Hoogwatergetii teTcrNeu7<?it
D A
G E
N.
Voorm.
Nam.
Dinsdag
4
Nov.
10.33
11.1
D Wosdasj
5
11 26
11 50
Vonderdag
6
—.34
12.13
Zrijdag
7
0.—
12.55
gaterdag
8
1.15
1.86
ondau:
9
1 58
2 20
Maandag
10
2.42
3 6
zoek naar de bodrijf sre sultaten der centrale,
om aan de hand daarvan, in overleg met de
commissie van bijstand een rapport uit te
brengen betreffende het verzoek tot goedkeu-
ring der prijsverhooging met 50 wordt
aangenomen met algemeene stemmen.
De andere voorstellen worden in verband
hiermede aangehouden.
3. Voorstel van bnrgemeester en wethon
ders om afwijzend te beschikken op het
adres van D. J. Minnik e. a. om intrek
king van het raadsbesluit waarbjj aan
de Industrieele Mij. gedeeltelijk onthef
fing wordt verleend van de art. 4 en 5
der concessievoorwaarden.
Nap aanleiding van het adres van D. I.
Minnik en 40 anderen, waarvan sommigen
reeds zijn voorzien van een installatie voor
electrisch licht en anderen deze wensehen te
laten aanleggen, verzoekende intrekking van
het raadsbesluit van 31 Juli 11., betreffende
de gedeeltelijk buitenwerking stellen van de
artikelen 4 en 5 desr concessie, verleend aan de
industrieele Maatschappij te Amsterdam, ge
hoord het rapport van den wethouder Van
Hasselt, omtrent de zeer uitvoerige bespre-
kingen gevoerd in de commissie van bijstand
(fabricage) zoowel buiten als in teg'enwoor-
digheid van den administrateur der genoem-
de maatschappij, merken burgemeester en
wethouders het volgende op:
dat krachtens voomoemd raadsbesluit door
hen in overleg met den administrateur voor-
noemd een lijst van alsnog te maken aanslui
tingen werd vastgesteld. Dat tegen deze lijst
die voor het publiek gedurende maanden ter
inzage heeft gelegen geene bezwaren nbch bij
hen noch bij voornoemden administrateur zijn
ingebracht waardoor zij als gesloten kon wor-
den beschouwd. Dat de namen der inrichtin-
gen en personen daarop voorkomende nauw
kenrig zijn gevolgd;
dat na het sluiten van die lijst ndch mon
deling noch schriftelijk eenig verzoek om aan-
sluiting bij de centrale is binnengekomen met
uitzondering van een mondeling verzoek van
A. N. But, waarover zij afzonderlijk rappor-
teeren;
dat zij dus niet inzien hoe adressanten
zdch kunnen beklagen over een eventueele
schade voor hen uit genoemd raadsbesluit
voortvloeiende, redenen waarom zij uw col
lege adviseeren genoemd adres voor kennis-
geving aan te nemen.
Zij merken hierbij nog het volgende op:
Zooals de administrateur voomoemd vol-
mondig heeft toegegeven stonden er nog vele
ingezetenen op zijne lijst die voor de ophef-
fing der bedoelde artikelen aansluiting
wenschten. Het was echber gezien de buiten-
gewone omstandigheden onmogelijk aan al
deze verlangens te voldoen, waarom ons col
lege destijds een zeer beperkte lijst met den
administrateur opstelden. Waren er onder de
lichtbehoevenden die met deze lijst niet tevre-
den waren, zij hadden hunne bezwaren bij bur
gemeester en wethouders kunnen kenbaar ma
ken, waartoe de gelegenheid ruimschoots
heeft opengestaan en waaraan deze zeer zeker
een open oor zouden hebben verleend.
Van de 41 onderteekenaars van het adres
hebben 24 nimmer eenig verzoek om electri-
schie aansluiting noch mondeling ndch schrif-
telijk ingediend. De overigen hebben of de
voorschriften der centrale niet in acht geno
men, voorschriften bij ieder centrale gebrui-
kelijk en in deze gemeente zeker niet scherper
gesteld dan in andere, of ten hunnen opzichte
heeft de administrateur volkomen kunnen dui-
delyk maken waardoor zij tot dusver nog niet
geholpen zijn kunnen worden. Waar zij bo-
vendien tegen voomoemde lijst, naar aanlei
ding van het raadsbesluit opgemaakt, geen
bezwaren inbrachten of gervraagd hebben daar
op te mogen worden geplaatst, kon hunne
aanvrage of als vervallen of als niet behoor-
lijk ingediend en zeker als niet gehandhaafd
worden beschouwd.
Wat de 24 eerstbedoelden betreft merken
wjj op, dat zij zich door hunne handteekening
te stellen onder een adres van deze strekking
in de vooropgezette meening, dat wanneer zij
licht aanvragen, zij het toch niet zouden ver-
krijgen, zooals hun vertolker hun adhaesie boe-
lichte, schuldig maken aan wantrouwen, niet
alleen tegenover den administrateur der cen
trale, maar ook tegenover ons college dat als
dagelijksch bestuur dezer gemeente, met het
toezicht op het naleven der door den gemeen
teraad vastgesteide bepalingen en contracten
is belast. Wanneer eenig inwoner van Ter
Neuzen over het naleven der bedoelde contrac
ten ontevreden is, hem staat de weg open zich
t°t burgemeester en wethouders te wenden.
