if Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 6518. Zaterdag 14 April 1917. 57e Jaargang. MI1J1 De Oorlog. Aanwijzing verkrijgbaarsteliing LeYepsmiMeiep. IHI£NiAN0. 1 EPI L i. OH,"" Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend, dat in de week ▼an 16-21 April geldig zuilen zijn voor Aardappelen bon no. 7, 8, 9,10 en 11 le serie. Bak- en Braadvet bon no. 3 le u Yarkensvleesch 3 le H Groene Erwten 2 le ,t Gort 1 le Ter Neuzen, 13 April 1917. Burgdmeester en Wethouders voornoemd, J. flUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. N.B. Op bon no. 1 voor Gort mag slechts 0.3 K.G. worden af'gegeven. Deportaties van Belgen. Beantwoordende het voorloopig verslag der Eerste Kamer nopens de begrooting van buitenlandsche zaken, deelde Minister Loudon met betrekking tot den terugkeer van Belgische arbeiders mede, dat blijkens zoo juist van onzen gezant ontvangen be- richt, de terugzending niet langer bepaald is tot hen, die aanvankelijk uit Antwerpen naar Nederland gevlucht zijn, doch dat stap- pen gedaan zijn om alle indertijd uit Neder land van het gebied van het generaal-gou- vernement in Belgie teruggekeerde uitge- wekenen, welke als vverkloozen van Belgie naar Duitschland zijn weggevoerd, te re- tourneeren. Voorts deelde de Minister mede, dat de Duitsche overheid in Belgie reeds sedert geruimen tijd heeft goedgevonden, dat de Nederlandsche, evenals de Spaansche en Amerikaansche vertegenwoordigers, wan- neer hun gevallen ter oore kornen van per sonen, die ten onrechte naar Duitschland werden gevoerd, deze hem hiervan verwittig den, teneinde hem in staat te stellen die ge vallen te onderzoeken om de betrokken per sonen eventueel naar Belgie terug te leiden. Ettelijke duizenden Belgen zijn dientenge- volge bereids teruggezonden. Hangmatten voor het leger. Gelet op het groote aantal manschappen, inzonderheid bij de recrutendepots, dat thans onder de wapenen is en de groote bezwaren, verbonden aan het onderbrengen daarvan in kazernes en gebouwen, het- geen thans geschiedt op britsen of in z.g. bakken zonder bodems, is door den hoofd- intendant bij het depot Grenadiers en Jagers een proef genomen met het legeren in hangmatten, zooals die bij de Kon. Ned. Marine in' gebruik zijn. De Minister van Oorlog acht het wen- schelijk, dat de proef wordt genomen bij een grooter aantal aan te wijzen depotba- taljons. Aangezien in totaal 700 hangmatten voor proef beschikbaar zuilen worden gesteld, moet de proef nu bij alle depotbataljons en ook bij het depot wielrijders worden ge- houden. De zaak-Schroder. Naar uit parlementaire kringen verno- men wordt, heeft het lid der Tweede Ka mer, de heer Knobel, een schriftelijke vraag of vragen gericht tot den Min. van Buitenl. Zaken naar aanleiding van het dezer dagen gepubliceerde bericht, dat de gezanten van Frankrijk en Italie stappen zouden heb- ben gedaan bij dien Minister in verband met het proces-Schroder. Waar de klepel hangt Ruim een week geleden namen we een bericht over van „De Tijd", waarin werd medegedeeld, dat er eenige wrijving be- stond tusschen de Ministers Treub en Posthuma over het instellen van een sterk DOOR H. RIDER HAGGARD. 10) Een geslalte verscheen op de trappen van het paleis. Deze gestalte verkondigde iets aan het volk, waarop een groot gekerin ten hemel opsteeg. „Uw wenscli is vervuld", zeide Amram. „Herodes is dood of stervende, en daar zijn zoon slechts een kind is, denk ik dat wij nu geregeerd zuilen worden door zoo'n ver- vloekten dief van een Romeinschen. procu rator met een zak zonder bodem. Dieoude bisscliop, die vanmorgen in bet amphithea ter sprak, had zeker door zijn geleigeest de lucht van de zaak gekregen; of misschien zag hij den uil en vermoedde bij wat deze kwam doen. Ik denk dat er nog wel ande- ren dan Iierodes in moeilijkheden zuilen ko rnen, want dat zeide de oude man ook". „Wat is er van hem en dp anderen ge- worden?" vroeg