ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No 6861,
Donderdag
1919,
faarganj
Bekend making1.
DRANK WET.
LANDWEEH.'
ABONNEMENT:
ADYERTENTIEN:
i
Telefoon 2a
Overgang yan de Militie naar de Landweer.
Drt Blai varschijnt MaacJag-, WoMsdag- en VrUJagaYond, nltgezo-rjicrd op Feestdagen, kg is Firma P. J. 7AM BE SiNDE te TerBenzen.
L A H 0.
Jer 3 maanden binnen de stad 1.20. Franco per post voor ftederland/ 1.40.
Bij voorui(betalingvoor Belgie en Ned.-Indie 1.8G,overig Buitenland f2.~
Voor Nederland: Per jaar bij vooruitbetaling 5,—
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postkantoren en Hulppostkantoren.
^an 'J 1 rege's 0.60. Voor elken regel meer 0.1 5
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwdi
op aanvraag verkrijgbaar is.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
7. De militieplichtige groot-verlofgangera.
Met //verlofganger" _wordt in dez.e be-
paiingen alleen bedoeld de dienstplichtige,
die groot-verlof heeft.
Op dienstplichtigen met onbepaald klein
verlof of ander klein verlof zijn deze be-
palingen dus niet van toepassing.
OPGAVE VAN ADRES.
Eerste Kamerverkiezingen.
met de Entente en in zijn aanzien in de
buitenwereld indien het, na zijn Iandseer
ongerept is gebleven, op grootmoedige wjjze
aan de eiscben van Belgia, de vrijheid en
de ontwikkeling der waterwegen die den
heropbloei van Antwerpens's haven bebeer-
schen, wilde tegemoet komen.
Deze grootmoedjgheid zou de beste aan-
baning wezen van de onmiddellijke en duur-
zame toenaderiDg op economiscb gebied en
naar wjj verhopen de inleiding worden van
een latere militaire overeenkomst welke
beide, zoowel door de welvaart als door
de veiligheid van Belgie en Gotland worden
verlangd.
z/Laten wij niet een voorbijgaand mis-
noegen een beletsel doen worden voor een
vruchtbare toekomst
Rotterdam, ter doorzending met de stoom-
scbtpen van de HHolland-Amerika-Lijn".
L ertiticaten van oorsprong worden niet
vereischt.
Men seint uit Parijs aan de N. R. Crt.
De herziening van het verdrag van 1839
zal onmiddellijk behandeld worden. Onge-
lukkigerwijs heeft, waar Belgie reeds zijn
twee gedel'egeerden in de nieuwe commis-
sie aanwees, Nederland de namen van zjjn
vertegenwoordigers n .g niet meegedeeld.
Ricbon schreef den 25en Juni bierover naar
Nederland, maar tot dusver is daarop nog
geen antwoord ingekomen.
Personen, die een dienstplichtig
familielid hebben, dat in het buiten
land verblijf houdt en in de termen
valt van overgaDg naar de landweer,
worden uitgenoodigd belanghebbende
te herinneren aan de bepaling van
artikel 24 bovengenoemd en hem in
kennis te stellen met hetgeen hier
boven vermeld is onder /rOpgave van
adres".
F. v. C.(auwelaert) scbrgft in De Stan-
daard uit Brussel een boofdartikelLaat
Holland ea Belgie grootmoedig de handen
ineenslaan.
In het artikel verhengt hij zich over den
keer der dirgen, welke voor de beslechting
der vraagstukken tusschen Holland en Belgie.
voor de blijvende verzoening en bevredigmg
van beider belangen geen andere redely ken
wi g open laat dan een bondgenootscha'ppe-
lijke samenwerking.
