Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 6556. Zaterdag 14 Juli 1917, 57e Jaargang. ianwijzing yerkrijgbaarstelling Levensmiddelen. TW H1B3IDE3 JBXjAXX Provincials Staten van Zeeland. l EUIiLSfOH. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend, dat in de week van 16—22 Juli geldig zullen zijn voor Bak- en Braadvet bon no. 16 le serie Yarkensvleesch u 16 le Groene erwten //ll le Havermout 1 le Rjjat n 10 le Ter Neuzen, 13 Juli 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HDIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. N.R. Op bon no. 16 voor darkens* vleesch mag0.400K.G. worden afgegeven. Op bon no. 4 voor HawePfTSOut mag slechts 0,100 K.G. worden afgegeven. ZOMERZITTING. Vergadering van Vrijdag 13 Juli 1917. Voorzitter de Commissaris der Koningin, Mr. H. J. Dijckmeester. Aanwezig 41 leden. Afwezig de heer Wondergem, met ken- nisgeving. Alvorens wordt overgegaan tot de behan- deling der voorstellen van Ged. Staten, wordt herbenoemd tot buitengewoon lid van Ged. Staten de heer Mr. A. A. de Veer, met 30 stemmen. De overige stemmen waren over linksche leden verdeeld. Aan de orde is de behandeling van 'de algemeene verslagen der afdeelingen over de voorstellen van Ged. Staten en wel het eerst, dat over de Bezoldiging van het personeel der Provinciale stoomboot-diensten en van de tramlijn. Naar aanleiding van het ingekomen adres van den conducteur j. C. van Beusekom vraagt een der leden in de eerste afdeeling, waarom de belooning van dezen conduc teur 100,lager-is gesteld dan die van de andere conducteurs; namens Gedepu- teerde Staten wordt hierop geantwoord, dat aan dezen conducteur eene verhooging van f 100,is toegekend, wat hun college vol doende acht. Verder wordt gevraagd, welke reden er mag bestaan, dat, terwijl de door Gedepu- teerde Staten voorgestelde wijziging voor bijna alle beambten der stoombootdiensten salarisverhooging ten gevolge heeft, dit al- leen niet het geval is voor het personeel der lijn VlissingenBreskensTer Neuzen, wat te minder verklaarbaar is, orndat op deze lijn zooveel grooter aantal reizen ge- maakt wordt en, blijkens de financieele uit- komsten, het vervoer van zooveel meer uit- gebreidheid is dan op de lijn Ter Neuzen Hansweert, waarvoor Gedeputeerde Staten eenzelfde salarisregeling voorstellen. Een ander lid merkt op, dat het vervoer op laatstgemelde lijn zeer veel grooter wor den zou, indien besloten kon worden 's morgens vroeg een boot van Hansweert naar Ter Neuzen te doen varen. Namens Gedeputeerde Staten wordt op- gemerkt, dat bij hun college niet heeft voor- gezeten de bedoeling om de eerst drie jaren - geleden vastgestelde bezoldigingen te ver- hoogen, maar dat de voorgestelde wijziging uitsluitend gevolg is van de gebleken wen- schelijkheid, om het verschil in klasse tus- schen de beide genoemde lijnen te doen vervallen. Daardoor moesten de loonen op de lijn Ter NeuzenHansweert worden ge lijkgesteld met die op de lijn Vlissingen- BreskensTer Neuzen; wil men nu de be zoldiging van het personeel der laatste lijn verhoogen, dan moet die op de eerste on- DOOR -a RIDER HAGGARD. „De natie die een Gessius Florus, of een Albinus zendt om haar buitenlandsche on- derdanen te besturen, moet men wel lief- hebben," zeide Benoni met bitter sarkasme. „Maar laat ons de staatkunde laten rusten, anders worden wij nog boos. Het is vreemd, maar zooeven bezocht mij iemand, die bi de Esseeers is opgevoed." „Zoo, zoo!" zeide Marcus, naar de zee starend. „Hij vertelde mij, dat er een mooie, jonge vrouw bij hen woont, die de koningin der Esseeers genoemd wordt. Hebt gij haar soms ook gezien, heer?" Onmiddellijk was Marcus weer bij de zaak. „0 ja, ik heb haar gezien; en wat vertelde hij nog meer „Hij vertelde mij, dat die dame schoon en ontwikkeld was." „Dat is waar," zeide Marcus vol geest- drift. ,,lk voor mij heb nooit een mooier