Aambeien.
4och de heer Waalkes meende, dat hem voor
afln bemoeiingen, in verband met de chemische
aam ens telling, toch ook wel eene vergoeding
Coekwam.
De heer Nolson: Het is hem dus niet aan-
geboden?
De voorzitter deelt mede, dat de zaak in eene
gewone opvolging besproken is. Zooals dit ook
wel meer is voorgekomen met andere zaken,
die des voormiddags in de vergadering (ler
commissie nog niet konden beslist worden,
doch waarpmtrent wel des namiddags beslist
kon worden in de vergadering van burgemees
ter en wethouders. Er is toen afgesproken
wat 'betaald moest worden voor de grondstof-
fen, het loon voor de fabricage en ook voor het
ohemisch toezicht.
We hebben daarover zegt spreker met
»'n drieen beslist. We kwamen tot een aan-
vankelijken kostprijs van 68 cent. Maar dan
moest er bijkomen een bedrag voor de onder-
wicht. De winkeliers meenden, dat dit percen
tage groot zoude zijn. Toen werd besloten,
dat zij de zeep zouden uitwegen onder toe
zicht van het distributiebureau. Voorts werd
bepaald, dat de grossiers een deel van hunne
provisic moesten afstaan aait de kleine winke
liers, die van hen zeep betrokken. In ver
band daarmede werd bepaald dat de grossiers
8 cent per kilogram zouden krijgen.
De heer Nolson: Zes cent!
De voorzitter geeft te kennen dat het be
drag later veranderd is, maar aanvankelijk op
8 cent was bepaald. 10 cent werd gerekend
voor het chemisch toezicht en 4 cent voor
onderwicht, waarmede we kwamen op 80 cent
per kilogram.
Zoo zijn we in zee gegaan en is met de
fabricage begonnen, zonder dat we op dat
oogenblik verder over de gevolgen hebben ge-
dacht.
Toen het eerste vat verbruikt was, hebben
we moeite gedaan een tweede vat met loog
te krijgen.
Juist is het, dat er de volgende vergadering
der commissie van bij stand ook niet meer over
gesproken is, maar spreker betoogt, dat het
in het geheel niet in de bedoeling heeft ge-
legen, om haar met voorbedachten rade hierin
te passeeren, afgedacht van de omstandigheid
dat het nog de vraag is, of burgemeester en
wethouders in concreten zin wel verplicht zou
den zijn van hunne beslissing aan de commissie
ruededeelingen te doen, aangezien zij met de
uitvoering der distributie zijn belast, en daar-
voor aan de commissie geen verAntwoording
schuldig zijn. De commissie is alleen een com
missie van bijstand, dus eene commissie om
burgemeester en wethouders te helpen.
Later is de maker van de zeep komen mede-
deelen, dat de som die hij daarvoor kreeg, niet
toereikend was voor het betalen van de arbeids-
loonen. We hebben toen ook gezien, dat de
heer Donze iemand was die het ook wel wist.
Er is toen bepaald, dat de grossiers 2 cent van
hun aandeel moesten laten vallen en dus maar
6 cent per kilogram kregen, terwijl de maker
die 2 cent per kilogram meer kreeg.
De heer De Jager acht het vreemd, dat, waar
de commissie kennis droeg van de verschil-
lende besprekingen en berekeningen ter zake
gemaakt, dat daarvan juist de belooning, die
aan den heer Waalkes was toegekend, is uit-
gezonderd.
De voorzitter kan niet anders dan herhalen,
dat dit in geen geval met opzet is geschied en
het college van burgemeester en wethouders in
zijn meerderheid te goeder trouw is geweest.
Hij dacht niet, dat er bezwaar tegen kon zijn.
Daarom is het jammer, dat er met de commis
sie niet over gesproken is. Hadden de heeren
dan bezwaar gemaakt, dan was het natuurlijk
niet voorgekomen, en was alles uit de wereld
geweest.
De heer Waalkes moet verklaren, dat het
hem wel spijt, dat er met zoo weinig waardee-
ring gesproken wordt over zijne bemoeiingen
om de liuisvrouwen van Ter Neuzen aan zeep
te helpen, waarmede velen gebaat zijn geweest.
Hij dacht, dat het zijn recht was, voor die
werkzaamheden eene vergoeding in rekening
te brengen. Waren daartegen bezwaren inge-
bracht, dan zou hij er-ook geen bezwaren tegen
gehad hebben, het gratis te doen. Nu het zoo
staat, wil hij liever van het ontvangen bedrag
afstand doen, en er heelemaal niets voor
hebben.