Wij verhelen ons geecszins de moei-
ijkheden die te overwinnen zyn vervolgt
hij en wij hebben, met een niemand
ontziende klaarbeid, ocze meening uitge-
sproken, zoowel over de misBingen begaan
en door de Nederlandsche dipiomatie en
door onzen eigen Minister van Buitenland-
landsche zaken. Maar het is niet bet
oogenblik om ons over en 't weer klein-
zeerig te toonen. Het gaat om de verze-
kering van ,de toekomst van beide landen,
en al wie in de toenadering het beil ziet'
en dat is zoowel over als beneden den
Moerdijk het geval met de meerderheid
van de nadenkende menscben, drage ®r het
zjjne toe bg om de misverstanden die een
goede verstandhoudiDg hinderen weg te
ruimen en de kleine prikkeliDgen, welke
over en 't weer zjjn toegediend, te doen
vergeten.
z/Het weze ons toegelaten onze vrienden
van Nederland daarbjj te waarschuwen
tegenover bet gevaar der stugheid of der
enghartigheid Zjj hebben eene groote
voldoening beleefd, wanneer de raad der
buitenlandsche Ministers te Pargs alle moge-
lgke territorials aanspraken van Belgie op
voorhand heeft afgewezen. Maar het zou
tegen Nederland kunnen keeren, indien dit
laatste op zjjne beurt niet de vereischte
grootmoedigheid vermocht te toonen bjj de
bebandeling, b. v. van de vraagstukken die
rechtstreeks de vrjje ontwikkeling van onze
economische mogelijkheden betreifen. Wjj
behoeven niet af te dalen in het onderzoek
van kleine bgzonderheden, omtrent de wgze
waarop de onderhandelingen omtrent de
uitvoering van deze of gene verbetering
van de Schelde of andere gemeenschappe-
lijke waterwegen zjjn gevoerd.
Het is een feit, dat ook de Neder
landsche geschiedschrjjvers niet zullen be-
twisten, dat Holland vanaf de XVIIe eeuw
tegenover Belgie een economische politiek
van najjver en onderdrukking heeft gevolgd,
en dat de afdamming van de Wester-Schelde!
zoowel^ als de uitschakeling uit het tractaat
van 1839 van den water weg door Hollandsch-
Limburg naar het Rijngebied, in de oogen
van Belgig, als de natuurljjke voortzetting
van deze onrechtvaardige mededinging
moeten verschjjnen.
Welnu, de laatste sporen van deze wan-
verbouding moeten verdwjjnen en Nederland
zal er zeker bjj winnen in zjjne betrekkingen
Nederland, Belgie en de mogendheden.
Staatsraad Prof. Mr. A. A. H. Struycken
levert in Van onzen Tjjd een historisch
juridisch betoog over de verhouding tus
schen Nederland, Belgie eD de mogendheden.
bebr. geeft daarvan de volgende samen-
vatting
Nederland was sinds eeuwen een volkomen
souvereine staat. In 1814 en 1815 zgn
krachtens door den Koning der Nederlanden
aanvaard besluit der Mogendheden de zuide-
Ijjke gewesten als veroverd gebied aan
Noord-Nederland toegevoegd. Dit feit is
in 1839 bjj tractaat tusschen Nederland en
de Mogendheden ongedaan gemaakt onder
definitieve regeling der afscheidingsvoor-
waarden. Daarmede hield iedere grond voor
tusschenkomst der Mogendheden in de
buitenlandsche verhoudingen van Nederland
op, zulks te meer, omdat zjj de regeling
der afscheiding uitdrukkeljjk aan Ntderland
hebben gegarandeerd. Aan dezen garantie-
plicht kunnen de Mogendheden geen ander
recht ontleenen dan dat Nederland en Belgie
zonder hare toestemming geen wijziging
in bet tractaat kunnen brengen, die inbreak
zoude maken op het in het belang van
Europa vastgestelde internationaie staat-
kundig statnut van Belgie. De betrekkingen
tusschen beide Janden kunnen dus tegen
hun wil niet worden gemaakt tot een voor-
werp van onderzoek «en behandeling door
de Mogendheden wgzigingen in die be
trekkingen behooren de vrucht te zgn van
overieg tusschen Nederland en Belgie, en
alieen wanneer dit overleg leidt tot ver-
anaering in het statuut van Belgie, voor
zoover dit is geregeld in de tractaten van
1839, behoort de toestemming der Mogend
heden daarop te worden verkregen.
