ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Dinsdag 12 Juni 1917.
I TL <JM± M-
De Oorlog.
buitenland.
ABONNEMENT:
ADVERTENTIEN
BIHNENLAND.
Telefoon *33.
Uithetaling vergoeding wegens kost-
winnerschap voor landweer
herhalingsoefeningen.
FEUIILETON.
BiaJ verschUnt Maandag-. Woensdag- en VrUdagavcnfl," nltgezonieri op Feestiagen. bij ie Firma P. J. YAH DE SANDF. te Ter Nenm
nkUUIllkk n«cDTPMTlfIJ.
Per 3 maanden binnen de stad 1Franco per post voor Nederland 1.10.
Sij vooruitbetalingvoor Belgie 1.40, voor Ned.-ind.e en Amerika 1.65.
overig Buitenland 2.
mm abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook b,j alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meet 0.10.
Bij c!il-ecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 Ulir op den dag der uitgave.
De Bargemeester van TER NEUZEN
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
de uitbetaling van vergoeding wegens kost-
winnerschap aan de betrekkingen van land-
weerplichtigen die voor herhalingsoefeningen
ouder de wapenen zijn geweest, en die dit
ter Secretarie hebben opgegeven, zal plaats
bebben op Dinsdag 12 Juni 1317}
des namiddags 2 iiuv op het Cremeentehuis.
Ter Neuzen, 8 Juni 1917.
De Burgemeester voornoemd,
J. HU1Z1NGA.
De zeevisscherij.
Men meldt dat de concessies door de
Duitscbe regeering aan de lJmuider Reeders-
vereeniging gedaan, in hoofdzaak hierop
neerkomen, dat de lJmuider visscbers viije
viscbvangst krijgen in bet gebied tusschen
54 graden 45 min. Noorderbreedte en 58 gr.
Noorderbreedte tot aan 8 gr. Oosterlengte,
en dat de prijzen van de visch, die aan
Duitscbland geleverd wordt, dezelfde blijven,
uitgezonderd die voor eenige beiangrjjke
vischsoorten, die eenigszins verhoogd worden.
De Eemdijk getorpedeerd.
Te Rotterdam is Zaterdagavond berieht
ontvangen, dat bet stoomscbip Eemdijk van
Solleveld, v. d. Meer en Van Hattum's
stoomvaartmaatschappij alhier, getorpedeerd
en gezonken is. Een boot met den kapitein
en 11 man is geland op de Shetlands-
eilanden de andere boot was bij het af-
zenden van het berieht nog niet terecht.
Gered zjjn met kapitein Swart de volgende
leden van de bemanning Hensen, Lage-
veen, Kat, Bruinsma, Smit, Rienks,^ Vink,
Edenburg, Johnson, Dor en- v. d. Wal.
De Eemdijk, een schip van 3048 bruto
registerton, is ongeveer een jaar geleden,
tegelijk met de Rgndijk getorpedeerd, maar
toen drijvende gebleven.
Het stoomscbip was ditmaal op de thuis-
reis van Amerikade lading bestond uit
ongeveer 5000 ton rogge, haver en mais,
alles bestemd voor de Nederlandsche re
geering.
Regeeringsvarkens.
De Inkoopcombinatie deelt het volgende
mede:
De prijzen der Regeeringsvarkens begin-
nen in de laatste weken weder sterk op te
loopen. Zij zijn reeds in verschillende stre-
ken genaderd tot den limietprijs van f 1,28
per K.G. slachtgewichU
Het zou en voor de Nederlandsche bevol-
king, die zeer zeker niet gaarne van Regee
ringsvarkens zou verstoken zijn, en voor den
varkensmester, die toch gaarne een regel-
matigen afzet van zijn varkens wil blijven
behouden, zeer te betreuren zijn, indien de
distributie van Regeeringsvarkens door te
hooge prijzen eventueel stopgezet zou moe
ten worden. Wei behoeft geen vrees te zijn
bij de bevolking, dat de Regeering geen
varkensvleeschdistributie zal doen geschie-
DOOR
H. RIDER HAGGARD.
\,Dat wil ik graag gelooven", zeide Mir-
jam glimlachend. „lk denk dat de groote
Glaucus razend zou worden, als hij het
zag.
