No. 6808. Dinsdag 4 Maart 1919. 59r Jaargang. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen i Uitgifte Melkkaarten. Rantsoen Boter, enz. Distributie Kaarsen en Schemerlichten. De Belgen en Wy. (S1WNENLAND. De Koningin In Zuid Limburg. De Hoofdcontroleur-Boekhouder ran het Bevensmiddelenburean maakt bekend, dat •f Donderdag 6 Maart, ep ver- toon der rantsoeneeringskaart de aitreiking zal plaats hebben der Melkkaarten 5e serie ea wel: ▼•or de houders van rantsoeneerings- haarten »t. 1-250 251—500 501-750 751—1000 1001-1250 1251—1500 ran 9—10 uur y.m 1011 i/ u n 1112 1/ It n 1—2 n.m. g 23 g u a 1501—en hooger 1—5 De prijs der kaarten bedraagt 1 cent per stuk. Toor de bewoners van Driewegen en lluiskil zgn de kaarten verkrijgbaar bg de. keeren Jansbn en Mkdlbroek aldaar. Ter Neuzen, 3 Maart 1919. De Hoofdcontroleur-Boekhonder van het Levensmiddelen bureau, L. W. EIJNBERG. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat voor het tgdvak 28 Febr„ t/m 7 Maart geldig is bon le week der kaarten van het 3e tgdvak voor Beter, Melange A en B en Normaal- ■argarine. De duur der boterkaarten is mitsdien met ingang van 28 Febr. van 9 dagen teruggebracht tot 8 dagen. Ter Neuzen, 3 Maart 1919. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat in verband met de opheffing der distributieregelingen van Kaarsen en Schemerlichten voor alle ngezetenen gelegenheid bestaat om op a s., Vrijdag 7 Maart op vertoon der rantsoenneeringskaart een doos schemer- liehten of 1 pak kaarsen op het Levens- middelenbureau te bekomen, tegen de vast- gesteldeprgzen van 0,58 per doos schemer lichten en 0,04 per pak kaarsen. Het bureau is dien dag geopend van 912 v.m. en van 15 uur n m. Ter Neuzen, 3 Maart 1919. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. IN6EZ0NDEN. (Y e r v o 1 g 13.) Uit de algemeene verslagenheid der ge- moederen maakte graaf Lodewijk de ge- volgtrekking, dat hij het juiste middel ge- kozen had, om zgne Ylaamsche onderzaten in rust te houden. Hg vertoefde dan ook meesttgds in Frankrgk en bracht slechts nu en dan eenige dagen in zgne landen tusschen de Noordzee en de Dender door. In den nazomer van 1330 voerde hg voor de eerste maal zgne gade Margaretha naar Vlaanderen. De vorstelgke personen vestigden zich op het kasteel te Male, een half uur ten oosten van Brugge, waar hun een zoon geboren werd, door het volk Lodewgk van Male geheeten. Met iederen dag werd het den Vlamingen ■eer en meer bewust, dat tusschen hen en hunnen graaf, die zoo gaarne in het zonnige Frankrgk verwglde, waar hem voortdurend bekers van lust en weelde werden geboden, een scheidsmuur was verrezen, welke iedere toenadering te schande maakte. Zelfs de sleden Gent en Oudenaarden, welke tot nu toe zich onwrikbaar aan graaf Lodewgk hadden geheeht, verloren den eerbied voor baren gebieder. Terwgl de graaf van Vlaanderen en zgne onderdanen zich steeds verder van elkander verwgderden, ging koning Eduard 111 van Engeland van het ontwerp zwanger, Philips VI den Franschen troon te be- twisten. Zich beroepende op het feit, dat hij wegens zgne geboorte uit Isabella van Frankrgk, de dochter van Philips IV, de naaste erfgenaam van zg'nen oom Karel LV was, noemde de Brit Philips van Valois eenen overweldiger en besloot, hem den handschoen toe te werpen. Beide monarchen zagen naar bondge- nooten om. Zoowel de Brit als de Fransch- man wierpen het oog op het aan hulp- middelen rgke Vlaanderen maar zeer ver- •ehillend was de weg, dien ag tot het be- reiken van -hun doel insloegen. Koning Philips wendde zich tot den graaf, koning Idaard tat het volk. Engelsehe zendelingen doorkraisten het land, om er op ta wgzen, van heeveel belong het voor Vlaanderen was, met Engeland in