meisje gezien, al is zij dan ook klein, en ik vermijdelijk mede worden verhoogd en ver- mits daardoor het verschil met de loonen op de beide andere lijnen te groot worden zou, zouden ook deze onvermijdelijk mee naar boven moeten. Een en ander zou voor de Provincie een zeer aanzienlijke uitgave medebrengen, die vooral drukkend zou blij- ken als na den oorlog het vervoer tot nor- male verhoudingen zou zijn teruggebracht. Een lid merkt op, dat in art. 16 4 de datum 1 Januari 1914 moet worden gewij- zigd in 1 januari 1917. Het voorstel geeft tot geene verdere op- merkingen aanleiding. Een der leden in de tweede afdeeling zegt, dat hij met groot genoegen het voorstel van Gedeputeerde Staten heeft begroet, immers sedert de laatste loonsregeling in 1914 is het leven heel veel duurder geworden en hij acht het een gelukkTge omstandigheid, dat Gedeputeerde Staten in de vermeerder- de werkzaamheden op sommige lijnen aan leiding hebben gevonden eene loonsverhoo- ging voor te stellen voor een groot deel van het personeel op de Wester-Schelde. Evenwel betreurt hij het, dat het perso neel op de booten VlissingenTer Neuzen en VlissingenBreskens, de pontonwerkers en d'e kolenwerkers te Vlissingen niet voor verhooging van bezoldiging in aanmerking zijn gekomen; deze menschen toch hebben een zeer drukken dienst maar lijden zeer onder de drukkende tijdsomsfandigheden. Het mag als bekend worden aangenomen, dat het leven te Vlissingen zeer duur is, waarom dan ook de groote werkgevers te Vlissingen de loonen hunner werklieden met 10 tot 22 hebben verhoogd. Het wonen te Vlissingen is zeer duur; konden het vorig jaar de huizen van de Ver- eeniging tot verbetering van de Volkshuis- vesting tegen 2,68 per week worden ver- huurd, de nieuwe woningen dier Vereeni- ging zullen f 3,50 huur per week moeten opbrengen. Kleederen en schoeisel zijn uitermate duurder en het is niet te verwachten, dat die ooit weder tot de oude prijzen kunr.en worden gekocht. Waar nu de werkgevers, wier zaken onder den oorlogstoestand te lijden hebben, de noodzakelijkheid van loonsverhooging hebben ingezien, daar mag verwacht wor den, dat de Provincie, wier stoomboot-dien sten "veeleer in den oorlogstijd bloeien, ook tot loonsverhooging overgaat. Hij stelt voor om de bezoldiging van het personeel der booten Vlissingen- Ter Neu zen en' VlissingenBreskens, van de pon tonwerkers en de kolenwerkers te Vlissin gen met 10% te verhoogen. Door een lid van Gedeputeerde Staten wordt gezegd, dat het niet in de bedoeling van Gedeputeerde Staten heeft gelegen om loonsverhooging voor te stellen; dat alleen hun voornemen was om die menschen, die lang en hard moeten werken, eene even- redige belooning te geven. Verder merkt het lid van Gedeputeerde Staten op, dat de duurtetoeslag voortaan ook van toepassing zal zijn op de kapiteins. Bij stemming over het voorstel tot de ver hooging van 10 van bovengenoemd per soneel te Vlissingen stemmen 5 leden voor, 4 tegen, terwijl 4 leden zich hun stem voor- behouden. Een ander lid stelt voor om den conduc teur van de „Walsoorden", in verband met zijne drukke bezigheden, eene belooning te geven yan /800,tot f 1100, Bij stemming zijn 11 leden voor,1 lid tegen, terwijl 1 lid zich zijn stem voorbe- houdt. Het voorstel van Gedeputeerde Staten wordt hierna zonder ho'ofdelijke stemming aangenomen. Een der leden in de derde afdeeling vindt, wanneer een voorstel tot verhooging wordt ingediend, dat dit moet worden ge-_ daan voor alle categorieen en niet voor een" enkele groep, waardoor hij ook het amen- demelit-Van-Niftrik c.s. niet zal steunen; dit denkbeeld wordt ook door een ander lid gedeeld. Een ander lid vraagt, waarom wordt voorgesteld deze verhooging reeds met 1 januari 1917 in werking te doen treden. Van de zijde van Gedeputeerde Staten wordt medegedeeld, dat, wanneer eerst met 1 Januari 1918 deze verhooging in