ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Bak- en Braadvet en Margarine. >7e Jaargang. Dinsdag 16 October 1917. -Jo. 6596. VEEFACHTI1G. PETROLEUM. ABONNEMENT: ADVERTENTltN KOFFIE en THEE. Telefoon Bit Blad verssfetlat Maandig-s Woensfiag^ ea VrjjdapYOEd, litpzoaderfi op Feestdagsn, fey do Firma P. J. ?AM DE SAHM te Tar Ksuzen. Uitreiking Petroleumkaarten. V. De Minister yan Landbouw, Niiverheid en Handel, Verbod aflevering en ver- yoer van Kaf enz. B1NMENIAND. Nederland en de Entente. - J Per 3 maanden binnen de stad I.Franco per post voor Nederland 1.10. StJ voomitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65., overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bi] alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10o Bi] directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt ds prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van adverteulien voor 1 lllir op den dag der uitgave. Burgemeester en Wethouders Tan TER NEUZEN, zullen op Hf§a*irida^ 22 October* S9I7S des namiddags ten drie ure, ten gemeentehuize, bij insekrijving, publiek traehten te verpachten lo. een perceel HOUWLIIIlDj groot 42 aren 5 centiaren, gelegen in den Pierssenspolder,deel nitmakende van het kadastrale perceel sectie G no. 1687 en de zuidwestelijke daarlangs gele gen watergang over de voile breedte, kadastraal sectie G no. 1695groot 2 aren 67 centiaren; 2o. het Y£R?§EiSI bestemd voor algemeene begraafplaatsln den Noordpol er. Inschryvingsbiljetten voor een of meer perceelen te samen kunnen tot het uur der verpachting, worden ingeleverd ter gemeente-secretarie, alwaar inlichtingen kunnen verkregen worden, Ter Neuzen, den 15 October 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. W ABEKE, Secretaris. Uitreiking van Petroleumkaarten sait« sluitend aatt iichflooze gesiti nen, zal plaats hebben op Dinsdag 16 October U.S., in het lokaal „Bethel", 2de Yerbindingssiraat en wel voor hen, wier geslachtscaam begint met de letters A—B van 9—10 v m C-E 10-11 F—H 11-12 X—L u 2—3 n m. M—P 3-4 v Q-S 4-5 T-Z 5-6 Do aangegeven verdeeliiig zal strikt in acht worden genomen. Voor de bewoners van wijk O nuramers 1—186 en 202 221 zyn de kaarten ver- krijgbaar by den Heer J. C. Jansrn, Hoofd der School te Driewegen, Dinsdag 16 Oct van 4 —6 namiddag en voor die van Sluiskil by den Heer C. Mbulbroek, aldaar. Ter Neuzen, 15 October 1917. De Burgemeester van Ter Neuzen, J. HUIZLNGA. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend gedurende het tydvak van 15 t/m 31 October 1917 mag worden verkocht en afgeleverd op bon No. 1, 2 liters Petroleum. Ter Neuzen, 15 October 1917. De Burgemeester voornoemd, J. HU1Z1NGA. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend gedurende het tydvak van 15 t/m 31 October 1917 mag worden verkocht en afgeleverd op bon No. 1 van de thee- en koffiekaart ons thee. op bon No. 2 van de thee- en koffiekaart 2 ons koffie. Ter Neuzen, 12 October 1917. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend Gezien artikel 6 der Distributiewet 1916, beeft goedgevouden te bepalen het is verboden bak- en braadret en margarine te verwerken lo. in produeten van bakkerij of banket- bakkery. 2°. in hotels, restaurants, societeiten en daarmede gelykstaande inriehtingen bij het bereiden van spyzen. Ter Neuzen, 15 October 1917. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester van TER NEUZEN, vestigt de aandacht van belanghebbenden op de volgende be- schikking van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel van 12 October 1917, no. 22579/43 betref- fende verbod van vervoer stof, kaf enz. Artikel 1. Het is verboden stof, kaf, of uitschoonsel uitgranen, peulvruekten en handelsgewassen af te leveren, te vervoeren of te doen vervoeren. Artikel 2. Het verbod gesteld in artikel 1, geldt niet: a. voor alleveringen of vervoer op last van een Regeerings-Commissaris voor de Rijksgraan- verzameling, het Comite van Graanhandelaren te Rotterdam, de Commissie voor den Graan- handel te Amsterdam en de firma Van Stolk's Commissiehandel te Rotterdam b. Voor afleveringen of vervoer van partijen, die geadresseerd zijn aan een Regeerings-Commis saris, de Veevoederfabriek »Zuid-Holland" te Schiedam of aan de firma Van Stolk's Com missiehandel te Rotterdam. Artikel 3.. Onder granen worden in deze regeling verstaan wintertarwe, zomertarwe, spelt, winterrogge, zomer- rogge, wintergerst, zomei'gerst, haver, evene en boekweit. Onder peulvruchten worden in deze regeling verstaanveldboonen, (wier-, paarden-, duiven-, sehapen-, waalsche), alle soorten groene erwten inbcgrepen gele erwten, alle soorten grauwe erwten, alle soorten bruine, gele en witte boonen. Onder handelsgewassen worden in deze regeling verstaan kanariezaad, koolzaad, raapzaad, boterzaad, dederzaad, blauwmaanzaad, lijnzaad. Ter Neuzen, den 15 October 1917. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Bworvoer /and, griiit, mellalen enz. (O f f i c i e e 1.Het Ministerie van Bui- tenlandsche Zaken deelt het volgende mede omtrent de Nederlandsche maatregelen tot handhaving der onzijdigheid, welke aan de Britsche Regeering aaiileiding gaven de ver- zending van handelstelegrammen naar of van Nederland via de Britsche kabels. stop te zetten. De Britsche Regeering erkent niet den plicht der Nederlandsche Regeering om on der bepaalde, na te noemen voorwaarden, toe te stemmen in den doorvoer van Duilsch- iland naar Belgie door Nederland van zand, grin I, steenslag, enz., alsmede en den door voer van metal en uit Belgie naar Duitsch- land, en eischt van haar, dat zij dien door voer geheel zal verbieden. De zienswijze van de Nederlandsche Re geering is gegrond op de volgende overwe- gingen Artikel 7 van bet Landonzijdigheidsverdrag erkent voor de onzijdige landen de vrijheid om den doorvoer van of naar een oorlog- voerend land toe te laten, daar het zelfs doorvoer van krijg.sbenoodigdheden voor re- kening van een oorlogvoerend land yrijlaat, Bovendien is de Nederlandsche Regeering krachlens de Rijnvaarlalcte vtrplicht de vrije vaart op den Rijn en de waterwegen die dezen met Belgie verbinden, te eerbiedigen. Naast de hierbovengenoemde tractaalsbe- palingen staat het voorschrift van artikel 2 van bet Landonzijdiglieidsverdrag, krachtens hetv elk eene onzijdige mogendheid niet mag toelaten, dat over haar grondgebied de oor- logvoerenden doen doortrekken troepen en convooien, munitie of krijgsvoorraden. Van den aanvang van den oorlog af heeft de Regeering nauwlettend toegezien dat elk, krachtens artikel 2 ongeoorloofd vervoer werd belet. Zij heeft zich bij de beoordee- Ping der vraag, of eenig vervoer onder dat artikel viel, niet tevreden gesteld met het weren van goederen, die zij wegens bun aard niet anders dan als krijgsvoorraden kon beschouwen, maar zij heeft bovendien ten aanzien van alle goederen, waarvoor het vermoeden kon bestaan, dat zij voor oor- logsdoeleinden waren bestemd, binnen de grenzen van het mogelijke onderzocht welke de ware bestemming daarvan was. Voor wat in het bijzonder betreft den dooi-1- voer van zand, grint, steenslag enz. naar Belgie, heeft de Regeering met alle beschik- bare middelen getracht zich de zekerheid te verscbaffen, dat deze materialen niet als krijgsvoorraden voor de Duitsehe slrijd- kracliten dienen. Reeds dacLelijk toen de met bet toezicht op den doorvoer belaste over- heden