Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 6544. Zaterdag 16 Juni 1917. 57s Jaargang Aanwijzing yerkrijgbaarstelling Levensmiddelen. «J M, De Oorlog. BINNENLAND. B U I T E H L A N O. E'EUILLETOIT. TW.SEID1] BXjA.X3. Burgemeester en Wethoudera van 1EL NEUZEN maken bekend, dat in de week van 18- 24 Juwi geldig zulien zijn voor Aardappelen bon no. 2, 3 en A Be aerie Bak- en Braadvet 12 le u Yarkensvleeseh. v u 12 le Groene Erwten u n 8 le Rijst 7 le Ter Neuzen, 15 Juni 1917. Burgemeester en JYetkouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. N.B. Op bon no. 12 voor Varkens- vi@esch mag0.300S.Cr. worden afgegeven. Op bon no. 7 voor Rijst mag siechts 0,400 K.G. worden afgegeven. Suikeruitvoer. Naar bekend is werd tot dusver van den laatsten suikeroogst nog niets uitgevoerd-- uitgezonderd eenige kleine hoeveelheden, verwerkt in suikerboudende producten. Thans echter, nu men meent verzekerd te zijn van den nieuwen oogst, heeft de Re- geering toestemming verleend, dat de uitvoar van het gedeelte dat niet voor de binnen- landsche consumptie wordt vereischt -on geveer de helft van den oogstzal worden uitgevoerd, voor de helft naar Duitschland en voor de andere helft naar Engeland. Van enkele zijden is intusschen zoo vernamen wij bezwaar gemaakt dezen uitvoer thans reeds te doen plaats hebben, terwijl nog zoo weinig zekerheid bestaat aangaande de mogelijkheden der naaste toekomst. Laat ons intussehen hopen, dat er een zeer ruime marge zal worden genomen, opdat tenminste bij den overgang van den ouden oogst tot den nieuwen geen tekorten zullen zijn waar te nemen zij het van plaatseliiken aard als het vorige jaar. (Hbl.) Protest tegen het Kollewijnsch. Aan de Staatscommissie in zake het spellingvraagstuk is een adres gezonden in zake dat vraagstuk, geteekend door ruim zevenhonderd mannen en vrouwen van zeer verschillenden maatschappelijken werkkring en waaronder men namen aantreft, die be- hooren tot de besten van het land. De kwaliteiV en de kwantiteit imponeeren wanneer men die reeksen namen ziet en zoo is het adres daardoor niet alleen, maar ook door de krachtige argumentatie een stuk, dat niet zal nalaten invloed te oefenen op de beraadslagingen van genoemde Staats commissie. Het comite acht een geheel onveranderd vasthouden aan de spelling van De '7ries en Te Winkel volstrekt niet noodig en zou dan ook met vol vertrouwen de uit- komst van het deskundig overleg eener deskundige Staatscommissie tegemoet zien, indien de wijze van samenstelling dier comtnissie niet deed vreezen, dat daarbij een riehting zal worden gevolgd als 25 jaar geleden door Dr. R. A. Kollewijn aange- wezen. De onderteekenaren van het adres zouden geheele of gedeeltelijke toepassing der be- ginselen van de Vereeniging ter Vereen- voudiging van de Schrijftaa! een ramp vinden voor de ontwikkeling onzer schrijf- taal en nadeelig voor de haudhaving eener beschaafde omgangstaal. Hun voornaamste grondeu hiervoor zijn de volgende lo. de ,/Kollewpnsche" vereenvoudiging berust op een verkeerd inzicht in de ver- houding tusschen schrijftaal en spreektaal 2o. de voorstanders dier vereenvoudiging gaan stelselloos en inconseqent te werk 8o. de ,/Kollewijnsche" vereenvoudiging is niet alleen niet nuttig, doch integeudeel schadelpk voor de verspreiding en de hand' having der Nederlandsche taal buiten Ne derland 4o. hare invoering zal nadeelig zijn voor de beschaving van het Nederlandsche volk 5o. hare invoering zal nadeelig zijn voor het onderwijs op de scholen. In een bijlage worden deze punten af- zonderlijk breedvoerig toegelicht. De aanvoer. Donderdagavond is te Rotterdam uit Baltimore aangekomen het stoomschip Moerdgk met een lading graan voor de Nederlandsche Regeering. Brandhout. Het Kameriid Sannes heeft, naar Het Volk verneemt, de vorige week aan Minis ter Posthuma eenige vragen gesteld ten aanzien van het brandhout. Hij verlangt van den Minister, dat deze de prijsopdrij- ving zal tegengaan en het brandhout be- trekken in de distributie, terwijl de voor- raden, die thans door particulieren zijn gemaakt, zijns inziens in mindering behoo- ren te worden gebracht op hun brand stoffenrantsoen. DOOR H. RIDER HAGGARD. 