werking treedt, de ambtenaren daarvan de dupe worden, dat de Staten zoo weinig verga- deren. Het lid kan zich hiermede niet vereenigen. Verder- komt in behandeling het adres van den conducteur op de lijn Walsoorden —Hansweert. Een der leden voelt zeer veel j voor dit adres en behoudt zich voor een amendement in te dienen, wanneer Gedepu teerde Staten geen aanleiding mochten vin- den hun voorstel te wijzigen. Van Gedeputeerde Staten wordt aange- voerd, dat er huns inziens geen aanleiding bestaat genoemden conducteur zooveel te doen afwijken van de andere beambten dier lijn; trouwens, genoemde conducteur heeft indertijd 'oedankt voor eene benoeming op de lijn VlissingenBreskensTer Neuzen; voor dit bedanken golden bijzondere orn- standigheden. Reeds vroeger stond ge noemde conducteur gelijk met die der twee de klasse, waarom biilijk zou zijn, dat hij nu daarboven gesteld wordt. Het denkbeeld, om nu genoemden con ducteur op eene salarisregeling te brengen van 800,— tot 1100,—, wordt in stem ming gebracht, waarbij 4 leden' voor, 2 leden tegen stemmen en 8 leden zich hunne stem voorbehouden. Met het voorstel van Gedeputeerde Sta ten kunnen zich verder de leden vereenigen. De heer Van Niftrik hfeld eene uitvoerige rede, wetke hij beeind;gde met het voorstel len van een amendement, om ook het per soneel der lijn VlissingenBreskensTer Neuzen te doen deeien in de verhooging van jaarwedden. De heer Van Rompu verdedigde het standpunt van Gedeputeerde Staten en ont- kende, dat het onbillijk is, dat de loonen op bedoelde lijn niet worden verhoogd. Het amendement van den heer Van Niftrik wordt verworpen met 25 tegen 15 stemmen, voor zoover het het personeel der stoom- booten betreft. De heer Dumoleyn verdedigt de verhoo ging van de.jaarwedde van den conducteur der lijn WalsoordenHansweert Van Beu- sekom, tot een maximum van jllOO,en hij stelt een amendement in dien geest voor. Dit werd bestreden door den heer Van Rompu, die ontkende, dat er reden is om deze jaarwedde te verhoogen, terwijl de heer Dumoleyn een medestander vindt in den heer Van Waesberghe. Het amendement van den heer Dumoleyn wordt aangenomen vyyt 23 tegen 17 stem- men. Hierna wordt met 26 tegen 15 stemmen aangenomen een voorstel van den voorzit ter, om het amendement-Van Niftrik c.s., om de loonen der ponton- en kolenwerkers te Vlissingen in behandeling te nemen, waartegen Ged. Staten zich hadden verzet. Het amendement werd o.m. bestreden door den' heer De Veer, die tegenstander is van eene gedeeltelijke salarisherziening. Zijn amendement wordt, voor zoover dit de pontonwerkers betreft, verworpen met 27 tegen 24 stemmen, en met een zelfde stemmenverhouding dat betreffende de ko lenwerkers. Ten slotte werd het voorstel van Ged. Staten met algemeene stemmen aangeno men. Jaarwedde opzichters Waterstaat. In alle afdeelingen gingen stemmen op om het maximum der jaarwedde van de provin ciale opzichters te zien bepaald op 2.500, en zulks met het oog op de twee oudste opzichters, die door een hoogere bezoldi ging ook een hooger pensioen zouden ge- nieten, terwijl in twee afdeelingen het denk beeld werd geopperd om alleen bij wijze van uitzondering de twee oudste in dienst zijnde opzichters een maximum te verlee- nen van f 2.500. Van andere zijde werd de aandacht er op gevestigd, dat vooral de oudere opzichters door bijwerk menigmaal niet onbelangrijke bijverdiensten gehad hebben, terwijl een lid opmerkte, dat het meer rationeel ware ge- weest, als de nieuwe regeling in werking trad op 1 Januari 1918. Een lid eener afdeeling merkt op, dat, nu de voorgestelde regeling voor een lange reeks van jaren zal worden getroffen, het weet geen beeldhouder, die haar evenaart. Als gij mij naar het schip wilt vergezellen, zal ik de kist openmaken en u het borstbeeld laten zien, dat zij van mij gemaakt heeft. Maar vertel mij eens, miste die bezoeker van u