Aan welke woorden schr. nog bet vol
gende toevoegt
Tot zoover de jurist. De politicus spreke
het laatste woord over de vraag, in welke
mate er vour Nederland zelf aanleiding is,
onder voorbehoud zjjner souvereine beslis-
sing, zgne verhouding tot Belgie te plaatsen
in de politioke sfeer der Groote Mogend
heden.
De droogmaking van de Zuiderzee.
Te Wilp werden Maandag de eerste
steenen voor de werken ter droogmaking
van de Zuiderzee ingescheept met be-
stemming naar WieriDgen.
Overdracht van telefoon-aansluitingen.
De bevoegdheid van een telefoonabonne-
ment aan derden over te dragen is voortaan
beperkt tot bgzondere gevallen ter beoor-
deeling van den directeur-generaal. In
geen geval wordt de overdraeht toegelaten
indien daarmede overbrenging van de aan
sluiting naar een ander perceel gepaard
zou moeten gaan.
Voorts zullen in het vervolg He abonne-
menten, met uitzondering van de'seizoen-
abonnementen, na afloop van den eersten
verbintenistermjjn, telkens worden verlengd
met een half jaar in plaats van met een jaar.
Deze bepalingen gelden zoowel voor be-
staande als voor nieuwe abonnementen.
Kalihoudende kunstmeststoffen.
De Minister van Landbouw heeft bepaald,
dat bet verbod van aflevenng, verhandelen'
ten geschenke geven, of op eehigerlei wgze
vervreemden van kunstmeststoffen niet meer
van toepassing is op kalihoudende kunst
meststoffen in onvermengden vorm.
Postpakketten voor de Yereenigde
Staten.
De Directeur-Generaal der Posterjjen en
Telegrafie maakt bekend, dat postpakketten
voor de Yereenigde Staten van Noord-Ame-
rika voor zooveel de inhoud ten uitvoer is
toegelaten of door uitvoerconcenten is ge-
dekt, weder kwnnen worden verzonden over
Nienwe broodkaarten.
De Minster van Landbouw heeft bepaald,
dat, bebalve de in art. 2 van zgne beschikking
beteffende de distributie van broodbloem,
meel en rogge van 25 Nov. 1918, sedert
gewjjzigd, bedoelde B en R kaarten, in
omloop zullen worden gebracbt broodkaarten
van verscbillende kleuren, voorzien van een
aantal afscheurbare bons, vermeldende het
gewicht van het brood, betwelk daarop kan
worden ontvangen, zonder aanduiding van
de soort van brood en van het tjjdvak.
Nader zal. worden bekend gemaakt voor
welke broodsoort en voor welk tjjdvak deze
kaarten zullen gelden.
Ex-Keizer Wilhelm.
Volgens de //Duitscbe Allgem. Ztg."
heeft de vergadering der Duitsebe voiks-
partij een telegram aan de Nederlandsche
regeering gezonden,, waarin zjj deze ver-
zoekt, niet in de uitlevering van den Duit-
schen ex-keizer toe te stemmen.
De gewezen Duitsche Keizer.
De correspondent van de N. R. Crt. te
Londen seint d.d* Maandag
De reactie tegen het plan om den Keizer
terecbt te doen staan, is in volleu gang.
Men merkt haar op in particuliere gesprek-
ken in de clubs, zoowel als in de pers.
Zeer opmwkelgk, was hedenocbtend het
stilzwjjgen van de Northcliffe bladen. Te-
zelfder tjjd plaatst de Times drie ingezon-
den stukken over de quaestie, w. o. een
van den vroegeren hoofdredacteur-buiten-
land van de Times sir Valentine Chirol,
in welken brief krachtig wordt betoogd,
dat het berechtingsplan onverstandig en
dwaas is.
Deze brief heeft veel indruk gemaakt.
