No. 6808.
Dinsdag 4 Maart 1919.
59r Jaargang.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen
i
Uitgifte Melkkaarten.
Rantsoen Boter, enz.
Distributie Kaarsen en
Schemerlichten.
De Belgen en Wy.
(S1WNENLAND.
De Koningin In Zuid Limburg.
De Hoofdcontroleur-Boekhouder ran het
Bevensmiddelenburean maakt bekend, dat
•f Donderdag 6 Maart, ep ver-
toon der rantsoeneeringskaart de aitreiking
zal plaats hebben der Melkkaarten
5e serie ea wel:
▼•or de houders van rantsoeneerings-
haarten
»t. 1-250
251—500
501-750
751—1000
1001-1250
1251—1500
ran 9—10 uur y.m
1011 i/ u
n 1112 1/ It
n 1—2 n.m.
g 23 g u
a 1501—en hooger 1—5
De prijs der kaarten bedraagt 1 cent
per stuk.
Toor de bewoners van Driewegen en
lluiskil zgn de kaarten verkrijgbaar bg de.
keeren Jansbn en Mkdlbroek aldaar.
Ter Neuzen, 3 Maart 1919.
De Hoofdcontroleur-Boekhonder van het
Levensmiddelen bureau,
L. W. EIJNBERG.
De Burgemeester van TER NEUZEN
maakt bekend, dat voor het tgdvak 28
Febr„ t/m 7 Maart geldig is bon
le week der kaarten van het 3e tgdvak voor
Beter, Melange A en B en Normaal-
■argarine.
De duur der boterkaarten is mitsdien
met ingang van 28 Febr. van 9 dagen
teruggebracht tot 8 dagen.
Ter Neuzen, 3 Maart 1919.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN
maakt bekend, dat in verband met de
opheffing der distributieregelingen van
Kaarsen en Schemerlichten voor alle
ngezetenen gelegenheid bestaat om op a s.,
Vrijdag 7 Maart op vertoon der
rantsoenneeringskaart een doos schemer-
liehten of 1 pak kaarsen op het Levens-
middelenbureau te bekomen, tegen de vast-
gesteldeprgzen van 0,58 per doos schemer
lichten en 0,04 per pak kaarsen.
Het bureau is dien dag geopend van
912 v.m. en van 15 uur n m.
Ter Neuzen, 3 Maart 1919.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
IN6EZ0NDEN.
(Y e r v o 1 g 13.)
Uit de algemeene verslagenheid der ge-
moederen maakte graaf Lodewijk de ge-
volgtrekking, dat hij het juiste middel ge-
kozen had, om zgne Ylaamsche onderzaten
in rust te houden. Hg vertoefde dan ook
meesttgds in Frankrgk en bracht slechts
nu en dan eenige dagen in zgne landen
tusschen de Noordzee en de Dender door.
In den nazomer van 1330 voerde hg voor
de eerste maal zgne gade Margaretha
naar Vlaanderen. De vorstelgke personen
vestigden zich op het kasteel te Male, een
half uur ten oosten van Brugge, waar hun
een zoon geboren werd, door het volk
Lodewgk van Male geheeten.
Met iederen dag werd het den Vlamingen
■eer en meer bewust, dat tusschen hen en
hunnen graaf, die zoo gaarne in het zonnige
Frankrgk verwglde, waar hem voortdurend
bekers van lust en weelde werden geboden,
een scheidsmuur was verrezen, welke iedere
toenadering te schande maakte. Zelfs de
sleden Gent en Oudenaarden, welke tot nu
toe zich onwrikbaar aan graaf Lodewgk
hadden geheeht, verloren den eerbied voor
baren gebieder.
Terwgl de graaf van Vlaanderen en zgne
onderdanen zich steeds verder van elkander
verwgderden, ging koning Eduard 111 van
Engeland van het ontwerp zwanger,
Philips VI den Franschen troon te be-
twisten. Zich beroepende op het feit, dat
hij wegens zgne geboorte uit Isabella van
Frankrgk, de dochter van Philips IV, de
naaste erfgenaam van zg'nen oom Karel LV
was, noemde de Brit Philips van Valois
eenen overweldiger en besloot, hem den
handschoen toe te werpen.