I*_ U T4NKHOOO K.O. I kok» t. Wp«n om "W not bWMiIlM
den, imrners is momenteel 7.000.000 K.G.
gezouten vieesch voorradig, een voorraad,
die voor verscheiden maanden voldoende
zal zijn om in de behoefte te voorzien. Even-
wel zal iedereen de voorkeur geven in de
zomermaanden aan versch vieesch boven
gezouten vieesch.
Toeh zal de Regeering niet aarzelen, wan-
neer de distributie door te hooge vraagprij-
zen van de varkens, te veel geld gaat kos-
ten, over te gaan tot distribueering van ge
zouten vieesch, in plaats van versche var-
1 kens. Het ligt in dezen geheel aan de var-
kensmesters, of de distributie van versch
vieesch op de oude wijze zal worden voort-
gezet, ja dan neen.
Sedert 4 Juni zijn van Regeeringswege
geen varkens meer geslacht.
Er gaan geruchten, dat binnenkort met
het inzouten van rundvleesch zal warden
begonnen.
Sedert 1 Juni zijn ook geen nuchtere kal-
veren meer geslacht voor den export, en ook
de verstrekking van nuchter kalfsvleesch
voor het binnenland heeft toen opgehouden.
Verduurzamen van groenten en fruit.
De toeneming van het aantal inrichtingen
voor het verduurzamen van groenten en
fruit, begint in den laatsten tijd zulke af-
metingen aan te nemen, dat de vooiziening
in de binnenlandsche behoefte van versche
producten er door wordt bemoeilijkt.
Met name het aantal inzouterijen en in-
makerijen van kool en boonen neemt meer
toe dan wenschelijk is. In verband hiermee
wordt ter algemeene kennis gebracht, dat
de Rijkscommissie van Toezicht op de Ver-
eeniging Groenten Centraie van den Mi
nister van Landbouw een opdracht heeft
ontvangen, in het vervolg inrichtingen voor
het verduurzamen niet meer dan bij hooge
uitzondering als zoodanig in te schrijven.
„Ja van nijd. Hij zou zeggen, dat het
werk was van een der beroemde oude Grie-
ken, niet van iemand uit dezen tijd.
„Heer," zeide nu Ithiel berispend. „Spot
niet met het meisje; zij doet haar best, en
uw spot krenkt haar en komt ook niet
te pas."
,,Vriend Ithiel", antwoordde Marcus ter
wijl hij rood werd, „gij moet wel gebrek
aan goede manieren bij mij veronderstellen,
als gij meent, dat ik bij een kunstenaar aan
huis zou komen, en zijn werk bespotten.
Indien dit borstbeeld in Rome werd ten-
toongesteld, tegelijk met u, naar wien het
gemaakt is, was vrouwe Mirjam binnen
een week beroemd."
Zijn blik viel op verschillende beeldjes,
gebakken of van ruwe klei, meestal ka-
Onze neutrale positie.
De Echo de Paris bevat een artikel van
den afgevaardigde Fernand Eugerland over
de steenkool-voorziening, voornamelijk der
neutrale,n, in verband met de Entente-blok-
kade.
Het blad zet uiteen, dat Duitschland te
alien tijde voor den oorlog een grooten af
zet van kolen en ijzererts heeft gehad, en
dat het tijdens den oorlog daarmee is voort-
^egaan, teneinde zichzelf door tegenpraes-
taties van neutrale zijde, voedsel te veize-
keren, terwijl de neutralen niet anders kon-
den, omdat zij nu eenmaal ijzer en kolen
noodig hebben als brood.
Tegenover hun machtigen buuiman
Duitschland is de positie der neutralen zeer
moeilijk, zoo niet onmogelijk, zegt het blad.
