ALGEHEEN NIEUWS- EN ADVEBTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEBEN.
Mtiewfit.
No. 6551.
Dinsdag 3 Juli 1917.
57e Jaargang.
ABONNEMENT:
ADVERTENTlfiN
Maximumprijzen gezouten
Varkensvleesch.
Distributie Varkensvleesch.
Kamer m Koophandel en Fabrieken
BINNENLAND.
I
Telefoon S3.
Dit BM verschUnt Maandag^, Woensdag- en Yrpagayond, uitgezonderd op Feestdagen, hU de Firma F. J. YAH DE 8ANDE te Ter Nenzen.
Distributie Hondenbrood.
Openbare Vergadering
FE UIL L EX O N.
fPer 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10.
§Si| vooruitbetalingvoor Belgie 1.40, voor Ned.-Indie en Arnerika /1.65-,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer 0.10,
Bij direct© opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt da
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van adverteutien voor 1 UUr op den dag der uitgave.
De Burgemeester van TER NEUZEN
maakt bekend, dat de maximumprijzen voor
het gezouten Varkensvlee3*h dezelf-
de zgn als die van het versch varkens
vleesch.
Ter Neuzen, 2 Ju'li 1917.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN
maakt bekend, dat op bon No. 14, le serie
voor Varkensvleesch, deze week mag worden
afgeleverd 0.400 *K.G.
Ter Neuzen, 2 Juli 1917.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN
maakt bekend, dat op Oinsdag 3 en
Woensdag 4 Juli, beide dagen van
912 Y.m., houders van honden een honden-
broodkaart kunnen bekomen op het Levens-
middelenbureau.
De prqs der kaarten bedraagt 10 cent
per stuk en moeten bjj de aanvrage de
hondenbelastingbiljetten 1917 wor
den overgelegd.
Als wederverkooper voor dit brood is
aangesteld A. DE WITTE, Dijkstraat.
Ter Neuzen, 2 Juli 1917.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Burgemeester en Wetkouders van TER
NEUZEN maken bekend, dat
P. W. CRINCE en
P. M. MAAT,
wegens het verkoopen van brood zonder
bons voor een tijdvak van 9 dagen zijn
uitgesloten van het betrekken en verwerken
van Regeeringsmeel en Bloem, te beginnen
met 1 Juli en eindigende Maandag 9 Juli e.k.
middernackt, tengevolge waarvan geen brood
door deze bakkers kan worden afgeleverd.
Ter Neuzen, 30 Juni 1917.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
te Ten Keuzen.
op Donderdag den 5 Juli 1917, Js avonds
7 ure.
De Voorzitter,
M. G. A. BLANKERS.
De Secretaris,
N. J. HARTE.
DOOR
H. HIDER HAGGARD.
32)
„Dan weet tnen, hoop ik, ook, dat het
mijn schuld niet was. Maar, Nou, waarheen
zullen wij gaan wij hebben immers geen
vrienden, geen/lehuis en geen geld?"
„lk weet het niet; maar ook hier zal on-
getwijfeld een uitweg gevonden worden. In
het ergste geval heeft een Christen veld
broeders; en gij met uw bedrevenheid in
verschillende kunsten, zult in elke groote
stad van de wereld uw brood kunnen ver-
dienen."
,,Dat is waar," zeide Mirjam, moed vat-
tend; „als ik tenminste Marcus en mijn
ouden leermeester mag gelooven."
„En dan," ging Nehushta voort, „heb ik
nog ibijna al ihet goud, dat de Phenicier
Amram ons gaf, toen ik de vlucht nam
met uw moeder, en ook wat ik in den nacht
van uw geboorte uit de geldkist van den
kapitein der galei nam. Wees dus niet be-
zorgd, wij zullen geen gebrek lijden; dat
De conferentie met den Minister.
Men meldt uit Den Haag aan het Hbl.
Zooals bekend is, ontving de Minister
van Landbouw, Njjverheid en Handel Zater-
dagochtend een deputatie uit het hoofdbe-
stuur van den Alg. Nederl. Mijnwerkers-
bond, bestaande uit de beeren Elfers, voor
zitter, Smit en Garritsen en den heer Fim-
men als vertegenwoordiger van het Neder-
landsch Vakverbond.
De conferentie werd ook bijgewoond door
den heer Schmidt, chef van de afdeeling
nijverheid aan 's Ministers departement.
De conferentie duurde 2J/2 uur en had
tot resulaat dat de Minister den vertegen-
woordigers van het hoofdbestuur aanried
te bevorderen, datde staking werd opgeheven,
in het vertrouwen dat de Minister tou
nakomen hetgeen voor de staking was toe-
zegd. Rancune-maatregelen zouden hg de
staatsmgnen beslist zgn buitengesloten.
