if
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 6518.
Zaterdag 14 April 1917.
57e Jaargang.
MI1J1
De Oorlog.
Aanwijzing verkrijgbaarsteliing
LeYepsmiMeiep.
IHI£NiAN0.
1 EPI L i. OH,""
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN maken bekend, dat in de week
▼an 16-21 April geldig zuilen zijn voor
Aardappelen bon no. 7, 8, 9,10 en 11 le serie.
Bak- en Braadvet bon no. 3 le u
Yarkensvleesch 3 le H
Groene Erwten 2 le ,t
Gort 1 le
Ter Neuzen, 13 April 1917.
Burgdmeester en Wethouders voornoemd,
J. flUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
N.B. Op bon no. 1 voor Gort mag slechts
0.3 K.G. worden af'gegeven.
Deportaties van Belgen.
Beantwoordende het voorloopig verslag
der Eerste Kamer nopens de begrooting
van buitenlandsche zaken, deelde Minister
Loudon met betrekking tot den terugkeer
van Belgische arbeiders mede, dat blijkens
zoo juist van onzen gezant ontvangen be-
richt, de terugzending niet langer bepaald
is tot hen, die aanvankelijk uit Antwerpen
naar Nederland gevlucht zijn, doch dat stap-
pen gedaan zijn om alle indertijd uit Neder
land van het gebied van het generaal-gou-
vernement in Belgie teruggekeerde uitge-
wekenen, welke als vverkloozen van Belgie
naar Duitschland zijn weggevoerd, te re-
tourneeren.
Voorts deelde de Minister mede, dat de
Duitsche overheid in Belgie reeds sedert
geruimen tijd heeft goedgevonden, dat de
Nederlandsche, evenals de Spaansche en
Amerikaansche vertegenwoordigers, wan-
neer hun gevallen ter oore kornen van per
sonen, die ten onrechte naar Duitschland
werden gevoerd, deze hem hiervan verwittig
den, teneinde hem in staat te stellen die ge
vallen te onderzoeken om de betrokken per
sonen eventueel naar Belgie terug te leiden.
Ettelijke duizenden Belgen zijn dientenge-
volge bereids teruggezonden.
Hangmatten voor het leger.
Gelet op het groote aantal manschappen,
inzonderheid bij de recrutendepots, dat
thans onder de wapenen is en de groote
bezwaren, verbonden aan het onderbrengen
daarvan in kazernes en gebouwen, het-
geen thans geschiedt op britsen of in z.g.
bakken zonder bodems, is door den hoofd-
intendant bij het depot Grenadiers en Jagers
een proef genomen met het legeren in
hangmatten, zooals die bij de Kon. Ned.
Marine in' gebruik zijn.
De Minister van Oorlog acht het wen-
schelijk, dat de proef wordt genomen bij
een grooter aantal aan te wijzen depotba-
taljons.
Aangezien in totaal 700 hangmatten voor
proef beschikbaar zuilen worden gesteld,
moet de proef nu bij alle depotbataljons en
ook bij het depot wielrijders worden ge-
houden.
De zaak-Schroder.
Naar uit parlementaire kringen verno-
men wordt, heeft het lid der Tweede Ka
mer, de heer Knobel, een schriftelijke vraag
of vragen gericht tot den Min. van Buitenl.
Zaken naar aanleiding van het dezer dagen
gepubliceerde bericht, dat de gezanten
van Frankrijk en Italie stappen zouden heb-
ben gedaan bij dien Minister in verband
met het proces-Schroder.
Waar de klepel hangt
Ruim een week geleden namen we een
bericht over van „De Tijd", waarin werd
medegedeeld, dat er eenige wrijving be-
stond tusschen de Ministers Treub en
Posthuma over het instellen van een sterk
DOOR
H. RIDER HAGGARD.
10)
Een geslalte verscheen op de trappen van
het paleis. Deze gestalte verkondigde iets
aan het volk, waarop een groot gekerin ten
hemel opsteeg.