26) „Wanneer en waar gij wilt," antwoordde Marcus glimlachend, alsof het vooruitzicht van een gesprek, alleen met Mirjam, hem niet mishaagde, al was de boosdoener Caleb er dan ook het onderwerp van. „Be- paal zelf tijd en plaats, vrouwe." Nu werd de snorker werkelijk wakker en stond met veel rumoer van zijn stoel op, waardoor ook de anderen ontwaakten. Te- gelijk stond Nehushta op, en wierp, als bij toeval, een koperen blaadje met metalen gereedsehappen op den grond. „In den tuin, een uur na zonsondergang, Nehushta zal de kleine deur open laten." „Goed," antwoordde Marcus. „Goede he- rnel! wat een rumoer!'' ging hij overluid voort. „Heeren, waarom'maakt gij het uzelf zoo lastig? Ik vrees dat dit lange wachten voor u even vervelend is, als het mij on- noodig voorkomt." De zon was ondergegaan, en de laatst'e roode gloed was verdwenen uit het Westen. Alleen de halve rnaan gaf haar licht. De geheele wereld was verzadigd Van vrede en schoonheid; zelfs de omtrekken der bergen schenen zachter, en de grauwe wateren der Doode Zee glansdep als zilver. De lucht was vervuld van bloemengeur, terwijl de Minister van Oorlog. Bij Kon. besluit van 13 dezer is, met ingang van 15 dezer lo. de Minister van Marine, kapitein ter zee J. J. Rambonnet, eervol ontheven van het beheer ad interim van het depar- temen van oorlog, met dankbetuiging voor de door hem in deze den laade bewezen diensten 2o. benoemd tot Minister van Oorlog, Jhr. Mr. B. C. de Jonge, administrateur bij het departement van oorlog. DE WARBOEL IN RUSLAND. Engelscbe, Fransche, Italiaansche bladen, kranten uit de landen dus, waar men er belang bij heeft de toestanden in Rusland zoo gunstig mogelijk voor te stellen, wijzen erop, dat de revolutie den Russen de baas begint te worden. De beweging is den voorloopigen regeerders boven het hoofd gegroeid en aan de verregaande eischen der arbeiders kan het huidige in alle op- zickten verwaarloosde Rusland zeker niet voldoen. De Morning Post vertelt b.v. dat overal de fa'orieken worden stopgezet, omdat de buitensporige loonen niet meer kunnen worden betaald. Alom is de acht- urige werkdag ingevoerd, niet alleen voor zwaren arbeid, doch ook voor de lichtste werkzaamheden. Werkstakingen zijn aan de orde van den dag, en het personeel vraagt niet alleen buitensporige loonsverhoogingen doch eischt buitendien, dat aan deze een terugwerkende kracht zal worden toegekend. Voor een- voudige handwerkslieden wordt 500 pond per jaar betaald, terwijl wat meer bedreven arbeiders een loon van 1000 pond sterling stilte siechts verbroken werd door het blaf- fen van een zwervenden hond of het huilen van een jakhals in de wildernis. „Een heel mooie nacht om over Caleb te spreken," dacht Mareus, die tien minuten te vroeg op de afgesproken plek was ver- schenen. Als Marcus had opgemerkt, dat diezelfde Caleb, zacht sluipend als een kat en met groote zorg in de schaduw blijvend, hem gevolgd Was door de kleine deur, die hij vergeten had af te sluiten, en zich nu verborgen hield in de kleine boomgroep bij den muur, dan was hem misschien een spreekwoord te binnen geschoten, dat zegt, hoe slangen schuilen in het groenste gras, en