Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 6556.
Zaterdag 14 Juli 1917,
57e Jaargang.
ianwijzing yerkrijgbaarstelling
Levensmiddelen.
TW H1B3IDE3 JBXjAXX
Provincials Staten van
Zeeland.
l EUIiLSfOH.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN maken bekend, dat in de week
van 16—22 Juli geldig zullen zijn voor
Bak- en Braadvet bon no. 16 le serie
Yarkensvleesch u 16 le
Groene erwten //ll le
Havermout 1 le
Rjjat n 10 le
Ter Neuzen, 13 Juli 1917.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HDIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
N.R. Op bon no. 16 voor darkens*
vleesch mag0.400K.G. worden
afgegeven.
Op bon no. 4 voor HawePfTSOut
mag slechts 0,100 K.G. worden
afgegeven.
ZOMERZITTING.
Vergadering van Vrijdag 13 Juli 1917.
Voorzitter de Commissaris der Koningin,
Mr. H. J. Dijckmeester.
Aanwezig 41 leden.
Afwezig de heer Wondergem, met ken-
nisgeving.
Alvorens wordt overgegaan tot de behan-
deling der voorstellen van Ged. Staten,
wordt herbenoemd tot buitengewoon lid
van Ged. Staten de heer Mr. A. A. de Veer,
met 30 stemmen. De overige stemmen
waren over linksche leden verdeeld.
Aan de orde is de behandeling van 'de
algemeene verslagen der afdeelingen over
de voorstellen van Ged. Staten en wel het
eerst, dat over de
Bezoldiging van het personeel der
Provinciale stoomboot-diensten en van de
tramlijn.
Naar aanleiding van het ingekomen adres
van den conducteur j. C. van Beusekom
vraagt een der leden in de eerste afdeeling,
waarom de belooning van dezen conduc
teur 100,lager-is gesteld dan die van
de andere conducteurs; namens Gedepu-
teerde Staten wordt hierop geantwoord, dat
aan dezen conducteur eene verhooging van
f 100,is toegekend, wat hun college vol
doende acht.
Verder wordt gevraagd, welke reden er
mag bestaan, dat, terwijl de door Gedepu-
teerde Staten voorgestelde wijziging voor
bijna alle beambten der stoombootdiensten
salarisverhooging ten gevolge heeft, dit al-
leen niet het geval is voor het personeel
der lijn VlissingenBreskensTer Neuzen,
wat te minder verklaarbaar is, orndat op
deze lijn zooveel grooter aantal reizen ge-
maakt wordt en, blijkens de financieele uit-
komsten, het vervoer van zooveel meer uit-
gebreidheid is dan op de lijn Ter Neuzen
Hansweert, waarvoor Gedeputeerde Staten
eenzelfde salarisregeling voorstellen.
Een ander lid merkt op, dat het vervoer
op laatstgemelde lijn zeer veel grooter wor
den zou, indien besloten kon worden
's morgens vroeg een boot van Hansweert
naar Ter Neuzen te doen varen.
Namens Gedeputeerde Staten wordt op-
gemerkt, dat bij hun college niet heeft voor-
gezeten de bedoeling om de eerst drie jaren
- geleden vastgestelde bezoldigingen te ver-
hoogen, maar dat de voorgestelde wijziging
uitsluitend gevolg is van de gebleken wen-
schelijkheid, om het verschil in klasse tus-
schen de beide genoemde lijnen te doen
vervallen. Daardoor moesten de loonen op
de lijn Ter NeuzenHansweert worden ge
lijkgesteld met die op de lijn Vlissingen-
BreskensTer Neuzen; wil men nu de be
zoldiging van het personeel der laatste lijn
verhoogen, dan moet die op de eerste on-
DOOR
-a RIDER HAGGARD.
„De natie die een Gessius Florus, of een
Albinus zendt om haar buitenlandsche on-
derdanen te besturen, moet men wel lief-
hebben," zeide Benoni met bitter sarkasme.