Van de andere bladen heeft de Star een
artikel, waarin tegen het heele'plan wordt
geprotesteerd, en waarin de volgende tame-
ijjk ongelukkge passage voorkomt, welke
wellicht niet buiten verband is met het
verslag, dat de Daily News heeft van een
interview te Bern, met Prins Hendrik
//Bet is ondenkbaar, dat de Koningin der
Nedylandeimet Haar Duitscben Prins-
Gemaal, dj?n Keizer zou uitleveren, indien
Zjj daartoe niet werd gedwongen. 'En geen
Volkenbond zou een begin kunrfen maken
met de meest drasiische inlreuk op de
onafhankeljjkheid van kleine raties, welke
maar mogelijk is."
Tot zoover de Star.
De Daily News bad nl. bet volgende
verslag van een interview, dat haar corres-
pondent te Bern Zaterdag 1.1. bad gehad
met den Nederlandschen Prins Gemaai
Ik legde hem een verslag voor van de
rede van Lloyd George, gehouden op
Donderdag, en waarin sprake was van het
terechtstaan van den voormaligen Keizer
te Londen. Hjj zag er natuurljjk tegen
op, zich daarover uit te laten. Zjjn schou-
ders ophalend en de lippen toeknijpend,
schudde hg het hoofd. „Ik kan over deze
dingen met spreken", zeide hjj #Wjj ver-
keeren in dezelfde positie als Zwitserland.
Wg hebben gastvrjjheid verleend, en wij
kunnen er ons niet mee bemoeien".
//Maar" - wierp ik op - //Stel, dat 23
ol 224 mogendheden een nota onderteekenen,
waarin zjj de uitlevering van den voor
maligen keizer vragen, wat zal Nederland
dan dpen
Na opnieuw een blik te hebben geslagen
in bet verslag van de rede, zeide bjj,/Ik
weet niet wat Lloyd George bedoelt.
Duitschland heeft een belofte onderteekend,
dat het den ex-keizer zal uitleveren om
terecbt te staan en indien Duitschland
hem opeischt, zullen wjj verplicht zgn, zijn
verzoeken in te willigen".
Ik vroeg den Prins, of hjj den ex-Keizer
of den Kroonprins in Nederland ontmoet
had. //Neen", antwoordde hjj. ,/En was"
zoo hield ik aan een bericht, dat
U. K. H. den Kroonprins bad ontmoet,
toen deze op het punt stond het land te
verlaten en dat U hem gesmeekt had te
bljjven".
z/Dat weet ik" antwoordde de Prins en
bjj noemde met een niet weer te geven
uitdrukking, het Londensche blad, waarin
het gestaan had.
//Mag ik dat bericht dan tegenspreken
vroeg ik.
z/Dat moogt u ik heb hem niet ontmoet.
Het is nonsens (dumme Sache).
Ten slotte vroeg ik, of de tegenwoordig-
Burgemeester en Wethouders vail TER NEUZEN
maken bekend, dat de lijst van aangifte ter
installeering en aansluiting van verschil-
lende perceelen aan Jiet stroomnet der
Centvale voor een ieder ter inzage ligt op de
Gemeente-Secretarie.
Ter Neuten, 7 Juli -1919.
Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
A. P. DE VOS, Lo. Secretaris,
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
brengen ingevolge avtikel 37, in verband met artikel
12, le lid der Drankwet, ter open bare kennis, dat
bij hen is ingekomen een verzoeksehrift om ver-
lol tot den verkoop van alcobolhoudenden drank,
anderen dan sterken drank, van CORNELIS JACO
BUS DE FOUVV, kleermaker, wonende te TerNeu
zen, in het linker-voorlokaal in het perceel plaatse-
iijk gemerkt 8 en gelegen aan het Kazerneplein.
Binnen twee weken, nadat deze bekendmaking
is geschied, kan ieder tegen het verleenen van
het verlof sehriftelijk bij Burgemeester en Wet
houders bezwaren inbrengen.
