ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6631.
Dinsdag 8 Januari 1918.
57e Jaargang*.
De Oorlog.
ABONNEMENT:
ADVERTENTIEN
Maximumprijjzen Kaas.
Telefoon 2S.
Dit Blad verschijni MaaMag', Woeasiiag- en Yrtlflagarand, nitgezoodei'd op Feestdagen, bij, de Firma P. J. YAH DE 8ANDE te Ter Neuzen.
S1NNENLAN0.
F fiUI L k a 0 I.
Per 3 maanden binnen de stad /l.Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65,
overig Buitenland 2.—.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij direct© opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den
dag
der uitgave.
f.
TER NEUZENSCHE
De Burgeme«Bter ran TER NEUZEN maakt ingevolge artikelen 2 en 8 der
Distributiewet 1916, de aavolgende maximum-kleinharjdalprijzen raor kaan bekend:
m.
Volvette JongaGouda&Edammer met Rjjksmerk 84 cent
per V, K
.G. 17 cent
per
0.1 &.G.
b.
t n n n n zonder h
82
H
II
V
17
a
n
n
tr
c.
Jonge Gonda 40 -}-
75
fl
II
ii
15
n
n
a
n
d.
n n 30 -j-
64
V
II
n
13
ii
ii
n
11
e.
u n 20 -j-
52
II
n
it
11
ii
n
n
II
Edammer 40 -j-
76
II
II
n
16
if
n
i/
H
9-
n ii 30 -{-
66
II
n
n
14
n
n
n
i/
h.
n ii -0 -f-
53
II
n
n
v 11
V
n
i/
n
i.
Nagelkaas
33
1/
n
4i
7
n
0
V
N
V
Witte kaas
33
II
n
k
F 7
n
V
ii
0
Voor groot- *n tuaschenhandelprijzen
inlicbting
ea
te
bebomen
op
feet
Leyeni-
ddelenbureau.
Ter Neuzen,
7 Januari 1918.
De Burgemeester,
J. HU1ZINGA.
©pcenien op tie verdedigtngsbclas linden.
In de memorie van antWoord nopens het
▼♦orstel tol heffing van ppcenten op de
verdedigyngsbekistinii ler besirijding van de
kosien der bescliikbaarslelling van levens
middelen, spneekt de Minister van- Finaiir
cien zijn verwondering uit over de vrij alge-
m»ene ontstemming en verbazing, welke blij-
k»ns het voorloopig verslag, zijn memorie
van' toelichting bij dat wetsontwerp heeft
gewekt. Die ontstemming en verbazing tech
■nisten haar feitelijken grondslag. In de
memorie van toelichting werden de voor-
kbellen van den Minister van Landbouw enz.
niet bestreden, niaar werd prineipieel uit-
eengezet tol welke gevaarlijke consekwem-
ties zoowel voor 's Rijks financien als voor
Nederland's volkskracht 'n levensmiddelen-
politiek zou voeren, die het ter beschikking
stellen van Itijkswege van1 levensmiddelenj
beneden den kostprijs niet zou beperkenj
tot het noodzakelijke minimmn, dat in het
b«lang der volksgezondlieid onmisbaar is,
•n lang,er zou aanhouden dan liet
tijdperk van den oorlogstoestand.
De Minister wijst er op, dat zijn beschou-
wingen allerminst tegen zijn 'ambtgenoot
van Landbouw eniz. waren gericht, die
daarmede in beginsel inslemt; zij bebelsden
een waarschuwing tegen den aandrang, wel-
ken de regeering heeft te weerstaan, om
tis levensmiddelen vers trekking in omvang en
in tijd buiten de zooeven gestelde grenzen;
uit te strekken. Tusschen zijn genneinden;
ambtgenoot en den Minister bestond alleen
▼erschil van gevoelen omtrent een tweetal
punten van uitvoering, waaromtrent zij tot
tien vergelijk kwamen.
Door een uileenzetting te geven van de
wijze, waarop levensmiddelendislributie met
een of meer welstandsgremzen naar zijn
meening in praktiik zou kunnen worden ge-
bracht, zou de Minister zich begeven op een
terrein, dial aan zijn ambtgenoot van Land
bouw enz. is toegewezen. Hij meent zich
dftarvan te moeten ontliouden.
Voor een ondervoeding, die de volks
kracht blijvend zou bedreigen, behoeft z*i.
geenernslige vrees te bestaan.
