ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
ten.
No. 8590.
Dinsdag 2 October 1917.
57e Jaargang.
MI LIT IE.
AARDAPPELEN.
De Oorlog-.
ABONNEMENT:
ADVERTENT!EN
AFLEVERING EN VERVOER
BINNENLAND.
Telefoon
Dit Blad versohijnt Masndag-% Woensdag* en Yrpapvond, Hitgezonderd op Feistdapa, Pjj d® Firma P. J. YAH BE SANDE t§ Ter Neuzen
OPROEPING TER INLIJVING.
Per 3 maanden binnen de stad I.—. Franco per post voor Nederland 1.10.
j®If vooruitbetalingvoor Belgie /1.40s voor Ned.-Indie en Amerika /1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelareiij Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10,
Bij direct© opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt d.$
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van adverteutien voor 1 tiur op den dag der uitgave.
Met hechtenis van ten hoogste EEN
MA AND of geldboete van ten hoogste
DRIEHONDERD GULDEN wordt gestraft
hij, die ter inlijving moet opkomen en niet
verschijnt op tijd en plaats, voor zijne inlij
ving bepaald, tenzij blijkt, dat voor zijne
niet-verschijning eene geldige reden be-
Ter Neuzen, 4 October 1917.
stond.
Met gevangenisstraf van ten hoogste
TIEN MAANDEN of geldboete van ten
hoogste DRIE DUIZEND GULDEN wordt
gestraft hij, die opzettelijk bedoeld feit
pleegt.
De Burgemeester van TER NEUZEN
maakt bekend
dat de uitreiking der nieuwe broodkaarten
der 29e/32e week zal plaats kebben in het
lokaal l„ Bethel", 2de Verbindingsstraat,
en wel
voor hen, wier geslachtsnaam begint met
de letters
ft-B Woensdag 3 Oct.
Cn 3
F-H 3
IL u 3 h
fitP 3 H
fl S a 3 n
T-Z 3
van 89 v.rn.
9 10 u
10-11
h 11-12
2—3 n.m.
n 34 n
4-5
De ingezetenen worden er op attent ge-
maakt, dat zij bij het in ontvangst nemen
der broodkaarten zich moeten overtuigen,
dat het juiste aantal kaarten in het pakje
zit, daar na het verlaten van het lokaal
geen reclames meer kunnen worden aan-
genomen.
De aandacht wordt er op gevestigd dat
de aangegeven verdeeling striktin
acht zal worden genomen.
Voor de bewoners van wijk 0 nummers
1186 en 202224 zijn de broodkaarten
te verkrijgen bij den heer J. C. .Tansen, Hoofd
der school te Driewegen Woensdag 3 Oct.,
van 4— 6 namiddag en voor - die van
Sluiskil bij den heer C. Meulbroek, aldaar.
Ter Neuzen, 1 October 1917.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
VAN
bescbikking wordt bepaald, dat het is ver-
boden aardappelen, onverschillig van welke
soort a te vervoeren en b af te leveren
verleent hier'oij tot nader order onthef-
fing van het verbod van vervoer, voor zoover
betreft de gewone (blanke) Eigenheimers
of Borgers en Industries, alsmede van het
verbod van aflevering dier Eigenheimers
of Borgers en Industries, voor zoover die
aflevering geschiedt uitsiuitend aan hande-
laren en militaire depots.
Ten einde misverstand te vcorkomen
teekent zij hierbij nog aan, dat het verbod
van aflevering aan consumenten, behoudens
het in art. 6 dier beschikking bepaalde
(hoeveelheden van ten hoogste 10 K.G.)
bljjft gehandbaafd.
Gelegenheid tot het doen van winter-
opslag wordt dus niet gegeven.
Van deze gelegenheid maakt zij tevens
gebruik er, voor zoover noodig, Uwe aan
dacht op te vestigen dat het verbod van
vervoer en van aflevering van aardappelen
ook geldt binnen de gemeente, waar de
aardappelen verbouwd zijn, behoudens het
in bovenbedoelde bescbikking in art. 2,
sub a (vervoer van het veld naar opslag-
plaats) bepaalde.
Ter Neuzen, den 28 September 1917.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester der Gemeente TER
NEUZEN, vestigt de aandacht van belang-
hebbenden op de volgende bescbikking van
de Rijks-Commissie van Toezicht op de
Aardappelvereeniging van 27 September
1917, no. 14002.