er op wezen, dat de doorvoer van deze materialen een buitengewonen omvang liad verkregen, heeft zij -voor het toelaten van verderen doorvoer .als voorwaarde ge steld, idat bij iedere lading eene verklaring J der bevoegde Duitsehe overheid zou wor den gevoegd, ten bewijze dat de lading niet voor militaire doeleinden zou worden ge- brnikt. Bovendien gaf zij tot twee malen toe (nl. in Augustus 1916 en in September 1917) met goedvinden der Duitsehe Regeering aan twee Nederlandsche genie-officieren de op- dracht, om zich in Belgie zelf te vergewis- sen van den aard der weaken, waarvoor deze materialen werden gebruikt. Bij het in Augustus 1916 ingesteld onder- zoek kwarnen de officieren tot de bevinding, dat de hoeveelheden zand, grmt, steenslag enz., die werden gebezigd voor niet-militaire werken, nl. voor onderhoud, herstel en ver- betering van bestaande verkeerswegen, be- nevens voor enkele werken aan kaden en oeverbevesligingen, overeenstemden met die welke door Nederland waren doorgevoerd. Zekerheid dat in den lijd, toen de Nedfer- landsche Regeering nog geen verklaring no- pens bet ggbruik der materialen vorderde, deze niet voor oorlogsdoeleinden waren ge bezigd, konden zij niet geven, doch aanwij- zingen dat de doorgevoerde materialen, ook nadat die verklaringen werden geeischt, voor oorlogsdoeleinden waren gebezigd, beston- den niet. De omvang der ondernomen wer ken en dus ook van de hoeveelheden daar- voor benoodigd materiaal, was het gevolg van het feit, dat de wegen sedert den aan vang van den oorlog sterk hadden geleden, zoodat het lierstel dikwijls een geheele her- nieuwing werd; bovendien werd op groote scliaal de vroegere keibesfiraling door steen slag vervangen. Daar de Regeering van meening was, dat tengievolge van de in 1916 verrichte werk- zaamheden, de Belgische verkeerswegen in den normaien toest: 1 waren terugge- brachl, gaf zij in den loop van dit jaar (1917), toen bleek dat nog steeds groote hoeveelhe den werden doorgevoerd, aan de Duitsehe Regeering te kennen gegeven, dat doorvoer van een grootere hoeveelheid dan als nood- zakelijk voor onderhoud van de door de Duitsehe overheden gevolgde methode van bestrating kan worden beschouwd, alleen dan als geoorloofde doorvoer zou kunnen worden aangemerkt, wanneer door een on- derzoek der Nederlandsche officiei-en zou zijn vastgesleld, of en zoo ja, welke voor- raden bovendien nog benoodigd waren voor bijzondere werken van niet-militairen aard, niet vallende onder normaal onderhoud. De Regeering voegde daaraan toe, dat zij na 15 Augustus den doorvoer van zand, grint, steenslag enz. niet meer zou kunnen toela ten dan voor zoover het onderzoek der offi cieren zou bewijzen, dat bovenbedotjlde bui- tengewone vredeswerken nog den aanvoer van bepaalde hoeveelheden eischten. Dien- overeenkomstig werden na 15 Augustus te Lob'ith geen ladingen meer toegelaten. Daar bet onderzoek der officieren aan- toonde, dat ook de behoefte aan materialen voor de bedoelde werken reeds was gedekt door hetgeen tot 15 Augustus langs Lobith was doorgevoerd, stelde de Regeering vast, dat de doorvoer verboden bleef. Aangezien evenwel in de wintermaanden het vervoer langs de waterwegen door ijs- gang en dergelijke vrijwel onmogelijk is, heeft de Regeering er in toegestemd, dat, 0>p den voel van hetgeen in 1916 was ge- schied, tusscben 15 September en 15 No vember zouden worden doorgevoerd de hoe veelheden, nooidig voor bet normaal onder houd van wegen in de eerste 3 maanden van 1918. Op een nader verzoek van Duitsehe zijde om die tijdruimte te venlengen gaf de Nedei'- landsche Regeering een weigerend antwoord. Tusschen 15 November en 15 Maart zal dus" geenerlei doorvoer