ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUW8CH-VLAANDEREN. Broodkaarten. Aanbesteding. aanbesteding! N o. 6535. Donderdag 24 Mei 1917. 57e Jaargang. De Oorlog. ABONNEMENT: ADVERTENTIEN BINNENLAND. Telefoon 25. Bit Blafl YersGhijBt Maanfiag", Wesnsdag- en Vrljdagayond, nitgezonderd op Feestdagen, bij de Firma P. J. YAH DE 8ANDE te Ter Neuzen. Wegens het Pinksterfeest zal a. s. Maandag geen nummer van dit blad verschijnen. De onderhoudswerken der Haven te Walsoorden tot en met 31 December 1917. MmBaaasammssemsam Per 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10. Sij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat, wanneer de laatste dag van een ,/week" waarvoor een broodkaart onder de tegenwoordige bepalingen geldt, voorafgaat aan een algemeen erkenden Ohristeljjken feestdag, de bons der brood kaarten van de volgende ffweek" door de bakkers op dien "dag kunnen worden iDge- nomen. Ter Neuzen, 28 Mei 1917. De Burgemeester voornoemd, J. EU1Z1NGA. Burgemeester en Wethouders van HOEK zullen op VHjdag 25 Mei 8917, des namiddags vier ure, Zomertijd, ten raad- b uize aanbesteden Het met 1 31. verbreedenvan den Groote weg ndbij het Mau- ritsfort over eene lengte van 249 M. en het aanbrengen van, eene klinkerbestrating in de kom der gemeente over eene lengte van 92 31. Volgens bestek, dat op de Secretarie der gemeente van heden af, ter lezing ligt. De aanwijs zal plaats hebben op den dag der besteding om half twee ure, Zomertijd, waartoe samen te komen aan het Mau- ritsfort. Hoek, 11 Mei 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. WOLFERT, Burgemeester. J. M. DREGMANS, Secretaris. Op Zaterdag 26 Hlei a. s., des namiddags ten vier urezullen Burge meester en Wethouders van HONTEN1SSE ten Raadhuize dier gemeente aanbesteden: Het bestek ligt op de Secretarie ter inzage op elken werkdag van des voor- middags 9 tot 12 en des namiddags van 2 tot 5 uur. Nadere inlichtingen worden verstrekt door den Waterbouwkundigopzichter H.J. YTsser. Hontenisse, den 16 Mei 1917. K. J. A. G. Baron GOLLOT d' ESCURY, Burgemeester. H. F. VAN LEEUWE, Secretaris. TWEEDE KAMER. Vergadering van 22 Mei. Verbandwet, enz. Aan de orde is o.m. de voortzetting der algemeene beraadslagingen over het ver- band tusschen de invaliditeits- en de ouder- domswet, de wijziging van eenige artikelen der Radenwet en een krediet voor de voor- bereiding der invoering van verzekerings- wetten. Nadat de heer Rutgers (anti-rev.) heeft verklaard, dat na de wijziging der verband wet door den Minister tengevolge der aan- neming van de motie-Sannes door de Ea rner ten gunste van uitschakeling der ouder- domsverzekering, het wetsvoorstel voor hem niet aannemelijk is geworden, worden de algemeene beraadslagingen gesloten. Amendement-Rutgers. De heer Rutgers (anti-rev.) verdedigt een amendement, strekkende, aan een arti- kel de bepaling toe te voegen, dat als blij- vend invalide worden beschouwd de per- sonen, die den 70jarigen leeftijd hebben be- reikt, welk amendement bestreden wordt door den heer Sannes (soc.-dem.) en den Minister van Waterstaat, den heer Lely; door den laatste met de opmerking, dat het niet julst zou zijn, te reageeren op de een- maal genomen beslissing. Het amendement wordt met 36- tegen 23 stemmen verworpen. Amendement-Drion. De heer Drion (vrij-lib.) verdedigt een amendement, bedoelende, den verzekerde niet te verplichten ook na het berei- ken van het 70e jaar nog premie te betalen. Het desbetreffend artikel wordt aangehou- den. De Earner gaat vervolgens in comite- generaal. De brand in Drente. De voorzitter deelt mede, dat de brand, waardoor de provincie Drente is geteisterd, het karakter van een overgroote ramp heeft aangenomen, waardoor tal van slachtoffers zijn gevallen. De voorzitter meent in den geest der Earner te spreken, wanneer hij verklaart, dat zij groote deelneming koes- tert met