De Ooriog.
T#rW tuzsnsclis Coumt
MISJAM.
LaRdhouwbericfstsn.
BlflffENILAflD.
Zatepdag 19 Jan. 1118. Ho. 6636.
T"WJETHTDIED BIjMJO.
FEPILLETON,
flfgewezeri.
De Minister ken met irteaan up het denk-
beeld, door verscheidene leden bepleit, om,
in afwachting van de voorziening, welke
uit het .nieuwe artikel 192 der Grondwet
zal voortvloeien, reeds aanstonds de wed-
den voor de bijzondere onderwijzers ten
laste van het Rljtc te vestigen tot het bedrag,
dat de openbare onderwijzers in dezelfde
gemeente genieten.
Een nieuwe nood.
Er dreigt hier te lande, too de N. R. Crt.
wel ingelicht is, by alle gebrek dat er
reeds is, nog een nood te ontstaan ran heel
bytonderen aard, eeffv,zandnood. D. w. z.
een gebrek aan dat sodrt zand, dat geschikt
is om met cement verwerkt te worden. Men
weet, dat daartoe gewoon dainzand niet
dienen kan, doch, dat dit specials fijne
zand moet worden opgebaggerd uit onze
groote rineren. Nn schynt zich de moei-
lykheid voor te doen, dat de bagger-firma
welke verre de voornaamste producente is
van dat zand, in nauwe relatie staat tot
een Duitsehe firms met het gevolg dat
aanmerkelyke hoereelheden van het mate-
riaal van ons land uit naar Belgie worden
geleverd, terwgl degenen, die hier te lande
zand moeten verwerkeD, daarorer of in het
geheel niet kuanen beschikken, of zich dat
in beperkte hoeveelheden slechts kunnen
verechaffen tegen zeer hooge prijzen.
Het blad vraagt een uitvoerverbod.
De stremming in den aanvoer van benzine.
Op desbetreffende scbriftelgke vragea van
het Kamerlid IJzermaD heeft de Minister
ran Landbouw het volgende geantwoord
De stremming in den aanvoer van ben
zine hier te lande is toe te tchgven aan
a. de weigering van de daarvoor in aan-
merking komende landen, met name Ame-
rika, om benzine van die landen naar Ne-
deriand te doen uitvoeren
b. scheepvaartmoeilijkheden, welke sedert
eenige maanden den Nodwrlandschen impor-
teurs in den weg worden jelegd, en waar-
door ook aanvoer uit Ned.-lndie tat heden
niet mogelgk was.
Gegronde toezeggingen omtrent de her-
vatting van den aanvoer kuaaen niet worden
gegeven.
Fogiagen voor aanvoer uit Oostenrjjk of
Roemenie hebben voorshands geda resul-
taat opgeleverd. Ook is, evenzesr vruchte-
looa, getracht benzol uit Duitschlaad te
verkrggen.
Geen pogingen, om aanvoeren te verkrij-
gen, zijn onbeproefd gebleven, en ook in
de toekomst zal het mogelgke gedaan wor
den om den aanvoer van benzine te bevor-
deren.
Onder leiding van het Yerbond van Ne-
derlandsche Fabrikanten-vereenigingea zal
te 'BGravenhage eea geeembineerde vergade-
ring worden gehouden van de besturen van
vereenigingen, belang kebbende by den
aanvoer van benzol en benzine, waaronder
de Koninklyke Nederlandsche Automobiel-
club, de Ned. Bond van Automobielver-
huurders, de Ned. Cbaffeurs-vereeniging,
zulks tea eicde door samenwerking te
komen tot een oplossiag in zake de vor-
ming van een consortium voor den aaavoer
van benzine en (of) benzol ait Duitschland,
tegen compensatie-transactias en beschik-
baaratelling van benzine veor het vervoer
van reparatieautomobielen.
Koffte.
Yan de koffte, aangevoerd door het
itoomscbip //Orien", zyn, dank zg de be-
moeiingen van de N. 0. T., 9250 balen
vrij gegeven.
