ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIE3LAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6659. Donderdag 14 Maart 1918 57e Jaargang. ABONNEMENT: ADVERTENTIENi I Rantsoen Koffia. Huissiachtingen fepilletoh. MS 1JAM." v TeleSoon 25. Bit Blad YBrschijiit MaaMag^, Woensdag- en Yrpagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAN BE 8ANBE te Ter Nenzen. Abonnem entsprij s 9 Wi Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65, overig Buitenland /2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdipecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie word* de prijs slechts twee ma al berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 uus® op den dag der uitgave. per drie maanden, in de stad 1,20; franco per post f 1,40. Burgemeester en Wethouciers van TER NfiUZEN maken bekend, dat vanaf 16 Maart tot en met 3L_Maart 1918 door de- taillisten a an verbruikers mag worden af- geleverd op bon No. 22 eener koffie- en theekaart 0,15 KG. (1 /2 ons) koffie. Ter Neuzen, 13 Maart 1918. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J, HUIZ1NGA-, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen'het volgende ter kennis van belanghebbenden: 1. Het slachten van varkens is verboden. 2. Van dit verbod zal door den Voor- zute^van de Rijkscommissie van Toezicht (R- C. v. T.) op de Vleeschvereeniging te 's Gravenhage ontheffing worden verleend voor het slachten van eigen gemeste var kens voor eigen gebruik, voor zoover dit In overeenstemming is. met de norma'.e gebrui- ken, welke in dit verband bestaan; aan zoo- danige ontheffingen kunnen de voorwaar- den worden verbonden, welke met die ge- Sbraiken in overeenstemming zijn. 3- Zij, die meenen voor een dergelijke ontheffing in aanmerking te komem; doen daarvan reeds thans mededeeling aan den Voorzitter.aer R. C. v. T. onder opgave van het aantal varkens, dat zij in den loop van de eerstvolgende 12 maanden in huissiach ting wenschen te slachten. 4. Zoo* spoedig mogelijk zal door ge- noemden Voorzitter bericht gezonden wor den, voor welk aantal varkens, zeer bijzon- dere en niet te voorziene omstandigheden voorbehouden,-ontheffing zal worden ver leend. 5. Voor iedere slachting behoort evenwel aan genoemden Voorzitter vergunning te worden aangevraagd. 6. Het vet en de vetafv^l, verkregen uit eene huisslachting, behoeft niet te worden afgeleverd. Ter Neuzen, 13 Maart 1918. Burgemeester en Wethouders vpornoemd J. HUIZ1NGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. TWEEDE KAMEH. €en regeling van werkzaamheden wordt de Huuropzeggingswet aan de orde gesteld. De heer De Savornin Lohman (c.h., Goes) acht het een zonderlinge anomalie, dat niet op alle huiseigenaren een last wordt gelegd door het ontwerp, maar alleen op hen, die nun huis toevallig verhuurd hebben De huurder krijgt rechten, welke hij niet had. De heer Visser v. IJzendoom (v. 1. Go- rrnehem) is het niet eens meUden heer De Savornin Lohman; inbreuk op het contract- recht is geoorloofd, als het algemeen belano- het vordert. Wat hier het .geval is. Spr zou het ontwerp gaarne verbeterd zien door .aanneming van de amendementen der Com- missie van rapporteurs tot het doen verval- len van de huurgrens uit de Huurcommis- siewet en net opdragen van de uitvoering aan de huurcommissies De heer Mendels (S. D.-A. P, Schoter- DOOR H. RIDER HAGGARD. 99) Ilet meisje bedacht dat het jammer zou z5jn, als de bes telling verloren ging, lS. tegen de reglementen, maar .ik Ui WUar Z'J woont," zeide zij gn als zij thins ls want zij en haar J_ 8aarL nit - knnt gij haar zes- mn wat gij wilt hebben." 