Ter Neuzen, 7 Juli 1919.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
A. P. DE VOS, Lo. Secretaris.
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter
kennis van belanghebbenden hetgeen volgt:
1. Op 1 Augustus a.s. gaan naar de landweer over
de dienstplichtigen der militie, behoorende tot de
mfanterie de wielrijders hieronder begre-
pen de vesting-artillerie, de pontonniers,
de gemetroepen, de hospitaalsoldaten en de
administratietroepen, van de militielichting
191.1 en van oudere militiekichtingen, die ook in
normale tijdsomstandigheden op 1 Augustus 1919
wegens volbrachten militiediensttijd naar de land
weer zouden overgaan.
De militieplichtigen, werkzaam bij den Motor-
dienst, worden, voor wat betreft den overgan<*
naar de landweer, beschouwd ais nog tot hun vroe-
ger korps te behooren en slechts bij den Motordienst
te zijn gedetacheerd. Indien er zich o*der hen per-
sonen bevinden, die voor of op 31 Juli 1919 den
voor hen in normale tijdsomstandigheden getdenden
militiediensttijd hebben volbracht, gaan deze der-
halve naar de landweer over, zoo de overige militie-
plichtifen hunner lichting en van het wapen, waar-
toe zij in verband met het bovenvermelde moeten
geacht worden nog te behooren, naar de landweer
j overgaan.
2. De door dienstplichtigen vroegev genoten
ontheffing of vrijstelling van den militie-
dienst rekent inede als diensttijd en brengt alzco
geen vertraging in den overgang naar de landweer.
3. Bij het berekenen van den onder punt 1 ver-
melden diensttijd wordt niet medegerekend
a. de tijd, doorgebracht met uitstel van eerste
oefening
b. de tijd, gedurende welken de dienstplichtige
wegens veroordeeling tot gevangenisstraf of
tot militaire gevangenisstraf, tot hechtenis of
tot militaire detentie opgesloten is geweest «f
gedurende welken hij preventief opgesloten is
geweest, zoomede de tijd, door den dienst
plichtige doorgebracht in de klasse van
militairen, die aan een gestrengere krijgstucht
zijn onderworpen
c. de tijd, gedurende welken de dienstplichtige
ten gevolge van zijn afvoering als deserteur
niet in de sterkte van een korps der landmacht
was begrepen
d. de tijd. voor welken den dienstplichtige het
recht werd ontzegd om bij de gewapende macht
of als militair geemployeerde te dienen of
voor welken hij van dat recht werd ontzet
x voor zoover hij daarvan geen gratie heeft
verkregen.
4. Heeft de dienstplichtige zich schuldig gemaakt
of maakt hij zich schuldig aan eenig verzuim of
eenige overtreding ten aanzien van de Militiewet en
heeft hij de aan het verzuim of de overtreding ver
bonden gevolgen op 1 Augustus a.s. nog nietonder-
gaan, dan wordt, totdat dit zal hebben plaats gehad
zijn overgang naar de landweer geschorst.
o. Zij, die dit jaar naar de landweer overgaan
zullen vormen de landweerliehting 1919.
6. Voor zeever d« militiepliehtigen, die op 1
Augustus a s. ovengaan naar dm landweer, in het
genot zijn van groot-rerlof en in hun woon-
plaats binnen het Itijk verb'ijf houden
moeten zij zich in genoemde maand in persoon
aanmelden bij den Burgemeester hilnner woonplaats
ter secretane der gemeente en bij bedoelde aan
melding roorzien aijn van hun verlofpas. Ten aan
zien van den groot-rerlofganger, die bij zijn over
gang naar de landweer niet gevestigd is of zi eh niet
vestigt in een Nederlandsche gemeente, moet onder
woonplaats worden verstaan de Nederlandsche ge
meente, welke hij als zijn woonptaats wenscht be
schouwd te zien, mits hij binnen dertig dagen na
den dag, waarop hij in de positie van verlofganger
der landweer is overgegaas, den wensch daartoe te
tennen geeft aaiTNien Burgemeester van de daar
by betrokk.n gemeente. Doet bedoelde verlofganeer
fteze kennisg©Ying niet of niet binnen den bedoelden
termyn van dertig dagen, dan is te zynen aanzien
onder woonplaats te verstaan de gemeente, waar hti
iaatstelyk stond ingeschreven in het verlofganeers-
register van de landweer of van de militie dan we)
indien hij te voren nog niet in bedoeld register
stond ingeschreven, de gemeente, voor welke hij bii
de militie werd ingeiijfd. J J
die naar de landweer overgaan en in de maand
Augustus a.s. verblijf houden buiten hun in
ul bedoelde woonplaats, behoeven
zicK niet vn persoon aan te melden, dech zijn
alsdan verplicht htm verlofpas bij aangeteeken-
tlen brief waarin hun adres duidelijk en vol-
ledig moet worden vermeld toe te zenden aan
den Burgemeester dier woonplaats.