Beide monarchen zagen naar bondge-
nooten om. Zoowel de Brit als de Fransch-
man wierpen het oog op het aan hulp-
middelen rgke Vlaanderen maar zeer ver-
•ehillend was de weg, dien ag tot het be-
reiken van -hun doel insloegen. Koning
Philips wendde zich tot den graaf, koning
Idaard tat het volk. Engelsehe zendelingen
doorkraisten het land, om er op ta wgzen,
van heeveel belong het voor Vlaanderen
was, met Engeland in vrede te leven, daar
het verbreken der goede verstandheuding
de Vlaamsche wevergen te gronde zou
richten.
De kuipergen der Engelschen bleven voor
koning Philips niet verborgen. Daarom
ried hg graaf Lodewgk, naar Vlaanderen
terug te keeren, opdat zgn volk geenen
anderen weg zou inslaan, dan hem lief was.
Welhaast zag Gent dan ook den graaf
weder binnen zgne muren en werden in
alle havens vaartuigen in dienst gesteld,
om den Britschen oorlogsvloten het landen
te beletten. Gebelgd over die maatregelen,
verbood koning Eduard onmiddellgk alien
uitvoer van wol naar Vlaanderen. Weldra
stonden al de lakengetouwen stil, krioelde
het in de straten van Gent, Brugge en
Yperen van ontevreden lediggangers en
begon er gebrek te beerschen onder hen,
die tot nu toe ruim hun brood verdienden.
Koning Eduard, vernemende, hoe hevig
het Vlaamsche volk morde over de be-
lemmeringen, door Lodewgks staatkunde
teweeggebracht, en dat geene enkele
burgerg zich geneigd toonde, om het leger
van koning Philips te versterken, vaar-
digde fluks eenige bekwame mannen naar
de Vlaamsche gemeenten af, ten einde
deze te bewegen, om elke hulp aan
Frankrgk te weigeren. Die afgevaardigden
vonden te Gent een- goed onthaal. Zeger
van Kortrgk, heer van Drongen, die ge-
dnrende vele jaren graaf Lodewgk in zgnen
strijd tegen de Bruggelingen, had bgge-
staan, verklaarde zich voor een verbond
met Engeland, ontvicg de afgevaardigden
gastvrg en vertoonde zich bijna dagelijks
met hen in het openbaar. Kort daarna
werd de heer Van Drongen naar Brugge
geroepen ter bgwoning van eene algemeene
vergadering van afgevaardigden der ge
meenten hij werd terstond gevangen ge-
nomen en in het kasteel van Rupelmonde
opgesloten, als schuldig aan verraad tegen-
over den koning van Frankrgk, dewijl hg
Bernard d'Albret, een der gezanten van
Eduard III, als gast in zgne woning had
opgenomen. Het volk gaf luide zgne
verontwaardiging over deze trouwelooze
daad te kennen het begon weder van ver-
zet te spreken.
Er leefde destijds te Gent een man, die
eenen invloed op zgne medeburgers uit-
oefende, zooals slechts weinigen vermogen.
fig heette Jacob van Artevelde, was ruim
veertig jaren oud en door geboorte en
huwelgk met de aanzienlgkste en achtens-
waardigste huizen van Vlaanderen ver-
maagschapt. Zgne gade was de dochter
van den heer Van Drongen. Op twintig-
jarigen leeftijd was Van Artevelde in de
gelederen van het Fransche leger getreden,
om zich in het voeren der wapenen en de
krggskunst te bekwamen. Weder naar
zgne vaderstad teruggekeerd, had hg ge-
toond meer waarde te hechten aan het
streven van een nuttig burger dan aan het
schitteren van eenen edelmau aan het
grafelijke hof.
Hg had zich bg het gilde der brouwers
laten inscbrgven, die hem eerlang tot deben
verkozen. Welbespraakt, aangenaam in den
omgang en met zeldzamen gver voor het al
gemeen welzgn bezield, verkreeg hg met
elk jaar grooteren invloed. Eindelgk ver-
hief men hem tot opperdeken der gezamen-
lgke Gentsche gilden, toenmaals een en
vgftig in getal. Zgn woord besliste in alle
zaken. Het volk hoopte alles van" zgn
doorzicht.