de ramp en het droevige lot der slachtoffers ten zeerste betreurt. De tijdelijk voorzitter van den ministe'r- raad, de heer Cort van der Linden, ver klaart dat ook de Regeering door de ramp diep getroffen is en bereids maatregelen heeft getroffen tot leniging van den nood. De heer Smeenge (unie-lib.) meent, dat het gepast is, dat ook een Drentsch afge- vaardigde zijn deelneming met het droevige gebeuren uitspreekt en wijst op de nood- zakelijkheid, dat hier maatregelen tot hulp worden genomen. De Verbandwet, enz. Aan de orde is de stemming over de Ver bandwet, die door den heer Rutgers (anti rev.) een „oneerlijke boodschap" wordt ge- noemd, waarvoor de voorzitter hem tot de orde roept, waarna de heer Rutgers (anti- rev.) deze uitdrukking verandert in „schijn compromis". Het ontwerp wordt met 45 tegen 38 stem- men links tegen rechts) aangenomen. De wijziging der Radenwet wordt zonde stemming goedgekeurd. Het Radenwetskrediet. De heer Limburg (vrijz.-dem.) stelt voor, de stemming over het Radenwetskrediet uit te stellen. De' Earner heeft juist besloten, aan de Eerste Earner een grondslag van compro mis te zenden en de Regeering behoeft dat krediet niet dadelijk te gebruiken, zoodat spreker en zijn politieke vrienden niet ge- dwongen behoeven te worden tegen te stemmen. Dit voorstel wordt bestreden door de heeren Rutgers (anti-rev.) en Nolens (R.E.) De Minister van Waterstaat, de heer Lely, verklaart, dat hij in het najaar van 1917 moet kunnen beschikken over het geld, daar de voorzitters der Raden niet voor het.voor- jaar van 1918 zullen worden benoemd. De stemming over het krediet zou dus nog eenige maanden kunnen wachten. De heer Limburg (vrijz.dem.) verdedigt zijn voorstel nader met de opmerking, dat 't niet voorkomt uit verlegenheid zijnerzijds, en dat niets eenvoudiger is dan dat hij op dit oogenblik tegenstemt als het krediet nu in stemming wordt gebracht. Maar als dit krediet wordt goedgekeurd, zit men aan de 80 raden van arbeid vast en er is in deze Earner best een meerderheid te vinden, die zal stemmen voor een vereenvoudiging der Radenwet. Deze vereenvoudiging kan wor den voorgesteld. De heer Patijn (unie-lib.) zegt voor een compromis te vinden te zijn, maar tegen- stander der Radenwet te zijn, zooals ze thans luidt. Hij vindt het beste, dat 't kre diet thans wordt verworpen. De Raden wet kan dan worden vereenvoudigd en la ter kan men verder zien. De heer Beumer (anti-rev.) merkt op dat de verhoudingen van vele leden tegenover het compromis compromitteerend zijn. (Ge- lach.) Zijn opmerkingen worden bekritiseerd door Minister Lely, waarna de heer Beu mer verklaart, nooit misbruik te maken van zijn spreekrecht, en dat niemand hem be- letten kan, te spreken, als hij zich voor een zaak interesseert. (Spottend gelach links.) Het voorstel-Limburg wordt met 60 tegen 25 stemmen verworpen. Als de voorzitter vraagt, of iemand stem ming over het Radenwetskrediet vraagt, wordt onder luid rumoer links „ja, ja, ja!" geroepen. Het Radenwetsartikel wordt met 46 tegen 39 stemmen (links tegen rechts) verworpen. Interpellate-,vlarchant. Aan de orde is de interpellate van den heer Marchant tot den tijdelijk voorzitter van den ministerraad, den heer Cort van der Linden, aangaande de door de Regee ring genomen maatregelen betreffende de landstormjaarklasse 1908. Rede van den heer Marchant. De heer Marchant (vrijz.dem.) noemt als het doel zijner interpeilatie, klaarheid te scheppen en de verhouding te bepalen tus schen het kabinet-Cort van der Linden en de Earner. Sommigen hebben niet begre- pen, waarom spreker een interpeilatie richtte tot den tijdelijk voorzitter van den ministerraad en niet tot den Minister van Oorlog ad interim; scherpzinnig is dit niet, wat't wel is, zal ik niet zeggen. Spreker gaat de ziektegeschiedenis na van deze interpeilatie, bespreekt de beide vroegere door de Earner