ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTiEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. 255 1 No. 6513. Zaterdag 31 Maart 1917. 57e aargang. Bekendmaking. Zaai-bewijzen. De Oorlog. ABONNEMENT: ADVERTENTIfiN Bit Blad Yersehiint Maandag^, Woensdag- en Yrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, hij de Firma P. J. YAW BE SANBE te Ter Nenzen. ES RfcTB i Ijjk, de Proyincie en de Gemeente, Uitbetaiing Militievergoedingen Levensmiddelenbureau Aan de Bakkers. 3 Vermindering van het brood- rantsoen. Par 3 maanden binnen de stad 1Franco per post voor Nederland 1.10. ©8§ vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Telefoon 25. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie Wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Orootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 UUr op den dag der uitgave. 8CHULD YORDERINGEN Zij die hunne zaaibewijzen voor den ver- bouw van CICHOREI, DIVERSE ZADEN, PEEN enz. nog niet hebben afgehaald, wor den uitgenoodigd deze ter Gemeente-Secre- tarie af te halen op werkdagen tusschen 9 en 1 ure. Ter Neuzen, den 29 Maart 1917. De Burgemeester, J. HUIZINGA. TER NEUZEN. De Hoofd-Controleur-Boekhouder maakt bekend, dat de quitantien voor afgegeven broodkaarten uiterlijk Maandag 2 April a.s. moeten zijn ingeleverd. Ter Neuzen, 29 Maart 1917. LEVENSMIDDELENBUREAU. Burgemeester en Wethouders van HOEK, zullen op Vrijdag 6 April SSiT, des namiddags dvie live, ten raadhuize aanbesteden, de levering van van 1 tot 3 c.M. De levering geschiedt vrij op den wal op aan te wijzen plaatsen aan den nieuwen westelijken kanaalarm te Ter Neuzen. De meting heeft plaats na lossing op den hoop. De betaling geschiedt na de levering. Gezegelde inschrijvingsbiljetten onder- teekend door den inschrpver en twee borgen, knnnen tot het uur der besteding franco ten raadhuize worden bezorgd. Hoek, 23 Maart 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. WOLFERT, Burgemeester. J. M. DREGMANS, Secretaris. TER NEUZEN, 30 Maart 1917. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft tot de burgemeesters de volgende eirculaire gericht: De onzekerheid, welke thans nog bestaat omtrent de mogelijkheid geregeld-broodko- ren uit Amerika aan te voeren, heeft mij ge- noodzaakt, bij mijne in afdruk hier bijgaan- de beschikking van heden, te bepalen, dat het broodrantsoen, hetwelk tot dusver strek- te voor eene week, voorloopig zal moeten dienen voor een tijdvak van negen dagen, zulks met ingang van 2 April a.s. In de distributieregeling van brood, bloem, meel en regge, zooals thans luidt, werd door mij aan de gemeentebesturen de bevoegdheid werleend, eene aanvullings- kaart uit te reiken aan die personen, voor wie het rantsoen, aangegeven op bruin broodkaart en roggebroodkaart, in verband met den aard hunner werkzaamheden en hunne normale wijze van voeding, niet vol- doende is. Ik meen een ernstig beroep op uwe mede- werking te moeten doen om, nu het brood rantsoen verminderd moet worden, met het uitreiken der aanvullingskaarten de grootst mogelijke zuinigheid te betrachten. De hier te lande aanwezige voorraden tarwe, rogge en bloem zijn gering en ieder, die meer brood gebruikt dan voor zijne voeding in- derdaad dringend noodzakelijk is, handelt daarmede tegen het algemeen belang. ik vertrouw dan ook er in de aliefeerste plaats op te mogen rekenen, dat door u, voor zoover u ter zake de beslissing is op- gedragen, geen aanvullingsbroodkaart zal worden uitgereikt dan in gevallen waqrin inderdaad gebiedende noodzakelijkheid be staat. Die noodzakelijkheid zal in het algemeen slechts aanwezig zijn bij personen die door den aard hunner werkzaamheden niet in staat zijn.in den loop van den dag een warm maal te gebruiken en dus den geheelen dag alleen door middel van brood in hunne voe ding moeten voorzien. Gelijk u zal blijken uit het blijkens bij- gaande beschikking van art. 1 der brood- distributieregeling toegevoegde nieuwe 4de lid, heb ik de mogelijkheid opengesteld, dat aan een persoon meer dan een aanvullings- kaart worde gegeven. De beslissing of dit zal