Nader vernemen wg nog uit Heerlen,
dat de directies Zaterdag aan de stakers
mededeelden, dat ook zg bereid zgn de
toezeggingen, voor de staking gedaan, alsnog
na te komen als Maandag het werk wordt
hervat.
Troelstra is optimistisch.
Onmiddellgk na de aankomst van Mr.
P. J. Troelstra in Den Haag, heeft //Het
Yolk" zich met hem in verbindiDg geateld
om zgn meening te vernemen over de voor-
uitaichten der conferentie te Stockholm,
z/flet Volk" kan reeds mededeelen, dat hg
vol goeden moed is. Er zullen nog groote
moeiigkheden overwonnen moeten worden,
maar Troelstra is vast overtuigd, dat bet
vredeswerk niet vrucbteloos zal blijven.
De gevaarlijke zone in de Noordzee.
Het ministerie van Buitenlandscbe Zaken
deelt mee, dat blgkens bericht van Hr. Ms.
gezant te London de Britsche Regeering
het volgende heeft bepaald
De gevaarlijke zfine in de Noordzee zal
van 4 Juli a. s. af omvatten alle wateren,
met uitzondering van de Nederlandsche en
Deensche territoriale wateren, liggende zuide-
lijk en oostelgk van een lgn, die begint 3
mijlen van dekust van Jutland, op denbreedte-
graad 57° 8' N. B. en gaat verder langs de
volgende punten lo. het punt, gelegen op
57° 8' N. B. 4° O. L.2o. het punt ge
legen op 53° N. B. 4° O. L.van daar langs
den breedtegraad 53° N. B. naar het punt,
gelegen op 3 mijlen van de Nederlandsche
kust. Van daar naar het Noorden en Oosten
loopende langs de grens van de Nederlandsche
territoriale wateren.
Daar tengevolge van dezen maatregel de
veilige vaargeul in de Noordzee binnen de
gevaarlijke zone zou vallen, en daardoor alle
scheepvaart van en naar Nederland om de
noordkust van Engeland geheel onmogelijk
zou worden, heett de Nederlandsche Regee
ring, aannemende dat zulks niet de bedoe-
ling der Britsche Regeering kan zgn, de
aandacht dier Regeering op de hoogst be-
denkelijke gevolgen van dien maatregel ge-
vestigd en de verwachting uitgesproken,
dat daarin nog wgziging zal worden gebracht.
zouden de Esseeers ook nooit toelaten. Nu,
kind, gij zijt vermoeid, ga slapen, en droom
dat uw liefste is teruggekeerd!"
Met een bezwaard hart, overwonnen en
beschaamd, schudde Caleb het stof van het
dorp der Esseeers van zijn voeten. Bij het
aanbreken van den dag, na den nacht van
zijn strijd met kapitein Marcus, had men
ook hem, met een stok in zijn verbonden
hand en een zak met mondvoorraad op den
schouder, kunnen zien staan op den kleinen
heuvel, turend naar het huis waar Mirjam
woonde. In de liefde en in den strijd was
alles hem tegengeloopen, zoozeer, dat hij
bij de gedachte daaraan op de tanden
knarste. Mirjam hield niet van hem; Mar
cus had hem bij den eersten aanval ver-
slagen, en hem het leven geschonken; en
het ergste van alles was, dat deze beiden,
door wie hij zooveel had geleden, elkander
liefhadden. Zijn lijden was zwaar in dat
uur, want wat treft de jeugd dieper, dan
teleurgestelde liefde en de schande van een
nederlaag?
De zon ging op en overstroomde de we
reld met licht en leven. De vogels begon-
nen te sjilpen, en andere dieren vertoonden
Getrokken draad en draadnagets.
Door Gebroeders Van Tiel, te Helmond,
Th. Thiel's Draadindustrie, te Beek en Donk,
Everts en v. d. Weijden te Helmond en
de Nederlandsche Draadnagelfabriek J. B.
C. Caron, te Eindhoven is in een adres
aan den Minister van Landbouw te ken-
nen gegevendat zij hier te lande de
eenige fabrikanten zijn van getrokken
draad en draadnagels, waarvoor de grond-
stof uit Duitschland komt.
De uitvoer van deze grondstof uit Duitsch
land, sinds Juli 1916 geheel gestaakt is,
en de Duitsche fabrikanten, bij welke zij
gezamelijk in koop hebben 6250 ton wals-
draad, benevens 685 ton getrokken draad
hebben, verklaard voorloopig ook geen
leveringen te kunnen uitvoeren zelfs zgn
zg tot algeheele annuleering overgegaan.