„Uw wenscli is vervuld", zeide Amram.
„Herodes is dood of stervende, en daar zijn
zoon slechts een kind is, denk ik dat wij
nu geregeerd zuilen worden door zoo'n ver-
vloekten dief van een Romeinschen. procu
rator met een zak zonder bodem. Dieoude
bisscliop, die vanmorgen in bet amphithea
ter sprak, had zeker door zijn geleigeest de
lucht van de zaak gekregen; of misschien
zag hij den uil en vermoedde bij wat deze
kwam doen. Ik denk dat er nog wel ande-
ren dan Iierodes in moeilijkheden zuilen ko
rnen, want dat zeide de oude man ook".
„Wat is er van hem en dp anderen ge-
worden?" vroeg Nehustlia.
„0er zijn er enkelen vertrapt, en an
deren werden door het volk gesteenigd op
aanstoken van de Joden, onder voorwendsel
dat zij den koning betooverd hadden. Naar
men zegt, zijn er ook eenigen ontsnapt, en
doorgevoerde levensmiddelenvoorziening,
waarbij men desnoods niet zou terug-
schrikken voor onteigening op groote
schaal.
In welk verband „De Tijd" alvast waar-
schuwde voor de staats-socialistische nei-
gingen van Minister Treub.
intusschen verscheen den volgenden dag
een tegenspraak van het Haagsche Corres-
pondentiebureau: er was geen sprake van
een Ministerieel conflict en Minister Posthu
ma was zelf voor een sterk doorgevoerde
concentratie op het gebied der levensmid
delenvoorziening
Na dien werd van deze quaestie niets
meer vernomen.
Toch zijn schrijft het Alg. Hbl.
de beide Ministers het niet in alle
opzichten eens. Naar wij echter verna-
rnen, loopt het meeningsverschil niet zoo-
zeer over de binnenlandsche levensmidde
lenvoorziening als wel om de wijze waar
op de export zal worden geregeld. Naar
men weet is op dit oogenblik in voorbe-
reiding de oprichting van een export-ver-
eeniging over welk lichaam alle uitvoer
zal loopen. Van de zijde van Minister
Posthuma nu wordt het er op toegelegd,.
dat dezelfde personen, die hem thans advi-
seeren, ook in die vereeniging de leiding
zuilen hebben. Min of meer werd daarop
gepraejudicieerd door het voorzitterschap
van de voorbereidende vergaderingen over
te laten aan den bekenden heer Schim van
der Loeff, die zich, naar bekend is, door
zijn minder gangbare overgangsvormen, nu
juist niet populair heeft gemaakt.
Deze persoonlijke eigenschap buiten be-
schouwing latende,.zou het bezwaar van
Minister Treub vooral zijn dat de belangen
van den binnenlandschen consument en
producent door dezelfde personen moeten
worden behartigd. De heer Treub wenschte
een lichaam, dat vooral de belangen van
den consument zou behartigen. Daarte-
genover moet Minister Posthuma in een
dier voorbereidende vergaderingen de vrees
hebben geuit, dat de boeren dan wel eens
recalcitrant konden worden en hun gron-
den braak laten liggen.
En in antwoerd daarop moet de heer
Treub dan hebben gezegd dat de Regeering
er dan ook nog is om met de meest kras-
se maatregelen op te treden.
(Men zal zich herinneren, dat de bedrei-
ging van het braak laten liggen ook in ons
blad is geuit, waarop dezerzijds werd op-
gemerkt, dat dit voor de landbouwers wel
de minst voordeelige manier is om te
boeren). V
Binnenkort zal nu wel blijken hoe de
uitslag van de voorbereidende besprekin-
gen is. De bedoeling schijnt voorloopig
een betrekkelijk uitgebreide vereeniging op
te richten, waar ieder deel van handel en
industrie vertegenwoordigd zal zijn. - Uit
deze vereeniging wordt een uitvoerend co-
mite gekozen, dat aangevuld zal worden
met een „regeeringscommissaris". Voor de
dagelijksche leiding zuilen een drietal di-
recteuren benoemd worden.