8. Zij, die op 1 Augustus a.s. naar den land
weer overgaan, zijn van dien datpm af onderworpen
aa.i alle voorschriften, voor de landweer gegeven
voor zoover deze op hen van toepassing zijn.
V oorts w ordt de aandacht gevestigd op de
hieronder vennelde bepalingen der Land-
iveerwet
Arlikel "24. De verlofganger van de landweer meidt
zich, voorzien van zijn verlofpas, binnen dertig dagen
na den .lag van zijn overgang naar de landweer of na
dien, waarop hem de verlofpas is uitgereikt, in per
soon aan bij den burgemeester zijner wodnplaats,
ten eind# aldaar in het in artikel 26 bedoeld re
gister {d.i. het verlofgangersregister van de land-
ivetr) te worden ingeschreven. Wat ten aanzien van
een verlo,ganger, die niet gevestigd is of zich niet
vestigt m eene Nederlandsche gemeente, is te ver-
sta*n onder woonplaats, wordt door Ons (de Ko-
ningm) bepaald (tie punt 5 hierboven).
De verlofganger van de landweer, die verblijf
houdt buiten zijne in het vorig lid bedoelde woon
plaats, kan ter vervulling van de verplichting, in
dat lid omschreven, binnen den daarin gestelden
tepmyn zyn verlofpas aan den burgemeester zijner
woonplaats bij aangeteekenden brief toezenden. De
verlofpas wordt hem door dien burgemeester bij
aangeteekenden brief teruggezonden,
Artikel -25. De verlofganger van de landweer,
uie «eh gaat vestigon in eene andere gemeente
,,'nn'n, liet Kijk dan die, waar hij in het in artikel
bedoeld register staat ingeschreven, geeft daar
van kennis aan den burgemeester van laatstbedoel-
de gemeente uiterlijk den vijfden dag, nadat hii de
plaats, waar hij gevestigd was heefB verlaten.
i jlriel" llerfiS dagen na. den dag, waarop hij be
doelde kennisgeving heeft gedaan, meldt hij zich,
voorzien van zijn verlofpas, in persoon aan bij den
burgemeester der gemeente, waarin hij zich vestigt,
teneinde aldaar in bedoeld register te worden in
gesehreven.
De buiten het Rijk gevestigde of zich met toe-
stemming buiten het Rijk ophoudende verlofganger
die zich vestigt of weder gaat verblijven in de ge
meente, waar hij in bedoeld register staat in«-e-
schreven, meldt zich binnen dertig dagen na die
vestigmg of na dien terugkeer in persoon aan bij
den burgemeester dezer gemeente.
Artikel 97. De verlofganger van de iandweer mag
met aangaan eene verbintenis tot uitoefening van
de buiteulandsche zeevaart of van de zeevisscherii
buitenslands, noch zich achtereenvolgens langer dan
gedurende een jaar buitenslands ophouden,' zonder
toesteinraing van ef vamvege Onzen Minister van
Uurlog.
Bij de toestemming kan de verlofganger worden
-vrijgesteld van opkomst onder de wapenen en van
net bnwonen van het jaarlijksch onderzoek.
mo de toestemming kunnen zoodanige v'oorwaar-
den warden verbonden als in het belang van den
dienst noodig worden geoordeeld.
