De Ooriog. T#rW tuzsnsclis Coumt MISJAM. LaRdhouwbericfstsn. BlflffENILAflD. Zatepdag 19 Jan. 1118. Ho. 6636. T"WJETHTDIED BIjMJO. FEPILLETON, flfgewezeri. De Minister ken met irteaan up het denk- beeld, door verscheidene leden bepleit, om, in afwachting van de voorziening, welke uit het .nieuwe artikel 192 der Grondwet zal voortvloeien, reeds aanstonds de wed- den voor de bijzondere onderwijzers ten laste van het Rljtc te vestigen tot het bedrag, dat de openbare onderwijzers in dezelfde gemeente genieten. Een nieuwe nood. Er dreigt hier te lande, too de N. R. Crt. wel ingelicht is, by alle gebrek dat er reeds is, nog een nood te ontstaan ran heel bytonderen aard, eeffv,zandnood. D. w. z. een gebrek aan dat sodrt zand, dat geschikt is om met cement verwerkt te worden. Men weet, dat daartoe gewoon dainzand niet dienen kan, doch, dat dit specials fijne zand moet worden opgebaggerd uit onze groote rineren. Nn schynt zich de moei- lykheid voor te doen, dat de bagger-firma welke verre de voornaamste producente is van dat zand, in nauwe relatie staat tot een Duitsehe firms met het gevolg dat aanmerkelyke hoereelheden van het mate- riaal van ons land uit naar Belgie worden geleverd, terwgl degenen, die hier te lande zand moeten verwerkeD, daarorer of in het geheel niet kuanen beschikken, of zich dat in beperkte hoeveelheden slechts kunnen verechaffen tegen zeer hooge prijzen. Het blad vraagt een uitvoerverbod. De stremming in den aanvoer van benzine. Op desbetreffende scbriftelgke vragea van het Kamerlid IJzermaD heeft de Minister ran Landbouw het volgende geantwoord De stremming in den aanvoer van ben zine hier te lande is toe te tchgven aan a. de weigering van de daarvoor in aan- merking komende landen, met name Ame- rika, om benzine van die landen naar Ne- deriand te doen uitvoeren b. scheepvaartmoeilijkheden, welke sedert eenige maanden den Nodwrlandschen impor- teurs in den weg worden jelegd, en waar- door ook aanvoer uit Ned.-lndie tat heden niet mogelgk was. Gegronde toezeggingen omtrent de her- vatting van den aanvoer kuaaen niet worden gegeven. Fogiagen voor aanvoer uit Oostenrjjk of Roemenie hebben voorshands geda resul- taat opgeleverd. Ook is, evenzesr vruchte- looa, getracht benzol uit Duitschlaad te verkrggen. Geen pogingen, om aanvoeren te verkrij- gen, zijn onbeproefd gebleven, en ook in de toekomst zal het mogelgke gedaan wor den om den aanvoer van benzine te bevor- deren. Onder leiding van het Yerbond van Ne- derlandsche Fabrikanten-vereenigingea zal te 'BGravenhage eea geeembineerde vergade- ring worden gehouden van de besturen van vereenigingen, belang kebbende by den aanvoer van benzol en benzine, waaronder de Koninklyke Nederlandsche Automobiel- club, de Ned. Bond van Automobielver- huurders, de Ned. Cbaffeurs-vereeniging, zulks tea eicde door samenwerking te komen tot een oplossiag in zake de vor- ming van een consortium voor den aaavoer van benzine en (of) benzol ait Duitschland, tegen compensatie-transactias en beschik- baaratelling van benzine veor het vervoer van reparatieautomobielen. Koffte. Yan de koffte, aangevoerd door het itoomscbip //Orien", zyn, dank zg de be- moeiingen van de N. 0. T., 9250 balen vrij gegeven. TER NEUZEN, 18 Januarl 1918. Besmettelijke ziekten. Van 9 15 Jan. zgn de navolgende ba- smettelyke ziekten in Zeeland ter kennis van den Centralen Gezondheidsraad gekomen. Roodronk: 4 gevallen te Coignsplaat en Middelburg, 2 te Kortgene, 1 te Seroos- kerke (W.) en 5 te Vliisingen. Dipbteritis1 geval te #oes, Schoon- dyke, Wemeldinge en lereeke, 5 te Groede. Verkiezingskwesfle. Bg Koninklgk besluit, madegedeeld in de openbare vergadering van den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur, is met vernietiging