den wijsvinger van zijn rechterhand „Ja." „Dan veronderstel ik dat hij Caleb heet." „Ja, maar hoe weet gij dat „Omdat ik hem dien wijsvinger afsloeg," zeide Marcus, „in een eerlijk gevecht, en", ging hij op woesten toon voort, „hij is een dolleman, een moordenaar, en ik deed ver- keerd, met zijn leven te sparen." „Aha zeide Benoni, „ik schijn toch nog wel eenige menschenkennis te hebben, want z6b heb ik hem mij voorgesteld. En wat weet gij nog meer van die dame „Nog wel iets, want eigenlijk ben ik met haar verloofd." „Zoo? Wel, dat is vreemd, want Caleb vertelde mij hetzelfde." „Vertelde hij u dat?" vroeg Marcus, ter wijl hij van zijn stoel opsprong. „Dan liegt hij, en als ik maar tijd had, zou ik het hem bewijzen! Zij heeft hem afgewezen; dat weet ik van Nehushta; en ik weet het ook nog van andere kanten." „Heeft zij u dan haar woord gegeven, heer Marcus?" „Niet geheel," antwoordde hij droevig; ,,maar dat was alleen, orndat ik geen Chris ten ben. Maar zij heeft mij lief, daaraan valt niet te twijfelen," voegde hij er wat ppgeruimder bij. „Caleb scheen er toch wel aan te twij felen," meende Benoni. Caleb is een leugenaar," herhaalde Mar cus met nadruk, en gij zult verstandig doen, met u voor hem in acht te nemen." „Waarom zou ik mij voor hem in acht nemen?" Marcus zweeg een oogenblik, en ant woordde toen ronduit: „Omdat vrouwe Mirjam uw kleindochter is, en de erfgename van uw schatten. Ik vertel het u, want anders zou Caleb het doen; waarschijnlijk heeft hij het reeds ge- daan." Een oogenblik verborg Benoni zijn gelaat in zijn handen. Toen hief hij het hoofd weer op en zeide: „Ik vermoedde het, en nu ben ik er zeker van. Maar, heer Marcus, al vloeit mijn bloed in haar aderen, mijn geld behoort mij zelf toe." „Zeker. Behoud dat als gij wilt, of laat het waar gij wilt. Ik zoek Mirjam en niet uw schatten." „Ik denk, dat Caleb en Mirjam en mijn geld verlangt als een voorzichtig man. Waarom zou zijn wensch niet vervuld kun- overweging verdient om het pensioen ook voor hunne weduwen en weezen meer in overeenstemming te brengen met de bij het Rijk ter zake vigeerende regeling; hij zou het pensioen van f 600,op 735,wen- schen te zien gebracht. Vanwege Gedeputeerde Staten werd er op gewezen, dat de voorgestelde jaarwedde het Gedeputeerd College zeer biilijk voor- komt en men bezwaarlijk een hooger maxi mum kan toestaan, nu het minimum der In- genieurs 2.400 bedraagt. Bovendien wordt nog voorgesteld om voor vergoeding kantoor-lokaal jaarlijks f 125,toe te staan en de regeling van tractement en vergoeding zal worden gere- kend te zijn ingegaan met 1 Januari 1917. Voorts, dat er slechts een provincie is waar het maximum der jaarwedden van de opzichters "hooger is dan f 2.400,-. Om bij de voorgestelde regeling der jaar wedden eene uitzonderingsbepaling te ma ken voor de twee oudste nog in dienst zijn de opzichters, wordt, als zijnde minder ge- bruikelijk bij het maken van een reglement, wat gelijkluidend behoort te zijn, niet wen- schelijk geacht. Voor de verhooging van het maximum tot j 2.500,verklaarden zich 6 leden, tegen de verhooging 25, terwijl 9 leden zich hun stem voorbehielden. Betreffende het in eene afdeeling geop- perde denkbeeld om de pensioenen als voorgesteld nader te regelen en deze te ver hoogen, wordt vanwege Gedeputeerde Sta ten aangevoerd, dat dit niet wel mogelijk is, orndat dan evenzeer voor all^ provin ciale ambtenaren eene nadere regeling ter zake zou moeten worden ter hand genomen en dit vooralsnog te ingrijpend is. In stemming gebracht, verklaarden 10 leden zich tegen, 2 zich voor dit denkbeeld, terwijl 1 lid zich zijn stem voorbehield. Overigens kunnen alle leden zich met het voorstel' van Gedeputeerde Staten vereeni gen. De heeren Van Niftrik en Van der Weide verdedigden het bepalen van het maximum op 2500,en laatstgenoemde diende een desbetreffend amendement in. Namens