De Rijks-Commissie. van Toezicht op de
Aardappelvereeniging,
gelet op artikel 1 sub 2 der beschikking
van den Minister van Landbouw, Nijver-
heid en Handel dd. 25 dezer bij welke
De handel tusschen Zweden en Nederland
afgebroken.
Svenska Dagbladet bevat een telegram
uit Gothenburg, waarin gezegd wordt, dat,
volgens de ingekomen berichten, ook het
stoomschip Dagny uit Gothenburg, op weg
van Nederland naar huis met een lading
cokes, naar Engeland was opgebracht. In
het geheel waren thans vijf Zweedsche
stoornschepen opgebracht naar de Engel-
sche havens.
Men vermoedde, dat de ha'ndel op Ne
derland thans wel geheel zou worden af
gebroken.
Graan en alcohol.
Het bureau voor mededeelingen inzake
de voedselvoorziening meldt:
Herhaaldelijk wordt in vergaderingen en
in de pers drang geoefend, dat geen brood-
graan zal verstrekt worden aan bierbrou-
werijen, branderijen en alcoholfabrieken.
Daarbij wordt vaak de voorsteliing gewekt,
als zoude in dit opzicht de toestand dezelf-
de zijn als voorheen, d. w. z. dat de bedoel-
de. industrieen vrijelijk graan kunnen beko-
men. Niets is echter minder waar. De bier-
brouwerijen ontvangen sinds 1916 in het
geheel geen graan meer, dat voor broodbe-
reiding zou kunnen dienen. Ten aanzien
van de branderijen en de Gist- en Spiritus-
fabriek is het probleem eenigszins moei-
lijker. De naam der zooeven genoemde fa-
bniek wijst reeds uit, waarin de moeilijk-
heid schuilt, nl. in de gist, die als belang-
rijk byproduct wordt verkregen bij het sto-
ken van graanspiritus, terwijl de brande
rijen bovendien groote hoeveelheden spoe-
ling opleveren, die uitnemende diensten be-
wijst als veevoeder.
Is de spoeling wellicht niet volstrekt noo
dig, met de gist is dit wel het geval. De
bakkerij kan die niet missen. Bij het ver-
strekken van graan aan de branderijen en
de Gist- en Spiritusfabriek nu wordt als
basis aangenomen de behoefte aan dit pro
duct. Vandaar dat de graanverstfekking
sinds langen tijd geschiedde op de basis
van 50 pet. van de normale productie der
industrie, omdat aldus voldoende gist werd
verkregen voor de binnenlandsche behoefte.
Met de vermindering van de broodcon-
sumptie door verlenging van den duur der
broodkaart tot 11 dagen Is dan ook ge-
paard gegaan een verlaging van die basis,
zoodat thans slechts graan wordt verstrekt
voor niet meer dan 41 pet. der normale pro
ductie.
De branderijen en de Gist- en Spiritus
fabriek ontvangen derhalve graan, niet ten
behoeve van de alcoholproductie, maar al-
leen om de voldoende hoeveelheid gist te
krijgen.
Lucifers.
De Minister van Landbouw, enz., heeft
voor Zweedsche lucifers een maximum-
groothandelprijs vastgesteld' van 174 50
per kist, inhoudende ten minste 10,000
doosjes, een maximum-tusschenkandelprijs
van 19 cent per pak, inhoudende ten minste
10 doosjes,. een maximum-kleinhandelprijs
van 22 cent per pak, inhoudende ten minste
10 doosjes en van 21/, cent per doosje,
inhoudende ten minste 55 stuks.
Voor Hollandsche lucifers is vastgesteld
een maxim um-groothandelprijs van 162
per kist, inhoudende ten minste 10.000
doosjes. een maximum-tusschenhandelprijs
van 1772 cent per pak, inhoudende ten
minste 10 doosjes, een maximumkleinkandel-
prijs van 20 cent per pak, inhondende ten
minste 10 doosjes en van 21li ceDt per
doosje, inhoudende ten minste 55 stuks.
Vorenbedoelde maximum-groothandel-
prrjzen zijn te verstaan loco Amsterdam,
Rotterdam of fabriek en de maximum-
tusschenhandelprijzen af pakhuis grossier.
Een vliegtuig.
Uit Zevenaar wordt aan de Telegr. gemeld:
Donderdagmiddag ongeveer halfdrie ver-
scheen boven Doornenburg een vliegtuig
van Duitsche nationaliteit. De machine
werd van het fort bij Pannerden door eenige
mitrailleurs hevig beschoten en moest een
noodlandi«g maken in een weide nabij de
gemeente Angeren. Juist voordat de res.
