ALGEI1EEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 8867. Donderdag 24 Juli 1919. 59e Jaargang. ABONNEMENT: ABVERTEMTIEN Telefoon 25. Bit Blad Yerschijnt MaaMag-, Woeasdag- ea Yrjjdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, Bij de Firma P. J. YAH DE 8ANDE ie Ter Nenzen. BINWENLAMD. BUITENLAND. S3 m J|F it Per 3 niaanden binnen de stad 1.20, Franco per post voor Nederland 1.40. 8ij vooruitbetaling: voor Belgie en Ned.-Indie 1.80, overig Buite'nland 2. Voor Nederland: Per jaar bij vooruitbetaling 5, Men abonneeri zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandeiaren, Postkantoren en Hulppostkantoren. Van 1 tot 4 regels O.^O. Voor elken regel meer Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave. 0.1 hetwelk Vleesch en Tleeschwaren, schadelijk voor de behandeling van het vredesverdrag de gezondheid. In antwoord op het verslag van de com missie van rapporteurs over het ontwerp van de wet, houdende bepaiingen tot wering van vleesch en vleeschwaren, die voor de volksgezondheid schadeljjt zgn, deelen de Ministers van Arbeid en van Landbouw mede, dat de wet aanleiding zal geven tot ontduiking op grooten schaal. De vol strekte noodzakeljjkheid van de bescherming der volksgezondheid tegen de gevaren, die dreigen en tegen de ergerlijke knoeiergen, die niet zeldzaam zijn, maken deze regeling onvermgdeljjk. Waar gemis van instemming bij een deel der bevolking niet een gevolg is van ontoelaatbaar eigenbelang, zal met tact en overreding worden opgetreden ter bereiking van het doel der wet. Waar evenwel met de volksgezondheid strjjdig eigenbelang in het spel is, zal aan de kwade praktjjken met kracht een einde gemaakt moeten worden. Den prikkel tot frauduleus slachten zal voor wie niet schadeljjke handelingen be- oogt veel geringer zjjn dan gedurende den crisistijd het geval is geweest. Immers toen was slachten volstrekt verboden, thans zal het alleen aan zekere voorwaarden bonden zjjn. Onder de in artikel 2, eerste lid b be- doelde vleesehwaren zjjn ook begrepen de in blik en glas geconserveerde. Te dien aanzien zal er in de eerste plaats een pre- ventief toezicht komen. Het repressief toezicht zal in hoofdzaak taak zijn van de keuringsdiensten, omdat de onderzoekingen vooral van chemischen aard zijn Indien er in eene gemeente een open- baar slachthuis is, zal het houden van an dere slachthuizen niet van rechtswege ver- boden zijn, maar zal de gemeente, die andere inrichtingen kunnen weren met behulp van art. 4, 3° van de Hinderwet. Art. 26 van hat ontwerp opent daartoe de gelegenheid, indien van een slachthuis in een naburige gemeente gebruik kan worden gemaakt. Hier'oij is de goedkeuring van Gedepa- teerde Staten voorbehouden. Nederland en Duitschland. Het vredesverdrag in het Lagerhuis. De berechting van den keizer. Het Engelsche Lagerbuis begonnen. Bij de besprekingen kwam vooral naar voren de berechting van den voorma- ligen Duitschen keizer. De leider der libeiale oppositie, Maclean, verzette zich tegen het voornemen om het proces te Londen te doen houden. De keizer was bljjkbaar verantwoordelijk voor eenige der wreedste misdaden, maar hij achtte hem te onwaardig om te Londen te woidenfcereeht, Bp stelde daarom voor het proces zonder veel ophef in een neutraal land te does houden. Namtns de arbeiderspartij telde Clynes de nadeelen van het vredesverdrag veel lichter dan de voordeelen. De vol gende sprekers waren alien van oordeei, dat de keizer terecht diende te staan. Al leen was men het niet er over eens waar dat proces zou moeten worden gehouden. Alle sprekers brachten hulde aan de werk- kracht, door Lloyd George ter vredeseon- ferentie, waar hij de verschillende mee- ningen tot overeerstemmir g wist te brengen ten toon gespreid. - In zijn antwoord aan de verschillende sprekers