Is de vereeniging eenmaal geconsti-
tueerd, dan zuilen geen consenten meer
worden uitgereikt, doch de geheele uitvoer
over de vereeniging loopen, die de uit te
voeren producten opkoopt en de baten in
's Rijks schatkist stort.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
De slag bij Atrecht, die Maandag begon-
nen is, is Dinsdag voortgezet, maar nog
niet beslist, schrijft de N. R. Crt.
De berichten, na Maandag ingekomen,
maken het beeld van het succes, dat de En-
gelschen Maandag hebben behaald, volledi-
ger. De buit is groot: meer dan 100 kanon-
nen en tegen de 12.000 gevangenen is geen
kleinigheid en herinnert aan de eerste dagen
van het succes van het vorige jaar aan de
die konden zich verbergen, evenals gij".
Nehustlia keek naar haar meesteres, die
rustig sliep.
„De wereld is hard voor Christenen",
zeide zij.
„Ocli, zij is hard voor iedereen. Dat
zoudt gij moeten loestemmen, als ik u mijn
eigen geschiedenis vertelde"; zeide hij met
een zucht. „Gij Christenen gelooft tenmin-
ste in1 iets aan gene zijde van 'tgraf",ging
hij voorl; „want voor u is de dood slechts
een hmg, die leidt naar een heerlijke stad,
en ik vertrouw, dat gij Ret bij het reclile
eind nebt. Is uw meesteres niet zwak?"
Nehustlia knikte.
„Sterk is zij nooit geweest, en liet verdriet
heeft haar geknakt. Haar echtgenoot werd
te Berylus gedood en haar ure nadert".
„Ja, ja, die geschiedenis heb ik verno
men, ien ook, dat haar eigen vader, Benoni,
schuldig is aan zijn dood. Jial wie is er zoo
wreed als een Joodscbe ijveraar? Zij zijn
nog erger dan wij, Pheniciers, van wie zoo-
veel kwaaa verteld wordt. Eens had ik een
docliter' zijn hard gelaat werd zachter
..maar dat is voorbij! Zie ee,ns, het ge-
vaar is groot, maar ik zai doen wat ik kan
om haar te redden, en gij ook; want gij zijt
een trouwe vrouw. Neen, twijfel niet aan
mij. Ik Tieb mijn woord gegeven, en als ik
dat vrijwillig breek, mag ik vergaan en door
hondcn verscheurd worden. "Mijn schip is
Somme. Op den tweeden dag is het offen-
sief in langzamer tempo opgeschoten. Een
doorbraak heeft nog niet plaats gehad. De
Duitschers zijn achteruitgeworpen, maar
handhaven zich in verder achteruit gelegen
loopgraven, van waar uit zij verschillende
tegenaanvallen hebben ondernomen, die de
Engelschen hadden af te slaan. Intusschen
hebben dezen hun succes op den hoogterug
van Vimy nog wat kunnen uitbreiden. Deze
hoogterug, die een hoek met de frontlinie
maakt, is in den loop van den oorlog reeds
meermalen het schouwspel van verwoede
gevechten geweest. Ablain-St.-Nazaire,
Souchez en Carency zijn de namen van even
zoovele slagvelden op dezen heuvelrug. Bij
al die slagep hebben de Duitschers een
weinig terrein op dien heuvelrug verloren en
op het oogenblik scheelt het niet veel, of zij
zijn er geheel van af.
Er is een scherp onderscheid tusschen het
karakter van de gevechten ten Zuiden en die
ten Noorden van Atrecht. Van Atrecht af
naar het Zuiden b'evinden wij ons in de
„kunstmatige woestijn", waarmede de Duit
schers hun terugtocht trachtten te dekken.