Nehustlia. „0er zijn er enkelen vertrapt, en an deren werden door het volk gesteenigd op aanstoken van de Joden, onder voorwendsel dat zij den koning betooverd hadden. Naar men zegt, zijn er ook eenigen ontsnapt, en doorgevoerde levensmiddelenvoorziening, waarbij men desnoods niet zou terug- schrikken voor onteigening op groote schaal. In welk verband „De Tijd" alvast waar- schuwde voor de staats-socialistische nei- gingen van Minister Treub. intusschen verscheen den volgenden dag een tegenspraak van het Haagsche Corres- pondentiebureau: er was geen sprake van een Ministerieel conflict en Minister Posthu ma was zelf voor een sterk doorgevoerde concentratie op het gebied der levensmid delenvoorziening Na dien werd van deze quaestie niets meer vernomen. Toch zijn schrijft het Alg. Hbl. de beide Ministers het niet in alle opzichten eens. Naar wij echter verna- rnen, loopt het meeningsverschil niet zoo- zeer over de binnenlandsche levensmidde lenvoorziening als wel om de wijze waar op de export zal worden geregeld. Naar men weet is op dit oogenblik in voorbe- reiding de oprichting van een export-ver- eeniging over welk lichaam alle uitvoer zal loopen. Van de zijde van Minister Posthuma nu wordt het er op toegelegd,. dat dezelfde personen, die hem thans advi- seeren, ook in die vereeniging de leiding zuilen hebben. Min of meer werd daarop gepraejudicieerd door het voorzitterschap van de voorbereidende vergaderingen over te laten aan den bekenden heer Schim van der Loeff, die zich, naar bekend is, door zijn minder gangbare overgangsvormen, nu juist niet populair heeft gemaakt. Deze persoonlijke eigenschap buiten be- schouwing latende,.zou het bezwaar van Minister Treub vooral zijn dat de belangen van den binnenlandschen consument en producent door dezelfde personen moeten worden behartigd. De heer Treub wenschte een lichaam, dat vooral de belangen van den consument zou behartigen. Daarte- genover moet Minister Posthuma in een dier voorbereidende vergaderingen de vrees hebben geuit, dat de boeren dan wel eens recalcitrant konden worden en hun gron- den braak laten liggen. En in antwoerd daarop moet de heer Treub dan hebben gezegd dat de Regeering er dan ook nog is om met de meest kras- se maatregelen op te treden. (Men zal zich herinneren, dat de bedrei- ging van het braak laten liggen ook in ons blad is geuit, waarop dezerzijds werd op- gemerkt, dat dit voor de landbouwers wel de minst voordeelige manier is om te boeren). V Binnenkort zal nu wel blijken hoe de uitslag van de voorbereidende besprekin- gen is. De bedoeling schijnt voorloopig een betrekkelijk uitgebreide vereeniging op te richten, waar ieder deel van handel en industrie vertegenwoordigd zal zijn. - Uit deze vereeniging wordt een uitvoerend co- mite gekozen, dat aangevuld zal worden met een „regeeringscommissaris". Voor de dagelijksche leiding zuilen een drietal di- recteuren benoemd worden. Is de vereeniging eenmaal geconsti- tueerd, dan zuilen geen consenten meer worden uitgereikt, doch de geheele uitvoer over de vereeniging loopen, die de uit te voeren producten opkoopt en de baten in 's Rijks schatkist stort. DE ALGEMEENE TOESTAND. De slag bij Atrecht, die Maandag begon- nen is, is Dinsdag voortgezet, maar nog niet beslist, schrijft de N. R. Crt. De berichten, na Maandag ingekomen, maken het beeld van het succes, dat de En- gelschen Maandag hebben behaald, volledi- ger. De buit is groot: meer dan 100 kanon- nen en tegen de 12.000 gevangenen is geen kleinigheid en herinnert aan de eerste dagen van het succes van het vorige jaar aan de die konden zich verbergen, evenals gij". Nehustlia keek naar haar meesteres, die rustig sliep. „De wereld is hard voor Christenen", zeide zij. „Ocli, zij is hard voor iedereen. Dat zoudt gij moeten loestemmen, als ik u mijn eigen geschiedenis vertelde"; zeide hij met een zucht. „Gij Christenen gelooft tenmin- ste in1 iets