kunnen geschieden heb ik mijzelf voor behouden. Mochten bepaalde personen, of groepen van personen daarvoor naar uwe meening in aanmerking komen, dan zie ik uwe daartoe strekkende voordracht gaarne tegemoet. U gelieve daarbij echter steeds in het oog te houden, dat slechts in geval van zeer zwaren lichamelijken arbeid of an dere zeer bijzondere omstandigheden mijne toestemming zal kunnen worden verkregen. Ter vermijding van onnoodige briefwisse- ling en den daaraan verbonden arbeid ge lieve u uwe voordrachten tot die gevallen te beperken. Het zal u duidelijk zijn, dat hoe grooter het broodverbruik is, hoe eerder ik weder verplicht zal zijn het rantsoen nog lager te stellen. Ik zou het dan ook zeer op prijs stellen, indien u een beroep op den ingezetenen uwer gemeente zoudt willen doen, om er zooveel mogelijk, door zuinig broodgebruik toe mede te werken, dat met de aanwezige voorraden zoolang mogelijk kan worden rondgekomen,. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft bepaald: lo. Met ingang van 2 April aanstaande zal iedere broodkaart strekken tot het ver- krijgen van brood gedurende 9 dagen in stede van 7 dagen, niettegenstaande op de kaart vermeld staat, dat zij slechts geldig is voor eene bepaalde week: mitsdien wordt de geldigheidsduur der broodkaarten, waarvan de uitreiking thans aanstaande is, bepaald als volgt: die, waarop vermeld: voor de 9de week, van 2 tot en met 10 April; die, waarop vermeld: voor de lOde week, van 11 tot en met 19 April; die, waarop vermeld: voor de llde week, van 20 tot en met 28 April; die, waarop vermeld: voor de 12de week, van 29 April tot en met 7 Mei enz. 2o. in verband met het bepaalde sub lo., met ingang van 2 April a.s., worden de vol gende wijzigingen gebracht in de distribu tieregeiing van brood, bloem, meel en rogge: a. art. 1, 2de lib' wordt gelezen als volgt: Een wittebrood- bruinbrood- en aanvul lingsbroodkaart is geldig voor een tijdvak, bestaande uit zooveel dagen als daarvoor zal worden vastgesteld door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel; b. aan art. 1 w <rdt een vierde lid toege voegd van den volgenden inhoud: 4. Voor ieder tijdvak, bedoeld in art. 1L 2de lid, kan niet meer dan een aanvullings- kaart aan eenzelfden belafighebbende wor den uitgereikt. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Har.uel behoudt zich de be voegdheid voor de gemeentebesturen te machtigen, hetzij in bijzondere gevallen, het- zij bijwege van aigemeen voorschrift, van het bepaalde in de voorgaande zinsnede af te wijken. Bijaldien zoodanige machtiging bijwege van alge::een voorschrift wordt verleend, zal daarvan aan alle gemeentebe sturen worden kennis gegeven. c. Toegevoegd wordt een nieuw artikel van den volgenden inhoud: Art. 31. In vorenstaande regeling, zoo- wel als in regelingen, welke strekken te harer uitvoering, wordt onder „week" ver- staan het tijdvak, bestaande uit zooveel da gen als waarop de geldigheidsduur van eene broodkaart door den Minister van Land bouw, Nijverheid en Handel is of zal worden bepaald. (St.ct.) Het Haagsche Corr. bureau meldt in verband met het bovenstaande: De Minister van Landbouw heeft zich ge- noodzaakt gezien, met ingang van 2 April e.k. het tot nu toe aan het Nederlandsche votk gegeven brotkirantsoen te vermhtde- ren. De oorzaak. Sinds 18 Februari wordt te Halifax vastgehouden de Oosterdijk, van de HollandAmerikalijn, met 8000 ton tar we en 700 ton Amerikaansche bloem. Dit is ook het geval, van dien datum af, met de Soestdijk, inhoudende 7100 ton tarwe. Van 19 Februari af ligt op dezelfde plaats de. Noordam, met 8000 ton tarwe en 600 ton bloem; sinds 24 Februari de Beukelsdijk, met 9000 ton tarwe en 275 ton bloem; sinds 10 Maart de Sloterdijk, met 1080 ton tarwe en 3250 ton bloem en sinds een onbekenden datum de Megrez, met 3850 ton tarwe. Het kan ook zijn, dat de laatste boot nog in Amerika is. (De vorenstaande schepen heb ben ook in 1090 ton lijnkoeken, verdeeld over drie schepen). Afgeladen om te vertrekken liggen in Amerika de Rijndam, met 7900 ton tarwe en 1600 ton meel, de Waaldijk, met 4350 