van een besluit van Gedep. Staten van Zeeland, gehandhaafd bet besluit van den Raad der gemeente Schoondyke tot toelating als leden van dien Raad van J. d'Hont, J. M. Risseeuw en 1. Veem. De burgemeester had ter zijde gelegd een candidaatsopgave iDgediend door iemand, die haar niet had onderteekend. In verband hiermede waren de overige can- didaten, tot een aautal gelijk aan dat der te vervullen plaatsen, gekozen verklaard. Gedep. Staten hadden geoordeeld, dat de burgemeester niet bevoegd was de bedoelde candidaatsopgave ter zijde te leggen. Intus- ecben heeft de Kroon uitgemaakt, dat terecht door den burgemeester de genoemde per- sonen zgn benoemd verklaard en de gemeen- teraad tereebt hen heeft toegelaten. BOSCHKAPELLE. Onze onderlinge varkensverzekering had in 1916 o.a. verzekerd 30 varkens voor den tijd van 6 maanden in 1917 slechts 14, wat natuurlijk is toe te schrijven aan schaarschte en duurte van bet voeder. Een onzer ingezetenen vond des morgens een uil voor de deur zitten het dier, dat zeer verkletmd scheen, liet zich zonder moeite grijpen en by de kachel zetten dit hielp eebter niet meer, want een paar uur later was de vogel dood. -Tegenwoordig, nu het met de koude zoo goed te pas komt, weet men ons bg de brandstofdistributie goed te wonen deze week ontving ieder huisgezin 200 K.G., en de vorige wfeek 80 K.G. Daarbg vnlt niet te klagen over de kwaliteit. HENGSTDIJK. Op 1 Februari a.s. zal het 40 jaar ge- leden zgn, dat de heer A. de Voider in fanctie trad als boofd der school in deze gemeente. Naar men verneemt ligt het in de be- doeling der regeering om dit jaar aan de kleistreken geen ehilisalpeter of zwavelzure ammoniak te distribueeren, maar den voor- raad dier meststoffen geheel te bestemmen voor de zandstreken. Door het hoofdbestnur van den R. K. Boerenbond Z. VI. O. D. is te dier zake een request gezonden aan den Minister van Landbouw, waarin wordt betoogd, dat bet voor de volksvoeding ten zeerste noodig is, dat de kleistreken zooveel mogelgk boveti- bedoelde stikstofmest ontvangen. DE ALGEMEENE TOESTAND. In Duitschland duurt de crisis voort schrijft het Hbl. De crisis, die nog wat is verscherpt door de verklaringen van g'eneraal Hofmann over de bezette gebieden in Rusland, heerscht niet alleen tusschen de diplomaten en milftairen, maar voornameiijk tusschen de Pangermanen en de vredesvrienden. ,,Wat is dat voor een toestand?" vraagt de ,Vorwarts". „Achter gesloten deuren wordt, na drie-en-een-half oodogsjaar over vrede gesproken en wij weten nog niet naar het schijnt, wat wij willem. Maar het vol'k staat buiten en felt, aan de knoopen van de jas af, of „veroveri,ngslust ons drijft" of niet?" En dat gebeurt, nadat de Keizer in Augustus 1914 reeds plechtig heeft verklaard „Ons drijft geen veroverin^szucht!" De Alduitschers zien nu plotseling in, dat er in Polen een groot gebied, met een paar millioen inwoners en mooie kolenmijnen zonder welke de groote industrie niet leven kan! moet worden gearinexeerd. En door dien eisch hebben zij het Duitsehe Rijks- schip, midden in den stroom der onderhan- delingen over den vrede, op lichtzinnige wijze aan't wankelen gebracht en daardoor DE BESCHIETING VAN YARMOUTH. Maandagavond, om 11 uur, is Yarmouth van uit zee beschoten. De meeste inwoners lagen reeds te bed, toen de geheele streek werd verlicht door een reusachtigen vuur- bol, die van eenigen afstand in zee uit in het Noord-Oostelijk deel der stad uiteen barstte. De granaten volgden elkaar snel op en vielen overvloedig in alle deelen der stad neer. Aanvankelijk kwamen zij van het punt, waar de vuurbol was gebarsten, doch later kwamen zij van het Oosten en ten, slotte van het Zuid-Oosten, hetgeen er op wees, dat het aanvalsschip in Zuidelijke