2e luitenant Burgers, sergeant v. d. Bosch
en sergeant A. Lammers van Bueren aan-
wezig waren, wist de machine op te stijgen
en verdween in Oostelijke richting, achter-
volgd door karabijnvuur.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
Wij zijn vredehevend, zoo klinkt het ou-
de lied uit het centrale kamp, want wij zijn
ten voile bereid dadelijk onderhandelingen
te beginnen.
Ja wel, zoo hoort men van den anderen
kan-t, daartoe kunt gij u gemakkelijk be
reid verklaren, want als er nu onderhandeld
wordt, dan zou dat immers gebeuren op
grond van den tegenwoordigen militairen
toestand. Die is nu voor u voordeelig. Gij
vreest zeker, dat zulks veranderen zal en
daarom wilt gij gaan onderhandelen, om
nog te halen, wat er te halen valt. Maar
wij zullen eerst eens die verandering teweeg
brengen en dan zullen wij onze voorwaar-
den doorzetten. Wij hoeven die voorwaar-
'den niet, zooals gij, onder stoelen of ban-
ken te steken en dan komt er telkens een
reeks voorwaarden, die wel door een over-
wonnen vijand kunnen worden aanvaard,
maar die geen grondslag vormen voor on
derhandelingen tusschen tegenstanders, die
wederzijds erkennen, dat hun geschil niet
door geweld van wapenen te beslissen valt,
die erkennen, dat zij elkander niet de baas
worden kunnen.
Zooals minister Seidler ditmaal nog eens
zeer duidelijk heeft gezegd, het aanvaarden
van het aanbod der centralen om vredes-
onderhandelingen te openen, veronderstelt
de erkenning bij de geallieerden van „de
kracht en den volkomen hechten toestand
van de oorlogspositie" der centralen.
Zoodat wij ten opzichte van het vredes-
vraagstuk nog precies even ver zijn als in
December 1916 of in Augustus 1914: de
eene partij wil het niet verliezen en de an-
dere wit het winnen, of andersom. Dat is
altijd de oorzaak geweest, dat oorlogen
voortduren en zoo is het ook nu.
„De voorwaarden, die de geallieerden
stellen voor de onderhandelingen, zijn deze:
Ontruiming van de bezette gebieden en
erkenning van de onafhankelijkheid van
Belgie, Servie en Roemenie. Daar is nu nog
aan toegevoegd: teruggave van Elzas-
Lotharingen aan Frankrijk."
Zoo meent de Daily News den zakelijken
inhoud van de rede, die Asquith te Leeds
heeft gehouden, te kunnen samenvatten.
Het blad keurt deze eischen goed als
vredesvoorwaarden maar om de inwil-
liging van deze eischen te stellen als voor-
waarde voor het beginnen van de onder
handelingen, daarvan vreest het blad „aan-
merkelijke" verlenging van den oorlog.
Maar de Daily News gaat toch wel wat
ver als zij zegt: dat zijn de voorwaarden,
waarop de geallieerden niet vrede willen
sluiten neen, waarop zij onderhandelin
gen willen beginnen.
Dat heeft Asquith, dunkt ons, althans niet
in zoo stelligen vorm gezegd.
Maar de oorlogsoogmerken, die Asquith
heeft aangestipt, zijn onzes inziens nog heel
wat grimmiger dan de Daily News ze weer-
geeft.
Om te beginnen vraagt de minister niet
alleen erkenning van de onafhankelijkheid
van Belgie zonder voorbehoud, ook een
„schadeloosstelling zoo als een zuiver ma-
terieele vergoeding voor de verwoesting van
het land en het lijden van het volk maar zijn
kan."
Dat is nog maar het begin. Dan volgt
niet zooals de Daily News zegt maar
kortweg „de erkenning van de onafhanke
lijkheid van Servie en Roemenie."
Neen, Asquith zegt, dat het er den gealli
eerden nooit om te doen is geweest Duitsch-
land te vernietigen of het Duitsche volk
„blijvend" te degradeeren, neen, zij willen
alleen maar „Het is niet om geld of
gewin", zei juffrouw Laps, „gunst nee, maar
om een spaarduitje met Nieuwe Jaar."
zij willen alleen maar (na de vernietiging
van het „Pruisisch" militairisme), behalve
Elzas-Lotharingen, ook een deel van de
Oostzeeprovincies, van Duitschland, Triest
Dalmatie, Zevenbergen, Galicie, Kroatie en
Slavonie van Oostenrijk afnemen.