voor normaal onder houd van wegen enz., worden toegelaten. De Regeering heeft zich wijders steeds ten strengste gehouden aan de door haar in den aanvang van den oorlog kenbaar ge- maakte zienswijze, dat de doorvoer van in het bezet gebied door oorlogsliaixdelingen verkregen goederen niet valt onder het ban- dels verkeer, dat vol gens de Rijnvaartaktej moet w-ord-en toegelaten. Goederen uit Belgie liet zij dan ook ter doorvoer naar Duitscldand alleen dan toe, wanneer zij vergezeld gingen van een ver klaring van den bevoegden Nederlandschen consulairen ambtenaar, dat zij niet waren gerequireerd. De ten aanzien van de requi- sitie van metalen in Belgie uitgevaardigde verordeningen gaven haar in den loop van (dit jaar aanleiding de consuls in Belgie op te dragen geen verklaringen meer daarvoor af te geven, daar metalen in het algemeen als gerequireerd zijn te beschouwen. Het is echter gebleken, dat een uitzondering nioest worden gemaakt voor 'de metalen af- komstig uit ertsen en inetaalafval, die ter bewerking uit Duitschland naar Belgie wer- tden gezonden. Het uit deze ertsen en inetaal afval verkregen zuiver metaal kan niet als gerequireerd worden beschouwd en de Re geering zou tegen hare eigen regelen hande ten, wanneer zij daarvan den doorvoer uit Belgie langs de Nqderlandsche waterwegen naar Duitschland verbood. Sedert geruimen lijd. heeft de Britsche Re geering doen blijken, dat zij zich op een ge- heel ander standpunt stelt bij de beoordee- ling der vraag, welke doorvoer eene onzij dige Regeering over haar grondgebied kan toelaten. Zij is van oordeel, dat op grond van algemeene beginselen van onzijdigheid de Nederlandsche Regeering geen doorvoer hoegenaamd van Duitschland naar Belgie of in omgekeerde richling mag toelalen, om- dat zoowel in Duitschland als in Belgie de Duitsehe overheden de macht hebben over het doorgevoerde te beschikken. Zij meent, dat als militaire voorraden moeten worden beschouwd alle goederen, welke, zij het slechts middellijk, ten belioeve van bet Duit sehe leger kunnen strekken, zooals metalen, metaalertsen en steenkolen, die immers kun nen worden gebezigd voor de munitieberei- ding. Ten slotte is zij van oordeel, dat het eene bevoordeeling van Duitschland is, wanneer de doorvoer van goederen over Neierlandsch grondgebied wordt toegelaten, omdat, indien zulks niet geschiedde, de Duitsehe verkeers wegen zwaarder belast zouden worden. De Nederlandsche Regeering heeft daar- tegenover opgemerkt, dat waar de Tweede Vredes-Conferentie, juis.t om verschil van gevoelen tusschen de oorlogvoerenden en on- zijdigen te voorkomen, nadrukkelijk heeff b-epaald welken doorvoer de onzijdigen wel en welken zij niet mo-gen toelaten, liet eene onzijdige Regeering niet vrijstaat van die he- paling af te wijken. Het is duidelijk, dat de Oimslandigheid, dat de distrihutie van ver- scheidene handelswaren zoowel in Duitsch land als in Belgie in handen van DuiLsche overheden is, aan die handelswaren niet het karakter van krijgsvoorraden in den zin van (hrtikel 2 van het Landonzijdigheidsverdrag verteent. Evenmin kon worden toegegeven, dat de in dat artikel gebezigde benaming krijgsvoorraden loepasselijk is op goederen, die, zooals metalen, metaalertsen en steen kolen, niet behooren tot de vooraden waar- van zich een leger bedient. Ten slotte lijdt liet geen twijfel, dat van het oogenblik af, dat voor de Nederlandsche Regeering vaststaat, dat zij ingevolge de Rijn- vaartakte den doiorvoer mo-et toelaten, de omstandigheid, dat ten gevolge van het ver voer door Nederland de Duitsehe verkeers wegen minder zwaar belast worden, buiten beschouwing blijft. liet zou Iron wens, met de onparlijdigheid, die