In deze woestijn trekken de geallieerden ge-
stadig voorwaarts, maar behoedzaam. Zij
hebben er gevechten te leveren, maar tegen
een tegenstander, die bij den aanvang reeds
is besloten verder terug te gaan. Het zijn
„dekkingstroepen", waartegen in dit terrein
de geallieerden te v^chten hebben, troepen-
afdeelingen, die. hunn.en opmarsch wel zoo
kostbaar en zoo moeilijk mogelijk trachten te
maken, maar hem niet tot elken prijs tot
staan willen brengen. Dat zal eerst nog
veel verder naar het Oosten kunnen ge-
beuren.
De strijd op het front van een punt ten
Zuidoosten van Atrecht af (Tilloy lez Mof-
flaine ongeveer) naar het Noorden, heeft in-
tegendeel geheel het karakter van de stel-
lingstrijd. Hier kunnen de Engelschen hun
voile gewicht in de schaal werpen. Hier
kunnen zij de volmaking van hun technische
middelen toepassen, waarvoor zij 2 jaren
zoo hard hebben gewerkt, hier vechten zij
den oorlog waarin zij'op het oogenblik de
Duitschers de baas geworden zijn. De
heele terugtocht in het gebied ten Zuiden
van Atrecht was aan den eenen kant een er-
kenning van de meerderheid der bondge-
nooten in den strijd tegen de vaste stel-
lingen en tevens een poging, om door een
ander karakter aan den strijd te geven, den
toestand ten voordeele van de Duitschers te
wijzigen. Hiertoe hadden zij bij Atrecht de
gelegenheid nog niet gehad, hier stonden zij
nog in oude stellingen, die zij zelfs als
scharnier hadden gebruikt, bij de terug-
zwenking van het verder naar het Zuiden
gelegen front. Tegen die scharnier hebben
de Engelschen nu 'n geweldigen stoot uitge-
voerd. 'Wel is waar is de linie niet door-
broken en beslissend is het succes dus nog
niet, maar de Duitschers hebben op een ge-
voelig punt toch een stevige klap gehad.
We zijn nu in de periode van tegenaanval
len, volgende op den eersten aanval, de
tweede aanval is ongetwijfeld in voorberei-
ding. Want het vechten zal nu niet gauw
een eind meer nemen. Het gaat meer dan
ooit om de beslissing van den oorlog. Een
klein succes, een indeuking van het front,
zooals bij de Somme kan daar niet toe die-
nen, de vijand moet verslagen worden. Dat
is niet een werk van een paar dagen of een
paar wekem Geweldige bewegingen kun
nen daar nog aan voorafgaan.
Het belangwekkendste uit de berichten
over het krijgsbedrijf was gisteren een aan
wijzing, dat eerlang ook de Franschen een
grooten aanval zuilen beginnen.
„Van Vailly tot Reims neemt de artille-
rieslag dagelijks in hevigheid toe". Zoo
meldde gisteren het Duitsche hoofdkwartier.
Zoo'n dagelijks aan hevigheid toenemen-
de artillerieslag is^ewoonlijk de voorhoede
van een grooten aanval. De aanval op de
Noordelijke spil van de Duitsche terug-
klein en niet overdekt. Daarom zal zij niet
reizen, maar vanavond vertrekt er een groo
te galei naar Alexandria, die Appollonia en
Jaffa aandoet. Daarop zal ik pl.aatsen be-
spreken, en zeggen dat de dame familie van
mij is en dat gij haar slavin zij t. Ik zou u ra-
den, rechtslreeks naar Egypte te gaan, waar
vele Christenen zijn, die u een tijdlang zuilen
beschermen. Van daar kan uw meesteres aan
haar Vader schrijven, en tot hem terugkee-
ren, als hij haar wit ontvangen. Zoo niet,
dan is zij daar althans veilig, want in Alexan
dria heeft Herodes geen inacht, en daar zijn
de Joden niet bemind."
„Uw raad komt mij goed voor", zeide
Neliustha, P,als zij dien wil volgen".
„Zij moet hem wel volgen, omdat zij niet
in staat is om andere plannen te maken,
Laat mij nu gaan. Ik kom vdor donker
terug met voedsel en kleeren, en dan breng
ik u naar het schip". t
Nehustha aarzelde.