Krijgt hij naar zijne meening geen penoeg-
zaam gehoor bij ons college, eerst dan bohoort
beroep op uwen raad te volgen. De adressan
ten die zich in het in onze handen gesteld
adres als slachtoffers poseeren hadden van
deze qualiteit eerst bij burgemeester en wet
houders moeten doen blijken.
Burgemeester en wethouders eischen voor
zich het recht van toezicht op en aanv arden
daarvoor de voile verantwoordelijkheid. Einde-
lijk merken wij op, dat door adressanten wordt
aangevoerd, dat het bezwaar der oorlogsom-
standigheden niet meter van kracht kan zijn,
welk gevoelen wij allerminst deeien, gezien
niet alleen de vele stakingen in de metaalnij-
verheid en daarmede gepaard gaande
schaarschte aan materialmen voor lichtin-
stallatie benoodigd, doch gehoord ook de be-
vindingen van de leiders van eenige zuster-
bedrijven, bij wie wij als college informeerden.
Dat eindelijk de capaciteit van de centrale die
op 1 Augustus 1914 met 424 installaties
werkte en nu met dezelfde machines 700 in
stallaties bedient; in 1914, dus voor het in-
treden der oorlogsmoeilijkheden niet berekend
op hare behoefte kon geacht worden te zijn,
is eerie meening die door de feiten is gelogen-
straft.
Het in onze handen gesteld adres komt
ons dan ook voor een uitvloeisel te zijn van
ons eene niet duidelijke animositeit tegen de
leiding der electrische centrale, waarom wij
met voile vrijmoedigheid ons bovenstaand ad-
vies aan uwen raad uitbrengen.
De heer Nolson v&rklaart het rapport van
burgemeester en wethouders te hebben gelezen
en toen kreeg hij den indruk alsof hij eigen-
lijk verkeerd gelezen had. Toen heeft hij nog
eens gelezen en daarbij bleek hem, dat zijn
eersten indruk juist is geweest. Er spreekt
uit dat rapport zoo'n geest van heerschzucht
en heerschen tegenover dat adres als we hier
nog nimmer in den gemeenteraad hebben ge
hoord en hij hoopt, dat het ook de laatste
maal zal zijn, dat hier zoo'n toon gehoord
wordt.
Gaame zou spreker zien, dat in het vervolg
door burgemeester en wethouders z ak e 1 ij k.e
adviezen v/erden gegerven, maar koninkje en
rninistertje spelen behoort hier niet thuis. Bur
gemeester en wethouders moeten niet vergeten
dat zij slechts zijn de uitvoerende macht van
den gemeenteraad en dat zij daartegenover
verantwoording van hun doen en laten schul
dig zijn, dat zij slechts hebben uit te voeren
de besluiten, die de raad neemt, dat zij dus
de dienaren zijn van de burgerij, die door den
gemeenteraad wordt vertegenwoordigd.
De geest die uit dit advies en rapport
spreekt, zou doen venonderstellen, alsof bur
gemeester en wethouders de wetten stellen.
Dat doen ze niet, dat doet de gemeenteraad.
de vertegenwoordiger der burgerij.
Spreker betwijfelt dan ook ten zeerste, of
het adres bij den wethouder Van Hasselt zoo'n
ontvangst zou hebben genoten, wanneer het,
in plaats van door deze 41 ingezetenen eens
was onderteekend geworden door 41 notabele
ingezetenen.
Mevrouw Duiker en de heer Hamelink: Zeer
juist
De heer Nolson stelt tegenover het advies
in het licht, dat ieder burger het recht heeft
te requestreeren en dat recht mag niet teniet
worden gedaan, ook niet door de ultspraak
van burgemeester en wethouders.
Dit, wat den geest van bet rapport betreft,
dat echter geheel bezijden de zaak gaat.
Spreker wijst er voorts op, dat ook de ar
gumenten van het rapport niet steekhoudend
zijn. De 41 ingezetenen vragen intrekking
van een raadsbesluit. Daarmede zijn ze by
den gemeenteraad, die dat besluit nam, aan
het goede adres, en daarin zouden burgemees
ter en wethouders hen nimmer kunnen tege-
moet komen. Het standje, dat hun in het rap
port gegeven wordt, omdat ze bij den raad en
niet bij burgemeester en wethouders zijn ge-
komen, komt dus niet te pas.
