Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 6544.
Zaterdag 16 Juni 1917.
57s Jaargang
Aanwijzing yerkrijgbaarstelling
Levensmiddelen.
«J M,
De Oorlog.
BINNENLAND.
B U I T E H L A N O.
E'EUILLETOIT.
TW.SEID1] BXjA.X3.
Burgemeester en Wethoudera van 1EL
NEUZEN maken bekend, dat in de week
van 18- 24 Juwi geldig zulien zijn voor
Aardappelen bon no. 2, 3 en A Be aerie
Bak- en Braadvet 12 le u
Yarkensvleeseh. v u 12 le
Groene Erwten u n 8 le
Rijst 7 le
Ter Neuzen, 15 Juni 1917.
Burgemeester en JYetkouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
N.B. Op bon no. 12 voor Varkens-
vi@esch mag0.300S.Cr. worden
afgegeven.
Op bon no. 7 voor Rijst mag siechts
0,400 K.G. worden afgegeven.
Suikeruitvoer.
Naar bekend is werd tot dusver van den
laatsten suikeroogst nog niets uitgevoerd--
uitgezonderd eenige kleine hoeveelheden,
verwerkt in suikerboudende producten.
Thans echter, nu men meent verzekerd te
zijn van den nieuwen oogst, heeft de Re-
geering toestemming verleend, dat de uitvoar
van het gedeelte dat niet voor de binnen-
landsche consumptie wordt vereischt -on
geveer de helft van den oogstzal worden
uitgevoerd, voor de helft naar Duitschland
en voor de andere helft naar Engeland.
Van enkele zijden is intusschen zoo
vernamen wij bezwaar gemaakt dezen
uitvoer thans reeds te doen plaats hebben,
terwijl nog zoo weinig zekerheid bestaat
aangaande de mogelijkheden der naaste
toekomst.
Laat ons intussehen hopen, dat er een
zeer ruime marge zal worden genomen,
opdat tenminste bij den overgang van den
ouden oogst tot den nieuwen geen tekorten
zullen zijn waar te nemen zij het van
plaatseliiken aard als het vorige jaar.
(Hbl.)
Protest tegen het Kollewijnsch.
Aan de Staatscommissie in zake het
spellingvraagstuk is een adres gezonden in
zake dat vraagstuk, geteekend door ruim
zevenhonderd mannen en vrouwen van zeer
verschillenden maatschappelijken werkkring
en waaronder men namen aantreft, die be-
hooren tot de besten van het land.
De kwaliteiV en de kwantiteit imponeeren
wanneer men die reeksen namen ziet en
zoo is het adres daardoor niet alleen, maar
ook door de krachtige argumentatie een
stuk, dat niet zal nalaten invloed te oefenen
op de beraadslagingen van genoemde Staats
commissie.
Het comite acht een geheel onveranderd
vasthouden aan de spelling van De '7ries
en Te Winkel volstrekt niet noodig en
zou dan ook met vol vertrouwen de uit-
komst van het deskundig overleg eener
deskundige Staatscommissie tegemoet zien,
indien de wijze van samenstelling dier
comtnissie niet deed vreezen, dat daarbij
een riehting zal worden gevolgd als 25 jaar
geleden door Dr. R. A. Kollewijn aange-
wezen.
De onderteekenaren van het adres zouden
geheele of gedeeltelijke toepassing der be-
ginselen van de Vereeniging ter Vereen-
voudiging van de Schrijftaa! een ramp
vinden voor de ontwikkeling onzer schrijf-
taal en nadeelig voor de haudhaving eener
beschaafde omgangstaal.
Hun voornaamste grondeu hiervoor zijn
de volgende
lo. de ,/Kollewpnsche" vereenvoudiging
berust op een verkeerd inzicht in de ver-
houding tusschen schrijftaal en spreektaal
2o. de voorstanders dier vereenvoudiging
gaan stelselloos en inconseqent te werk
8o. de ,/Kollewijnsche" vereenvoudiging
is niet alleen niet nuttig, doch integeudeel
schadelpk voor de verspreiding en de hand'
having der Nederlandsche taal buiten Ne
derland
4o. hare invoering zal nadeelig zijn
voor de beschaving van het Nederlandsche
volk
5o. hare invoering zal nadeelig zijn
voor het onderwijs op de scholen.
In een bijlage worden deze punten af-
zonderlijk breedvoerig toegelicht.
De aanvoer.