8 Caleb volgde het meisje. Als gij daar binnengaat, zeddie zij, op een djeur wijzend, en alle trappen opldimt, dan vrndt gij l0jp de bovenste verdiepiug de maak «ler van de lamp - 0, heer, I maar ik yerwachtte niets. Goeden avond. Lmdelijk stond Caleb boven aan de trap. Den Ideuiie deur op het portaal stond* ,op een kier. In de kamer was licht en er werd gesproken. Caleb sloop er been en luisterde en keek dopr de kier, en zijn hart sclieen j land) meerit, dat het ontwerp veel te laat j komt. De huiseigenaren hebben reeds veel te veel misbruik gemaakt van de omstan- digheden. In het ontwerp zijn veel haken en oogen. Veel zal afhangen van de toe- passing. Herkeuring van afgekeurden. De Regeering geeft in de Memorie van Antwoord n,opens het voorstel tot nadere uitbreiding van den landstorm toe, dat de herkeuring voor de afgekeurden een tegen- valler is. Maaf onbillijkheid ligt er niet in, en ook geen hardheid, wanneer men be- denkt hoevelen reeds onder den last van den dienst gebukt gaan en gingen. Om zekerheid- te hebben, *dai met vroe- ger aanwezig geachte gebreken bij de her keuring re.lcening wordt gehouden, ligt het in de bedoeling in de keuringsregisters te doen vermelden het nurnmer, waaronder het gebrek_ in het keurin,gsreglement'~ver- nield was, -en, om den geneeskundigen op te dragen ten aanzien van elken aan de her keuring te onderwerpen persoon te letten op de vroegere redefl van afkeuring. Voorts zijn de geneeskundigem verplicht acht te slaan op de overgelegde verklaringen, die mededeelingen omtrent den toesland van belanghebbenden inhouden Met het oog op een latere herhaling van de herkeurj^ig zal worden gehandeld in dezen geest, dat dege- nen, die niet geschikt worden bevond'en, v/orden "gesplitst in twee groepen, n.lr onge- schikten en voorloopig ongeschikten, naar gelang van de uitkomsten van het genees- kundig onderzoek. Een volgende keuring zal dan kunnen worden beperkt tot de voor loopig ongeschiki verkla^rden. Een algemeene verlaging van keurings- eischen zal niet plaats hebben. De verlaging bepaalt zich tot sommige gebrekefi en gaat ni'c-f verder dan noodig is om personeni die in werkelijkneid geschikt zijn, niet Sanger om een afwijking, die geen hinder veroor- zaakt, buiten dienst te houdenT Ter tegemoetkoming aan gerezen beden- kingen is thans, wat de leeftijdsgrens be- treft, verschil gemaakt tusschen keuring en oproeping in werkelijken dienst. In de op- roeping ter aflossing van anderen kiftrnen namelijk ten gevolge van het opg&nomen nieuwe "art. 3 slechts worden betrokken zij, die jonger dan 25 jaar zijn of in het jaar van opkomst 25 jaar worden of zijn gewor- den. Ook is een bepaljng opgenomen om den gekeurden een recht van beroep toe te ken- nen. Baron Collot d'Escury en Jhr. Van Beresteyn. Het bij de Tweede Kamer ingekomen schrijven van den heer jhr. Van Beresteyn betreffende een bezoek door' hem ontvang^n van den heer Collot d'Escury, burgemeester van Kloosterzande; luidt als volgt: „Den Haag, 11 Maart 1918. Den Heer voorzitter der Tweede Kamer, Ik heb de eer U. H. E. G. mede te dee- len, dat ik naar aanleiding van het door mij in de zitting^van 27 Feb-uari 1918 gespro- kene met den heer Collot d'Escury op diens verzoek een conference had. Het standpunt door den heer Collot d'Escury ingenomen ten opzichte van zijne door mij gereleveerde en afgekeurde houding kan het beste wor den weergegeven door het volgende relaas: NgSilen der conference op 3 Maart 11 uur Ten huize van den heer Van Beresteyn,,- tusschen de free re n Collot d'Escury en Van Beresteyn; De heer Collot d'Escury deelt mede, dat in het relaas van 27 Februari 11. in de Twee de Kamer gegeVen door deu