Gm een einde te maken aan de ellende,
die Eduards uitvoerverbod had veroorzaakt,
had Jacob van Artevelde de burgerg ge-
raden, den Engelschen koning haren steun
toe te zeggen. Graaf Lodewgk, hierover
verbolgen, nam eene zoo dreigende houding
aan, dat de Gentenaren de toekomst duister
begonnen in te zien. Hg schonk hun geene
vergiffenis, voor hem eene boete van 30.000
Pargsche ponden was uitgesteld, terwgl de
Fransche koning van de gelegenheid gebruik
maakte, om te eischen, dat afgevaardigden
der drie leden van Vlaanderen zich naar
Avignon zouden begeven, ten einde in
handen van den paus hunne trouw aan
hunnen opperheer en hunnen graaf te be-
zweren en plechtig te erkennen, dat zjj
eene boete van een millioen gulden schuldig
zouden zgn, als zg dien eed op eenige wijze
schonden. Het gelukte graaf Lodewgk
echter niet, de Gentenaren en de overige
burgergea zoo ver te brengen, dat zg ter
licfde van den Franschen koning de wapenan
opvatten.
Graaf Lodewgk, die bericht ontvangen
had, dat de Engelsehe koning de Gentenaren
weder op zgne zgde zou pogen te brengen,
had een leger van 5000 man in het land
van Cadzaad geplaatst, terwgl zgn bastaard
broeder Gwy de edelste ridders der Leliaards
daarheen gevoerd had. Werkelgk daagde er
spoedig eene Engelsehe vloot op. Terwgl
de Engelsehe boogschutters door eene
hagelbui van pglen de verdedigers van ,de
dgken verdreven, sprongen de aanvallers
aan land. Na eenen verbitterden strgd
bleven de Engelseben overwinnaarszg
plunderdea het geheele eiland Cadzand ea
voerden Gwy, graven broeder, en de
heeren Van Watervliet, Van Bodas, Vaa
Halewgn en Van Brugdam als gevangenen
mede, terwgl ongeveer 3000 van Lodewgks
volgelingen gesneuveld waran. (10 NoveM-
ber 1336.)
Deze staat van zaken stremde Vlaan-
derens handel en scheepvaart, de boofd-
bronnen van welvaart. Wevers, spinners en
Tollers waren zonder werk, zomder ver-
aiensten en zonder brood.
Op den tweeden Kerstdag (1336) wemelde
het op de pleinen van Gent van lieden,
die zich met elkander over de heerschende
ellende en het verval der stad ondarhielden.
Eindelgk hoorde ir en te midden van een
der velkshoopen uitroepen#Wat baat
het ons, met elkander te overleggen
Laten wg Jacob van Artevelde om raad
vragen. Hij is de eenige, die ons helpen
kan".
Eenparig besloot men, dien raad te vol-
gen. De breede groep deelde zich in ge
lederen, verbond zich met andere en sloeg
den weg in naar den Paddenhoek, waar Van
Artevelde woonde. De opperdekea stond
aan de deur, toen de menigte naderde. Een
der voornaamste burgers nam het woord
jrWijze deken, geef ons raad. Men heeft
ons gezegd, dat gig kans ziet, om Vlaan
deren weder op te benren. Zeg ons, wat
wg doen moeten."
Ziende, hoe groot het vertrouwen was,
dat zgne medeburgers in hem stelden,
verklaarde Van Artevelde, dat bg hun den
volgenden dag in de Bgloke te woord sou
staan, een gebouw, dat, aan de zuidzyde
van Gent gelegen, niet tot bet rechtsgebied
der schepenen behoorde.
("Wordt vc*wol*4).
VERBETERIN GEN.
1. der raddraaierslees: De raddraaiers.
2. Jan Crage lees Jan Crage.
Onder vriendelijken zonneschijn heeft
Sittard zich Zaterdagmorgen jegens on-
ze Koningin vol gloed uitgesproken voor
een „Limburg bij Nederland"._ Kwart
over negen redeii de Koningin en de
Prins het marktplein op, onder groot
gejuich van de opgestelde schoclkinde-
ren en een groote menigte belangstel-
lenden. Een klein meisje bood bloemen
Aan de trap van het stadhuis verwel-
komde de burgemeester H. M. en dank-
te voor de gelegenheid thans aan de be-
volking van Sittard geschonken. Haar
te huldigen en aan de verknochtheid
aan Nederland en de regeering uiting
te geven. In de vestibule hadden zich
talrijke plaatselijke autoriteiten opge-
steld, welke met luide hoera's H. M.
ontvingen.
De raadzaal, versierd met planten,
was gevuld met afgevaardigden van de
plaatselijke besturen van Limburg bij
Nederland", terwijl het plaatselijk be-
stuur der Sittardsche afdeeling geheel
aanwezig was.