verdedigde Lloyd George ver schillende bepaliDgen van het verdrag. Hg verklaarde dat Engeland zich wezenlpke compensaties had bedongen, hoewel bet on mogelijk was alle oorlogskcsten te dekken. Het was ook onmogelijk het bedrag \o<n het herstel en de schadeloosstelling vast, te stelleD, omdat het op het oogenblik niet mogelijk is de herstellingskosten tebipalem De minister verdedigde de territoiiak regelingen en de militaire voorwaarden, die Duitschland waren opgelegd en wees met nadrnk op den a'gemeenen wensek naar afschaffing van den dienstplicht. Hg hoopte, dat tegen het einde van 19HJ Engeland langs vipwilligen weg erin zon slagen om de beecherming van de Britscfae belangen in de geheele wereld te verzekeren. Het was onmogelijk een eind aan den dienstplicht te maker, voordat de tegen- woordige trestand was cpgtklaaid. Hij bleet volmaakt bp zijn vrcegere ver- klaringen ten aanzien van de tegerover Rusland te volgen poiitiek er; hield staande dat 6-eze politick door Churchill niet k verlaten. Wat het procos tegen den keizer be- treft, vervolgde Lloyd George, niemand dacbt eraan om deze ptrsoor, die verant woordelijk was voor bet hloodbad op groote schaal, te laten ontsDappfn. (Toejuicbiu- gen). Hp vroeg welk recht Engtland zich moest aanmatigen, dat een neutiaal laud het tooneel van het proces zou zpr. De neutralen waren niet op de vied* sconferen- tie noch in den oorlog geweest en de keizer zon niet het voorwerp van een proces worden, indien de zaak aan hen werd over- gelaten. De geallieerden hadden voldoend® vertrouwen in Engeland om te weten, dat, wie hier ook terecht zal staan, rekenea kan op een rechtspraak, die geevenreedigd is aan de hoogste tradities der Britsche justitie, welke ongerept zpn. (Toejuichingen). Hp had een groot vertrouwen in het heilzame effect hiervan, dat voor de eerste maal een man, die vrpwillig den oorlog op touw zette alleen uit behoelte aan pea? soonlijke grootheid of ijdelen roem, zpn optreden tot een misdaad gestempeld zon zien. (Toejuichingen), Inzahe de Iersche kwestie verklaarde de minister, dat het voornaamste beletsel voor de oplossing hiervan was, dat de nationa- listen de beginselen van Wilson niet op heel Ierland willen toepassen en niet te vreden zijn met zelfbestuur, maar aan an- deren dat zelfbestuur willen onthouden. Lloyd George bleef evbij, dat het vredes verdrag rechtvaardig is en voor eeuwen aan de wereld zal toonen, dat men niet ongestraft nationale rechten kan vertrappen en plechtige verdragen kan verbreken. (Toejuichingen.) Hij meende dat niet het verdrag het Duitsche rjjk had vernietigd., maar dat zichzelf had vernietigd. (Toe juichingen.) Het Huis verwierp een motie-Bottomley, waarin betreurd wordt, dat aan Engeland niet volledige financieele schadeloosstelling wordt verleend. Het wetsontwerp tot goedkeuring van vredesverdrag werd in derde lezirig aarige- nomen met 163 tegen 4 stemmen. De Iersche nationalisten hadden die stemming verlangd als protest tegen de houding van de regeering in zake den toestand in Ierland. Het wetsontwerp betreffende het Engelsch Fransch tractaat is na drie lezingen met algemeene stemmen aangeaomen. De tot tevredehheid stemmehde positie vati otis lahd. In het tijdschrift „Eigen Haard" koint een beschouwing voor, geschreven door „Specta- tor", welke wij wel gewenscht achten ook onder de aandaeht van onze lezers te brehgen. „Spectator" zegt o.a. het volgende: Nederland kan geen overwinnend leger toe- juicheh -. maar het heeft ook geen tol be- taald aan den oorlog, is vrij gebleven van de rampen, die Frankrijk en andere overwin- nende of verslagen landen bijkans te groflde dreigen te richteh. En het komt ons voor, dat tevredenheid met ons lot en dankbaarheid voor wat ons gespaard werd, ons volk beter zou passen dan de ontevredenheid die heden