vrede te leven, daar het verbreken der goede verstandheuding de Vlaamsche wevergen te gronde zou richten. De kuipergen der Engelschen bleven voor koning Philips niet verborgen. Daarom ried hg graaf Lodewgk, naar Vlaanderen terug te keeren, opdat zgn volk geenen anderen weg zou inslaan, dan hem lief was. Welhaast zag Gent dan ook den graaf weder binnen zgne muren en werden in alle havens vaartuigen in dienst gesteld, om den Britschen oorlogsvloten het landen te beletten. Gebelgd over die maatregelen, verbood koning Eduard onmiddellgk alien uitvoer van wol naar Vlaanderen. Weldra stonden al de lakengetouwen stil, krioelde het in de straten van Gent, Brugge en Yperen van ontevreden lediggangers en begon er gebrek te beerschen onder hen, die tot nu toe ruim hun brood verdienden. Koning Eduard, vernemende, hoe hevig het Vlaamsche volk morde over de be- lemmeringen, door Lodewgks staatkunde teweeggebracht, en dat geene enkele burgerg zich geneigd toonde, om het leger van koning Philips te versterken, vaar- digde fluks eenige bekwame mannen naar de Vlaamsche gemeenten af, ten einde deze te bewegen, om elke hulp aan Frankrgk te weigeren. Die afgevaardigden vonden te Gent een- goed onthaal. Zeger van Kortrgk, heer van Drongen, die ge- dnrende vele jaren graaf Lodewgk in zgnen strijd tegen de Bruggelingen, had bgge- staan, verklaarde zich voor een verbond met Engeland, ontvicg de afgevaardigden gastvrg en vertoonde zich bijna dagelijks met hen in het openbaar. Kort daarna werd de heer Van Drongen naar Brugge geroepen ter bgwoning van eene algemeene vergadering van afgevaardigden der ge meenten hij werd terstond gevangen ge- nomen en in het kasteel van Rupelmonde opgesloten, als schuldig aan verraad tegen- over den koning van Frankrgk, dewijl hg Bernard d'Albret, een der gezanten van Eduard III, als gast in zgne woning had opgenomen. Het volk gaf luide zgne verontwaardiging over deze trouwelooze daad te kennen het begon weder van ver- zet te spreken. Er leefde destijds te Gent een man, die eenen invloed op zgne medeburgers uit- oefende, zooals slechts weinigen vermogen. fig heette Jacob van Artevelde, was ruim veertig jaren oud en door geboorte en huwelgk met de aanzienlgkste en achtens- waardigste huizen van Vlaanderen ver- maagschapt. Zgne gade was de dochter van den heer Van Drongen. Op twintig- jarigen leeftijd was Van Artevelde in de gelederen van het Fransche leger getreden, om zich in het voeren der wapenen en de krggskunst te bekwamen. Weder naar zgne vaderstad teruggekeerd, had hg ge- toond meer waarde te hechten aan het streven van een nuttig burger dan aan het schitteren van eenen edelmau aan het grafelijke hof. Hg had zich bg het gilde der brouwers laten inscbrgven, die hem eerlang tot deben verkozen. Welbespraakt, aangenaam in den omgang en met zeldzamen gver voor het al gemeen welzgn bezield, verkreeg hg met elk jaar grooteren invloed. Eindelgk ver- hief men hem tot opperdeken der gezamen- lgke Gentsche gilden, toenmaals een en vgftig in getal. Zgn woord besliste in alle zaken. Het volk hoopte alles van" zgn doorzicht. Gm een einde te maken aan de ellende, die Eduards uitvoerverbod had veroorzaakt, had Jacob van Artevelde de burgerg ge- raden, den Engelschen koning haren steun toe te zeggen. Graaf Lodewgk, hierover verbolgen, nam eene zoo dreigende houding aan, dat de Gentenaren de toekomst duister begonnen in te zien. Hg schonk hun geene vergiffenis, voor hem eene boete van 30.000 Pargsche ponden was uitgesteld, terwgl de Fransche koning van de gelegenheid gebruik maakte, om te eischen, dat afgevaardigden der drie leden van Vlaanderen zich naar Avignon zouden begeven, ten einde in handen van den paus hunne trouw aan hunnen opperheer