. 11, 2de lid, van genoemde
beschikking, mits de schipper overigens Me
bepaling, vervat in art. 15 dier beschikking
in acht neemt,
De houders vah Russische Staatsschuld.
Schriftelijk beantwoorde vragen.
Op de vragen van het Kamerlid den heer
Van Lanschot, in zake de belangen vah Ne
derlandsche houders van Russische Staats
schuld bij een eventueele intemationale rege-
ling dier schuld, antwoordde de Minister van
Financien:
_„De Regeering houdt haar aandaeht bij
voortduring gevestigd op de bedreiging van
vermogensbelangen van Nederlanders in ver-
schillende landen, met name ook ih Ruslahd.
In verband daarmede wordt er aan herinherd,
dat reeds in Februari 1918 aan de pers hier
te lande werd medegedeeld, dat het geheele
„corps diplomatique" te Petrograd aan den
Volkscommissaris van Buitenlandsche Zaken
een nota heeft overhandigd, waarin er op werd
gewezen, dat het geen enkel decreet van an
nuleering, inheslagneming enz. van aah oh.
derdanen van de door het corps vertegen-
woordigde Staten toebehoorend waardepapier
erkent, en zich het recht voorbehoud volledige
schadevergoeding voor geleden nadeel te
eischen. De Regeering zal zonder twijfel,,
zoodra de omstandigheden zich daartoe lee-
nen, verdere stappen doen ten behoeve vah
de Nederlahdsche houders van Russische
Staatsschuld, en dan uit den aard der zaak
aandringeh op hun behandeling op deh voet
vah meeste begunstiging".
Nederlaftd en Belgie.
Het bestuur van de Kamer van Koophandel
te Antwerpen heeft aan den eersten Minister
een brief geschreven aangaande de onderhan-
delingen nopens de vrijheid van de Schelde
en de soevereiniteit van Belgie over „zijn
stroom".
„Onder de problemen van internatiohaleh
aard", zoo luidt het in dien brief, „welke
rechtstreeks onze toekomst betreffen, maar
nog steeds niet zijn opgelost, neemt de le-
venskwestie van de vrijheid van de Schelde en
van ons recht om soeverein te waken voor de
veiligheid van dezen stroom, waarvan wij
moeten leven als van het bloed van onze ade-
ren, een eerste plaats in.
Mocht onder hen, van wien de definitieve
oplossing dezer kwesties, welke wij verwach-
ten, afhangen, nog iemand zijn, die twijfelt
aan haar hoog belang voor de haven van
Antwerpen en voor het heele land, dan zal
stellig geen gebaar zoo zeer tot het wegne-
men van de laatste bijdragen als hetgeen wij
thans van onze regeering vragen. Als meh
ziet, hoe ons land, nog bevend van de be-
proevingen, die het heeft ondergaan, trots al-
les zijn onwrikbaar vertrouwen uitdrukt in de
hooge roeping van zijn nationale haven eh zijn
vasten wil toont, haar tot geen prijs te laten
achteruitgaan, of haar welvaart van voor den
oorlog verkort te zien; als men ziet, dat de
natie bereid is, zich alle opofferingen te ge-
troosten om deze haven op de hoogte te hou
den van alle eischen van het moderhe verkeer,
dab zullen ook de verstokste twijfelaars be
grijpen, hoe wij, onze soevereiniteitsrechten
op de Schelde verdedigend, ons leven zelf en
daarmee het leven van Feel Belgie verde-
digen".
a.- jgcaauajimi
Het verdrag van 1839
Naar de berichtgever van het Hbl. te Pa
rijs meldt, ontving de „Echo de Paris" van
zijn Brusselschen correspondent een telegram
omtrent pogingen der Engelschen om de sym-
pathie der Belgen voor Engeland weer te ver-
levendigen. Eerst is Herbert ontvangen door
de „Cour de Cassation" te Brussel, daarna
Samuel, die ter plaatse in zijn qualiteit van
hooge commissaris, een onderzoek instelt naar
de behoeften van den Belgischen hand el en
industrie, daarna Lord Burnham, de directeur
van de „Daily Telegraph", dien de Belgische
pers dank heeft gebracht voor zijn campagne
ten bate van Belgie, en ten slotte de Lord
Chanceller van Engeland. Deze heeft aah't Hof
kunnen hooren, zooals Guillemets, de corres
pondent van de „Echo" zegt, van een „hatio-
naal geweten", dajt met beslistheid op de le-
vensvoorwaarden van Belgie wijst. De pro-
cureur-generaal Terlinden kenschetste het
verdrag van 1839 als onbillijk en verouderd.
Het algemeene applaus betuigde volgens Guil
lemets dat de Belgen verwachtingen koesteren,
waarvan het weinig verstandig zou zijn de
verwezenlijking te beletten.
Militaire missie naar den Yzcr.
Naar uit Brussel aan de ,,Msb." wordt ge-
seind, zal binnenkort een Nederlandsche mili
taire missie een bezoek brengen aan de slag-
velden van den Yzer en de werken aah de
kust. De Nederlandsche officieren zullen door
Belgische collega's worden rondgeleid.
Beeedigihg van raadsleden.
Aan den Minister van Binnehlahdsche Za
ken is de vraag voorgelgd, op welke wijze op
den eersten Dinsdag van September de be-
eediging van de nieuw gekozen raadsleden
moet plaats hebben in die gemeenten, waar
op genoemd tijdstip om de een of andere re-
den (vacature, ziekte enz.) de burgemeester,
voorzitter van den raad, niet in de raadsver-
gadering aanwezig kan zijn.