bet kenmerk der on zijdigheid is, in strijd zijn, een geoorloofden doorvoer te verbieden, ten einde een oor- logvoerende te noodzaken zijne verkeerswe gen zwaarder te belasten. Tegeno-ver de door de Britsche Regeering geuite zienswijze, dat de voor de wegen in Belgie gebezigde materialen moeten worden beschouwd als voor militaire doeleinden be stemd, stelt de Nederlandsche Regeering het feit, dat, al zijn goede verkeerswegen voor een leger van groot belang, die wegen ook in een b-ezet land hun natuurlijk karakter van vredeswerken beliouden. Bovendien ver- plicht artikel 43 van het Landoorlogsregle- rnent den mililairen hezetter om in het he- zetle gebied de openbare orde en het open- hare leven zooveel mogelijk te herstellen en te verzekeren, eu het zou in strijd zijn met Ide onzijdigheid, hem daarin te belemmeren Aan den wensch der Britsche Regeering, om den doorvoer van zand, grint en steen slag naar Belgie te verhinderen, zal de Ne derlandsche Regeering slechts kunnen vol- doien, wanneer >de Britsche Regeering haar aantoont dat, in strijid met de verklaringen der Duitsehe overheden en de bevindingen der Nederlandsche officieren, de doorge voerde materialen voor oorlogswerken wor den gebezigd. Aan Hr. Ms. gezant te Londen is opgedra- gen de Britsche Regeering te verzoeken om mededeeling van het bewijsmateriaal, dat zij dienaangaande mocht hezitten. De Daily News zegt in een beschou wing over het stop zetten van de telegra- fische verbinding met Nederland voor lian- dels- en financieele telegrammen en het Ame- rikaansche hunkerkoien-verbodj in verband met liet dalen van den wisselkoers op Ne derland tot f 10,55, o.a. het volgende: „De mededeeling, dat Engeland het telegrafisch verkeer met Holland heeft stopgezet, in ver band gebracht met het feit, dat Amerika geen buiikerkolen meer tevert, beteekent niets meer of minder dan dat de Entente vast besioten is de blokkade, ten koste van wat ook, te verscherpen. Welke ook de mo tieven mogen zijn, het resultaat blijft voor Nederland even noodlottig. Nederland word't hedreigd door iets, dat niet ver af staat van een commercieelen en eoonomischen onder- gang, en dit juist op een tijd, dat de toe- stand zelfs z onder deze verscherping bij- na reeds wanhopig genoemd kan worden. Idet is duidelijk, dat een dergelijk drastisch oplreden niet is gedaan, zonder dat vooraf is nagegaan wat de eventueele gevolgen zou den kunnen zijn. De zaak is te ernstig om thans te worden besproken, zonder dat ver- der licht ontstoken is. Alles wat thans ge- zegd kan worden is, dat ieder ding er op wijst, dat wij aan den vooravond staan van een nieuw dramatisch oogenblik in deze grimmige oorlogstragedie, want Holland kan nauwelijks leven op deze voorwaarden." „De overdrijving' ligt stellig dik genoeg op dit bericht", zegt de H. Crt. „Wanliopig" is de to-estand hier gelukkig nog allesbe- halve. En zoo zal ook de vioorspelling, dat we „voor een nieuw dramatisch oogenblik" staan ,meer als tendentieus dan als direct met de f-eilen kloppende, mogen beschouwd worden. Ohze diplomatic zit stelfig voor groote! moeilijklieden. Doch't is niet de eerste maal. En zonder twijfel zal ze ook hier wel weer den juisten uitweg weten te vin- den." De correspondent van de Time s te Am sterdam heeft reeds den 7den dezer aan zijn blad gemeld; „Met betrekking tot den uitvoer van zand en grint naar Belgie, die het onderwerp is geweest van een nota van de Engelsche aan de Nederlandsche Regeering, verneem ik, dat een volledige staking van dat vervoer, met inbegrip van vervoer van metaal (afval), daar dit materiaal door de Duitschers voor militaire doeleinden wordt gebruikt, van de Nederlandsche Regeering