ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN. No. 6713. Dinsdag 23 Juli 1918. 57e Jaargang. IIMIIITIBMB. Yerferijgbaarstelliog Leyensmiddelen. LANDWEER. MILIXIS. ABONNEMENT: ADVERTENTlfiN BINNENLAND. Telefoon 25. Bit BM varsGlipt Maandag-, Woensdag- en Yrpagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Neuzen. Abonnementsprijs Extra rantsoen Aardappelen. Oyergang van de Militie naar de Landweer. Voorts wordt de aandacht gevestigd op de hier onder vermelde bepalingen der Landweerwet Onze voedselvoorziening enz. Per 3 maanden binnen de stad fl.Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetaiingvoor Beigie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65, overig Buitenland f 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.1& Bij directs opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt d& prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 tills* op den dag der uitgave. pet drie maanden, In de stad 1,20; tfanco per post f 1,40. Burgemeester en Wethouders van TER .NEUZEN maken bekend, dat in de week van 2228 Jali mag worden afgegeven op bon No. 47,1 K.G. Aardappelen. Ter Neuzen, 22 Juli 1918. Burgemeester en Weikonders vooraoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend, dat iu de week van 2228 Juli 1918 mag worde* afgegeven Op bon no. 48,1j2 ons erwtenmeel. Het erwtenmeel is verkrijgbaar bij J. VAN LCIK, Noordstraat 47, a 35 cent per Kilogram. Ter Neuzen, 22 Juli 1918. Burgemeester en Wethouders voornoentd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Met Xverlofganger" wordt in dam be palingen aileen bedoeld de dienstplichtige, die groot-verlof heeft. Op disnstpliehtigen met ocbepaald klein verlof of ander klein verlof sgn deze be- paiiEgen dus niet van toepassing. OPGAVE YAK ADRES. Personen, dit eon dienstplichtig fatsilielid hebben, dat in het buiten land verblijf houdt en in de termen valt van overgang naar de landweer, warden uitgenoodigd belanghebbeade te herinneren Ran de bepaling van artikel 24 bovengenaemd en he» in kesmis te stellen met hetgeen hierboven vermeld is eader fOpgave van adrea". Zitting van den Miiitieraad. In deze zitting wordt uitspraek gedaan omtrent vrijstelling wegens UUspraken. Bezwaar legen de uitspraken van den Miiitieraad. Dinsdag 16 Juli hebben de heeren Ed. Ficumen en J. van Rijsewijk, toegevoegde advixeurs aan het Rijks Centraal Admini- stratiekantoor, respectievelpk voor het Nederl. Verbond van Yakvereenigingen en de Peraaanente Commissie inzake Crisis- maatregelen uit de Christelijke Werklieden- bonden in Nederland, met den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel een onderhoud gehad, ter bespreking van de vooruitzichten ten aanzien der le- rensmiddelenvoorziening in de komen- de wintermaanden, welk onderhoud bijgewoond werd door Mr. Schim van der Loeff, direeteur-generaal van de afdeeling Crisiszaken van bet Departement ran Land bouw. Uit de mededeelingen van den Minister bleek, dat de Nederlandsebe bevolking meer dan ooit in de komeade wintermaanden, zoo goed als geheel en uitsluitend ten aan zien der levensmiddelenvoorzieniDg is aan- gewezen op hetgeen in eigen land wordt voorgebracht en gefabriceerd. A1 is de aan- voer van beperkte hoeveelheden van som- mige levensmiddelen vanuit andere landen ook niet absoluut bnitengesloten, eenige zekerbeid te dies aanzien bestaat niet, en in geen geval kan er derhalve op worden gerekend. Ten opxichte van d* voornaamste voe- dingsmiddelen zijn op het oogenblik de vooraitzicbten de volgeade: Brood. Verbooging