De heer Nolson geeft te kennen, dat de hi-
storiscbe toedracht der zaak is, dat in de ver
gadering der commissie van bijstand is beslo
ten, dat aan de grossiers, dat waren mejuf-
frouw de weduwe A. H. Donze en de heeren
G. Wieland, P. J. van Strien en Jan Donze, 6
cent per kilogram zeep zou worden toegekend,
terwijl 8 cent werd toegekend aan den heer
Jan Donze, die voor de vervaardiging had te
zorgen en daarvan de werkloonen moest beta
len, benevens het stooksel, en die op dat be
drag nog tekort kwam. Wat nu het beweren
over de voorlichting bij de chemische samen-
stelling betreft, die samenstelling is telkens en
telkens moeten veranderd worden. De kwaliteit
der zeep was van dien aard, dat ze niet eens
naar de grossiers kon worden gebracht. Maar
dat is in deze het minste. Het feit waar het
om gaat is, dat een wethouder, in tegenstelling
met de voorschriften der gemeentewet, provi-
sie neemt op iets, dat door de gemeente wordt
geproduceerd en ter beschikking der ingezete-
nen gesteld.
Het doet spreker genoegen te hebben ge-
hoord, dat de l\eer Waalkes bereid is, dat be
drag in de gemeentekas terug te storten.
De heer De Jager voegt hier aan toe, dat hij
het frappant acht, dat aan de commissie wel
foekend is geweest het bedrag aan de winke
liers en aan den maker toegekend, maar niet
dat der provisie voor den heer Waalkes, niet-
tegenstaande die 10 cent per kilogram toch het
meest van invloed moesten zijn op het vast-
stellen van den verkoopprijs.
De heer Van den Ouden komt ter vergade
ring.
De heer De Jager hoort nu met blijdschap,
dat de heer Waalkes het geld wil teruggeven.
De heer Waalkes wil, nu hij van de denk-
beelden hieromtrent op de hoogte is, voor het
werk niets hebben.
De heer Van Hasselt merkt op, dat de heer
Waalkes er als wethouder niets voor mag re-
kenen, het is een wettelijke overtreding, die
misschien den overtreder in aanraking zou
kunnen brengen met den officier van justitie!
De heer Waalkes: Ho! ho!
De heer Van Hasselt: De wet is op dit punt
duidelijk. De slotalinea van artikel 94 zegt:
„Behalve die jaarwedde, genieten de wethou
ders, onder welken naam ook, geenerlei in-
„komen uit de gemeentekas, dan hetgeen ver-
„bonden is aan een andere, hun opgedragen
„openbare gemeentebediening."
Wat de heer Waalkes ten opzichte van die
zeepfabricage heeft gedaan is geschied ter
uitvoering van de distributiewet, eene rjjks-
wet, waarvan de uitvoering aan burgemeester
en wethouders als zoodanig is opgedragen. Dat
college voert de wet dus uit. Toen de heer
Waalkes diensten verrichtte voor de zeepvoor-
ziening deed hij dat als wethouder, wanrvoor
hij zijne jaarwedde ontvangt en daarvoor zijne
krachten aan de gemeente moet geven. Er is
dus geen vriendelijklieid van den heer Waalkes
als hij zich bereid verklaart het bedrag in de
gemeentekas te willen terugstorten, hij moet
het geld terugstorten, zonder meer.
En al is het nu ook, dat hij voor het ont
vangen bedrag kwitantie heeft afgegeven, hij
was niet bevoegd het te ontvangen.
Hij vindt het jammer, dat het, naar het
schijnt niet genoeg bij den heer Waalkes door-
dringt, dat dit in elk geval den schijn geeft,
alsof hij heeft willen profiteeren van zijn wet-
houdersschap om zich een bedrag toe te eige-
nen, op eene wijze, die spreker, om het zacht-
ste woord te bezigen, „ineorrect" wil noemen.
Nu is het de vraag of dit met moedwil en be-
wustzijn is gechied.
De voorzitter heeft gezegd, dat noch bij hem
noch bij den heer Visser in deze eenigen moed
wil heeft voorgezeten. Die verklaring heeft op
spreker geen aangenamen indruk gemaakt,
daar hij er uit moet afleiden, dat ook de voor
zitter niet doordrongen is van het emstige de
zer zaak, waarvoor hij toch het geheele college
verantwoordelijk moet stellen. Dit is althans
zeker verantwoordelijk voor de betaling. In dit
verband wijst sprker den voorzitter op den in-
houd van de aangehaalde bepaling der Gemeen
tewet.