hoe de mooiste bloemen de scherpste doornen dragen. Doch op het oogenblik kon hij siechts denken aan het gesprek dat hem wachtte, met een mooie, beschaafde jonge dame, wier beeld zich zoo diep in zijn lrart had gegrift, dat hij niet iwst, hoe hij het er ooit weer uit zou krijgen. Opeens zag Marcus een wit kleedje, ge volgd door een donkere gestalte, naderend door den flauw verlichten tuin, en zijn hart stond stil, om daarna zeer onregelmatig te gaan kloppen. Hij kon niet weten, dat op korten afstand van hem een ander hart ook bleef stilstaan om toen te gaan bonzen in razende woede. En wellicht was er nog een derde hart, dat ook last had van buitenge- wone bewegelijkheid. „Ik wou, dat zij die oude vrouw maar had thuisgelaten", mompelde Marcus. „Maar neen, zoo is het beter, want er zijn vlegels, die, als zij het wisten, het haar ten kwade bedingen. Daarbij komt, dat in den tegen- woordigen avbeidsdag van acht uren, even- veel verricht wordt als vroeger in circa vier uren. Bovendien is de ackturige arbeidsdag siechts een overgangsstadium in verschillende bedrijven wenscht men reeds een zesurigen arbeidsdag, en wel zoodanig berekend, dat het werk aanvangt op het tijdstip, dat de arbeider zijn woning verlaat en eindigt op het oogenblik dat hij daarin terugkeert. De Temps beweert dat zelfs met een algemeene werkstaking wordt gedreigd, als niet de 6urige werkdag wordt ingevoerd. Hoezeer men vreest, dat de pas verworven vrijheid in wodka (jenever) zal worden ver- dronken, blijkt uit de strafien die op open- bare dronkeDSchap worden gesteld. lemand, die in beschonken toestand op straat wordt aangetroffen, kan veroordeeld worden tot een gevangenisstraf van 18 maanden. ln- ■dien hp zich onordelijk gedraagt, loopt hij kans alle burgerrechten te verliezen, terwijl hem bovendien nog een veroordeeling tot dwangarbeid te wachten staat, en wel voor een tijd van zes of acht jaren, indien hp iemand overlast aandoet of eigendommen beschadigt, of tot vier a zes jaren, wanneer hij een pogiug in dien zin onderneemt, zonder evenwel te slagen. Yolgens de Stampa staan de iinancien er allertreurigst voor. De vrijheidsleening is door de weigering der kleine burgers om mee te doen, een mislukking geworden, be- lasting wordt niet meer betaald, vooral niet op het platteland. Dientengevolge is weer papierengeld uitgegeven, zooals we reeds hebben gemeld. Het blad herinnert dan aan de redevoering, die minister Tsjingaref te Moskou hield en zet uiteen, dat de levens- middelencrisis met de financieele gelijken tred houdt. De boeren houden angstvaliig hun landhouwproducten en hun vee achter en steeds kleiner worden de hoeveelheden, die naar de steden gaan. Met het begin van den oogst zal het goederenverkeer ge heel ophouden. De steden hebben aan al- lerlei andere producten evenzeer gebrek. Er is geen katoen meer, geen leer, geen ijzer en geen gegoten staal. Het spoor- wegverkeer stokt steeds meer en wegens gebrek aan rails heeft „:en heele lijnen opengebroken om rails voor het front te krijgen. Stakingen staan allerwege voor de deur of zijn reeds uitgebroken. Er dreigt o.a. een groote spoorwegstaking, omdat het spoorwegpersoneel geen loonsverhooging kreeg. Te Archangel dreigt een staking der havenarbeiders, hetgeen het verkeer in de laatste Russische haven zou verlammen. Te Petersburg staken de doctoren, die zoowel weigeren dienst te doen in de zie- kenhuizen als particulier ziekenbezoek af te leggen. Middelerwijl heerscht onder enkele groepen der arbeiderspartij een stij- gende verbittering en zp bestrijden elkander wederkeerig. Yooral de aanhangers van Lenin deinzen voor niets terug en een paar dagen geleden wierpen