Verder wordt er nanmerldng gemaakt, dat
24 der onderteekenaars nimmer aansluiting
bij de centrale hebben gevraagd en daaruit
geconcludeerd, dat dezen niet het recht zou
den hebben het adres te onderteekenen. Ook
dit acht spreker een onjuiste conclusie. De
onderteekenaars vragen bij den gemeenteraad
alleen intrekking van het besluit tot schor-
sing van de werking der artikelen 4 en 5 der
concessie-voorwaarden; daar kan men v66r zijn
men kan dat in het algemeen belang achten,
ook al is men nimmer voomemens zelf elec
trische stroom te gebruiken. Dat mag dus
geen aanleiding zijn voor het voorstel van bur
gemeester en wethouders om het adres voor
kennisgoving aan te nemen.
Spreker mist in het rapport juist motieven,
waarom het raadsbesluit moet gehandhaafd
blijven; voor 90 bevat het motieven om te
betoogen, dat adressanten geen recht zouden
hebben te petitionneeren.
Ei- wordt aan adressanten ook een grief
van gemaakt, dat zij zich niet hebben laten
inschnjven op de Hist van aan te sluiten per
sonen, die 31 Juli 1919 gesloten is. Spreker
merkt op, dat hij bij de behandeling van het
intrekkingsbesluit op 31 Juli 1J. van meening
was, dat die Hist de namen bevatte dergenen
die electrisch licht wenschten, doch hem is er
niets van belcend, dat ooit aan de ingezetenen
is bekend gemeekt, dat degcnen die dat wen
schten zich op een lijst konden laten plaatsen.
Heel de redeneering van het rapport gaat,
zooals hij reeds zeide, voor 90 buiten de
zaak om, en berust op onjuiste gnonden.
Er blijkt ook uit, dat die lijst niet een lijst
is van aUe menschen die zich hebben aange-
geven, maar een willekeurig opgemaakte lijst.
Ijidien spreker destijds geweten had, dat dit
niet een lijst van alle gegadigden was, dan
zou by tegen de vaststelling dezer lijst zeker
zijn opgekomen.
In elk geval is toch door den gemeenteraad
de voorwaarde gesteld, dat alle woningen van
de woningbouwvereeniging zouden worden
aangesloten, dat is als voorwaarde gesteld.
Hoe wordt dit nu uitgCVoerd? Naar hy ver-
nam reikhalzen de huurders er naar te wor
den aangesloten, en dacht hij, dat ze in ieder
vertrek een lamp zouden krijgen, maar thans
is hun bekend gemaakt, dat ze maar een licht-
punt krijgen. Die woningen kwamen toch in
elk gevai op de lijst voor en daaromtrent is
geen bepaling gemaakt dat die maar 66n licht-
punt zouden krijgen.
Nog wordt in het rapport gezegd, dat de-
genen, die bezwaar hadden tegen de lijst, zich
op burgemeester en wethouders hadden kun
nen beroepen. Maar, mynheer de voorzitter,
er is toch nimmer bekend gemaakt, noch dat
men zich op een lyst moest laten plaatsen,
noch dat daartegen bezwaren bij het college
konden worden ingebracht. Hoe kan men die
menschen dan daarvan een verwijt maken?
Spreker wil thans nog volstrekt niet zeggen,
dat het raadsbesluit zal moeten worden inge-
trokken; hij kan wel aannemen, dat er moei-
lijkheden zijn om aan ieders verlangen te vol
doen, maar hij heeft voor het oogenblik alleen
willen aantoonen, dat het rapport van bur
gemeester en wethouders geheel ongegrond is
of buiten de kwestie gaat.
De heer Hamelink merkt op, dat de heer
Nolson terecht heeft gewezen op den verkeer-
den geest van het rapport, dat bovendien we-
melt van onjuistheden, daaraan behoeft hij
niet veel meer toe te voegen.
Hij wijst er ook op, dat de bewuste Hist
van aan te sluiten perceelen die 31 Juli 1.1.
door den raad zou vastgesteld zijn, blijkens
berieht van burgemeester en wethouders wel
eenigen tijd voor het publiek ter inzage heeft
gelegen, maar dat het publiek niet op de
hoogte kon zijn van de beteekenis die daar
aan thans wordt gehecht. Indien men zich om
op die lijst geplaatst te worden had moeten
aangeven, of indien men tegen die lijst be
zwaren had kunnen inbrengen hij burgemees
ter en wethouders, was het toch hun morfee-
len plicht geweest om het publiek daarvan op
d.e hoogte te stellen. Het is volkomen on-
juist, dat die lijst maandenlang ter inzage
heeft s-elegen, want dat is den 7den Juli pas
gepubliceerd. Indien burgemeester en wet
houders dus ecrbied en aehting van den raad
en burgerij willen verwerven, zullen ze eerst
moeten beginnen met in hun rapporten wat
meer de waarheid te betrachten.
Hoe kon het publiek weton. dat ze daartegen
bezwaren konden inbrengen Daar had het
college de aandacht op moeten vestigen.
Vroeger is nimmer een dergelijke lijst op
gem-valet; hoe is men daartoe nu zoo op eens
geko~* "nDit lijkt spreker verdacht. Het
lijkt 1. t die lijst pas is opgemaakt; na-
dat men er de lucht van kreeg, dat dit adres
bij den gemeenteraad zou worden ingezonden.