„Ik zeg u, vrees niets". Wilt gij mij niet
verlrouwen
„Ja", antwoordde Nehustha, „ik moet wel.
Het klinkt niet vriendelijk, maar wij ver-
keeren in een droevigen toestand en het
is vreemd, een oprechten vriend te vinden in
iemand, dien ik met een dolk bedreigd heb".
„Ik begrijp", zeide Amram emstig. „Laat
de uitslag voor mij getuigeii. Kom nu mec,
dan kunt gij de deur achter mij sluiten. Als
tochtsbeweging, dien de Engelschen Maan
dag zijn begonnen, is ook door een dagen-
lange en steeds in hevigheid toenemende
artilleriebeschieting voorbereid. Als men nu
leest van een dergelijke beschieting op het
frontstuk, dat als de Zuidelijke spil van de
terugtochtsbeweging kan worden be-
schouwd, te weten het vak tusschen Vailly
en Reims, dan ligt de veronderstelling voor
de hand, dat daar nu een aanval van de
Franschen op het punt van losbarsten is.
De Franschen, nadat hun front was inge-
kort (de Engelschen hadden er weer een
gedeelte van overgenomen) en derhalve
sterker bezet, waren al gereed tot den aan
val, toen de Duitschers hunnen terugtocht
tfanvingen. Daaruit, en uit hun sneller be-
vattingsvermogen, verklaarde men van
Duitsche zijde, dat zij sneller dan de Engel
schen de terugtrekkende Duitschers volg-
den. Dat was alles ten Westen van Vailly,
op het gedeelte van het front, dat de Duit
schers teruggenomen hebben om den aan
val te ontgaan. Nu zou dan een aanval
komen op het Oostwaarts aansluitende vak,
tusschen Vailly en Reims, wat ongeveer
overeenkomt met wat het vak Atrecht-Lens
in het Noorden is, waartegen de Engelschen
Maandag zoo duchtig van leer getrokken
zijn.
VERKLARING VAN VON HINDENBURG.
Veldmaarschalk Von Hindenburg, de chef
van den Duitschen staf, heeft in een onder-
houd met een correspondent van het Spaan
sche blad „Vanguerdia Barcelona" zich op-
timistisch uitgelaten over den stand van
zaken. Het scheen hem, wat Amerika's in-
tree in den oorlog betrof, onmogelijk toe,
dat Amerika een leger van een half mil-
lioen kan uitrusten en tegelijk de Entente
van het noodige oorlogsmateriaal kan voor-
zien. Hindenburg rekende vooral op de
hulp der duikbooten, die ook door Amerika
er niet onder gebracht zuilen worden.
Aan het Oostelijk front zijn de Duitsche
linies thans zoo sterk, dat Broessiloff er
niet doorheen kan. Hindenburg sprak de
meening uit, dat de gebeurtenissen in Rus-
land gunstig zijn voor de plannen van
Duitschland.
„In 't vorig jaar", zei Hindenburg, Mad
den wij onze strategische Iegerreserve noo-
dig om een aanval van Broessiloff af te
slaan. Het Westelijk front was op zijn eigen
beperkte middelen aangewezen. Desniette-
genstaande werden de Engelsch-Fransche
aanvallen afgeslagen.
Thans is de toestand totaal veranderd.
Het Westelijk front is zoo sterk gewor
den, dat het elken aanval zal weerstaan.
Bij een absolute zekerheid op alle fron-
ten hebben wij thans de beschikking over
een Iegerreserve, die sterker en slagvaardi-
ger is dan ooit te voren, en die wij, waar
wij dat noodig achten, voor den afweer of
den aanval kunnen gebruiken.
Wat ook moge gebeuren op zee, in de
lucht of op welk punt van de fronten ook,
het dient nooit als een feit op zich zelf
te worden beschouwd. Alles is een scha-
kel van het groote plan. In deze beteekenis
zijn leger en vloot als een eenheid te be-
schouwen.