Een land is afhankelijk van wie het doet
leven, en de economische afhankelijkheid
sluit politieke afhankelijkheid in, want deze
neutralen kunnen niet op zichzelf leven; de
«eallieerden moeten hun voedsel verschaf-
fen. Duitschland voorziet ze van ijzer en
van steenkool. Men moet er zich wel reken-
schap van geven, dat men geen oorlog kan
voeren, noch ook maar leven kan zonder
kolen, dat er in Europa slechts twee leve-
ranciers van kolen zijn, nl. Engeland en
Duitschland, en dat Engeland reeds genoeg
te doen heeft met zijn bondgenooten aan
meelen, vogels en andere dieren voorstel-
lend.
„En al die modellen zijn even goed zei
de "hij, „het is het werk van een genie, niets
minder." -
Bij deze woorden, die hun zoo overdreven
voorkwamen, barstten Mirjam, Ithiel en
Ne'nushta in lachen uit, ofschoon de eerste
"het toch "wel aardig vond om te hooren. Nu
werd Marcus bleek van toorn.
„Mij dunkt", zeide hij op stroeven toon,
„dat ik nu niet de spotter ben. Wat doet
gij met die dingen, vrouwe?" vroeg hij, op
de beeldjes wijzend.
„Die verkoop ik, heer. Of liever, dat
doen mijn oorns."
„Het geld wordt aan de armen gegeven
verklaarde Ithiel.
„Mag ik zoo vrij zijn te vragen wat zij
kosteft?"
„Soms geven de reizigers er wel eens .een
zilveren sikkel*) voor," vertelde Ithiel vol
trots". Eens kreeg ik voor een groep ka-
meelen met hun Arabische drijvers vier sik-
kels; maar daar had mijn nicht ook drie
maanden aan gewerkt."
„Een sikkel! Vier sikkels!" zeide Marcus
op wanhopigen toon; „ik koop ze allemaal
kolen te helpen om niet nog bovendien de
zorg voor de neutrale- zich te nemen.
Voor den oorlog heb -en de geallieerden
niet begrepen welk een politieke kracht in
die kolenleveranties gelcgen was; dat be
grepen de Duitschers wel.
Onze delfstoffen-ontginning.
In- en Uitvoer wijst op de toenemende be-
langstelling voor de ontginning van delf-
stoffen hier te lande als gevolg van de door
den oorlog ontstane moeielijkheden.
Hoewel onze steenkolenontginning de
oudste in Europa is (de dominiale mijn
dagteekent reeds van 1113) breidt deze in-
dustrie zich hier eerst in de laatste jaren
sterk uit. Het werk van den Rijksopspo-
ringsdienst begint echter thans ook ten aan-
zien van andere delfstoffen vruchten te dra-
gen.
Bij Koninklijk besluit van 23 Februari
1917 is concessie verleend voor exploitatie
van bruinkolen in Zuid-1 imburg op een ter-
rein ter grootte van 500 H.A. De exploitatie
zal, naar men verwachten mag, spoedig ter
hand worden genomen, daar de ontginnin-
gen wegens de geringe diepte, waarop de
delfstof.er wordt aangetro-ffen, niet hoog be-
hoeven te zijn.,
De ontginning van mergelgroeven in
Zuid-Limburg is in den laatsten tijd sterk
toegenomen. Er heeft zich een groote vraag
ontwikkeld naar kalkb;.vattende terreinen.
Bij de gro'even verrijzen meestal kalkovens.
De gronden, waarin ka klagen voorkomen,
stijgen snel in waarde, zoodat men in Lim-
burg van een mergelkoorts spreekt. De
wijze van exploitatie draagt eveneens dit
koortsachtig karakter, en laat zeer veel te
wenschen. Er v/ordt =oodanig roofbouw
gepleegd, dat twijfel bestaat, of het bedrijf
op deze basis ook in normalen tijd den strijd
oni het bestaan zal kunnen volhouden. In-
grijpen van hooger hand zal niet gemakke-
lijk zijn, daar deze groeven aangelegd kun
nen worden zonder dat concessie behoeft
te worden aangevraagd.