„Maar laat ons de staatkunde laten rusten,
anders worden wij nog boos. Het is vreemd,
maar zooeven bezocht mij iemand, die bi
de Esseeers is opgevoed."
„Zoo, zoo!" zeide Marcus, naar de zee
starend.
„Hij vertelde mij, dat er een mooie,
jonge vrouw bij hen woont, die de koningin
der Esseeers genoemd wordt. Hebt gij haar
soms ook gezien, heer?"
Onmiddellijk was Marcus weer bij de
zaak.
„0 ja, ik heb haar gezien; en wat vertelde
hij nog meer
„Hij vertelde mij, dat die dame schoon en
ontwikkeld was."
„Dat is waar," zeide Marcus vol geest-
drift. ,,lk voor mij heb nooit een mooier
meisje gezien, al is zij dan ook klein, en ik
vermijdelijk mede worden verhoogd en ver-
mits daardoor het verschil met de loonen
op de beide andere lijnen te groot worden
zou, zouden ook deze onvermijdelijk mee
naar boven moeten. Een en ander zou voor
de Provincie een zeer aanzienlijke uitgave
medebrengen, die vooral drukkend zou blij-
ken als na den oorlog het vervoer tot nor-
male verhoudingen zou zijn teruggebracht.
Een lid merkt op, dat in art. 16 4 de
datum 1 Januari 1914 moet worden gewij-
zigd in 1 januari 1917.
Het voorstel geeft tot geene verdere op-
merkingen aanleiding.
Een der leden in de tweede afdeeling zegt,
dat hij met groot genoegen het voorstel van
Gedeputeerde Staten heeft begroet, immers
sedert de laatste loonsregeling in 1914 is
het leven heel veel duurder geworden en
hij acht het een gelukkTge omstandigheid,
dat Gedeputeerde Staten in de vermeerder-
de werkzaamheden op sommige lijnen aan
leiding hebben gevonden eene loonsverhoo-
ging voor te stellen voor een groot deel van
het personeel op de Wester-Schelde.
Evenwel betreurt hij het, dat het perso
neel op de booten VlissingenTer Neuzen
en VlissingenBreskens, de pontonwerkers
en d'e kolenwerkers te Vlissingen niet voor
verhooging van bezoldiging in aanmerking
zijn gekomen; deze menschen toch hebben
een zeer drukken dienst maar lijden zeer
onder de drukkende tijdsomsfandigheden.
Het mag als bekend worden aangenomen,
dat het leven te Vlissingen zeer duur is,
waarom dan ook de groote werkgevers te
Vlissingen de loonen hunner werklieden
met 10 tot 22 hebben verhoogd.
Het wonen te Vlissingen is zeer duur;
konden het vorig jaar de huizen van de Ver-
eeniging tot verbetering van de Volkshuis-
vesting tegen 2,68 per week worden ver-
huurd, de nieuwe woningen dier Vereeni-
ging zullen f 3,50 huur per week moeten
opbrengen.
Kleederen en schoeisel zijn uitermate
duurder en het is niet te verwachten, dat
die ooit weder tot de oude prijzen kunr.en
worden gekocht.
Waar nu de werkgevers, wier zaken
onder den oorlogstoestand te lijden hebben,
de noodzakelijkheid van loonsverhooging
hebben ingezien, daar mag verwacht wor
den, dat de Provincie, wier stoomboot-dien
sten "veeleer in den oorlogstijd bloeien, ook
tot loonsverhooging overgaat.
Hij stelt voor om de bezoldiging van het
personeel der booten Vlissingen- Ter Neu
zen en' VlissingenBreskens, van de pon
tonwerkers en de kolenwerkers te Vlissin
gen met 10% te verhoogen.
Door een lid van Gedeputeerde Staten
wordt gezegd, dat het niet in de bedoeling
van Gedeputeerde Staten heeft gelegen om
loonsverhooging voor te stellen; dat alleen
hun voornemen was om die menschen, die
lang en hard moeten werken, eene even-
redige belooning te geven.
Verder merkt het lid van Gedeputeerde
Staten op, dat de duurtetoeslag voortaan
ook van toepassing zal zijn op de kapiteins.