Er wordt, fiok erkend dat er veel meer men
schen op de lijst stonden, maar dat er ver-
schillenden van zijn afgevoerd. Wie gaf aan
burgemeester en wethouders het recht, met
den administrateur der centrale die schifting
te maken?
Als alien niet meer geholpen konden wor
den, had men moeten helpen zcolang men kon
zonder echter op partiidige wijze sommigen
te schrspnen en anderen er op te plaatsen,
daartoe hadden ze niet het recht. Er stonden
wel 270 personen op het lijstje, waarvan een
groot aantal veel vroeger, dan hepaalde per
sonen, die later hier waren gekomen, maar
toch eerder geholpen zijn.
Spreker betoogt ook. dat hii en de andere
adressanten zich niet burgemeester en wet
houders konden wenden met een bezwaar-
schrift dat ze niet werden aangesloten, want
dit kon hun toch niet baten, zcolang de arti
kelen 4 en 5 niet hersteld zijn. Daarvoor
moesten ze een verzoek rich.ten tot den raad.
die deze artikelen had ingetrokken. Hij kan
niet begrijpen. hoe burge«*sester en wethou
ders er toe gekomen ziin om z66 iets in hun
rapport to srhriiven. Denken zij dan soms
dst de raadsleden zulke groote ezels zijn, dat
zij dit maar allemaal slikken?
De oorzaak van alles is dat de exploitatie
van de centrale in particuliere handen berust.
Overal waar de exploitatie was in handen van
openba.re instellingen, van de gemeenten zel-
vte, heeft men op de meest krachtige wijze
het uitbreiden der installaties in de hand ge-
werkt en tot stand gebracht. Men zie daar
voor maar eens naar de provincie Noord-Hol-
land, waar verschill'ende netten werden uitge-
breid en in enkele plaatsen een geheel nieuwe
aanleg werd gemaakt, op sommige plaatsen
zijn de aansluitingen huis aan huis gemaakt.
Bij de particuliere exploitaties heeft men juist
het tegemovergestelde gezien, daar werd uit-
breiding tegen gehouden. In Amsterdam is
de geheele straatverlichting geelectrificeerd,
maar hier werd zij juist verminderd en wer
den de menschen in het duister gehouden.
Er zijn hier ldnderen ter wereld gekomen bj
een schemer! amp je! Kunnen burgemeester en
wethouders beseffen wat dat beteekent? Die
omstandigheden worden over het hoofd gezien.
Men had alles in het werk moeten stellen
om zooveel mogelijk alien van licht te voor
zien en als het dan onmogelijk was om de
capaciteit der centrale te verhoogen, rantsoe-
neering moeten invoeren. Dan hadden nog
honderden ook van het electrisch licht kunnen
genieten. De heeren hebben dat echter niet
gewild, ze hebben daarby om hun eigen be-
langen gedacht, want dan zouden ze ook heb
ben moeten rantsoeneeren.
Er wordt in het rapport ook gezegd, dat er
bij de adressanten een sterke animositeit te
gen den administrateur bestaat. Spreker zal
daarop niet diep Ingaan, hy heeft reeds ge-
noeg aangetoond, dat die animositeit niet be
staat. Hij spreekt over deze zaak om te die-
nen wat hij meent het algemeen belang te
zijn. Er is gespeeld met de belangen van
Ter Neuzen en hij wil op die misstanden wii-
zen om daarin verandering te krygen. Uit
hetgeen hy heeft aangevoerd blykt ten dui-
delijkste, dat het wel mogelyk was geweest
om een aantal aansluitingen te maken boven
die 4(5 welke op de lijst staan. Men had dat
kunnen doen, zooals de ingezetenen van Hoek
en 7aamslag van licht worden voorzien.
Maar, daarvoor moest ook de centrale wor
den uitgebreid en die uitbreiding kost geld,
dan zou de centrale zoo productief niet meer
kunnen gedreven worden als thans het geval
is nu ze vol belast loopt. Dan zouden de ex-
ploitanten enkele procenten minder dividend
ontvangen. En als we in het volgend jaar zijn,
dan zal de toestand gelijk zijn aan die van
thans, terwiil dan ook de gemeente, door de
eenige bepalingen waarmede zij invloed kan
uitoefenen op de centrale te laten vervallen,
rich de eenige kans om haar tot haar plicht
te brengen. heeft ontnomen. Wil de raad dus
werkelijk de belangen der gemeente beharti-
gen, dan behoort zy het genomen besluit, zoo
als de adressanten verzoeken. in te trekken.
Het is niet uit animositeit, als hii er op
wijst. dat het voldoende bekend is, dat men
van de zijde van den administpftteur op alle
mogelijke wyzen wordt dwars srezeten als men
niet naar ziine piipen danst. Hij zegt: er wa
ren geen meters! Maar waarom gaf hij dan
meters over aan de riiks-centrale Die had
hi} zelf moeten behouden in het belang der
ingezetenen, die hij hedieneh moet. Dan had
den die ingezetenen kunnen worden aangeslo
ten die reeds installaties hebben laten maken,
welke bij uitschakeling van de artikels 4 en
5 der concessie waardeloos zullen worden.