zij zeifs een gede- legeerde van den Arbeiders- en Soldatenraad in de Newa. Ook wordt met bommen hoog loopt, dat de vreedzame bevolking zich alom tegen rooverbenden wapent, hebben te Petersburg gemeenteraadsver- kiezingeu paats waaraan ook vrouwen deelnemen, wier stemmen voor 't meeren- deel op voorstanders van orde en regel- maat en tegen de anarchistische elementen worden uitgebracht. Opmerkelijk is het wel, dat men niet meer van tegenrevoluties hoort. Alleen uit Kief wordt iets van dien aard bericht. Vol- gens de Deutsche Tagesztg. zouden niet minder dan 100 Russische generaals zijn gevangengenomen, beschuldigd van deel- name aan een samenzwe^ing tot het veroor- zaken van een contra-revolutie. geworpen. De socialistische pers voelt zich zoo sterk, dat ze de uitlevering eischt van alle voor de burgerliike bladen bestemd papier. De kwestie tusschen Kroonstad en de Yoorloopige Regeering is nog evenmin in het reine. De rebellen te Kroonstad ver- klaren thans, dat ze er nooit aan gedacht hebben de regeering te Petersburg te erkennen. Te midden van deze anarchie, die zoo BOMAANVAL OP LONDEN: 97 DOODEN. Zeppelin's uitvinding heeft in den strijd der Duitschers tegen hun meest gehate tegenstanders, de op hun door de zee om- spoelde eilanden zoo moeilijk te treffen En- gelschen, plaats gemaakt voor de vlieg- machine. Een der meest effectvolle slagen heeft een. eskader van 15 machines hun gister- morgen toegeibracht. Bij Noord-Foreland, waar het een tweetal foommen Met vallen, kwam het over de kust van Essex heen, om elf uur ongeveer, en langs het strand koerste het toen verder in Noordelijke rich- ting naar het hart van Engeland, naar Lon- den. Te 11 u. 25 viel de eerste bom op het Oosteinde der stad, nadat het Duitsche smaldeel zich op zijn tocht boven Engeland in tweeen had gesplitst. Ook op andere wijken werden bommen geworpen en zelfs de city bleef, ondanks den ingespannen ar beid van het afweergeschut en ondanks het feit, dat tal van afweervliegers de lucht in gingen, niet gevrijwaard voor een bezoek der vermetele Duitschers. Niet minder dan 13 bommen vielen in dit belangrijkste deel der hoofdstad, waar regeeringsgebouwen, banken en kantoren in een betrekkelijk klein bestek bijeen staan. Aldus deelde Mi nister Bonar Law in het Lagerhuis mede. In de eerste berichten over de ramp loo- pen de opgaven omtrent de slachtoffers zeer uiteen. Bonar Law bracht in het La gerhuis heel andere cijfers ter tafel dan lord Derby in het Hoogerhuis. Het laatste offi- cieele bericht deelt echter mede, dat 55 mannen, 16 vrouwen, 26 kinderen gedood werden. Gewond werden 223 mannen, 122 vrouwen en 94 kinderen. Hetzelfde com munique vermeldt, dat schade aan militaire of maritieme inrichtingen niet werd toege bracht. In uitgebreider telegrammen vinden we nadere bijzonderheden over 't gebeurde. Daaruit blijkt, dat o.a. een bom juist op een spoorwegstation terecht kwam, toen een trein binnenstoomde; zeven passagiers werden gedood en 16 gewond. Een andere bom viel op een school, 10 kinderen doo- dende en een 50tal verwondende. Een derde bom kwam op een schdol te recht, maar ontplofte niet. In een drukkerij drong een bom door tot de derde verdie- ping, doch de honderd werklieden hadden zich reeds in veiligheid gesteld. In een ar- b'eiderslbuurt richtte een projectiel vreese- lijke verwoestingen aan. Naar Engelschen trant heeft een van Reuter's berichtgevers pleizier in het opsporen van .de grillen der bommen. Hij vertelt van een bom, die een vuilniskar in splinters sloeg, den bestuur- der zwaar verwondde, maar het paard on- gedeerd liet; niet minder grillig ging een projectiel te werk, dat een groote klok in stukken