richtiug, evenwijdig met de kust, op~ stoomde. Het wordt niet officieel gemeld of de gra naten van een duikboot, van een lichten kruiser of van een torpedojager afkomstig zijn. Er werd munitie van zwaar kaliber gebruikt en, indien de aanvaller een duik- Verhoogltig van onderwljzerswedden. Aan de memorie van antwoord betreffen- de het wetsontwerp tot verhooging van on- derwijzerswedden, is het vlogende ontleend: Vele leden keurden de houding af, door de Regeering aangenomen tegenover het voorstel van de heeren Marchant c.s., tot verbetering van de salarissen der onder wijzers, en achtten haar in strijd met goede constitutioneele beginselen. De Minister moet dit laatste betwisten. Het is geenszins een goed constitutioneel beginsel, dat steeds bij ernstig meeningsverschil tusschen Re geering en Volksvertegenwoordiging, de op- lossing moet worden gevonden door Kamer ontbinding of beschikbaarstelling van de portefeuille. De Regeering heeft gemeend dat de sa- larisverhooging niet buiten verband mocht worden beschouwd met salarisregeling van andere diensttakken. Bij den meer en meer zorgvollen toestand van onze geldmiddelen, klemt de eisch hoe langer hoe meer, dat het geheel der uitgaven, waarmee ons bud get blijvend zou worden bezwaard, behoor- de te worden overzien, en de middelen tot dekking behoorden te worden aangewend. Intusschen hebben de Staten-Generaal 't initiatief-voorstel aangenomen, en daar- mee de'meening uitgesproken, dat voor de salarisverhoaging der onderwijzers een al- gemeene regeling van salarissen of trakte- menten niet mocht worden afgewacht. De Regeering heeft met dat feit rekening ge houden. Zij was van oordeel, dat zij na dit votum niet' halsstarrig mocht vasthouden aan hetgeen zij de meest gezonde finan- cieele politiek achtte. Te.minder, omdat in den laatsten tijd de mfddelen eenlgermate ruimer zijn toegevloeid. Er is dus voor de Kamer geenerlei reden om te klagen over de weinig tegemoetkomende houding der Regeering. Eer het tegendeel. Maar een onafwijsbare eisch van de Re geering bleef, dat alleen daar waar de be- hoette zieh het dringendst doet gevoeien, door den Staat hulp wordt verleend, en dat de uit te geven gelden uitsiuitend tot ver betering strekken van de geldelijke positie van den onderwijzer. Aan geen van beide eischen voldeed het initiatief-voorstel Het Regeeringsvoorstel bereikt het doel, dat de onderwijzers inderdaad ontvangen wat hun wordt toegedacht, en bovendien wordt aan de het slechtst gesalarieerden een bijslag verzekerd, welke voor de overgroote meerderheid het dubbeie bedraagt van het geen de Staten-Generaal bun hadden toe gedacht. Dat desondanks de kosten waarvan ongeveer 6 ton aan de openbare onderwijzers ten goede zal komen slechts op de helft zijn te stellen van die, uit het initiatief-voorstel voortvloeiende, is een voordeel, weiks beteekenis vooral bij den tegenwoordigen stand van's Lands fi- nancien geenszins is te onderschatten. De Minister kan er niet toe medewerken het aanvangssalaris verder te verhoogen dan het wetsontwerp beoogt. Voor pasbe- ginnende onderwijzers schijnt een minimum, dat ongeveer overeenkomt met hetgeen el ders aanvankelijk in Staatsdienst wordt ge- noten, niet ongepast. Daarentegen gevoelt de Minister veel voor het standpunt van de leden, die een andere regeling bepleiten ten behoeve van de oudere onderwijzers, op wie in den regel de zorg van een gezin rust. Daarom wordt het voorstel aldus gewijzigd dat het thans, zooveel doenlijk, aansluit bij de cijfers voor de laatste categories van onderwijzers, door de Bevredigingscommissie voorge- steld. Hiermee zal, naar ruime raming, een bedrag van ruim anderhalf millioen gemoeid zijn, zoodat de kosten van het wetsontwerp thans op