aan gene zijde van 'tgraf",ging hij voorl; „want voor u is de dood slechts een hmg, die leidt naar een heerlijke stad, en ik vertrouw, dat gij Ret bij het reclile eind nebt. Is uw meesteres niet zwak?" Nehustlia knikte. „Sterk is zij nooit geweest, en liet verdriet heeft haar geknakt. Haar echtgenoot werd te Berylus gedood en haar ure nadert". „Ja, ja, die geschiedenis heb ik verno men, ien ook, dat haar eigen vader, Benoni, schuldig is aan zijn dood. Jial wie is er zoo wreed als een Joodscbe ijveraar? Zij zijn nog erger dan wij, Pheniciers, van wie zoo- veel kwaaa verteld wordt. Eens had ik een docliter' zijn hard gelaat werd zachter ..maar dat is voorbij! Zie ee,ns, het ge- vaar is groot, maar ik zai doen wat ik kan om haar te redden, en gij ook; want gij zijt een trouwe vrouw. Neen, twijfel niet aan mij. Ik Tieb mijn woord gegeven, en als ik dat vrijwillig breek, mag ik vergaan en door hondcn verscheurd worden. "Mijn schip is Somme. Op den tweeden dag is het offen- sief in langzamer tempo opgeschoten. Een doorbraak heeft nog niet plaats gehad. De Duitschers zijn achteruitgeworpen, maar handhaven zich in verder achteruit gelegen loopgraven, van waar uit zij verschillende tegenaanvallen hebben ondernomen, die de Engelschen hadden af te slaan. Intusschen hebben dezen hun succes op den hoogterug van Vimy nog wat kunnen uitbreiden. Deze hoogterug, die een hoek met de frontlinie maakt, is in den loop van den oorlog reeds meermalen het schouwspel van verwoede gevechten geweest. Ablain-St.-Nazaire, Souchez en Carency zijn de namen van even zoovele slagvelden op dezen heuvelrug. Bij al die slagep hebben de Duitschers een weinig terrein op dien heuvelrug verloren en op het oogenblik scheelt het niet veel, of zij zijn er geheel van af. Er is een scherp onderscheid tusschen het karakter van de gevechten ten Zuiden en die ten Noorden van Atrecht. Van Atrecht af naar het Zuiden b'evinden wij ons in de „kunstmatige woestijn", waarmede de Duit schers hun terugtocht trachtten te dekken. In deze woestijn trekken de geallieerden ge- stadig voorwaarts, maar behoedzaam. Zij hebben er gevechten te leveren, maar tegen een tegenstander, die bij den aanvang reeds is besloten verder terug te gaan. Het zijn „dekkingstroepen", waartegen in dit terrein de geallieerden te v^chten hebben, troepen- afdeelingen, die. hunn.en opmarsch wel zoo kostbaar en zoo moeilijk mogelijk trachten te maken, maar hem niet tot elken prijs tot staan willen brengen. Dat zal eerst nog veel verder naar het Oosten kunnen ge- beuren. De strijd op het front van een punt ten Zuidoosten van Atrecht af (Tilloy lez Mof- flaine ongeveer) naar het Noorden, heeft in- tegendeel geheel het karakter van de stel- lingstrijd. Hier kunnen de Engelschen hun voile gewicht in de schaal werpen. Hier kunnen zij de volmaking van hun technische middelen toepassen, waarvoor zij 2 jaren zoo hard hebben gewerkt, hier vechten zij den oorlog waarin zij'op het oogenblik de Duitschers de baas geworden zijn. De heele terugtocht in het gebied ten Zuiden van Atrecht was aan den eenen kant een er- kenning van de meerderheid der bondge- nooten in den strijd tegen de vaste stel- lingen en tevens een poging, om door een ander karakter aan den strijd te geven, den toestand ten voordeele van de Duitschers te wijzigen. Hiertoe hadden zij bij Atrecht de gelegenheid nog niet gehad, hier stonden zij nog in oude stellingen, die zij zelfs als scharnier hadden gebruikt, bij de terug- zwenking van het verder naar het Zuiden gelegen front. Tegen die scharnier hebben de Engelschen nu 'n geweldigen stoot uitge- voerd. 