TER NEUZEN, 18 Januarl 1918.
Besmettelijke ziekten.
Van 9 15 Jan. zgn de navolgende ba-
smettelyke ziekten in Zeeland ter kennis van
den Centralen Gezondheidsraad gekomen.
Roodronk: 4 gevallen te Coignsplaat
en Middelburg, 2 te Kortgene, 1 te Seroos-
kerke (W.) en 5 te Vliisingen.
Dipbteritis1 geval te #oes, Schoon-
dyke, Wemeldinge en lereeke, 5 te Groede.
Verkiezingskwesfle.
Bg Koninklgk besluit, madegedeeld in de
openbare vergadering van den Raad van
State, afdeeling voor de geschillen van
bestuur, is met vernietiging van een
besluit van Gedep. Staten van Zeeland,
gehandhaafd bet besluit van den Raad der
gemeente Schoondyke tot toelating als leden
van dien Raad van J. d'Hont, J. M. Risseeuw
en 1. Veem. De burgemeester had ter zijde
gelegd een candidaatsopgave iDgediend door
iemand, die haar niet had onderteekend.
In verband hiermede waren de overige can-
didaten, tot een aautal gelijk aan dat der
te vervullen plaatsen, gekozen verklaard.
Gedep. Staten hadden geoordeeld, dat de
burgemeester niet bevoegd was de bedoelde
candidaatsopgave ter zijde te leggen. Intus-
ecben heeft de Kroon uitgemaakt, dat terecht
door den burgemeester de genoemde per-
sonen zgn benoemd verklaard en de gemeen-
teraad tereebt hen heeft toegelaten.
BOSCHKAPELLE.
Onze onderlinge varkensverzekering had
in 1916 o.a. verzekerd 30 varkens voor
den tijd van 6 maanden in 1917 slechts
14, wat natuurlijk is toe te schrijven aan
schaarschte en duurte van bet voeder.
Een onzer ingezetenen vond des
morgens een uil voor de deur zitten het
dier, dat zeer verkletmd scheen, liet zich
zonder moeite grijpen en by de kachel
zetten dit hielp eebter niet meer, want
een paar uur later was de vogel dood.
-Tegenwoordig, nu het met de koude
zoo goed te pas komt, weet men ons bg
de brandstofdistributie goed te wonen
deze week ontving ieder huisgezin 200
K.G., en de vorige wfeek 80 K.G.
Daarbg vnlt niet te klagen over de
kwaliteit.
HENGSTDIJK.
Op 1 Februari a.s. zal het 40 jaar ge-
leden zgn, dat de heer A. de Voider in
fanctie trad als boofd der school in deze
gemeente.
Naar men verneemt ligt het in de be-
doeling der regeering om dit jaar aan de
kleistreken geen ehilisalpeter of zwavelzure
ammoniak te distribueeren, maar den voor-
raad dier meststoffen geheel te bestemmen
voor de zandstreken.
Door het hoofdbestnur van den R. K.
Boerenbond Z. VI. O. D. is te dier zake
een request gezonden aan den Minister van
Landbouw, waarin wordt betoogd, dat bet
voor de volksvoeding ten zeerste noodig is,
dat de kleistreken zooveel mogelgk boveti-
bedoelde stikstofmest ontvangen.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
In Duitschland duurt de crisis voort
schrijft het Hbl.
De crisis, die nog wat is verscherpt door
de verklaringen van g'eneraal Hofmann
over de bezette gebieden in Rusland,
heerscht niet alleen tusschen de diplomaten
en milftairen, maar voornameiijk tusschen
de Pangermanen en de vredesvrienden.
,,Wat is dat voor een toestand?" vraagt
de ,Vorwarts". „Achter gesloten deuren
wordt, na drie-en-een-half oodogsjaar over
vrede gesproken en wij weten nog niet naar
het schijnt, wat wij willem. Maar het vol'k
staat buiten en felt, aan de knoopen van de
jas af, of „veroveri,ngslust ons drijft" of
niet?"