De Minister is niet van oordeel, dat voor
de bescliikbaarslelling van levensmiddelen
door het Rijk geen gelden beschikbaar be-
hooren te worden gesteld, maar wel, dat
men zich daarbij zoowel ter wille van de
jteestelijke kracht van het volk als van
H*. eSUf? w- impSB
BO©R
K. ft I it R H A C G A It
79)
,Een slavin," net Domitianus in, „heeft
Roen rechten, en kan geen eigendommen be-
znieu, docb «ie Cesar van het Oosten," ging
hij spotteud voort, „kan bepalen, dat ze-
kere landerijen en goederen met de per soon
▼an de slavin overgaani aan den hoogsten
bieder, en naar ik begrijp, Vespasianus Ce
sar, mijn vader heeft Titus Cesar, mijn
broeder, goed gevonden, dit in het onder-
havige geval te bepalen."
Ja, zeide Titus, op kalrnm toon, of-
schoon het bloed hem naar het hoofd vloog,
„dal Domitianus, heb ik goedgevondem, te
bepalen. Is mijn wil in zulk een zaak niet
voldoende?"
„Veroveraar van het Oosten," herniam
Domitianus, „vernietiger van de bergves-
hng, genaamd Jeruzalem, waarbij vergele-
ken die torens van Ilium niels waren, en
verdelger van een groot aamtal verkeerd ge-
leide dwepers, in welke zaak is uw wil niet
voldoende?. Doch schenk mij een gunst, Ce
sar. Wees zoo cdelmoedig, als gij groot
zijt," en met spot tend gebaar boog hij de
knie voor Titus.
„Welke gunst verlangt gij, breeder? Gij
weet immers, dat al bet •nijiie het uwe is,
"s lands fiuancieele toekomst lot bet strikt
noodzakelijke nioet beperken.
Hoo, naar de meening der Regeering, de
uitgaven voor de volksvoeding in de tweede
helft van bet jaar 1918 zullen moeten wor
den gedekt, zal uiterlijk in de maanden
April of Mei a.s. moeten worden overwo-
gen en daarbij kan alsdan rekening worden
geliouden met de omstandigheden, zooals zij
zich in diie maanden zullen voordoen.
Wat het voorstel zelf betreft, de Minister
schrijft: Geen enkele belasting is volmaakt
dit geldt ook voor de inkomsten- eni de-ver-
mogensbelasling en voor de op den grond-
slag daarvan opgetrokken verdedigingsbelas-
tingen.
Of over bet jaai- 19191920 andermaal
een heffing zal moeten geschieden als bier
wordt voorgesteld, zal afhangen van de om
standigheden en, van de hoogte, tot welke
de wetgever het stelsel van beschikbaarstel-
ling van levensmiddelen beneden den kos-
tenden prijs zal op voeren.
Hei voorstel-do Geer.
Het voorstel van den beer de Geer heeft
ook voor den Minister eeru aantrekkelijken
kiant. Toch zie men de groote bezwaren
daarvan niet over het hoofd. Wel niemand
zal zich er m'ede durven vleien, dat, nu
men eennxaal tot het stelsel der distribute
van verschillende voedingsmiddelen beneden
den kostendeii prijs is gekomen, de s,chat-
kist zelfs irt het gunstigste geval. nia 1 Juli
1918 uit dien hoofde niet meer zal worden
aangesproken. Men meet er mede rekenen,
dat nog gedurende enliele jaren afnieimende
maar toch nog hooge bedragen voor dat
doel uit 's Rijks schatkist zullen worden ge-
put. In dit licht bezien, zou toepassing
van het denkbeeld van den heer de Geer
tot gevolg hebben, dat de verdedigingsbe-
lastingen haar karakter van tijdelijke cri-
sisheffingen feitelijk zouden verliezen en
voor onafzienbaren tijd een plaats in ons
belastimgstelsel zouden behouden.
Misschien zal bet aldus de Minister
ials de oiorlog niet spoedig eindigt, ook
tot een verhboging der oorlogswinstbelasting
tot 50 procent moeten komen.
Vermicelli en macaroni.
In een der jongste vergaderingen der Am-
sterdamsche levensmiddelencommissie werd
besloten den burgemeester te verzoeken den
Minister van Landbouw er op te wijzen, dat
vermicelli bijna niet te krijgen is, pmdat,
als gevolg van de ptijs'regeling, de fabri-
of zijn zal," voegde hij er langzaajn bij.
„Een gunst, die gij reeds door uw wo,or-
den hebt loegestaan, Titus. Van het veto,
djat gij bezit, verlang ik alleen dit meisje.