en hunnen graaf te be- zweren en plechtig te erkennen, dat zjj eene boete van een millioen gulden schuldig zouden zgn, als zg dien eed op eenige wijze schonden. Het gelukte graaf Lodewgk echter niet, de Gentenaren en de overige burgergea zoo ver te brengen, dat zg ter licfde van den Franschen koning de wapenan opvatten. Graaf Lodewgk, die bericht ontvangen had, dat de Engelsehe koning de Gentenaren weder op zgne zgde zou pogen te brengen, had een leger van 5000 man in het land van Cadzaad geplaatst, terwgl zgn bastaard broeder Gwy de edelste ridders der Leliaards daarheen gevoerd had. Werkelgk daagde er spoedig eene Engelsehe vloot op. Terwgl de Engelsehe boogschutters door eene hagelbui van pglen de verdedigers van ,de dgken verdreven, sprongen de aanvallers aan land. Na eenen verbitterden strgd bleven de Engelseben overwinnaarszg plunderdea het geheele eiland Cadzand ea voerden Gwy, graven broeder, en de heeren Van Watervliet, Van Bodas, Vaa Halewgn en Van Brugdam als gevangenen mede, terwgl ongeveer 3000 van Lodewgks volgelingen gesneuveld waran. (10 NoveM- ber 1336.) Deze staat van zaken stremde Vlaan- derens handel en scheepvaart, de boofd- bronnen van welvaart. Wevers, spinners en Tollers waren zonder werk, zomder ver- aiensten en zonder brood. Op den tweeden Kerstdag (1336) wemelde het op de pleinen van Gent van lieden, die zich met elkander over de heerschende ellende en het verval der stad ondarhielden. Eindelgk hoorde ir en te midden van een der velkshoopen uitroepen#Wat baat het ons, met elkander te overleggen Laten wg Jacob van Artevelde om raad vragen. Hij is de eenige, die ons helpen kan". Eenparig besloot men, dien raad te vol- gen. De breede groep deelde zich in ge lederen, verbond zich met andere en sloeg den weg in naar den Paddenhoek, waar Van Artevelde woonde. De opperdekea stond aan de deur, toen de menigte naderde. Een der voornaamste burgers nam het woord jrWijze deken, geef ons raad. Men heeft ons gezegd, dat gig kans ziet, om Vlaan deren weder op te benren. Zeg ons, wat wg doen moeten." Ziende, hoe groot het vertrouwen was, dat zgne medeburgers in hem stelden, verklaarde Van Artevelde, dat bg hun den volgenden dag in de Bgloke te woord sou staan, een gebouw, dat, aan de zuidzyde van Gent gelegen, niet tot bet rechtsgebied der schepenen behoorde. ("Wordt vc*wol*4). VERBETERIN GEN. 1. der raddraaierslees: De raddraaiers. 2. Jan Crage lees Jan Crage. Onder vriendelijken zonneschijn heeft Sittard zich Zaterdagmorgen jegens on- ze Koningin vol gloed uitgesproken voor een „Limburg bij Nederland"._ Kwart over negen redeii de Koningin en de Prins het marktplein op, onder groot gejuich van de opgestelde schoclkinde- ren en een groote menigte belangstel- lenden. Een klein meisje bood bloemen Aan de trap van het stadhuis verwel- komde de burgemeester H. M. en dank- te voor de gelegenheid thans aan de be- volking van Sittard geschonken. Haar te huldigen en aan de verknochtheid aan Nederland en de regeering uiting te geven. In de vestibule hadden zich talrijke plaatselijke autoriteiten opge- steld, welke met luide hoera's H. M. ontvingen. De raadzaal, versierd met planten, was gevuld met afgevaardigden van de plaatselijke besturen van Limburg bij Nederland", terwijl het plaatselijk be- stuur der Sittardsche afdeeling geheel aanwezig was. Het rustige mijnstadje Heerlen was niet te herkennen, het had een volledige metamorphose ondergaan, schier huis aan huis wapperde de Hollandsche drie- kleur, wier symbolische tinten de ge- moedsstemming vertolkten, die ons de- zen bijzonderen dag met ontix>ering ver- vuld; het blauw als de kleur van de uua uno[>[ ap s[U 'Avnoa^ aSiMnaa de neutraliteit, het rood als de kleur van het