teh dage merkbaar is. Men apprecieert te weinig het goede, dat de tijden meebrengen, heeft geen oog voor de wereldhistorische beteekenis van gebeurtenissen, die nu eens niets met den afgeloopen oorlog te maken hebben, en blijft zich veelal doodsitaren op enkele nog niet opgeloste vraagstukken, die met den volkerenstrijd samenhangen, in stede van zijn aandaeht te geven aan deh opbou- wenden arbeid, waarvoor de weg geeffend is. Ons volk dient te beseffen, dat het daarbij een rol spelen kan, grooter en eervoller dan het in den oorlog had kunnen vervullen; maar het moet dan de oogen openen voor de kansen, welke zich voordoen en voor de gun- stige, tot dankbaarheid en tevredenheid stem- mende positie, waarin ons land zich, te mid den van verarmde en verwoeste nabuurstaten, bevindt. Spitsbergen (Officieel). Blijkens bericht van den Ne- derlandsche gezant te Parijs heeft de opperste raad der geallieerde en geassocieerde mogend- heden een commissie samengesteld uit een vertegenwoordiger van de Vereenigde Staten van Amerika, van Engeland, van Frankrijk en van Italie, teneinde zich bezig te houden met een onderzoek naar de aanspraken vah verschillende staten met betrekking tot de eilandengroep van Spitsbergen. Ingevolge daartoe van den Franschen Mi nister van Buitenlandsche Zaken ohtvangen uitnoodiging is aan Jhi\ Loudon opdracht gegeven, met gebruikmaking van de gegevens, vervat in het onlangs op last van den Mi nister van Buitenlandsche Zaken uitgegeven boek van Dr. Wieder, het standpunt van de Nederlandsche regeering met betrekking tot Spitsbergen uiteen te zetten. De ex-Keizer. Uit Berlijn wordt gemeld: De laatste kabinetschef van den ex-Keizer, Von Berg, die in Amerongen vertoefde, schrijft in het Sonntagliche Volkshlatt „Der Auf rechte", dat de vroegere Keizer geen gebro- ken man is, maar zijn lot kalm en met waar- digheid draagt en meer onder het noodlot van Duitschland gebukt gaat, dan onder zijn eigen ongeluk. Ook heeft hij niet geklaagd, toen hij vemam dat de uitleveringsparagraaf in het vredesverdrag werd opgenomen. De rechtspositie rah den gewezeh Duitschen Keizer Ware het niet, dat de Engelsche eerste Minister Ki de verkiezingen min of meer 's mans hoofd aan de kiezers had beloofd, men zou er vrijwel zeker van kunhen zijn, dat er van de uitleveringszaak niets zou ko- men en men den Duitschen ex-Keizer zou la- ten in de door hemzelf gekozen verlatenheid, waarin hij zich thans bevindt. Daar evenwel de mogelijkheid blijft bestaan, dat men de eens gegeven belofte zal willen nakomen, blijft het voor ons land zaak, zegt het Hbl. dat er niet de minste dubbelzinnigheid heersche omtrent de rechtspositie, waarin de Keizer zich hier te lande bevindt in de hou- ding, die wij zullen aannemen, wahtieer oh- verhoopt eeh verzoek tot zijn uitleverihg tot ohze Regeering mocht komen. Het blad zet uiteen, dat zijn rechtspositie geregeld wordt door de eerste alinea van art. 4 der Grondwet, waarin hem gelijke persoon- lijke vrijheid als aan Nederlanders gewaar- borgd wordt. Daar nu Nederlanders nimmer voor zooda- nig doel zouden kunnen wordeh ih hahdeh gesteld van een vreemde regeerihg, zal dit ook ten aanzien van den ex-Keizer grohdwet- telijk niet mogelijk zijn. Slecht voorbeeld. Eenigen tijd geleden zijn de voorzitters van de Raden van Arbeid benoemd. Dezen hebben hun bureaux ingericht, zich van kantoorper- soneel voorzien en reeds samensprekingeh ge- houden met werkgevers en werknemers. Wil het instituut goed werken, dan moeten de leiders van de Raden van Arbeid het ver- trouwen weten te winnen van de bevolkihg eh zij zullen dat zeker verkrijgen, indien zij zoo weinig mogelijk aanleiding geven tot de critiek der openbare meening. Reeds maakte het, echter een weinig gun- stigen indruk, dat het personeel, voor dat het nog een