En dat gebeurt, nadat de Keizer in
Augustus 1914 reeds plechtig heeft verklaard
„Ons drijft geen veroverin^szucht!"
De Alduitschers zien nu plotseling in, dat
er in Polen een groot gebied, met een paar
millioen inwoners en mooie kolenmijnen
zonder welke de groote industrie niet leven
kan! moet worden gearinexeerd. En door
dien eisch hebben zij het Duitsehe Rijks-
schip, midden in den stroom der onderhan-
delingen over den vrede, op lichtzinnige
wijze aan't wankelen gebracht en daardoor
DE BESCHIETING VAN YARMOUTH.
Maandagavond, om 11 uur, is Yarmouth
van uit zee beschoten. De meeste inwoners
lagen reeds te bed, toen de geheele streek
werd verlicht door een reusachtigen vuur-
bol, die van eenigen afstand in zee uit in
het Noord-Oostelijk deel der stad uiteen
barstte. De granaten volgden elkaar snel
op en vielen overvloedig in alle deelen der
stad neer. Aanvankelijk kwamen zij van
het punt, waar de vuurbol was gebarsten,
doch later kwamen zij van het Oosten en
ten, slotte van het Zuid-Oosten, hetgeen er
op wees, dat het aanvalsschip in Zuidelijke
richtiug, evenwijdig met de kust, op~
stoomde.
Het wordt niet officieel gemeld of de gra
naten van een duikboot, van een lichten
kruiser of van een torpedojager afkomstig
zijn. Er werd munitie van zwaar kaliber
gebruikt en, indien de aanvaller een duik-
Verhoogltig van onderwljzerswedden.
Aan de memorie van antwoord betreffen-
de het wetsontwerp tot verhooging van on-
derwijzerswedden, is het vlogende ontleend:
Vele leden keurden de houding af, door
de Regeering aangenomen tegenover het
voorstel van de heeren Marchant c.s., tot
verbetering van de salarissen der onder
wijzers, en achtten haar in strijd met goede
constitutioneele beginselen. De Minister
moet dit laatste betwisten. Het is geenszins
een goed constitutioneel beginsel, dat steeds
bij ernstig meeningsverschil tusschen Re
geering en Volksvertegenwoordiging, de op-
lossing moet worden gevonden door Kamer
ontbinding of beschikbaarstelling van de
portefeuille.
De Regeering heeft gemeend dat de sa-
larisverhooging niet buiten verband mocht
worden beschouwd met salarisregeling van
andere diensttakken. Bij den meer en meer
zorgvollen toestand van onze geldmiddelen,
klemt de eisch hoe langer hoe meer, dat
het geheel der uitgaven, waarmee ons bud
get blijvend zou worden bezwaard, behoor-
de te worden overzien, en de middelen tot
dekking behoorden te worden aangewend.
Intusschen hebben de Staten-Generaal
't initiatief-voorstel aangenomen, en daar-
mee de'meening uitgesproken, dat voor de
salarisverhoaging der onderwijzers een al-
gemeene regeling van salarissen of trakte-
menten niet mocht worden afgewacht. De
Regeering heeft met dat feit rekening ge
houden. Zij was van oordeel, dat zij na dit
votum niet' halsstarrig mocht vasthouden
aan hetgeen zij de meest gezonde finan-
cieele politiek achtte. Te.minder, omdat in
den laatsten tijd de mfddelen eenlgermate
ruimer zijn toegevloeid. Er is dus voor de
Kamer geenerlei reden om te klagen over
de weinig tegemoetkomende houding der
Regeering. Eer het tegendeel.