aangenomen mo- ties en de houding der Regeering, die er zich niet aan stoorde. De Earner was voor uitstel der opkomst van de landstorm jaarklasse 1908. Zij heeft dat doen blijken uit de aanneming der motie. Men kar\ niet zeggen, dat sommige leden hebben ge- stemd voor de motie uit andere motieven, want zij hebben deze motieven niet laten blijken, "ook de heer De Monte verLoren niet, die met vrienden voor de motie stem- de, omdat zij in verband met kadergebrek geen opkomst der jaarklasse '08 wensch- ten. Spreker heeft reeds op 4 Mei gezegd voor de stemming: „als de Minister nu reeds oordeelt, dat hij de motie naast zich kan neerleggen, dan bestaat er op dit oogen blik een breuk tusschen Minister en Ea rner". De Minister stoorde zich niet aan de motie en de Earner sprak op 10 Mei haar leedwezen daarover uit. De breuk was er. Het eert den heer Bosboom, dat hij niet heeft gezegd: „praat er maar op los, ik ga toch m'n gang". Deze houding liet hij over aan de andere leden van het Eabinet. De Regeering immers heeft zich niet aan de motie gestoord en 't hangt af van wat de tijdelijk voorzitter van den mi nisterraad zal zeggen of er. nu ook een conflikt zal bestaan tusschen de Earner en de leiding van het Eabinet. De heer Cort van der Linden, die anders als een hen haar kiekens onder de vleugelen neemt, liet, gelijk wel eens meer is gebeurd, dit kieken onbeschermd weggaan. (Gelach.) Waarom heeft de tijdelijk voorzitter van den ministerraad noch op 4 noch op 10 Mei zijn meening gezegd? Men vraagt zich af, of het den Eabinetsleider er om te doen is, een ministerieele landstormreserve te kweek'en. (Vreugde.) De Minister van Ma rine k'an zich niet na eenige vrije uurtjes, waarin hij aan „Oorlog" werkt, ingewerkt gevoelen in het departement. Er is een mi- lltaire camarilla, waardoor Minister Bos boom omsponnen was. - Wat is de reden, waarom de Regeering een voorloopige oplossing heeft gegeven aan de crisis zonder rekening te hodden met het herh'aalde votum der Tweede Ea mer en dat de tijdelijk voorzitter van den Ministerraad noch op 4 noch op 10 Mei van zijn inzichten deed blijken? Waarom heeft de Regeering geen reke ning gehouden met den herhaaldelijk uit gesproken wensch der Earner? Had de Regeering, toen zij haar beslis sing inzake de opkomst nam, de zekerheid, dat zij tot een oplossing der crisis niet kon geraken voordat een beslissing moest wor den genomen en Het 's lands belang niet toe, dat zij de opkomst der jaarklasse uit- stelde tot na de crisisoplossing? Welke gronden had de Regeering, waar- op zij onmiddellijk een beslissing inzake den landstorm heeft genomen? Het antwoord van den heer Cort van der Linden. Minister Cort van der Linden antwoordt, dat de definitieve .oplossing der crisis nauwkeurige overwegingen van militairen en politieken aard vereischt, die niet in kor- ten tijd kunnen plaats hebben. Als de op komst der landstormjaarklasse zoozeer in strijd was met den wensch der Earner had de Earner haar inzichten eerder moeten doen blijken. Op 4 Mei was de motie-Mar- chant geen motie van wantrouwen; op 10 Mei was de zaak heel anders. Was er aan- leiding voor de Regeering, den Minister van Oorlog te dekken door het stellen der Ea- binetskwestie? Daarmee zou's lands belang niet zijn gediend. Niet iedere zaak tusschen Earner en Regeering behoeft tot een crisis te leiden. De jaarklasse-opkomst was be- langrijk, maar belangrijker de zorg voor de neutraliteit en voor de economische behoef- ten. Daarbij kwam dat de Minister van Oorlog reeds sinds eenigen tijd zijn gezag ondermijnd voelde. Door een Eabinets- kwestie zou het gezag van den oorlogsmi- nister niet worden hersteld. Deze crisis kon worden opgelost op twee manieren: heengaan des Ministers of een votum van goedkeuring der Earner. Overbodig zou het zijn, als het Eabinet had meegedeeld, dat het 't gevoelen van den heer Bosboom deelde. Dit