van het thans geldende rantsoen kan niet in uitzicht ge- steid worden. Ofscboon in den laatsten tijd enkele schepen met graan uit Amerika in Hollandsche havens zpn binnengevallen, zijn de aangevoerde hoeveelheden, het bestaande tekort aan broodkoren in aanmerking ge- nomen, uiterst gering en in het beste geval slechts even voldoende, om het thans gel dende rantsoen van 200 gram per dag voor loopig te kunnen kandhaven. Of dit oek in de toekomst nog mogelijk zal zijn, hangt af, naast de mogelijkheid van aanvoer uit het buitenland, van de opbrengst van den eigen graan oogst, waar van de vooruitzich ten tot nogtoe niet ongunstig zijn. Vet. In aansluiting|met hetgeen reeds vanwege het Miuisterie van Landbouw, Nijverheid en Handel, door middel van het Bureau van Mededeelingen aangaande de vet-positie enkele dagen geleden werd ge- publiceerd, valt te vermelden dat, ook na de verlaging van het rantsoen tot 259 gram per 10 dagen, de vetvoorziening uiterst moeilijk blijkt en zoo onzeker, dat, ofschoon op alle wijze wordt getracht haar te be- vorderen, er niet op gerekend mag worden, dat het huidig rantsoen gehandhaafd zal kunnen blijven. Om dit te kunnen doen is een belangrijke aanvoer van vetten en olien van overze8 volstrekt noodzakelijk. Mocht de regeering verhinderd zijn dezen aanvoer uit Nederlandsch Oost-Indie of Amerika te doen plaats hebben, dan zal vermindering van het rantsoen niet te ver- mijden zijn V 1 e e s c h. Begin Augustus zal waar- schijnlijk een aanvang kunnen worden gemaakt met de beschikbaarstelling van versch rundvleesch. Het ligt in de be- doeling om, naarmate deze beschikbaar stelling zich uitbreidt de vervaardiging der eenheidsworst gedeeltelijk te verminderen. Voor die gemeenten, voor welke de distri bute van versch rundvleesch bezwaren oplevert, zal echter de beschikbaarstelling van eenheidsworst worden voortgezet. Haar vervaardiging wordt dan opgedragen aan combinaties van slagers, onder controle van daartoe van rijkswege aangewezen ambte- naren. Zeer waarschjjnlijk is op deze wijze de verstrekking van een rantsoen versch of geconserveerd vleesch van 100 gram per week verzekerd een eventueele verstrekking van eenheidsworst is in deze hoeveelheid begrepen. Aardappelen. Omtrent de beschik baarstelling van aardappelen is met zeker- heid nog weinig te vermelden. Het ligt in het voornemen de distribute op dezelfde wpze te doen geschieden als de beide vorige winters en ook het rantsoen zoo mogelijk wederom op 4 K.G. per week en den prijs op 51/s ct. pe» K.G. te stellen voor veen- en zandaardappelen. De klei-aardappelen daarentegen zullen overeenkomstig de uit- eenzetting in de Memorie van Toelichting tot het levensmiddelen-ontwerp 1918 en de debatten in de Kamers tegen kostenden prjjs verstrekt worden zoolang de veen- en zandaardappelen gedistribueerd worden. Daarna zal ook op klei-aardappelen bijslag worden gegeven, zoodat dezen dan tegen 61/, ct. per. K.G. verkrijgbaar zullen zyn. Een beslissing of opslag door particulieren zal kunnen plaats hebben, is nog niet genomen. Of de handharing van een rant soen op 4 K.G. mogelijk zal zijn, hangt af van de grootte van den aardappeioogst, welke zich tot nog toe weliswaar niet kwa&ti laat aanzien, doch echter nog geenszins vaststaat. Peulvruchten. Wat- geldt voor dec aardappeioogst, geldt eveneens voor dien van peulvruchten. De hoogte van het ge durende de wintermaanden te verstrekkes rantsoen is afhankelijk van de opbrengst van den oogst, welke vooralsnog zeer be- vredigend belooft te worden. Brandstoffen. Het