De heer Waalkes geeft te kennen, dat hij
destijds zijne rekening heeft ingezonden en dat
deze betaald is; hij meent, dat had mogen ver-
wacht worden, dat, indien tegen die handeling
eenig wettelijk bezwaar was, dat dan toch de
gemeentesecretaris er wel bezwaren tegen zou
hebben ingebracht.
De beer Nolson vestigt er de" aandacht
op, dat de intota luidt: ;;volgens overeen-
ko'insl". Er is dus een overeenkomst ge
weest. Door wion is die gesloten?
De voorzitter: Daar gaat het over. De
heer Van) Hasselt heeft de kwestie vrij scherp
gesteld, in veriband met de vodrsehriften
der Gemeentewet. Spreker moet eerlijk ver-
klarait, dat hij er geen oogenblik aan ge-
Jaehl heeft, dat de Gemeentewet in dezen
werd overtredem, maar voert lot zijne ver-
ontschuldiging aan, d,a(t hij hier den toe-
stand aldus heeft gevoniden, dait de heer
Waalkes ook genees'mi .ldelen aan de gemeen
te leverde. Daaraan heeft de raiad toch zijne
■goedkeuring verleend.
De heer D. Scheele: Dat geschiedt langs
c-en omweg.
De voorzitter herhaalt, dat de raad daar
aan toch goedkeuring heeft verleend, en
dat hij hij zijn optreden als burgemeesder
diem foesland aldus hier gevonden lieeft.
Ware deze kwestie in de vergadering der
commissie van "bijstand besproken, dan zou
de er, naar hij vermeent wel eene bevre-
digende oplossing gevonden zijn. Men heeft
nu eehter gemeend, daarover burgemeester
en wethouders terstond in de raadsva rgade-
ring le moeten aan vallen. Hij kan met voile
gerustheid verklaren), dat het besluit is ge-
inomen, maar dat hij niemajid van hel col
lege de gedaohte gerezem is, dat daarmede
iels gedaan werd, dat zelfs strafrechlerlij-
ke gevolgen zoude kunnen hebben, zooals
de heer Van Ilassell beweert en hij wil van
hem wel aannemen dat die opvatting juist
is. Hij was vast ovcrtuigd, dat voor de
Werkzaamheden, die door den lieer Waal
kes zijn verriolit, ook betaald mochl worden.
In de vergadering van de commissie van
'bijstand is door den lieer De Jager eens
gevraagd, hoe het toch stond met de afre-
kening van de zeep en toen heeft spreker
den hoofdconlroleur-bioekhouder opgedragen
die rekening gereed te maken. Deze is ecli-
ter nog niet ontvangen. Had spreker gewe-
ten idat de heeren daarnaar zoo belangstel-
lend waren, dan had hij er zeker wel op
aangedrongen, dat de rekening zou worden
ingezonden. Was die in de vergadering ge-
komeni, dan zou natuurlijk ook over deze
zaak gesproken zijn.
De heer De Jager merkt op, dat er toch
niet van vandaag of gisteren naar die reke
ning gev.raajgd i s, die had er allang kun
nen zijn.
i De voorzitter wil er de heeren geen vcr-
\vijt van maken, maar herinnert er aan dat
zij er o(_o istoMen, dat at en toe aan de
commissie van bijstand gelegenheid zoude
worden. gegeven' dc boekhouding van het
levenstmiddelen'hbdrijf na te zien. Dat dc
aangc'vochten uitgaaf nu zoo geruimen tijd
tnladat ze is geschied tot de kennis der com
missie is gekomeni, bewijst tooh ook niet,
dat de bloekhoudinig geregeld wordt nagezien.
Zooals gezegd wil hij dat den heeren niet
vcrwijten, ovcrtuigd als -hij is, dat wc hier
Ibezig zjjn, te goeder trouw de belangen der
gemeente te dienen. Zoo is er ook geener
lei opzet geweest, om op ongboorloofde wij
ze een bedrag uit de gemeentekas machlig
te worden.
De heer Van Hasselt vraagjt, of de voorzit
ter nooit heeft gewelen; dat de zeepfghj-i-
cage in plaats van een voordeelig saldo voor
de gemeente een verlies heeft opgleverd en
of hij er niet aan gedacht heeft, dat den
verib'ruikers 10 cent per kilogram in reke
ning is gebracht, die ze niet zouden heb-
lb|en behoeven te betalen?
De vooj'zitter betoogt, dat de prijs van de
zeep niet te hoog was. Los van dat ,dub-
Jjieltje per kilogram zouden de verbruikers
toch 80 cenlt hebben moelen betalen.