heer Van Be resteyn omtrent den landsformplicht van zijn £oon, naar zijn oo/deel van corruptic geen sprake kan zijn,, omdat eerst dan zulks het geval zou zijn geweest, indien de Bur gemeester met opzet de mededeeling aan den Minister van Oorlog (zie circulaire van 10 Maart '16) had aohierjvege gelaten, ter- wijl hij verklaarde deze circulaire niet t& hebben gekend. Het voorloopig buiten op roeping laten was geen misbruik van gezag naar zijn oordeel, omdat dit krachtens Verklarhig van den heer De Jong. In de zitting der Tweede Kamer van Maandag verklaarde de heer De Jong aan- vankelijk van plan te zijn geweest, om een uitvoerige verdediging te houden over de beschuldiigingen tot hem gericht, maar hij is daarvan teruggekomen, daar hij bij de enquete volop gelegenheid zal hebben om zich te zuivergn van de -blaam op hem ge- worpen. iZijn terugtrekken als'Kamerlid heeft al leen de beteekenis, dat spreker niet wensch- te dat iemand op de groslijst zou worden geplaatst op wien slechts eenige verden- king rustte. De weinige'parlementaire ervaring heeft hem verleid dingen te zeggen die hij later betreurd heeft. Van oneerlijkheid is echter dit zal de enquete z'eker uitwijzeni bij ihem geen sprake. Beperking der distributiekosten. Minister Posthuma heeft gevolg gegeven aan zijn voornemen, de Memorie van Antwoord bij het levensmiddelen-ontwerp geuit, om een commissie te benoemen, die hem binnen korten tijd van advies zal heb ben te dienen over de vraag, in hoeverre de kosten van distributie kunnen worden be perkt door individualiseering of groepee- ring. Overigens ontkende hij niet de feiten zopals die waren medegedeeld in de Tweede Ka mer onder toevoeging dat het landstorm- besiuit was nageleefd wat betreft het in- vullen v^in de kolom krachtens art. 15, door den keuringsraad. In het bijzonder erkende de heer d'E., dpi hij op 6 November, mede- werkende aan de aanstelling van zijn. zoon, wist dat .zijn zoon landstormplichtig was. De' heer Van Beresteyn, een en ander ver- nemende, verzocht omtrent de nieuwe pun- \ten schriftelijke bevestiging te ontvangen welke werd foegezegd. 'Hij verklaarde dat hij zou overwegen op welke wijze aan dit onderhoud publiciteit gegeven zou kunnen worden. Aldus te zamen onderteekend na voor- lezing. lijke omstandigheden het hoofd bpven water kunne houden. De overheid tracht het hare te doen, door allerlei distributiemaatregelem, Maar otu deze maatregelen zoo doeltreffend inogelijk te maken, moet iedereen, zonder uitzondering daartoe ineewerkejt, door zich strikt aan die maatregelen te houden en niet trachten er aan te ontkomen. De meergegoieden moe- ten niet meer dan strikt noodzakelijk isy gehruiken voor hun dagelijksche behoeften. Van het oogenblik al, dat er voedsel- schaarschte is, behoort men zieh niet te bevoordeelen ten kosle van anjdleren. Zit men aan tafel met 12 personen, dan houdt iedea- hij het zich bedienen van een schotel, reke- ning met het aantal personen pnoud den disch. Doet hij zulks niet, schept hij zijn bord flink vol, dan wordt hern dit zeer terecht door de andere dischgenooten kwalijk geno- rnen, ten minste het wopdt zeer onhehoorlijk gevonden. Zooals hier in het klein, gaat het met de voedselvoorziening in ons land in het groot. W anneer men, wetende, dat de levensmid- delenvoorraad beperkt is, loch tracht zoo- vepl mogelijk daarvan op te slaan, dan han- delt men onhehoorlijk en wordt dit terecht kwalijk genomen door de anderen, die ook van die hoeveelheid hadden moelen leven (denk aan vet, rijst, thee; vermicelli). Op slaan is per se verkeert: Uit piaatscliappelijk oogpunt is het onhe hoorlijk en praktisch is het