voor de beschik baarstelling van den huisbrand benoodigd® miuisum-aantal eenheden (van 1 en 2 haard- steden) is verzekerd in dier voege, dat verreweg het grootste deel van het vastge- stelde rantsoen zal kunnen worden verstrekt in steenkool, gascokes ea bruinkoolbri- quetten. Slechts een klein deel zal bestaaxj uit turf. Z e e p. Ten aanzien van de beschikbaar stelling van zeep werd van de zijde der beide adviseurs gewezen op den onhoudbaren toe- stand, welke deor het gebrek aan dit artikel in zoo geed als elk arbeidersgezin heerscht. Door den Minister werdea uitvoerige in- lichtingen verstrekt over de oorzaken, waar- aan de zeepschaarschte is te wijten ea voorts medegedeeld, dat maatregelea zijn getroffea waardoor, te beginnen in de maand Augustus, wederom geregeld zachte zeep beschikbaar zal worden gesteld. Op verzoek van en ia overleg met de beide adviseurs verklaarde de Minister, op dezelfde wijze als dit tea aanzien van de vetpositie is geschied, een uitvoerige uiteenzotting aan de pers te zullen verstrekken over de zeepvoorziening. Gewezen werd voorts op de onbillijkheid, dat nog steeds tegen abnormaal hooge prijzea harde zeep in den vrijen handel verkrijgbaar is. Aangedrongen werd op het treffen van zoodanige maatregelen hetzjj deor de vaststelling van maximnmpfjjzen voor toilet- Beep, hetzjj door het betrekken van alie zeep in da rantsoeneering dat ook deze mis- stand zooveel naogeljjk wordt tegengegaan. Tegen de vaststelling van mnximumprijzen bestaan, in verband met het groot verschii in soort en kwaliteit van harde zeepenj groote bezwaren. De Minister verklaarde zieh echter bereid te overwegen of siet alia zeepen in de rantsoeneering moeten wordes betrokken, in dier voege, dat ook de dure teileizeepea slechts op hons zullen warden verkrijgbaar gesteld. Hieraoor zal due niemand zich meer dan de van regeerings- wege vastgestelde hoeveelheid zeep kunnea verschaffen. Erkenning der arbeidsorga- n i s a t i e s. Waar uit de mededeeling over de vooruitzichten der levensmiddelen voor- ziening nog weder ten duidelgkste bleek, hoe uiterst beperkt de hoeveelheid vcedsel is, welke tot aan een oogst (van het vol— gende jaar) voor de bevolking van Neder land beschikbaar zal zjjn, werd door de beide vertegenweordigers der moderne en christeljjke vakbeweging met nadruk ge wezen op da noodzaak van zoodanige maat-^ regelen, dat bjj dan oogst, den opslag err het vervoet der levensmiddelen niets ver» Ioren gaat of aan de consumptie wordt onttrokken. Ofschoon bljjkens de desbe- treffende mededeelingen van den Minister reeds voorzorgs-maatregelen zjjn getroffen waardoor versehillende in het verleden ge- blekea fouten, dit jaar niet meer zullea plaats hebbea, werd door hen kraehtig bepleit, dat bij de vaststelling en uitvoe- ring dezer maatregelen in de versehillende gemeenten des lands ook de organisaties der arbtiders zullen worden erkend, in dier voege, dat in de plaatseljjke en gewesteljjke commissies, belast met de inventariseering van den oogst en het toezieht op zijn op slag, ook vertegeuwoordigers der vakver- eenigingen xullen zitting krfjgcn. De medewerking van de vertrouwens- mannen der arbeiders-organisaties, toeh zal een goede en juiste behandeling der voor- radige levensmiddelen zefcer aiet minder ten goede komen, dan die van vertegen- woordigers van andere groepen der bevolking. De Minster bleek de ontwikkelde aiens- wijz# in hoofdzaBk te deelen en verklaarde zieh bereid in den door de beide adviseurs gewenschten zin met de regeeringscommis- sarissea, belast