ton tarwe en 2050 ton meel en de Algenib, met 5400 ton tarwe. Deze schepen kunnen niet uit Amerika vertrekken, omdat er geen ze kerheid bestaat, dat zij, te Halifax aanko- mende, niet eveneens zullen worden vast gehouden. Verder liggen in Engelsche ha vens de Sommelsdijk, met 7700 ton tarwe en de Gorredijk, met 2700 ton tarwe en 4000 ton rogge. Er bestaat tot op heden niet de minste zekerheid, omtrent het tijdstip, waar op bovengenoemde schepen uit de havens, waar zij worden vastgehouden, zullen kun nen vertrekken of omtrent het tijdstip, waar op de scheepvaart van'Noord-Amerika naar Nederland geacht kan worden, weder eenigszins normaal te verloopen. Deze feiten zijn de oorzaak, dat tot een verminderd broodrantsoen moest worden besloten, om nog zoolang mogelijk uit de aanwezige voorraden brood te kunnen ver- strekken. Algemeene zuinigheid. Wil men nog zoolang mogelijk brood eten, dan zal ieder bewoner van Nederland, onver- schillig in welk beroep of bedrijf hij werk- zaam is en onverschillig welke positie in de maatschappij hij inneemt, bij het broodver bruik de uiterste zuinigheid moeten betrach ten en alle brood, ook dat van den vorigen dag, moet worden gebruikt, opdat niets verloren ga. DE ALGEMEENE TOESTAND. Op het Westelijk gevechtsterrein nemen de gebeurtenissen een geleideiijken ontwik- kelingsgang. De zoogenaamde „dekkings- troepen" van de Duitschers houden schrijft de N. R. Crt. in verschillende tus- schenstellingen tijdelijk stand, zooals nu bijvoorbeeld weer op het front, dat zich ten Zuiden van St. Quentin tusschen So'mme en Oise uitstrekt. Meer naar het Zuiden, tus schen la Fere en Laon, hebben de Fran- schen weer over een diepte van twee tot vier kilometer verderen vooruitgang ge- maakt. A1 worden de gevechten zwaarder, we zijn nog altijd in het tusschenbedrijf, er wordt nog altijd gestreden in de kunstma- tige woestijn, die de Duitschers vopr hunne nieuwe stellingen hebben aangelegd. De beschrijvingen, die de Duitsche oorlogscor- respondenten van het vernielingswerk geven, verschillen niet van die der Engel sche correspondenten. Alleen ontbreekt na- tuurlijk de toon van scherpe afkeuring. Zoo seint Reuter's correspondent van een oude klokketoren, die opgeblazen werd en waar van het puin in de straat neerviel, die hij zoo vele eeuwen beschaduwd had. Zoo schrij- ven ook de Duitsche berichtgevers van to- rens, welke men opzettelijk heeft laten om- vallen, dat het puin zooveel mogelijk den weg verspert, ook zij schrijven, dat alle hui- zen stelselmatig onbewoonbaar zijn ge- maakt, dat alles stelselmatig is afgebrand en dat alles, wat daarna nog stond, is opge blazen. Ook de keldergewelven liet men springen. Alle boomen werden omgehakt of ontworteld en-meegenomen. Een correspon dent kwam, ongeveer tegen den 20sten Maart, achter het Duitsche front een aantal wagens tegen, waarvan de lading veel weg had van een verhuisboeltje van arme men- schen. Deuren en vensters zag men op die wagens, welke men uit de huizen genomen had, alvorens ze te vernietigen, naaimachi- nes en dergelijke huiselijIce dingen ontbra- ken niet. Wat het verderaf gelegen doel is, hetwelk de Duitschers met deze kunstmatige woestijn beoogen, is slechts te gissen, maar voor het oogenblik vergroot zij den afstand tusschen de beide legers, juister gezegd, ver groot zij den tijd, die voor het afleggen van dien afstand noodig is. Bij de beoordeeling van dit verwoestingsbedrijf uit een oogpunt van oorlogvoering neme men de groote rol in aanmerking die natuurlijke woestij- nen bij het krijgsbedrijf dikwerf spelen. „Wat praat men van een plan van Hin- denburg en wat herinnert men aan zijn sla- gen tegen de Russen?" zoo is van Engel sche zijde wel gezegd. „Deze veldheer heeft in zijn overigens middelmatigen loop- baan alleen een succes van beteekenis kun nen behalen in zijn Masoerische meren en wijs ons nu eens een streek in het rijke Frankrijk, waar men een zoodanig natuur- lijk obstakel vindt, als de Masoerische me ren in Oost-Pruisen zijn". Zeer zeker, zoo'n natuurlijk obstakel vondt men in Frankrijk niet, maar nu is er dan een