sloeg, terwijl het uurwerk kaim doorliep. Een andere berichtgever beschrijft de dood- en verderf-brengende machines als glinsterende stukjes zilver hoog in de lucht, die op minstens 18000 voet boven de stad ronddraaien, gescheiden van elkaar, elk op eigen gelegenheid zijn bommen strooiende. Hij vertelt ook van een bom, die op een verpakinrichting van thee viel, waar 6 meisjes gedood werden en 16 ernstig ge wond en van een bom op een jamfabriek, waardoor een der daar werkende meisjes gedood werd. Alle berichtgevers zijn 't er over eens, dat nergens sprake was van een paniek. De scholen werden door de goed gedrilde leerlingen snel en ordelijk ontruimd; op de be'vyaarscholen hield men de kinderen maar binnen. Zoo weinig was men in de Engelsche hoofdstad verschrikt, dat velen op de daken waren geklauterd am het schouwspel eener stad die gebombardeerd wordt waar te ne men. Een van Reuter's mannen gaat in zijn beschrijvingen zoover te beweren, in een park een meisje te hebben gezien, dat zat te breien en niet eens opkeek. Of 't kind doof was, vergeet hij er bij te vertellen. Van de vijftien aanvallers, die zich na hun aanval, welke ongeveer een kwartier in beslag nam, weer trachtten te verzame- len, is er siechts een, naar men voorloo- pig meldt, door den afweerdienst neerge- schoten. Koning George heeft gistermiddag een bezoek aan de geteisterde wijken in de City en het Oosteinde gebracht. zouden duiden". Gelukkig voor hem ging hij het witte kleedje een paar stappen tegemoet, zoodat in het groepje boomen bijna niets verstaan kon worden. Nu stond Mirjam voor hem; het maan- licht bescheen haar fijn gezichtje en haar kalime oogen, die hem altijd aan den blau- wen hemel deden denken. „Heer begon zij. „0, ik bid u, laat die plechtige toespraak varen, en noem mij Marcus", viel hij in. „Kapitein Marcus", herhaalde zij, „wil mij vergeven, dat ik u op zulk een onge- schikt uur lastig val." „Zeker vergeef ik u dat, vrouwe Mirjam", antwoordde hij. „Gij moet weten dat geval met Caleb „Och, laat alle onderaardsche goden Ca leb halen! en ik denk wel dat zij dit eerst- daags zullen doen", viel Marcus toornig uit. „Maar dat is juist. wat ik wil voorkomen; wij zijn hier om over Caleb te spreken." „Nu, als het dan moet spreek, en laat het dan uit wezen. Wat is er met Caleb?" Mirjam klemde de handen in elkaar. „Wat weet gij van hem, kapitein Marcus?" „Weten? Wel alleen dit: een spion, dien ik bij mijn troep heb, heeft een knaap ont- dek't, die paddestoelen zocht of iets anders ik ben vergeten, wat in 'n stroombed, een mijl verderop, en zag hoe die knaap zich daar venborg en een pijl afschoot op i dien Joodschen plunderaar. Bovendien heeft hij iemand gevonden, die een paar uur te voren onzen vriend Caleb een pijl zag ne men uit een der pijlkokers van de joden, en die pijl blijkt van dezelfde soort te zijn als die, welke op dien man werd afgeschoten. Caleb schijnt dus de schuldige te zijn, en ik ben verplicht hem morgen te doen gevan- gen nemen, en hem naar Jerusalem te zen- den, waar de priesters nader met hem zul len afrekenen. Is uw nieuwsgierigheid nu gestild, vrouwe Mirjam?" „0," zeide zij, „dat kan niet, dat mag niet! De man had hem geslagen, en hij ver- gold siechts slag met slag." „Een slag met een pijl, bedoelt gij; de punt van de lans in ruil voor een stoot met het hout? Maar, vrouwe Mirjam, gij schijnt wel het vertrouwen van Caleb te genieten. Hoe weet gij dit alles?" „Ik weet het niet, ik vermoed het siechts. Ik geloof stellig, neen, ik ben overtuigd, dat Caleb onschuldig is." „Waarom stelt gij zooveel belang in Ca leb?" vroeg Marcus achterdochtig. Omdat "hij van kind af mijn vriend en mijn speelmakker