Maar een onafwijsbare eisch van de Re
geering bleef, dat alleen daar waar de be-
hoette zieh het dringendst doet gevoeien,
door den Staat hulp wordt verleend, en dat
de uit te geven gelden uitsiuitend tot ver
betering strekken van de geldelijke positie
van den onderwijzer. Aan geen van beide
eischen voldeed het initiatief-voorstel
Het Regeeringsvoorstel bereikt het doel,
dat de onderwijzers inderdaad ontvangen
wat hun wordt toegedacht, en bovendien
wordt aan de het slechtst gesalarieerden een
bijslag verzekerd, welke voor de overgroote
meerderheid het dubbeie bedraagt van het
geen de Staten-Generaal bun hadden toe
gedacht. Dat desondanks de kosten
waarvan ongeveer 6 ton aan de openbare
onderwijzers ten goede zal komen
slechts op de helft zijn te stellen van die,
uit het initiatief-voorstel voortvloeiende, is
een voordeel, weiks beteekenis vooral bij
den tegenwoordigen stand van's Lands fi-
nancien geenszins is te onderschatten.
De Minister kan er niet toe medewerken
het aanvangssalaris verder te verhoogen
dan het wetsontwerp beoogt. Voor pasbe-
ginnende onderwijzers schijnt een minimum,
dat ongeveer overeenkomt met hetgeen el
ders aanvankelijk in Staatsdienst wordt ge-
noten, niet ongepast.
Daarentegen gevoelt de Minister veel
voor het standpunt van de leden, die een
andere regeling bepleiten ten behoeve van
de oudere onderwijzers, op wie in den regel
de zorg van een gezin rust. Daarom wordt
het voorstel aldus gewijzigd dat het thans,
zooveel doenlijk, aansluit bij de cijfers voor
de laatste categories van onderwijzers,
door de Bevredigingscommissie voorge-
steld. Hiermee zal, naar ruime raming, een
bedrag van ruim anderhalf millioen gemoeid
zijn, zoodat de kosten van het wetsontwerp
thans op ruim 3 millioen zijn te stellen.
Met dit cijfer, dat vrijwel overeenkomt
met de kosten, welke aanvaarding van het
initiatief-voorstel zou hebben meegebracht,
is echter de uiterste grens bereikt. Pogin
gen om daarboven te gaan, z.ouden reeds
met het oog op den toestand van 's Rijks
schatkist, door den Minister moeten worden
DOOR
H. RIDER HAGGARD.
*4)
„G;a uit den weg", fluisterde zij tegen
Marcus.
Toen lichtte zij den grendel van de lui-
ken, en duwde ze langzaam open., Nu was
zij slechts door de zijden gordijnen vaji de
buiteniucht gescheiden. Heel zacht bracht
zij die met de handen van elkaar, zoodat
haar gelaat eenige oogenblikken te zien
Icwam. Zij legde den vinger op de lippen,
ging lachteruit, en de gordijnen schoven
weer dicht.
„In orde," zeide zij, ,,zij weet het."
„Laat zi,j mij ook zien," smeekte Mai'cus.
„Neen, zij lean niet meer verdrageri. Zie
maar, zij bezwijmt."
Vol bitterheid staarden zij naar Mirjam,
die op het punt scheen van'te vallen. Nu
gaf een vrouw haar een beker wijm, dien zij
leegdronk, wat haar weer tot zichzelf deed
komen.
„Ontboud het gezicht v,an deze vrouw",
fluisterde Marcus. „Ik zal haar een beloo-
ning gevem"
„Dat is niet noodig", antwoordde Ne-
hushta, „zij vraagt geen belooning".
„Dat is vreemd bij een Romeinsche",
meende hij bitter.
„Zij is meer dan een Romeinsche, zij is
een christin. Ik zag, hoe zij met den beker
het teeken des kruises maakte."
De wagens kraakten; de opzichters
echreeuwden; de stoet zette zijn weg voort.
Achter hel gordijn keken Marcus en Nc-
hushta Mirjam na, zoo ver zij haar konden
*km. Om het overige garen zjj niet meer.
Zelfs de Cesars in al hun pracht komdeni
hun aandacht niet boeien.
Marcus riep zijn hofmeester Stephanus.