Burgemeester en wethouders zijn zeer in
gebreke gebleven toen het desbetreffend ver
zoek van de centrale is ingekomen, de zaak
gnondig te onderzoeken. Zij hebben zich sterk
eenzijdig laten voorlichten. En de tegenwoor-
dige wethouders kunnen er zich niet op be
roepen, dat ze toen geen lid waren van het
college, want zij waren toen raadslid en heb
ben aan het intrekkingsbesluit ook meege-
werkt. Zij zijn dus medeverantwoordelijk.
Met voile vertrouwen dat men een goed
besluit zal nemen, dringt spreker er ernstig
op aan, niet aan te nemen het voorstel van
burgemeester en wethouders, doch om terug
te komen op het desbetreffend raadsbesluit
van 31 Juli 1.1.
De heer Geelhoedt acht het noodig, waar
de geest van het rapport van burgemeester
en wethouders wordt aangevallen, er op te
wijzen dat hij het op dat punt er niet mede
eens is. Het college was op dat punt niet
homogeen.
De heer Nolson komt er tegen op, dat de
raad straks niets meer zou te vertellen heb
ben over de centrale, indien deze niet zou
voldoen aan hare verplichtingen. Op bladzyde
6 der concessie-voorwaarden leest hij, dat het
gemeentehestuur, wanneer de centrale in ge
breke zou blijven om te voldoen aan hare
verplichtingen tot het leveren van licht of zou
weigeren over te gaan tot uitbreiding van de
installaties. haar zulks kan bevelen en als zij
weigerachtig blijft daarin ten haren koste kan
laten voorzien. of ook haar van de concessie
vervallen verklaren. De macht berust wel de-
gelijk bij den raad. Die redeneering gaat dus
met op.
De heer De Jager heeft met verwondering
de rede van vriend Hamelink gehoord. Deze
heeft met aandrang, gevoel en met klem ver-
schillende argumenten aangevoerd, om intrek
king te bewerken van het raadsbesluit. Weder
moet hij er op wijzen, dat het hem bevreemd,
dat deze dat hier doet in het midden der ver-
gaderiiig, en dat hij die adviezen met de ar
gumenten aan de commissie van biistand in
welker vergadering deze zaak beliandeld werd,
heeft onthouden. Hadden die verschillende
punten daar kunnen overwogen worden, we-
deroirt: het advies ware waarschijnlijk anders
uitgevallen.
Gedurende ar.derhalf uur heeft de commissie
met den administrateur der centrale deze zaak
besproken en van al de zalcen die dit lid der
socialistische party op het tapijt brengt, heeft
hy in die vergadering geen woord gerept. Hij
Efolooft, dat zulks niet is in het belong van
een goeden gang van zaken. al kan het zijn
dat dit lid er voor zich of ziine partij er be-
lang in ziet om tot de publieke vergadering
to wachten om met zijn argumenten voor den
dag te komen.
Wat de opmerlringen betreft, die omtrent
een zekeren geest van het rapport gemaakt
zijn, dat daarin een zekere heerschzucht zou
spreken, dat kan zijn; maar misschien was
er red en voor om wat scherp te zijn, denken-
de: ijzer scherpt men het best met ijzer, want
als men een zeis met eandahout zou trachten
te scherpen, blijft ze even hot. En. als het
tech hard tegen hard moet, acht spreker het
beter dat de vonken er maar eens afvliegen.
De heer Hamelink heeft intrekking van het
besluit hepleit. maar spreker wil er op wii'zen,
dat, al hestond de raad dan toen missehien
uit oude ezels het besluit eenmaal genomen
is en nu vreest hii, dat. als de te<renwoordige
raad het introk, de centrale voor den dag zou
komen met het verkregen recht en dat de ge
meente in eene procedure zou zitten eer ze
het wist.
Voorzeker heeft ieder fngezetene het recht.
om verzoeken tet den gemeenteraad te renden.
maar snreker rindt het toeh eiVenaardig dat
ook bet raadsbd de beer Hamelink onder die
41 ondeHciPkenqars voork.omt.
Hii em/H"+ mot Up waarschnwinc. dat onder
deze omstpnUioUini'd Jp raad zich wel ter deao
di°nt te beUpnVo-n en dat het hem ceweneoht
voonkomt dat a." jiot rnedobacjnit niet mtrekt.
omdat meeilnkheden niet m'tgesloten ziin.
Do ttaoT TTa^aoTt komt OT1 tecron de
voavctoll.'aa Uat Uo >1007. HamoTmV r>n do yer-
gadering de- commissie van bijstand niet aan
het woord zou hebben kunnen komen. Nadat
vooi de eerste maal het adres der bewoners
in de vergadering der commissie ongeveer
and er half uur besproken was, werd spreker
afgevaardigd naar den administrateur om met
dezen te confereeren en hem uit te noodigen
in de vergadering der commissie te verschy-
nen en aan haar de noodige inlichtingen en
bescheiden te willen verschaffen. Daama is
deze kwestie in een vergadering, die geduurd
heeft van 8 uur tot half 12, in en bifiten de
tegenwoordigheid van den administrateur ge
houden, en de vergadering was in hoofzaak ge-
wyd aan de samenstelling van dit rapport.