ruim 3 millioen zijn te stellen. Met dit cijfer, dat vrijwel overeenkomt met de kosten, welke aanvaarding van het initiatief-voorstel zou hebben meegebracht, is echter de uiterste grens bereikt. Pogin gen om daarboven te gaan, z.ouden reeds met het oog op den toestand van 's Rijks schatkist, door den Minister moeten worden DOOR H. RIDER HAGGARD. *4) „G;a uit den weg", fluisterde zij tegen Marcus. Toen lichtte zij den grendel van de lui- ken, en duwde ze langzaam open., Nu was zij slechts door de zijden gordijnen vaji de buiteniucht gescheiden. Heel zacht bracht zij die met de handen van elkaar, zoodat haar gelaat eenige oogenblikken te zien Icwam. Zij legde den vinger op de lippen, ging lachteruit, en de gordijnen schoven weer dicht. „In orde," zeide zij, ,,zij weet het." „Laat zi,j mij ook zien," smeekte Mai'cus. „Neen, zij lean niet meer verdrageri. Zie maar, zij bezwijmt." Vol bitterheid staarden zij naar Mirjam, die op het punt scheen van'te vallen. Nu gaf een vrouw haar een beker wijm, dien zij leegdronk, wat haar weer tot zichzelf deed komen. „Ontboud het gezicht v,an deze vrouw", fluisterde Marcus. „Ik zal haar een beloo- ning gevem" „Dat is niet noodig", antwoordde Ne- hushta, „zij vraagt geen belooning". „Dat is vreemd bij een Romeinsche", meende hij bitter. „Zij is meer dan een Romeinsche, zij is een christin. Ik zag, hoe zij met den beker het teeken des kruises maakte." De wagens kraakten; de opzichters echreeuwden; de stoet zette zijn weg voort. Achter hel gordijn keken Marcus en Nc- hushta Mirjam na, zoo ver zij haar konden *km. Om het overige garen zjj niet meer. Zelfs de Cesars in al hun pracht komdeni hun aandacht niet boeien. Marcus riep zijn hofmeester Stephanus. „Gij moet te weten komen, waar en wan- neer de gevangene, het Meisje met de PaarLen genaamd, zal verkocht worden. En kom dadelijk terug als gij het weet. Zeg tegen niemand iets, en laat niemand ver- moeden, waarvoor gij komt, of wat gij zoekt. Uw leven hangt er van1 af. Ga". De zon was aan bet dalen en haar schui- ne stralcn klcurden de m anneren tempels en de zuilen a r het Forum bloedrood. Het plein was b.,, .a ledig, want het volk was naar liuis getrokken om den nacht met feest- vieren door te brerjgen. Bij een der publieke slavcnmarktcn echter was een rond blok marmer, met een tonw afgesloten, gejalaatst voor een klein gebouw waar de slavem ver- toefden tot het oogenblik van den verkoop. Daar was een aantal menschen vergaderd, bieders en nieuwsgierigem. Anderen waren in bet huis daarachter, en bekeken de waar, eer zij onder den hamer kwam, Nu vertoonde zich een oude, armoe- dig gekleed vrouw, tot aan de opgen geslui- erd en met een zware mand op den rug. aan de deur, „Wat wilt gij hier?" vroeg de portier. „De slavinnen bekijken'^ antwoordde zij in het Grieksch. „Loop heen", zeide hij ruw, „gij koopt immers toch nigt." Misschien wel, als de waar er naar is, hernam zij, hem een goudstuk ini de hand stoppend. „G*a binnen, oudje, ga binnen". In een oogwemk was de deur achter haar gesloten, en Nehushta stond tusschen de (sla vinnen. Het was hier reeds zoo donker, dat er fakkels brumidon ten gerieve van d« bezoe- kers. Bij dien gloed zag Nelmslita de onge- lukkige gevangenen er waren er maar vijflien zittend op marmeren banken, terwijl slavinnen van de eene, naar de an dere gingen om hun handen, voeten en ge laat met rozenwater te wasschen, hun haar te borstelen en te kappenj, en hen te reini- gen van het stof van den ojptocht, zoodat zij er beter zouden uitzien bij den verkooji. Er waren ook een groot aantal kijkers, die tusschen de meisjes door liepen, ieders voor- deelen bespraken er deze en gene verzocli- iten, eens op te staan, om hun arrnen of en- kels beter te laten