zaak had kunnen behahdeleh, eeh vereenigihg oprichtte om te komen tot loonsverhooging! Maar dat is vrij onschuldig. Erger is, dat er voorzitters van Raden van Arbeid zijn, die meenen, dat de Rijks gelden niet komen 'uit de beurzen van de toch al zwaar Ijelaste burgerij. Bij het aankoopen van kantoren wordt blijkbaar op geld niet gekeken. Te Maastricht kocht de Raad van Arbeid een pand voor f 60.000, dat nog niet lang ge leden voor 35.000 was overgegaan. En te 's Gravenhage meende men niet lager te moeten gaan dan 160,000. Het is te begrijpen, dat de heeren keurig gei'nstalleerd willen zijn. Maar het komt ons wel wat heel duur voor. Ook in de tegenwoordig zoo dringend noo- dige zuinigheid kon de overheid een voorbeeld geven. Nederland en Duitschland. Nadat door een eigenhandig schrijven van de Koningin aan den Presideht der Duitsche Republiek in antwoord op diens kennisgevitig van het aahvaarden van zijne waardigheid der nieuwe staatsvorm van het Duitsehe Rijk door de Nederlandsche Regeering was er- kend, heeft op 18 dezer de heer W. A. F Baron Gevers aan den heer Friedrich Ebert zijnen geloofsbrief als gezant der Nederlan- den overhabdigd. De officieele betrekkingen zijn dus in alle vormen aangeknoopt. Bevrachtihgen- De Minister van Landbouw heeft bepaald dat bevrachtingen, anders dan door bemidde- ling van een scheepsbevrachter en af te slui- ten voor schepen, welke zich niet bevinden binnen een der beurskringeh als bedoeld lb de artt. 7 en 8 der beschikking van 4 Febr, 1919, gewiizigd 27 Juni 1910, mo gen plaats vinden zonder dat de betrokken schipper be- hoeft te vertoonen het bewijs van inschrijving als bedoeld bij art. 11, 2de lid, van genoemde beschikking, mits de schipper overigens Me bepaling, vervat in art. 15 dier beschikking in acht neemt, De houders vah Russische Staatsschuld. Schriftelijk beantwoorde vragen. Op de vragen van het Kamerlid den heer Van Lanschot, in zake de belangen vah Ne derlandsche houders van Russische Staats schuld bij een eventueele intemationale rege- ling dier schuld, antwoordde de Minister van Financien: _„De Regeering houdt haar aandaeht bij voortduring gevestigd op de bedreiging van vermogensbelangen van Nederlanders in ver- schillende landen, met name ook ih Ruslahd. In verband daarmede wordt er aan herinherd, dat reeds in Februari 1918 aan de pers hier te lande werd medegedeeld, dat het geheele „corps diplomatique" te Petrograd aan den Volkscommissaris van Buitenlandsche Zaken een nota heeft overhandigd, waarin er op werd gewezen, dat het geen enkel decreet van an nuleering, inheslagneming enz. van aah oh. derdanen van de door het corps vertegen- woordigde Staten toebehoorend waardepapier erkent, en zich het recht voorbehoud volledige schadevergoeding voor geleden nadeel te eischen. De Regeering zal zonder twijfel,, zoodra de omstandigheden zich daartoe lee- nen, verdere stappen doen ten behoeve vah de Nederlahdsche houders van Russische Staatsschuld, en dan uit den aard der zaak aandringeh op hun behandeling op deh voet vah meeste begunstiging". Nederlaftd en Belgie. Het bestuur van de Kamer van Koophandel te Antwerpen heeft aan den eersten Minister een brief geschreven aangaande de onderhan- delingen nopens de vrijheid van de Schelde en de soevereiniteit van Belgie over „zijn stroom". „Onder de problemen van internatiohaleh aard", zoo luidt het in dien brief, „welke rechtstreeks onze toekomst betreffen, maar nog steeds niet zijn opgelost, neemt de le- venskwestie van de vrijheid van de Schelde en van ons recht om soeverein te waken voor de veiligheid van dezen stroom, waarvan wij moeten leven als van het bloed van onze ade- ren, een eerste plaats in. Mocht onder hen, van wien de definitieve oplossing dezer kwesties, welke wij verwach- ten, afhangen, nog iemand zijn, die twijfelt