Toea aanvankelijk de berekening is ge
maakt, was de berekening dat er voor de
gemeente eene winst zou overbilijven van
1200. Die berekening is echter misgeloo-
pen, omdat bleek dat het watergehalte moest
worden verminderd, men ki'eeg dus uit de
grondstoffen een mindei- gewicht.
De heer Nolson merkt opi, dat dc uitkomst
dan niet heeft voldaan aan het aanvankelijk
salmengesteld pi'ocedci.
De heer De Jager maakt hieromtrent ook
eene opmerking, waarna de heer Waalkes
ler aan herinnert, dat eerst getracht is eene
andere samenstelling der zeep te maken,
met aminoniak, inaar (dat men daarvan moest
afzien, wegens den onaangenamen geur.
De heer Van Hasselt vraagt of burgemees
ter en wethouders den lieer Waalkes dat
dubbeltje per kilogram hebben aangeboden,
dan wel of deze er obi gevraagd heeft.
De voorzitter verklaart, dat er een bere-
kening van de verschillende kosten is ge
maakt, dat de prijs daarop is vaslgesteldi
en toen gezegd is, dat de heer Waalkes daar
dan een (dubbeltje jper kilograjm v;an zou1 kun
nen hebben voor de chemische samenstel
ling en het toezicht.
De heer Van Hasselt verMaart, dat hij
volkomen den indruk heeft, dat de voorzil-,
tei- in deze geheel tetgoeder trouw is geweest,
maar acht het juist bedenkelijk, dat den
lernsl van het foil niet eens tot hem schijnt
door te dringen. Het is volstrekt geen per-
soonilijkhiei J tegen den voorzitter dozer ver
gadering, men weet dat hij hem reeds meer-
unalen hulde bracht voor zijn beleid in ver-
sc'hiUend opzicht, maar liij adit hetgeen
gtlbeurd is geen kleinigheid. Wanneer toch
de eerste magisli-aat in de gexneenle, die de
wet moet handhaven, deze niet schijnl te
kennen, evonantn als Ide wethouders; de naam
zegt het reeds, die hem daarin moeten bij-
slaani, als vertegenwoordigers van het cen-
iraal gezag dus, de wettelijke bepaliugen
oyertreden en handelen alsof de wet niet
ibeslaat, acht hij dat een crnstige zaak die
maar niet met een verklaring dat men er
geen erg in gehad heeft„ is op te lessen.
Te meer is zulks het geval!, waar de font
tengevolge had practisch voordeel voor een
der wetiioudei's, en een met onbeteekenend
voordeel ook. Verenderstend, dat de .fabiri-
cage eens bad kunnen voortgezet geworden
zijn, hoeveel dubhedjes -zouden dan niet
aan den heer Waalkes zijn toegekend! Het
gebeurde blijft dp hem een onaangenamen
indruk maken.
Iiij acht lie! daarom uoodig de volgendte
inotie voor te steEieni:
De raad der gdmeente Ter Neuzen,
01111 rent het uitkeeren eener vcrgoe-
jjgehoord de vevklaringen van het col-
legp van burgemeester en wethouders
ding van /700 aan den wethouder
Van Borssuni Waalkes, voor onderzoek
- en toezicht in veriband met de aeep-
fabricage in deze' gemeenle,
gezien artikel 94, laatste lid der Ge-
meentewet in verband met artikel 1,
linea 2 tiler Distribfutiewet,
spreekt zijne ei-nstige afkeuring uit,
in het bijzonder tegenover den wethou
der Van Borssnm Waalkes, over de
•.door liel college gevolgde handelwijze,
:;n,'0odigt bet college juit, ten spoedigste
te zorgen, dat bcl onrechtmatig uilge-
:gevcn bedrag worde geresti tueerdj
;;gaat over tot de orde van den dag.''
Dc- voorzitter wijst er op, dat blijkCns de
verklaring van den Ihecr Waalkes het laal-
sle zal geheureni
Overigens geeft hij te kennen, dat het be
drag, dal aan den heer Waalkes is toegekend
niet hooger meer zou geworden zijn, aan
gezien de zieepfabricage, indien die bad kun
nen worden voortgezet, locb niet meer voor
rekening der gemeente zou hebben plaats
gehad, docli eene particulicre ondernemiiig
zouide zijn gewoi-den.