In verband met deze vraag meent de Mi
nister er de aandaeht op te moeten vestigen,
dat de Gemeentewet den raad onmiddellijk bij
zijn eerste samenkomst werkzaamheden op-
draagt. Hij wijst bijv. op art. 83, voorschrij-
vende de verkiezing van wethouders op den
eersten Dinsdag van September. De raad kan
zich van de uitvoering van zijn werkzaamhe
den niet kwijten, tenzij de functie van voor
zitter vervuld is. Is de burgemeester niet
aanwezig, dan behoort, naar 's Ministers mee
ning, i. c. art, 77 2e lid, eerste volzin van de
Gemeentewet te worden toegepast en zal mits-
dien eventue.ee! ook v.oor de beeediging het
oudste lid in jaren van den raad als voorzit
ter optreden, totdat die functie volgens art.
77, eerste lid, overgaat op de oudste van de
nieuw benoemde wethouders.
NederlandBelgie
De redacteur van de „Maasbode" te Brussel
seint:
De „Libr.e Belgique" meldt, dat de nadere
bijzonderheden welke het blad uit Parijs heeft
ontvangen, betreffende de Nederlandsch-Bel-
gische onderhandelingen hog wel niet toe-
laten victorie te kraaien, maar zij bevestigen,
dat de mogendheden beter gestemd zijn ten
opzichte van Belgie dan een maand geleden.
De afgevaardigden van Frankrijk en Engelahd
zijn vooral aan Belgischen kant.
De Nederlandsche gedelegeerden willen niet
dat het vraagstuk anders zal worden bespro-
ken, dan volgens het besluit van Juni, maar de
meerderheid der commissieleden schijnt van
oordeel te zijn dat het onmogelijk is tot een
bevredigend resultaat te geraken, indien na-
melijk te voren reeds is bepaald, dat geen
enkel intematioaal servituut aan de Schelde
kan worden opgelegd.
De Parijsche berichtgever van ,,'t Hbl."
seint:
Dinsdagochtend vertrok Poincare naar Bel
gie en Dinsdagochitend schrijft Bainville in
de „Action Francaise", dat de Belgen ter wil-
le van de algemeene veiligheid meester moeten
zijn in eigen huis, en bevrijd moeten wordeh
van de servituten die op Maas en Schelde
rusten, terwijl het vormvormig aanhansel, dat
Hollandsch Limburg vormt, moet weggeno-
men worden. De eeuwige legende van deh
terugtocht van het Duitsche leger door Lim
burg in November 1918 nog eens ophalende,
zegt de schrijver, dat Nederland door dat feit
zelf heeft aangetoond, dat een rationeeler
grensregeling voor Belgie een levensvoor-
waarde is, en een betere fcescherming voor de
westelijk van Duitschland gelegen mogend
heden noodzakelijk is. In alle geval moet Bel
gie schadeloos gesteld worden, zegt Bainville,
en al is het treurig voor Nederland, men kent
te Den Haag zeer goed de waarheid van den
ouden stelregel, dat de vrede ten koste der
neutralen gesloten werd.
Bovendien heeft Nederland zijn vrijheid te
danken aan de overwinnihg der geallieerdeh
en de veiligheid zijner kolonien, die het zelf
niet verzekeren kan, maakt, dat het zich eenige
opofferingen ten behoeve van Europa zal moe
ten getroosten.
<5
(Officieel.) Op 18 dezer heeft de heer
W. A. F. baron Gevers aan den President
der Duitsche Republiek den geloofsbrief
overhandigd, waarbjj hp is geaccrediteerd
als buitengewoon gezant en gevolmachtigd
minister van de Koningin bij genoemde
Republiek.
Het vredesverdrag met Oostehrijk.
Dutasta, de secretaris der vredesconferentie,
heeft aan Renner, heit hoofd der Oostenrijk-
sche vredesafvaardiging, den volledigen tekst
van het vredesverdrag overhandigd met een
brief van Clemenceau, waarin den Oosteh-
rijkers tien dagen wordt gegeven om zich aan
de bepaiingen te onderwerpen.
De overhandiging geschiedde zonder plicht-
plegingen.
Het vredesverdrag met Oostenrijk beperkt
het leger tot op 30,000 man, uit vrijwilligers
gerecruteerd. De commissie voor het herstel
zal het totale bedrag der schadevergoeding
vaststellen, hetwelk over 30 jaar moet worden
betaald. Oostenrijk moet alle koopvaardijsche
pen en 20 van zijn rivierschepen uitleveren.
De gebieden, die zich van Oostenrijk hebben
afgescheiden, zullen een gedeelte van Oosten-
rijk's schuld van voor den oorlog overnemen,
dat de commissie voor het herstel zal vast
stellen. Zij zullen echter geen oorlogsschuld
te betalen hebben.
In het bezette Rijftgebied.
De Berlijnsche bladen vermelden als staal-
tje van willekeur der Fransche bezettings-
autoriteiten in Rijnland het volgende bericht
uit Frankfort:
Te Marienborg bij Mainz noodigde 14 Juli,
den dag van het Fransche nationale feest, de
Frahsche opperbevelhebber de bewoners uit
tot een bal, doch slechts de burgemeester en
penige oude heeren verschenen. Te midder-
nacht liet de plaatselijke commandant alle
gezinnen wekken met bevel hun dochters on
middellijk naar het feest te zenden om met de
Fransche soldaten te dansen. Wie hier geen
gevolg aan gaf, zou streng gestraft worden.
Desniettegenstaande verschenen slechts zes
gezihnen met dochters.
Op bevel van de Fransche autoriteiten heeft
de burgemeester van Kreusnach, Dr. Koer-
nicke, de stad moeten verlaten.
is