„Gij moet te weten komen, waar en wan-
neer de gevangene, het Meisje met de
PaarLen genaamd, zal verkocht worden. En
kom dadelijk terug als gij het weet. Zeg
tegen niemand iets, en laat niemand ver-
moeden, waarvoor gij komt, of wat gij
zoekt. Uw leven hangt er van1 af. Ga".
De zon was aan bet dalen en haar schui-
ne stralcn klcurden de m anneren tempels
en de zuilen a r het Forum bloedrood. Het
plein was b.,, .a ledig, want het volk was
naar liuis getrokken om den nacht met feest-
vieren door te brerjgen. Bij een der publieke
slavcnmarktcn echter was een rond blok
marmer, met een tonw afgesloten, gejalaatst
voor een klein gebouw waar de slavem ver-
toefden tot het oogenblik van den verkoop.
Daar was een aantal menschen vergaderd,
bieders en nieuwsgierigem.
Anderen waren in bet huis daarachter, en
bekeken de waar, eer zij onder den hamer
kwam, Nu vertoonde zich een oude, armoe-
dig gekleed vrouw, tot aan de opgen geslui-
erd en met een zware mand op den rug. aan
de deur,
„Wat wilt gij hier?" vroeg de portier.
„De slavinnen bekijken'^ antwoordde zij
in het Grieksch.
„Loop heen", zeide hij ruw, „gij koopt
immers toch nigt."
Misschien wel, als de waar er naar is,
hernam zij, hem een goudstuk ini de hand
stoppend.
„G*a binnen, oudje, ga binnen".
In een oogwemk was de deur achter haar
gesloten, en Nehushta stond tusschen de (sla
vinnen.
Het was hier reeds zoo donker, dat er
fakkels brumidon ten gerieve van d« bezoe-
kers. Bij dien gloed zag Nelmslita de onge-
lukkige gevangenen er waren er maar
vijflien zittend op marmeren banken,
terwijl slavinnen van de eene, naar de an
dere gingen om hun handen, voeten en ge
laat met rozenwater te wasschen, hun haar
te borstelen en te kappenj, en hen te reini-
gen van het stof van den ojptocht, zoodat
zij er beter zouden uitzien bij den verkooji.
Er waren ook een groot aantal kijkers, die
tusschen de meisjes door liepen, ieders voor-
deelen bespraken er deze en gene verzocli-
iten, eens op te staan, om hun arrnen of en-
kels beter te laten zien. Toen Nehushta bin-
nenkwam was een dikke man met veltige,
krullende hiaren, die eruit zag als een Oos-
terling, bezig, een donkere, mooie jodin over
te lialen, hem haar voet te laten zien. Zij
deed alsor zij liem niet verstond, en bleef
zwijgend en afgetrokken zitten, totdat hij
eindelijk bukte, en haar kleed oj)tilde. Om
middellijk gaf het meisje hem zulk een
stomp in het gelaat, dat hij onder hel ge-
lach der toescliouwers aehterover op den
grond rolde. Met een behloed hoofd stond
liij weer op.
Mooi zoo, beste ineid, heel goed, mom-
pelde hij woedend. „Eer wij twaalf uren
verder zijn, zult gij hiervoor boeien."
Doch liet meisje zal opnieuw onbewege-
lijlt, lalsof zij niets van zijn woorden ver
stond.
De meeste kijkers zag men echter bij Mir
jam, die alleen op een stoel zat, nipt ge-
vouwen handen; en gebogen hoofd. Beurte-
lings liet de opzicliter de matinen een voor
ein naderen, om haar te bekijken, doch
Nehushta merkte op, dat niemand haar
mocht aanraken. Zij stond aan het eind
van de rij en gaf ooren en oogen den kost.
Zoo vernam zij belangrijke bijzonderheden.
Een lange man, gekleed als een Egyptisch
koiopman, boog zich over Mirjam heen.
de niogelijkheid van eeri mislukking der be-
sprekingen op bedenkeliikc wijze nader
dobn komen.