Het rustige mijnstadje Heerlen was
niet te herkennen, het had een volledige
metamorphose ondergaan, schier huis
aan huis wapperde de Hollandsche drie-
kleur, wier symbolische tinten de ge-
moedsstemming vertolkten, die ons de-
zen bijzonderen dag met ontix>ering ver-
vuld; het blauw als de kleur van de
uua uno[>[ ap s[U 'Avnoa^ aSiMnaa
de neutraliteit, het rood als de kleur van
het bloed. dat vergoten zal worden als
een schennende hand het Limburgsche
land te betreden mocht wagen. Kokar-
des en strikjes. groen, bloemen enguir-
landes. zij hebben de beminde Vorstin
getoond, dat het geen ijdele klanken
waren, die geestdriftig klonken: „Wij
willen Limburg houden".
Om half elf begonnen de klokken te
luiden en onder de juichende kreten der
duizendkoppige menigte stopte de ko-
ninklijke auto voor het gemeentehuis,
rijkelijk met groen en festoenen ver
sierd. Daar waren o.m. aanwezig de ge-
meenteraadsleden en afgevaardigden
der verschillende anti-annexatie-comi-
te's, de burgemeesters der omliggende
gemeenten en nog vele andere officeele
personen.
Ontroerend schoon in schetterende
tonen schalde het oude „Wilhelmus"
Hare Majesteit tegen, die met den Prins
glimlachend op het hordes van het raad-
huis deze spontane hulde in ontvangst
nam. In de kamer van den secretaris
onderhield de Koningin zich met de ver
schillende antoriteiten, voor ieder een
welwillend oor en een vriendelijk woord
hebbend,
Daaraa ging de toeht naar Kerkrade
en vervolgens naar Maastricht.
Deze stad had zich opgemaakt om het
Koninklijk bezoek, hetwelk onder den
di-uk der politieke omstandigheden zulk
een bijzonder karakter heeft gekregen,
waardig te ontvangen. Overal staken 1
Vrijdagavond de vlaggen al reeds uit en
elegen
tot in de meest af gelegen winkelstraten
waren versieringen in de etalage's aan-
gebracht. Soms zag men een paar oran-
jehnten zich alingeren om de meest aL
ledaag«dte koopwaw, em
kelier, die wat oranjekleurige tulpen
tusschen zijn sdgaren en sigaretten heeft
geplaatst; een modemagazijn, waar een
op nationale wijze aangekleede juffrouw
een bordje in de handen houdt met een
Oranje en Vorstenhuis verheerlijkend
opschrift; maar overal heeft hetzelfde
sentiment, dezelfde geestdrift zich aan
den arbeid gezet of werkte nog geheim-
zinnig voort, achter zwaar-gesluierde
etalageramen, waar zich ijverig en ge-
heimzinnig schaduwen bewegen.
Men ziet hier, hoe weinig er noodig
is om dit afgelegen gewest plotseling
van nationaliteitsgevoel te doen gloeien.
Een stem behoefde slechts van annexa-
tie te spreken en Limburg men heeft
het wel eens smalend „de groote teen"
van Nederland genoemd roert zich
terdege.
Het was Zaterdag prachtig weer en
in den zonneschijn begon de oude stad
te leven van felle kleuren. Overal streept
het, rood, wit en blauw langs de oude
gevels en fonkelt in de zon en waait uit
in de lucht. Oranjewimpels slieren over
de nationale kleuren heen en zooals
Maastricht zich daar in den ochtend
van dit nationale feest vertoonde is net,
ondanks dit Zuidelijke aspect, een waar-
lijk Nederlandsche stad.
Door de straten gingen de menschen
met oranje in het knoopsgat of op den
hoed en ten overvloede nog een rood-
wtiit-blauw strikje er boven. Devensters
met oranje en nationale emblemen ma
ken goede zaken. Overal vlaggentooi,
slingers en draperieen in de Nederland
sche kleuren langs het balcons en ra-
men.
Onze Zuidelijke breeders deden alles
met temperament en geenszins ten hal
ve, en zoo zou ik geen stad in Holland
weten, schrijft de corr. van de Tel., waar
de Koningin zich zoo in een Neder-
landsch milieu kan voelen als in Maas
tricht, nu het zich opgemaakt heeft het
Koninfdijk paar feestelijk te begroeten.
Zelfs het zwarte gewaad van de vele
priesters en kloosterlingen, die men in
de straten tegenkomt, wordt door een fel
oranjestrikje verlevendigd en alle stan-
den belijden hun Nederlandsche natio
nale gevoelens niet alleen met den mond
in de vele drukke gesprekken, maar ook
met het hart en de daad.