Donderdagavond is te Rotterdam uit
Baltimore aangekomen het stoomschip
Moerdgk met een lading graan voor de
Nederlandsche Regeering.
Brandhout.
Het Kameriid Sannes heeft, naar Het
Volk verneemt, de vorige week aan Minis
ter Posthuma eenige vragen gesteld ten
aanzien van het brandhout. Hij verlangt
van den Minister, dat deze de prijsopdrij-
ving zal tegengaan en het brandhout be-
trekken in de distributie, terwijl de voor-
raden, die thans door particulieren zijn
gemaakt, zijns inziens in mindering behoo-
ren te worden gebracht op hun brand
stoffenrantsoen.
DOOR
H. RIDER HAGGARD.
26)
„Wanneer en waar gij wilt," antwoordde
Marcus glimlachend, alsof het vooruitzicht
van een gesprek, alleen met Mirjam, hem
niet mishaagde, al was de boosdoener
Caleb er dan ook het onderwerp van. „Be-
paal zelf tijd en plaats, vrouwe."
Nu werd de snorker werkelijk wakker en
stond met veel rumoer van zijn stoel op,
waardoor ook de anderen ontwaakten. Te-
gelijk stond Nehushta op, en wierp, als bij
toeval, een koperen blaadje met metalen
gereedsehappen op den grond.
„In den tuin, een uur na zonsondergang,
Nehushta zal de kleine deur open laten."
„Goed," antwoordde Marcus. „Goede he-
rnel! wat een rumoer!'' ging hij overluid
voort. „Heeren, waarom'maakt gij het uzelf
zoo lastig? Ik vrees dat dit lange wachten
voor u even vervelend is, als het mij on-
noodig voorkomt."
De zon was ondergegaan, en de laatst'e
roode gloed was verdwenen uit het Westen.
Alleen de halve rnaan gaf haar licht. De
geheele wereld was verzadigd Van vrede en
schoonheid; zelfs de omtrekken der bergen
schenen zachter, en de grauwe wateren der
Doode Zee glansdep als zilver. De lucht
was vervuld van bloemengeur, terwijl de
Minister van Oorlog.
Bij Kon. besluit van 13 dezer is, met
ingang van 15 dezer
lo. de Minister van Marine, kapitein
ter zee J. J. Rambonnet, eervol ontheven
van het beheer ad interim van het depar-
temen van oorlog, met dankbetuiging voor
de door hem in deze den laade bewezen
diensten
2o. benoemd tot Minister van Oorlog,
Jhr. Mr. B. C. de Jonge, administrateur
bij het departement van oorlog.
DE WARBOEL IN RUSLAND.
Engelscbe, Fransche, Italiaansche bladen,
kranten uit de landen dus, waar men er
belang bij heeft de toestanden in Rusland
zoo gunstig mogelijk voor te stellen, wijzen
erop, dat de revolutie den Russen de baas
begint te worden. De beweging is den
voorloopigen regeerders boven het hoofd
gegroeid en aan de verregaande eischen
der arbeiders kan het huidige in alle op-
zickten verwaarloosde Rusland zeker niet
voldoen. De Morning Post vertelt b.v.
dat overal de fa'orieken worden stopgezet,
omdat de buitensporige loonen niet meer
kunnen worden betaald. Alom is de acht-
urige werkdag ingevoerd, niet alleen voor
zwaren arbeid, doch ook voor de lichtste
werkzaamheden.
Werkstakingen zijn aan de orde van den
dag, en het personeel vraagt niet alleen
buitensporige loonsverhoogingen doch eischt
buitendien, dat aan deze een terugwerkende
kracht zal worden toegekend. Voor een-
voudige handwerkslieden wordt 500 pond
per jaar betaald, terwijl wat meer bedreven
arbeiders een loon van 1000 pond sterling
stilte siechts verbroken werd door het blaf-
fen van een zwervenden hond of het huilen
van een jakhals in de wildernis.
„Een heel mooie nacht om over Caleb
te spreken," dacht Mareus, die tien minuten
te vroeg op de afgesproken plek was ver-
schenen. Als Marcus had opgemerkt, dat
diezelfde Caleb, zacht sluipend als een kat
en met groote zorg in de schaduw blijvend,
hem gevolgd Was door de kleine deur, die
hij vergeten had af te sluiten, en zich nu
verborgen hield in de kleine boomgroep bij
den muur, dan was hem misschien een
spreekwoord te binnen geschoten, dat zegt,
hoe slangen schuilen in het groenste gras,
en hoe de mooiste bloemen de scherpste
doornen dragen. Doch op het oogenblik
kon hij siechts denken aan het gesprek dat
hem wachtte, met een mooie, beschaafde
jonge dame, wier beeld zich zoo diep in zijn
lrart had gegrift, dat hij niet iwst, hoe hij
het er ooit weer uit zou krijgen.