Spreker meent in die, door hem geleide ver
gadering, geen enkel blyk van partydigheid te
hebben gegeven en er zal niemand met eenig
recht kunnen heweren, dat hij niet aan het
woord heeft kunnen komen.
Wat de beroerking van den heer Nolson be
treft, dat het rapport een andere ontvangst zou
hebben gehad, indien het door 41 notabele
ingezetenen was onderteekend, is eene insinu-
atie waartegen hij moet opkomen; wie het ook
onderteekend had. spreker zoude er niet an
ders mede gehandeld hebben.
Het moeilyke in deze zaak is, dat de 41
onderteekenaars zich opwerpen als slachtof
fers en daar doelt de uitlating op, dat ze, al-
vorens zich als zoodanig te presenteeren, tot
burgemeester en wethouders zich hadden moe
ten wenden om genoegdoening.
Deze zijn toch de uitvoerders van de wil van
den gemeenteraad; zij hebben het dagelijks
beheer van de gemeente en moeten ook toe-
zien op het naleven der gesloten overeenkom-
sten, dus <Jok op die van de concessie.
Het is dus rationeel, dat ieder. die zich be-
nadeeld acht door het niet nakomen van een
contract, eerst bii burgemeester en wethou
ders komt en zich eerst. wanneer hii daar
geen gunstig oor vindt. tot den gemeenteraad
wendt. Het door burgemeester en wethouders
uito-eoefende toezicht steunt op de wet.
Dat de gemeente er zonder moeiHikbeden
zou afkomen, als het besluit werd ingetrok-
ken, gelooft spreker niet. Met den heer Nol
son is hii het eens. dat de raad de eansehe
macht behoudt; die kan ten alien tilde het
bedriif naasten. AG, hij wil kan de raad met
sterken arm optreden.
Mevrouw Duiker hemerkt. dat de heer Van
Hasselt niet kan inzien, dat de adressanten
gesls.chtofferd ziin. Zii vraaet hem echter in
gemoede af. hoe hii er zelf over zou denken,
als hii eens een a-eheelen winter in het donker
moest zitten. Zii haalt, het eeval aan van
Van Dixhoom. die op 25 October van het vo-
rig jaar verhuisde naar de Klaassenstraat.
Hii had vooraf den administrateur gevraagd
ziin meter te mogen meenemen. wat deze hem
had toegezegd. Toen het on een verhuizen
kwam. gaf deze hem te kennen. dat het beter
was dien meter ma.a.r te laten zitten. daar
hii dan een anderen meter kon kriigen en dat
het wegnemen van den meter van Van Div-
hoorn maar duhhel werk zoude ziin. Van Dix
hoom s+emde daarmede in doch ofechoon hu
meds dikwiils om aansluiting gevraagd heeft.
hii zit nog zondeT licht. On riin vemoek was
de heer Van der Duhhe eens komen kiiken.
maar dan moest er eewaeht worden met den
aanleg omdat het eerst moest hehangen wor
den en hii de vanden maar «lvast moest laten
bespannen. Dit is geschied. maar nu zit de
man zoo met riin met snandoek behangen ka-
mers en zonder licht. Heeft. zoo iemand nu
niet het recht zich slachtoffer te gevoelen
Ook de heer Gazan heeft al drie jaren la.ng
om aansluiting gevraagd en voor hem is het,
in verband met zijne dochter die aan vallende
ziekte lijdt. van groote beteekenis; toch kry'gt
hy geen licht.
Dan het geval van den heer But. Burge
meester en wethouders zeggen, dat hy den
formeelen weg niet heeft gevolgd, dat hij
een formulier had moeten invullen. Toen de
heer But er een vroeg, kon hy er geen krijgen.
Met wat goeden wil had de administrateur
evenals met zooveel anderen die hem voorge-
gaan zijn, die informaliteit hier wel eens over
het hoofd kunnen zien en de leiding komen
keuren. Burgemeester en wethouders hebben
hem ook geen hulp verleend en het betreft
toch hier een ingezetene die reeds sedert lang
getracht heeft licht te krygen om er zijn werk
by te kunnen uitvoeren en dit is van veel be
teekenis, want, als men in zyn vak de men
schen niet vlug helpen kan, gaan ze veelal
naar concurrenten, die wel van licht zijn voor
zien. Zoo iemand voelt zich dus welterdege
slachtoffer.
Wat de ontvangst van het adres betreft,
spreekster wijst op dat tot stichting eener
hoogere burgerschool, dit was door eenige no
tabele burgers geteekend en die zaak was voor
de gemeente financieel van zeer groote be
teekenis. Dit had echter tct gevolg, dat tot
stichting werd besloten; zij wraakt 'niet dat
besluit, maar bedoelt aan te toonen, het ver-
schil in behandeling.