Zoutexploitatie^in ons land staat thans
eveneens spoedig te wachten. Verwacht
wordt, dat in het ontginningsgebied bij
Lonneker voldoende zout aanwezig zal zijn,
om in de behoefte van Nederland te voor
zien. Worden ook de lagen bij Winterswijk
geexploiteerd, waarin een tienmaal grootere
hoeveelheid aanwezig is, dan zal Nederland
zelfs wellicht een uitvoerland van zout wor
den.
De Minister van Justitie heeft groot-
vorstin Maria Pavlona verlof gegeven den
Kaukasus, waar zij zes weken kuis-arrest
had, te verlaten en naar Finland te gaan.
DE BE WAKING VAN DEN EX-TSAAR.
De //Times"-correspondent te Petrograd
meldt: Wegens het groote bezoek van
zomergasten op Tsarkoje Selo zijni er uit-
gebreider maatregelen genomen om Nikolaas
II te bewaken. Bij mag slechts twee uur
per dag, 's morgens en's avonds, wandelen.
Een militair geleide volgt hem overal op
hoogstens 25 pas afstand. De kinderen
mogen slechts afzonderlijk van de buiten-
lucht genieten. De ex-Tsaar en zijn eeht-
genoote moeten dagelijks tweemaal aan het
venster verschijnen, opdat de officier van
de wacht hen kan zien. Een drievoudig
troepen-cordon omgeeft het paleis.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
„Later", dat is het eene woord, waarop
het in het Duitsche communique van Vrij-
dag op aankomt, schrijft de N. R. Crt.
„Later", zoo luidt het, „werden onze regi-
'menten uit de vooruitspringende bocht op
een vooraf ingerichte stelling tusschen den
Kanaalhoek ten Noorden van Hollebeeke,
en het Douve-terrein, 2 kilometer ten Wes-
ten van Warneton, teruggetrokken."
Dat was het resultaat. Wat er voor dien
tijd is gebeurd, staat vermeld in de woor
den, die aan het „later" voorafgaan, en
komt er minder op aan. De Duitschers zijn
dus, nadat de Engelschen met name in het
mid'den van hun aanvalsfront terrein hadden
gewonnen, (zooals al uit de Engelsche be-
richten was gebleken, schoot het aan de
vleugels minder op) teruggetrokken, en wel
op de koorde van de boog, die hun front
aanvankelijk innam.
Het gevolg daarvan is, dat de Duitsche
linie van het Ploegsteertbosch af Noord-
waarts, in plaats van met een Westwaart-
sche bocht, nu rechtstreeks naar Hooge (ten
Oosten van Yperen) loopt.
Daaruit volgt dan meteen, dat het heuvel-
complex, waar Messines (Meessen), Wyt-
schaete enz. op gelegen zijn, tot op eenige
gedeelten van de Oostelijke helling na, door
de Duitschers is prijsgegeven.
Deze berichten van Duitsche zijde klop-
pen in alle opzichten met hetgeen de En
gelsche berichten reeds hadden gemeld.
Het nieuwe officieele Engelsche berieht
behoeft men niei eens te lezen, om dadelijk
te begrijpen, dat het geen gebeurtemssen
van belang meer heeft mee te deelen. Daar-
voor is het veel te lang, en die lengte is noo
dig, zooals bij lezing blijkt, om het belang
van het vorig' succes te betoogen. Zooals
een Engelsch correspondent in herinnering
brengt, hadden de Engelschen het voor-
naamste gedeelte van hetgeen zij nu hebben
heroverd, in November 1914 veiloren. De
strijd, waarin die stellingen destijds voor de
Engelschen verloren gingen, werd destijds
in de Engelsche berichten „een van de tref-
fendste episoden uit de geschiedenis van
het Engelsche leger" genoemd, terwijl de
inspanning van de Duitschers, ook toen
reeds voor de zooveelste maal, ,,een laatste
wanhopige poging" werd genoemd, voor
dat zij uit Belgie en Frankrijk zouden wor
den teruggeworpen. Het was toen in den
tijd, dat men nog illusies over de oorlog-
voering koesterde. De Duitschers hadden
het op Yperen gemunt, welke stad de En
gelschen zegevierend verdedigden. Men
meende niet zoo ver meer van de beslissing
te zijn en hoopte dat de mislukking van
den aanval op Yperen voor de Duitschers,
die toen in het Oosten tamelijk in den knel
zaten, het sein zou wezen om het op te ge
ven. Van Duitsche zijde had men weer an
dere illusies. Yperen was bedoeld als
slechts een schakel in den keten van ver-
overingen, die een doorbraak in de richting
van Calais moesten uitwerken. Of er bij
het lieen en weer golven van den strijd een
paar heuvels bij Wytschaete in de eene hand
of de andere bleven, scheen toen, bij wat
er van beide zijden op het spel stond, van
zoo miniem belang, dat men er nauwelijks
over sprak. En toch is .spoedig na den strijd,
waarvan wij zooeven de herinnering op-
haalden, de groote stilstand ingetreden, en
de zoogenaamde bocht van Wytschaete, die
de Duitschers nu hebben moeten ontruimen,
was inderdaad niet anders dan een ver-
steening van hetgeen ons twee-en-een-half
jaar geleden een weinig beteekenende epi
sode in den strijd in het Westen scheen te
zijn.