met de vordedng van graan, peulvruchten, aardappelen, enz., in dezen overleg te plegen. Het rantsoen der geinterneerden. Uit een bericht hebben onze lezers gezien, schrijft de N. R. Ct., dat de Belgische ge'interneerden niet tevreden zijn met hefc rantsoen brood, vleesch en aardappelen, dat hun verstrekt wordtde Bslgische regeering ENSCHE COURANT Be Burgemeester der gemeente TER NEUZEN nKrffet bekeiad,dateeneOpeiiba re Vergadering •fcSR den Gemeenteraad zal worden gehouden op Oonderileg den 85 Juli I9S8, de» voormiddags ten 10 ure. Vet Neazen, den 22 Juli 1913. Dt Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter kennis van belanghebbende hetgeen volgt 1. Op 1 Augustus a.s. gaan naar de landweer over de dienstplichtigen der militie, behoorende tot de infanterie de wielrijders hieronder be- grepen de vesting-artillerie, de ponton- niers, de genietroepende hospitaalsoldaten en de administratietroepen, van de militie- liehting 1911., 1912 en van oudere militielichtmgen, die ook in norinale tijdsomstandigheden op 1 Augus tus 1918 wegens volbrachten miiitiediensttijd naar de landweer zouden overgaan. De militieplichtigen, werkzaam bij den Motor- dienst, worden, voor wat betreft den overgang naar de landweer, beschouwd als nog tot hun vroeger korps te behooren en slechts bij den Motordienst te zijn gedetacheerd. Indien er zich onder hen personen bevinden, die voor of op 31 Juli 1918 den voor hen in normale tijdsomstandigheden geldende miiitie diensttijd zouden hebben volbracht, gaan deze der- halve naar de landweer over, zoo de overige militie plichtigen hunner lichting en van het wapen, waartoe zij in verband met het bovenvermelde moeten g«- acht worden nog -te behooren, naar de landweer overgaan. Van den overgang naar de landweer op 1 Augustas a.s. zijn uitgezonderd zij, die op 31 Juli a.s. in het genot zijn van onthnffing van den werkelijken dienst, om het even om welke reden de ontheffing werd verleend. 1. De door dienstplichtigen vroeger genoten ontlutffing of vrijstelling van den militie- dienst rekent mede als diensttijd en brengt alzoo geen vertragmg in den overgang naar de landweer. 3. Bij het berekenen van den onder punt 1 ver melden diensttijd wordt niet medegerekend a. de tijd, doorgebracht met uitstel van eerste- oefening b. de tijd, gedurende welken de dienstplichtige wegens veroordeeling tot gevangenisstraf of tot militaire gavangenisstraf, tot hechtenis of tot militaire detentie opgesloten is geweest of gedurende welken hij preventief opgesloten is geweest, zoomede de tijd, door den dienst plichtige doorgebracht in de klasse van miiitairen, die aan een gestrenge krijgstucht zijn onderworpen c. de tijd, gedurende welken de dienstplichtige ten gevolge van zijn afvoering als deserteur met in de sterkte ran een korps der landmacht was begrepen d- de tijd, voor welken den dienstplichtige het recht werd ontzegd om bij de gewapende macht of als militair geemployeerde te dienen, of vo°r welken hij van dat recht werd ontzet, voor zoover hij daarvan geen gratie heeft verkregen. Heeft de dienstplichtige zich schuldig gemaakt 4. of maakt hij zich schuldig aan eenig verzuim of ®enJge overtrading ten aanzien ran de Militiewet en joott hij de aan het verzuim of de overtreding ver- onden gevolgen op 1 Augustus a.s. nog niet onder- g.aan, dan wordt, totdat dit zal hebben plaats gehad, zyn overgang naar de landweer geschorst. Zij, die dit jaar naar de landweer overgaan, z. en vormen de landweerlichting 1918. Deze lich ting wordt onderverdeeld in een lichting 1918a en een hchtmg 1918b. lot de landweerlichting 1918a komen te behooren de dienstplichtigen van de militielichting 1911 en van oudere lichtingen, die op 1 Augustus a.s. een ongeveer 7-jarigen miiitiediensttijd hebben volbracht. Tot de landweerlichting 1918b komen te behooren de dienstplichtigen der militielichting 1912 en van oudere militielichtingen, die op 1 Augustus a.s. een ongeveer 6-jarigon miiitiediensttijd hebben volbracht. 