Burgemeester en wethouders moeten zich
iiiet zoo standvastig aan dat opgemaakte lijst-
e houden, waarvan volmondig is toegegeven.
dat het een willekeurige lijst is. We moeten
opkomen voor het algemeen belang. Dikwijls
wordt gezegd: Ter Neuzen moet vooruit. maar
hoe zal dat, indien de centrale niet meer ver-
plicht is nieuwe aansluitingen te maken. Hoe
zullen hier dan inriehtingen verrijzen, die wel-
lieht van licht- en krachtstroom gebruik wil
len maken?
De heer Nolson heeft gewezen op een be
paling der concessie. die den raad nog macht
zou doen behouden. Die bepaling komt echter
voor in artikel 5 en dat is ingetrokken.
Spreekster heeft daarover rechtskundig ad
vies gevraagd en zij kreeg ten antwoord. dat
zij zich zeker vergist had, de raadsman ver-
moedde dit missehien omdat zij maar een
vrouw was, want dat het intrekken van zoo-
danige bepaling, die het eenige machtsmiddel,
dat de gemeente bezat uit handen zou geven,
nergens zou kunnen voorkomen. Maar dat is
hier toch gebeurd!
Zij, noch hare partijgenooten zijn in deze
kwestie persoonlijk, wat men hun daarover
ook moge aanwrijven, maar zij kunnen niet
nalaten hierover te spreken, omdat zij opko
men voor het algemeen belang en strijden
tegen- de particuliere winstmakerij. Men moet
in deze consequent zijn.
Toen de voorzitter hier als burgemeester in
die gemeente kwam, heeft de administrateur
tegenover hem al verklaard, dat de capaciteit
der centrale al te klein werd. en al moge het
nu ook al zijn, dat de uitbreiding tiidens den
oorlog wat geld zoude gekost hebben. zoo
meent zij, .dat de Industrieele Maatschappij,
die gedurende 16 jaren van de gemeente en de
gemeentenaren winst heeft getrokken er nu
toch ook wel eens wat voor zoude mogen over-
hebben.
In de provincie Noord-Holle.rd heeft men
wel weten uit te breiden, vooral in Amster
dam. maar daar zijn het geen part'Vuliere be-
drijven, die' er alleen op uit ziin winst te ma
ken, dat kan men haer niet ten kwade duiden,
dat spruit voort uit het kapitalistisoh stelsel.
maar wij zegt spreekster moeten als
raadsleden opkomen tegen dat streven, om te
zorren voor het goed recht der gpmeente en
der ingezetenen. in het algemeen belang. tegen
de particuliere winstmakerii. Zii weet niet. of
de heeren in deze een stnndprmt tegen het
algemeen belang zullen blijven innemen, maar
dan daarvan is zij oveirtuigd, zal over 4 jaar
doen °Ter hmme houdillg wel uitspraak
De heer Colsen verklaart volkomen mee te
f 6t -\dmS der 41 ingezetenentoen
Slmafcd nog met zoo gelukkig was een eigen
afgevaardigde te hebben, werd er door de
vonge raadsleden met aan die buurt gedacht,
°°!L-T,a? electrisch licht verstoken
kunt™ a^ n 4 en 5 niet hersteld worden
kunnen de bewoners van Sluiskil het ook niet
hersteHenf^11 V°°r' die artikels te
De heer Nolson betoogt, dat de heer Van
I Hasselt m zyn mondelinge verdediging van
hh i c3! We€r verwart- evenals
hy dit deed in het rapport. De adressanten
W?+eiu-geen aarLsluitmR by het net, zij vragen
van de artikelen 4 en 5 der con-
essie. Dat moet de raad doen, daarvoor moes-
ten ze in g-en geval bij burgemeester en wet-
nouclers zijn.
Naar aanleiding der bemerking van me
vrouw Duiker omtrent artikel 5 vestigt hij er
de aandacht op, dat dit artikel slechts tijdfir
lyk bmten werking is gesteld en in elk geval
°P 1920 weer automatisch hersteld
wordt, terwyl, wanneer de centrale zou weige
ren de noodige herstellingen te doen, de raad
toch ten alien tyde het besluit kan intrekken.
De raad houdt wel degelyk de zaak in handen.
Hy wil nog niet zeggen, wat thans daarom
trent dient te worden besloten, doch wijst er
op dat zooeven besloten is om een accoun-
ben°€I"en Yoor het onderzoek naar de
bedryfsresultaten, in verband met het verzoek
om den prijs met 50 te mogen verhoogen,
hy stelt voor om naar aanleiding van dit adres
ook een technicus te benoemen, teneinde met
de commissie van bijstand rapport uit te bren
gen over de hierby betrokken belangen en
vooral over de vraag, of het onder de tegen-
woordige omstandigheden uitvoerbaar zoude
zyn de centrale zoodanig nit te breiden dat
deze voldoen kan aan alle aanvragen.