Want, zoo drukt hij dat uit, men'vindt
„overal" in Midden- en Oost-Europa terri-
toriale regelingen, die kunstmatig „van oor-
sprong" zijn. En hij noemt - dan de
eischen van Italie en Roemenie, hij
vraagt ruimte voor de uitzetting
van het nationale leven voor Servie, zin-
speelt op de hereeniging van Polen en op
de losscheuring van de Zuid-Slaven van
Oostenrijk. Dit zijn andere woorden voor
hetgeen in de praktijk neerkomt op hetgeen
wij zoo even zeiden.
Zoo gezien is er natuurlijk geen twijfel
aan of een rede als die van Asquith werkt
in de richting van verlenging van den oor
log, zooals dan trouwens ook de Daily
News zegt, hoewel op eenigszins andere
gronden.
Men vergelijke nu hiermee de redevoe-
ring van Seidler, den nieuwen Oostenrijk-
schen minister-president.
Wat deze over het vredesvraagstuk heeft
gezegd, culmineert in de volgende zinnen:
„Onze bereidwilligheid om op deze begin-
selen tot een vergelijk te komen met onze
tegenstanders is volkomen ernstig en op-
recht; zij wordt gedragen door het bewust-
zijn van onze kracht en berust op den vol
komen hechten toestand van onze oorlogs
positie,
De mogelijkheid op een overeenstemming
hangt echter hiervan af, dat onze vijanden
zich van dit beset (van het beset namelijk,
dat de oorlgsposifie van de centralen Vol
komen hecht is) doordringen."
Hier hebben we de twee standpunten in
schrille tegenstelling tegenover elkander.
De centralen willen hun voorwaarden
niet noemen, en de geallieerden willen geen
onderhandelingen beginnen.
Nu ligt nog een belangrijke rede voor ons,
die van Von Kuehlmann, den Duitscfyen mi
nister van buitenlandsche zaken.
Over het algemeen valt op te merken,
schrijft de N. R. Crt. dat men in de rede
een menschelijke toon hoort, men krijgt den
indruk: de man die hier spreekt, is een man
met een hart,
De minister brengt eerst een- welverdien-
de hulde aan de vredeswerkzaamheid van
den Paus, die „de Vaticaansche politiek tot
onverwelkbaren roem zal strekken". Ver-
volgens legt hij den nadruk op de wijze,
waarop het antwoord aan Z. H. tot stand
is gekomen, namelijk „als de eerste vrucht
der samenwerking tusschen alle factoren
der regeering en vertegenwoordigers van
het Duitsche parlement". Von Kuehlmann
richt zich met deze verklaring, en met de
verzekering, dat er geen verschil van mea
ning over het antwoord is geweest, tegen
het door president Wilson gemaakte onder-
scheid tusschen regeering en volk van
Duitschland.
Vervolgens spreekt de minister over de
mogelijkheid van vrede. Hij wijst op het
gemeenschappelijk belang van alle Euro-
peesche mogendheden, zelfs nu nog, te mid
den van dezen geweldigen strijd, om te zor-
gen, dat Europa niet te gronde gaat. Maar
daarvoor is geen andere weg dan door mid-
del van een schikking tot vrede te komen.
De vijand moet daarvoor eerst zijn wil om
door de overwinning, door geweld van wa
penen of door blokkade, z ij n vrede te be-
vechten, prijsgeven. Dan, maar ook alleen
dan, zou er nog in de komende weken een
tijdperk van vrede voor Europa kunnen aan-
breken. Men ziet, tot zoover zegt Von
Kuehlmann, al drukt hij zich trouwhartig
uit, feitelijk hetzelfde als wat Seidler heeft
gezegd: „Onderhandelingen gaarne, maar
op den grondslag van vereffening der ge-
schillen tusschen twee tegenstanders, die
elkander als gelijkwaardig hebben moeten
erkennen". In zoover schieten wij dus met
de rede van Von Kuehlmann ook alweer
niets op en blijven wij bij de tegenstelling
tusschen de standpunten, die wij in ons
overzic'ht van gisteren formuleerden.
Maar er is meer. Ook de rijkskanselier
heeft gesproken. Eerst in een algemeene
rede, waarin hij geene nieuwe gezichtspun-
ten opende en zich er voornamelijk toe be
paalde de omstandigheid te verdedigen, dat
in het antwoord van de centrale mogend
heden aan den Paus geen voorwaarden
nauwkeurig zijn geformuleerd. Wel treft
ook bij die verdediging reeds, dat de rijks
kanselier -over het binden van de onderhan-
delaars spreekt, zonder uitdrukkelijke toe-.
voegingen, zooals „in de toekomst", „als het.
dan eindelijk eens vrede wordt" en derge-
lijke. Hij spreekt over de onderhandelingen
op een wijze alsof het een reeds actueele.
zaak geldt.