kunstmatig ob stakel van dien aard geschapen. Het is geen meer, ai zijn er verschillende deelen onder water gezet, maar het is toch een soort woestenij. En een hindernis is het zeker. Niemand van de buiten- standersweet, waar het einde van die woestenij is, en het is waarschijn lijk, dat de legerleiding van de ge- allieerden daarover ook in het onzekere verkeert. Maar wat nog meer beteekent is, dat ook niemand weet, wat er, terwijl de geallieerden voorzichtig in de woestenij aan het oprukken zijn, en het bewegelijke gor- dijn van Duitsche dekkingstroepen voor zich uitdrijven, aan de andere zijde van de woe stijn is gebeurd en nog gebeurt. De vraag is niet alleen, waar is de nieuwe Duitsche hoofdlinie tusschen Atrecht en Soissons, maar ook deze: is daar nog wel hetzelfde aantal troepen op aanwezig, dat de aan- vankelijke linie verdedigde? Er kunnen daar allerlei hergroepeeringen plaats ge- had hebben en de mogelijkheid is zelfs niet uitgesloten, dat aanzienlijke Duitsche troe- penmachten voorshands zijwaarts zijn af- geschoven om aan andere operaties deel te nemen. Bij de beoordeeling van geruchten om trent offensieve plannen van de Duitschers aan het Oostelijk front moet men wel in aanmerking nemen, dat .zekere kringen er groot belang bij hebben, dat in ,die richting veronderstellingen post vatten. Dat zijn in het bijzonder de tegenwoordige machtheb- bers in Rusland, de partij, die de Russische revolutie aan het bewind gebracht heeft, en die nu met de radicalere elementen tot overeenstemming moeten zien te komen. Deze radicalere elementen zijn voor een groot deel wel is waar voor het voortzetten van den oorlog, maar zij gevoelen niet, zoo als nog onlangs eert telegram van de Daily Telegraph uit St. Petersburg, voor een im- peralistisch oorlogsdoel, wel voor de ver- dediging van het rijk. Een gevaar voor het rijk zou dus tot aaneensluiting van de par- tijen kunnen leide'n en een door de Duit schers beraamden aanval in de richting van St. Petersburg is een te goed agitatiemid- del, dan dat men er te spoedig geloof ajtn schenken moet. Hoe merkwaardig uiteenloopend de be- richten van verschillende zijden over de toestanden in Rusland ook mogen zijn, Of een punt, schrijft het Hbl., heerscht er in de Duitsche en Engelsche mededeelingen een opmerkelijke overeenstemming. Met het herstel van het Tsarisme houdt men klaar- blijkelijk geen rekening meer. Een Engelsch telegram zegt, dat een correspondent van „Central News" een onderhoud had met Kerenski, den Minister van Justitie der voorloopige regeering, die verklaarde over- tuigd te zijn, dat de groote meerderheld van het "Russische volk zich zal uitspreken voor de instelling van een republiek, een democratische republiek op federatieven grondslag, en dat de kansen van het herstel der monarchistische regeering uiterst gerinf zijn. Eri uit Berlijn wordt gemeld, dat, volgens te Stockholm ontvangen berichten, te Mos- kou de uitroeping van een republiek spoe dig verwacht wordt, en dat er geen twlj- fel aan bestaat, dat Rusland besloten is, (te monarchic voor goed af te schaffen. Verschillende Zweedsche kenners van de Russische toestanden hebben zich in gellj- ken geest uitgelaten. Rusland is nu ee«- maal op den weg en zal niet halverwegd blijven stilstaan, maar voortgaan, en niet alleen de republiek invoeren, maar deze zelfs een zeer democratisch karakter geve». De bekende schrijver Kjellen drukte dat al- dus uit: „ln alle revoluties overwinnen de linker-groepen". Prot. Hjarne daarentegen gelooft met, dat Rusland een republiek zal worden of ten minste blijven. De macht der reactie is nog groot genoeg om een tegen-offensief te ondernemen. Hij wijst op het voorbeeld van de Fransche revolutie, waarin na ee« steeds verder gaande democratiseering van de republiek, plotseling een tiran opstond, die van de ontstane verwarring gebruik maakte, om de monarchic te herstellen, en daardoor den weg baande voor de reactie, die onder Lodewijk XVIII en Karel X zicfc weder deed gelden. Eerst zeer geleidelijfe kan de overgang van een zoo autocratiscb- bureaucratisch bewind als het Russische