bloed. dat vergoten zal worden als een schennende hand het Limburgsche land te betreden mocht wagen. Kokar- des en strikjes. groen, bloemen enguir- landes. zij hebben de beminde Vorstin getoond, dat het geen ijdele klanken waren, die geestdriftig klonken: „Wij willen Limburg houden". Om half elf begonnen de klokken te luiden en onder de juichende kreten der duizendkoppige menigte stopte de ko- ninklijke auto voor het gemeentehuis, rijkelijk met groen en festoenen ver sierd. Daar waren o.m. aanwezig de ge- meenteraadsleden en afgevaardigden der verschillende anti-annexatie-comi- te's, de burgemeesters der omliggende gemeenten en nog vele andere officeele personen. Ontroerend schoon in schetterende tonen schalde het oude „Wilhelmus" Hare Majesteit tegen, die met den Prins glimlachend op het hordes van het raad- huis deze spontane hulde in ontvangst nam. In de kamer van den secretaris onderhield de Koningin zich met de ver schillende antoriteiten, voor ieder een welwillend oor en een vriendelijk woord hebbend, Daaraa ging de toeht naar Kerkrade en vervolgens naar Maastricht. Deze stad had zich opgemaakt om het Koninklijk bezoek, hetwelk onder den di-uk der politieke omstandigheden zulk een bijzonder karakter heeft gekregen, waardig te ontvangen. Overal staken 1 Vrijdagavond de vlaggen al reeds uit en elegen tot in de meest af gelegen winkelstraten waren versieringen in de etalage's aan- gebracht. Soms zag men een paar oran- jehnten zich alingeren om de meest aL ledaag«dte koopwaw, em kelier, die wat oranjekleurige tulpen tusschen zijn sdgaren en sigaretten heeft geplaatst; een modemagazijn, waar een op nationale wijze aangekleede juffrouw een bordje in de handen houdt met een Oranje en Vorstenhuis verheerlijkend opschrift; maar overal heeft hetzelfde sentiment, dezelfde geestdrift zich aan den arbeid gezet of werkte nog geheim- zinnig voort, achter zwaar-gesluierde etalageramen, waar zich ijverig en ge- heimzinnig schaduwen bewegen. Men ziet hier, hoe weinig er noodig is om dit afgelegen gewest plotseling van nationaliteitsgevoel te doen gloeien. Een stem behoefde slechts van annexa- tie te spreken en Limburg men heeft het wel eens smalend „de groote teen" van Nederland genoemd roert zich terdege. Het was Zaterdag prachtig weer en in den zonneschijn begon de oude stad te leven van felle kleuren. Overal streept het, rood, wit en blauw langs de oude gevels en fonkelt in de zon en waait uit in de lucht. Oranjewimpels slieren over de nationale kleuren heen en zooals Maastricht zich daar in den ochtend van dit nationale feest vertoonde is net, ondanks dit Zuidelijke aspect, een waar- lijk Nederlandsche stad. Door de straten gingen de menschen met oranje in het knoopsgat of op den hoed en ten overvloede nog een rood- wtiit-blauw strikje er boven. Devensters met oranje en nationale emblemen ma ken goede zaken. Overal vlaggentooi, slingers en draperieen in de Nederland sche kleuren langs het balcons en ra- men. Onze Zuidelijke breeders deden alles met temperament en geenszins ten hal ve, en zoo zou ik geen stad in Holland weten, schrijft de corr. van de Tel., waar de Koningin zich zoo in een Neder- landsch milieu kan voelen als in Maas tricht, nu het zich opgemaakt heeft het Koninfdijk paar feestelijk te begroeten. Zelfs het zwarte gewaad van de vele priesters en kloosterlingen, die men in de straten tegenkomt, wordt door een fel oranjestrikje verlevendigd en alle stan- den belijden hun Nederlandsche natio nale gevoelens niet alleen met den mond in de vele drukke gesprekken, maar ook met het hart en de daad. Te bijna 4 uur reed de Koningim met haar gevolg in auto's de stad binnen en naar het stadhuis. Voor het gebouw van H. B. S. en gymnasium