was verlangd in verband met zekere welbekende Engelsche conoessies. „De Nederlandsche Regeering verklaarde dat dit vervoer zou ophouden, maar om verschillende redenen is de datum, waarop het geheel stopgezet zou worden, verdaagd. Ik'Verneem nu, dat de Engelsche Regeering aan de Nederlandsche Regeering heeft mSde- gedeeld, dat zekere beperkende hepalingen in werking gesteld zijn. Er zijn natuurlijk verscheidene van die maatregelen die toege- past zouden kunnen worden, van het schor- sen van kahel-faciliteiten af tot de intrek- king van de concessie voor Halifax^ toe. „Hel lijkt onnoodig, om aan te nemen, dat de Nederlandsche Regeering niet ten slotte de verlangde stappen zal nemen, of- schoon zij daar langzaam in is. De Neder landsche Regeering heeft metterdaad nog geen enkele overeenkomst gebroken." Re u ter semi uit Londen: Wij verne- men, dat de Engelsche Regeering geneigd is, de quaestie omtrent het vervoer van zand en grint langs Nederlandsche waten.- wegen in een ernstig licht te beschouwen. Uit statistieken blijkt, dat aanzienlijke hoe veelheden dezer materialen hun weg naar het bezette Belgie vinden, hoeveelheden die buiten elke verhouding staan tot die, welke in vredestijd gezonden worden voor parlicu- liere doeleinden, en het is duidelijk, dat zij den vijand van buitengewoon nut zijn. Slappen, die de "Britsche Regeering lieeft gedaan met het oog op liet stop zetten van. dit verkeer, hadden geen resultaat en in deze omstandigheden is zij van gevoelen, dat zij niet Hanger speciale faciliteiten kan toestaan voor het toelaten van Nederland sche handelstelegrammen langs door Enge land gecontroleerde kabels. Er dient op gewezen te worden, dat het gebruik van Britsche kabels een concessie is, die niet als een recht kan worden opge- eischt, daar voor alle telegrammen, diedoor- gelalen worden, dit als een gunst moet wor den beschouwd. Het Vaderland schrijft: Van den aanvang van den oorlog af aari hebben oorlogvoerende staten inbreuk op de rechten der onzijdige landen gemaakt, te erger naarmate die landen klein en tot tegenweer zwak waren. Duitschland en En geland hebben de scheepvaart op de vrije zee steeds meer heperkt. Engeland heeft onze schepen naar Zijn havens opgehracht >en er vast gehouden, ook als er niets op de_ lading* viel aan te merken. En het wordt erger: Amerika belet aan onze schepen, reeds gekochte en geladen vracht, noodig voor onzen landbouw en veeteelt, zelfs voor de voeding van onze bevolking, weg te voe- ren, snijdt de verbinding tusschen het moe- derland en onze kolonien :af, noopt onze schepen voor Amerika te varen. Engeland zet ons telegrafisch handelsverkeer stop. O zeker, Engeland en Amerika hebben het recht dit te doen. Het zijn Engelsche ka bels, waarover die telegram men moeten gaan, en Engeland houidt nu die gunst in. Of- schoon, is er, toen dezerzijds aan die Engel sche kabels werd vergund, hier te Iande bij het Nederlandsche telegraafnet aan te slui- ten, niet uitdrukkelijk bedongen of stilzwij- gend het recht ontstaan om voor ons land van die kabels gebruik te maken, al ware liet alleen naar en uit Engeland? Maar dit zij als het is. Wij nemen aan, dat Engeland en Amerika beiden in hun laatste dwangmaatregelen in engen zin recht hebben: Amerika weigert zijn eigen kolen. Is dat echter de houding van landen, die keer op keer zich als kampioenen voor de kleinie naties hebben opgeworpen; die tel- kens hun welwillende gevoelens voor ons land hebben uitgesproken, ja meer nog heb ben erkend, dat ons land zijn plichten van onzijdigheid in dezen oorlog onherispelijk heeft vervuld? En Amerika weet ons niets

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1917 | | pagina 1