Dezelfde Alduitschers, die niets liever
widen dan een afzonderlijken vrede met
Rusland - om dan met alle kracht in het
Westen te kunnen optreden doen thans
al hun best om de onderhandelingen met
Rusland te doen mislukken. Uit verove-
ringslust!
Zij hebben dientengevolge de onderhan
delingen te Brest tiiterst rnoeilijk gemaakt.
Maar hoe moet men dan de opvatting der
regeering noemen? In de Rijksdagvergade-
ring van 29 November zeide graaf Hertling:
„Wij wenschen niets anders dan cle
vroegere goede betrekkingen, vooral op
economisch gebied, te herstellen. Wat den
vroeger onder den scepter van den Tsaar
staande landen Polen, Littauen en Koer-
land betreft wij erkennen het recht dezer
volken, om zelf hun lot te bepalen. Wij
verwachten, dat zij zich zelf de staats-
vormen zuilen geven, die met hunne betrek-
king en de richting hunner ontwikkeling in
verband staan".
En nauwelijks in Brest-Litowsk aange-
komen, wordt op grond van instructies, die
naar luid der thans afgelegde verklaringen,
sedert niet gewijzigd zijn, niet veel minder
dan de anexatie der bedoelde gebieden ge-
eischt, onder voorwendsel, dat zij zich
reeds over hun eigen toekomst hebben uit
gesproken
De Vorwarts zegt, dat nog de gelegen-
heid bestaat, om <?e verschillen met Rus
land weg te nemen. De Rijkskanselier kan,
als hij wil, met een beroep op de Rijksdag-
resolutie, en gesteund door de meerderheid
van den Rijksdag, een eerlijken democrati-
schen vrede tot stand brengen; maar dan
moet hij een vasten wil hebben en zich in
zijn vredeswerk niet laten storen door de
Pangermarflsten, die slechts van annexee-
ren widen hooren.
Nu kan het nog. Met de voortgaande
vredesbesprekingen stijgen in Rhsland de
verwachtingen op een vrede. Maar niet bij
alien. De arbeiders en soldaten wenschen
een einde aan den strijd te zien; maar de
burgeriijke kringen zijn ontzaggelijk verbit-
terd tegen de Bolsjewiki en hun vredes-
actie. Zij ondervinden het als een schande,
dat Rusland zijn bondgenooten in den steek
laat. Zij zien in, dat hetgeen thans gebeurt,
voor Rusland gelijk staat met de vernieti
ging van zijn positie als groote mogendheid,
van imperiaiistische droomen, en dat de
geallieerden later Rusland het „verraad"
duur zuilen laten betaien.
Maar ook in andere kringen heerscht een
gedrukte stemming. Binnen enkele dagen,
zegt de Daily News, komt de Constituante
bijeen, en het is waarschijnlijk, dat er een
krachtige meerderheid zal zijn tegen de
Bolsjewiki. Zij zal trachten de Bolsjewiki
te vervangen door het een of andere zwak-
kere bewind, dat moet pogen door druk op
de geallieerden, den aigemeenen vrede tot
stand te brengen.
Doch zulk een regeering zou voor Duitsch
land een minder gevaarlijken tegenstander
zijn, meent de Daily News, dan Trotzky.
Deze heeft alleen meer open verdeeldheid
in Duitsehe kringen doen ontstaan, dan
eenig ander diplomaat in den geheelen oov-
log. Maar de geallieerden hebben hem in
den steek gelaten, en daardoor verkeert hij
in het nadeel, dat hij het pleit alleen moet
uitvechten, zoodat hij aan den rand van een
afzonderlijken vrede is gekomen, dien de
Duitsehe socialisten vreezen en de Duitsehe
annexionisten wenschen. Hij heeft ge-
toond, wat hij zou kunnen bereiken, wan-
neer hij behoorlijk was ondersteund, door
een gezamenlijke actie.
Thans loopt men de kans, dat de Consti
tuante dezen man tot heengaan noodzaakt.
De Belgssche benianning van de „Haelen"
krijgsgevangen verklaard.