Bij stemming over het voorstel tot de ver
hooging van 10 van bovengenoemd per
soneel te Vlissingen stemmen 5 leden voor,
4 tegen, terwijl 4 leden zich hun stem voor-
behouden.
Een ander lid stelt voor om den conduc
teur van de „Walsoorden", in verband met
zijne drukke bezigheden, eene belooning te
geven yan /800,tot f 1100,
Bij stemming zijn 11 leden voor,1 lid
tegen, terwijl 1 lid zich zijn stem voorbe-
houdt.
Het voorstel van Gedeputeerde Staten
wordt hierna zonder ho'ofdelijke stemming
aangenomen.
Een der leden in de derde afdeeling
vindt, wanneer een voorstel tot verhooging
wordt ingediend, dat dit moet worden ge-_
daan voor alle categorieen en niet voor een"
enkele groep, waardoor hij ook het amen-
demelit-Van-Niftrik c.s. niet zal steunen;
dit denkbeeld wordt ook door een ander lid
gedeeld.
Een ander lid vraagt, waarom wordt
voorgesteld deze verhooging reeds met 1
januari 1917 in werking te doen treden.
Van de zijde van Gedeputeerde Staten
wordt medegedeeld, dat, wanneer eerst met
1 Januari 1918 deze verhooging in werking
treedt, de ambtenaren daarvan de dupe
worden, dat de Staten zoo weinig verga-
deren.
Het lid kan zich hiermede niet vereenigen.
Verder- komt in behandeling het adres
van den conducteur op de lijn Walsoorden
—Hansweert. Een der leden voelt zeer veel j
voor dit adres en behoudt zich voor een
amendement in te dienen, wanneer Gedepu
teerde Staten geen aanleiding mochten vin-
den hun voorstel te wijzigen.
Van Gedeputeerde Staten wordt aange-
voerd, dat er huns inziens geen aanleiding
bestaat genoemden conducteur zooveel te
doen afwijken van de andere beambten dier
lijn; trouwens, genoemde conducteur heeft
indertijd 'oedankt voor eene benoeming op
de lijn VlissingenBreskensTer Neuzen;
voor dit bedanken golden bijzondere orn-
standigheden. Reeds vroeger stond ge
noemde conducteur gelijk met die der twee
de klasse, waarom biilijk zou zijn, dat hij
nu daarboven gesteld wordt.
Het denkbeeld, om nu genoemden con
ducteur op eene salarisregeling te brengen
van 800,— tot 1100,—, wordt in stem
ming gebracht, waarbij 4 leden' voor, 2
leden tegen stemmen en 8 leden zich hunne
stem voorbehouden.
Met het voorstel van Gedeputeerde Sta
ten kunnen zich verder de leden vereenigen.
De heer Van Niftrik hfeld eene uitvoerige
rede, wetke hij beeind;gde met het voorstel
len van een amendement, om ook het per
soneel der lijn VlissingenBreskensTer
Neuzen te doen deeien in de verhooging
van jaarwedden.
De heer Van Rompu verdedigde het
standpunt van Gedeputeerde Staten en ont-
kende, dat het onbillijk is, dat de loonen op
bedoelde lijn niet worden verhoogd.
Het amendement van den heer Van Niftrik
wordt verworpen met 25 tegen 15 stemmen,
voor zoover het het personeel der stoom-
booten betreft.
De heer Dumoleyn verdedigt de verhoo
ging van de.jaarwedde van den conducteur
der lijn WalsoordenHansweert Van Beu-
sekom, tot een maximum van jllOO,en
hij stelt een amendement in dien geest voor.
Dit werd bestreden door den heer Van
Rompu, die ontkende, dat er reden is om
deze jaarwedde te verhoogen, terwijl de
heer Dumoleyn een medestander vindt in
den heer Van Waesberghe.
Het amendement van den heer Dumoleyn
wordt aangenomen vyyt 23 tegen 17 stem-
men.