6. Voor zoover de militieplichtigen, die op 1 Augus tus a.s. overgaan naar de landweer, in het genot zijn van groot-\er\oi, en in hun woonplaats bin nen het Hijk verblijf houden, moeten zij zich in genoemde maand in persoon aanmelden bij den Burgemeester hunner woonplaats ter secretarie der gemeente en bij bedoelde aanmelding inleveren hun zakboekje met daarin gehechten verlofpas. Ten aanzien van den groot-verlofganger, die bij zijn over- gang naar de landweer niet gevestigd is of zich niet vestigt in een Nederlandsche gemeente, moet onder woonplaats worden verstaan de Nederlandsche ge meente, welke hij als zijn woonplaats wenscht be schouwd te zien, mits hij binnen dertig dagen na den dag, waarop hij in de positie van verlofganger der landweer is overgegaan, den wensch daartoe te kennen geeft aan den Burgemeester van de daarbij betrokken gemeente. Doet bedoelde verlofganger deze kennisgeving niet of niet binnen den bedoelden termijn van dertig dagen, dan is te zijnen aanzien onder woonplaats te verstaan de gemeente, waar hij laatstelijk stond ingesohreven in het verlofgangers- register van de landweer of van de militie dan wel, indien hij te voren nog niet in bedoeld register stond ingeschreven, de gemeente, voor welke hij bij de militie werd ingelijfd. 7. De inilitiepHchtige groot-verlofgangers, die naar de landweer overgaan en in de maand Augustus a s. verblijf houden buiten hun in dat punt bedoelde woonplaatsbehoeven zich niet in persoon aan te melden, doch zijn alsdan verplicht hun zakboekje met daarin gehechten ver lofpas bij aangeteekenden briefwaarin hun adres duidelijk en volledig moet worden vermeld toe te zenden aan den Burgemeester dier woonplaats. 8. Zij, die zich tijdens hun overgang naar de landweer in Augustus a.s. niet met groot-verlof bevinden, behoeven hun zakboekje niet uit eigen beweging in te leveren. Voor zoover wijziging van hun zakboekje noodig is, zal dit door of vanwege hun commandant warden opgevraagd. 9. Zij, die op 1 Augustus a.s. naar de landweer overgaan, zijn van dien datum af onderworpen aan alle voorscbriflen, voor de landweer gegeven, voor zoover deze op hen van toepassing zijn. Artikel 24. De verlofganger van de landweer meldt zich, voorzien van zijn verlofpas, binnen der tig dagen na den dag van zijn overgang naar de landweer of na dien, waarop hem de verlofpas is uitgereikt, in persoon aan bij den burgemeester zijner woonplaats, ten einde aldaar in het in artikel 26 bedoeld register (d. i. het verlof gangers regis ter van de landweerte worden ingeschreven. Wat ten aan zien van een verlofganger, die niet gevestigd is of zich niet vestigt in eene Nederlandsche gemeente, is te verstaan onder woonplaats, wordt door Ons (de Koningin) fepaald zie punt 6 hierboven). De verlofganger van de landweer, die verblijf houdt buiten zijne in bet vorig lid bedoelde woon plaats, kan ter vervulling van de verplichting, in dat lid omschreven, binnen den daarin gestelden termijn zijn verlofpas aan den burgemeester zijner woonplaats bij aangeteekenden brief toezenden. De verlofpas wordt hem door dien