Thans, nu er nog slechts twee maanden
van den duikboot-oorlog verstreken zijn,
kan ik u reeds zeggen, dat onze berekening
juist was. De weg, dien wij met erkenning
van alle gevaren insloegen, leidt naar het
gestelde doel.
Wij staan met onze aaneengesloten bond-
genooten eenzaam in de wereld, duidelijk
en koud. Wij hebben alle mogelijkheden
onder de oogen gezien en volgens ons beste
menschelijk weten en geweten die mogelijk
heden gekozen die tot de overwinning en
den vrede leiden."
EEN NOODKREET DER RUSSISCHE
REGEERING. k
De Voorloopige Russische regeering heeft
een door prins Lwof onderteekende procla-
matie uitgevaardigd, waarin ze openlijk er-
ik terugkom, zal ik met een slaaf daarginds
in die dpenruimte hiijveil staan, en doen
alsof ik een pak koopwaren steviger moet
vastbinden. Kom dan beneden en laat mij
rustig binnen."
Toen Amram weg was, ging Neliushta bij
haar slapende meesteres zitten en wachlle
met een angstig hart. Had zij verstandig
gehandeld? Zou Amram hen verraden en
soldalen slureu, niet om hen naar het schip
te brengen, maar om hen een vreeselijken
diood te doen ondergaan? En als dit zoo
was, dan zou zij nog .tijd genoeg hebben,
om haar meesteres en zichzelf te dooden,
en zoo aan de wreedheid der menschen te
onllcomen. Zij kon niets doen dan bidden;
en zij bad op haar woeste manier, niet voor
zichzelf, maar voor de meesteres, die zij
liefhad, en voor het kind, dat, zooals zij
zich met dankbaarheid- herinnerde, volgens
de profetie van de oude Anna, zou geboren
worden en blijven leven. Toen bedacht zij
ook, hoe dezelfde heilige vrouw gezegd had,
dlat de uren van de moedar geteld waren,
en bij die gedachte begon Neliushta te
schreien.
Langzaam ging de tijd voorbij, doch nie-
mand kwam hen storen. Drie uren na den
middag ontwaakte Rachel, opgefrischt maar
hongerig, en Neliushta Ipid niets voor haar
te eten dan rauw graan, dat zij niet kon
gebruiken. Duidelijk en in weinig woorden
kent, dat de verdediging des lands tenge-
volge van de verontachtzaming door het
vorig bewind, in ontredderden toestand ver-
keert. De Russische financien, de levens
middelenvoorziening en de munitieverschal-
fing voor het leger, zijn totaal in de war,
het geheele economische leven is ontwricht.
De proclamatie gaat dan voort met te
vertellen, dat de Voorloopige Regeering ge
daan heeft wat ze kon om het euvel te her-
stellen, doch de machtige vijand houdt nog
steeds groote Russische gebieden bezet eti
bedreigt Rusland in de geboortedagen der
vrijheid met een nieuwen beslissenden slag.
De verdediging van het vaderland, de be-
vrijding ervan, blijft de voornaamste taak
van het leger. Aan den wil des volks zal
de eindbeslissing omtrent alle kwesties den
oorlog betreffende, gelaten worden, doch
Lwof en zijn ministerie achten het hun recht
en plicht reeds nu te verklaren, dat het vrije
Rusland niet ten doel heeft andere volken
te overheerschen, hun het nationaal erfdeel
te ontnemen of met geweld vreemd gebied
te bezetten, doch wel om een hechten vrede
te vestigen op den grondslag van het vof-
kenrecht. J-Iet Russische volk is niet belust
op .versterking van zijn macht naar buiten
ten koste van andere volken en stelt zich
niet ten doel, wie ook te onderwerpen of
vernederen.
De proclamatie herinnert er aan, dat de
ketenen, die de Polen knelden, verbroken
zijn en zegt dan, dat de voornaamste taak
der Russische buitenlandsche politiek zal
zijn, te zorgen, dat het vaderland zelf niet
vernederd of in zijn kracht geschokt uit den
strijd zal komen. De rechten van Rusland
zuilen beschermd worden met inachtneming
van de plichten jegens de geallieerden.