Voorts wijst hij er op, als bewijs dat niet
de bedoeling heeft voorgezeten om de ge
meentekas te plunderen, dat de vergoeding
niet is uitbelaald naar liet a.antal gepjjodu-
ceerde ki'ogrammen, zooals aanvankelijk was
biepaald, doch naar lie' aanlal uitgeWogen
kilogi'ammen, dus na indroging.
De heer Nolson: Dat had er ook nag
moeten bijkomen. Dan was hel nog sterker.
De Voorzitter geeft hem volkomen gelijk,
maar iheadiaalf, dal hij destijds alles heeft
gedaan om te trachten liier in de gemeente
bruikbare zeep te krijgen, dat hij ingeno-
men was dat men daarin kon slagen, van
meening was dat de lieer Waalkes voor
zijne bemoeiingen in deze ook eenige winst
kon worden toegekend en dat hij in geen
enkel opzicht heeft vcrmoed, dat dit in
strijd zou zijn met de Gemeentewet, vertrou-
wende, dat de genieenlesecretaris dan toch
ook wel zouide heebhen gewaarscliuwd.
De heer Van Hasselt geloofl Jen voorzitter,
waimeer deze verklaart te goeder trouw
te zijn geweest, maar moet toch zjjn em
stige afkeuring uitspreken over het gevoer-
de beleid, waarom hij de motie lieeft voor-
gesteld.
De heer Van den Onden,, die tijdens de
hlesprekingen ter vergadering kwam, kenl
liiet den gebeolen loop dezer historic, maar
{meent da;t, nu men in de gelegenheid is
geweest (Over het gebeurde zijn1 meening te
zeggen, nu uil de verklaringen van den voor
zitter is gelbileken, dat de meerderheid van
|het college te goeder trouw is geweest en
de beer Waalkes bereid is), de ontvangen
som terug te betalen, dc heer Van Ilassell
bieter zoude doen de voorgestelde motie maar
terug te nemen, daar de raad.nu wel kan
aannemeh, dat hetgeen gebeurd is niet meer
zal vooi'komen.
De heer Van Hasselt merkt op, dat ook
de voorzitter heeft gesproken van de goe-
dfc Irouw van ;;liet meerendeel van burge
meester en wethouders''^ maar meent; dat
afkeuring omtrent hunne liouJing moet wor
den uitgesproken, omdat ze dan niet waak-
zanier zijn geweest.
Spreker wijst op de beweging die tegen-
woordig in onze street gaande is, in ver
band met de bedreiging onzer nationaliteft.
'Wc zijn er trotsch op, Nederlander te zijn,
om.ial onze staatsinstellingen goed zijn in-
gea-I cli t en een degelijk bestuur waarbor-
gen. Die briliooren dan ook gehandhaafd
le worden|, dat moet niet alleen op goed ver-
trouwen berusten,, maar ook een .goeden
jbiasis. De bestuurdere die de functies be-
kleeiden, moeten vertrouwen verdienen en
oils waarborg sclienken, dat ze de wetten
des lands zullen liandliaven. Als iemand
een leidende positie inneemt, mag bij daar
van geen misjbruik maken om zicbzielf te
bevoordeelen.
Hij zou bet aangenamer gevonden hebben,
wanneer van de zijde van burgemeester en
wethouders was te kennen gegeven, dat zij
zich in deze lidbben vergist, dan dat; zooals
nu blijkt, wordt te kennen gegeven dat men
er oribewaakt is ingeloopen.
Met nu maar aan te nemen, dat het na
deze besprekingen niet meer gebeuren zgl,
kan men niet vostaan.
De heer Van den Ouden acht het toch
(nog al ingrijpend, om nu een motie voor te
stellen; hij herhaalt, zoo de geheele toedracht
|'iiel te welen, maar meent; dal van de zijde
van burgemeester en wethouders tocli al
voldoende ongelijk erkend is, terwijl tocli
ook wel blijkt, dat zij te goeder trouw zijti.
Zoo'n motie, daar komt men toch maar
niet de eerste de beste gelegenheid med.e
voor Jen dag.
De lieer Van Hasselt wijst er op, dat liij
ook van den aanvang af heeft yerktaard^
dat hij het eene heel emstige zaak vindt.