Het meisje alleen, niet haqr bezittingen in
Tvrus. Die moogt gijzelf behouden."
Vespasianus keek op, dock Titus ant-
woordde haastig.
„Ik zeide: „al het mijne." Dit meisje be-
hoort d,aar niet toe, die woftrden zijn hier
dus niet van toepassing. Ik heb bepaald, dat
de opbrengst van den verkoop dezer gevan-
gene gelijk verdeeld zal worden tusschen
de gewpnde soldaten (en (de ,armen ,van Rome.
Zij is dus hun eigendom, niet het mijne.
Ik wil hen niet bestolen."
„Deugdzame man! Geen wonder, dat de
legioenen zooveel vaji hem houden! Hij
kan zelfs niet eem bummer terugnemen uit
een verkoop van dhizenden, zelfs niet om
zijn eenigen broeder genoegen te doen,"
zeide Domitianus bij wijze van alleenspraak.
„Als gij het meisje wilt hebben," ging
Titus voort, zonder op tie beleediging te let-
ten, „de verkoop is in het openbaar koop
haar. Dit is mijn laatste woord over deze
zaak."
Opeens werd Domitianus driflig, zijn ge-
veinsde nederigheid verdween. zijn Lange ge-
daante richlte zich op, en hij keek om zich
heen met zijn kwaadaardige oogen.
„Ik beroep mij tegen Cesar den Kleine
op Cesar den Groote, tegen den moordenaar
van een dapperen barliaarschen stam op den
veroveraar der wereld. O, Cesar, Titus ver-
klaarde, dat al bet zijne hel mijne was. Eni
kanten alle grondstoffen verwerken tot ma
caroni.
Het Volk ontving hierover nader de vol-
gende inlichtingen:
De Minister heeft 27 October maximum-
prijzen voor vermicelli en macaroni vast-
gesteld. Deze beide voedingsmiddelen wor
den in dezelfde fabrieken vervaardigd uit
door de Regeering daartoe verstrekt meel.
Het ligt voor de hand, dat de bereiding van
vermicelli, vooral van figuur-en letterver-
micelli, kostbaarder is dan die van de een-
voudige pijp-macaroni. Desniettemin wis-
ten de adviseurs van den Minister hem er-
toe te brengen, om den kleinhandelsprijs
van macaroni dubbel zoo hoog te stellen
als dien van vermicelli (75 cent per pond
tegen 75 cent per kilo) en den groothan-
delsprijs bijna dubbel zoo hoog. Daardoor
is het voor de fabrikanten veel voordeeliger
geworden om de dure macaroni te fabri-
ceeren, die nagenoeg nie#in het arbeiders-
gezin gegeten wordt, dan de normaal ge-
prijsde vermicelli.
Vervoer van hout.
De Minister van Landbouw heeft, over-
wegende, dat thans eeh grootere hoeveel-
heid aan scheepsruimte is beschikbaar ge
worden, bepaald:
I. Het vervoer van alle hout per water
is met ingang van 15 dezer toegestaan.
II. Deze beschikking geeft geen onthef-
fing van het verbod van vervoer per spoor
of tramweg. Deze verboden blijven van
toepassing met uitzondering van:
1. teen- of griendhout, ook genaamd
twijghout;
2. waarden- of rijshout, mits geen brand-
hout zijnde;
3. esschenhakhout, bestemd voor den
tuinbouw of v'oor WaittrwCrken;
4. dwarsliggers;
5. palen en ander hout bestemd voor
Rijkstelegraaf- en telefoonlijnen voor den
openbaren dienst en voor de mijnen in Lim-
burg.
DE MISLUKKING DER VREDESONDER-
HANDELiNGEN ZOO GOED
ALS. ZBKER.
Hebben zij, die op de onderhandelingen
Brest-Litowsk hoopten voor een aanstaand
herstel van den algemeenen vrede, zich laten
misleiden door een bedriegelijk fata mor
gana? Het heeft er alien scliijn van, schrijft
het Rott. N. Terwijl reeds de Duitsche en
Oostenrijksche gevoimachtigden, na in hun
hoofdplaatsen met hun regeering rugge-
spraak te hebben gehouden, weer op reis
naar Brest-Litofsk waren, kwam Vrijdag-
morgen een telegram uit Petrograd melden,
dat de Russische regeering den centralen
voorstellen zal, de onderhandelingen te
Stockholm voort te zetten.