'Wel is waar is de linie niet door- broken en beslissend is het succes dus nog niet, maar de Duitschers hebben op een ge- voelig punt toch een stevige klap gehad. We zijn nu in de periode van tegenaanval len, volgende op den eersten aanval, de tweede aanval is ongetwijfeld in voorberei- ding. Want het vechten zal nu niet gauw een eind meer nemen. Het gaat meer dan ooit om de beslissing van den oorlog. Een klein succes, een indeuking van het front, zooals bij de Somme kan daar niet toe die- nen, de vijand moet verslagen worden. Dat is niet een werk van een paar dagen of een paar wekem Geweldige bewegingen kun nen daar nog aan voorafgaan. Het belangwekkendste uit de berichten over het krijgsbedrijf was gisteren een aan wijzing, dat eerlang ook de Franschen een grooten aanval zuilen beginnen. „Van Vailly tot Reims neemt de artille- rieslag dagelijks in hevigheid toe". Zoo meldde gisteren het Duitsche hoofdkwartier. Zoo'n dagelijks aan hevigheid toenemen- de artillerieslag is^ewoonlijk de voorhoede van een grooten aanval. De aanval op de Noordelijke spil van de Duitsche terug- klein en niet overdekt. Daarom zal zij niet reizen, maar vanavond vertrekt er een groo te galei naar Alexandria, die Appollonia en Jaffa aandoet. Daarop zal ik pl.aatsen be- spreken, en zeggen dat de dame familie van mij is en dat gij haar slavin zij t. Ik zou u ra- den, rechtslreeks naar Egypte te gaan, waar vele Christenen zijn, die u een tijdlang zuilen beschermen. Van daar kan uw meesteres aan haar Vader schrijven, en tot hem terugkee- ren, als hij haar wit ontvangen. Zoo niet, dan is zij daar althans veilig, want in Alexan dria heeft Herodes geen inacht, en daar zijn de Joden niet bemind." „Uw raad komt mij goed voor", zeide Neliustha, P,als zij dien wil volgen". „Zij moet hem wel volgen, omdat zij niet in staat is om andere plannen te maken, Laat mij nu gaan. Ik kom vdor donker terug met voedsel en kleeren, en dan breng ik u naar het schip". t Nehustha aarzelde. „Ik zeg u, vrees niets". Wilt gij mij niet verlrouwen „Ja", antwoordde Nehustha, „ik moet wel. Het klinkt niet vriendelijk, maar wij ver- keeren in een droevigen toestand en het is vreemd, een oprechten vriend te vinden in iemand, dien ik met een dolk bedreigd heb". „Ik begrijp", zeide Amram emstig. „Laat de uitslag voor mij getuigeii. Kom nu mec, dan kunt gij de deur achter mij sluiten. Als tochtsbeweging, dien de Engelschen Maan dag zijn begonnen, is ook door een dagen- lange en steeds in hevigheid toenemende artilleriebeschieting voorbereid. Als men nu leest van een dergelijke beschieting op het frontstuk, dat als de Zuidelijke spil van de terugtochtsbeweging kan worden be- schouwd, te weten het vak tusschen Vailly en Reims, dan ligt de veronderstelling voor de hand, dat daar nu een aanval van de Franschen op het punt van losbarsten is. De Franschen, nadat hun front was inge- kort (de Engelschen hadden er weer een gedeelte van overgenomen) en derhalve sterker bezet, waren al gereed tot den aan val, toen de Duitschers hunnen terugtocht tfanvingen. Daaruit, en uit hun sneller be- vattingsvermogen, verklaarde men van Duitsche zijde, dat zij sneller dan de Engel schen de terugtrekkende Duitschers volg- den. Dat was alles ten Westen van Vailly, op het gedeelte van het front, dat de Duit schers teruggenomen hebben om den aan val te ontgaan. Nu zou dan een aanval komen op het Oostwaarts aansluitende vak, tusschen Vailly en Reims, wat ongeveer overeenkomt met wat het vak Atrecht-Lens in het Noorden is, waartegen de Engelschen Maandag zoo duchtig van leer getrokken zijn. VERKLARING VAN VON HINDENBURG. Veldmaarschalk Von Hindenburg, de chef van den Duitschen staf, heeft in een onder- houd met een correspondent van het Spaan sche blad „Vanguerdia Barcelona" zich op- timistisch uitgelaten over den stand van zaken. Het scheen hem, wat Amerika's in- tree in den oorlog betrof, onmogelijk toe, dat Amerika een leger van een half mil- lioen kan uitrusten en tegelijk de Entente van het noodige oorlogsmateriaal kan voor- zien. Hindenburg rekende vooral op de hulp der duikbooten, die ook door Amerika er niet onder gebracht zuilen worden. Aan het Oostelijk front zijn de Duitsche linies thans