Hierna wordt met 26 tegen 15 stemmen
aangenomen een voorstel van den voorzit
ter, om het amendement-Van Niftrik c.s.,
om de loonen der ponton- en kolenwerkers
te Vlissingen in behandeling te nemen,
waartegen Ged. Staten zich hadden verzet.
Het amendement werd o.m. bestreden
door den' heer De Veer, die tegenstander is
van eene gedeeltelijke salarisherziening.
Zijn amendement wordt, voor zoover dit
de pontonwerkers betreft, verworpen met
27 tegen 24 stemmen, en met een zelfde
stemmenverhouding dat betreffende de ko
lenwerkers.
Ten slotte werd het voorstel van Ged.
Staten met algemeene stemmen aangeno
men.
Jaarwedde opzichters Waterstaat.
In alle afdeelingen gingen stemmen op om
het maximum der jaarwedde van de provin
ciale opzichters te zien bepaald op 2.500,
en zulks met het oog op de twee oudste
opzichters, die door een hoogere bezoldi
ging ook een hooger pensioen zouden ge-
nieten, terwijl in twee afdeelingen het denk
beeld werd geopperd om alleen bij wijze
van uitzondering de twee oudste in dienst
zijnde opzichters een maximum te verlee-
nen van f 2.500.
Van andere zijde werd de aandacht er op
gevestigd, dat vooral de oudere opzichters
door bijwerk menigmaal niet onbelangrijke
bijverdiensten gehad hebben, terwijl een lid
opmerkte, dat het meer rationeel ware ge-
weest, als de nieuwe regeling in werking
trad op 1 Januari 1918.
Een lid eener afdeeling merkt op, dat, nu
de voorgestelde regeling voor een lange
reeks van jaren zal worden getroffen, het
weet geen beeldhouder, die haar evenaart.
Als gij mij naar het schip wilt vergezellen,
zal ik de kist openmaken en u het borstbeeld
laten zien, dat zij van mij gemaakt heeft.
Maar vertel mij eens, miste die bezoeker van
u den wijsvinger van zijn rechterhand
„Ja."
„Dan veronderstel ik dat hij Caleb heet."
„Ja, maar hoe weet gij dat
„Omdat ik hem dien wijsvinger afsloeg,"
zeide Marcus, „in een eerlijk gevecht, en",
ging hij op woesten toon voort, „hij is een
dolleman, een moordenaar, en ik deed ver-
keerd, met zijn leven te sparen."
„Aha zeide Benoni, „ik schijn toch nog
wel eenige menschenkennis te hebben, want
z6b heb ik hem mij voorgesteld. En wat
weet gij nog meer van die dame
„Nog wel iets, want eigenlijk ben ik met
haar verloofd."
„Zoo? Wel, dat is vreemd, want Caleb
vertelde mij hetzelfde."
„Vertelde hij u dat?" vroeg Marcus, ter
wijl hij van zijn stoel opsprong. „Dan liegt
hij, en als ik maar tijd had, zou ik het hem
bewijzen! Zij heeft hem afgewezen; dat
weet ik van Nehushta; en ik weet het ook
nog van andere kanten."
„Heeft zij u dan haar woord gegeven,
heer Marcus?"
„Niet geheel," antwoordde hij droevig;
,,maar dat was alleen, orndat ik geen Chris
ten ben. Maar zij heeft mij lief, daaraan
valt niet te twijfelen," voegde hij er wat
ppgeruimder bij.
„Caleb scheen er toch wel aan te twij
felen," meende Benoni.
Caleb is een leugenaar," herhaalde Mar
cus met nadruk, en gij zult verstandig
doen, met u voor hem in acht te nemen."
„Waarom zou ik mij voor hem in acht
nemen?"
Marcus zweeg een oogenblik, en ant
woordde toen ronduit:
„Omdat vrouwe Mirjam uw kleindochter
is, en de erfgename van uw schatten. Ik
vertel het u, want anders zou Caleb het
doen; waarschijnlijk heeft hij het reeds ge-
daan."