Hij herhaalt hoogaohting te liebben voor den
voorzitter, hij heeft ,lat hier reeds meerma-
len uitgesproken, maar Jiij moet bezwaar
'maken tegen diens beleid in deze zaak.
iHij meent, dat het zoo maar met geen ge-
woon praatje? kail afloopen als drie niejV-
sche.v, die geroepen zijn de grondwet der ge-
.im'eenten, de gemeentewet le handhaven; de
ze overtreden, zjj het dan ook te goeder
trouw, maar loch op eene wijze die de ge
meente geld kiost. Iiij kail zijn motie niet
lerugnemen, is de heer Van den Ouden liel
er "ii iet medie eens', dan moet hij maar legen
stc-itnmeni
De heer Visser moet verklaren^ dat het
hem ook spijt, dat deze kwestie niet eerst
in de vergadering van burgemeester en wet
houders is beisprokeiii, want dan zou een
meer afdoend antwoord mogelijk geweest
zijn. Hij voor zidi moet verldaren, dat liij
er zich niets van herinnereu kan, dat aan
den heel- Waalkes eene belooning van 10 cent
per kilogram zou zjjn toegekend.
De voorzitter en de heea- Waalkes verkla
ren, dat het toch in de vergadering van
burgemeester en wethouders is besloten, het
was in de vergadering waarin zooals de
heer Visser zich we! zal herimneren ook
de heer Van den Hoek aanwezig is geweest.
De heer Visser hei-liaatt, dat hij er niets
van weet te herinnereu], dat aan den heer
Waalkes 10 cent per kilogram zeep als ver
goeding zou worden toegekend, en de ge
meentesecretaris weet daarvan ook niets.
Dc heer Van Hasselt moet aannemen dat,
als de besprekingen ook wcrden bijgewoonid
door deli lieer Van den Iloek, hel toen geen
vergadering van burgemeester en wethouders
was.
De voorzitter wil, als de lieer Van Hasselt
daarinede genoegen kan nemen, gaarne zijn
spijt uitdrukkciH, dat het gewraakte i riuit
is genomcn. En wanneer de commissie van
bfijstand door het gebeurde gegriefd is, vindt
liij dat jaminer, daar bet in geen enloel op-
zicbt Je bedoeling is geweest, de commissi;
te passeerenk Iiij zou liet echter prettiger
gevonden hebben, wanneer de ledm dei-
commissie hunne bezwaren in de vergade
ring der commissie hadden ter tafel ge-
(hracht, dan ware de ten opzichte daarvan
gerezen vei'kcerden indruk gcm-akkelijk weg
te nemen geweest. Willens en wetens is
de handeling niet getjeui'd en op de reeds
aangevoerde gronden heeft spreker er geen
enkel oogenWik aan kunnen denken, dat
wettelijke bepaliugen werden overtreden.
De heei' Van Hasselt wil de goede trouw
van den voorzitter aannemen, maar blijft
(het tocli jammer vinden, dat deze liet ver-
keerde daarvan niet dadeiijk heeft ingezien.
Iiij Wijst er ook hog op, dat de voorzitter,
als hij reeds vroeger om de afrekening van
de zeeplevering heeft gevraagd, en de hoofd-
conh'ole'ui'-boekliouder geeft aan dal verzoek
geen gevolg, hij daarop liij herhaling liad
moeten aandringen, Het ging toch om een
Ibidlangrijk onderdeel der distributie.
De oorzaak van een en ander acht hij
gdegen in de omstandigheid, dat de voorzit
ter in vele gevallen le goedig is en de zaken
te huiselijk behandleTt. Als het besproken
is hi een bijeen'komst waar ook fde heer Van
den Hoek aanwezig was, was dat geen verga
dering van burgemeester en wethouders.
Het feit blijft, dat hetgeen geschied is,
niet had mogen gebeuren. De voorzitter had
daarvoor moeten waken, maar erger is het
aandeel van den wethouder Waalkes in de
ze, omdat die de voordleelen van de overtre
ding in den zak heeft gestoken.
Of het nu willens of onwetenSi is gebieurds
daar kan spreker niet naar kijken, waarom
hij zijne motie liandhaaft.
De heer Vail den Ouden blijft er bij, dal
toch blijkt, dat burgemeester en wethouders.
in hun meerderheid te goeder trouw zijn
en dat hij er daarom geen aanleiding in
ziet him een motie van afkeuring tliuis te
sturail, die dan loch in zekeren zin het
stempcl van jonhstrouwbaai'heid op liet colle
ge drukt.
De heer Nolson wijst er op, dat nog niet
juist is uitgemaa'kt, of het bedrag den heer
Waalkes is .aangeboden, dan wel of deze zelf
heeft gezegd, dat hij voor zijn werkzaamhe
den iels hebben moest. Dat nu de beer Vis
ser en de gemeentesecretaris verldaren#er
niets van te wetenj maakt dc zaak nog
vreemder.
De beer D. Scheele meent, dat men uit die
mededeelingen zou moeten afleiden, dat al
les is afgespeeld tusschen den voorzitter
en den heer Waalkes. Er dient meer licht
in deze zaak le komen.