zien. Toen Nehushta bin- nenkwam was een dikke man met veltige, krullende hiaren, die eruit zag als een Oos- terling, bezig, een donkere, mooie jodin over te lialen, hem haar voet te laten zien. Zij deed alsor zij liem niet verstond, en bleef zwijgend en afgetrokken zitten, totdat hij eindelijk bukte, en haar kleed oj)tilde. Om middellijk gaf het meisje hem zulk een stomp in het gelaat, dat hij onder hel ge- lach der toescliouwers aehterover op den grond rolde. Met een behloed hoofd stond liij weer op. Mooi zoo, beste ineid, heel goed, mom- pelde hij woedend. „Eer wij twaalf uren verder zijn, zult gij hiervoor boeien." Doch liet meisje zal opnieuw onbewege- lijlt, lalsof zij niets van zijn woorden ver stond. De meeste kijkers zag men echter bij Mir jam, die alleen op een stoel zat, nipt ge- vouwen handen; en gebogen hoofd. Beurte- lings liet de opzicliter de matinen een voor ein naderen, om haar te bekijken, doch Nehushta merkte op, dat niemand haar mocht aanraken. Zij stond aan het eind van de rij en gaf ooren en oogen den kost. Zoo vernam zij belangrijke bijzonderheden. Een lange man, gekleed als een Egyptisch koiopman, boog zich over Mirjam heen. de niogelijkheid van eeri mislukking der be- sprekingen op bedenkeliikc wijze nader dobn komen. Dezelfde Alduitschers, die niets liever widen dan een afzonderlijken vrede met Rusland - om dan met alle kracht in het Westen te kunnen optreden doen thans al hun best om de onderhandelingen met Rusland te doen mislukken. Uit verove- ringslust! Zij hebben dientengevolge de onderhan delingen te Brest tiiterst rnoeilijk gemaakt. Maar hoe moet men dan de opvatting der regeering noemen? In de Rijksdagvergade- ring van 29 November zeide graaf Hertling: „Wij wenschen niets anders dan cle vroegere goede betrekkingen, vooral op economisch gebied, te herstellen. Wat den vroeger onder den scepter van den Tsaar staande landen Polen, Littauen en Koer- land betreft wij erkennen het recht dezer volken, om zelf hun lot te bepalen. Wij verwachten, dat zij zich zelf de staats- vormen zuilen geven, die met hunne betrek- king en de richting hunner ontwikkeling in verband staan". En nauwelijks in Brest-Litowsk aange- komen, wordt op grond van instructies, die naar luid der thans afgelegde verklaringen, sedert niet gewijzigd zijn, niet veel minder dan de anexatie der bedoelde gebieden ge- eischt, onder voorwendsel, dat zij zich reeds over hun eigen toekomst hebben uit gesproken De Vorwarts zegt, dat nog de gelegen- heid bestaat, om <?e verschillen met Rus land weg te nemen. De Rijkskanselier kan, als hij wil, met een beroep op de Rijksdag- resolutie, en gesteund door de meerderheid van den Rijksdag, een eerlijken democrati- schen vrede tot stand brengen; maar dan moet hij een vasten wil hebben en zich in zijn vredeswerk niet laten storen door de Pangermarflsten, die slechts van annexee- ren widen hooren. Nu kan het nog. Met de voortgaande vredesbesprekingen stijgen in Rhsland de verwachtingen op een vrede. Maar niet bij alien. De arbeiders en soldaten wenschen een einde aan den strijd te zien; maar de burgeriijke kringen zijn ontzaggelijk verbit- terd tegen de Bolsjewiki en hun vredes- actie. Zij ondervinden het als een schande, dat Rusland zijn bondgenooten in den steek laat. Zij zien in, dat hetgeen thans gebeurt, voor Rusland gelijk staat met de vernieti ging van zijn positie als groote mogendheid, van imperiaiistische droomen, en dat de geallieerden later Rusland het „verraad" duur zuilen laten betaien. Maar ook in andere kringen heerscht een gedrukte stemming. Binnen enkele dagen, zegt de Daily News, komt de Constituante bijeen, en het is waarschijnlijk, dat er een krachtige meerderheid zal zijn tegen de Bolsjewiki. Zij zal trachten