De benoodigde voorraad walsdraad hier
te lande is voor geen maand meer toerei-
kend en wanneer niet eerlang draad inge-
voerd wordt, zulleti han fabrieken moeten
worden stilgelegdwaardoor ook talrijke
andere fabrieken niet meer zullen kunnen
werken.
Om die redenen verzoeken zij, het daar
heen te willen leiden, dat bij de Duitsche
regeeringen stappen worden ondernomen,
opdat zoo spoedig mogelijk weder tot uit
voer van walsdraad, zoo mogelijk ook ge
trokken draad, worde overgegaan.
Goud uit Duitschland.
Bewaakt door een 6-tal peraonen kwam
Dinsdag in een uit Duitschland komenden
trein een wagon ons land binnen, die niet
minder dan ongeveer 50 millioen mark (cir
ca 17 millioen golden) aan Duitsch goud
geld inhield, bestemd voor Amsterdam.
De getorpedeerde schepen.
De correspondent van de N. R. Crt. te
Parijs seint
Onder het opscbrift Heperation et Prece
dent schrjjft Jean Herbette in de Temps:
Duitschland herstelt eindelijk den aanslag,
22 Februari tegen Nederland gepleegd.
Nederland had onvoldoende aanbiedingen
geweigerd en het heeft er zich niet over
te beklagen. Als de Duitschers toegeveu,
is het vooral omdat de duikboot-oorlog niet
de gewenschte resultaten heeft opgeleverd.
Wij houden gaarne aanteekening van deze
bekentenis van hun ontgoocheling. Mis-
schien zullen de Duitschers antwoorden,
dat zij niet voor niets hebben toegegeven
en dat de Nederlandsche regeering betaalt
in den vorm van levensmiddelen wat Duitsch
land in den vorm van schepen toestaat.
Als dit het geval is, zou men nog meer
de belangrijke verschepingen van graan
men zegt van 50,000 tonnen betreuren,
die onlangs naar Nederland zgn gegaan
zonder dat de al te goed vertronwende
exporteurs eenige voorwaarden hebben ge-
steld. Maar een zoodanig feit zal niet meer
voorkomen, dank zij de nieuwe wet in de
Vereenigde Staten. Trouwens, de entente
heeft de middelen om van Nederland een
groot deel van zjjn producten te koopen
ze kan zich per slot van rekening laten
betalen in vee, wat ze in goederen aan de
Nederianders levert.
Als Duitschland onder voorwendsel van
vergoeding een speculatie heeft willen doen,
zich. Ook op Caleb, die zoo vatbaar was
voor indrukken, had deze verandering in-
vloed. De hoop ontwaakte .weer in hem en
zelfs 'de pijn van zijn verminkte 'hand was
vergeten.
„Ik zal het toch winnen," riep hij den
stillen ihemel toe; „mijn zorgen zijn voor-
bij. Ik zal schijnen als de zon; ik zal heer-
schen als de zon, en mijn macht zal mijn
vijanden verschroeien. Het is een goed
voorteeken. Nu ben ik blij, dat de Romein
mijn leven spaarde, opdat ik hem later het
zijne kan ontnemen en Mirjam."
Toen stapte hij voort in het heerlijke
zonlicht, en zag, hoe zijn schaduw voor hem
uitging.
„Zij strekt zich uit," zeide hij; „ook dat
is een goed voorteeken."
Op weg naar Jeruzalem dacht Caleb veel
na en (hij praatte met alle menschen die hij
ontmoette, zelfs met bandieten en landioo-
pers, die hem om zijn armoede met vrede
lieten, want hij wilde weten, hoe de zaken
stonden in het land. In Jeruzalem zocht hij
het huis, waar de vriendin van zijn moeder
woonde, die hem als klein kind had toever-
trouwd aan de zorg van de Esseeers. Hij
vernam, dat zij overleden was, maar haar
moet het niet moeilijk zjjn die berekening
te laten falen.
Herbette vervolgt, dat de vergoeding aan
Nederland een precedent vormt voor de
andere neutralen en voor de geallieerden.
Hg besluit zijn artikel aldus
De Duitsche regeering is nu gehouden
aan alle onzjjdigen, die soortgelijke klach-
ten hebben, schepen af te staan, geljjkwaardig
aan die, welke onrechtmatig aangevallen
zgn. Het precedent is zelfs van nog verdere
strekking. Er is evenveel zoo niet meer
reden om de Lusitania te vergoeden
als een Noorderdgk. Duitschland geeft aan
de entente het recht om na den oorlog het
equivalent te eischen van den tonnenmaat
der handelsschepen, die door Daitsche
duikbooten in den grond zgn geboorjj.