Dit is nu wel is waar iets anders dan het
afbreken der onderhandelingen, maar toch
moet dit tenzij er alsnog een onverwacht
gunstige wending komt zoo goed als ze-
ker heschouwd worden, daar de Russische
regeering aan haar vborstel de mededee-
ling heeft toegevoegd, dat zij het voorstel
van Oostenrijk en Duitschland betreffende
de bezette gebieden verwerpt.
Dit voorstel hield in, dat de volksstem-
mingen in die gebieden zouden plaats heb
ben, terwijl zij nog door de Duitsche en
Oostenrijksche troepen waren bezet, een
mu ik hem vraag om een gevangen meisje,
weigert hij mij dit. Ik bid u, beveel, dat
hij zijn woord houdt."
Verbaasd keken de officiereu en secneta-
rissen op; jdie ktoine zaak was plotseling zeer
gewichtig geworden. Want de twist tus-
scben Titus en zijn jaloerschen broeder liad
reeds lang gesmeuld; nu sloegeui de vlam-
men uit ter wille van een cubeduidenlde
gevangene.
Het gelaat van Titus werd hard en streng
als dat van een standbeeld van den belee-
digden Jupiter.
,,Ik bid u, vader," zeide hij, beveel, dat
mijn broeder ophoudt, mij te beleedigen.
Beveel ook, dat hij niet langer mijn wil en
mijn gezag in kleinie of groote zakeb, die
mij aangaan, in twijfel trekt. Daar er op u
een beroep is jgedaan als Cesar, oordeel dan
ook als Cesar, niet alleen in deze zaak, maar
in alles, want tusschen hem en mij is veel,
dat duidelijk verklaard moet worden."
Vespasianus keek onrustig om zich heen.
Hij begreep echter, dat er geen ontkomen
aan was, omdat de aanleiding tot den twist
veel dieper lag en veel ingewikkelder was,
ien uitte toen zijn meening op zijn flinke,
eenvoudige man itr.
Zonen, zeide hij, „gij zijt slechts met
u beiden, en samerii of e6n voor een zal de
wereld uw erfdeel zijn. Het is heel ver
keerd dat gij dus in ooeenigheid leeft, want
van uw vijandschap kan uw eigen lot en dat
van vele volken afhangen. Ik sineek u, sluit
vrede. Is er niet genoeg voor beiden? En
wat deze quaeslie van het oogenblik betreft
voorstel, waarin Rusland, hoe hachelijk de
toestand daar ook zijn1 moge, niet treden
kon, omdat op die wijze de volksstemming
tot een caricatuur van het zelfbestem-
minigsrecht zou worden gemaakt.
Welke waande toch zou men moeten toe-
kennen aan den uitslag van een volksstem
ming, gehouden in landen, die onder de mi-
litaire dictatuur van den vijand staan, waar
overal de staat van beleg heerscht en waar-
van groote deelen der bevolking zijn uitge-
weken, zonder dat zij in de gelegenh'eid
zijn gesteld om terug te keeren? Wanneer
Duitschland en Oostenrijk er niet in toe-
stemmen, hun militaire bezetting uit Polen,
Lithauen, Lijfland, Koerland en Estland te
rug te nemen, daar meer normale toestan-
den te herstellen en de uitgewekenen te
doen terugkeeren, om eerst daarna met be-
vredigende waarborgen voor de vrijheid
van meeningsuiting, de volksstemming te
doen plaats hebben, zal er van verder on-
derhandelen over den vrede, te Brest-Li
tofsk of te Stockholm, wel geen sprake
kunnen zijn. En dat Duitschland en Oosten
rijk daartoe bereid zouden zijn, is niet te
verwachten. Reuter weet zelfs uit Petro
grad te berichten, dat Duitschland op het
volkomen onjuiste standpunt staat, dat Po
len enz. reeds hun wensch zouden hebben
geuit, om bij Duitschland te worden inge-
lijfd, waarom het de bezetting in deze lan
den zou moeten handhaven.
Toen Trotzky dan ook, in een vergade-
ring der centrale commissie van de Raden
van Arbeiders en Soldaten, Dinsdag te Pe
trograd in het Smolny-instituut gehouden,
het verslag besprak, dat Kamenef over de
onderhandelingen had uitgebracht, betitel-
de hij de vredesvoorstellen als een huiche-
larij van Duitschland, die nu ontmaskerd
is en verklaarde hij, dat de regeering en de
arbeiders nooit zulke voorwaarden zullen
inwilligen, als Duitschland wenscht op te
drinigen, waardoor Polen, Lithauen en de
andere landen onder slavernij gebracht zou
den worden. Wel verklaarden daarop de
vertegenwoordigers van. alle fronfen, die te-
legrafisch r\aar Petrograd ontboden waren,
dat de toestanden daar ellendig zijn en dat
de soldaten brood en laarzen vragen, maar
zij voegden er ook bij, dat het leger de Rus
sische revolutie zal verdedigen.