was." „Hm!" antwoordde hij, „een zonderling paar een duif en een raaf. Nu, het doet mij tenminste genoegen, dat gij zijn aard niet hebt overgenomen, dan waart gij nog gevaarlijker dan nu. V/at verlangt gij nu van mij?" „Ik zou gaarne willen, dat gij Caleb spaardet. Gij gij gij behoeft toch die getuiigen niet te gelooven." „Stel u voor!" riep Marcus met geveins- de'n afschuw. „Te moeten denken, dat De Londensche correspondent van het Hbl. meldt: De luchtaanval, die gisteren in de ergste middagihifte op Londen plaats had is wel een van de vreeselijkste dingen die zich in dat opzicht hebben afgespeeld, omdat er de dood van zoovele onschuldige vrouwen en kinderen door werd veroorzaakt. Het vreeselijkste van den geheelen aanval was wel, dat er een bom viel op een groote volksschool in het East End. Tal van een- voudige lieden -zijn daardoor in rouw ge- dompeld. Will Crooks, een wan de arbei- dersaf'gevaardigden in het parlement, die in de buurt woonf en zich in de nabij'heid van de school bevond toen de bommen vielen, zegt, dat het vreeselijke tooneel van dood, vernieling en brutaal verrninken hetwelk zich daar afspeelde, zelfs de meest ver- stokte geesten in het op militaire wijze ge drilde Duitschland zou hebben ontroerd. Doctoren, verpleegsters, politieagenten en brandweerlieden hebben zich bij het red- dingswerk heidhaftig gedragen. Hun arbeid was afgrijselijk, omdat zij telkens weer ge- schonden kinderlijkjes onder het puin op- haaldeh en voortdurend kv/amen radelooze moeders smeeken haar toch toe te staan om zelf naar de vermiste kleinen te zoeken. Toch hoorde men nergens het denkbeeld uiten, dat door het sluiten van den vrede een dergelijke verwoesting in het vervolg zou kunnen worden voorkomen. Integen- deel, overal bleek men ook hier algemeen de opvatting te deelen die het geheele volk bezielt, dat al deze dingen alleen langs de eenig veilige man'ier uit den weg geruimd kunnen worden, die daarin bestaat dat de- genen die voor een dergelijke moorddadige siachting onder de kinderen aansprakelijk zijn, onschadelijk gemaakt moeten worden. Arbeidersvrouwen, die zich nooit te voren in wijsgeerige beschouwingen over de be- stemming en de moraal der volkeren ver- diept hadden, verklaarden onder den in- iemand, die naar mijn meening zoo goed was, nu zoo geheel tegen de waarheid zou kunnen handelen! Wilt gij .mij dan in ver- zoeking brengen, mijn plicht te verzuime.n?" „Ik geloof van ja. De boeren hier in den omtrek zijn groote leugenaars." „Vrouwe," zeide Marcus streng en met overtuiging, „Caleb heeft zijn bevoegdheid als speelmakker overschreden; hij heeft u zijn liefde bekend. Dat dacht ik al dade- lijk." „0, hoe kunt gij dat weten?" vroeg zij. „Bovendien heeft hij beloofd, het nooit weer te zullen doen." ,,Hoe ik dat weten kan? Wel, omdat Caleb een grooter dwaas zou zijn, dan waarvoor ik liem aanzie, als hij het niet ge- daan had. En als het van mij afhing, zou hij net zeker nooit weer doen. Wees nu eens eerlijk tegenover mij, als een vrouw dat in zoo'n geval kan zijn, en zeg mij op- recht: hebt gij dan Caleb lief?" j;Ik ik? Caleb liefhebben? Neen, zeker niet! Als gij mij niet gelooft, vraag het dan maar aan Nehushta." „Ik zal met uw antwoord genoegen ne men. Gij zegt, dat gij hem niet liefhebt, en ik ben geneiigd u te gelooven; maar daar staat tegenover, dat gij dit wel moet zeg- gen, omdat gij denkt, dat een ander ant woord Caleb's zaak schade zou doen!" ,,Waarom? Wat kan het u schelen, heer, of "ik Caleb liefheb of niet? Om de waar heid te zeggen, ben ik bang voor hem." (Wordt yervolgd.) TER SfEUKEUfSOHE COERAST.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1917 | | pagina 5