Te bijna 4 uur reed de Koningim met
haar gevolg in auto's de stad binnen en
naar het stadhuis. Voor het gebouw van
H. B. S. en gymnasium stonden de leer-
lingen geschaard en boden twee jonge
dames Hare Majesteit bloemruikers aan.
Op de Markt, waar duizenden menschen
stonden en waar een plaats voor het
stadhuis vrij gehouden was voor de af
gevaardigden en al hun banieren, werd
de vaandelsgroet gebracht en trad de
Koningin onder een baldakijn de breede
met loopers belegde trappen van het
stadhuis op, waar in de groote, fraaie
versierde ihal tal van genoodigden wacht-
ten en .bij het binnentreden van Hare
Majesteit het Stedelijk Orkest het Wil-
helmus speelde. H. M. nam plaats op
den troon, die zeer sober in rood fluweel
en goud opgetrokken was en waarom-
heen kwistig palmen waren aange-
bracht.
Daama hield de burgemeester de vol-
gende rede:
Majesteit!
Als burgemeester van Maastricht mo-
ge ik Uwe Majesteit namens den ge-
meenteraad en de heele gemeente de op-
rechte verzekering geven, dat wij het
op hoogen prijs stellen, Uwe Majesteit
heden ten stadhuize te mogen begroe
ten. De bewijzen van aanhankelijkheid,
heden op uwen tocht door de straten
der stad gebracht, mogen u reeds over-
tuigd hebben van de onkrenkbare trouw,
van den onverbrekelij ken wil der Maas-
trichtsche bevolking, e e n te blijven met
Nederland, trouwe onderdanen van een
land onder Uwer Majesteits regeering.
De bodem, de lucht trillen nog na van
de geestdrift en de toejuichingen, waar-
mede Uwe Majesteit hier ontvangen
werd en ver over's lands grenzen zal
men na dezen historischen dag kunnen
getuigen, dat Maastricht en Limburg
in hart en ziel tot Nederland behooren
en tot elken prijs Nederlandsch wen-
schen te blijven. De voorloopige uit-
komsten van het Maastrichtsche peti-
tionnement, dat U binnen enkele dagen
zal worden aangeboden, geven dan ook
het recht hier voor Uwer Majesteits
troon te bezweren de plechtige verkla-
ring, dat Maastcicht evenals geheel
Limburg wil blijven een met roemrijk
Nederland.
Hou en trou aan vaderland en vor
stenhuis, voor Nederland hoera! hoera!
voor Koningin Wilhelmina.
H. M. danke voor de gesproken woor-
dem
Geen woorden kunnen uitdrukkmg
geven, spmk H. M., aan de verknocht
heid, die My aan Limburg bindt. Het
vaderland zal fier zijn op zulke zonen.
Daama nam Mr. Jansen. voorzitter
van het provinciaal anti-annexionistisch
comite het woord.
Hij betuigde, dat de geheele Limburg
sche bevolking een van zin is om ieder
denkbeeld van afscheuring van Limburg
van het overig deel van Nederland met
verontwaardiging van de hand te wyzen.
Hy hoepte, dat het protest ook verre
buiten de grenzen van ons vaderland
luid in de ooren klinken van hen, die
zich geroepen voelen, met inachtneming
van het zelfbestemmingsrecht der vol-
ken, de kaart van Eurepa te wijzigen.
Hij wees er op, dat Limburg een ge-
loovige, godsdienstige bevolking heeft.
Niet alleen vervolgde hij in het ie
deren Zondag breed uitgalmende „Do-
mine, salvum fac Reginam Nostram,
maar iederen dag richt die bevolking
hare smeekbeden tot den Allerhoogste,
opdat Hij U. M. en haar Huds moge ze-
genen, U. M. kracht en wijsheid moge
schenken, om de zwiare taak, die op
Uwer Majesteit's schouders rust, in ha
re heele volheid te vervullen en Neder
land te behoeden voor al de gevaren, die
het in den veelbewogen tijd bedreigen.
Uwe Majesteit weet, dat Limburg ten
alien tijde Uwe Majesteit in het volbren-
gen dier taak met hart en ziel zal steu-
nen en daaivoor goed en bloed ten offer
wil brengen. Dat is zijn plicht, zijn lust
en zijn leven. Die bedie, die wensch zijn
belichaamd in deze woorden: in lengte
van dagen leve onze Koningin Wilhel
mina en het Huis van Oranje in het on-
gerepte, ongeschonden Nederland!
De Staar izong: Wij willen Limburg
houden.