naar de democratische republiek plaats hebben. Evenals in de natuur geen spron- gen kunnen voorkomen, is dit ook in de politiek onmogelijk, zonder de krachten der reactie de gelegenheid te geven voor een poging tot terugkeer. Deze Zweedsche professor voorziet dus een tijdperK van woelingen, waarin beurte- lings de uiterste linkerzijde en de rechter- zijde het heft in handen zal hebben, of zal pogen te krijgen, en dat geruimen tijd zal duren, voordat het evenwicht hersteld zal wezen. De groote vraag, welke invloed de revo lutie in Rusland hebben zal voor de oor logvoering wordt, eveneens zeer verschil- lend beantwoord. In Engelsch-Fransche kringen is men natuurlijk overtuigd, dat de nieuwe Russische regeering met dezelfde kracht, of liever nog krachtiger dan de oude den strijd zai voortzetten. In Duitsche kringen weet men nog niet welke gevolgen de nieuwe toestand in Rusland hebben kan; en men haalt daarom de meeningen aan van neutralen, die het al evenmin weten. Zoo zegt de Zweedsche professor Kjellen, dat de omwenteling de militaire macht van Rusland in ieder geval zal verzwakken, daar men niet tegelijk een groote revolu tie in het binnenland kan hebben en met onverzwakte kracht een grooten oorlog naar buiten voeren. Hij meent, dat de kan sen op vrede toenemen, vooral ook, omdat de arbeiders en boeren vredelievend gezind zijn. Ook professor Hjarne is van meemng, dat de revolutie de militaire kracht van Rusland moet verzwakken, zoodat de vre- deskansen toenemen. Professor Steffen te Stockholm daaren tegen meent, dat zoo de Kadetten, de groep- Miljoekof, de macht kunnen behouden, de oorlogstoestand niet noemenswaard zal ver- anderen; dat, wanneer echter de linker- groepen, de arbeiders en socialisten, de macht in handen krijgen, de vrede spoedig zal tot stand komen. De berichten uit de meest verschillende bron toonen wel, dat de toestand zeer moei- lijk is, en dat de arbeiders-gedelegeerden. die grooten invloed oefenen op de voorloo pige regeering, door hunne vergaande eischen de regeering voor ernstige quaesties plaatsen. Die moeilijkheden worden nog verhoogd, door de groote verschillen van meening, geleidelijk ontstaande tusschen NEUZENSCHE COURANT Ill—Maw - 11■■Hill a— Borgemeester en Wethouders der gemeente TER KKUZEN, gezien do eirculaire van den heer Com- missaris der Koningin in deze Provincie van 20 Maart 1917, A, no. 133, lste afdeeling fcerinneren bij dezen de belanghebbenden aan de b.palingen, vervat in de wet van 8 November 1815 (Staatsblad no. 51), art. 125 der provincial wet en art. 228 der gemeentewet, volgens welke alle TEN LASTE VAN HET binnen zes maandenvolgende op het j^ar waarover atj loopen, zullen moeten worden ingediend bij het bestuur, het college, de autoriteit of den ambtenaar, rfie tot de uitvoering van het werk of de levering last heeft gegeven, op straffe van te worden gehouden voor verjaard en vernietigd wordende mitsdien een ieder uitgenoodigd, om de schuldvorderingen, welke ten laste van het Rijk, de Provincie of de Ge- Mtente over 1915, mocht hebben, zoo spoedig mogelijk in te dienen en daartoe den uitersten termijn, bij de v?et vastgesteld, zijnde den luntsteri Juni aan staande, niet af te wachten. De vorderingen ten laste van het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel -in te zenden vddr 15 April a. s. ^ftedaan te Ter Neuzen, den 27 Maart 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Be Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter kMAis van belanghebbenden dat ds uitbetaiing over den termijn 2B Maart— 6 April 1917 niet zal plaats hebben op Zrijdag 6 April doch op Zaterdag t April 1917. dat de uitbetalingen voortaan alleen zullen plaats hebben op de daarvoor gestelde terinijnen van des voormiddags 9 tot 10£ uur op het Gemeentehuis. Ter Secretarie sullen geen betalingen meer geschieden. Betalingen aan huis zullen slechts bij uit- sondering plaats hebben in geval van siekte. Ter Neuzen, 29 Maart 1917. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. 2*. 3». rar.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1917 | | pagina 1