de Bolsjewiki te vervangen door het een of andere zwak- kere bewind, dat moet pogen door druk op de geallieerden, den aigemeenen vrede tot stand te brengen. Doch zulk een regeering zou voor Duitsch land een minder gevaarlijken tegenstander zijn, meent de Daily News, dan Trotzky. Deze heeft alleen meer open verdeeldheid in Duitsehe kringen doen ontstaan, dan eenig ander diplomaat in den geheelen oov- log. Maar de geallieerden hebben hem in den steek gelaten, en daardoor verkeert hij in het nadeel, dat hij het pleit alleen moet uitvechten, zoodat hij aan den rand van een afzonderlijken vrede is gekomen, dien de Duitsehe socialisten vreezen en de Duitsehe annexionisten wenschen. Hij heeft ge- toond, wat hij zou kunnen bereiken, wan- neer hij behoorlijk was ondersteund, door een gezamenlijke actie. Thans loopt men de kans, dat de Consti tuante dezen man tot heengaan noodzaakt. De Belgssche benianning van de „Haelen" krijgsgevangen verklaard. Het Reliefschip ,,Haelen" is voor eenigen tijd naar Duitschland opgebracht en de Ne derlandsche bemanning losgelaten. De Bel- gische bemanning daarentegen is, voigens de' „Tel." in een Duitsch krijgsgevangen- kamp opgesloten. Waarom de ,,Haelen" opgebracht werd, is nog niet opgeklaard; doch waar de Ne derlandsche bemanning vTijgelaten werd, had dit ook met de 'Belgische moeten ge- beuren, want deze voeren niet als Belgen, maar als neutralen in een liefdeswerk, dat boven den oorlog staat, teekent het ge noemde blad bij het bericht aan. „Stilte!" zeide de opzichter. „Mij is be- volen te zorgen dat niemand spraekt met de slavin, het Meisje met de Paarlen genaamd. Doorloopen, mijnheer, d,oorloopen!" De man hief het hoofd op, en zelfs bij die slechte verlichting herkende Nehushta hem. Ten overvloede zag zij, dat aan den wijsvinger van zijn rechtertuuid de top ont- brak. Caleb, dacht zij, Caleb, aan den dood ontsnapt en nu te Rome! Dan heeft Domi- tianus nqg een medemininaar. Zij vroeg aan den portier, hoe die man beetle. „Het is een koopman uit Alexandrie; hij heet Demetriu-s," zeide hij. Nehushta keerde terug naar haar plaats. Voor haar voerden twee mannen, agenten, die voor hun rijke clienteni slaven en andere dingen moesten koopen, een gesprek. „Het was beter als zij een verkooping van honden luelden," meende de eeo, „na zons- ondergang, nu iedereeu doodop is, dan van een van de mooiste vr-ouwen, die ooit op liet blok stond." Och, kom was hel antwoord, de ge heele verkoop is maar voor de leus. Domi- tianus is ongeduldig, en daarom moet lieden- avond de verkooping gehouden worden. „Is hij van plan, haar te koopen?" „Naluurlijk. Ik heb gehoord dat zijn zaakwaarnemer, Saturius, bevel heeft, des- noods tot duizend sestertien te gaan." Hij wees op een bedaarden man, die een gewaad van rijke, donkere stof droeg, en in een lioek naar de menschen stond te kijken. „Duizend sestertien! Voor eeni slavin! Groote goden! duizend sestertien!" „De halsketting liehoort bij haar, die is nog al wat waard, en dan zijn er -nog bezit- tingen in Tyrus." „Dat is zoo goed als in de maan!" zGde boot is geweest, moet het een nieuw type van U-boot zijn, met afmetingen van een kruiser. De yerliezen zijn voigens het bericht uit Engeland verrassend gering en de schade aan eigendommen is niet ernstig, al- hoewel de neergekomen granaten over't al- gerneen de stad aan de landzijde hebben getroffen. De drie gedoode personen lagen alien te bed; twee in een huis, de derde in een ander. Het weer was fraai en de zee kalm. De inwoners der stad bleven gedu- rende den geheelen nacht volmaakt rustig. Verscheiden gingen niet meer naar bed, doch brachten den tijd tot het aanbreken van den dag, met het zoeken naar granaat- scherven door. HET CONFLICT TUSSCHEN