Na de redevoering van Trotzky en deze
verklaringen, nam de centrale commissie
een motie aan, waarin verklaard werd, dat
de weigering van Duitschlands vertegen
woordigers, om het vrije recht der voor den
oorlog overweldigde en verdrukte naties en
kolonien tot bepaling van hun eigen lot te
erkennen, inhoudt, dat de Duitsche autori-
teiten terugkeeren tot hun oude annexionis-
tische politiek.
Oostenrijk en Duitschiand weigeren, on-
middellijk waarborgen te geven voor de on-
herroepelijke verwijdering van hun troepen
uit Polen, Lithauen, Koerland, deelen van
Lijfland en Estland.
Een vrije uiting van den wil der bevol
king in deze bezette streken is onmogelijk
voor den terugkeer der bevolking.
De bewering der Duitsche gedelegeerden,
dat de wil der bevolking in deze landen
reeds tot uiting is gekomen, is ongegro^d,
omdat de bevolking in de bezette landen
haar wil niet tot uiting kan brengen, zoo-
lang de staat van beleg en de militaire
censuur niet zijn opgeheven.
„Wij verdedigen", aldus deze motie, „het
recht van Polen, Lithauen en Koerland, om
waarlijk vrij over hun lot te beschikken.
zieliier mijn oordeel: Met den geheeleni
buit van Judea is dit mooi meisje het
eigendom van Titus. Titus, die zich er op
beroemt, dat hij nooit op een besluit terug-
kionit, heeft bepaald, dat zij verkocht en
de koopprijs tusschen de gewonde soldaten
en de armen zal verdeeld worden. Daarom
mag hij haar niet meer wegschenken, zelfs
niet aan zijm broeder. Met Titus zeg ik
als gij het- meisje wilt hebben, Domitianus,
laat-haar dan door uw zaakgelastigde op de
markt koopen."
„Ja, ik zal haar koopen," snauwde
Domitianus: „maar ik zweer, dat Titus vroe-
ger of later mij er voor zal betalen. en
een lioiogeren prijs, dan hij denkt."
"Hij keerde zich om en verliet de zaal,
gevolgd door zijn secretaris en een o'fficier.
„Wat bedoelt hij daarmede?" vroeg
Vespasianus, hem angstig nakijkend.
„Hij bedoelt dat Titus zweeg. „Wel-
ixu," ging hij voort, „de tijd em mijn lot
zullen aan de wereld toomen, wat hij bedoelt.
Het zij zoo. En gij, meisje, die, zonder het
te we ten Cesar zoo duur te staan komt,
gij zijt mooier dan ik dacht, en zult de
beste plaats in den optocht hebben. Voor
u hoipp ik echter, dat er iemand zal zijn,
die op de markt hooger biedt dan Domi
tianus."
En hij wuifde met de hand, tern teeken
dat de audientie was afgeloopen.
"De dag voor "den 'Triomftocht was daar.'
Des namiddags kwamen er naaisters bij
Gallus in huis, die het kleed brachten dat
Mirjam moest dragen. Volgens belofte was
Wij zeggen tot de volkeren van Oosten
rijk, Duitschland, Bulgarije en Turkije: Her-
innert u, dat het sluiten van een onmidn
dellijken democrgtischen vrede vooral vah u
afhangt. Alle volkeren van Europa zien
naar u, uitgeput en verbloed door een oop*
log zonder weerga.
Gij zult niet gedoogen, dat de Oosten-i
rijksche en Duitsche imperialisten oorlog
voeren tegen het revolutionnaire Rusland
tot onderwerping van Polen, Lithauen, Koer
land en Armenie.
Zoo richt deze motie zich rechtstreeks tot
de volken dgr mogendheden, waarmee Rus
land thans in oorlog is. Er zal ook een po-
ging worden gedaan om een onmiddellijki
beroep te doen op de soldaten aan de vijan-
delijke fronten. Met dit doel heeft men eenl
artikel uit de Izswestia, het orgaan van
den Petersburgschen Raad van Arbeiders
en Soldaten, in het Duitsch vertaald om
het als vlugschrift onder's vijands soldaten
aan het front te verspreiden, ofschoon dit
niet gemakkelijk zal zijn en men daarvoor
wel zijn toevlucht zal moeten nemen tot
middelen, die in strijd zijn met het wapert-
stilstandsverdrag.