Een oogenblik verborg Benoni zijn gelaat
in zijn handen. Toen hief hij het hoofd
weer op en zeide:
„Ik vermoedde het, en nu ben ik er zeker
van. Maar, heer Marcus, al vloeit mijn
bloed in haar aderen, mijn geld behoort mij
zelf toe."
„Zeker. Behoud dat als gij wilt, of laat
het waar gij wilt. Ik zoek Mirjam en niet
uw schatten."
„Ik denk, dat Caleb en Mirjam en mijn
geld verlangt als een voorzichtig man.
Waarom zou zijn wensch niet vervuld kun-
overweging verdient om het pensioen ook
voor hunne weduwen en weezen meer in
overeenstemming te brengen met de bij het
Rijk ter zake vigeerende regeling; hij zou
het pensioen van f 600,op 735,wen-
schen te zien gebracht.
Vanwege Gedeputeerde Staten werd er
op gewezen, dat de voorgestelde jaarwedde
het Gedeputeerd College zeer biilijk voor-
komt en men bezwaarlijk een hooger maxi
mum kan toestaan, nu het minimum der In-
genieurs 2.400 bedraagt.
Bovendien wordt nog voorgesteld om
voor vergoeding kantoor-lokaal jaarlijks
f 125,toe te staan en de regeling van
tractement en vergoeding zal worden gere-
kend te zijn ingegaan met 1 Januari 1917.
Voorts, dat er slechts een provincie is
waar het maximum der jaarwedden van de
opzichters "hooger is dan f 2.400,-.
Om bij de voorgestelde regeling der jaar
wedden eene uitzonderingsbepaling te ma
ken voor de twee oudste nog in dienst zijn
de opzichters, wordt, als zijnde minder ge-
bruikelijk bij het maken van een reglement,
wat gelijkluidend behoort te zijn, niet wen-
schelijk geacht.
Voor de verhooging van het maximum
tot j 2.500,verklaarden zich 6 leden,
tegen de verhooging 25, terwijl 9 leden zich
hun stem voorbehielden.
Betreffende het in eene afdeeling geop-
perde denkbeeld om de pensioenen als
voorgesteld nader te regelen en deze te ver
hoogen, wordt vanwege Gedeputeerde Sta
ten aangevoerd, dat dit niet wel mogelijk
is, orndat dan evenzeer voor all^ provin
ciale ambtenaren eene nadere regeling ter
zake zou moeten worden ter hand genomen
en dit vooralsnog te ingrijpend is.
In stemming gebracht, verklaarden 10
leden zich tegen, 2 zich voor dit denkbeeld,
terwijl 1 lid zich zijn stem voorbehield.
Overigens kunnen alle leden zich met het
voorstel' van Gedeputeerde Staten vereeni
gen.
De heeren Van Niftrik en Van der Weide
verdedigden het bepalen van het maximum
op 2500,en laatstgenoemde diende een
desbetreffend amendement in.
Namens Ged. Staten werd het amende
ment bestreden door den heer Sprenger.
Het amendement werd met 21 tegen 20
stemmen verworpen.
Het voorstel is daarna zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Jaarwedde bibliothecaris.
Bii de behandeling van het voorstel tot
verhooging van de jaarwedde van den bi
bliothecaris der Prov. bibliotheek, werd
het door eenjid betreurd, dat thans nog niet
eens overwogen is om de bibliotheek ook
's avonds open te stellen, waartegen een
lid van Gedeputeerde Staten opmerkte, dat
de bibliotheek meer is een wetenschappe-
lijke en geen volksbibliotheek en dat hij
daarom de nu gestelde regeling voldoende
acht.
Met algemeene stemmen aangenomen.
Duurtetoeslag.
Aangenomen werd het voorstel tot wijzi
ging van de regeling van den duurtetoeslag
voor ambtenaren en beambten. De loon-
grens wordt daardoor voor Middelburg en
Vlissingen f 1950,— en voor de andere
plaatsen f 1900,
Met algemeene stemmen aangenomen.
Waterleidingen.