ROEMENIE EN DE MAXIMALISTEN. LENIN STELT EEN ULTIMATUM. De Russische raad van volkscommissa- risseu heeft de Roemeensche regeering een ultimatum gesteld, waarin de vrijlating wordt gevraagd van de officiereu en man- sehappen van het 194ste en 195ste regi ment, verder bestraffmg der militaire auto- riteiten, die arrestaties hadden uitgevoerd en de noodige waarborgen, dat zich derge- Igke feiten niet meer zuilen voordoen. Het slot van het ultimatum luidt aldus Wanneer binnen 24 nur geen antwaord zal zgn ontvaDgen op onze eischen, dan zal dit beschpuwd wordan als een verbreking der betrekkingen en zuilen wy de meest krachtige militaire maatregelen nemen. EEN PROTEST VAN GEALLIEERDEN EN NEUTRALEN. De Roemeensche gezant en zgne staf werden op den Russischen Nieuwjaarsavond even voor acht uur door soldaten van de roode garde onder bevel van een luitenant op de Reemeessche legatia gearresteerd. Zeventian vertegenwoordigers van gealli eerden en neutralen teeksnden daartegen protest aan. Lenin gaf ten antwoord, dat de betrek kingen tusschen Roemenie en het Smolny- instituut reeds eenigen tgd zeer gespannen waren, verbreking der betrekkingen, ja, zelfs oorlogsverklaring waarschgniijk maak- ten. De volkscommissarissen, verklaarde hij, wenschten deze catastrofe tot alken prijg te voorkomen. Hij wilde derhalve de gebeurtenissen vooruitloopen door ggzelaars te nemen, die verantwoordeiyk zouden zgn voor de handhaving der goede betrekkingen tnsschen beide landen. Naarhet ichgnt, was de onmiddeliijke aanleiding tot de arrestatie de omsingeling en ontwapening van een Russisch regiment en de gevangeaneming van een comite van Bolsjewiki, dat verdeeldheid in het Roe meensche leger trachtte te veroorzaken door de verkondiging van hun internationahsme. De Roemeensche gezant is weer in vrij- heid gesteld. OP LENIN GESCHOTEN. Nadat Leuin een inspectie had gehouden over de Roode Garde, keerde hy per auto naar het Smolney-instituut terug. Plotse ling werd er op hem geschoten, doch met het resaltaat, dat een Zvitserscb socialist, die hem vergezelde, licht gewond werd aan de hand. de ander. ,,Ivom, laat ons eens kijken naar iets, dat minder hoog in prijs is.. Ik wil mijm hoofd liefst op mijn scllouders houden, eni zal er daarom wel op passen, om tegen den prins op te biedem." „Dat zal niemand doen. Ik denk dat hij tamelijk goedkoop zijn zin zal krijgen." Een minuut Later ■was de beurt aani Nehushta om Mirjam te bekijken. „Daar komt een zonderlinge koopster," zeide een van de opzichters. „Beoordeel geen vrucht naar de schil, jonge man," antwoordde Nehushta, en op den klank van die stem hief Mirjam voor liet eersL haar hoofd op, om liet liaastig weer te laten zakken. „Zij is niet kwaad," zeide Nehushta hard op, ,,maar in mijne jeugd waren er toch mooier vrouwen; om met mijzelf maar te beginnem, al ben ik donker van tint." Wie dit hoorden, en haar magere ge- stalte zageu, gebogen onder de zware mand, begonnen te lachen. ..Kom," ging zjj tegen de gevangene voort, terwijl zij trachtte, haar in beweging te brengen door met de hand te wuiven/. „Liclit uw hoofd eens op, kindlief." Het hielp niets, en toch bereikte Nehushta haar doel, zonder dat iemand het bemekte. Aan liaar vinger schitterde een ring, dien Mirjam kende, omdat zij hem jaren la rig zelf aan haar vinger had gedragen. Zij scheen hem inderdaad te herkennen, want het bloed steeg haar naar het hoohh en over haar gelaat vloog een zenuwtrek- king, die zelfs de neerhanigende haren niet geheel konden verbcrgen. Door den ring zag Mirjam, dat Marcus leefde, en dat Nehushta door liem gezon den was. Er was dus een eind aan de span ning gekomen. £Wordt mwolgd.) ViS

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1918 | | pagina 5