Opeens zag Marcus een wit kleedje, ge
volgd door een donkere gestalte, naderend
door den flauw verlichten tuin, en zijn hart
stond stil, om daarna zeer onregelmatig te
gaan kloppen. Hij kon niet weten, dat op
korten afstand van hem een ander hart ook
bleef stilstaan om toen te gaan bonzen in
razende woede. En wellicht was er nog een
derde hart, dat ook last had van buitenge-
wone bewegelijkheid.
„Ik wou, dat zij die oude vrouw maar had
thuisgelaten", mompelde Marcus. „Maar
neen, zoo is het beter, want er zijn vlegels,
die, als zij het wisten, het haar ten kwade
bedingen. Daarbij komt, dat in den tegen-
woordigen avbeidsdag van acht uren, even-
veel verricht wordt als vroeger in circa
vier uren. Bovendien is de ackturige
arbeidsdag siechts een overgangsstadium
in verschillende bedrijven wenscht men
reeds een zesurigen arbeidsdag, en wel
zoodanig berekend, dat het werk aanvangt
op het tijdstip, dat de arbeider zijn woning
verlaat en eindigt op het oogenblik dat
hij daarin terugkeert.
De Temps beweert dat zelfs met een
algemeene werkstaking wordt gedreigd, als
niet de 6urige werkdag wordt ingevoerd.
Hoezeer men vreest, dat de pas verworven
vrijheid in wodka (jenever) zal worden ver-
dronken, blijkt uit de strafien die op open-
bare dronkeDSchap worden gesteld. lemand,
die in beschonken toestand op straat wordt
aangetroffen, kan veroordeeld worden tot
een gevangenisstraf van 18 maanden. ln-
■dien hp zich onordelijk gedraagt, loopt hij
kans alle burgerrechten te verliezen, terwijl
hem bovendien nog een veroordeeling tot
dwangarbeid te wachten staat, en wel voor
een tijd van zes of acht jaren, indien hp
iemand overlast aandoet of eigendommen
beschadigt, of tot vier a zes jaren, wanneer
hij een pogiug in dien zin onderneemt,
zonder evenwel te slagen.
Yolgens de Stampa staan de iinancien
er allertreurigst voor. De vrijheidsleening
is door de weigering der kleine burgers om
mee te doen, een mislukking geworden, be-
lasting wordt niet meer betaald, vooral niet
op het platteland. Dientengevolge is weer
papierengeld uitgegeven, zooals we reeds
hebben gemeld. Het blad herinnert dan
aan de redevoering, die minister Tsjingaref
te Moskou hield en zet uiteen, dat de levens-
middelencrisis met de financieele gelijken
tred houdt. De boeren houden angstvaliig
hun landhouwproducten en hun vee achter
en steeds kleiner worden de hoeveelheden,
die naar de steden gaan. Met het begin
van den oogst zal het goederenverkeer ge
heel ophouden. De steden hebben aan al-
lerlei andere producten evenzeer gebrek.
Er is geen katoen meer, geen leer, geen
ijzer en geen gegoten staal. Het spoor-
wegverkeer stokt steeds meer en wegens
gebrek aan rails heeft „:en heele lijnen
opengebroken om rails voor het front te
krijgen.
Stakingen staan allerwege voor de deur
of zijn reeds uitgebroken. Er dreigt o.a.
een groote spoorwegstaking, omdat het
spoorwegpersoneel geen loonsverhooging
kreeg. Te Archangel dreigt een staking
der havenarbeiders, hetgeen het verkeer in
de laatste Russische haven zou verlammen.
Te Petersburg staken de doctoren, die
zoowel weigeren dienst te doen in de zie-
kenhuizen als particulier ziekenbezoek af
te leggen. Middelerwijl heerscht onder
enkele groepen der arbeiderspartij een stij-
gende verbittering en zp bestrijden elkander
wederkeerig. Yooral de aanhangers van
Lenin deinzen voor niets terug en een paar
dagen geleden wierpen zij zeifs een gede-
legeerde van den Arbeiders- en Soldatenraad
in de Newa. Ook wordt met bommen
hoog loopt, dat de vreedzame bevolking
zich alom tegen rooverbenden wapent,
hebben te Petersburg gemeenteraadsver-
kiezingeu paats waaraan ook vrouwen
deelnemen, wier stemmen voor 't meeren-
deel op voorstanders van orde en regel-
maat en tegen de anarchistische elementen
worden uitgebracht.