Het Reliefschip ,,Haelen" is voor eenigen
tijd naar Duitschland opgebracht en de Ne
derlandsche bemanning losgelaten. De Bel-
gische bemanning daarentegen is, voigens
de' „Tel." in een Duitsch krijgsgevangen-
kamp opgesloten.
Waarom de ,,Haelen" opgebracht werd,
is nog niet opgeklaard; doch waar de Ne
derlandsche bemanning vTijgelaten werd,
had dit ook met de 'Belgische moeten ge-
beuren, want deze voeren niet als Belgen,
maar als neutralen in een liefdeswerk, dat
boven den oorlog staat, teekent het ge
noemde blad bij het bericht aan.
„Stilte!" zeide de opzichter. „Mij is be-
volen te zorgen dat niemand spraekt met de
slavin, het Meisje met de Paarlen genaamd.
Doorloopen, mijnheer, d,oorloopen!"
De man hief het hoofd op, en zelfs bij
die slechte verlichting herkende Nehushta
hem. Ten overvloede zag zij, dat aan den
wijsvinger van zijn rechtertuuid de top ont-
brak.
Caleb, dacht zij, Caleb, aan den dood
ontsnapt en nu te Rome! Dan heeft Domi-
tianus nqg een medemininaar.
Zij vroeg aan den portier, hoe die man
beetle.
„Het is een koopman uit Alexandrie; hij
heet Demetriu-s," zeide hij.
Nehushta keerde terug naar haar plaats.
Voor haar voerden twee mannen, agenten,
die voor hun rijke clienteni slaven en andere
dingen moesten koopen, een gesprek.
„Het was beter als zij een verkooping van
honden luelden," meende de eeo, „na zons-
ondergang, nu iedereeu doodop is, dan van
een van de mooiste vr-ouwen, die ooit op liet
blok stond."
Och, kom was hel antwoord, de ge
heele verkoop is maar voor de leus. Domi-
tianus is ongeduldig, en daarom moet lieden-
avond de verkooping gehouden worden.
„Is hij van plan, haar te koopen?"
„Naluurlijk. Ik heb gehoord dat zijn
zaakwaarnemer, Saturius, bevel heeft, des-
noods tot duizend sestertien te gaan."
Hij wees op een bedaarden man, die een
gewaad van rijke, donkere stof droeg, en
in een lioek naar de menschen stond te
kijken.
„Duizend sestertien! Voor eeni slavin!
Groote goden! duizend sestertien!"
„De halsketting liehoort bij haar, die is
nog al wat waard, en dan zijn er -nog bezit-
tingen in Tyrus."
„Dat is zoo goed als in de maan!" zGde
boot is geweest, moet het een nieuw type
van U-boot zijn, met afmetingen van een
kruiser.
De yerliezen zijn voigens het bericht
uit Engeland verrassend gering en de
schade aan eigendommen is niet ernstig, al-
hoewel de neergekomen granaten over't al-
gerneen de stad aan de landzijde hebben
getroffen. De drie gedoode personen lagen
alien te bed; twee in een huis, de derde in
een ander. Het weer was fraai en de zee
kalm. De inwoners der stad bleven gedu-
rende den geheelen nacht volmaakt rustig.
Verscheiden gingen niet meer naar bed,
doch brachten den tijd tot het aanbreken
van den dag, met het zoeken naar granaat-
scherven door.
HET CONFLICT TUSSCHEN ROEMENIE
EN DE MAXIMALISTEN.
LENIN STELT EEN ULTIMATUM.
De Russische raad van volkscommissa-
risseu heeft de Roemeensche regeering een
ultimatum gesteld, waarin de vrijlating
wordt gevraagd van de officiereu en man-
sehappen van het 194ste en 195ste regi
ment, verder bestraffmg der militaire auto-
riteiten, die arrestaties hadden uitgevoerd
en de noodige waarborgen, dat zich derge-
Igke feiten niet meer zuilen voordoen.