van geen nut. Men slaat op in tijden, dat er een tekort dreigt te komen, gevolg: men out trek t plot- seling veel voedsel aan de gemeenschap, stil te staan. Daar stond Miirjam in een wit gewaad, want haar werkpalc lag naast haar op een steel. Zij praatte mfet Ne- hushta, die bezig was, op een kolenvuurtje h'un avondeten gereed te maken. del je voor, Nou, zeide Mir jam, dit is onze laatste nacht in deze ellendige- stad, en dan liehben wij it* plaats van die be- nauwde werkplaats en de angst voor Domi- tianus, do open zee en den frisschen wind, en niemand te vreezen dan God alleett Luna! Is dgt geen moioie naam voor een schip? Ik Zie het al, geheel van zilver Stil toch, zeide Nehushta. Zijlt gij krank- zinnig, meisje, om( zoo luid te praten? Ik meende juist dets op de trap te hooren,. «,Het zijn maar ratten," zeide Mirjam op- geruinuT. „Hi,er boven komt noodt iemand. Als het niet om Marcus was, zou ik kunnen schreien van blijdscliap." Caleb sloiop voorzichtig een eindje de Irap af, om dgn mjet gedruisch weer naar boven te koinen, brommend oundaf het zoo donker was. Eer de vrouwen den tijd had den om de deur te sluiten, stond hij reeds in de kamer. „Neem mij niet kwalijk," begon hij. (w. g.) E. van Beresteyn. (w. g.) K. j. A. G. Collot d'Escury. Ten gevolge van deze verklaring, waarbij zich de secretins van" Hontenisse heeft aangesloten onder vermelding van de namen van ook andere landstormplichtigeni ten aanzien waarvan- het verzudm is ge- pleegd, mag dus worden aangenomen dat het verzuim ten opzichte van de kennis- geving aan den Minister van Oorlog van het niet oproepen, niet met opzet is geschied. Ik moet hieraan evenwel toevoegen, cfat deze verklaring mij geem aanleiding geeft mijne afkeuring van de handelwijze van den heer Collot d'Escury terug te nemen. (w. g.) E. van Beresteyn. De Kamer nam het schrijven voor kennis- geving aan. De voedselvoorziening. Men sehrijft aan de N. R. Crt. In dezen tijd van zorg, spanning em onte- vredenheid onder de bevolking, overvvcge men ©ens de volgende heschouwing: Wij doorleven een tijd van hevige beroe- ring. Buiten de grenzen: een liopetooze ver- warring. Binnen de grenzen als gevolg daar van: een steeds benauwender wordende druk, die* alleen met uiterste inspanning te dragen zal zijn en die gedragen zal moeten wor den, willen we niet ten onder gaan. Maar dan zal iedereen, m alle kringen van de maatschappij er het zijne toe moeten bijdragen, opdat ©en ieder onder deze moeie- Wei, Mir jam, ging hij bedaard voort, wie zou, toen wij afscheid namen op de poor! Nicanor, gedacht hebben, dat Av'ij elkander op een Bomeinsch zolderkamertje zouden terugvinden? En gij, Nehushta? Wij wer- den van elkander gescheiden in het gevecht buiten de munen van den Temped; en een maand of wat geleden meende ik u op een zonderlinge plaats te zien op de slgvem markt in het Forum. Caleb, vroeg Mirjam met, holle stem, wat komt gij hier doen? Wei, Mirjam, ik wilde graag t\en tegen- hanger hebben van deze lamp,, die mjy her- inmerj aan een pick uit mijn kindsheid. Weet gij nog wel? Niu ik onldekt heb wie d© maakster van de lamp is -„Ho.ud op met die praatjes," viel Ne hushta in. „Roofvogel, gij zijt gekonien om uw prooi weer te slepen naar de schtmde en den ondergang waaraan zij ontsnapt is,." yCCe naam werd mij niet aljijd gege ven," antwoordde Caleb, terwjjl het bloed 'hern naar hethoofd vloog. „Onder ande ren, toen ik u uit het huis in Tyrus redde, of toen ik mijn leven waagdelj Mirjam, om' d eten toe te werpen op de poor! Nicanor. 