De voorzitter betoogt. dal de meest nauw-
keurige inlichtingen zouden verstrekt kunr
nen zijn', wanneer gevolg was gegeven aan
zijn voorsldt, om de beantwoording uit le
stellen tot de volgende vergadering, omdat
liet dan mogelijk ware geweest de gegevens
te raadplegeu, terwijl nu in hoofdzaak op
het gelieugen moet worden afgegaan
Aan den heer Van Hasselt merkt hij op,
dat eene vergadering van burgemeester en
wethouders niet oplioudt dat te zijn, als
^er ieimand bij de besprekingen is', die niet
tot het college behoort. Het komt meerma-
len voor, dat in de vergadering met andieren,
geconfereerd. wordt.
Wanneer spreker [tiier de stuklken voor
zich had, ztou liij; uit daarop voorkomende
kamtteekeningen waar.scliijnlijk met juisttieid
de inlichtingen kunnm geven, die de raad
wenscht. Hij weet ecliler niet zeker, of de
hierop betreffende gegevens niet reeds in
den aanvang van het jaar zijn opgeruimd,
daar het al zoo tang geleden is, dat die zlaak
werd behandeld.
De heer De Jager vraagt, of dan de no-
tulen dor vergadei-ing van burgemeester en
wethouders daaromtrent geen oplieldering
zouden kunnen geven.
De voorzitter betwijfelt dat, aangezien die
(.rotuien niet in den vomn v:m die van
den gemeenteraad worden opgemaakt.
De heer De Jager meent, dat er omtrent
een zoo ingrijpende ,zaak tooh wel aantee-
kening in de notuien zouden mogen vooi'
komen.
De voorzitter vraagt tlians de lieer Van
Hasselt of hij zijne motie liandliaaft, en
geeft, na diens bievestigend antwoord inover-
weging, in plaats van emstige afkeuring;,
(deze te willen lezen ,,dat de raad niet kan
goedvinden".
De lieer Geellioedt verklaart zicli in hoofd-
zhak te kunnen vereenigen met de uitge
sproken betuigen van afkeuring, maar vindt
Liet tlians moeilijk 0111 met de motie in te
stemmen, in verband met de mededeeling
van den heer Visser, dat liij van de zaak
niets afweet. Hij acht het bezwarend, om
iemand die op deze plaats de gemeente
zoo tang heeft gediend, in de laatste dagen
dat liij hier zilting liebben zal een motite
van afkeui'ing tliuis te zenden omtrent eene
zaak; waarvan liij niets af weet.
Iiij acht het juist, dat thans de motie is
ingediend, maar zoude wenschen dat met
de stemming daarover werd gewacht tot
een volgende vergadering, om dan te zien,
wat burgemeester en wethouders nader tot
verdediging van hun standpunt zullen lieb'r
f)gn te zeggen. Spreker geeft de verzekring,
dat,, wanneer zij z,ich niet kunnen verdedi-
genj, hij zonder aarzelen voor de motie zal
stem'men, nu (echter hail liij dat moeilijk uoen
omdat hij dan anisschien ecu onsctiuldig©
zou treffeni.
De heer Van Hasselt geeft te kennen, dat
het hem tamelijk koud laat, of de heer
GeelhoeJt al dan niet voor dc motie stemt.
Hij lieeft er niets persoonlijk mede op het
oogt het gaat 11 iet tegen Je personen maar
tegen burgemeester en wethouders. Men
iuoge beweren te goeder trouw le zijn ge
weest, een feit is het, dat door een college
van drie menschen de wet is overtreden,.
Hij heeft geuifiead zijn afkeuring ^daaromtrent
iiii een motie te moeten uitspreken, wenscht
de raad daar mede in le stemmen^ dat moet
dc- raad Idat wetenj, maar hij, spreker, zal dat
heel ka'Lm op nemen.
De heer D. Scheele wil toch ook nog even,
tcrugkomen op zijn verlangen naar meer
licht; liij is het eens met den beer Geellioedt.
De motie veroordeelt het geheele bestuur,
terwijl de heer Visser te kennen (geeft, er pits
van af te weten. Hij meenlt, dat de raad in
verband met die verklaring n,U maar niet zijn
terwijl de heer Visser te kennen geeft er niets
spreken. Overigens kail hij er wel mede in-
stenipien en wil er liij voegen, dal; mochtde
motie tlians, onder deze omstandigheden in
stemming komen cn worden verworpen, hij,
indien geen der jleden van het dagelijksch be
stuur zich in een volgende vergadering voil-
doende verdedigen kan, zelf een geiijkluiden-
de motie zal indienen.