Zooals al gezegd, de berichten melden
geen verandering in den toestand.
„Met de gisteren ten aanval ingezette
str'ijdkrachten heeft de vijand heden den
strijd in Vlaanderen niet kunnen voortzet-
ten", zoo zeide het Duitsche hoofdkwartier
dan 'ook. De nadruk moet in deze mededee-
ling vallen op de woorden ,,met de gisteren
ten aanval ingezette strijdkrachten". De
Engelschen hebben nog wel andere, en ze
zullen ze nog gebruiken ook. Dat er zoo
dadelijk een rustpoos intreedt, is misschien
voor de Engelschen niet onvoordeelig. Bij
den eersten aanval voordeelen te behalen
als prijs van de voorbereidende werkzaam-
heid van de artillerie, is een werk, dat naar
de ondervinding van den laatsten tijd heeft
geleerd, bij de tegenwoordige verhouding
van de wederzijdsohe artilleristische krach-
ten altijd niogelijk. Dien eersten aanval
rechtstreeks in de richting van een beslis
sing door te zetten, schijnt evenwel voorals-
nog onmogelijk en is ook ditmaal niet ge-
lukt of veeleer niet eens geprobeerd. Bij
Atrec'nt werden de Engelsche aanvalicn zeer
spoedig en zeer veelvuldig dadelijk her-
haald.maar het succes werd bij iederen aan
val minder en de slag verliep ten slotte on-
beslist.
Wellicht willen nu de Engelschen er op
uit zijn, ook hun tweeden aanval, die het
succes van den eersten moet voortzetten,
met alle mogelijke zorg voorbereiden. ^Zij
zijn daar thans stellig mee doende.
Dat de Duitschers ook bij Yperen een
heele reeks stellingen achter elkander heb
ben, is hoogst waarschijnlijk.
Terwijl wij dus afwachten moeten, of de
overwinning van de Engelschen bij Yperen
tot iets zal leiden, dat den algemeenen toe-
stand zal kunnen veranderen, zetten de
.Duitschers in den laatsten tijd (in tegenstel-
ling tot van den winter) een hoe langer hoe
grooteren mond op. Niet alleen de kianten
doen dat, maar ook de min of meer officieele
vertegenwoordigers van de regeering. Mag
men misschien aan een toespraak van den
Keizer tot zijn soldaten, waarin hij voor-
spelt, dat Duitschland den vrede zal dictee-
ren, niet al te ernstig opnemen, zulke rede-
voeringen als die van Dr. Solff, den staats-
secretaris van kolonien, staan~ niet alleen.
En waar komt de heele rede van Solff eigen-
lijk anders op neer dan dit: Duitschland
wil de Kongo hebben"?
Wat dit beduidt, laten wij aan het com-
binatievermogen van onze lezers over. In
alle geval hebben de Duitschers het een tijd
Ongeveer f 1,50 naar onze munt.
zijn. En dit borstbeeld?"
neen, dat doe ik niet, het zou diefstal
„Dat is niet te koop, heer; het is een
geschenk voor mijn oom, of liever, voor
mijn ooms, om in hun zaal van bijeenkomst
te zetten."