Saint Brice schrijft in het Journal
De Duitschers stemmen er in toe de ge
torpedeerde Nederlandsche schepen te ver-
vangen dat is geen laat aelfverwijt, maar
een gevolg van de nieuwe maatregelen van
de Vereenigde Staten. De voorwaarde, dat
de schepen alleen gebezigd zullen worden
in het transatlantisch bedrijf, onthult de
beweegreden aangetoond wordt het belang,
dat Duitschland hecbt aan de indirecte
levensmiddelenvoorziening door bemiddeling
van onzijdigen. Ziehier een gelegenheid
voor de entente om eveneens een weinig
iuitiatief te toonen.
Interview met Lord Derby.
De berichtgever van het Hbl. te Lou
den seint:
Gedurende de laatste weken zijn er in de
Duitsche pers Imrhaaldelijk verklaringen
voorgekomen, dat de Duitsche flank in
Vlaanderen bedreigd wordt door de Engel-
sohen en dat Engeland een marine-aanval
op de Belgische kust beoogt en trachten zal
Duitschland door Nederland heen een slag<
toebrengen.
Deze geruchten werden zoo dikwijls her-
haald, dat sommige onzer landgenooten te
Londen zich begonnen af te vragen of er
niet eenige waarheid is in hetgeen de Duit
sche bladen zeiden. En ik heb vernomen,
dat ook in Nederland sommige lieden zich
daaromtrent eenigszins ongerust maken, in
de meening, dat Duitschland Engeland's
plannen als een voorwendsel zou aanvallen
om in Nederland te vallen, teneinde in staat
te zijn de Nederlandsche kust tegen een
mogelijke Engelsche invasie te verdedigen.
Om deze reden trachtte ik te weten te ko
men, wat de Britsche regeering naar aan-
leiding van deze Duitsche verklaringen te
ze'ggen had. En ik had de voldoening het
antwoord te vernemen uit den mond van
den Minister van Oorlog, lord Derby, die
mij, welwiliend toestond hem over dit be-
langrijk onderwerp te-interviewen.
Lord Derby ontving mij met de grootste
hartelijkheid in zijn kabinet in het War
Office.
Toen ik hem als eerste vraag stelde, of
er in de vriendschappeiijke betrekkingen
tusschen Nederland en Engeland eeh ver
andering is gekomen, zeide hij nadrukkelijk:
„In het minst niet. Er is geen verande
ring, van welken aard ook, in deze betrek
kingen ontstaan. En wij hopen, dat dit ook
nooit zal geschieden. Bovendien zie ik niet
in, waarom dit het geval zou zijn."
„Er is dus geen mogelijkheid, dat Enge-
zoon, een vriendelijk, gastvrij man, had van
hem gehoord en beschermde hem terwille
van zijn moeder. Toen zijn hand genezen
was, en zijn vriend hem kleeren en wat geld
had bezorgd, begaf Caleb, zonder iets van
zijn plannen te zeggen, zich naar het paleis
van Gessius Florus, den Romeinschen pro
curator, en zocht een onderhoud met hem te
verkrijgen.
Driemaal wachtte hij uren achter elkan
der, om telkens op het laatst door de wach-
ten verdreven te worden. Bij zijn vierde
bezoek was hij gelukkiger, want Florus, die
hem reeds vroegei; had opgemerkt, vroeg,
waarom hij daar zoo geduldig bleef staan.
Een officier antwoordde, dat de man een
verzoek kwam indienen.
„Laat mij dat dan hooren," zeide de land-
voogd. ,,Ik ben hier om gerechtigheid uit
te oefenen bij de gratie en in naam van
Cesar."
Caleb werd dus opgeroepen en stond voor
een kleinen Romein met donkere oogen,
ruige wenkbrauwen en kort geknipt haar,
die er uitzag naar wat hij was een der
slechtste heerschers, dien Judea ooit gekend
had.
„Wat wilt gij, Jood?" vroeg hij met bar-
land zal trachten Duitschland over Neder-i
landsch gebied heen te treffgn?" vroeg ik„
„Daar is geen sprake van zulk een mo
gelijkheid. Zoolang Nederland onzijdig is,
zullen wij zijne neutraliteit eerbiedigen. Bij
ons bestaat geen plan om die neutraliteit te
schenden."