kon de Earner bekend zijn, want een Minister neemt geen beslissing zonder overleg met het Eabinet. Als de Regeering vooruit haar gedrags- lijn had bepaald, zou dat een gebrek aan deferentie voor de Earner zijn geweest. Het communique in de bladen na het aftreden van Minister Bosboom omtrent de op komst der jaarklasse had uitsluitend een negatief karakter, gelijk de heer Marchant juist zeide. Toen overwoog de Regeering nog, of in- williging van den wensch der Earner mo- gelijk was. Daarna bleek, dat 's lands belang op technische en militaire gronden niet zou zijn gediend met inwilliging van den wensch der Earner. Het spreekt van zelf, dat de Regeering steeds heeft reke ning te houden met den wensch der Ea rner, maar zij behoeft dien niet steeds in te willigen. Dan zou zij ophouden, Regee ring te zijn. Als de Earner daarover anders denkt en om een onderdeel het geheele Eabinet wll laten heengaan, moet zij dat uitspreken. De Minister van Oorlog ad in terim zal de technische, militaire gronden uiteenzetten. De heer Schaper (soc.-dem.): Dan weten we er meteen alles van! Minister Cort van der Linden: De Regee ring zelf had deze kwestie te regelen, niet een nieuwe Minister van Oorlog, achter wien zij zich niet zou mogen verschuilen. Rede van Minister Rambonnet. De Minister van Oorlog ad interim, de heer Rambonnet, zegt, dat het hem genoe- gen doet dat de heer Marchant interpel- leert. (Vroolijkheid.) Nu kan er klaarheid komen. De Minister vreest niets zoozeer als scheeve verhoudingen. Na het gevallen vo turn, waarbij de Earner ingree-p in krach- tens de Landstormwet genomen bestuurs- maatregelen, heeft spreker den Eabinetslei der gevraagd, of de wensch der Earner tot elken prijs behoorde te worden ingewilligd. De tijdelijk voorzitter had hierop ontken- nend geantwoord en spreker was het met hem eens. Als men te veel jonge troepen en te weinig oudere onder de wapenen kreeg, zou dit niet goed zijn. Het meeste nut heeft men in den oorlog van de troepen van tegen de 30 jaar. De 20jarigen zijn niet zoo gemakkelijk in het vuur te bren- gen. De 30jarigen gedragen zich kalmer. Als de opkomst der lichting '18 nog meer moest worden vervroegd, zou dat heel moeilijk zijn voor de jongelui der hooge en technische scholen. De heer Hugenholtz (soc.-dem.): Geen 2 percent der jongelui gaat op die scholen! Minister Rambonnet: De onverwijlde aflossing der landweer zou door het niet- opkomen van den landstorm '08 worden vertraagd. Ook loopt men met het steeds vervroegd oproepen der militie onvermij- delijk vast. De Earner heeft de Regeering de bevoegdheid gegeven deze landstorm- lichting op te roepen en de Minister van Oorlog had te maken met sociale maar ook met militaire en technische eischen. De landweer, die is afgelost, is anderhalf maal zoo groot als -de opgeroepen land storm. Doordat de landweer werd afgelost niet alleen door landstorm maar ook door militie, werd de gemiddelde leeftijd der troepen nog jonger, wat, gelijk reeds ge zegd, nadeelig is. De vergadering wordt verdaagd. De ontbinding van de Staten-Generaal en de verkiezingen. Het Stbl. no. 402 bevat een Eon. besluit, betreffende de sluiting van de tegenwoor dige zitting der Staten-Generaal en de ont binding van de beide Earners. Daarbij is bepaald: Art. 1. Onze Minister van Staat, Mini ster van Binnenlan-dsche Zaken, wordt ge- machtigd om van Onzentwege de tegen woordige zitting der Staten-Generaal te sluiten in eene vereenigde vergadering der beide Earners op Donderdag den 24sten Mei 1917, des namiddags te drie ure. Art. 2. De Eerste en de Tweede Earner der Staten-Generaal worden ontbonden met den 27sten Juni 191"7. Art 3. De verkiezingen van de leden der Eerste Earner zullen plaats hebben op Donderdag 14 Juni aanstaande. Onze commissarissen in de onderschei- dene provincien worden gemachtigd de Staten hunner provincien te dien einde in