In dit artikel, dat getiteld is „Het masker
afgerukt" wordt verklaard, dat de aan de
Russische vredesdelegaties voorgelegde
voorwaarden aantoonen, dat „alle beloftert
van Duitschland en Oostenrijk betreffende
eeh democratischen vrede, gewetenlooze
leugens zijn."
Na een beschrijving van de verschillende
bedreigingen met de gepantserde vuist in
Lithauen door middel van onderdrukking,
terechtstellingen en uithongering, wordt hi
het artikel gezegd: „Slechts Duitsche baron-
nen en Poolsche landheeren vragen inlij-
vingT)ij Duitschland. Dat zijn de menschen,
van wie Duitschland aanneemt, dat zij voor
de geheele bevolking spreken, betreffende
het zelfbeschikkingsrecht, dat in dezen zin
niets anders beteekent dan onderdrukking
van den wil van de massa der arbeiders en
behoeftige boeren.
De Duitsche regeering wenscht de volke
ren aan de Russische westgrens van de Rus
sische revolutie te „bevrijden" om ze onder
het juk te brengen van het Duitsche kapi-
taal. Zij wil Polen een Oostenrijkschen
monarch opdwingen en van Lithauen en
Koerland Duitsche hertogdommen maken"
Het artikel eindigt aldus:
„Op zulk een basis kan de Russische re
geering nooit onderhandelingen aangaan
Het masker is gevallen en het v/oord is
thans aan u, soldaten en arbeiders va»
Duitschland.
Staat op, soldaten van Duitschland, oor
den revolutionnairen strijd tegen voonzet-
ting van den oorlog! Los geen schot meer
aan het Russische front! Weest j*een beu-
len van de Russische revolutie! Laat geen
regiment naar andere fronten vertrekken!
Als gij een algemeenen vrede wenscht,
moet gij het volk in staat stellen tot bez'm-
ning te komen".
Het eenige lichtpunt in de duisternis
weike thans weerde kort geieden nog hoop
vol iijkende vredesonderhandelingen te
Brest-Litofsk omhult is, dat men zich in
Duitschland en Oostenrijk zeif weinig inge-
nomen toont met den loop, dien de onder
handelingen bleken te nemen. De z.g. Oos-
tenrijksch-Poolsche oplossing van het
vraagstuk der nationaliteiten wordt in de
geheele Duitsche pers, zonder onderscheicf
van kleur, afgekeurd en is ook in den Oos
tenrijkschen Rijksraad op besiisten tegen-
het prachtig, van witte zijde, met zilvaren
cirkeltjes bezaaid, en de afbeelding van de
Nicanor-poort op de borst geborduurd,
doeh het whs zoo" laag uitgesneden, dat
Mirjiam zich schaamde om het aan te trek-
ken.
„Diat is niets," zeide Julia. „Dat is zo«.<
gemaakt, opdat het" volk goed de paarlen
zal kunnen zien, waarnaar gij uw naam
draagl."
Doich bij zichzelf dacht zij: ,,0! moii-
stenachtige eeuw, en monsteraelitige men
schen, die zich kunnen verlustigen in de
schande vim een arm meisje zander vrieiif-
den. De beker der ongerecliligheid van mijn
volk is vol, en zij zullen hem tot del'
bodem moeten ledigen!"
Denzelfden uamiddag kwam er een ad-
judant van den Maarschalk, om GalluK
mede te deelen, wanneer en waar hij het
aan" zijn zorg toevertrouwde meisje morgen
moest afleveren. Hij bracht een pak
mede, dat bij de opening bleek le bevatten
een prachligen gouden gordel, in den vorm
van een ketem. Het slot was een amethyst,
en daaromheen waren de woorden gegra-
veerd:
„Een (gesclienk) van Domitianus aan haar,
die morgen de zijne 'zal wezen."
Mirjam wierp het sieraad van zich, alsof
liet een slang was.
,,Ik wil het niet dragen," zeide zij. „Ik
draag het niet; vandaag belioor ik ten-
minste nog aan mijzelf."
Julia zuchtte, en Gallus vloekte bimvens-
monds. (Wordt vervolgd