We hebben uit de mededeeling van den heer
HameJmk gehoord, dat ze dit wegens gebrek
aan kolen niet behoeft te laten.
Spreker kan moeilyk aannemen, dat de be-
wenng van den heer Hamelink, dat ze niet
zou wensehen uit te breiden juist is, want
juist omdat het een particuliere maatschappy
is die tracht winst te maken, is het in haar
belang de zaken zooveel mogelyk uit te brei-
den. is in haar belang1. Missehien is ech-
ter de duurte der machinerien daarvoor een
beletsel.
Maar hoe het ook zij, indien het mogelijk
is ook daarover v66r 1 Januari een deskundig
rapport te hebben, zal de raad. wanneer hy
besluit dat te vragen, ook in dit opzicht een
goed werk hebben gedaan, tegenover de in
gezetenen.
Spreker komt nog op tegen het verwijt, dat
de raadsleden die het intrekkingsbesluit na
men, daarmede op het oog zouden gehad heb
ben eigen belancen als lichtverbruikers.
De heer Van Hasselt merkt op, dat er ster
ken nadruk op gelegd' is, dat de Industrieele
Maatschappy winstmakerij beoogt en tegen
het algemeen belang handelt. Van die winst
makerij is_ echter nog weinig gebleken, want
van de winst boven een betrekkelijk gering
percentage mo t 30 aan de gemeente wor
den uitgekeerd. Hij gelooft echter niet, dat
er al een cent aan de gemeente van de winst
betaald is. Het loopt dus met dat winstmaken
niet zoo druk. Daar is al eens meer de aan
dacht op gevestigd en is destijds op voorstel
van den heer Lensen al eens een accountants-
onderzoek ingesteld. Uit het toen overgelegde
rapport bleek, dat nog geen winst gemaakt
was.
Straks zal uit het aceountantsonderzoek
weer bljjken hoe het er mede staat en wanneer
dan mocht blyken dat er geen reden zou zyn
voor verhooging, zal spreker daaraan zeker
geen medewerking verleenen. Hij heeft vol
strekt geen belang by de Industrieele Maat
schappy, hij is er geen aandeelhouder van
ook en, mocht de maatschappy morgen zelfs-
iailliet gaan, dan laat hem dit zoo koud als
een steen, aangerien hij wel overtuigd is, dat
Ter Neuzen wel verlicht zal worden, ware het
niet door de gemeente, dan toch wel door een
andere particuliere maatschappy.
Hij meent, dat er gegronde redenen zijn,
om de artikelen 4 en 5 van de concessie voor-
waarden onder de huidige omstandigheden
niet geheel van toepassing te brengen en hier
over zyn burgemeester en wethouders het vol
komen eens.
De heer Hamelink constateert, dat de heer
Nolson toch toegeeft, dat de raad geen kracht
kan uitoefenen, indien artikel 5 niet wordt ge
handhaafd.
De heer Nolson: Maar ik heb er ook op-
gewezen, dat we dat ten alien tyde kunnen
herstellen.
De heer Hamelink wijst er op, dat dan toch
het artikel eerst moet hersteld worden. In
dien het dan niet mogelijk is, dat de centrale
meer stroom kan produceeren, en er 50
stroom^ op de straatverlichting bespaard blijft,
zou hij wensfben, dat eene algemeene rant-
soeneering werd ingevoerd. De tegenwoordige
aangeslotenen moeten dan maar wat minder
stroom gebruiken, om anderen, die er nog
steeds van verstoken waren, ook in de ge
legenheid te stellen. Het moet ziin: een voor
alien en alien voor een! Dat is een eisch van
billijkheid. Bovendien: werd de gelegenheid
tot aansluiting opengesteld, dan zou het naar
zijne^ meening toch niet stormloopen om aan
sluitingen.
Wat de houding van spreker in de com
missie van bijstand betreft, geeft hij te ken
nen, dat 1 ij bij de besprekingen de heeren
maar steeds aan het verstand heeft trachten
te brengen. dat die 41 onderteekenaars geen
gelegenheid hadden gehad om zich op de lijst
te laten plaatsen. Zij wfden daar echter heele-
nvaal niet van weten. Zii waren te°"en spreker
h"-"-ooreordeeld en meenden dat hij om persoon-
liike red even tegen den heer Van der Lubbe
ageerde. Dit is geheel on juist. Hii heeft niets
t"gen den ner oon van den heer Van der Lub-
de; als pntreon bad snreker niet hiizouder over
hem te klagen; hii had ziine gehreken. maar
die heeft ook snreker. Dat de administrateur
eebrt-er s+oerls rle rlo-pm eerie belangen zoo ach-
terop sehnof deed snreker zeer. Daar hii de
heoran niet van hnn verkeerde meening kon
afbrenven. heeft bii er verder }mt zwiigen
maar toe gedaan. daar ziine verklaringen toch
met een on juist oordpel werden ontvangen.
(Zie verder het Eerste blad.)
m
H
n