De lieer Nolson is het ook eens met de
{heeren Geellioedt en Scheele; liij heeft met
genoegen de verklaring van d'en lieer Visser
gehoord en zou in hel licht dezer verkla
ring dezen ook niet graag een blijk van at-
keuring doen toekomen.
De lieer Van Hasselt wenscht niet aan liet
verlangen o'm uitstelt der stemming te vol-
doeip en stelt er prijs op dat die tihans zal
plaats (hebhen. De motie spreekt over liet
college, niet over de personen, is er iemand
onder die aan de zaak niet heeft meegewerkt,
da 11 behoeft die er zich niets van aan te
trekkem. Hij heieft alleen den heer Waalkes
persoonlijk genoemd, omdat die bet geld ge-
k'regen heeft.
Overigens noemt hij nocli- den voorzitter,
nio'dh den heer Visser, zijne motie spreekt
over het college, dat gehouden is de voor
schriften der rijkswetten te liandliaven en we
moeten er op kunnen rekenen, dat het col
lege dat doet en deze zaak is van grootere
hjeteekenis geworden, omdat der gemeente
doordat onvoldoende tegen overtreding der
voorschriften is gewaakt, geld afhandig is
gemaakt.
De heer Geellioedt blijft het verslandiger
achtetn het nu te laten bij de aaukondiging
deir motie en verder het antwoord van bur
gemeester en wethouders af te wachten.
De heer Van Hasselt liad dat gaame willen
doen. De heer Waalkes lieeft ecliter zelf het
verlangen te kennen gegeven, dat de zaak
nil in bespreking kwam.
Nu moet er maar mee worden doorgegaan,
maar, als de heeren niet voor de motie wil
len stemmen;, dat laat spreker zoo koud als
een steen.
De heer De Bidder is het eenis met de hee
ren Geellioedt cn Scheele, dat het gewenscht
is de stemming uit te stellen, aangezien het
noodig is, dat eerst een nadere uiteenzetting
wordt gegeven omtrent de vraagiof (alue 'Jeden
van net dagelijksch bestuur aati liet besluit
hebben meegewerkt.
De heer De Jager acht nitstel maar tijd
verspillen, de zaak is nu voldoende biaspro-
ken, hij voor zich lieeft geen liclit daarover
meer noodig.
De lieer Nolson zou liever liehben gezien,
dal de stemming tot de volgende zilting was
aangehouden, maar als de lieer Van Hasselt
hij zijn voornemen blijft, stemming te vragen
zal hij voor stemmen. Er blijft dan toch nog
alle gelegenheid open, om nader meer licht
over deze zaak te verspreiden, waaruit blij-
ken lean, wie eigenlijik de motie moet Ireffen.
De lieer Gieelhoedt moet er op wijzen),
dat wel in den aanvang op behandeling der
kwestie in deze zlttipg is aangedrongen, maar
Itoen was den raad nog niet bekend de ver
klaring van den lieer Visser, die eerst in
den loop der besprekingen te zijner kennis
is gekomem. Hij moet bezwaar maken om
(ten motie van afkeuring uit te spreken ten
opzichte van het geheele college; als de
Sheer Visser er niets vanaf weet. Hij meent
daaromtrent eerst nader ingelicht te moe
len worden.
Thans komt de motie in stemming en
verklaren zich 5 leden daarvoor en 5 er
tegen], terwijl de wethouders zicli van mede-
stemmen onthouden. De motie zal dus de
volgende zitting opnieuw in stemming ko
men.
Voor stemmen de heeren De Jager, Eijke;
Nolson), Van I!assert en De Feijter; tegen
stemmen de heeren It. Scheele, D. Scheele;
Geellioedt, De Ridder en Van den Ouden.
(Wordt vervolgd).
De Aambeienzalf van Apotheber BOOM
geDeest spoedig in- en uitwendige Aam
beien, zoowel blinde als bloedende.
Het jeuken houdt binnen enkele dagen
geheel op. Verkrjjgbaar in de meeste Apo-
theken en Drogistwinkels en te Ter Neuzen
bij J. J. KENSE.
SCHEEPVAARTBEWEGING.
Van 17 tot en met 18 Febr. 1919
werdeu langs de Oostsluis alhier 9 binnen-
vaariuigen op- en 10 afgeschutlangs de
Middensluis 0 op- en 1 afgeschut; langs
de Westsluie 0 op- en 0 afgeschut.