't Landstormbesluit moest geschieden. f waarcjoiu- het oogenblik van werkelijk ge- brek. nog eerder aanbreekt, om nog niet te spreken van al het voedsiel, dat op deze wijze door beschimmelen en muf worden, wat maar al te vaak gebeurt, verloren raakt en waarvan anders nog menigeen had kun nen profiteeren. En, is het oogenblik van werkelijken nood aangebroken, dan zit men met een voom'aad, terwijl zijn naaste omgeving gebrek er aan heeft. Is dat een dangenaam gevoel? Ik hetwijfel het. Elk gezin in welken kring ook moet bij zijn dagelijksche inkoopen rekening houden met en denken aan de beperkte Jioeveellieid, die er in ons land is_, en bescheiden daarvan gebruik makep. Iedereen, arm of rijk, moet verandering brengen in zijn levenswieg en zich aanpas- sen aan dezen tijd met moeilijke voedsel voorziening: zonder vodrooixiee! en zonder- veel vast te houden aan vroegere ge- woonten bij de dagelijksche wijze van voeden. Men moet niet ongezien afkeui-en en den neus ophalen voor voedsel, waaraan men niet gewend is. Ik denk hier als voorbeeld aan de Central^ Iveuken, die voor veel meer- gegoeden, die moeite hebben met hiwi dage- lijksch voedsel, een uitkomst is, en die door vele .minvermogenden, voor wie de keuken toch in die eerste plaats bedoeld is, wordt versmaad, eenvoudig door vodrodrdeel. Ie dereen moet zich dingm ontzeggen, waar aan hij vroeger gewend was. De rijken, maar ook de armen. Zoolang de minvermogendien dit nog niet inzien, liehben zij geen recht te klagen. Zoodra zij van hun kant ook meewerken en meehelpen, wat ook voor hen als voor ieder ander plicht is^ .hebben zij aanspraak op ieders belangslelling en zal er zeker ook met hunne behoeften rekening gehouden worden. Laat dus ieder gezin, arm of rijk, niet lev en Voor zlchzelf alleen, maar ieder voor het gemeenschappelijk doel: de geheele be- volking er boven op houden. Met onbepaald verlof. De opperbevelhebber heeft bepaald, dat de volgende dienstpiichtigen met onbepaald (klein) ver-lof zullen worden gezonden; Neen, ik kom om, u tegen Doipitianus te beschermeQ." En haar voor uzelf te bewaren, meen- de Nehushta. O! wij christenen hebben oolc oogeu om te zien en ooren om te hooren en wij weten, welk een schandelijke ver- rader gij zjjt. Wij weten, weikfen koop gij gesloten hebt met den kamerheer van Domi- tiaiius, waarbij het lichaam der siavin Se prijs zou zijn voor het leven van haar kooper. Wij weten lioe gij door een valschen red de eer van uw medeminnaar Marcus hebt bezoedeldj en hoe gij week op week door Rome hebt rondgezworven, als een gier die de lucht doorlo-uist, totdat hij zijn prooi heeft ontdekt. Weluu, zij is hulpe- loos, doch de Heer is maehtig, en rnoge) Zijn wraak uw leven en uw ziel trefi'eu, Zij stond voor hem met vlammende oogen als de engel der wraak. O, Caleb, viol Mirjam in, gij zegt dat 8'j 1 idj liefhebt, waarom beliandelt gij mij dan zdo? Gij weet zeer goed, dat* ik u met op deze wijze kan liefhebben, en at beschermt gij mij tegen Domitianus, dip u Siechts tot zijn werktuig maakt, wat zoudt gij hebben aan een vrouw, wier hart elders I. Tusschen 25 en 27 Maart: van de be- reden wapens: a. de onderofficieren dec miLitielicbting 1911 en b. de korporaals en manschappen der militielichting 1912. II. Tusschen 8 en 13 April; de korpo raals en manschappen van de militielichting 1915, die omstreeks 15 December 1914 bij de infanterie werden ingelijfd; hieronder begrepen zij, die nader werden bestemd voor de compagnie administratietroepen dan wel voor Hospitaalsoldaat, ziekendra- ger of wielrijder. III. Op 1 Juni: de korporaals eg maix- schappen der militielichting 1915, die om streeks 26 januari 1915 bij dp pontonniers werden ingelijfd, alsfflede de manschappen van de Iichting 1913 der cavalerie, die