Bij de behandeling van het voorstel tot
verleening van eene bijdrage van ten hoog-
ste -f 8000,in de kosten van de voorbe-
reidende werkzaamheden voor den aanleg
van eene drinkwaterleiding in Zeeuwsch-
Vlaanderen, werd in een der afdeelingen be
treurd, dat niet volgens het advies van den
directeur van het Rijksbureau voor drink-
watervoorziening 10.000 is voorgesteld,
zulks in verband met diens advies aan den
Minister van Binnenlandsche Zaken. Van
de zijde van Ged. Staten werd opgemerkt,
dat hun college geen vrijheid heeft kunnen
vinden, om van den eenmaal aangenomen
regel, nl. dat de provincie evenveel zal be-
talen als de gemeenten en belanghebben te
samen, af te wijken.
Met algemeene stemmen aangenomen.
Subsidie ambachtsschool Goes.
Bij de behandeling van het voorstel om
het verzoek af te wijzen van de vereeniging
nen worden? Hij is een Jood van goede af-
komst, en ik denk dat hij een hooge positie
zal innemen-."
„En ik ben een Romein van betere af-
komst, en zal nog hoogere positie bereiken."
„Ja een Romein, en ik, haar grootvader,
ben een Jood, en houd niet van de Ro-
meinen."
„En Mirjam is noch Jodin, noch Romein-
sche, maar een Christin, opgevoed, niet
door u, maar door de Esseeers; en zij heeft
mij lief, ofschoon zij niet met mij wil trou-
wen, orndat ik geen Christen ben."
Benoni haalde de schouders op.
„Dit alles is voor mij een raadsel, waar-
over ik ernstig moet nadenken," zeide hij.
Marcus stond op en stond nu dreigend
voor den ouden man.
„Luister eens," Benoni," zeide hij, „de
oplossing van dit raadsel is niet uw zaak
of die van Caleb, doch van Mirjam zelf, en
van niemand anders. Begrijpt gij dat?"
„Ik begrijp, dat gij mij bedreigt."
„Ja, dat doe ik. Mirjam is meerderjarig;
haar verblijf bij de Esseeers loopt ten einde.
Ongetwijfeld zult gij haar tot u nemen.
Welnu, wees voorzichtig hoe gij haar be-
handelt. Wenscht zij zelf met Caleb te hu-
wen, laat haar dan begaan. Maar dwingt
gij haar daartoe, of laat gij toe, dat hij haar
dwingt, dan, bij uw God en bij mijn goden,
Ambachtsschool te Goes om de subsidie per
leerling en de maximum-subsidie te verhoo
gen, werd in alle afdeelingen de opmerking
gemaakt, dat door de tijdsomstandigheden
de uitgaven, vooral voor de ambachtsscho-
len, enorm gestegen zijn en het biilijk zou
zijn, zoo de Provincie in deze meerdere uit
gaven ook bijdroeg. Velen hadden gedacht,
dat de bestaande regeling zou worden her-
zien. In een der afdeelingen werd met t
stem tegen een voorstel aangenomen om
Ged. Staten te verzoeken de regeling der
subsidieering te herzien en het verzoek van
de ambachtsschool te Goes aan te houden.
Van de zijde van Ged. Staten werd aan
gevoerd, dat er huns inziens geen voldoen
de reden bestaat, deze nog pas in werking
getreden regeling te herzien. Als men om
de twee jaar elke regeling zou herzien, kan
men wel aan den gang blijven.
De heeren Elenbaas en Dekker drongen
er bij Ged. Staten op aan toe te zeggen,
een algemeene herziening der subsidierege-
ling voor ambachtsscholen, hetgeen de heer
Blum toezegde, onder voorwaarde, dat de
gewenschte richting wordt aangewezen.
Aangenomen werd het voorstel tot afwij-
zing van het verzoek om subsidie van de
vereeniging „Ambachtsschool voor Noord-
Beveland te Kortgene".
Na de pauze werd de discussie over de
subsidie aan de ambachtsscholen voortge-
zet, waarbij nogmaals goede overweging
van de kwestie door Gedeputeerde Staten
werd toegezegd en Gedeputeerde Staten
zich bereid verklaarden het verzoek van
Goes aan te houden.