De Koningin begaf zich toen naar de
Prinsezaal onder het spelen van de Piet
Hein rapsodie, waar alle gemeenteraads-
leden, de besturen van de anti-annexio-
nistische comite's aan Haar werden
voorgesteld. Het bestuur der Kon. zang-
vereeniging Maastrechter Staar ontving
toen van Hare Majesteit een gouden me-
daille, die aan den eenen kant de beelte-
nis vertoont van H. M. de Koningin en
aan de andere zijde den datum 7 Fe-
burari 1919. Zij sprak daarbij de vol-
gende woorden:
Mijnheer de Voorzitter.
Uit waardeering en erkentelijkheid
voor wat de Maastrechter Staar gepres-
teerd heeft en als herinnering aan de
buitengewone dagen, die wij samen in
Den Haag hebben doorgebracht, ook als
herinnering aan de schitterende aubade
ten paleize, bied ik u deze medaille aan,
en hoop ik, dat ze een plaatsje mag vin-
den aan uw vaandel.
De voorzitter antwoordde:
Majesteit.
Ik kan geen woorden vinden om
onzen dank naar waarde te vertolkesn.
Laat ik in herhaling treden met wat ik
bij de aubade ten paleize aan Uwe Maje
steit vertolkte en verklaren, dat wij le
ven, goed en bloed veil hebben voor ons
ondeelbaar vaderland, voor onze hooge
beschermvrouwe en haar huis".
De Staar zong bij het weggaan van
Hare Majesteit het oude Wilhelmus, ter
wijl voor het stadhuis het vaandelsaluut
weer gebracht werd. In dien tusschen-
tijd hadden zich ruim 7000 schoolkinde-
ren met hun ondierwijzers opgesteld op
het Vrijthof, waar ze met hun nationale
strikken, sjerpen, mutsen en vlaggen
een alleraardigsten indruk maakten. Vol
ongeduld wachtten de kleinen op de
komst der Koningin. Te rcim 4 uur, toen
alien opgesteld stonden, verscheen er 'n
vliegtuig, dat van het Oosten naar het
Westen koerste. Het vloog nog al laagen
de duizenden Mnderen wuifden met hun
vlaggen en riepen, alsof ze aan elken
vreemde willen verkondigen„Wij wil
len bij Holland blijven!"
En eindelijk, daar verschenen de au
to's en ofschoon er afgesproken was,
dat het volkslied gezongen zou worden,
terwijl de Koningin tusschen de kinde-
ren doorreed, was het slechts een geju-
bel zonder einde. De lucht davsrde er
van. In het midden van het plein geko-
men, waaromheen de kindex-en sikkeL
vormig geschaard. waren, stapte de Ko
ningin uit haar auto en moest zij na
mens alle kinderen van Maastricht een
bloemenhulde in ontvangst nemen. De
kleinen zongen toen het volkslied en
daama kregen we een tooneeltje om
nooit te vergeten: de Koningin wande-
lend tusschen al de ry'en der kinderen
door en de kinderen opdringend en maar
juichend en jubelend. Zoo hadden ze him
Koningin nog nooit gezien!
Bij het bestijgen der auto's werd Lim
burg mijn Vaderland gezongen. Broe
der Justinus, die het koor leidde, werd
aan H. M. voorgesteld, terwijl de heer
Rosier de verdere leiding op zich geno-
men had. Van het Vrijthof ging het
langs de Rijkskweekschool, waar de Ieer-
lingen, ook die der rijksnormaallessen,
geschaard stonden en bloemen aanbo-
den, langs den Hertogsingel. Hier ston
den de zusters en oude vrouwtjes en
mannetjes van het ziekerihuis Calva-
rienberg en dan naar de gemeente Oud-
Vreenhoven, waar aan weerszijden van
den weg hannonie en schoolkinderen.
kweekelingen van de breeders, opgesteld
waren. Ook hier een korte toespraak
van den burgemeester, aanbieden van
bloemen' en terug ging het weer door
een gedeelte van Maastricht naar Sinfc
Pieter. In het Vincentiusgesticht ston
den alle kinderen weer langs den weg en
ook in het dorp St. Pieter herhaalden
zich de ovaries. Evenals op het stadhuis
te Maastricht bood nu, toen de stoet
langs de woning van den burgemeester
kwam, een dochterrie van den heer Mr.
Van Oppen een ruiker aan. Voor elk
van de bloemenschenksfcertjes had H.M.
een vriendelijk woord.
TER SEl'ZESSCHK (KRAUT.
g 34
ii
ii
aan-