zoo sterk, dat Broessiloff er niet doorheen kan. Hindenburg sprak de meening uit, dat de gebeurtenissen in Rus- land gunstig zijn voor de plannen van Duitschland. „In 't vorig jaar", zei Hindenburg, Mad den wij onze strategische Iegerreserve noo- dig om een aanval van Broessiloff af te slaan. Het Westelijk front was op zijn eigen beperkte middelen aangewezen. Desniette- genstaande werden de Engelsch-Fransche aanvallen afgeslagen. Thans is de toestand totaal veranderd. Het Westelijk front is zoo sterk gewor den, dat het elken aanval zal weerstaan. Bij een absolute zekerheid op alle fron- ten hebben wij thans de beschikking over een Iegerreserve, die sterker en slagvaardi- ger is dan ooit te voren, en die wij, waar wij dat noodig achten, voor den afweer of den aanval kunnen gebruiken. Wat ook moge gebeuren op zee, in de lucht of op welk punt van de fronten ook, het dient nooit als een feit op zich zelf te worden beschouwd. Alles is een scha- kel van het groote plan. In deze beteekenis zijn leger en vloot als een eenheid te be- schouwen. Thans, nu er nog slechts twee maanden van den duikboot-oorlog verstreken zijn, kan ik u reeds zeggen, dat onze berekening juist was. De weg, dien wij met erkenning van alle gevaren insloegen, leidt naar het gestelde doel. Wij staan met onze aaneengesloten bond- genooten eenzaam in de wereld, duidelijk en koud. Wij hebben alle mogelijkheden onder de oogen gezien en volgens ons beste menschelijk weten en geweten die mogelijk heden gekozen die tot de overwinning en den vrede leiden." EEN NOODKREET DER RUSSISCHE REGEERING. k De Voorloopige Russische regeering heeft een door prins Lwof onderteekende procla- matie uitgevaardigd, waarin ze openlijk er- ik terugkom, zal ik met een slaaf daarginds in die dpenruimte hiijveil staan, en doen alsof ik een pak koopwaren steviger moet vastbinden. Kom dan beneden en laat mij rustig binnen." Toen Amram weg was, ging Neliushta bij haar slapende meesteres zitten en wachlle met een angstig hart. Had zij verstandig gehandeld? Zou Amram hen verraden en soldalen slureu, niet om hen naar het schip te brengen, maar om hen een vreeselijken diood te doen ondergaan? En als dit zoo was, dan zou zij nog .tijd genoeg hebben, om haar meesteres en zichzelf te dooden, en zoo aan de wreedheid der menschen te onllcomen. Zij kon niets doen dan bidden; en zij bad op haar woeste manier, niet voor zichzelf, maar voor de meesteres, die zij liefhad, en voor het kind, dat, zooals zij zich met dankbaarheid- herinnerde, volgens de profetie van de oude Anna, zou geboren worden en blijven leven. Toen bedacht zij ook, hoe dezelfde heilige vrouw gezegd had, dlat de uren van de moedar geteld waren, en bij die gedachte begon Neliushta te schreien. Langzaam ging de tijd voorbij, doch nie- mand kwam hen storen. Drie uren na den middag ontwaakte Rachel, opgefrischt maar hongerig, en Neliushta Ipid niets voor haar te eten dan rauw graan, dat zij niet kon gebruiken. Duidelijk en in weinig woorden kent, dat de verdediging des lands tenge- volge van de verontachtzaming door het vorig bewind, in ontredderden toestand ver- keert. De Russische financien, de levens middelenvoorziening en de munitieverschal- fing voor het leger, zijn totaal in de war, het geheele economische leven is ontwricht. De proclamatie gaat dan voort met te vertellen, dat de Voorloopige Regeering ge daan heeft wat ze kon om het euvel te her- stellen, doch de machtige vijand houdt nog steeds groote Russische gebieden bezet eti bedreigt Rusland in de geboortedagen der vrijheid met een nieuwen beslissenden slag. De verdediging van het vaderland, de be- vrijding ervan, blijft de voornaamste taak van het leger. Aan den wil des volks zal de eindbeslissing omtrent alle kwesties den oorlog betreffende, gelaten worden, doch Lwof en zijn ministerie achten het hun recht en plicht reeds nu te verklaren, dat het vrije Rusland niet ten