aan haar hoog belang voor de haven van Antwerpen en voor het heele land, dan zal stellig geen gebaar zoo zeer tot het wegne- men van de laatste bijdragen als hetgeen wij thans van onze regeering vragen. Als meh ziet, hoe ons land, nog bevend van de be- proevingen, die het heeft ondergaan, trots al- les zijn onwrikbaar vertrouwen uitdrukt in de hooge roeping van zijn nationale haven eh zijn vasten wil toont, haar tot geen prijs te laten achteruitgaan, of haar welvaart van voor den oorlog verkort te zien; als men ziet, dat de natie bereid is, zich alle opofferingen te ge- troosten om deze haven op de hoogte te hou den van alle eischen van het moderhe verkeer, dab zullen ook de verstokste twijfelaars be grijpen, hoe wij, onze soevereiniteitsrechten op de Schelde verdedigend, ons leven zelf en daarmee het leven van Feel Belgie verde- digen". a.- jgcaauajimi Het verdrag van 1839 Naar de berichtgever van het Hbl. te Pa rijs meldt, ontving de „Echo de Paris" van zijn Brusselschen correspondent een telegram omtrent pogingen der Engelschen om de sym- pathie der Belgen voor Engeland weer te ver- levendigen. Eerst is Herbert ontvangen door de „Cour de Cassation" te Brussel, daarna Samuel, die ter plaatse in zijn qualiteit van hooge commissaris, een onderzoek instelt naar de behoeften van den Belgischen hand el en industrie, daarna Lord Burnham, de directeur van de „Daily Telegraph", dien de Belgische pers dank heeft gebracht voor zijn campagne ten bate van Belgie, en ten slotte de Lord Chanceller van Engeland. Deze heeft aah't Hof kunnen hooren, zooals Guillemets, de corres pondent van de „Echo" zegt, van een „hatio- naal geweten", dajt met beslistheid op de le- vensvoorwaarden van Belgie wijst. De pro- cureur-generaal Terlinden kenschetste het verdrag van 1839 als onbillijk en verouderd. Het algemeene applaus betuigde volgens Guil lemets dat de Belgen verwachtingen koesteren, waarvan het weinig verstandig zou zijn de verwezenlijking te beletten. Militaire missie naar den Yzcr. Naar uit Brussel aan de ,,Msb." wordt ge- seind, zal binnenkort een Nederlandsche mili taire missie een bezoek brengen aan de slag- velden van den Yzer en de werken aah de kust. De Nederlandsche officieren zullen door Belgische collega's worden rondgeleid. Beeedigihg van raadsleden. Aan den Minister van Binnehlahdsche Za ken is de vraag voorgelgd, op welke wijze op den eersten Dinsdag van September de be- eediging van de nieuw gekozen raadsleden moet plaats hebben in die gemeenten, waar op genoemd tijdstip om de een of andere re- den (vacature, ziekte enz.) de burgemeester, voorzitter van den raad, niet in de raadsver- gadering aanwezig kan zijn. In verband met deze vraag meent de Mi nister er de aandaeht op te moeten vestigen, dat de Gemeentewet den raad onmiddellijk bij zijn eerste samenkomst werkzaamheden op- draagt. Hij wijst bijv. op art. 83, voorschrij- vende de verkiezing van wethouders op den eersten Dinsdag van September. De raad kan zich van de uitvoering van zijn werkzaamhe den niet kwijten, tenzij de functie van voor zitter vervuld is. Is de burgemeester niet aanwezig, dan behoort, naar 's Ministers mee ning, i. c. art, 77 2e lid, eerste volzin van de Gemeentewet te worden toegepast en zal mits- dien eventue.ee! ook v.oor de beeediging het oudste lid in jaren van den raad als voorzit ter optreden, totdat die functie volgens art. 77, eerste lid, overgaat op de oudste van de nieuw benoemde wethouders. NederlandBelgie De redacteur van de „Maasbode" te Brussel seint: De „Libr.e Belgique" meldt, dat de nadere bijzonderheden welke het blad uit Parijs heeft ontvangen, betreffende de Nederlandsch-Bel- gische onderhandelingen hog wel niet toe- laten victorie te kraaien, maar zij bevestigen, dat de mogendheden beter gestemd zijn ten opzichte van