„En houdt zich Groot-Brittannie evenzeer
aan de neutraliteit van de Schelde.als het
sedert het begin van den oorlog heeft ge
daan?" vroeg ik verder.
„Zeer zeker", antwoordde lord Derby.
„Wij denken er niet aan, de Schelde op te
varen. Een dergelijk plan is nooit bij ons
opgekomen, laat staan besproken."
„Y o u r Lordship zoo merkte ik
verder op heeft zeker gelezen in de Duit
sche bladen, bij voorbeeld in de ..Deutsche
Tages Zeitung", dat graaf Reventlow de
meening heeft geuit, dat Nederland's onaf-
hankelijkheid zal worden aangetast op het
oogenblik, waarop het offensief der Engel-
schen tegen de Duitsche posities in Belgie
gelukken mocht en dat onder geen omstan-
digheden een onafhankelijk Belgie zou kun
nen bestaan, als Engeland daar, direct of
inderect, het bewind zou voeren en dat in
zuik een geval het met Nederland's onaf-
hankelijkheid gedaan zou zijn. Voorts dat
de Engelsche overheersc'hing op het vaste-
land zou beteekenen, dat van Nederland een
tweede Portugal werd gemaakt. Wat is
uw meening daaromtrent deze Duitsche ver-
onderstellingen?"
Lord Derby glimlachte en antwoordde:
„Dat is weer opnieuw de Belgische true. Al
deze Duitsche uitingen beteekenen slechts
de voorbereiding tot een voorwendsel voor
een overval in Nederland. Het Nederland
sche volk moest nu toch wel weten, dat
Duitschland meester is in de kunst van in-
trigeeren.
Uw volk moet zich afvragen of Duitsch
land altijd de neutraliteit van Nederland zal
eerbiedigen. Ik weet niet wat Duitschland
bedoelt met „een tweede Portugal"; ikweet
alleen, dat Portugal onze zeer trouw^bond-
genoot is en zijn troepen zij aan zij met de
onze strijden. De uitdrukking „een tweede
Portugal" gebruikt Reventlow, zooals ik uit
uw woorden opmaak, alleen om onrust te
stoken in Nederland. Wij weten, dat Neder
land zeer moeilijke tijden doormaakt en hoe
het zijn onzijdigheid handhaaft. En geloof
mij, wij begrijoen hier volkomen, dat het
die 'onzijdigheid wil handhaven.
En waarlijk hier sprak de meneer met
grooten nadruk wij eerbiedigen het om
dat het zulks doet. Ik kan u stellig verze-
keren, dat wij niets zullen doen om Neder
land te bewegen zijn onzijdigheid op te ge*
ven. Laat uw land goed uitzien, wie dit
zou trachten. Er dreigt Nederland geen ge-
vaar aan de zee-zijde, maar wel aan de
landzijde. Geloof mij, er bestaat in de poli-
tieke kri'ngen in Engeland en zeker niet
in militaire kringec niet het minste ge-
voel van onwelwillendheid jegens uw land.
Wij wenschen niets anders dan met Neder
land op zoo vriendschappelijk mogelijken
voet te blijven; wij hopen zelfs dat onze
vriendschappeiijke betrekkingen na den oor
log nog krachtiger zullen worden dan zij
reeds zijn. Als er ooit in Nederland eenige
ongerustheid heeft bestaan naar aanleiding
der Duitsche pers, dan kan ik uw landge
nooten verzekeren, dat deze ongerustheid
overbodig is."
sche stem.
„Iets, wat ik zeker bij u zal vinden, edele
Florus, recht tegen de Joden, niets dan
recht."
De hovelingen en wachters glimlachten,
en zelfs Florus lachte even.
„Dat is tot zekeren prijs te verkrijgen,"
antwoordde hij.
„Ik ben bereid, dien prijs te betalen."
,,Deel dan uw zaak mede."
Caleb begon. Hij vertelde hoe zijn vader,
vele jaren geleden, was omgekomen bij een
opstand, en hoe, daar hij nog een kind
was, eenige Joden van de partij der Zelo-
ten zich van zijn bezittingen hadden mees
ter gemaakt, op grond dat zijn vader partij
had getrokken voor de Romeinen. Hij, de
zoon, was aan de liefdadigheid overgela-
ten. Die bezittingen bestonden uit stukken
vruchtbaren grond, en huizen in Jeruzalem
en Tyrus, en waren nog steeds in hun han-
den of in-die van hun nakomelingen.
De zwarte oogen van Florus glinsterden.
„Hun namen," zeide hij, naar zijn schrijf-
gereedschap grijpend.
(Wordt vervolgd.)
TER NEUZENSCHE COURANT