doel heeft andere volken te overheerschen, hun het nationaal erfdeel te ontnemen of met geweld vreemd gebied te bezetten, doch wel om een hechten vrede te vestigen op den grondslag van het vof- kenrecht. J-Iet Russische volk is niet belust op .versterking van zijn macht naar buiten ten koste van andere volken en stelt zich niet ten doel, wie ook te onderwerpen of vernederen. De proclamatie herinnert er aan, dat de ketenen, die de Polen knelden, verbroken zijn en zegt dan, dat de voornaamste taak der Russische buitenlandsche politiek zal zijn, te zorgen, dat het vaderland zelf niet vernederd of in zijn kracht geschokt uit den strijd zal komen. De rechten van Rusland zuilen beschermd worden met inachtneming van de plichten jegens de geallieerden. Met een opwekking aan het volk om krachtig en een-van-zin samen te werkeo om de veroverde vrijheid hechter te grond- vesten en met de vermaning, dat de staat gevaar loopt, besluit het gewichtige staats- stuk. DE EX-TSAAR. De correspondent van de Times te Petro- grad seinde aan zijn blad, dat de commis- saris van de voorloopige regeering, die be- last is met het beheer van de bezittingea van den ex-Tsaar en zijn gezin een verzoek heeft gedaan om eene toelage tot dekkiug van hunne onmiddellijke uitgaven. Uit eene voorloopige schatting der par- ticuliere vermogens der leden van de vroe- gere keizerlijke familie blijkt, dat de ex- Tsaar slechts 100.000, de ex-Tsaritsa 110.000, de ex-Tsarewitsj £550.000 en de 4 ex-prinsessen resp. 530.000, 400.000, 370.000 en 330.000 bezitten. Sedert 1906 bedroeg de jaarlijksche ci- viele lijst 1.600.000 per jaar, waarbij nog de enorme opbrengsten van de Kroondomel- nen, het z.g. „Keizerlijke Kabinet" kwamett. Dit geheele bedrag werd echter door de zeer dure hofhouding verslonden, zoodat de ex-Tsaar zelf een betrekkelijk arm man is. Sommige grootvorsten bezitten een groot persoonlijk vermogen; velen van hen be- zaten echter niets dan hun inkomen, dat uit de Keizerlijke appanages werd betaald. De voorloopige regeering zal te hurtnen be- hoeve eene bijzondere regeling moeten tref- fen. DE VEREENIGDE STATEN IN DEN OORLOG. Roosevelt heeft Dinsdag een bezoek ge bracht aan president Wilson, om te spreken over zijn expeditie-legertje, dat naar het Europeesche front zal worden gezonden. President Wilson heeft zijn goedkeuring gehecht aan het program van den Shipping Board tot aanbouw van een vloot van dui- zend houten,schepen van ongeveer 3000 ton elk, teneinde het verlies van tonnenmaat door de actie der onderzeeers aan te vullen. Volgens het bouwprogram zuilen maan- delijks 200.000 ton afgeleverd worden. Er zijn reeds contracten hiervoor afgesloten. vertelde zij haar meesteres al wat er was afgesproken, en vroeg haar goedkeuring. „Het schijnt al even goed als ieder an der plan," zei Rachel met een lichten zucht, „en ik dank u en den Phenicier ervoor, als hij een ecrlijk man. is. Ik verfang mijn vader jdet te onlmocten de eerste jaren zeker niet. Floe zou dat ook kunnen, als ik zie, hoevcel onheil hij over mij gebracht heeft?" „Spreek daar niet over," viel Neliushta ha as tig in, en nu volgde er een *ange stilte. lien uur voor zonsondergang zag Neliushta eindelijk twee ma,nnen loopen over de open plek, die zij voortdurend in het oog hield Amram en een slaaf, die een pak op het hoofd droeg. Het touw van het pak scheen los te gaan; op bevel van zijn meester zette de slaaf het op den grond. Zij bohden het steviger vast en liepen toen langzaam ver der naar het gewelf. Neliushta ging naar beneden, slool de deur open, en liet Amram binnen, die het pak droeg. „Waar is de slaaf?" vroeg zij. Vrees niets; hij is trouw en houdt bui ten de wacht. maar hij weet nergens van. Kom, hij1 zult beiden wdl honger hebben en ik heb eten meegebracht. HeJpt mij die koorden losmaken. (Wordt vervolgd.) r TER

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1917 | | pagina 5