Ged. Staten werd het amende ment bestreden door den heer Sprenger. Het amendement werd met 21 tegen 20 stemmen verworpen. Het voorstel is daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Jaarwedde bibliothecaris. Bii de behandeling van het voorstel tot verhooging van de jaarwedde van den bi bliothecaris der Prov. bibliotheek, werd het door eenjid betreurd, dat thans nog niet eens overwogen is om de bibliotheek ook 's avonds open te stellen, waartegen een lid van Gedeputeerde Staten opmerkte, dat de bibliotheek meer is een wetenschappe- lijke en geen volksbibliotheek en dat hij daarom de nu gestelde regeling voldoende acht. Met algemeene stemmen aangenomen. Duurtetoeslag. Aangenomen werd het voorstel tot wijzi ging van de regeling van den duurtetoeslag voor ambtenaren en beambten. De loon- grens wordt daardoor voor Middelburg en Vlissingen f 1950,— en voor de andere plaatsen f 1900, Met algemeene stemmen aangenomen. Waterleidingen. Bij de behandeling van het voorstel tot verleening van eene bijdrage van ten hoog- ste -f 8000,in de kosten van de voorbe- reidende werkzaamheden voor den aanleg van eene drinkwaterleiding in Zeeuwsch- Vlaanderen, werd in een der afdeelingen be treurd, dat niet volgens het advies van den directeur van het Rijksbureau voor drink- watervoorziening 10.000 is voorgesteld, zulks in verband met diens advies aan den Minister van Binnenlandsche Zaken. Van de zijde van Ged. Staten werd opgemerkt, dat hun college geen vrijheid heeft kunnen vinden, om van den eenmaal aangenomen regel, nl. dat de provincie evenveel zal be- talen als de gemeenten en belanghebben te samen, af te wijken. Met algemeene stemmen aangenomen. Subsidie ambachtsschool Goes. Bij de behandeling van het voorstel om het verzoek af te wijzen van de vereeniging nen worden? Hij is een Jood van goede af- komst, en ik denk dat hij een hooge positie zal innemen-." „En ik ben een Romein van betere af- komst, en zal nog hoogere positie bereiken." „Ja een Romein, en ik, haar grootvader, ben een Jood, en houd niet van de Ro- meinen." „En Mirjam is noch Jodin, noch Romein- sche, maar een Christin, opgevoed, niet door u, maar door de Esseeers; en zij heeft mij lief, ofschoon zij niet met mij wil trou- wen, orndat ik geen Christen ben." Benoni haalde de schouders op. „Dit alles is voor mij een raadsel, waar- over ik ernstig moet nadenken," zeide hij. Marcus stond op en stond nu dreigend voor den ouden man. „Luister eens," Benoni," zeide hij, „de oplossing van dit raadsel is niet uw zaak of die van Caleb, doch van Mirjam zelf, en van niemand anders. Begrijpt gij dat?" „Ik begrijp, dat gij mij bedreigt." „Ja, dat doe ik. Mirjam is meerderjarig; haar verblijf bij de Esseeers loopt ten einde. Ongetwijfeld zult gij haar tot u nemen. Welnu, wees voorzichtig hoe gij haar be- handelt. Wenscht zij zelf met Caleb te hu- wen, laat haar dan begaan. Maar dwingt gij haar daartoe, of laat gij toe, dat hij haar dwingt, dan, bij uw God en bij mijn goden, Ambachtsschool te Goes om de subsidie per leerling en de maximum-subsidie te verhoo gen, werd in alle afdeelingen de opmerking gemaakt, dat door de tijdsomstandigheden de uitgaven, vooral voor de ambachtsscho- len, enorm gestegen zijn en het biilijk zou zijn, zoo de Provincie in deze meerdere uit gaven ook bijdroeg. Velen hadden gedacht, dat de bestaande regeling zou worden her- zien. In een der afdeelingen werd met t stem tegen een voorstel aangenomen om Ged. Staten te verzoeken de regeling der subsidieering te herzien en het verzoek van de ambachtsschool te Goes aan te houden. Van de zijde van Ged. Staten werd aan gevoerd, dat er huns inziens geen voldoen de reden bestaat, deze nog pas in werking getreden regeling te herzien. Als men om de twee jaar elke regeling zou herzien, kan men wel aan den gang blijven. De heeren Elenbaas en Dekker drongen er bij Ged. Staten op