Dit werd goedgevonden.
Industriescholen.
Bij de behandeling van het voorstel tot
toekenning van hoogstens 1500,aan
Industrie- en Huishoudschool te Middel
burg, werd de vraag gedaan of de uitdruk-
king ,,gewone uitgaven", aanhet hoofd van
het besluit voorkomende, wel voldoende
gedefineerd is, waarop namens Ged. Staten
geantwoord werd, dat daaronder alleen
mogen worden verstaan de exploitatiekos-
teri, die de vereeniging heeft te dragen in
verband met het onderwijs aan de van'haar
uitgaande school.
Een lid behield zich zijn stem over dit
voorstel voor.
Het voorstel werd zonder discussie of
'stemming aangenomen.
Aangenanicn werd het too stel tot vcr-
leenen van een subsidie tot een maximum
van f 2000,aan de vereeniging Ambachts
school te Goes voor een vakschool voor
meisjes.
W egsverbetering.
Bij het voorstel tot verhooging van het
renteloos voorschot voor wegsverbetering
aan de gemeente Vrouwenpolder, werd de
vraag gesteld, of men met de veranderfng
aan dezen weg niet had kunnen wachten,
tot de prijzen lager zijn geworden, waarop
Ged. Staten zeggen, dat zij hun voorstel al
leen een gevolg achten van het vroeger ge
nomen besluit, waarvan de uitvoering door
de tijdsomstandigheden meer kostbaar is
geworden. Een lid behield zich zijn stem
over dit voorstel voor.
Het voorstel werd zonder discussie of
stemming aangenomen.
Qmnibusdienst Wemeldingestation Vlake.
- Het voorstel tot het verleenen van f500,
subsidie aan J. Leendertse voor een omni-
busdienst Wemeldingestation Vlake, gaf
aanleiding tot de vraag, of, waar deze
dienst uitsluitend van belang is voor We
meldinge, de verhouding der subsidie niet
moet worden omgekeerd, waarop door een
ander lid er op gewezen wordt, dat dit
juist is, maar dat voor alle andere geval-
len, zooals bijv. de dienst TholenSt.
Maartensdijk, dezelfde regel wordt gevolgd,
waarmede Ged. Staten zich vereenigen.
Het voorstel werd zonder discussie o{
stemming aangenomen.
Aangenomen werd het voorstel tot afwij-
zing van het verzoek van den raad van
commissarissen der stichting Oranje-Nas-
sau's Oord, om subsidie.
en bij haar God, zeg ik u, dat ik terugkom,
en zulk een wraak zal nemen op hem en u>
en op uw geheele volk, dat het nageslacht
er van zal gewagen. Gelooft gij mij?"
Benoni keek op naar den man, die daar
in al zijn jeugd en schoonheid voor hem
stond, met vlammende oogen en trillend
van woede, en hij schoof eenigszins achter-
uit. Hij wist niet, dat de luchthartige Ro
mein zooveel wilskracht en overmacht be-
zat. Nu begreep hij voor het eerst, dat hi]
een echte zoon was van het geduchte ras
van veroveraars, en dat hij bij tegenwerking
even meedoogenloos kon zijn als de ergste
onder hen. En bovendien, dat zijn eerlijk-
heid en openhartigheid hem nog geduchter
maakten.
„Ik begrijp, dat gij zelf gelooft wat gij
zegt. Of gij het zult blijven gelooven, als gij
weer in Rome zijt, waar even mooie vrou-
wen zijn als de koningin der Esseeers, dat
is een andere vraag."
„Ja, een vraag, die ik zelf moet beant-
woorden."
Juist gij zelf zult die moeten beant-
woorden. Hebt gij nog iets te voegen bij
de voorwaarden, die gij uw nederigen
schuldeischer, Benoni, den koopman, wel
wilt opleggen?"
(Wordt vervolgd.)
TEB SEIIZESSCHK COURAST.