Met een opwekking aan het volk om
krachtig en een-van-zin samen te werkeo
om de veroverde vrijheid hechter te grond-
vesten en met de vermaning, dat de staat
gevaar loopt, besluit het gewichtige staats-
stuk.
DE EX-TSAAR.
De correspondent van de Times te Petro-
grad seinde aan zijn blad, dat de commis-
saris van de voorloopige regeering, die be-
last is met het beheer van de bezittingea
van den ex-Tsaar en zijn gezin een verzoek
heeft gedaan om eene toelage tot dekkiug
van hunne onmiddellijke uitgaven.
Uit eene voorloopige schatting der par-
ticuliere vermogens der leden van de vroe-
gere keizerlijke familie blijkt, dat de ex-
Tsaar slechts 100.000, de ex-Tsaritsa
110.000, de ex-Tsarewitsj £550.000 en de
4 ex-prinsessen resp. 530.000, 400.000,
370.000 en 330.000 bezitten.
Sedert 1906 bedroeg de jaarlijksche ci-
viele lijst 1.600.000 per jaar, waarbij nog
de enorme opbrengsten van de Kroondomel-
nen, het z.g. „Keizerlijke Kabinet" kwamett.
Dit geheele bedrag werd echter door de
zeer dure hofhouding verslonden, zoodat
de ex-Tsaar zelf een betrekkelijk arm
man is.
Sommige grootvorsten bezitten een groot
persoonlijk vermogen; velen van hen be-
zaten echter niets dan hun inkomen, dat
uit de Keizerlijke appanages werd betaald.
De voorloopige regeering zal te hurtnen be-
hoeve eene bijzondere regeling moeten tref-
fen.
DE VEREENIGDE STATEN
IN DEN OORLOG.
Roosevelt heeft Dinsdag een bezoek ge
bracht aan president Wilson, om te spreken
over zijn expeditie-legertje, dat naar het
Europeesche front zal worden gezonden.
President Wilson heeft zijn goedkeuring
gehecht aan het program van den Shipping
Board tot aanbouw van een vloot van dui-
zend houten,schepen van ongeveer 3000 ton
elk, teneinde het verlies van tonnenmaat
door de actie der onderzeeers aan te vullen.
Volgens het bouwprogram zuilen maan-
delijks 200.000 ton afgeleverd worden. Er
zijn reeds contracten hiervoor afgesloten.
vertelde zij haar meesteres al wat er was
afgesproken, en vroeg haar goedkeuring.
„Het schijnt al even goed als ieder an
der plan," zei Rachel met een lichten zucht,
„en ik dank u en den Phenicier ervoor,
als hij een ecrlijk man. is. Ik verfang mijn
vader jdet te onlmocten de eerste jaren
zeker niet. Floe zou dat ook kunnen, als ik
zie, hoevcel onheil hij over mij gebracht
heeft?"
„Spreek daar niet over," viel Neliushta
ha as tig in, en nu volgde er een *ange stilte.
lien uur voor zonsondergang zag Neliushta
eindelijk twee ma,nnen loopen over de open
plek, die zij voortdurend in het oog hield
Amram en een slaaf, die een pak op het
hoofd droeg. Het touw van het pak scheen
los te gaan; op bevel van zijn meester zette
de slaaf het op den grond. Zij bohden het
steviger vast en liepen toen langzaam ver
der naar het gewelf. Neliushta ging naar
beneden, slool de deur open, en liet Amram
binnen, die het pak droeg.
„Waar is de slaaf?" vroeg zij.
Vrees niets; hij is trouw en houdt bui
ten de wacht. maar hij weet nergens van.
Kom, hij1 zult beiden wdl honger hebben
en ik heb eten meegebracht. HeJpt mij die
koorden losmaken.
(Wordt vervolgd.)
r
TER