aan toe te zeggen, een algemeene herziening der subsidierege- ling voor ambachtsscholen, hetgeen de heer Blum toezegde, onder voorwaarde, dat de gewenschte richting wordt aangewezen. Aangenomen werd het voorstel tot afwij- zing van het verzoek om subsidie van de vereeniging „Ambachtsschool voor Noord- Beveland te Kortgene". Na de pauze werd de discussie over de subsidie aan de ambachtsscholen voortge- zet, waarbij nogmaals goede overweging van de kwestie door Gedeputeerde Staten werd toegezegd en Gedeputeerde Staten zich bereid verklaarden het verzoek van Goes aan te houden. Dit werd goedgevonden. Industriescholen. Bij de behandeling van het voorstel tot toekenning van hoogstens 1500,aan Industrie- en Huishoudschool te Middel burg, werd de vraag gedaan of de uitdruk- king ,,gewone uitgaven", aanhet hoofd van het besluit voorkomende, wel voldoende gedefineerd is, waarop namens Ged. Staten geantwoord werd, dat daaronder alleen mogen worden verstaan de exploitatiekos- teri, die de vereeniging heeft te dragen in verband met het onderwijs aan de van'haar uitgaande school. Een lid behield zich zijn stem over dit voorstel voor. Het voorstel werd zonder discussie of 'stemming aangenomen. Aangenanicn werd het too stel tot vcr- leenen van een subsidie tot een maximum van f 2000,aan de vereeniging Ambachts school te Goes voor een vakschool voor meisjes. W egsverbetering. Bij het voorstel tot verhooging van het renteloos voorschot voor wegsverbetering aan de gemeente Vrouwenpolder, werd de vraag gesteld, of men met de veranderfng aan dezen weg niet had kunnen wachten, tot de prijzen lager zijn geworden, waarop Ged. Staten zeggen, dat zij hun voorstel al leen een gevolg achten van het vroeger ge nomen besluit, waarvan de uitvoering door de tijdsomstandigheden meer kostbaar is geworden. Een lid behield zich zijn stem over dit voorstel voor. Het voorstel werd zonder discussie of stemming aangenomen. Qmnibusdienst Wemeldingestation Vlake. - Het voorstel tot het verleenen van f500, subsidie aan J. Leendertse voor een omni- busdienst Wemeldingestation Vlake, gaf aanleiding tot de vraag, of, waar deze dienst uitsluitend van belang is voor We meldinge, de verhouding der subsidie niet moet worden omgekeerd, waarop door een ander lid er op gewezen wordt, dat dit juist is, maar dat voor alle andere geval- len, zooals bijv. de dienst TholenSt. Maartensdijk, dezelfde regel wordt gevolgd, waarmede Ged. Staten zich vereenigen. Het voorstel werd zonder discussie o{ stemming aangenomen. Aangenomen werd het voorstel tot afwij- zing van het verzoek van den raad van commissarissen der stichting Oranje-Nas- sau's Oord, om subsidie. en bij haar God, zeg ik u, dat ik terugkom, en zulk een wraak zal nemen op hem en u> en op uw geheele volk, dat het nageslacht er van zal gewagen. Gelooft gij mij?" Benoni keek op naar den man, die daar in al zijn jeugd en schoonheid voor hem stond, met vlammende oogen en trillend van woede, en hij schoof eenigszins achter- uit. Hij wist niet, dat de luchthartige Ro mein zooveel wilskracht en overmacht be- zat. Nu begreep hij voor het eerst, dat hi] een echte zoon was van het geduchte ras van veroveraars, en dat hij bij tegenwerking even meedoogenloos kon zijn als de ergste onder hen. En bovendien, dat zijn eerlijk- heid en openhartigheid hem nog geduchter maakten. „Ik begrijp, dat gij zelf gelooft wat gij zegt. Of gij het zult blijven gelooven, als gij weer in Rome zijt, waar even mooie vrou- wen zijn als de koningin der Esseeers, dat is een andere vraag." „Ja, een vraag, die ik zelf moet beant- woorden." Juist gij zelf zult die moeten beant- woorden. Hebt gij nog iets te voegen bij de voorwaarden, die gij uw nederigen schuldeischer, Benoni, den koopman, wel wilt opleggen?" (Wordt vervolgd.) TEB SEIIZESSCHK COURAST.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1917 | | pagina 5