Opmerkelijk is het wel, dat men niet
meer van tegenrevoluties hoort. Alleen uit
Kief wordt iets van dien aard bericht. Vol-
gens de Deutsche Tagesztg. zouden niet
minder dan 100 Russische generaals zijn
gevangengenomen, beschuldigd van deel-
name aan een samenzwe^ing tot het veroor-
zaken van een contra-revolutie.
geworpen.
De socialistische pers voelt zich zoo
sterk, dat ze de uitlevering eischt van alle
voor de burgerliike bladen bestemd papier.
De kwestie tusschen Kroonstad en de
Yoorloopige Regeering is nog evenmin in
het reine. De rebellen te Kroonstad ver-
klaren thans, dat ze er nooit aan gedacht
hebben de regeering te Petersburg te
erkennen.
Te midden van deze anarchie, die zoo
BOMAANVAL OP LONDEN: 97 DOODEN.
Zeppelin's uitvinding heeft in den strijd
der Duitschers tegen hun meest gehate
tegenstanders, de op hun door de zee om-
spoelde eilanden zoo moeilijk te treffen En-
gelschen, plaats gemaakt voor de vlieg-
machine.
Een der meest effectvolle slagen heeft
een. eskader van 15 machines hun gister-
morgen toegeibracht. Bij Noord-Foreland,
waar het een tweetal foommen Met vallen,
kwam het over de kust van Essex heen,
om elf uur ongeveer, en langs het strand
koerste het toen verder in Noordelijke rich-
ting naar het hart van Engeland, naar Lon-
den. Te 11 u. 25 viel de eerste bom op het
Oosteinde der stad, nadat het Duitsche
smaldeel zich op zijn tocht boven Engeland
in tweeen had gesplitst. Ook op andere
wijken werden bommen geworpen en zelfs
de city bleef, ondanks den ingespannen ar
beid van het afweergeschut en ondanks het
feit, dat tal van afweervliegers de lucht in
gingen, niet gevrijwaard voor een bezoek
der vermetele Duitschers. Niet minder dan
13 bommen vielen in dit belangrijkste deel
der hoofdstad, waar regeeringsgebouwen,
banken en kantoren in een betrekkelijk
klein bestek bijeen staan. Aldus deelde Mi
nister Bonar Law in het Lagerhuis mede.
In de eerste berichten over de ramp loo-
pen de opgaven omtrent de slachtoffers
zeer uiteen. Bonar Law bracht in het La
gerhuis heel andere cijfers ter tafel dan lord
Derby in het Hoogerhuis. Het laatste offi-
cieele bericht deelt echter mede, dat 55
mannen, 16 vrouwen, 26 kinderen gedood
werden. Gewond werden 223 mannen, 122
vrouwen en 94 kinderen. Hetzelfde com
munique vermeldt, dat schade aan militaire
of maritieme inrichtingen niet werd toege
bracht.
In uitgebreider telegrammen vinden we
nadere bijzonderheden over 't gebeurde.
Daaruit blijkt, dat o.a. een bom juist op
een spoorwegstation terecht kwam, toen
een trein binnenstoomde; zeven passagiers
werden gedood en 16 gewond. Een andere
bom viel op een school, 10 kinderen doo-
dende en een 50tal verwondende.
Een derde bom kwam op een schdol te
recht, maar ontplofte niet. In een drukkerij
drong een bom door tot de derde verdie-
ping, doch de honderd werklieden hadden
zich reeds in veiligheid gesteld. In een ar-
b'eiderslbuurt richtte een projectiel vreese-
lijke verwoestingen aan. Naar Engelschen
trant heeft een van Reuter's berichtgevers
pleizier in het opsporen van .de grillen der
bommen. Hij vertelt van een bom, die een
vuilniskar in splinters sloeg, den bestuur-
der zwaar verwondde, maar het paard on-
gedeerd liet; niet minder grillig ging een
projectiel te werk, dat een groote klok in
stukken sloeg, terwijl het uurwerk kaim
doorliep.