Ook treft in die algemeene rede, dat de
kanselier zoo nadrukkelijk zegt, dat een
openbare officieele verklaring over een
enkele groep van vredesvraagstukken geen
goed zou doen. De Duitsche pers wijst
daar reeds op. Geen openbare officieele
verklaring. Dus misschien vindt de rijks
kanselier een niet openbare officieele ver
klaring daarover nog zoo verwerpelijk niet,
sdhijnt althans van zoo'n niet openbare of
ficieele verklaring wel sprake te wezen.
Maar de rijkskanselier heeft later nog-
maals het woord genomen en toen onder
andere dit gezegd:
,,Het in de laatste weken herhaaldelijk ge-
melde bericht, dat de rijksregeering reeds
'met deze of gene vijandelijke regeering in
verbinding is getreden en dat hierbij vol
gens een, naar ik hoor, vrij veel gehuldigde
opvatting de Duitsche rijksregeering
reeds van tevoren de bezette iandstreken en
daarmee de kostbaarste voordeelen ter on-
derhandeling bij de komende vredesbespre-
kingen zou hebben prijs gegeven, is on-
juist. Ik constateer, dat de rijksregeering
voor mogelijke vredesonderhandelingen vrij
staat. Dit geldt ook voor Belgie."
Een merkwaardige tegenspraak. Als de
regeering in het geheel niet met een vijan
delijke regeering in verbinding is geweest,
waarom zich dan niet bepaald tot een te
genspraak van dat enkele feit en waartoe
dienen dan al die bijzonderheden erbij?
Ook- deze uitlating duidt er op, dat er
ergens, waar dan ook en door welke be-
middeling of door welke personen dan ook,
onderhandsche besprekingen aan den gang,
zijn geweest. In dit lidht zou ook Von Kuehl-
mann's uitlating over de hoop op vrede bin
nen' enkele weken, die nog niet geheel moet
worden prijsgegeven, een verhoogde betee-
kenis krijgen.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat de ingeschrevenen voor de lichting
1918, in den hieronder staanden staat vermeld, bij de militie moeten worden ingelijfd op Woensdag 24
October 1917, namiddags 3 uur, te Middelburg, in het gymnastieklokaal aan de Groenmarkt.
Ndmmer
IN HET
AHPHABETISCH
REGISTER.
61
84
87
NAM EN EN VOOR NAME N.
OPMERKINGEN.
Lioen Albert Adolph
Ruben Marinus Leendert
Scheele Elias Adrianus
Teneinde zich voor rijks-
rekening naar de plaats van
inlijving te begeven moeten de
dienstplichtigen zich op £4
October 1917, des voor-
middags 9 uur, ter Se
cretaries dezer gemeente
vervoegen, om het daartoe noo-
dige in ontvangst te nemen.
Genoemde dienstplichtigen zijn verplicht op genoemden dag en uur oj> de aangewezen plaats aan-"
wezig te zijn.
Deze verplichting vervalt evenwel voor den dienstplichtige, die alsdan
eene verbintenis tot vrijwilligen dienst heeft aangegaan;
uitstel van eerste-oefening heeft verbregen
vrijstelling van den dienst heeft gevraagd wegens het bekleeden van een geestelijk of een godsdienstig-
menschlievend ambt of wegens het opgeleid worden tot zoodanig ambt, ingeval op de aanvraag
nog niet is beslist
blijkt verblijf te houden in eene gemeente, waar eene der ziekten vermeld in de wet, houdende voor-
zieningen tegen besmettelijke ziekten, epidemisch heerschende is verklaard
e. blijkt verblijf te houden in een gezin, waar eene der onder d vermelde ziekten heerscht of waar eene
dier ziekten heeft geheerscht en het gevaar voor besmetting nog niet is geweken.
In de gevallen, omschreven onder ae, wordt de dienstplichtige ingelijfd buiten zijne tegenwoordigheid.
Doet zich een geval voor als bedoeld onder d of e, dan behoort de dienstplichtige daarvan tijdig
kennis te geven ter secretarie dezer gemeente, alwaar zoo noodig ook inlichtingen kunnen worden ver-
kregen omtrent het vervoer naar de plaats van inlijving.
a.
b.
a.
d.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.