stonden de leer- lingen geschaard en boden twee jonge dames Hare Majesteit bloemruikers aan. Op de Markt, waar duizenden menschen stonden en waar een plaats voor het stadhuis vrij gehouden was voor de af gevaardigden en al hun banieren, werd de vaandelsgroet gebracht en trad de Koningin onder een baldakijn de breede met loopers belegde trappen van het stadhuis op, waar in de groote, fraaie versierde ihal tal van genoodigden wacht- ten en .bij het binnentreden van Hare Majesteit het Stedelijk Orkest het Wil- helmus speelde. H. M. nam plaats op den troon, die zeer sober in rood fluweel en goud opgetrokken was en waarom- heen kwistig palmen waren aange- bracht. Daama hield de burgemeester de vol- gende rede: Majesteit! Als burgemeester van Maastricht mo- ge ik Uwe Majesteit namens den ge- meenteraad en de heele gemeente de op- rechte verzekering geven, dat wij het op hoogen prijs stellen, Uwe Majesteit heden ten stadhuize te mogen begroe ten. De bewijzen van aanhankelijkheid, heden op uwen tocht door de straten der stad gebracht, mogen u reeds over- tuigd hebben van de onkrenkbare trouw, van den onverbrekelij ken wil der Maas- trichtsche bevolking, e e n te blijven met Nederland, trouwe onderdanen van een land onder Uwer Majesteits regeering. De bodem, de lucht trillen nog na van de geestdrift en de toejuichingen, waar- mede Uwe Majesteit hier ontvangen werd en ver over's lands grenzen zal men na dezen historischen dag kunnen getuigen, dat Maastricht en Limburg in hart en ziel tot Nederland behooren en tot elken prijs Nederlandsch wen- schen te blijven. De voorloopige uit- komsten van het Maastrichtsche peti- tionnement, dat U binnen enkele dagen zal worden aangeboden, geven dan ook het recht hier voor Uwer Majesteits troon te bezweren de plechtige verkla- ring, dat Maastcicht evenals geheel Limburg wil blijven een met roemrijk Nederland. Hou en trou aan vaderland en vor stenhuis, voor Nederland hoera! hoera! voor Koningin Wilhelmina. H. M. danke voor de gesproken woor- dem Geen woorden kunnen uitdrukkmg geven, spmk H. M., aan de verknocht heid, die My aan Limburg bindt. Het vaderland zal fier zijn op zulke zonen. Daama nam Mr. Jansen. voorzitter van het provinciaal anti-annexionistisch comite het woord. Hij betuigde, dat de geheele Limburg sche bevolking een van zin is om ieder denkbeeld van afscheuring van Limburg van het overig deel van Nederland met verontwaardiging van de hand te wyzen. Hy hoepte, dat het protest ook verre buiten de grenzen van ons vaderland luid in de ooren klinken van hen, die zich geroepen voelen, met inachtneming van het zelfbestemmingsrecht der vol- ken, de kaart van Eurepa te wijzigen. Hij wees er op, dat Limburg een ge- loovige, godsdienstige bevolking heeft. Niet alleen vervolgde hij in het ie deren Zondag breed uitgalmende „Do- mine, salvum fac Reginam Nostram, maar iederen dag richt die bevolking hare smeekbeden tot den Allerhoogste, opdat Hij U. M. en haar Huds moge ze- genen, U. M. kracht en wijsheid moge schenken, om de zwiare taak, die op Uwer Majesteit's schouders rust, in ha re heele volheid te vervullen en Neder land te behoeden voor al de gevaren, die het in den veelbewogen tijd bedreigen. Uwe Majesteit weet, dat Limburg ten alien tijde Uwe Majesteit in het volbren- gen dier taak met hart en ziel zal steu- nen en daaivoor goed en bloed ten offer wil brengen. Dat is zijn plicht, zijn lust en zijn leven. Die bedie, die wensch zijn belichaamd in deze woorden: in lengte van dagen leve onze Koningin Wilhel mina en het Huis van Oranje in het on- gerepte, ongeschonden Nederland! De Staar izong: Wij willen Limburg houden. De Koningin begaf zich toen naar de Prinsezaal onder het spelen van de Piet Hein