burgemeester bij aangeteekenden brief teruggezonden. Artikel 25. De verlofganger van de landweer, die zich gaat vestigen in eene andere gemeente binnen het Rijk dan die, waar hij in het in artikel 26 be doeld register staat ingeschreven, geeft daarvan ken nis aan den burgemeester van laatstbedoelde ge meente uiterlijk den vijfden dag, nadat hij de plaats, waar hij gevestigd was, heeft verlaten. Binnen dertig dagen na den dag, waarop hij be doelde kennisgeving heeft gedaan, meldt hij zich, voorzien van zijn verlofpas, in persoon aan bij den burgemeester der gemeente, waarin hij zich vestigt, ten einde aldaar, in bedoeld register te worden in geschreven. De buiten het Rijk gevestigde of zich met toe- stemming buiten het Rijk ophoudende verlofganger, die zich vestigt of weder gaat verblijven in de ge meente, waar hij in bedoeld register staat inge schreven, meldt zich binnen dertig dagen na die vestiging of na dien terugkeer in persoon aan bij den burgemeester dezer gemeente. Artikel 21. De verlofganger van de landweer mag niet aan gaan eene verbintenis tot uitoefening van He buitenlandsche zeevaart of van de zeevisscherij buitenslands, noch zich achtereenvolgens langer dan gedurende een jaar buitenslands ophouden, zonder toestemming van of vanwege Onzen Minister van Oorlog. Bij de toestemming kan de verlofganger worden vrijgesteld van opkomst onder de wapenau en van het bijwonen van het jaarljjksch onderzoek. Aan de toestemming kunnen zoodanige voorwaar- den warden verbonden als in het belang van den dienst noodig worden geoordeeld. Artikel 28. De verlofganger van de landweer, die artikel 24 of artikel 25 niet naleeft of in strijd handelt met artikel 27, eerste lid, kan in werkelijken dienst worden geroepen of gehouden voor den tijd van ten hoogste eene maand. De duur van dezen dienst wordt. bepaald door Onzen Minister van Oorlog, die tevens het korps van het leger aanwijst, waarbij de werkelijke dienst moet worden vervuld. Artikel 29. De verlofgangprs van de landweer worden jaarlijksch (in November) voor zooveel zij niet in den loop van het jaar overeenbomstig artikel 11 onder de wapenen zijn gekomen, eenmaal op den door Ons (de Koningin) te bepalen tijd door den districts-commandant of door een door of vanwege Onzen Minister van Oorlog aan te wijzen autoriteit onderzocht, tenzij Wij (de Koningin) het raadzaam mochten achten dit onderzoek geheel of ten deele achlerwege te laten. Aan het onderzoek, in het vorig lid bedoeld, kan naar regelen door Onzen Minister van Oorlog vast- gesteld, een oefening verbonden worden zulks evenwel met dien verstande, dat de tijd voor onder zoek en oefening, met inbegrip van de heen- en terugreis, niet langer dan 12 uren in heslag neme. Artikel 31. De verlofganger van de landweer verschijnt bij het onderzoek in uniform gekleed en voorzien van de tot zijna 'oorgeschreven uitrusting verder behoorende kleedirg- en uitrustingstukken van de wapenen, he., ledergoed, de reglementen en de dienstvoorschriften, hem uitgereikt c. van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. Hij is verplicht om in de gevalleu en naar de voorschrlften door Onzen Minister van Oorlog vast- gesteld, voorwerpen, als in dit artikel bedoeld, in ontvangst te nemen, dan wel deze in te leveren. Den verlofgangers wordt in hun eigen belang dringend aanbevolen, te zorgen, dat hun nauwkeurig adres steeds bij den Burgemeester der gemeente, waar zij voor de landweer staan ingeschreven, bekend is, hetzij zij binnenslands hetzij zij buitenslands verblijf houden. Aan hen namehjk, van wie het adres bij den Burgemeester bekend is, wordt door diens zorg een persoonlijke kennisgeving toegezonden van bij openbare kennisgeving te hunnen aanzien gedane oproeping onder de wapenen of in werkelijken dienst voor oefeningen, voor straf, tot het ondergaan van het jaarlijksch onderzoek of tot het inleveren van militaire goederen. Ter Neuzen, 18 Juli 1918. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, uat de silting- tun «I« Vliliiieraad voor de ingeschrevenen voor de militie, lichting 1919, dezer gemeente zal plaats hebben te Middelburg in in het Stadhuis, ingang Helm, op BSinsdng 6 Augustus 1918, des namiddags te 3 uur. 1. eigen vrijwilligen dienst 2. broederdienst 3. aanwezigheid van in hetielfde jaar geboren broeders of halfbroeders. De ingeschrevenen, die vrijstelling wegeni een van deze redeoen hebben aangsvraagd, kunnen op tijd en plaats, in het hoofd dezer bekendmaking vermeld, hun aanvrage toelichten of doen toelichten. Deingeschrevenen, die behooren totin hetzelfdejaar geboren broeders of halfbroeders en vermeenen aan- spraak te hebben op vrijstelling, hetzij enkel op grond van deze omstandigheid, hetzij wegens broederdienst, kunnen bij onderlinge overeenkomst aanwijzen wien van hen de vrijstelling zal ten deel vallen. Hebben zij deze overeenkomst niet ter secretarie dezer gemeente schriftelijk aangegaan, dan moeten zij daartoe op tijd en plaats, in het hoofd dezer bekendmaking vermeld, in de zitting van den Miiitieraad verschijnen. Tevens moet, voor zooveel het minderjarigen geldt, hij of zij, die de ouderlijke macht of de voogdij uitoefent, op genoemdert tijd en plaats verschijnen tot het geven van de vereischte toestemming, tenzij deze reeds te voren schriftelijk is gegeven. Aan deze overeenkomst wordt echter slechts gevolg gegeven, indien de andere broeder of broeders dan die, welke volgens de overeenkomst zal of zullen worden vrijgesteld lo. niet om eene andere reden, hetzij voorgoed, hetzij tijdelijk is of zijn vrijgesteld'; 2o. niet iietzij voorgoed, hetzij voorloopig van den dienst is of zijn uitgesloten 3o. voor den dienst geschikt is of zijn. De uitspraken van den Miiitieraad worden in het openbaar gedaan. Bovendien worden zij door den Burgemeester schriftelijk medegedeeld aan hen, wie zij gelden, of aan hun vader, moeder, voogd of curator. Tegen de omtrent VRIJSTELLING door den Miiitie raad gedane uitspraak kan binnen lien dagen, te rekenen van den dag, waarop de uitspraak is ge- schied, bij Gedeputeerde Staten bezwaar worden ingebracht door den Militieeommissaris en lo. door den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of door zijn vader, moeder, voogd of curator 2o. door elk der overige voor de gemeente inge schrevenen of door zijn vader, moeder, voogd of curator. Hij* of zij die bezwaren inbrengt, levert het daartoe strekkend verzoekschrift, dat behoorlijk metredenen omkleed moet zijn, in bij den Burgemeester der gemeente, waar de ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, voor de militie ingeschreven is. Vandeinlevering wordt een bewijs van ontvangst afgegeven. Verzoek- schriften niet ingeleverd op den tijd en de wijze, hier omschreven, kunnen geen gevolg hebben. De uitspraak van Gedeputeerde Staten wordt door den Burgemeester ter algemeene kennis gebracht en bovendien medegedeeld aan den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, en aan hem of haar, die de be zwaren inbracht. Ter Neuzen, 20 Juli 1918. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1918 | | pagina 1