Artikel 88. De verlofganger van de landweer,
die artikel 24 of.artikel 25 niet naleefi of in strijd
handelt met artikel 27, eerste lid, kan in werkehjken
dienst worden geroepen of gehouden voor den tijd
van ten hoogste eene maand. D#duur van dezen
dienst wordt bepaald door Onzen Minister van Oorloo-
die tevens het korps van het leger aanwijst, waarbii'
de werkelyke dienst moet worden vervjild.
Artikel "29. De verlofgangers van de landweer
worden jaarlijksch (in November) voor zooveel zij
met in den loop van het jaar overeenkoinstig artikel 11
onder de wapenen zijn gekomen, eenmaal op den
door Ons (de Koningin) te bepalen tijd door den
districts-commandant of door een door of vanwege
Onzen Minister van Oorlog aan te wijzen autoriteit
onderzocht, tenzij Wij (de Koningin) het raadzaam
moehten achten dit onderzuek geheel of ten deeie
achterwege te laten.
Aan het onderzoek, in het vorig lid bedoeld, kan
naar regelen door Onzen Minister van Oorlog vast-
gesteld, een oefening verbonden worden zulks
evenwel met dien verstande, dat de tijd voor onder
zoek en oefening, met inbegrip van de heen- en
Z6t n"ger *?an 12 uren in beslag "erne.
Aftikel 31. De verlofganger van de landweer
verschynt by het onderzoek in uniform gekleed ee
voorzien
a' va" (le 'ot zi)ne voorgeschreven uitrusting
verder behoorende kleeding- en uitrustingstukken
onb\ v.an df wapenen, het ledergoed, de reglementen
en de dienstvoorschnften, hem uitgereikt;
c. van zijn zakboekje en van zijn verlofpas.
IS. verpl]clit om in de gevallen en naar de
voorschriften door Onzen Minister van Oorlog vast-
gesteld, voorwerpen, ais in dit artikel bedoeld, in
ontvangst te nemen, dan wel deze in te leveren.
Den verlofgangers wordt in hun eigen belang
frirp?ent jani -eV?leio te zor8eni dat hun nauwkeurig
adres steeds by den Burgemeester der gemeente, waar
zij voor de landweer staan ingeschreven, bekend is,
hetzy zy binnenslands iietzij zij buitenslands verblijf
houden. Aan hen namelijk, van wie het adres bij
den Burgemeester bekend is, wordt door diens zorg
een persoonlyke kennisgeving toegezonden van bij
openbare kennisgeving te hunnen aanzien gedane
oproeping onder de wapenen of in werkehjken dienst
voor oefemngen, voor straf, tot het ondergaan van
het jaarlijksch onderzoek of tot het inlevwen van
militaire goederen.
Gisteren werden door de Stafen van ver-
schillende provincien verkiezingen gehouden
van leden der Eerste Kamer, wegens perio-
dieke aftreding. Deze brachten geen wij-
ziging in den ^.and der partijen. Wat per-
soonswisseling betreft zij gemeld, dat in
Drenthe ter vervangirg van een liberaal
werd gekozen de beer Mr. H. Smeenge,
(unie-lib.) oud iid der Tweede Kamer, de
bekende voorzitter van //Schuttevaer."
Nederlana en Belgie.
Het comite Huldiging Belgisch Koningspaar,
dat al spoedig na zijn optreden door de ver-
wikkelingen in verband met de annexionisti-
sche plannen in Belgie, zijn pogingen zag fa-
len en daarom besloot zijn werkzaamheden te
staken en een afwachtende houding aan te
nemen, heeft in de goede resultaten te dien
opzichte door den Minister van Buitenlandsche
Zaken bereikt en in de telegrammen, gewisseld
tusschen de wederzijdsche vorstenhuizen, aan-
leiding gevonden om het ingekomen bedrag
thans naar Brussel op te zenden als een bij-
drage in den nood der Belgische oorlogs-
slachtoffers.
Ter Neuzen, 7 Jsli 1919.
De Burgemeester veornoemd,
J. HUIZINGA.