Een andere berichtgever beschrijft de
dood- en verderf-brengende machines als
glinsterende stukjes zilver hoog in de lucht,
die op minstens 18000 voet boven de stad
ronddraaien, gescheiden van elkaar, elk op
eigen gelegenheid zijn bommen strooiende.
Hij vertelt ook van een bom, die op een
verpakinrichting van thee viel, waar 6
meisjes gedood werden en 16 ernstig ge
wond en van een bom op een jamfabriek,
waardoor een der daar werkende meisjes
gedood werd.
Alle berichtgevers zijn 't er over eens,
dat nergens sprake was van een paniek.
De scholen werden door de goed gedrilde
leerlingen snel en ordelijk ontruimd; op
de be'vyaarscholen hield men de kinderen
maar binnen.
Zoo weinig was men in de Engelsche
hoofdstad verschrikt, dat velen op de daken
waren geklauterd am het schouwspel eener
stad die gebombardeerd wordt waar te ne
men. Een van Reuter's mannen gaat in zijn
beschrijvingen zoover te beweren, in een
park een meisje te hebben gezien, dat zat
te breien en niet eens opkeek. Of 't kind
doof was, vergeet hij er bij te vertellen.
Van de vijftien aanvallers, die zich na
hun aanval, welke ongeveer een kwartier
in beslag nam, weer trachtten te verzame-
len, is er siechts een, naar men voorloo-
pig meldt, door den afweerdienst neerge-
schoten.
Koning George heeft gistermiddag een
bezoek aan de geteisterde wijken in de
City en het Oosteinde gebracht.
zouden duiden".
Gelukkig voor hem ging hij het witte
kleedje een paar stappen tegemoet, zoodat
in het groepje boomen bijna niets verstaan
kon worden.
Nu stond Mirjam voor hem; het maan-
licht bescheen haar fijn gezichtje en haar
kalime oogen, die hem altijd aan den blau-
wen hemel deden denken.
„Heer begon zij.
„0, ik bid u, laat die plechtige toespraak
varen, en noem mij Marcus", viel hij in.
„Kapitein Marcus", herhaalde zij, „wil
mij vergeven, dat ik u op zulk een onge-
schikt uur lastig val."
„Zeker vergeef ik u dat, vrouwe Mirjam",
antwoordde hij.
„Gij moet weten dat geval met Caleb
„Och, laat alle onderaardsche goden Ca
leb halen! en ik denk wel dat zij dit eerst-
daags zullen doen", viel Marcus toornig uit.
„Maar dat is juist. wat ik wil voorkomen;
wij zijn hier om over Caleb te spreken."
„Nu, als het dan moet spreek, en laat
het dan uit wezen. Wat is er met Caleb?"
Mirjam klemde de handen in elkaar.
„Wat weet gij van hem, kapitein
Marcus?"
„Weten? Wel alleen dit: een spion, dien
ik bij mijn troep heb, heeft een knaap ont-
dek't, die paddestoelen zocht of iets anders
ik ben vergeten, wat in 'n stroombed,
een mijl verderop, en zag hoe die knaap
zich daar venborg en een pijl afschoot op
i dien Joodschen plunderaar. Bovendien heeft
hij iemand gevonden, die een paar uur te
voren onzen vriend Caleb een pijl zag ne
men uit een der pijlkokers van de joden, en
die pijl blijkt van dezelfde soort te zijn als
die, welke op dien man werd afgeschoten.
Caleb schijnt dus de schuldige te zijn, en ik
ben verplicht hem morgen te doen gevan-
gen nemen, en hem naar Jerusalem te zen-
den, waar de priesters nader met hem zul
len afrekenen. Is uw nieuwsgierigheid nu
gestild, vrouwe Mirjam?"
„0," zeide zij, „dat kan niet, dat mag
niet! De man had hem geslagen, en hij ver-
gold siechts slag met slag."
„Een slag met een pijl, bedoelt gij; de
punt van de lans in ruil voor een stoot met
het hout? Maar, vrouwe Mirjam, gij schijnt
wel het vertrouwen van Caleb te genieten.
Hoe weet gij dit alles?"
„Ik weet het niet, ik vermoed het siechts.
Ik geloof stellig, neen, ik ben overtuigd, dat
Caleb onschuldig is."
„Waarom stelt gij zooveel belang in Ca
leb?" vroeg Marcus achterdochtig.
Omdat "hij van kind af mijn vriend en
mijn speelmakker was."