Belgie dan een maand geleden. De afgevaardigden van Frankrijk en Engelahd zijn vooral aan Belgischen kant. De Nederlandsche gedelegeerden willen niet dat het vraagstuk anders zal worden bespro- ken, dan volgens het besluit van Juni, maar de meerderheid der commissieleden schijnt van oordeel te zijn dat het onmogelijk is tot een bevredigend resultaat te geraken, indien na- melijk te voren reeds is bepaald, dat geen enkel intematioaal servituut aan de Schelde kan worden opgelegd. De Parijsche berichtgever van ,,'t Hbl." seint: Dinsdagochtend vertrok Poincare naar Bel gie en Dinsdagochitend schrijft Bainville in de „Action Francaise", dat de Belgen ter wil- le van de algemeene veiligheid meester moeten zijn in eigen huis, en bevrijd moeten wordeh van de servituten die op Maas en Schelde rusten, terwijl het vormvormig aanhansel, dat Hollandsch Limburg vormt, moet weggeno- men worden. De eeuwige legende van deh terugtocht van het Duitsche leger door Lim burg in November 1918 nog eens ophalende, zegt de schrijver, dat Nederland door dat feit zelf heeft aangetoond, dat een rationeeler grensregeling voor Belgie een levensvoor- waarde is, en een betere fcescherming voor de westelijk van Duitschland gelegen mogend heden noodzakelijk is. In alle geval moet Bel gie schadeloos gesteld worden, zegt Bainville, en al is het treurig voor Nederland, men kent te Den Haag zeer goed de waarheid van den ouden stelregel, dat de vrede ten koste der neutralen gesloten werd. Bovendien heeft Nederland zijn vrijheid te danken aan de overwinnihg der geallieerdeh en de veiligheid zijner kolonien, die het zelf niet verzekeren kan, maakt, dat het zich eenige opofferingen ten behoeve van Europa zal moe ten getroosten. <5 (Officieel.) Op 18 dezer heeft de heer W. A. F. baron Gevers aan den President der Duitsche Republiek den geloofsbrief overhandigd, waarbjj hp is geaccrediteerd als buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van de Koningin bij genoemde Republiek. Het vredesverdrag met Oostehrijk. Dutasta, de secretaris der vredesconferentie, heeft aan Renner, heit hoofd der Oostenrijk- sche vredesafvaardiging, den volledigen tekst van het vredesverdrag overhandigd met een brief van Clemenceau, waarin den Oosteh- rijkers tien dagen wordt gegeven om zich aan de bepaiingen te onderwerpen. De overhandiging geschiedde zonder plicht- plegingen. Het vredesverdrag met Oostenrijk beperkt het leger tot op 30,000 man, uit vrijwilligers gerecruteerd. De commissie voor het herstel zal het totale bedrag der schadevergoeding vaststellen, hetwelk over 30 jaar moet worden betaald. Oostenrijk moet alle koopvaardijsche pen en 20 van zijn rivierschepen uitleveren. De gebieden, die zich van Oostenrijk hebben afgescheiden, zullen een gedeelte van Oosten- rijk's schuld van voor den oorlog overnemen, dat de commissie voor het herstel zal vast stellen. Zij zullen echter geen oorlogsschuld te betalen hebben. In het bezette Rijftgebied. De Berlijnsche bladen vermelden als staal- tje van willekeur der Fransche bezettings- autoriteiten in Rijnland het volgende bericht uit Frankfort: Te Marienborg bij Mainz noodigde 14 Juli, den dag van het Fransche nationale feest, de Frahsche opperbevelhebber de bewoners uit tot een bal, doch slechts de burgemeester en penige oude heeren verschenen. Te midder- nacht liet de plaatselijke commandant alle gezinnen wekken met bevel hun dochters on middellijk naar het feest te zenden om met de Fransche soldaten te dansen. Wie hier geen gevolg aan gaf, zou streng gestraft worden. Desniettegenstaande verschenen slechts zes gezihnen met dochters. Op bevel van de Fransche autoriteiten heeft de burgemeester van Kreusnach, Dr. Koer- nicke, de stad moeten verlaten. is

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1919 | | pagina 1