rapsodie, waar alle gemeenteraads- leden, de besturen van de anti-annexio- nistische comite's aan Haar werden voorgesteld. Het bestuur der Kon. zang- vereeniging Maastrechter Staar ontving toen van Hare Majesteit een gouden me- daille, die aan den eenen kant de beelte- nis vertoont van H. M. de Koningin en aan de andere zijde den datum 7 Fe- burari 1919. Zij sprak daarbij de vol- gende woorden: Mijnheer de Voorzitter. Uit waardeering en erkentelijkheid voor wat de Maastrechter Staar gepres- teerd heeft en als herinnering aan de buitengewone dagen, die wij samen in Den Haag hebben doorgebracht, ook als herinnering aan de schitterende aubade ten paleize, bied ik u deze medaille aan, en hoop ik, dat ze een plaatsje mag vin- den aan uw vaandel. De voorzitter antwoordde: Majesteit. Ik kan geen woorden vinden om onzen dank naar waarde te vertolkesn. Laat ik in herhaling treden met wat ik bij de aubade ten paleize aan Uwe Maje steit vertolkte en verklaren, dat wij le ven, goed en bloed veil hebben voor ons ondeelbaar vaderland, voor onze hooge beschermvrouwe en haar huis". De Staar zong bij het weggaan van Hare Majesteit het oude Wilhelmus, ter wijl voor het stadhuis het vaandelsaluut weer gebracht werd. In dien tusschen- tijd hadden zich ruim 7000 schoolkinde- ren met hun ondierwijzers opgesteld op het Vrijthof, waar ze met hun nationale strikken, sjerpen, mutsen en vlaggen een alleraardigsten indruk maakten. Vol ongeduld wachtten de kleinen op de komst der Koningin. Te rcim 4 uur, toen alien opgesteld stonden, verscheen er 'n vliegtuig, dat van het Oosten naar het Westen koerste. Het vloog nog al laagen de duizenden Mnderen wuifden met hun vlaggen en riepen, alsof ze aan elken vreemde willen verkondigen„Wij wil len bij Holland blijven!" En eindelijk, daar verschenen de au to's en ofschoon er afgesproken was, dat het volkslied gezongen zou worden, terwijl de Koningin tusschen de kinde- ren doorreed, was het slechts een geju- bel zonder einde. De lucht davsrde er van. In het midden van het plein geko- men, waaromheen de kindex-en sikkeL vormig geschaard. waren, stapte de Ko ningin uit haar auto en moest zij na mens alle kinderen van Maastricht een bloemenhulde in ontvangst nemen. De kleinen zongen toen het volkslied en daama kregen we een tooneeltje om nooit te vergeten: de Koningin wande- lend tusschen al de ry'en der kinderen door en de kinderen opdringend en maar juichend en jubelend. Zoo hadden ze him Koningin nog nooit gezien! Bij het bestijgen der auto's werd Lim burg mijn Vaderland gezongen. Broe der Justinus, die het koor leidde, werd aan H. M. voorgesteld, terwijl de heer Rosier de verdere leiding op zich geno- men had. Van het Vrijthof ging het langs de Rijkskweekschool, waar de Ieer- lingen, ook die der rijksnormaallessen, geschaard stonden en bloemen aanbo- den, langs den Hertogsingel. Hier ston den de zusters en oude vrouwtjes en mannetjes van het ziekerihuis Calva- rienberg en dan naar de gemeente Oud- Vreenhoven, waar aan weerszijden van den weg hannonie en schoolkinderen. kweekelingen van de breeders, opgesteld waren. Ook hier een korte toespraak van den burgemeester, aanbieden van bloemen' en terug ging het weer door een gedeelte van Maastricht naar Sinfc Pieter. In het Vincentiusgesticht ston den alle kinderen weer langs den weg en ook in het dorp St. Pieter herhaalden zich de ovaries. Evenals op het stadhuis te Maastricht bood nu, toen de stoet langs de woning van den burgemeester kwam, een dochterrie van den heer Mr. Van Oppen een ruiker aan. Voor elk van de bloemenschenksfcertjes had H.M. een vriendelijk woord. TER SEl'ZESSCHK (KRAUT. g 34 ii ii aan-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1919 | | pagina 1