buitengewone zitting op te roepen. Art. 4. De verkiezingen van de leden der Tweede Earner zullen plaats hebben op Dinsdag 5 Juni aanstaande; de stemming zoo noodig, zal plaats hebben op Vrijdag 15 Juni aanstaande en de herstemming, zoo noodig op Vrijdag 22 Juni daaraanvolgende. Art. 5. De eerste samenkomst van de nieuwe Earners zal plaats hebben in ver eenigde vergadering op Donderdag 28 Juni aanstaande. De sluiting van de zitting der Staten- Generaal op a.s. Donderdag zal geschieden in het gebouw der Tweede Earner. Op de gebruikelijke wijze zal de Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken, Mr. Cort van der Linden, zich van het Eoninklijk Paleis naar het Eamerge- bouw begeven om de zitting namens de Eoningin met een rede voor gesloten te verklaren. Hoogstwaarschijnlijk zal de eerste sa menkomst der nieuwe Earners in veree nigde vergadering, op Donderdag 28 Juni, in de Grafelijke zalen plaats vinden. De scheepvaart. De gezagvoerder van het Nederlandsche zeilschip Jacoba, kapite-in Boersma, heeft bij aankomst te IJmuiden medegedeeld, dat zijn schip in het vrije gebied door een Duit- sche duikboot is beschoten. De Jacoba was van Drammen met een lading hout op weg naar Zaandam. De bemanning begaf zich in de boot en moest ruim een uur bij hoog- gaande zeeen roeien, om de duikboot te be- reiken. Daar werd den duikbootcomman- dant aangetoond, dat men zich in het vrije gebied bevond en van een neutraal land op reis was naar een neutraal land, met on- verdachte lading. Daarop kreeg men ver- gunning naar het schip terug te keeren en de reis te vervolgen. (N. R. Crt.) DE ALGEMEENE TOESTAND. Alles ziet er uit naar verlenging van den oorlog, schrijft de N. R. Crt.- De groote aan- vankelijke resultaten van de eerste dagen van het Engelsch-Fransche offensief in het Westen deden de verwachting rijzen, dat het jaar 1917 de beslissing op het slagveld brengen zou. Maar wat de bondgenooten in hun eerste aanvallen hadden vermocht, aanvallen, die tegen vaste en bekende stel- lingen waren gericht, dat vermochten zij niet in hun volgende aanvallen, gedaan, na dat de Duitschers uit die stellingen waren verdreven, evenmin als trouwens hun krijgs- bedrijf daar veel succes heeft gehad, waar de Duitschers reeds vroeger op eigen initia- tief waren teruggegaan. De aanvallen der bondgenooten verloren gaandeweg aan uit- werking. De Duitschers vermochten ver- moedelijk in verband met het uitblijven van het offensief van Russischen kant onver- wacht groote reserves op het bedreigde Westelijke front samen te trekken. We zijn al een periode van gedeeltelijke gevechten ingegaan, de voorbode van een nieuw even- wicht. Het is zeer wel mogelijk, ja zelfs niet geheel onwaarschijnlijk, dat de Duit schers nog op andere deelen van het frorh zoogenaamd vrijwillig, d. w. z. terwijl zij er zelf het initiatief toe nemen en den aan- val van den vijand voorkomen, zullen terug- gaan, misschien wel over aanzienlijken af- stand, maar daarmee zal nog geen beslis sing vallen. De poging van de bondgenoo ten, om in het jaar 1917 op het slagveld in het Westen een beslissing te verkrijgen, kan nu reeds als mislukt worden beschouwd. Amerika zal geschut en munitie leveren, zooals het al gedurende den heelen loop van den oorlog heeft gedaan. Daarenboven zal Amerika, wat eerst kon gebeuren, nadat het aan den oorlog is gaan deelnemen, nu ook op groote schaal manschappen leveren. Maar eerst op den langen duur kan dat uit- werking hebben. In het Westen wijst alles dus op uitstel en verlenging van den duur van den strijd. Generaal Nivelle heeft weinig genoegen van zijn opperbevelhebberschap mogen be- leven. Het eenige krijgsbedrijf van belang, dat hij als zoodanig heeft geleid, is ver- moedelijk wegens de wanverhouding tus schen de verliezen en de resultaten zoo NEUZENSQHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1917 | | pagina 1