in Maart 1913 werden ingelijfd, bestemd voor, paardenoppasser of paardenverzorger. Het vertrek van het onder I en II genoem- de personeel, voor zoover het per spoor met verlof gaat, moet gelijkelijk over de dagen van het aangegeven tijdvak verdeeld wor den. Zeevlsch. Het bureau voor mededeelingen inzake de voedselvoorziening meldt: Aangezien er nog steeds geen uitzicht be- staat, dat de stoomvisschersvloot binnen korten tijd de visscherij kan hervatten, mogen over de maand Maart nog geen aan- voeren van zeevisch worden verwacht, die voldoende zullen zijn om aan de binnen- landsche vraag geheel te kunnen voldoen. Tengevolge edhter van betrekkelijk groote deelneming aan de treilvisscherlj door de zeiltreiLers en de bijzonder ruime vangsten, welke door dez*»schepen worden gemaak4, zal op aanrnerkelijk ruimer scnaal dan te voren zeevisch beschikbaar kunrrbn worden gesteld, en wel voornamelijk kleirce chelvisch, wijting en gul. Bij geschikt weer voor de uitoefening van de kustvisscherij- is een betrekkelijk groote aanvoer van schol te verwachten. De Zuiderzeevisscherij zal over de maand Maart verinoedelijk npg spiering opleveiln, terwijl de kans bestaat, dat de vangst van haring.van dien aar'd-\vordt, dat in den loop der maand begonnen kan worden met de beschikbaarstelling van Zuiderzeeharing (bakbokking). De distributie van Noordzeeharing kan wegens gebrek aan voorraad als afgeloopers worden beschouwd. Trekhonden. Het Comite in zake het trekhondenvraag- stuk heeft tot den Minister van Binnenland- sdhe Zaken een nader adres gericht in zake de verlenging van den termijn, binnen weL- ken het geoorloofd is trekhonden van min der dan 60 c.M. vschouderhoogte voor de kar gespannen te gebruiken. In dit adres wordt de aandacht gevestigd op de oplossing van dit vraagstuk door in deze tijden, nu kleine trekhonden door de ordervoeding niet meer de van hen gevor- derde diensten kunnen verrichten, werkloo- zen als trekkracht te gebruiken. De nieuwe brandstoffenregeling. Het Bureau voor Medtdeelingen inzake de voedselvoorzisning meldt De Rijkskolendistributie heeft voor het tijdvak van 1 April 1918 tot 1 April 1919 de distributie en rantsoeneeririgregeling vastgesteld. In het algemeen is daarbij hetzelfde systeem gevolgd als in de voor- afgaaude periode, zoodat wg duidelijkheids- halve zullen voistaan met een overzicht der aangebrachte wijzigingen. la de eerste plaats dient er dan ©p ge- wesen te worden, dat de regaling nu een geheel jaar betrefthet vorig jaar liep zg slechts van November tot April. In ver band daarmede zijn ook d# rantsoenen eenigsrmate verhoogd, zoodat nu, wat groep is? Ik mag ook nimmer met u irouwen, em dezelfde reden, waarom ik niet de vrouw van Marcus mag worden: omdat mijn ge- loof en het uwe niet mogen samengaan. Zoudt gij uw vroegere speelmakker tot ecu lage siavin willen,maken, Caleb? Och, laat mij toch in vrede gaan. Naar het schip „Luna", zeide Caleb wrevelig. Ja, antwoordde zij, ten einde raad. Met bet schip „Luna", het lot tegemoet, dat de hemel mij zal toewijzen; ik zal tenminsl* vrede en vrjjheid hebben. Terwille van uw ziiel, Ci aleb, laat mij gaan. Jaren geleden heb gij gezworen, dat gij u niet tegen mijn wil zoudt dwingen. Wilt gij vandaag dien eed hj-eken? Ik heb ook gezworen, Mirjam, dat het slecht afloopen zou met elken man, die zicli Uisschen u en mij zou plaalsen. En zou ik heden dien eed breken? Word vrijwillig de mijne, en Marcus is gered. Weigert gij\ dan kost het hern het^ leven. ivies nu tus schen mij en ^het leven vah uw minnaar. (Wordt vervolgcL) ■m

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1918 | | pagina 1