Daar kreeg Marcus een inval.
„Ik blijf hier een paar .weken," zeide hij.
„Vrouwe, indien uw oom Ithiel het wil ver-
oorloven, tot welken prijs zoudt gij dan een
borstbeeld van dezelfde grootte en stof van
mij kunnen maken?"
„Dat zou duur worden," meende Mir
jam, glimlachend bij de gedachte, „want
het marmer en de slijtage van de gereed-
schappen moeten erbij berekend worden.
O, het zou heel duur zijn!" In haar lief-
dadige gretigheid dacht zij na, hoeveel zij
zou kunnen vragen. „Het zou ja, zij
zou het er maar op wagen „vijftig sikkels
kosten!"
„lk ben tamelijk arm," antwoordde Mar
cus bedaard, „maar ik zal u tweehonderd
sikkels betalen."
Tweehonderd!" bracht Mirjam uit. „Dat
is al te dwaas. Ik zou onmogelijk tweehon
derd sikkels kunnen aannemen voor een
stuk bewerkten steen. Dan zoudt gij werke-
lijk kunnen beweren, dat gij aan de oevers
van den Jordaan in handen van roovers
waart gevallen. Neen, als mijn oom het
goedvindt, zal ik zoo goed niogelijk mijn
best doen voor vijftig maar ik waarschuw
u vooruit, heer, om zulk een slechte afbeel-
ding van uzelf te krijgen, zult gij vele^ver-
velende uren als model moeten zitten."
„Nu goed," zeide Marcus. „Zoodra ik
weer onder beschaafde menschen kom, zal
ik u zooveel bestellingen sturen, dat de
bedelaars in deze streken voor hun geheele
leven bezorgd zijn. Laat ons maar dadelijk
beginnen."
„Heer, ik heb nog geen toestemming.
„De zaak moet in de vergadering der
cu'ratoren behandeld worden, die morgen
hun beslissing zullen geven. Intusschen zie
ik er geen bezwaar in, dat mijn nicht, ter
wijl wij" hier zitten praten, een brok klei
verwerkt, dat later aan stukken gestagen
kan worden, wanneer de vergadering in
haar wijsheid uw verzoek afslaat."
„TerwIlle van de vergadering zelf hoop
ik. "dat zij in haar wijsheid niet zoo dwaas
zal zijn," mompelde Marcus. „Vrouwe,
waar zal ik plaats nemen?" ging hij over-
luid voort. „Gij zult eens zien, welk een
goed model ik ben. De groote Glaucus is
immers mijn vriend totdat ik hem uw
werk laat zien."
„Wees zoo goed, hier plaats te nemen,
heer, en mij aan te zien."
„Ik ben tot uw dienst," zeide Marcus op
geruimd, en de zitting begon.
Den volgenden morgen bracht Ithiel, zoo
als hij beloofd had, aan de curatoren der
Esseeers het verzoek over, of Mirjam een
borstbeeld van den centurion Marcus mocht
maken. De meeningen waren verdeeld. De
uitslag scheen twijfelachtig, totdat een der
breeders, meer berekenend dan de anderen,
hun onder het oog bracht, dat het niet ver-
standig zou zijn, het verzoek van den kapi
tein af te slaan, daar een weigering mis
schien invloed zou hebben op zijn rapport
aan de overheid. Er werd dus bepaald, dat
Mirjam verlof zou krijgen tot het verrich-
ten van het werk, mits in het bijzijn van
Ithiel, haar leermeester en een derden bree
der.
Toen Marcus dus den volgenden dag
kwam op het door Ithiel bepaalde uur, vond
hij drie oude heeren met witten baard en
wit gewaad, op een rij in de werkplaats
o-ezeten, en achter hen Nehushta, met een
glimlach op haar donker gelaat. Bij zijn
binnenkomen stonden zij op en maakten een
buiging, die hij beantwoordde. Nu ver-
scheen Mirjam, die hij eveneens groette.
(Wordt vervolgd.)
NEUZENSCHE COURANT