„Hm!" antwoordde hij, „een zonderling
paar een duif en een raaf. Nu, het doet
mij tenminste genoegen, dat gij zijn aard
niet hebt overgenomen, dan waart gij nog
gevaarlijker dan nu. V/at verlangt gij nu
van mij?"
„Ik zou gaarne willen, dat gij Caleb
spaardet. Gij gij gij behoeft toch die
getuiigen niet te gelooven."
„Stel u voor!" riep Marcus met geveins-
de'n afschuw. „Te moeten denken, dat
De Londensche correspondent van het
Hbl. meldt:
De luchtaanval, die gisteren in de ergste
middagihifte op Londen plaats had is wel
een van de vreeselijkste dingen die zich in
dat opzicht hebben afgespeeld, omdat er
de dood van zoovele onschuldige vrouwen
en kinderen door werd veroorzaakt. Het
vreeselijkste van den geheelen aanval was
wel, dat er een bom viel op een groote
volksschool in het East End. Tal van een-
voudige lieden -zijn daardoor in rouw ge-
dompeld. Will Crooks, een wan de arbei-
dersaf'gevaardigden in het parlement, die in
de buurt woonf en zich in de nabij'heid van
de school bevond toen de bommen vielen,
zegt, dat het vreeselijke tooneel van dood,
vernieling en brutaal verrninken hetwelk
zich daar afspeelde, zelfs de meest ver-
stokte geesten in het op militaire wijze ge
drilde Duitschland zou hebben ontroerd.
Doctoren, verpleegsters, politieagenten en
brandweerlieden hebben zich bij het red-
dingswerk heidhaftig gedragen. Hun arbeid
was afgrijselijk, omdat zij telkens weer ge-
schonden kinderlijkjes onder het puin op-
haaldeh en voortdurend kv/amen radelooze
moeders smeeken haar toch toe te staan om
zelf naar de vermiste kleinen te zoeken.
Toch hoorde men nergens het denkbeeld
uiten, dat door het sluiten van den vrede
een dergelijke verwoesting in het vervolg
zou kunnen worden voorkomen. Integen-
deel, overal bleek men ook hier algemeen
de opvatting te deelen die het geheele volk
bezielt, dat al deze dingen alleen langs de
eenig veilige man'ier uit den weg geruimd
kunnen worden, die daarin bestaat dat de-
genen die voor een dergelijke moorddadige
siachting onder de kinderen aansprakelijk
zijn, onschadelijk gemaakt moeten worden.
Arbeidersvrouwen, die zich nooit te voren
in wijsgeerige beschouwingen over de be-
stemming en de moraal der volkeren ver-
diept hadden, verklaarden onder den in-
iemand, die naar mijn meening zoo goed
was, nu zoo geheel tegen de waarheid zou
kunnen handelen! Wilt gij .mij dan in ver-
zoeking brengen, mijn plicht te verzuime.n?"
„Ik geloof van ja. De boeren hier in den
omtrek zijn groote leugenaars."
„Vrouwe," zeide Marcus streng en met
overtuiging, „Caleb heeft zijn bevoegdheid
als speelmakker overschreden; hij heeft u
zijn liefde bekend. Dat dacht ik al dade-
lijk."
„0, hoe kunt gij dat weten?" vroeg zij.
„Bovendien heeft hij beloofd, het nooit weer
te zullen doen."
,,Hoe ik dat weten kan? Wel, omdat
Caleb een grooter dwaas zou zijn, dan
waarvoor ik liem aanzie, als hij het niet ge-
daan had. En als het van mij afhing, zou
hij net zeker nooit weer doen. Wees nu
eens eerlijk tegenover mij, als een vrouw
dat in zoo'n geval kan zijn, en zeg mij op-
recht: hebt gij dan Caleb lief?"
j;Ik ik? Caleb liefhebben? Neen, zeker
niet! Als gij mij niet gelooft, vraag het dan
maar aan Nehushta."
„Ik zal met uw antwoord genoegen ne
men. Gij zegt, dat gij hem niet liefhebt, en
ik ben geneiigd u te gelooven; maar daar
staat tegenover, dat gij dit wel moet zeg-
gen, omdat gij denkt, dat een ander ant
woord Caleb's zaak schade zou doen!"
,,Waarom? Wat kan het u schelen, heer,
of "ik Caleb liefheb of niet? Om de waar
heid te zeggen, ben ik bang voor hem."
(Wordt yervolgd.)
TER SfEUKEUfSOHE COERAST.