Het slot van het ultimatum luidt aldus
Wanneer binnen 24 nur geen antwaord
zal zgn ontvaDgen op onze eischen, dan zal
dit beschpuwd wordan als een verbreking
der betrekkingen en zuilen wy de meest
krachtige militaire maatregelen nemen.
EEN PROTEST VAN GEALLIEERDEN
EN NEUTRALEN.
De Roemeensche gezant en zgne staf
werden op den Russischen Nieuwjaarsavond
even voor acht uur door soldaten van de
roode garde onder bevel van een luitenant
op de Reemeessche legatia gearresteerd.
Zeventian vertegenwoordigers van gealli
eerden en neutralen teeksnden daartegen
protest aan.
Lenin gaf ten antwoord, dat de betrek
kingen tusschen Roemenie en het Smolny-
instituut reeds eenigen tgd zeer gespannen
waren, verbreking der betrekkingen, ja,
zelfs oorlogsverklaring waarschgniijk maak-
ten. De volkscommissarissen, verklaarde
hij, wenschten deze catastrofe tot alken
prijg te voorkomen. Hij wilde derhalve de
gebeurtenissen vooruitloopen door ggzelaars
te nemen, die verantwoordeiyk zouden zgn
voor de handhaving der goede betrekkingen
tnsschen beide landen.
Naarhet ichgnt, was de onmiddeliijke
aanleiding tot de arrestatie de omsingeling
en ontwapening van een Russisch regiment
en de gevangeaneming van een comite van
Bolsjewiki, dat verdeeldheid in het Roe
meensche leger trachtte te veroorzaken door
de verkondiging van hun internationahsme.
De Roemeensche gezant is weer in vrij-
heid gesteld.
OP LENIN GESCHOTEN.
Nadat Leuin een inspectie had gehouden
over de Roode Garde, keerde hy per auto
naar het Smolney-instituut terug. Plotse
ling werd er op hem geschoten, doch met
het resaltaat, dat een Zvitserscb socialist,
die hem vergezelde, licht gewond werd
aan de hand.
de ander. ,,Ivom, laat ons eens kijken naar
iets, dat minder hoog in prijs is.. Ik wil mijm
hoofd liefst op mijn scllouders houden, eni
zal er daarom wel op passen, om tegen
den prins op te biedem."
„Dat zal niemand doen. Ik denk dat hij
tamelijk goedkoop zijn zin zal krijgen."
Een minuut Later ■was de beurt aani
Nehushta om Mirjam te bekijken.
„Daar komt een zonderlinge koopster,"
zeide een van de opzichters.
„Beoordeel geen vrucht naar de schil,
jonge man," antwoordde Nehushta, en op
den klank van die stem hief Mirjam voor
liet eersL haar hoofd op, om liet liaastig
weer te laten zakken.
„Zij is niet kwaad," zeide Nehushta
hard op, ,,maar in mijne jeugd waren er
toch mooier vrouwen; om met mijzelf maar
te beginnem, al ben ik donker van tint."
Wie dit hoorden, en haar magere ge-
stalte zageu, gebogen onder de zware mand,
begonnen te lachen.
..Kom," ging zjj tegen de gevangene
voort, terwijl zij trachtte, haar in beweging
te brengen door met de hand te wuiven/.
„Liclit uw hoofd eens op, kindlief."
Het hielp niets, en toch bereikte Nehushta
haar doel, zonder dat iemand het bemekte.
Aan liaar vinger schitterde een ring, dien
Mirjam kende, omdat zij hem jaren la rig
zelf aan haar vinger had gedragen.
Zij scheen hem inderdaad te herkennen,
want het bloed steeg haar naar het hoohh
en over haar gelaat vloog een zenuwtrek-
king, die zelfs de neerhanigende haren niet
geheel konden verbcrgen.
Door den ring zag Mirjam, dat Marcus
leefde, en dat Nehushta door liem gezon
den was. Er was dus een eind aan de span
ning gekomen.
£Wordt mwolgd.)
ViS